STATUTEN Artikel 1 Naam, Zetel en Duur
STATUTEN
Artikel 1 Naam, Zetel en Duur
1. De stichting draagt de naam: Stichting Sociaal Fonds Huisartsenzorg, afgekort SSFH.
2. De stichting is gevestigd in Utrecht.
3. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.
Artikel 2 Begripsbepalingen
1. Werkgever:
A. 1. De natuurlijke of rechtspersoon, in enigerlei rechtsvorm, die zich (nagenoeg) uitsluitend richt op het verlenen en/of organiseren van huisartsenzorg op praktijk-, wijk- of regioniveau. Daaronder zijn in ieder geval begrepen:
a. (samenwerkingsverbanden van) huisartsen;
b. huisartsenposten (huisartsendienstenstructuren);
c. zorggroepen.
2. Gezondheidscentra, zijnde privaatrechtelijke instellingen voor multidisciplinaire eerstelijns gezondheidszorg waaronder het verlenen en/of organiseren van huisartsenzorg op praktijk-, wijk- of regioniveau.
Onder het organiseren van huisartsenzorg wordt verstaan het bij elkaar brengen en op elkaar afstemmen van middelen en mensen met als doel het op een effectieve manier verlenen van huisartsenzorg.
B. De rechtspersoon die:
- werknemers ter beschikking stelt aan een werkgever als omschreven onder A, of
- activiteiten verricht namens en/of ten behoeve van een werkgever als omschreven onder A, welke activiteiten bijdragen aan het doel van A, namelijk het verlenen en/of organiseren van huisartsenzorg.
Dit uitsluitend indien:
- de rechtspersoon geen uitzendbureau is zoals bedoeld in de cao voor uitzendkrachten en
- direct of indirect een meerderheidsbelang (meer dan 50%) in de rechtspersoon of direct of indirect de meerderheid van de zeggenschap over de rechtspersoon in handen is van een werkgever als omschreven onder A, of
- de werkgever A en de werkgever B deel uitmaken van dezelfde groep als bedoeld in artikel 2:24b BW.
2. Werknemer:
Voor de werkgever als genoemd onder A en B:
Degene waarmee de werkgever een arbeidsovereenkomst heeft naar Nederlands recht en die een functie uitoefent als bedoeld in de als bijlage bij het besluit tot algemeen verbindendverklaring van de cao Huisartsenzorg (Stcrt 2021, 41665) opgenomen “Handleiding FWHZ” (functielijst) of een daarmee vergelijkbare functie, dan wel een andere functie, waaronder een staffunctie, beleidsfunctie, administratieve functie, financiële functie, ICT-functie of facilitaire functie vervult.
Voor al deze functies geldt dat wordt bijgedragen aan het verlenen en/of organiseren van huisartsenzorg. Dit met uitzondering van:
- directieleden;
- huisartsen. Deze uitzondering geldt ongeacht de vraag of de huisarts daadwerkelijk als huisarts werkzaamheden verricht dan wel een andere functie bij de werkgever vervult zoals (maar niet uitsluitend) medisch manager, medisch coördinator of medisch directeur;
- huisartsen in opleiding;
- de werknemer die een arbeidsovereenkomst heeft met de Stichting Zorggroep Almere en werkzaam is in de centrale overhead bij een ondersteunende dienst die niet alleen de zorgdisciplines werkzaam in gezondheidscentra, maar ook in woonzorgcentra en/of de wijkverpleging ondersteunt. Het betreft de werknemer die werkzaam is op de afdelingen Financiële Administratie, HR, Planning & Control, Bestuursbureau of Facilitair & ICT.
3. Stichting: de Stichting Sociaal Fonds Huisartsenzorg (SSFH);
4. CAO HZ: de XXX Xxxxxxxxxxxxxx;
5. CAO SSFH: de CAO Stichting Sociaal Fonds Huisartsenzorg;
6. CAO-partijen: de werkgeversorganisaties, te weten de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en InEen, vereniging van organisaties voor eerstelijnszorgen de werknemersorganisaties waarmee de CAO Stichting Sociaal Fonds Huisartsenzorg is overeengekomen, te weten de Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten (NVDA), FNV, sector Zorg & Welzijn, CNV Zorg & Welzijn, onderdeel van CNV Connectief en de Nederlandse Vereniging van Praktijkondersteuners (NVvPO);
7. Bestuur: het in artikel 5 bedoelde bestuur;
8. Ambtelijk secretaris de in artikel 6, lid 2 bedoelde ambtelijk secretaris;
9. Reglement: de in artikel 11 bedoelde reglementen;
10. Statuten: de statuten van de SSFH;
11. Huisartsenzorg: eerstelijns diagnostische, therapeutische en preventieve, medisch generalistische zorg aan individuele - of een groep patiënten onder de verantwoordelijkheid van de huisarts;
12. Huisartsendienstenstructuur: een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie die tot doel heeft het verlenen en/of organiseren van huisartsenzorg tijdens avond-, nacht- en weekenduren en die een medewerkers overeenkomst heeft met een zorgverzekeraar;
13. Huisartsenpost: een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie die tot doel heeft het verlenen en/of organiseren van huisartsenzorg tijdens avond-, nacht- en weekenduren en op algemeen erkende feestdagen of gelijkgestelde dagen;
14. Zorggroep: een zorggroep is een organisatie met rechtspersoonlijkheid, verantwoordelijk voor de coördinatie en levering van huisartsenzorg en andere eerstelijnszorg op het gebied van de behandeling van één of meer chronische ziekten (ketenzorgprogramma's) en sluit daartoe als hoofdcontractant contracten met zorgverzekeraars.
Artikel 3 Doel
1. De SSFH heeft ten doel het ontwikkelen en ondersteunen van activiteiten op het gebied van arbeidsmarkt, scholing en sociaal beleid in de branche huisartsenzorg.
2. De stichting tracht dit doel te bereiken door:
a. het voeren van overleg, met uitzondering van het cao overleg, ter afstemming van het arbeidsmarktbeleid, scholing en sociaal beleid in de branche huisartsenzorg;
b. het voeren van overleg, met uitzondering van het cao overleg, over de inzet van middelen die partijen voor het arbeidsmarktbeleid, scholing en sociaal beleid ter beschikking hebben;
c. het initiëren, (laten) uitvoeren en begeleiden van activiteiten en projecten op het terrein van arbeidsmarkt, scholing en sociaal beleid;
d. het geheel of gedeeltelijk financieren of subsidiëren van de activiteiten, die nader gespecificeerd zijn in een reglement;
e. het initiëren, begeleiden en publiceren van onderzoek op het terrein van arbeidsmarkt, scholing en sociaal beleid voor alle werkgevers en werknemers in de branche;
f. projecten gebaseerd op informatie- en communicatievoorziening op het terrein van arbeidsmarkt, scholing en sociaal beleid en onderzoek op deze thema’s en het publiceren van deze onderzoeken voor alle werkgevers en werknemers in de branche;
g. het verwerven van middelen voor de financiering van de activiteiten a tot en
met f, waaronder het optreden als aanvrager bij het ESF en/of andere subsidies.
Artikel 4 Geldmiddelen
1. De inkomsten van de SSFH bestaan uit:
a. bijdragen van werkgevers;
b. bijdragen van werknemers;
c. rentebaten;
d. schenkingen, legaten en erfstellingen, met dien verstande dat erfstellingen uitsluitend kunnen worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving;
e. subsidies en andere inkomsten.
2. De uitgaven van de stichting bestaan uit:
a. de uitgaven voortvloeiende uit de realisering van de doelstellingen als bedoeld in artikel 3;
b. de beheerskosten van de stichting.
Artikel 5 Bestuur
1. Het bestuur van de SSFH bestaat uit acht leden, te weten vier werkgeversleden en vier werknemersleden.
2. De werkgeversleden worden benoemd door de werkgeversorganisaties:
drie werkgeversleden worden benoemd op voordracht van de Landelijke Huisartsen Vereniging, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen de LHV en één werkgeverslid wordt benoemd op voordracht van InEen, vereniging van organisaties voor eerstelijnszorg, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen InEen..
Na de oprichting van de SSFH is lid 6 van toepassing.
De werknemersleden worden benoemd door de werknemersorganisaties:
één lid wordt benoemd op voordracht van de Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen NVDA;
één lid wordt benoemd op voordracht van FNV, sector Zorg & Welzijn, gevestigd te Utrecht hierna te noemen FNV;
één lid wordt benoemd op voordracht van CNV Zorg & Welzijn, onderdeel van CNV Connectief,, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen CNV;
één lid wordt benoemd op voordracht van de Nederlandse Vereniging van Praktijkondersteuners, gevestigd te Veenendaal, hierna te noemen NVvPO.
Na de oprichting van de SSFH is lid 6 van toepassing.
3. Indien een lid van de in lid 2 van dit artikel genoemde organisaties zich niet verbindt aan de CAO HZ, verliest deze het recht op vertegenwoordiging in het bestuur van de SSFH. Het bestuur van de SSFH kan in dat geval besluiten om het betreffende vertegenwoordigingsrecht te continueren voor de duur van de periode tot aan het moment dat de betreffende organisatie zich niet verbindt aan de nieuwe CAO HZ volgend op de CAO waaraan de organisatie zich niet verbonden heeft, met inachtneming van de voorwaarden voor het aftreden en herbenoemen van bestuursleden conform lid 5 van dit artikel. Het bestuur van de SSFH dient hiertoe een unaniem besluit te nemen. Dit recht van verlengde vertegenwoordiging vervalt indien de betreffende organisatie er voor kiest om het namens haar reeds in functie zijnde bestuurslid, niet langer voor te dragen.
4. Het bestuur kiest uit haar midden een voorzitter en een vicevoorzitter/penningmeester die deze functies voor de duur van één jaar vervullen. Beide functies worden beurtelings paritair door een werkgevers- dan wel een werknemersvertegenwoordiger vervuld, tenzij het bestuur anders besluit.
5. De bestuursleden worden benoemd voor een periode van vier jaar. Zij zijn terstond één maal herbenoembaar.
6. Bij het ontstaan van een (of meer) vacature(s) in het bestuur zullen de overblijvende bestuursleden door een meerderheidsbesluit daarin voorzien door het benoemen van een (of meer) opvolger(s) op voordracht van de organisatie die het recht heeft om voor die vacature een bestuurslid voor te dragen met in achtneming van lid 7 van dit artikel.
7. Voor het vervullen van de ontstane vacature(s) stelt het bestuur een competentieprofiel op dat de instemming behoeft van alle werkgevers- en werknemersorganisaties, genoemd in artikel 5, lid 2, met inachtneming van artikel 5, lid 3. De organisatie, die het recht heeft om een bestuurslid voor te dragen, zal hiertoe zo spoedig mogelijk overgaan doch uiterlijk binnen vier maanden na ontvangst van het geaccordeerde competentieprofiel.
8. Een bestuurslid kan te allen tijde worden geschorst en ontslagen door de organisatie, die het betreffende bestuurslid heeft benoemd of voorgedragen.
9. Het bestuurslidmaatschap eindigt door:
a. overlijden van het bestuurslid;
b. het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;
c. bij schriftelijke ontslagneming (bedanken);
d. bij ontslag op grond van artikel 298, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
e. ontslag door het bestuur.
10. In het geval van belet bij meerdere bestuursleden waardoor niet aan artikel 8 lid 2 kan worden voldaan wijzen werkgeversorganisaties gezamenlijk en/of werknemersorganisaties gezamenlijk personen aan, zodoende dat er twee bestuursleden zijn die werkgeversorganisaties vertegenwoordigen en twee bestuursleden die werknemersorganisaties vertegenwoordigen. Deze aangewezen personen zijn tijdelijk met het bestuur van de stichting belast.
1. Bij ontstentenis van een of meer bestuursleden nemen de overblijvende bestuursleden tijdelijk de volledige taken van het bestuur waar. In het geval van ontstentenis bij meerdere bestuursleden waardoor niet aan artikel 8 lid 2 kan worden voldaan wijzen werkgeversorganisaties gezamenlijk en/of werknemersorganisaties gezamenlijk personen aan zodoende dat er twee bestuursleden zijn die werkgeversorganisaties vertegenwoordigen en twee bestuursleden die werknemersorganisaties vertegenwoordigen. Deze aangewezen personen zijn tijdelijk met het bestuur van de stichting belast. Conform artikel 5 lid 6 en lid 7 zal zo spoedig mogelijk definitief in het bestuur worden voorzien.
Artikel 6 Bevoegdheden van het bestuur
1. Het bestuur is gezamenlijk bevoegd tot vertegenwoordiging van de stichting in en `buiten rechte’.
2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan de volgende twee gezamenlijk handelende personen: de voorzitter en de vicevoorzitter/penningmeester. Het bestuur stelt een ambtelijk secretaris aan met als taak het ondersteunen en adviseren van het bestuur bij het realiseren van het doel van de stichting.
3. Het bestuur kan besluiten tot verlening van volmacht aan één of meer bestuurders, alsook aan anderen, al dan niet verbonden aan de stichting, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
4. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. Het bestuur is tevens belast met de zorg voor de uitvoering en handhaving van de statuten en de reglementen alsmede voor het beheer van het fondsvermogen van de stichting.
5. Het bestuur is wel bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de SSFH zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
6. Het bestuur is bevoegd, ter uitvoering van de werkzaamheden verbonden aan het secretariaat en de inning van de werkgeversbijdragen zomede andere door het bestuur te bepalen taken, uit te besteden aan een derde.
7. Het bestuur voorziet in een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering. In zoverre deze verzekering niet dekkend is voor een voorkomende aansprakelijkheid van
één of meerdere bestuursleden of het bestuur in het geheel, voorziet de stichting in juridische ondersteuning en draagt zij de kosten van deze en de vastgestelde aansprakelijkheid. De genoemde ondersteuning en dekking van kosten geldt niet indien sprake is van opzettelijke nalatigheid en/of strafbare feiten.
8. De aan de Stichting toebehorende vermogenswaarden dienen te worden bewaard, hetzij ten kantore van de Stichting, hetzij bij een Nederlandse bankinstelling.
9. Het bestuur zal de kosten van beheer van de geldmiddelen, en de wijze van verrekening vaststellen.
Artikel 7 Bestuursvergaderingen
1. Het bestuur vergadert vier maal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter, of bij diens afwezigheid de vicevoorzitter/penningmeester, of tenminste twee bestuursleden dit nodig achten.
2. De wijze en termijn van oproeping worden bij bestuursbesluit geregeld.
3. Door het bestuur kan aan de bestuursleden voor het bijwonen van vergaderingen en daarmee gelijk te stellen bijeenkomsten een vergoeding worden toegekend.
Artikel 8 Besluitvorming
1. Iedere bestuurder is bevoegd tot het uitbrengen van één stem. Voor zover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven worden besluiten van het bestuur genomen met gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen, met dien verstande dat deze besluiten niet kunnen
worden genomen ingeval alle bestuurders behorende tot de groep bestuurders voorgedragen door de werkgeversorganisaties dan wel alle bestuurders behorende tot de groep voorgedragen door de werknemersorganisaties hun stem uitbrengen tegen het voorstel.
2. Het bestuur kan slechts geldige besluiten nemen in een vergadering waarin tenminste vier bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn, waaronder ten minstetwee bestuurders benoemd door de werkgeversorganisaties en tenminste twee bestuurders benoemd door de werknemersorganisaties.
3. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht.
Bij staking van stemmen wordt het voorstel in de volgende vergadering opnieuw aan de orde gesteld. Staken de stemmen opnieuw, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
4. Over zaken wordt bij voorkeur mondeling en over personen schriftelijk gestemd.
5. De leden van het bestuur zijn bevoegd zich door een daartoe schriftelijk gevolmachtigd ander lid van het bestuur te doen vertegenwoordigen.
6. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits het desbetreffende voorstel schriftelijk (waaronder begrepen per geëigend telecommunicatiemiddel),aan alle bestuursleden is toegezonden, geen van hen zich binnen een daarbij testellen termijn van tenminste tien dagen tegen deze wijze van besluitvorming heeft verzet en tenminste de meerderheid van de bestuursleden zich schriftelijk(waaronder begrepen per geëigend telecommunicatiemiddel), vóór het voorstel hebben verklaard. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden een relaas opgemaakt, dat bij de stukken voor de volgende bestuursvergadering wordt gevoegd. Het bepaalde in lid 3, 4 en 5 is daarbij van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat bij staking van stemmen het voorstel in de eerstkomende vergadering aan de orde wordt gesteld.
Artikel 9 Jaarverslag, rekening en verantwoording
1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van allesbetreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.
3. Voorafgaand aan ieder boekjaar stelt het bestuur uiterlijk in november een beleidsplan met begroting vast dat is ingericht en gespecificeerd volgens de in artikel 3 omschreven bestedingsdoelen/activiteiten. Het conceptbeleidsplan met begroting wordt voor advies aan de bij de SSFH betrokken werkgevers- en werknemersorganisaties, genoemd in artikel 5, lid 2, met inachtneming van artikel 5, lid 3, voorgelegd, die binnen twee maanden hun advies uitbrengen. De begroting is ingericht en gespecificeerd volgens de in artikel 3 omschreven bestedingsdoelen/activiteiten. De begroting is desgevraagd beschikbaar voor de bij het fonds betrokken werkgevers en werknemers.
4. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening van de stichting te maken, op papier te stellen en vast te stellen.
Voorts legt het bestuur rekening en verantwoording af van het gevoerde beleid en evalueert haar eigen functioneren in het jaarverslag waarvan de jaarrekening een onderdeel is. De jaarrekening geeft een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van de stichting en van de ontwikkeling daarvan gedurende het boekjaar. De jaarrekening dient volgens de in artikel 3 omschreven bestedingsdoelen/activiteiten te zijn gespecificeerd en gecontroleerd door een registeraccountant of accountant-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid. Uit het jaarverslag waarin opgenomen de accountantsverklaring moet blijken dat de uitgaven conform de in artikel 3 omschreven bestedingsdoelen zijn gedaan.
5. Het in lid 3 bedoelde beleidsplan met begroting en de in lid 4 bedoelde jaarrekening, verslag en de accountantsverklaring worden ter inzage voor de bij het fonds betrokken werkgevers en werknemers neergelegd:
a. ten kantore van de stichting;
b. op een of meer door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan te wijzen plaats(en).
6. Het in lid 4 bedoelde verslag en de accountantsverklaring worden binnen zes maanden naar de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gezonden.
7. Het in lid 4 bedoelde verslag en de accountantsverklaring worden op aanvraag digitaal aan de bij de SSFH betrokken werkgevers en werknemers toegezonden tegen betaling van de daaraan verbonden kosten.
8. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
9. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave der gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.
Artikel 10 Statutenwijziging en ontbinding
1. Een besluit tot statutenwijziging of tot ontbinding van de stichting kan door het bestuur worden genomen met inachtneming van het bepaalde in artikel 8, lid 1 van deze statuten.
2. Het voorstel voor ontbinding wordt eerst toegezonden aan alle werkgevers- en werknemersorganisaties, genoemd in artikel 5, lid 2, met in achtneming van artikel 5, lid 3, die daarover binnen twee maanden een advies uitbrengen aan het bestuur.
3. Na het doorlopen van de procedure in lid 2 van dit artikel zal aan de leden van het bestuur minimaal drie weken voor de dag van de vergadering, waarin een voorstel tot het nemen van een besluit tot statutenwijziging dan wel tot ontbinding zal worden behandeld, gelijktijdig met de agenda van de vergadering, een afschrift worden toegezonden van het voorstel, waarin de voorgedragen wijziging van de statuten of ontbinding van de stichting woordelijk is opgenomen.
4. Een besluit tot statutenwijziging of tot ontbinding van de stichting kan niet eerder door het bestuur worden genomen dan na een vereiste tweederde meerderheid van de uitgebrachte stemmen van alle bestuursleden. Bij het ontbreken van een tweederde meerderheid wordt het voorstel overgedragen aan de cao-partijen.
5. Wijzigingen in de statuten treden niet in werking alvorens de akte van wijziging, door het bestuur ondertekend, voor een ieder ter inzage is neergelegd ter griffie van de rechtbank in het arrondissement waarin het fonds is gevestigd.
Artikel 11 Reglement
1. Het bestuur is bevoegd één of meer reglementen vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, waarvan nadere regeling wenselijk wordt geacht.
2. Ten aanzien van besluiten tot vaststelling of wijziging van een reglement is het bepaalde in artikel 10 lid 1, 3, 4 en 5 van een besluit tot statutenwijziging van overeenkomstige toepassing.
3. De bepalingen in een reglement mogen niet in strijd zijn met deze statuten, de wet en de CAO HZ.
Artikel 12 Verplichtingen werkgevers, werknemers en gesubsidieerde instellingen
1. De werkgevers en werknemers hebben de inspanningsverplichting alle beschikbare gegevens te verstrekken, die door het bestuur voor een goede naleving van de statuten en de reglementen als bedoeld in artikel 11, lid 1 noodzakelijk worden geacht.
2. Indien SSFH subsidies zal verstrekken dan dient bij een aanvraag om subsidie een begroting van de activiteiten, waarvoor subsidie wordt aangevraagd, te worden ingezonden. De begroting dient te worden gespecificeerd volgens de bestedingsdoelen/activiteiten als omschreven in artikel 3.
3. Een subsidieontvangende instelling zal jaarlijks een door een registeraccountant of accountant- administratieconsulent met certificerende bevoegdheid gecontroleerde verklaring overleggen over de besteding van de gelden, welke verklaring moet zijn gespecificeerd volgens de in artikel 3 omschreven bestedingsdoelen/activiteiten en een geïntegreerd onderdeel uit moet maken van het (financieel) jaarverslag.
Artikel 13 Vereffening
1. De vereffening geschiedt door het bestuur.
2. De SSFH blijft na ontbinding voortbestaan indien en voor zover dit voor de vereffening van haar zaken nodig is.
3. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten zoveel mogelijk van kracht.
4. Het bestuur bepaalt welke bestemming, na betaling van alle schulden, aan de overgebleven bezittingen van de SSFH zal worden gegeven, met dien verstande dat het saldo zal worden bestemd voor een doel, dat het doel van de SSFH zoveel mogelijk nabij komt.
5. De slotrekening van de vereffening alsmede de bestemming van het eventuele saldobehoeven de goedkeuring van de organisaties, genoemd in artikel 5, lid 2, met inachtneming van artikel 5, lid 3.
6. Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende zeven jaren berusten onder de door de vereffenaar(s) aan te wijzen perso(o)n(en).
7. Op de vereffening zijn voorts de bepalingen van Titel 1, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.
Artikel 14 Beleggingen
Voor zover gelden van de SSFH voor belegging beschikbaar zijn, worden deze gelden door het bestuur belegd, met inachtneming van in redelijkheid daarvoor te stellen eisen van liquiditeit, rendement en risicoverdeling. Als het bestuur hiertoe overgaat dient het bestuur als geheel kennis te hebben van de te verhandelen financiële producten.
Artikel 15 Onvoorziene gevallen
In alle gevallen waarin zowel de wet als de statuten niet voorzien, beslist het bestuur.
Artikel 16 Slotbepaling
Het eerste boekjaar van de stichting betreft een verlengd boekjaar. Het eerste boekjaar van de stichting loopt vanaf datum oprichting tot en met 31 december 2013.