STATUTEN NEDERLANDSE ALGEMENE DANSSPORT BOND
STATUTEN NEDERLANDSE ALGEMENE DANSSPORT BOND
Artikel 1: Naam, zetel en duur Artikel 2: Doel
Artikel 3: Organisatie
Artikel 4: Leden
Artikel 5: Algemene rechten en verplichtingen Artikel 6.a: Rechtspraak en geschillen
Artikel 6.b: Rechtspraak van het Instituut Sportrechtspraak Artikel 6.c: Beslechten van geschillen
Artikel 7: Tuchtrechtspraak Artikel 8: Einde lidmaatschap Artikel 9: Bondsbestuur
Artikel 10: Taken en bevoegdheden bondsbestuur Artikel 11: Bestuursvergaderingen
Artikel 12: Vertegenwoordiging
Artikel 13: Commissies
Artikel 14: Boekhouding en financiën Artikel 15: Rekening en verantwoording Artikel 16: Bondsraad
Artikel 17: Het bijeenroepen van de bondsraad Artikel 18: Toegang tot de bondsraadvergadering Artikel 19: Agenda van de bondsraadvergadering Artikel 20: Besluiten
Artikel 21: Reglementen en uitvoeringsbesluiten Artikel 22: Statuten
Artikel 23: Ontbinding en vereffening
Artikel 1 - Naam, zetel en duur
1. De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid draagt de naam: Nederlandse Algemene Danssport Bond en wordt in de statuten en reglementen nader aangeduid als: NADB.
2. De NADB is in Utrecht gevestigd.
3. De NADB is aangegaan voor onbepaalde tijd.
Artikel 2 - Doel
1 . De NADB stelt zich ten doel het doen beoefenen van de danssport alsmede het organiseren van danswedstrijden in nationaal en internationaal verband in het kader van een door het International Olympic Committee erkende organisatie.
2. De NADB tracht haar doel onder meer te bereiken door:
a. het bevorderen van de dans als sport, als ontspanningsbezigheid en als cultuurontwikkelende bezigheid;
b. het bevorderen van de sportieve, beschaafde en technische ontwikkeling van de dans.
Artikel 3 - Organisatie
1. De NADB wordt geleid door een bondsbestuur dat verantwoording verschuldigd is aan de bondsraad.
2. De bondsraad bestaat uit de vertegenwoordigers van de leden.
3. Organen van de NADB zijn het bondsbestuur en de bondsraad, de tuchtcommissie en de commissie van beroep van de Stichting Instituut Sportrechtspraak, alsmede die personen en commissies die op grond van de statuten door de bondsraad zijn belast met een nader omschreven taak en aan wie daarbij beslissingsbevoegdheid is toegekend.
Artikel 4 - Leden
1. De NADB kent als lid:
a. natuurlijke personen die actief de danssport bedrijven (danssporters).
b. natuurlijke personen die niet tot a. behoren (persoonlijke leden).
c. rechtspersonen met volledige of beperkte rechtsbevoegdheid, die uitsluitend dan wel mede het in artikel 2 gestelde doel beogen (buitengewone leden).
2. Natuurlijke personen en rechtspersonen die tot het lidmaatschap van de vereniging willen worden toegelaten dienen te voldoen aan hetgeen in het Algemeen Reglement is bepaald.
3. Het bondsbestuur beslist over het toelaten van leden. Indien het bondsbestuur niet tot toelating besluit kan de bondsraad op verzoek van de betrokkene alsnog tot toelating besluiten.
4. De bondsraad is bevoegd leden in categorieën onder te verdelen en voor elke categorie afwijkende rechten en verplichtingen vast te stellen.
5. Het bondsbestuur houdt een ledenregister bij. In dit register worden alleen die gegevens bijgehouden die voor het realiseren van het doel van de NADB noodzakelijk zijn. Na voorafgaande toestemming van de bondsraad kan het bondsbestuur geregistreerde gegevens aan derden verstrekken, behalve van het lid dat tegen die verstrekking bij het bondsbestuur schriftelijk bezwaar heeft gemaakt.
6. Op voorstel van het bondsbestuur kan de bondsraad een persoon die zich voor de danssport in het algemeen en voor de NADB in het bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt het predicaat ‘lid van verdienste’ verlenen.
7. Op voorstel van het bondsbestuur kan de bondsraad een persoon die zich voor de danssport in het algemeen en voor de NADB in het bijzonder gedurende lange tijd zeer verdienstelijk heeft gemaakt het predicaat ‘erelid’ verlenen.
Artikel 5 - Algemene rechten en verplichtingen
1. Leden van de NADB zijn verplicht:
a. de statuten, reglementen en besluiten van de NADB na te leven;
b. de statuten, reglementen en besluiten voor de desbetreffende dansvorm van internationale dansfederaties waarbij de NADB is aangesloten na te leven;
c. de reglementen en besluiten van de Stichting Instituut Sportrechtspraak na te leven;
d. alle overige verplichtingen welke de NADB in naam of ten behoeve van de leden aangaat of welke uit het lidmaatschap van de NADB voortvloeien, te aanvaarden en na te komen.
2. De NADB kan ten behoeve van de leden rechten bedingen. Tenzij het betreffende lid zich daartegen verzet, kan de NADB voor het lid nakoming van bedongen rechten een schadevergoeding vorderen. De NADB kan bovendien ten laste van de leden verplichtingen aangaan. Tot deze verplichtingen behoren onder meer het aanvaarden en nakomen van verplichtingen welke de NADB is aangegaan met betrekking tot sponsoring en de rechten van t.v.-registraties en -
uitzendingen, alsmede met betrekking tot de (tucht)rechtspraak door het Instituut Sportrechtspraak.
3. Behalve in deze statuten kunnen aan de leden verplichtingen worden opgelegd bij reglement of bij besluit van een orgaan.
4. Een lid is verplicht zijn financiële verplichtingen op de door de NADB aangegeven datum (de vervaldatum) te voldoen. Indien het lid een maand na de vervaldatum niet geheel aan zijn financiële verplichtingen heeft voldaan, kan het bondsbestuur het lid vanaf die datum zonder recht van beroep uitsluiten van deelname aan de activiteiten van de NADB totdat het lid geheel aan diens financiële verplichtingen heeft voldaan. Gedurende die periode kan het lid in de NADB geen rechten uitoefenen en blijft het verplicht te voldoen aan alle verplichtingen welke uit het lidmaatschap voortvloeien. Andere leden en derden kunnen geen beroep doen op deze bepaling.
5. Indien een lid niet tijdig voldoet aan zijn financiële verplichtingen tegenover de NADB, is het lid vanaf de vervaldatum over het verschuldigde bedrag de wettelijke rente verschuldigd. Blijft het lid geheel of gedeeltelijk in gebreke, nadat het lid een nieuwe termijn voor betaling is gegund, dan is het lid behalve de wettelijke rente ook vijftien procent aan buitengerechtelijke kosten over het oorspronkelijke bedrag verschuldigd. Xxxxxxxx het lid in zijn verzuim, dan is hij naast de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten ook alle redelijkerwijs voor de inning van zijn schuld aan de NADB door een advocaat of deurwaarder gemaakte kosten verschuldigd, tenzij de rechter anders beslist.
6. Het gebruik of doen gebruiken van verboden stimulerende middelen (doping) is verboden. Leden zijn verplicht hun volledige medewerking te geven aan dopingcontroles en zich te houden aan het Dopingreglement.
7. Leden onthouden zich tegenover andere leden van elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering, alsmede van (verbaal) geweld, racistische uitlatingen e.d., in verbale, non verbale of fysieke zin, opzettelijk of onopzettelijk, die door het andere lid die het ondergaat, als ongewenst of gedwongen wordt ervaren. Het in strijd handelen met deze bepaling geldt als een overtreding, zoals geregeld in het desbetreffende Tuchtreglement.
Artikel 6.a. - Rechtspraak en geschillen
1. De in dit artikel bedoelde rechtspraak en geschillenbeslechting is op alle leden van de NADB van toepassing.
2. Op een overtreding van de statuten, reglementen en/of besluiten is de tuchtrechtspraak van de NADB van toepassing. Deze tuchtrechtspraak geschiedt door de tuchtcommissie en de commissie van beroep van de Stichting Instituut Sportrechtspraak, welke stichting hierna in de statuten en reglementen nader wordt aangeduid als Instituut Sportrechtspraak.
3. Geschillen tussen leden onderling welke samenhangen met of voortvloeien uit de doelstelling van de NADB kunnen naar keuze van partijen worden beslecht door arbitrage, bindend advies en/of mediation op de wijze zoals is bepaald in artikel 6.c.
4. Geschillen tussen leden onderling of tussen een lid en een sponsor, voor zover deze betrekking hebben op sponsoring, worden beslecht door arbitrage volgens het Arbitragereglement van het Instituut Sportrechtspraak.
5. Indien een beslissing, zoals bedoeld in de artikelen 6 en 7, tot gevolg heeft dat een besluit nietig is of wordt vernietigd, kan hieraan door het betrokken lid noch
door derden enig recht op schadeloosstelling worden ontleend, terwijl evenmin aanspraak kan worden gemaakt op een gewijzigde uitslag of op het opnieuw houden van een wedstrijd en/of evenement.
6. De door het Instituut Sportrechtspraak in de NADB krachtens een overeenkomst uit te oefenen (tucht)rechtspraak en mediation geschiedt in naam, ten behoeve, alsmede voor rekening en risico van de NADB. De NADB vrijwaart de stichting, haar bestuursleden, haar tuchtrechters, haar arbiters, haar bindend adviseurs, haar mediators, haar ambtelijke secretariaat, haar juridisch secretariaat, haar deskundigen en haar juridisch adviseur voor elke aansprakelijkheid ten aanzien van zowel de door of namens de stichting verzorgde rechtspleging en mediations als met betrekking tot de bij de oprichting van de stichting gekozen en toegepaste constructie van rechtspleging door de stichting en de NADB.
Artikel 6.b. - Rechtspraak van het Instituut Sportrechtspraak
1. Ten behoeve van de door het Instituut Sportrechtspraak in de NADB uit te oefenen rechtspraak sluit de NADB met het Instituut Sportrechtspraak een daartoe strekkende overeenkomst in de zin van artikel 46 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, krachtens welke overeenkomst het uitoefenen van de overeengekomen rechtspraak in de NADB wordt opgedragen aan het Instituut Sportrechtspraak.
De NADB kan in die overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak ook het beslechten van geschillen door mediation overeenkomen.
2. Het bondsbestuur behoeft voor het aangaan en het wijzigen van de overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak de voorafgaande goedkeuring van de bondsraad.
3. Met betrekking tot de aan het Instituut Sportrechtspraak opgedragen rechtspraak en mediation gelden de met het Instituut Sportrechtspraak overeengekomen reglementen als de van toepassing zijnde reglementen van de NADB, welke reglementen door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak worden vastgesteld en gewijzigd.
4. De van toepassing zijnde reglementen van het Instituut Sportrechtspraak treden in de NADB in werking op de door het bondsbestuur van de NADB met het Instituut Sportrechtspraak overeengekomen datum, van welke datum het bondsbestuur aan de leden via een publicatie mededeling doet. Wijzigingen in de desbetreffende reglementen treden in werking op de door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde datum. Het bondsbestuur doet van deze datum alsmede van de wijzigingen in een van toepassing zijnd reglement via een publicatie mededeling aan de leden. De NADB is niet bevoegd zelf een wijziging in een van toepassing zijnd reglement van het Instituut Sportrechtspraak aan te brengen.
5. Tenzij in een reglement van het Instituut Sportrechtspraak anders is bepaald, zijn de van toepassing zijnde reglementen van het Instituut Sportrechtspraak op de leden van de NADB van toepassing volgens de laatste, door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde versie, zoals gepubliceerd op de website van het Instituut Sportrechtspraak.
6. De NADB en haar leden aanvaarden te allen tijde en zonder enig voorbehoud volledig de toepasselijkheid van de overeengekomen reglementen van het Instituut Sportrechtspraak op de (tucht)rechtspraak van de NADB. De
verplichting om bedoelde reglementen te aanvaarden en na te komen geldt voor de leden tevens als een verplichting in de zin van artikel 27 van Boek 2 respectievelijk als een verbintenis van de leden in de zin van artikel 34a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
7. De leden aanvaarden voor de duur van hun lidmaatschap van de NADB de in dit artikel te hunnen laste door de NADB in de overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak aangegane verplichtingen, alsmede voor de duur na de beëindiging van hun lidmaatschap van de NADB indien zij alsdan betrokken zijn bij een bij het Instituut Sportrechtspraak in behandeling zijnde zaak, zulks totdat in die zaak onherroepelijk is beslist.
Artikel 6.c. - Beslechten van geschillen
1. Indien de NADB daartoe een overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak heeft gesloten, kunnen geschillen tussen leden onderling welke samenhangen met of voortvloeien uit de doelstelling van de NADB naar keuze van partijen worden beslecht door:
a. arbitrage volgens het Arbitragereglement van het Instituut Sportrechtspraak;
b. bindend advies volgens het Reglement Bindend advies van het Instituut Sportrechtspraak;
c. mediation volgens het Mediationreglement van het Instituut Sportrechtspraak. Mediation is een wijze van beslechten van geschillen waarbij partijen zelf onder leiding van een onafhankelijke, door het Instituut Sportrechtspraak aangestelde mediator tot een oplossing van hun geschil komen, welke oplossing wordt vastgelegd in een partijen bindende vaststellingsovereenkomst.
2. Het bepaalde in artikel 6.b. is op het beslechten van geschillen door het Instituut Sportrechtspraak van toepassing.
3. Er is sprake van een geschil indien een partij aan de andere betrokken partij(en) schriftelijk verklaart dat dit het geval is.
4. Het bepaalde in lid 1 vormt de grondslag voor de bevoegdheid van de arbiter(s), bindend adviseur(s) en de mediator(s) om een geschil tussen leden onderling te beslechten.
5. Een geschil tussen een lid en een niet-lid kan alleen ter beslechting worden voorgelegd aan het Instituut Sportrechtspraak, indien partijen zich hiertoe vooraf schriftelijk bereid hebben verklaard.
6. Een geschil tussen een lid en de NADB kan niet door arbitrage, bindend advies of mediation worden beslecht maar alleen door de burgerlijke rechter, tenzij het bondsbestuur zich bevoegd en verenigingsrechtelijk in staat acht een geschil door arbitrage, bindend advies of mediation te doen beslechten.
Artikel 7- Tuchtrechtspraak
1. Alle leden van de NADB zijn onderworpen aan de tuchtrechtspraak van de NADB, welke tuchtrechtspraak krachtens een overeenkomst door de NADB is opgedragen aan het Instituut Sportrechtspraak.
2. Met ‘Algemeen Tuchtreglement’, ‘Tuchtreglement seksuele intimidatie’, ‘Tuchtreglement dopingzaken’ en ‘Dopingreglement’ worden in deze statuten en in de reglementen van de NADB het Algemeen Tuchtreglement, het Tuchtreglement seksuele intimidatie, het Tuchtreglement dopingzaken en het Dopingreglement van het Instituut Sportrechtspraak bedoeld. Zolang het
Tuchtreglement dopingzaken nog niet in werking is getreden, geschiedt de behandeling van dopingzaken met inachtneming van het Algemeen Tuchtreglement en het Dopingreglement van het Instituut Sportrechtspraak.
3. Op de tuchtrechtspraak van de NADB is het desbetreffende Tuchtreglement van toepassing. Op de leden is tevens ingeval van seksuele intimidatie van toepassing het Tuchtreglement seksuele intimidatie, alsmede in dopinggevallen het Tuchtreglement dopingzaken en het Dopingreglement, de daarvan deel uitmakende dopinglijsten, de Bijlage Dispensaties en de Bijlage Whereabouts, alsmede de door de internationale sportfederatie op de NADB van toepassing verklaarde soortspecifieke dopingbepalingen. Wanneer het Dopingreglement wordt overtreden, geschiedt de tuchtrechtspraak met inachtneming van het Tuchtreglement dopingzaken en het Dopingreglement.
4. Indien in een door de NADB aanhangig te maken zaak regelgeving van een in de NADB beoefende sport van toepassing is van een internationale federatie, waarvan de NADB lid is of waarbij de NADB is aangesloten, doet de NADB hiervan uitdrukkelijk mededeling bij het aanhangig maken van een zaak en legt de NADB de juiste versie van de desbetreffende regelgeving van de internationale federatie over en geeft de NADB tevens aan welke bepaling(en) naar zijn oordeel voor die sport van toepassing is/zijn.
5. De tuchtrechtspraak in de NADB geschiedt met uitsluiting van andere organen door de tuchtcommissie en commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak. Met ‘tuchtcommissie’ en de ‘commissie van beroep’ worden in de statuten en reglementen van de NADB de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak bedoeld. Wanneer gesproken wordt over de tuchtcommissie en de commissie van beroep worden hieronder tevens begrepen hun algemeen voorzitters, kamers, kamervoorzitters en het ambtelijk en het juridisch secretariaat van het Instituut Sportrechtspraak.
6. Met inachtneming van het bepaalde in het Tuchtreglement dopingzaken en het Dopingreglement is het bondsbestuur bevoegd naar aanleiding van een overtreding van het Dopingreglement een ordemaatregel te nemen, welke ordemaatregel een beleidsmaatregel en geen tuchtrechtelijke straf is. Het bondsbestuur is op grond van het Tuchtreglement seksuele intimidatie eveneens bevoegd een ordemaatregel te nemen.
7. Voor de duur van de in lid 1 bedoelde overeenkomst zijn de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak een orgaan van de NADB. De tuchtcommissie en de commissie van beroep spreken recht in naam van de NADB en hun uitspraken gelden als uitspraken van de NADB.
8. De leden van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep worden benoemd door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak. De tuchtcommissie en de commissie van beroep kennen elk één of meer dopingkamers die met de behandeling van een overtreding van het Dopingreglement zijn belast. De tuchtcommissie en de commissie van beroep kennen elk tevens een kamer die belast is met de behandeling van overtredingen seksuele intimidatie betreffende. De commissies worden bijgestaan door het ambtelijk secretariaat en het juridisch secretariaat van het Instituut Sportrechtspraak.
9. Er is in het kader van de tuchtrechtspraak sprake van een overtreding indien er sprake is van een overtreding in de zin van het Algemeen Tuchtreglement, het Tuchtreglement seksuele relatie, het Tuchtreglement dopingzaken en/of van het Dopingreglement en bijbehorende bijlagen.
10. Het Algemeen Tuchtreglement, het Tuchtreglement seksuele intimidatie, het Tuchtreglement dopingzaken en het Dopingreglement regelen de wijze van benoemen van de leden van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep, hun samenstelling, bevoegdheden en werkwijze, alsmede de overtreding, de op de leggen straffen, de procesgang en de rechten en verplichtingen van het in overtreding zijnde lid.
11. Een uitspraak van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep is bindend, zowel voor het betrokken lid, de andere leden van de NADB als voor de NADB zelf. De in lid 6 genoemde ordemaatregel van het bondsbestuur is bindend voor de duur van die maatregel.
12. Alle leden, organen en commissies van de NADB zijn gehouden mede te werken aan de totstandkoming van een uitspraak van de tuchtcommissie en/of van de commissie van beroep en zijn tevens gehouden mee te werken aan de ten uitvoerlegging van de door deze commissies opgelegde straffen.
13. Indien de reglementering van de internationale sportfederatie daarin voorziet, kunnen leden van de NADB die door de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak tuchtrechtelijk zijn bestraft daarvan in beroep gaan bij de Court of Arbitration for Sports (CAS) te Lausanne (Zwitserland). Op deze laatste beroepsprocedure zijn van toepassing de reglementen en besluiten van de CAS. De reglementen van de NADB en van het Instituut Sportrechtspraak zijn alsdan op die beroepsprocedure niet van toepassing.
Artikel 8 - Einde lidmaatschap
1. Het lidmaatschap van de NADB eindigt:
a. van danssporters en persoonlijke leden: door hun dood, opzegging of ontzetting (royement);
b. van buitengewone leden: door opzegging of ontzetting (royement).
2. Het lid kan zijn lidmaatschap opzeggen tegen het einde van het boekjaar. Een lid kan voorts het lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat:
a. hem een besluit is medegedeeld tot omzetting van de NADB in een andere rechtsvorm, dan wel tot fusie of splitsing van de NADB;
b. hem een besluit is bekend geworden of meegedeeld waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, in welk geval het besluit door de opzegging niet op hem van toepassing is.
Het lidmaatschap kan niet met onmiddellijke ingang worden opgezegd wanneer het een wijziging van rechten en verplichtingen betreft die nauwkeurig zijn omschreven of wanneer een verplichting van geldelijke aard wordt gewijzigd.
In andere gevallen kan een lid het lidmaatschap voorts met onmiddellijke ingang door opzegging beëindigen, indien redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
3. Opzegging door de NADB geschiedt door het bondsbestuur. De NADB kan het lidmaatschap opzeggen tegen het einde van het boekjaar. Opzegging door de NADB kan geschieden wanneer:
a. het lid zijn verplichtingen tegenover de NADB niet of niet tijdig nakomt, waaronder - doch niet uitsluitend - die van artikel 5;
b. het lid de belangen van de NADB of van de in de NADB beoefende dansvormen schaadt;
c. het lid niet voldoet aan de vereisten die de statuten voor het lidmaatschap stellen.
Voorts kan de NADB het lidmaatschap met onmiddellijke ingang door opzegging doen eindigen indien redelijkerwijs van de NADB niet kan worden verlangd het lidmaatschap te laten voortduren.
4. Het lidmaatschap van een bondsraadlid zoals bedoeld in artikel 16 kan niet door het bestuur van de NADB worden opgezegd.
5. Een opzegging tegen het einde van het boekjaar geschiedt met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken. Is niet tijdig opgezegd, dan geldt de opzegging tegen het einde van het daaropvolgende boekjaar. Is ten onrechte met onmiddellijke ingang opgezegd, dan eindigt het lidmaatschap op het vroegst toegelaten tijdstip volgend op de datum waartegen was opgezegd. Zolang het lidmaatschap niet is beëindigd, behoudt het lid zijn rechten en moet hij zijn verplichtingen nakomen.
6. Ontzetting uit het lidmaatschap (royement) kan alleen op verzoek van het bondsbestuur worden uitgesproken door de tuchtcommissie en de commissie van beroep, wanneer een lid in ernstige mate in strijd handelt met de statuten, reglementen en besluiten van de NADB, dan wel de NADB op onredelijke wijze benadeelt. De behandeling van het royement geschiedt met Inachtneming van het Algemeen Tuchtreglement van het Instituut Sportrechtspraak of van het Tuchtreglement seksuele intimidatie of van het Tuchtreglement dopingzaken van het Instituut Sportrechtspraak.
7. Behalve in geval van overlijden en royement, blijft een lid dat heeft opgezegd nog lid tot ten hoogste het einde van het boekjaar volgend op dat waarin werd opgezegd, zolang het lid niet heeft voldaan aan zijn geldelijke verplichtingen tegenover de NADB of zolang een aangelegenheid waarbij het lid is betrokken niet is afgewikkeld, de tenuitvoerlegging van een opgelegde straf hieronder begrepen. Het bondsbestuur stelt alsdan de datum vast waarop het lidmaatschap eindigt.
Artikel 9 - Het bondsbestuur
1. Het bondsbestuur bestaat uit ten minste vijf personen. De bondsraad bepaalt, met inachtneming van de eerste volzin van dit lid, het aantal bestuursleden.
2. Het bondsbestuur kent een voorzitter, secretaris en een penningmeester, die tezamen het dagelijks bestuur vormen. Voorts bestaat het bondsbestuur uit overige leden, die de functies in het bestuur onderling verdelen.
3. De leden van het bondsbestuur worden door de bondsraad uit de persoonlijke leden zoals bedoeld in artikel 4 lid 1b benoemd.
4. De voorzitter, secretaris en penningmeester worden in functie benoemd en kandidaat gesteld.
5. Het lidmaatschap van het bondsbestuur is niet verenigbaar met het lidmaatschap van de bondsraad, de kascommissie, de tuchtcommissie of de commissie van beroep.
6. Het bondsbestuur, twee bondsraadleden en/of twintig leden kunnen tot uiterlijk twee weken voor de datum van de vergadering van de bondsraad schriftelijk kandidaten stellen voor de functies voor voorzitter, secretaris en/of penningmeester of bestuurslid.
7. De leden van het bondsbestuur worden benoemd voor een periode van drie jaren. De bondsraad kan in afwijking hiervan en op voordracht van het bondsbestuur
besluiten een bestuurslid te benoemen voor een periode van één jaar, indien dat bestuurslid wordt belast met een specifieke taak met een projectmatig karakter (projectbestuurslid). Voor projectbestuursleden is lid 3 van dit artikel niet van toepassing.
8. Aftredende leden van het bondsbestuur kunnen nadien aansluitend tweemaal worden herbenoemd. Na ommekomst van de derde periode kan het desbetreffende bestuurslid eerst weer tot lid van het bondsbestuur worden benoemd nadat hij gedurende drie jaren geen lid van het bondsbestuur is geweest.
9. Leden van het bondsbestuur treden in functie de dag na hun benoeming en treden af aan het eind van de dag van de vergadering van de bondsraad, waarin de duur van hun benoeming eindigt of waarin zij aftreden. In een tussentijdse vacature wordt zo mogelijk tijdens de eerstvolgende vergadering van de bondsraad voorzien. Het bestuur stelt een rooster van aftreden op.
10. Na de benoeming van de leden van het bondsbestuur worden de functies verdeeld en de taken van ieder bondsbestuurslid vastgesteld, waarvan mededeling wordt gedaan aan de leden. Ieder bondsbestuurslid is tegenover de NADB gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer leden van het bondsbestuur behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk ter zake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem te wijten is en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
11. Een lid van het bondsbestuur kan, ook al is hij voor bepaalde tijd benoemd, te allen tijde door de bondsraad, met twee derden van de uitgebrachte stemmen worden ontslagen of geschorst. Een schorsing kan worden opgelegd voor ten hoogste drie maanden. Behalve wanneer de schorsing eindigt door een besluit tot ontslag of bedanken, eindigt de schorsing door tijdsverloop of eerder door een besluit tot opheffing van de schorsing. De bondsraad neemt haar besluit niet eerder dan nadat het desbetreffende bondsbestuurslid door de bondsraad is gehoord, althans daartoe in de gelegenheid is gesteld.
12. Het lidmaatschap van het bondsbestuur eindigt door overlijden, ontslag, bedanken, door het verstrijken van de duur van de (her)benoeming en wanneer het lidmaatschap van de NADB eindigt. Voorts eindigt het lidmaatschap van het bestuur indien het bestuurslid wordt benoemd in een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van het bondsbestuur.
Artikel 10 - Taken en bevoegdheden bondsbestuur
1. Tenzij de statuten anders bepalen, is het bondsbestuur belast met het besturen van de NADB.
2. Het bondsbestuur kan met behoud van zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taken door commissies of personen doen uitvoeren. Bovendien is het bondsbestuur bevoegd - al dan niet tegen betaling - werkzaamheden aan derden op te dragen.
3. Indien het aantal leden van het bondsbestuur beneden het aantal van vijf is gedaald, blijft het bondsbestuur bevoegd.
4. Het bondsbestuur ziet toe op het naleven van de statuten, reglementen en door organen van de NADB genomen besluiten.
5. Het bondsbestuur is na voorafgaande goedkeuring van de bondsraad bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot het verkrijgen, het
vervreemden of het bezwaren van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de NADB zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
6. Het bondsbestuur is bevoegd met de Stichting Instituut Sportrechtspraak een voor de leden bindende overeenkomst aan te gaan krachtens welke overeenkomst het uitoefenen van rechtspraak in de NADB en het beslechten van geschillen door mediation wordt opgedragen aan de Stichting Instituut Sportrechtspraak.
Artikel 11 - Bestuursvergaderingen
1. Het bondsbestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of twee andere leden van het bondsbestuur dit gewenst achten.
2. De voorzitter bepaalt de wijze van vergaderen. Het bondsbestuur kan ook anders dan in een bijeenkomst vergaderingen houden, mits alle betrokken leden van het bondsbestuur hieraan deelnemen of in geval van afwezigheid verklaard hebben met die wijze van vergaderen in te stemmen.
3. Het bondsbestuur kan slechts rechtsgeldige besluiten nemen indien ten minste de helft van het aantal leden van het bondsbestuur ter vergadering aanwezig is.
4. Indien de stemmen in een vergadering van het bondsbestuur staken, wordt het voorstel in een volgende bestuursvergadering opnieuw in stemming gebracht. Staken de stemmen dan wederom, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
Artikel 12 - Vertegenwoordiging
1. Het bondsbestuur vertegenwoordigt de NADB.
2. De NADB wordt voorts vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende leden van het bondsbestuur.
3. Het bondsbestuur of twee gezamenlijk handelende leden van het bondsbestuur kunnen een ander bondsbestuurslid of een derde schriftelijk machtigen om de NADB te vertegenwoordigen in de gevallen en onder de voorwaarden die uit de verstrekte volmacht blijken.
4. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bondsbestuur en van de gezamenlijk handelende leden van het bondsbestuur kan niet worden beperkt of aan voorwaarden worden gebonden. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van personen aan wie een volmacht is verleend, kan in die volmacht naar aard en omvang worden beperkt en/of aan voorwaarden worden gebonden.
5. Personen aan wie hetzij op grond van deze statuten, hetzij een volmacht vertegenwoordigingsbevoegdheid is verleend, oefenen die bevoegdheid niet uit dan nadat hiertoe een bestuursbesluit is genomen waarbij tot het aangaan van de desbetreffende rechtshandeling is besloten.
Artikel 13 - Commissies
1. Het bondsbestuur en de bondsraad zijn bevoegd permanente en tijdelijke commissies in te stellen en de leden van die commissies te benoemen, te schorsen en te ontslaan.
2. Tenzij de samenstelling, taken en bevoegdheden van een commissie in de statuten of in een reglement is geregeld, worden deze bij besluit vastgesteld door het orgaan dat de commissie heeft ingesteld.
3. Een commissie is verantwoording verschuldigd aan het orgaan dat haar heeft ingesteld.
4. De NADB kent in elk geval als permanente commissies: de kascommissie, de reglementscommissie en de atletencommissie.
5. Tenzij anders is bepaald of besloten, bestaat een commissie uit minimaal drie leden.
6. De leden van een permanente commissie worden telkens benoemd voor de duur van drie jaren en kunnen aansluitend tweemaal voor eenzelfde periode als lid van die commissie worden herbenoemd.
Na ommekomst van de derde periode kan het commissielid eerst weer tot lid van dezelfde commissie worden benoemd nadat hij gedurende drie jaren geen lid van die commissie is geweest.
7. De leden van een tijdelijke commissie worden benoemd voor de duur van de aan de commissie verstrekte opdracht.
8. Tenzij anders is bepaald of besloten, bestaat elke commissie uit een voorzitter en uit twee of meer leden en wordt de voorzitter in functie benoemd. De leden van een commissie verdelen in onderling overleg de overige functies.
9. De kascommissie bestaat uit drie leden, die door de bondsraad worden benoemd. De kascommissie is belast met het onderzoek zoals vermeld in artikel 15. Het lidmaatschap van de kascommissie is niet verenigbaar met het lidmaatschap van het bondsbestuur.
10. De bondsraad benoemt de leden van de reglementscommissie. Het lidmaatschap van de reglementscommissie is niet verenigbaar met het lidmaatschap van het bondsbestuur. De reglementscommissie heeft tot taak:
a. te beslissen inzake de uitleg van een bepaling in de statuten of andere reglementen en regelingen van de NADB;
b. desgevraagd advies uit te brengen inzake statuten of andere reglementen en regelingen;
x. xxxxxxx in en belangrijke ontwikkelingen verband houdende met de reglementen te onderkennen en te signaleren aan de betrokken organen van de NADB;
d. daar waar nodig een toelichting op de reglementen op te stellen en bij te houden.
Aan de reglementscommissie komt niet de bevoegdheid toe een uitleg te geven over de reglementen van het Instituut Sportrechtspraak.
11. De kiescommissie is een tijdelijke commissie, bestaande uit drie leden die tweejaarlijks door de bondsraad worden benoemd. De kiescommissie is belast met het organiseren van een verkiezing zoals bedoeld in artikel 16.
Artikel 14 - Boekhouding en financiën
1. Het boekjaar, tevens verenigingsjaar, van de NADB is gelijk aan het kalenderjaar.
2. De geldmiddelen van de NADB bestaan uit: contributies, bijdragen, boetes, subsidies, legaten en andere inkomsten. Erfenissen en legaten kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
3. De leden zijn gehouden tot het betalen van de contributie en van andere bijdragen die de bondsraad vaststelt. Ereleden en Leden van verdienste betalen geen contributie.
Artikel 15 - Rekening en verantwoording
1. Het bondsbestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de NADB en van alles betreffende de werkzaamheden van de NADB, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze administratie te voeren en daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de NADB kunnen worden gekend.
2. Het bondsbestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de NADB op te maken en op papier te stellen.
3. Het bondsbestuur brengt op een binnen zes maanden na het einde van het boekjaar te houden bondsraad een jaarverslag uit over de gang van zaken in de NADB en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de bondsraad over. Deze stukken worden ondertekend door de leden van het bondsbestuur. Heeft een lid van het bondsbestuur de stukken niet ondertekend dan wordt hiervan onder opgave van de redenen melding gemaakt.
4. De bondsraad kan de in lid 3 genoemde termijn verlengen met ten hoogste vijf maanden. Na afloop van de oorspronkelijke of de verlengde termijn kan ieder lid van de gezamenlijke leden van het bondsbestuur in rechte vorderen dat zij hun verplichtingen nakomen.
5. Het bondsbestuur is verplicht de op de jaarrekening betrekking hebbende stukken en gegevensdragers door de kascommissie te doen onderzoeken. De kascommissie brengt van haar bevindingen jaarlijks verslag uit aan de bondsraad. Het bondsbestuur is verplicht de kascommissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de NADB voor raadpleging beschikbaar te stellen.
6. Goedkeuring door de bondsraad van de balans en van de staat van baten en lasten met toelichting gebeurt nadat is kennis genomen van de verklaring van de kascommissie. Vaststelling van de jaarrekening strekt niet automatisch tot decharge van het bestuur. De bondsraad kan bij afzonderlijk besluit decharge verlenen aan het voltallig bestuur.
7. De balans en de staat van baten en lasten met toelichting moeten op papier worden gesteld en bewaard. Indien de boekhouding computermatig wordt gevoerd, kunnen - met uitzondering van de op papier gestelde balans en de staat van baten en lasten - de op een gegevensdrager aangebrachte gegevens op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard. Het overbrengen van de gegevens moet alsdan met juiste en volledige weergave van de gegevens geschieden, terwijl deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar moeten zijn en binnen redelijke tijd leesbaar moeten kunnen worden gemaakt.
8. Het bondsbestuur is verplicht de in dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
Artikel 16 - Bondsraad
1. De bondsraad vertegenwoordigt alle leden van de NADB. Zij bestaat uit vierentwintig bondsraadleden. Indien het aantal bondsraadleden zakt onder de vierentwintig blijft de bondsraad bevoegd.
2. De bondsraadleden worden gekozen door de danssporters en persoonlijke leden van de NADB voor de duur van een periode van vier jaar. De benoeming gaat in op de dag van de eerstvolgende jaarlijkse bondsraadvergadering, te houden uiterlijk zes weken na de verkiezing en eindigt op de dag vóór de vierde daaropvolgende jaarlijkse bondsraadvergadering. Bondsraadleden zijn één keer aansluitend herkiesbaar.
3. Het verkiezen van bondsraadleden vindt tweejaarlijks plaats. Bondsraadleden stellen zich kandidaat door middel van een schriftelijke bereidverklaring. Kandidaten moeten als lid geregistreerd zijn. Alleen meerderjarige danssporters en persoonlijke leden van de NADB die na hun verkiezing geen functie bekleden in het bondsbestuur kunnen tot bondsraadlid worden gekozen.
4. In het Algemeen Reglement is bepaald welke verkiezingsmethoden kunnen worden gehanteerd, waarbij elektronische verkiezing de voorkeur heeft. De kiescommissie publiceert de verkiezingsuitslag op de website van de NADB. Niet-gekozen kandidaten worden op de reservelijst geplaatst, in volgorde van het aantal verkregen stemmen. Behalen twee of meer kandidaten een gelijk aantal stemmen dan wordt de onderlinge volgorde bepaald door loting.
5. In een tussentijdse vacature bij de gekozen bondsraadleden wordt voorzien door benoeming van de hoogst geplaatste persoon op de reservelijst. Bij weigering van deze persoon om de opengevallen plaats in te nemen komt de daaropvolgende persoon op de reservelijst in aanmerking en zo voort. Tussentijds benoemde bondsraadleden blijven in functie voor het restant van de termijn waarvoor het vervangen bondsraadlid was verkozen. Blijft bij een verkiezing een bondsraadzetel onvervuld of ontstaat een vacature waarin niet kan worden voorzien vanuit de reservelijst, dan wordt in de vacante plaats voorzien vanuit de reservelijst die volgt uit de eerstvolgende te houden verkiezing.
6. De functie van bondsraadlid vervalt door terugtreding van een bondsraadlid, door beëindiging van het lidmaatschap van de NADB, door benoeming in het bondsbestuur of door ontslag door de tuchtcommissie.
7. Bij ernstige schending van de belangen van de NADB door een bondsraadlid kan de bondsraad met twee derde meerderheid van stemmen aangifte doen bij de tuchtcommissie. Bij gegrond verklaren van de aangifte ontslaat de tuchtcommissie het bondsraadlid uit zijn functie.
8. Ieder bondsraadlid heeft in de bondsraad één stem. De voorzitter van het bondsbestuur zit de vergaderingen van de bondsraad voor, maar is zelf geen bondsraadlid en heeft geen stemrecht in de bondsraad.
9. Bondsraadleden hebben het recht van initiatief, amendement en interpellatie.
10. De bondsraad kan slechts geldige besluiten nemen, indien ten minste de helft van het aantal verkozen bondsraadleden ter vergadering aanwezig is. Stemmen bij volmacht is niet toegestaan.
11. Wanneer op een bondsraadvergadering niet het vereiste aantal bondsraadleden aanwezig is, kan niet eerder dan na tien werkdagen, doch niet later dan vier weken na deze vergadering een nieuwe vergadering worden gehouden, waarop met betrekking tot de oorspronkelijke agendapunten besluitvorming kan plaatsvinden ongeacht het alsdan aanwezige aantal stemgerechtigde bondsraadleden. Tot bijeenroeping zijn gerechtigd de organen of personen, genoemd in artikel 17. De oproepingstermijn bedraagt ten minste tien werkdagen.
12. Adviserende leden van de bondsraad zijn de leden van het bondsbestuur, de leden van de kascommissie en de leden van de reglementscommissie. Adviserende leden hebben het recht het woord te voeren in de bondsraadvergadering.
Artikel 17 - Het bijeenroepen van de bondsraad
1. Jaarlijks wordt uiterlijk dertig juni een bondsraadvergadering gehouden. Naast deze jaarlijkse bondsraadvergadering kunnen één of meerdere buitengewone bondsraadvergaderingen worden gehouden.
2. Het bijeenroepen gebeurt door een schriftelijke oproep van het bondsbestuur aan de bondsraadleden en de adviserende leden van de bondsraad. Tevens wordt hiervan een mededeling gedaan op de website van de NADB. Onder een schriftelijke oproep wordt mede verstaan een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat het bondsraadlid voor dit doel aan de NADB bekend heeft gemaakt, mits het bondsraadlid met deze wijze van oproeping heeft ingestemd.
3. De termijn van bijeenroeping bedraagt ten minste drie weken. Het bondsbestuur kan in bijzondere gevallen de termijn van bijeenroepen bekorten.
4. Een buitengewone bondsraadvergadering wordt gehouden indien het bondsbestuur dit nodig acht. Voorts wordt een buitengewone bondsraadvergadering gehouden indien ten minste zoveel bondsraadleden als bevoegd zijn tot het uitbrengen van twee tiende gedeelte van de in de bondsraadvergadering uit te brengen stemmen het bondsbestuur daarom verzoekt. Het verzoek bevat een opgave van het te behandelen onderwerp, voorzien van een toelichting.
Indien het bondsbestuur niet binnen veertien dagen aan het verzoek gevolg heeft gegeven door binnen vier weken een bondsraadvergadering te doen houden, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het bondsbestuur de bondsraadvergadering bijeenroept. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan leden van het bondsbestuur belasten met de leiding van de bondsraadvergadering en het opstellen van de notulen.
5. Behalve in het in het vorige lid bedoelde geval, bepaalt het bondsbestuur waar en wanneer een bondsraadvergadering wordt gehouden.
Artikel 18 - Toegang tot de bondsraadvergadering
1. Toegang tot de bondsraadvergadering hebben de bondsraadleden, de leden van het bondsbestuur en de leden van de kascommissie en de reglementscommissie alsmede diegenen die door het bondsbestuur of door de bondsraad zijn toegelaten. Voor zover de plaatsruimte dit toelaat hebben ook overige leden toegang tot de bondsraadvergadering. Een geschorst lid heeft geen toegang tot de bondsvergadering.
2. De bondsraad gaat in een besloten vergadering over indien de voorzitter, het bondsbestuur of ten minste vier bondsraadleden hierom verzoeken. Tot een besloten vergadering hebben naast de bondsraadleden toegang de leden van het bondsbestuur en degenen die door de bondsraad worden toegelaten.
3. De bondsraad beslist in een besloten vergadering of de redenen die tot het aanvragen van een besloten vergadering zijn aangevoerd, een besloten vergadering rechtvaardigen. Is dit niet het geval, dan wordt de vergadering weer niet-besloten voortgezet.
4. Over wat in een besloten vergadering is behandeld, kan geheimhouding worden opgelegd aan hen die daarbij aanwezig of vertegenwoordigd waren.
Artikel 19 – Agenda van de bondsraadvergadering
1. Tegelijk met het bijeenroepen van de bondsraadvergadering wordt de agenda door publicatie op de website van de NADB en door toezending ter kennis van de bondsraadleden gebracht. Indien het bondsraadlid op grond van het bepaalde in artikel 17 lid 2 hiermee heeft ingestemd, kan de agenda met bijlagen hem langs elektronische weg worden toegezonden.
2. De agenda van de jaarlijkse bondsraadvergadering bevat in ieder geval:
a. het vaststellen van de notulen van de vorige bondsraadvergadering;
b. het jaarverslag van het bondsbestuur;
c. het financieel verslag van het bondsbestuur;
d. de verklaring van de kascommissie;
e. het vaststellen van de balans en van de staat van baten en lasten over het afgelopen boekjaar;
f. het verlenen van decharge aan de leden van het bondsbestuur;
g. het voorzien in vacatures;
h. de rondvraag.
3. Voorts bevat de agenda van de jaarlijkse bondsraadvergadering de navolgende agendapunten, tenzij vóór dertig december nog een bondsraadvergadering wordt gehouden, in welk geval onderstaande agendapunten in die tweede bondsraadvergadering worden behandeld:
a. het vaststellen van de notulen van de vorige bondsraadvergadering;
b. het vaststellen van de bondscontributie en van andere bijdragen;
c. het vaststellen van de begroting en van het meerjarenplan;
4. Uiterlijk twee weken voor de dag van de bondsraadvergadering kunnen ten minste vier bondsraadleden een voorstel of amendement schriftelijk bij het bondsbestuur indienen, welke voorzien is van een toelichting.
5. De bondsraad kan geen besluiten nemen over voorstellen die niet in de agenda zijn vermeld, tenzij de bondsraad anders beslist.
Artikel 20 - Besluiten
1. Het in dit artikel bepaalde is van toepassing op alle besluiten die in de NADB worden genomen. Lid 8 is alleen van toepassing op de besluitvorming in de vergadering van de bondsraad.
2. De voorzitter van een orgaan of van een commissie leidt de vergadering. De bondsraadvergadering wordt geleid door de voorzitter van het bondsbestuur. De voorzitter stelt daarin de orde van de vergadering vast, behoudens het recht van de vergadering daarin wijziging te brengen.
3. Tenzij in de statuten of in een reglement anders is bepaald, worden besluiten in vergaderingen genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Onder meerderheid wordt verstaan meer dan de helft van de door stemgerechtigden uitgebrachte stemmen, zo nodig door afronding naar boven. Indien stemmen staken is geen meerderheid behaald.
4. Ongeldige stemmen zijn stemmen uitgebracht door een geschorste stemgerechtigde en wanneer schriftelijk is gestemd voorts blanco stemmen en stemmen die een andere aanduiding bevatten dan voor de desbetreffende stemming noodzakelijk is.
5. Tenzij in de statuten of in het Algemeen Reglement anders is bepaald, brengt iedere stemgerechtigde in de desbetreffende vergadering één stem uit. Een lid kan een ander stemgerechtigd lid machtigen namens hem aan een stemming deel te nemen. Een gemachtigd lid kan ten hoogste namens zichzelf en één ander lid aan een stemming deelnemen.
6. De stemming over personen in vergaderingen gebeurt schriftelijk met gesloten stembriefjes. De stemming over zaken gebeurt hoofdelijk door handopsteken of bij acclamatie. In beide gevallen kan de vergadering tot een andere dan de voorgeschreven wijze van stemmen besluiten. In elk geval wordt schriftelijk gestemd indien een stemgerechtigde een schriftelijke stemming verlangt.
7. Indien bij een stemming over personen in vergaderingen geen van de kandidaten bij de eerste stemming een gewone meerderheid behaalt, wordt een tweede stemming gehouden tussen de kandidaten die het hoogste respectievelijk het hoogste en het op één na hoogste aantal stemmen hebben behaald. Staken bij de tweede stemming de stemmen, dan wordt een derde stemming gehouden. Benoemd is die kandidaat die bij de tweede of de derde stemming de gewone meerderheid haalt of door loting na een derde stemming is aangewezen.
8. Bij een schriftelijke stemming in de bondsraadvergadering benoemt de voorzitter een stembureau van drie leden, die geen lid van het bondsbestuur mogen zijn. Het stembureau onderzoekt de geldigheid van de uitgebrachte stemmen, berekent de uitslag en doet hiervan mededeling.
9. Het door de voorzitter uitgesproken oordeel over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan wordt het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd en vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering dit verlangt of wanneer de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk gebeurde - een stemgerechtigd lid dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
10. Over alle voorstellen en voorstellen tot wijziging wordt in volgorde van indienen gestemd, tenzij naar het oordeel van de voorzitter een later ingediend voorstel een verder reikende strekking heeft dan een eerder ingediend voorstel en daardoor eerder dient te worden behandeld.
11. Wanneer een voorstel tot wijziging is ingediend, komt dit eerst in stemming. Een voorstel tot wijziging van een geagendeerd onderwerp mag niet de strekking hebben het doel van het voorstel te wijzigen of aan te tasten, zulks ter uitsluitende beoordeling van de voorzitter.
Artikel 21 - Reglementen en uitvoeringsbesluiten
1. De organisatie van de NADB alsmede de taken en bevoegdheden van haar organen en commissies kunnen nader worden uitgewerkt in reglementen.
2. Het Algemeen Reglement wordt met een gewone meerderheid vastgesteld en gewijzigd door de bondsraad. Andere reglementen worden door het bondsbestuur of door een daartoe bevoegde vastgesteld en gewijzigd.
3. Nieuwe reglementen en wijzigingen in reglementen, alsmede uitvoeringsbesluiten treden in werking op de veertiende dag na de dag waarop de bondsraad tot vaststelling of wijziging van het reglement heeft besloten. In de statuten, in een reglement of bij besluit van de bondsraad kan een andere datum
van inwerkingtreden worden bepaald. Van een nieuw reglement, van een wijziging van een reglement en van een uitvoeringsbesluit wordt in de officiële mededelingen of op andere wijze mededeling aan de leden gedaan met vermelding van de datum van inwerkingtreding.
4. Indien de NADB op grond van een met de Stichting Instituut Sportrechtspraak gesloten overeenkomst rechtspraak en/of mediation in de NADB aan het Instituut Sportrechtspraak heeft opgedragen, worden de reglementen van de Stichting Instituut Sportrechtspraak vastgesteld en gewijzigd door het bestuur van de Stichting Instituut Sportrechtspraak. Het bondsbestuur doet hiervan mededeling aan de leden. De bondsraad is vanaf de datum van die overeenkomst niet bevoegd in een reglement van de Stichting Instituut Sportrechtspraak een wijziging aan te brengen.
5. Het in lid 2 en 3 bepaalde geldt niet voor de door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vast te stellen en te wijzigen Algemeen Tuchtreglement, Tuchtreglement Seksuele intimidatie, Tuchtreglement dopingzaken, Dopingreglement, Bijlage Dispensaties en Bijlage Whereabouts, Arbitragereglement, Reglement Bindend advies, Mediationreglement en andere door de Stichting Instituut Sportrechtspraak vastgestelde reglementen.
6. In gevallen waarin de statuten en een reglement niet voorzien, beslist het bondsbestuur.
7. Het bondsbestuur is bevoegd om in spoedeisende gevallen met een algemeen karakter, die een nadere regeling vereisen een uitvoeringsbesluit vast te stellen. Het uitvoeringsbesluit heeft de kracht van een reglement, is voor alle leden bindend vanaf de datum van bekendmaking en dient door de eerst volgende bondsraad te worden bekrachtigd, dan wel alsdan als bepaling in de statuten of in een reglement te worden opgenomen. Een uitvoeringsbesluit mag niet in strijd zijn met de statuten en reglementen.
8. Tevens kan het bondsbestuur in de vorm van een uitvoeringsbesluit voor een bepaalde tijdsduur heffingen, bedragen of percentages vaststellen.
9. Ieder lid wordt geacht de statuten, reglementen en uitvoeringsbesluiten te kennen, waaronder begrepen de wedstrijdbepalingen en de op grond van het Dopingreglement van toepassing verklaarde dopinglijsten, alsmede alle mededelingen die als officiële mededelingen zijn gepubliceerd.
10. Alle officiële mededelingen van organen van de NADB worden bekend gemaakt in de officiële mededelingen van de NADB. De officiële mededelingen kunnen ook op de website van de NADB bekend worden gemaakt, alsmede aan leden, die hiermede hebben ingestemd, langs elektronische weg worden toegezonden.
Artikel 22 - Wijziging van statuten
1. In de statuten van de NADB kan geen wijziging worden gebracht dan door een besluit van de bondsraad, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering bedraagt ten minste drie weken.
2. Zij die de oproep voor de bondsraadvergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben verzonden, moeten ten minste drie weken vóór de bondsraadvergadering een voorstel tot statutenwijziging, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen en welke is voorzien van een toelichting, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de bondsraadvergadering wordt gehouden.
3. Een besluit tot wijziging van de statuten kan slechts door de bondsraad met tenminste twee derden van de uitgebrachte stemmen worden genomen.
4. Een statutenwijziging treedt niet eerder in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder lid van het bondsbestuur bevoegd.
5. De leden van het bondsbestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en van de gewijzigde statuten neer te leggen op het kantoor van het Handelsregister waarin de NADB is ingeschreven.
Artikel 23 - Ontbinding en vereffening
1. Een besluit tot ontbinding van de NADB kan alleen worden genomen in een daartoe speciaal bijeengeroepen bondsraadvergadering. Het bepaalde in het vorige artikel is van overeenkomstige toepassing.
2. Indien de bondsraad tot ontbinding van de NADB heeft besloten, treden de leden van het bondsbestuur als vereffenaar op, tenzij de bondsraad de vereffening aan een derde opdraagt.
3. Na de ontbinding blijft de NADB voortbestaan voor zover dit voor de vereffening van het vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de NADB uitgaan, wordt aan de naam toegevoegd "in liquidatie".
4. De bondsraad benoemt een bewaarder die de boeken en bescheiden van de NADB zal bewaren gedurende zeven jaar na afloop der vereffening. De bondsraad kan de bewaarder een bewaarloon toekennen. Is geen bewaarder aangewezen en is de laatste vereffenaar niet bereid te bewaren, dan kan de bevoegde kantonrechter op verzoek van een belanghebbende uit de leden een bewaarder aanwijzen.
5. Bij besluit tot ontbinding beslist de bondsraad welke bestemming aan het batig saldo wordt gegeven, nadat alle verplichtingen zijn vereffend en rekening is gehouden met de sociale belangen van de werknemers van de NADB. Deze bestemming dient zoveel mogelijk aan te sluiten bij de doelstellingen van de NADB.
Slotbepalingen
1. Bij besluit van de bondsvergadering van de NADB van elf april tweeduizend vijftien zijn de volgende twaalf personen benoemd tot bondsraadlid voor de duur van een periode van twee jaar die begint op de dag van de eerstvolgende jaarlijkse bondsraadvergadering en die eindigt op de dag vóór de tweede daaropvolgende jaarlijkse bondsraadvergadering: xxxxxxx X. Xxxxxxx, de heer G.L.M. Dokman, de xxxx X. xxx Xxxxxx, xxxxxxx X. Xxxxx, de xxxx X. Xxxxxxxxx, xxxxxxx X. xx Xxxx, de xxxx X. Xxxxxxx, de xxxx X. Xxxxxx, de xxxx X. Xxxxx, de xxxx X. Xxxxx, de xxxx X. Xxxx en de xxxx X. xx Xxx.
2. Bij besluit van de bondsvergadering van de NADB van elf april tweeduizend vijftien zijn de volgende drie personen belast met het organiseren van de eerste verkiezingen, te houden in mei tweeduizend vijftien: xxxxxxx X. Xxxxxx, xxxxxxx X. Xxxxxxxx en de xxxx X. Xxxxxxxxxx.
-0-