STAATSCOURANT
STAATSCOURANT
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
Nr. 18947
20 juli
2022
Convenant ter bevordering van de productie van de Nederlandse film, Nederlandse publieksfilms in het bijzonder, en het bioscoopbezoek in Nederland (Btw-convenant film 2022)
De ondergetekenden:
1. de Nederlandse Vereniging van Bioscopen en Filmtheaters, waarvan de zetel Is gevestigd in Amsterdam, te dezen vertegenwoordigd door de xxxx X. xxx xxx Xxx, voorzitter en de xxxx X. Xxxxxxxxxx, directeur.
hierna te noemen “NVBF”
2. de vereniging Filmdistributeurs Nederland, waarvan de zetel is gevestigd in Amsterdam, te dezen vertegenwoordigd door xxxxxxx X. Xxxxxx, voorzitter en de xxxx X. xx Xxxx, directeur.
hierna te noemen “FDN”
3. de Nederlandse Audiovisuele Producenten Alliantie, waarvan de zetel is gevestigd in Amsterdam, te dezen vertegenwoordigd door xxxxxxx X. Xxxxxxxxx, voorzitter en xxxxxxx X. Xxxxxxx, directeur.
hierna te noemen “NAPA”
4. de Vereniging van Nederlandse Content Producenten, NCP, waarvan de zetel is gevestigd in Amsterdam, te dezen vertegenwoordigd door xxxxxxx X. xxx xxx Xxxx, voorzitter en de heer X.X. Xxxxxxxxx, directeur.
hierna te noemen “NCP”
5. de Stichting Nederlands Fonds voor de Film, waarvan de zetel is gevestigd In Amsterdam, te dezen vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxx, directeur/bestuurder
hierna te noemen “Filmfonds”
6. de Staat der Nederlanden, waarvan de zetel is gevestigd in ’s Gravenhage, te dezen vertegenwoor- digd door de Staatssecretaris Cultuur en Media, xxxxxxx X. Xxxx.
hierna te noemen “de Staat”
gezamenlijk dan wel afzonderlijk aan te duiden als: “partijen” c.q. “partij”,
overwegende dat:
• het btw-tarief op de toegang tot bioscoopvoorstellingen per 1 januari 1996 door de wetgever is verlaagd in die zin dat niet langer het algemene tarief geldt maar het verlaagde tarief;
• het verlaagde btw-tarief leidt tot een financieel voordeel voor de bioscoopsector;
• de partijen het wenselijk achten dat dit voordeel ook ten goede komt aan de productie van de Nederlandse film, Nederlandse publieksfilms in het bijzonder, en het bioscoopbezoek in Neder- land;
• de Staat, de NVBF (de Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten en Filmtheaters), het Filmfonds (Stichting Nederlands Fonds voor de Film), FDN (Filmdistributeurs Nederland), NAPA (toen nog geheten de vereniging Film Producenten Nederland) voor het laatst in maart 2018 een overeenkomst hebben gesloten over de besteding van een deel van het voordeel uit het verlaagde btw-tarief, hierna aangeduid als ‘btw-convenant Film 2018’;
• NVBF en FDN bereid zijn de verplichting op zich te nemen om jaarlijks een bijdrage van hun leden ter beschikking te stellen, ten behoeve van de in dit convenant benoemde doelen;
• het btw-convenant Film 2018 is herzien conform de uitkomst van de evaluatie 2022 en is thans getiteld ‘Btw-convenant film 2022’.
komen het volgende overeen:
Artikel 1: Doelen
Met het sluiten van dit convenant beogen partijen het bereiken van de volgende doelen: het bevorde- ren van de productie van de Nederlandse film, Nederlandse publieksfilms in het bijzonder, en het bioscoopbezoek in Nederland.
Artikel 2: Hoogte bijdragen NVBF en FDN
2.1 De leden van de NVBF en FDN stellen jaarlijks, met ingang van 1 maart 2018, via hun beroepsorga- nisaties een bedrag van € 0,15 per betaald bioscoopkaartje in het betreffende jaar ter beschikking ten behoeve van de in artikel 1 gestelde doelen. Met ingang van 2023 wordt het beschikbare bedrag jaarlijks geïndexeerd. De jaarlijkse indexering wordt in januari bepaald en komt overeen met de gemiddelde percentuele prijsstijging van een bioscoopkaartje in het voorafgaand jaar.
2.2 Het aantal betaalde bioscoopkaartjes wordt vastgesteld aan de hand van Maccsbox.
2.3 De verdeling tussen de bijdragen van NVBF en FDN is respectievelijk 60 procent en 40 procent.
2.4 De bijdragen van NVBF en/of FDN in het kader van het ‘Btw-convenant film 2022’ worden niet doorbelast, direct dan wel indirect, aan filmproducenten.
Artikel 3: Besteden van beschikbare bedrag
3.1 De opbrengst van het in artikel 2.1 genoemde bedrag, uitgezonderd het in artikel 3.2 genoemde percentage, wordt door NVBF en FDN belegd bij Stichting Xxxxxxx Xxxxxxxxxx Fonds (SATF) en besteed op grond van de Uitvoeringsregeling SATF 2022 of, in voorkomend geval, de geactuali- seerde versie daarvan.
3.2 Van het totale bedrag dat beschikbaar is op grond van het ‘Btw-convenant film 2022’ stellen NVBF en FDN tezamen 6% beschikbaar voor besteding aan sociaal-culturele doeleinden die aansluiten op de hoofddoelen van dit convenant zoals benoemd in artikel 1. NVBF en FDN stellen elk afzonderlijk de helft van het totale percentage beschikbaar en beslissen elk afzonderlijk over de inzet van hun deel van de middelen.
Artikel 4: Afstemming, verantwoording en controle
4.1 Iedere partij die op grond van het onderhavige convenant bijdragen ontvangt en/of bedragen aan derden betaalt, administreert deze bedragen gescheiden, dusdanig transparant dat te allen tijde inzicht bestaat in de op grond van dit convenant door partijen ontvangen bedragen en/of aan derden betaalde bedragen. Ook garanderen partijen dat zij en/of derden niet handelen op een wijze die in strijd is met of in de weg staat aan het nakomen van de afspraken van dit convenant.
4.2 SATF rapporteert jaarlijks vóór 1 juni inhoudelijk en financieel op inzichtelijke en transparante wijze aan partijen van dit convenant over de bestedingen van het in artikel 3.1 genoemde bedrag en over de mate waarin deze hebben bijgedragen aan de in artikel 1 genoemde doelen. NVBF en FDN rapporteren jaarlijks vóór 1 juni inhoudelijk en financieel op inzichtelijke en transparante wijze aan de partijen van dit convenant over de bestedingen van het artikel 3.2 genoemde bedrag en over de mate waarin deze hebben bijgedragen aan de in artikel 1 genoemde doelen.
4.3 SATF, NVBF en FDN verstrekken aan de partijen van dit convenant op een daartoe strekkend verzoek de informatie die redelijkerwijs nodig is teneinde de Staat en NVBF, FDN, NAPA, NCP of Filmfonds in staat te stellen te beoordelen of het bepaalde in dit convenant door de betreffende partij wordt nageleefd.
Artikel 5: Looptijd, evaluatie en beëindiging
5.1 De afspraken in dit convenant gelden vanaf 1 juli 2022 voor onbepaalde tijd, maar in elk geval zolang voor de toegang van bioscoopvoorstellingen een verlaagd btw-tarief geldt, artikel 45d van de Auteurswet voor zover het de bioscoopsector aangaat, ongewijzigd blijft en er geen heffing en/of investeringsverplichting door de wetgever wordt opgelegd aan (een van) de in artikel 2.1 genoemde partijen.
5.2 Wanneer voor de toegang tot de bioscoopvoorstellingen niet langer een verlaagd btw-tarief maar het algemene tarief gaat gelden, kan elke partij dit convenant om deze reden opzeggen. Opzeggen geschiedt op zijn vroegst tegen de datum waarop de wijziging in werking treedt.
5.3 Wanneer het verschil tussen het verlaagde btw-tarief en het algemene btw-tarief voor de toegang tot bioscoopvoorstellingen minder is dan 12 procent, treden de partijen met elkaar in overleg over de hoogte van het in artikel 2.1 genoemde bedrag.
5.4 Buiten de in artikelen 5.1 en 5.2 genoemde omstandigheden kan opzeggen alleen met instemming van alle partijen.
5.5 De partijen evalueren minimaal eens in de twee jaar de werking van onderhavig convenant en d e Uitvoeringsregeling SATF2022 of een geactualiseerde versie daarvan. Hierbij wordt de in artikel 2.3 genoemde verdeling betrokken.
5.6 Als uit de evaluatie als bedoeld in 5.5 blijkt dat alle partijen van mening zijn dat er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de werking van onderhavig convenant en de wijze waarop hier uitvoering aan wordt gegeven onvoldoende zijn, kunnen de partijen het initiatief tot herziening van het convenant dan wel de Uitvoeringsregeling 2022, of een geactualiseerde versie daarvan, voorstellen.
5.7 In het geval van beëindiging van dit convenant vervallen automatisch de door dit convenant verleende rechten en aanspraken voor de periode die ingaat vanaf de datum waarop dit convenant eindigt, uitgezonderd rechten en aanspraken die hun grondslag vinden in het tijdvak waarin het convenant van kracht was.
5.8 Ingeval van beëindiging van het convenant krachtens opzegging is geen van de partijen jegens een andere partij schadeplichtig.
Artikel 6: Geschillen
6.1 Een partij die meent dat een geschil bestaat, deelt dat schriftelijk aan de andere partij(en) mee. De mededeling bevat een aanduiding van het geschil.
6.2 Binnen 14 werkdagen na de dagtekening van de in het eerste lid bedoelde mededeling zendt elke partij zijn zienswijze over het geschil, alsmede een voorstel voor een oplossing daarvan, aan de andere partij(en).
6.3 Binnen 14 werkdagen na afloop van de in het tweede lid genoemde termijn overleggen partijen over een oplossing van het geschil. Elke partij kan zich door deskundigen doen bijstaan. Indien een van partijen binnen 14 werkdagen na afloop van de in het tweede lid genoemde termijn de wens daartoe kenbaar maakt, wordt het overleg voorgezeten door een door r partijen gezamenlijk of, bij gebreke van overeenstemming daarover binnen twee dagen, door de Staat te benoemen voorzitter.
6.4 Elke partij draagt de eigen kosten, voortvloeiend uit de procedure van het eerste tot en met het derde lid. De kosten van de in het derde lid bedoelde voorzitter worden door elke partij voor een gelijk deel gedragen.
Artikel 7: Ongeldigheid
Indien een bepaling van dit convenant in enige mate als nietig, vernietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins als niet-bindend moet worden beschouwd, wordt die bepaling, voor zover nodig, uit dit convenant verwijderd en vervangen door een bepaling die wel bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de niet-geldige bepaling zoveel mogelijk benadert. Het overige deel van het convenant blijft een dergelijke situatie ongewijzigd.
Artikel 8: Aanvullende bepalingen
8.1 Onderhavig convenant vervangt het ‘btw-convenant Film 2018, met dien verstande dat de op basis van laatstgenoemde overeenkomst aangegane verplichtingen in het kader van diezelfde overeen- komst eerst worden afgewikkeld.
8.2 Dit convenant is opgesteld naar en wordt beheerst door Nederlands recht en wordt door partijen aangehaald als ‘Btw-convenant film 2022’.
8.3 De bevoegde rechter in Den Haag is met uitsluiting van alle andere rechters bevoegd om kennis te nemen van geschillen tussen partijen aangaande dit convenant.
8.4 Wijzigingen van of aanvullingen op dit convenant dienen schriftelijk tussen partijen te worden afgesproken en vastgelegd en ondertekend door daartoe bevoegde personen.
Artikel 9: Publicatie in de Staatscourant
9.1 Binnen 14 dagen na ondertekening van dit convenant wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant.
9.2 Bij wijzigingen in het convenant vindt het eerste lid overeenkomstige toepassing.
9.3 Van toetreden, uittreden, opzeggen of ontbinden wordt melding gemaakt in de Staatscourant.
Aldus overeengekomen op de laatste van de hieronder genoemde data en in vijfvoud ondertekend:
28 juni 2022 NVBF
27 juni 2022 FDN
28 juni 2022 NAPA
28 juni 2022 NCP
28 juni 2022 Filmfonds 11 juli 2022 De Staat