ALGEMENE VOORWAARDEN
polismantel 2305 “SELECT PLUS” WOONHUISVERZEKERING
ALGEMENE VOORWAARDEN
Artikel 1 - Definities
In deze voorwaarden, die deel uitmaken van de polis, wordt verstaan onder
Verzekeringnemer
degene, met wie de verzekering is aangegaan en die als zodanig in de omschrijving op het polisblad is vermeld;
Verzekerde
iedere persoon die op grond van de bij deze polis gesloten verzekering een recht op uitkering kan doen gelden;
Maatschappij
N.V. Noordhollandsche van 1816, Algemene Verzekeringsmaatschappij;
Woonhuis
a. het op het polisblad omschreven gebouw of een gedeelte daarvan, overwegend in gebruik zijnde voor particuliere bewoning, inclusief kelders, souterrains en ondergrondse leidingen.
Andere constructies onder de grond, zoals o.a. funderingen, worden
- tenzij uitdrukkelijk meeverzekerd - niet tot het woonhuis gerekend, evenmin erven, gronden, antennes en zonweringen;
b. aan- en bijgebouwen, onverschillig van welke bouwaard, waarin geen bedrijf wordt uitgeoefend;
c. terreinafscheidingen, mits niet bestaande uit planten, bomen of riet- matten;
Herbouwwaarde
de kosten van herbouw onmiddellijk na de schade op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming;
Verkoopwaarde
de prijs die door de meest biedende gegadigde zou zijn betaald bij aan- bieding ten verkoop op de voor deze onroerende zaak meest geschikte wijze, na de beste voorbereiding, onder aftrek van de waarde van de grond.
Artikel 2 - Risico-omschrijving
1. De risico-omschrijving in de polis wordt aangemerkt als opgemaakt op basis van de door verzekeringnemer verstrekte gegevens.
2. De maatschappij verklaart zich bekend met de ligging, bouwaard, dakbedekking, inrichting en het gebruik van het op het polisblad omschreven woonhuis, zoals die waren bij het afsluiten van de ver- zekering of zoals die ten aanzien van het nieuwe woonhuis waren bij voortzetting van de verzekering na verhuizing.
3. De maatschappij verklaart zich bekend met de belendingen, ongeacht hoe deze zijn of in de toekomst zullen worden.
Artikel 3 - Omvang van de dekking
Met inachtneming van hetgeen elders in deze voorwaarden is bepaald, waaronder de beperkingen en uitsluitingen, is verzekerd de directe materiële schade aan of het verlies van het op het polisblad omschreven woonhuis door de hierna vermelde gebeurtenissen.
1. Brand
als gedefinieerd in de “Nadere Omschrijvingen”, alsmede brandblussing.
2. Blikseminslag
3. Inductie
na bliksem.
Verzekerd is schade als gevolg van bliksem, die een overspanning veroorzaakt in het elektriciteitsnet en/of in elektrische en elektro- nische apparatuur.
4. Ontploffing
als gedefinieerd in de “Nadere Omschrijvingen”.
5. Storm
als gedefinieerd in de “Nadere Omschrijvingen”.
Onder deze dekking valt ook schade door neerslag als gevolg van stormschade aan het woonhuis.
6. Luchtvaartuigen
als gedefinieerd in de “Nadere Omschrijvingen”.
7. Schroeien, zengen, smelten, verkolen en broeien
als gevolg van hitte-uitstraling van een brandend, gloeiend of heet voorwerp of de aanraking daarmee.
8. Inbraak (of poging daartoe) en diefstal
9. Vandalisme
door iemand die wederrechtelijk het op het polisblad omschreven woonhuis, daaronder niet te verstaan terreinafscheidingen, is binnen- gedrongen.
10.Water of stoom
onvoorzien gestroomd uit - binnen en buiten het op het polisblad omschreven woonhuis gelegen - leidingen en daarop aangesloten toe- stellen en installaties van waterleiding en centrale verwarming, als gevolg van springen door vorst, breuk, verstopping of een ander plotseling optredend defect, of het door een van deze gebeurtenissen overlopen van water uit de genoemde installaties en toestellen.
Onder leidingen worden in het kader van deze dekking uitdrukkelijk niet bedoeld tuinslangen die, al dan niet permanent aangesloten tus- sen een waterkraan en een (centraal) verwarmingssysteem, dienen als vulmethode van dat verwarmingssysteem.
Als hierdoor schade aan het woonhuis is ontstaan, zijn tevens gedekt de kosten van opsporing van breuk of defect en van het daarmee verband houdende breek- en herstelwerk van muren, vloeren en andere onderdelen van het woonhuis.
In geval van springen door vorst worden de kosten verbonden aan het herstel van leidingen en toestellen van waterleiding en centrale verwarming alsmede van sanitair, vergoed ook al is geen schade aan het woonhuis ontstaan.
11.Water, onvoorzien gestroomd uit een aquarium
door xxxxx of defect daarvan.
12.Water, onvoorzien gestroomd uit een waterbed 13.Neerslag, als volgt
a. directe neerslag
- schade als gevolg van op de locatie opgetreden neerslag (regen, sneeuw, hagel of smeltwater), onvoorzien het gebouw binnen- gedrongen of onvoorzien gestroomd uit binnenshuis aanwezige afvoerpijpen van daken en dakgoten.
b. indirecte neerslag
- schade als gevolg van water, onvoorzien het gebouw binnen- gedrongen, indien dit water uitsluitend als gevolg van hevige plaatselijke regenval buiten zijn normale loop is getreden. Onder hevige plaatselijke regenval wordt verstaan neerslag van ten- minste 40 mm in 24 uur, 53 mm in 48 uur of 67 mm in 72 uur, op en/of nabij de locatie waar de schade is ontstaan.
14.Olie
onvoorzien gestroomd uit centrale verwarmingsinstallaties of op een schoorsteen aangesloten haarden of kachels, dan wel daarbij beho- rende leidingen en tanks.
15.Aanrijding of aanvaring 16.Rook en roet
plotseling uitgestoten door op een schoorsteen aangesloten verwar-
mingsinstallaties.
17.Andere van buiten komende onheilen
als gedefinieerd in de “Nadere Omschrijvingen”.
Artikel 4 - Speciale dekkingen
De hierna genoemde dekkingen sub 1 tot en met 3 gelden per onderdeel boven de verzekerde som.
1. Bereddingskosten
Verzekerd zijn bereddingskosten tijdens of na een gedekte gebeur- tenis gemaakt om schade te voorkomen of te verminderen.
2. Expertisekosten
Verzekerd zijn het salaris en de kosten van de experts die zijn belast met de schadevaststelling. De maatschappij betaalt aan de door ver- zekerde benoemde expert ten hoogste het bedrag dat zij de door haar benoemde expert vergoedt.
3. Salvagekosten
Verzekerd zijn de salvagekosten als gedefinieerd in de “Nadere Omschrijvingen”.
De hierna vermelde dekkingen sub 4 tot en met 10 gelden per onderdeel boven de verzekerde som tot een maximum van 10% daarvan.
4. Huurderving
Na een gedekte gebeurtenis bestaat gedurende maximaal 52 weken recht op vergoeding van huurderving. Bij de berekening van de huur- derving wordt uitgegaan van de huurwaarde, ook als verzekering- nemer het woonhuis zelf bewoont.
Als het woonhuis niet herbouwd of hersteld wordt, vindt vergoeding plaats over een periode van ten hoogste 12 weken.
5. Aansprakelijkheid
Verzekerd is de aansprakelijkheid van verzekeringnemer in zijn hoe- danigheid van verhuurder van het woonhuis, voor beschadiging van zaken van huurders door het onvoorzien uitstromen of overlopen van water, alsmede door het onvoorzien uitstromen van olie uit cen- trale verwarmingsinstallaties, een en ander als in artikel 3 sub 10, 13 en 14 omschreven.
6. Opruimingskosten
Verzekerd zijn de opruimingskosten als gedefinieerd in de “Nadere Omschrijvingen”.
7. Saneringskosten
Verzekerd zijn de saneringskosten als gedefinieerd in de “Nadere Omschrijvingen”.
8. Extra kosten veiligheidsmaatregelen
Verzekerd zijn de extra kosten voor veiligheidsmaatregelen die ver- zekeringnemer na en in verband met een gedekte gebeurtenis op overheidsvoorschrift heeft moeten treffen.
9. Herstellingskosten van de tuin
Indien als gevolg van een in artikel 3 genoemde gebeurtenis schade aan het gebouw ontstaat en daardoor de tuin van verzekeringnemer herstel behoeft, zijn de kosten daarvan verzekerd. (Zie ook artikel 6 sub 2.)
10.Breuk van ruiten
Meeverzekerd is schade door breuk van ruiten door een onzekere gebeurtenis, een en ander onverminderd het bepaalde in artikel 7.
In geval van schade zal de maatschappij het gebroken glas zo spoe- dig mogelijk door ander glas van dezelfde soort en hoedanigheid doen vervangen dan wel - ter keuze van de maatschappij - de kost- prijs van het glas, vermeerderd met de inzetkosten, in geld vergoeden. Als schade gelden tevens de kosten van noodvoorzieningen.
Bij schade door storm uitsluitend aan ruiten is geen eigen risico van toepassing.
Artikel 4a - Terrorismedekking bij de Nederlandse Herverze- keringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT)
1. Begripsomschrijvingen
In dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt - voor zover niet anders blijkt - verstaan onder:
a. Terrorisme
Gewelddadige handelingen en/of gedragingen - begaan buiten het kader van één van de zes in artikel 64 lid 2 van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 genoemde vormen van molest - in de vorm van een aanslag of een reeks van in tijd en oogmerk met elkaar samenhangende aanslagen als gevolg waarvan letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevolge hebbend, en/of schade aan zaken ontstaat dan wel anderszins economische belangen worden aangetast, waarbij aannemelijk is dat deze aanslag of reeks - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.
b. Kwaadwillige besmetting
Het - buiten het kader van één van de zes in artikel 64 lid 2 van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 genoemde vormen van molest - (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen die als gevolg van hun (in)directe fysische, biologische, radioactieve of chemische inwerking letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevolge hebbend, bij mensen of dieren kunnen veroorzaken en/of schade aan zaken kunnen toebrengen dan wel anderszins economische belangen kunnen aantasten, waarbij aannemelijk is dat het (doen) verspreiden - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideo- logische doelen te verwezenlijken.
c. Preventieve maatregelen
Van overheidswege en/of door verzekerden en/of derden getroffen maatregelen om het onmiddellijk dreigend gevaar van terrorisme en/of kwaadwillige besmetting af te wenden of - indien dit gevaar zich heeft verwezenlijkt - de gevolgen daarvan te beperken.
d. Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden
N.V. (NHT)
Een door het Verbond van Verzekeraars in Nederland opgerichte herverzekeringsmaatschappij, waarbij uitkeringsverplichtingen uit hoofde van verzekeringsovereenkomsten, die voor in Nederland toegelaten verzekeraars direct of indirect kunnen voortvloeien uit de verwezenlijking van de in sub 1 lid a, b en c omschreven risico’s, in herverzekering kunnen worden ondergebracht.
e. Verzekeringsovereenkomsten
- Overeenkomsten van schadeverzekering voor zover zij over- eenkomstig het bepaalde in artikel 1 lid 1 sub o van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 betrekking hebben op in Nederland gelegen risico’s.
- Overeenkomsten van levensverzekering voor zover gesloten met een verzekeringnemer met gewone verblijfplaats in Nederland, of, indien verzekeringnemer een rechtspersoon is, met de in Nederland gevestigde vestiging van de rechtspersoon waarop de verzekering betrekking heeft.
- Overeenkomsten van natura-uitvaartverzekering voor zover gesloten met een verzekeringnemer met een gewone verblijf- plaats in Nederland, of, indien verzekeringnemer een rechts- persoon is, met de in Nederland gevestigde vestiging van de rechtspersoon waarop de verzekering betrekking heeft.
f. In Nederland toegelaten verzekeraars
- Schade-, levens- en zorgverzekeraars zoals bedoeld in artikel 12 van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, en
- natura-uitvaartverzekeraars zoals bedoeld in artikel 7 van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, die bevoegd zijn om in Nederland het verzekeringsbedrijf uit te oefenen.
2. Begrenzing van de dekking voor het terrorismerisico
a. Indien en voor zover, met inachtneming van de in sub 1 lid a, b en c van dit artikel gegeven omschrijvingen, en binnen de grenzen van de geldende polisvoorwaarden, dekking bestaat voor gevolgen van een gebeurtenis die (direct of indirect) verband houdt met:
- terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatregelen,
- handelingen of gedragingen ter voorbereiding van terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatregelen, hierna gezamenlijk aan te duiden als ‘het terrorismerisico’, geldt dat de uitkeringsplicht van de verzekeraar terzake van iedere bij haar ingediende aanspraak op schadevergoeding en/of uitkering, is beperkt tot het bedrag van de uitkering die de verzekeraar terzake van die aanspraak ontvangt onder de herverzekering voor het terrorismerisico bij de NHT, in het geval van een verzekering met vermogensopbouw vermeerderd met het bedrag van de uit hoofde van de betrokken verzekering reeds gerealiseerde vermogensopbouw. Bij levensverzekeringen wordt het bedrag van de gerealiseerde vermogensopbouw gesteld op de krachtens de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 aan te houden premiereserve ten aanzien van de betrokken verzekering.
b. De NHT biedt herverzekeringsdekking voor de hiervoor genoemde aanspraken tot maximaal € 1 miljard per kalenderjaar. Vorengenoemd bedrag kan van jaar tot jaar worden aangepast en geldt voor alle bij de NHT aangesloten verzekeraars tezamen. Van een eventuele aanpassing zal mededeling worden gedaan in drie landelijk verschijnende dagbladen.
c. In afwijking van het in de voorgaande subs van dit artikel bepaalde, geldt voor verzekeringen die betrekking hebben op:
- schade aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan;
- gevolgschade van schade aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan, dat per verzekeringnemer per verzekerde locatie per jaar maximaal € 75 miljoen onder deze overeenkomst zal worden uitgekeerd, voor alle deelnemende verzekeraars zoals bedoeld in sub 1 lid f tezamen, ongeacht het aantal afgegeven polissen.
Voor de toepassing van sub 2 lid c wordt onder verzekerde locatie verstaan alle op het risicoadres aanwezige door verzekeringnemer verzekerde objecten, alsmede alle buiten het risicoadres gelegen door verzekeringnemer verzekerde objecten waarvan het gebruik en/of de bestemming in relatie staat tot de bedrijfsactiviteiten op het risicoadres. Als zodanig zullen in ieder geval worden aangemerkt alle door verzekeringnemer verzekerde objecten die op minder dan 50 meter afstand van elkaar gelegen zijn en waarvan er tenminste één op het risicoadres is gelegen.
Voor de toepassing van sub 2 lid c geldt voor rechtspersonen en vennootschappen die zijn verbonden in een groep, zoals bedoeld in artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek, dat alle groepsmaat- schappijen tezamen worden aangemerkt als een verzekeringnemer, ongeacht door welke tot de groep behorende groepsmaatschappij(en) de polis(sen) is (zijn) afgesloten.
3. Uitkeringsprotocol NHT
a. Op de herverzekering van de verzekeraar bij de NHT is van toepassing het Protocol afwikkeling claims (hierna te noemen het Protocol). Op grond van de in dit protocol vastgestelde bepalingen is de NHT onder meer gerechtigd de uitkering van de schade- vergoeding of het verzekerde bedrag uit te stellen tot het moment waarop zij kan bepalen of en in hoeverre zij over voldoende financiële middelen beschikt om alle vorderingen waarvoor zij als herverzekeraar dekking biedt, voor het geheel te voldoen. Voor zover de NHT niet over voldoende financiële middelen blijkt te beschikken, is zij gerechtigd overeenkomstig bedoelde bepalingen een gedeeltelijke uitkering aan de verzekeraar te doen.
b. De NHT is, met in achtneming van het gestelde in bepaling 7 van het Protocol afwikkeling claims, bevoegd om te beslissen of een gebeurtenis in verband waarmee aanspraak op uitkering wordt gedaan, als een gevolg van de verwezenlijking van het terrorisme- risico moet worden aangemerkt. Een daartoe strekkend en
overeenkomstig voornoemde bepaling genomen besluit van de NHT, is bindend jegens verzekeraar, verzekeringnemer, verzekerden en tot uitkering gerechtigden.
c. Eerst nadat de NHT aan de verzekeraar heeft medegedeeld welk bedrag, al dan niet bij wijze van voorschot, xxxxxxx van een vordering tot uitkering aan haar zal worden uitgekeerd, kan de verzekerde of de tot uitkering gerechtigde op de in sub 3 lid a bedoelde uitkering terzake tegenover de verzekeraar aanspraak maken.
d. De herverzekeringsdekking bij de NHT is ingevolge bepaling 17 van het Protocol slechts van kracht voor aanspraken op schade- vergoeding en/of uitkering die worden gemeld binnen twee jaar nadat de NHT van een bepaalde gebeurtenis of omstandigheid heeft vastgesteld dat deze als een verwezenlijking van het terrorisme- risico in de zin van dit artikel wordt beschouwd.
Artikel 5 - Aan- en verbouw
1. Tijdens aan- en verbouw van het woonhuis geeft de verzekering uit- sluitend dekking voor gebeurtenissen als omschreven in artikel 3 sub 1, 2, 4, 5 en 6 (brand, blikseminslag, ontploffing, storm en lucht- vaartuigen).
2. De in artikel 4 omschreven Speciale Dekkingen zijn tijdens aan-/ver- bouw slechts van toepassing voor zover de schade het gevolg is van een van de onder 1 van dit artikel genoemde gebeurtenissen.
3. Gedurende de aan-/verbouwperiode zijn de op het terrein of in keten of loodsen op het terrein aanwezige bouwmaterialen voor de onder 1 van dit artikel genoemde gebeurtenissen meeverzekerd, voor zover zij voor rekening van verzekeringnemer komen.
De op het terrein aanwezige keten en loodsen zijn van de verzekering uitgesloten.
4. Schade aan ruiten door storm is gedurende de aan-/verbouwperiode van de verzekering uitgesloten.
Artikel 6 - Beperkingen; eigen risico’s
1. Onder schade door schroeien etc., als genoemd in artikel 3 sub 7, valt niet schade aan elektrische of elektronische apparatuur en aan motoren als gevolg van doorbranden, doorbreken of oververhitten van die motoren.
2. De dekking als omschreven onder artikel 4 sub 9, herstellingskosten van de tuin, geldt niet voor storm, diefstal, vandalisme, neerslag en andere van buiten komende onheilen als genoemd in artikel 3 sub 5, 8, 9, 13 en 17.
3. Na een risicowijziging die volgens artikel 9 aan de maatschappij moet worden gemeld, biedt de verzekering uitsluitend dekking voor schade als gevolg van brand, blikseminslag, ontploffing, storm en luchtvaartuigen als omschreven in artikel 3 sub 1, 2, 4, 5 en 6.
Deze beperking geldt niet als de risicowijziging betrekking heeft op de bestemming, bouwaard of dakbedekking van het woonhuis.
De dekking na een risicowijziging geldt op voorwaarde dat binnen 2 maanden na het intreden van de risicowijziging aan de verplichting tot melding is voldaan. Als geen melding is gedaan vervalt na genoemde termijn elk recht op schadevergoeding, tenzij de verzeke- ring ook na de melding zou zijn voortgezet. Als de maatschappij de verzekering tegen een hogere premie zou hebben voortgezet, wordt een eventuele schade vergoed in verhouding van de oorspronkelijke premie tot die hogere premie.
4. Voor schade ten gevolge van storm geldt een eigen risico van 2‰ van de verzekerde som per gebeurtenis met een minimum van € 225,– en een maximum van € 450,–.
5. Voor schade die gedekt is op grond van artikel 3 sub 17 - andere van buiten komende onheilen - geldt, tenzij een hoger bedrag is overeen- gekomen, een eigen risico van € 65,– per gebeurtenis.
De in dit artikel sub 4 en 5 genoemde eigen risico’s zijn niet van toe- passing voor schade aan ruiten.
Artikel 7 - Uitsluitingen
Uitgesloten is schade
a. door molest, atoomkernreacties, aardbeving en vulkanische uitbarsting en overstroming, als gedefinieerd in de “Nadere Omschrijvingen”;
b. door eigen gebrek en bederf of voortspruitende uit de aard en de natuur van de verzekerde zaken, met uitzondering van schade door brand en ontploffing;
c. - door grondwater (tenzij dit door afvoerleidingen en daarop aan- gesloten toestellen en installaties is binnengedrongen);
- door neerslag binnengedrongen door openstaande deuren, ramen en luiken. In geval van schade door neerslag zijn niet gedekt de reparatiekosten van daken, dakgoten en regenafvoerpijpen;
- door water, vrijgekomen na dijkdoorbraak of via scheuren, gaten en andere beschadigingen van waterkeringen;
- door vocht- en waterdoorlating van muren, vloeren of in kelders;
d. door olie, voor zover ontstaan door of tijdens het vullen of ver- voeren van tanks;
e. door van elders komende verontreinigende stoffen, tenzij dit het gevolg is van een naburige brand of ontploffing;
f. door achterstallig onderhoud, slijtage en constructiefouten, voor zover het een gebeurtenis betreft als omschreven in artikel 3 sub 5, 10, 13 en 17 (storm, water of stoom, neerslag en andere van buiten komende onheilen);
g. aan voor rekening van een huurder aangebrachte verbeteringen;
h. omtrent welker ontstaan, aard of omvang verzekerde opzettelijk een onware opgave doet.
i. door breuk
- van bewerkte of gebogen ruiten;
- van ruiten in windschermen, balkon- of terreinafscheidingen;
- van ruiten ontstaan tijdens aan- of verbouw en/of zolang het gebouw leegstaat.
Onverminderd de elders in deze voorwaarden vermelde uitsluitingen en beperkingen is van de dekking volgens artikel 3 sub 17 (andere van buiten komende onheilen) uitgesloten schade
j. door wind xxxxxx xxx xxxxx;
k. ontstaan door verzakking, instorting, trillingen en wateronttrekking;
l. veroorzaakt door reiniging, onderhoud en reparatiewerkzaamheden aan het woonhuis;
m. veroorzaakt door dieren die door verzekeringnemer of zijn huis- genoten worden gehouden of toegelaten;
n. veroorzaakt door ongedierte, schimmels, virussen en andere micro- organismen;
o. als gevolg van graffiti, verf, bijtende stof en andere kleurstoffen en schade die uitsluitend bestaat uit vlekken, krassen, schrammen of deuken.
De uitsluitingen sub j, k en m, gelden niet voor schade aan ruiten.
Artikel 8 - Verzekerde som; index
1. De verzekerde som, met uitzondering van de jaarlijkse aanpassing krachtens het hierna sub 2 vermelde, wordt geacht te zijn opgegeven door verzekeringnemer en, tenzij blijkens aantekening op het polisblad anders is overeengekomen, te zijn gebaseerd op de herbouwwaarde.
2. Jaarlijks worden per de premievervaldag de verzekerde som - op een veelvoud van € 50,– naar boven afgerond - en in evenredigheid daar- mee de premie, verhoogd of verlaagd overeenkomstig het door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde prijsindexcijfer voor bouwkosten.
3. Bij schade zullen de in deze polisvoorwaarden bedoelde experts behalve de daar vermelde taxaties, ook een raming geven van het indexcijfer op het moment van de schade. Is laatstbedoeld indexcijfer hoger of lager dan het indexcijfer ten tijde van de laatste premie- vervaldag, dan geldt voor de regeling van de schade als verzekerde som het bedrag overeenkomende met het indexcijfer op het moment van de schade, echter met als maximum 125% van de op de laatste premievervaldag vastgestelde verzekerde som.
Artikel 9 - Wijziging van het risico
a. Verzekeringnemer is verplicht de maatschappij zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis te stellen van
- wijziging van bouwaard of dakbedekking van het woonhuis;
- wijziging van bestemming, waaronder mede wordt verstaan het aan derden, al dan niet op grond van een huurovereenkomst, in gebruik geven van het woonhuis of, wanneer het woonhuis bij het aangaan van de verzekering in gebruik gegeven was, het aan anderen dan de toenmalige gebruiker(s) in gebruik geven;
- leegstand van het woonhuis;
- het buiten gebruik zijn van het woonhuis gedurende een aaneen- gesloten periode, die (naar verwachting) langer dan 2 maanden zal duren;
- het geheel of gedeeltelijk kraken van het woonhuis.
Bedoelde melding dient in ieder geval binnen 2 maanden te worden gedaan, tenzij verzekeringnemer van het optreden van een hier genoemde wijziging niet op de hoogte was en aantoont dat hij dat redelijkerwijs ook niet kon zijn.
b. Na ontvangst van een melding van een risicowijziging als bedoeld onder a van dit artikel zal de maatschappij aan verzekeringnemer berichten of de verzekering ongewijzigd of met inachtneming van de in artikel 6 sub 3 genoemde beperkingen kan worden voortgezet, dan wel of de premie en/of de voorwaarden zullen worden herzien. Wordt over die herziening geen overeenstemming met verzekering- nemer bereikt, dan kan de maatschappij de verzekering beëindigen.
Artikel 10 - Verplichtingen bij schade; verlies van rechten
Zodra een verzekerde kennis draagt van een gebeurtenis die voor de maatschappij tot een verplichting tot uitkering kan leiden, is hij ver- plicht
a. zo spoedig mogelijk die gebeurtenis aan de maatschappij te melden;
b. in geval van inbraak, diefstal en/of vandalisme, hiervan binnen 2 x 24 uur aangifte te doen bij de politie;
c. bij aansprakelijkheid als bedoeld in artikel 4 sub 5, alle stukken die hij in verband daarmee ontvangt, onmiddellijk aan de maatschappij door te zenden; zich te onthouden van enige schulderkenning of toe- zegging van vergoeding; de maatschappij te machtigen alle door haar gewenst geachte acties in zijn naam te voeren;
d. zo spoedig mogelijk alle gegevens aan de maatschappij te verstrek- ken en stukken aan haar door te zenden;
e. de maatschappij zijn volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van de maatschappij zou kunnen schaden;
x. xx xxxxxx zoveel mogelijk te beperken en de aanwijzingen van de maatschappij of de door haar gemachtigden stipt op te volgen;
g. in geval van (vermoeden van) een strafbaar feit zo spoedig mogelijk de politie in te lichten;
h. alle andere verzekeringen op de omschreven zaken of onderdelen daarvan of op enig ander door deze verzekering gedekt belang, aan de maatschappij op te geven.
De verzekering geeft geen dekking
- als verzekerde een van deze verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de maatschappij zijn geschaad;
- als niet binnen 1 jaar, nadat schadevergoeding door de maatschappij mocht zijn geweigerd, een rechtsvordering is ingesteld;
- als de aanmelding van een schade niet plaatsvindt binnen 5 jaar na de gebeurtenis, die voor de maatschappij tot een verplichting tot uitkering had kunnen leiden.
Artikel 11 - Schadevaststelling
1. De schade wordt, mede aan de hand van de door verzekerde ver- strekte gegevens en inlichtingen, vastgesteld
- in onderling goedvinden tussen de maatschappij en verzekering- nemer, eventueel door een door de maatschappij benoemde expert of,
- als verzekerde vóór de aanvang van de schadevaststelling daartoe de wens te kennen geeft, door twee experts. In dat geval zal de maatschappij een expert benoemen, waarbij verzekeringnemer tevens zelf een expert kan aanwijzen. De twee experts benoemen voor het geval van verschil samen een derde expert, die binnen de grenzen van de door hen berekende schadebedragen, de bindende vaststelling zal doen.
2. Door medewerking van de maatschappij aan de benoeming van experts of door andere maatregelen in verband met de schade door haar genomen, wordt zij niet geacht aansprakelijkheid voor de schade te erkennen.
Artikel 12 - Schadevergoeding
a. De omvang van de schade aan het woonhuis wordt vastgesteld op
- het verschil tussen de herbouwwaarde en het overgebleven deel direct na de schade
en/of
- het verschil tussen de verkoopwaarde en het overgebleven deel direct na de schade.
De vergoeding van de schade zal, als van verkoopwaarde wordt uitgegaan, niet meer bedragen dan als van herbouwwaarde wordt uitgegaan.
Bij de vaststelling van zowel de verkoopwaarde van het woonhuis direct vóór de schade als van het overgebleven deel daarvan direct ná de schade, zal de waarde van de grond buiten beschouwing blijven.
Bij partiële schade worden de herstelkosten vergoed, mits tot herstel wordt overgegaan. Als niet tot herstel wordt overgegaan, zal de schadevergoeding verhoudingsgewijs op basis van de verkoopwaarde plaatsvinden, tenzij de begrote herstelkosten lager zijn dan de op basis van de verkoopwaarde vastgestelde schadevergoeding. In dit geval worden de herstelkosten vergoed.
b. Wanneer bij schade blijkt dat, onverminderd het bepaalde in artikel 8 sub 2 en 3, het woonhuis te laag is verzekerd, dan wordt de schade vergoed naar verhouding van het verzekerde bedrag tot de volle waarde.
c. Verzekeringnemer dient de maatschappij binnen 12 maanden na de schadedatum schriftelijk mede te delen of hij al dan niet zal her- bouwen of herstellen.
Bij herstel of herbouw op dezelfde plaats en met dezelfde bestem- ming vindt de schadeafwikkeling plaats naar herbouwwaarde.
d. Wanneer na schade van overheidswege geen herbouw of herstel op dezelfde plaats wordt toegestaan, staat het verzekeringnemer vrij een woonhuis op een andere plaats in Nederland te bouwen. De schade- afwikkeling vindt dan plaats naar herbouwwaarde. Een eventuele schadeloosstelling van overheidswege wordt in mindering gebracht op de schadevergoeding.
Zijn in een dergelijk geval de funderingen meeverzekerd, dan ver- goedt de maatschappij deze eveneens, ook als zij onbeschadigd zijn gebleven.
e. Het laagste van het naar herbouwwaarde en verkoopwaarde bere- kende schadebedrag zal worden uitgekeerd als
- verzekeringnemer niet tot herstel of herbouw op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming overgaat;
- verzekeringnemer zijn beslissing over het al dan niet herbouwen of herstellen niet binnen de onder c van dit artikel gestelde termijn aan de maatschappij kenbaar heeft gemaakt;
- verzekeringnemer reeds voor de schade het voornemen had het woonhuis af te breken;
- het woonhuis reeds voor de schade bestemd was voor afbraak of onteigening;
- het woonhuis reeds voor de schade door de gemeente onbewoon- baar of onbruikbaar was verklaard;
- (een als zelfstandig aan te merken deel van) het woonhuis leegstond of al langer dan 2 maanden buiten gebruik was of het woonhuis ten verkoop stond aangeboden;
- het woonhuis geheel of gedeeltelijk gekraakt was, tenzij verzeke- ringnemer een herbouwplicht heeft.
In deze gevallen zal geen rekening worden gehouden met een even- tueel op deze verzekering van toepassing zijnde vaste taxatieclausule.
f. Indien verzekeringnemer recht heeft op schadevergoeding berekend naar herbouwwaarde wordt - ook bij partiële schade - eerst 40% van de naar herbouw berekende schadevergoeding uitgekeerd of 100% van de naar verkoopwaarde berekende schadevergoeding als dit bedrag lager is. De uitkering van het meerdere zal plaatsvinden na overlegging van nota’s betrekking hebbende op de herbouw of op de herstelwerkzaamheden.
De totale op de schade aan het woonhuis betrekking hebbende uit- kering zal nooit meer bedragen dan de werkelijk gemaakte kosten. In het geval verzekeringnemer recht heeft op schadevergoeding berekend naar verkoopwaarde, wordt de aldus berekende schade- vergoeding in één termijn uitgekeerd.
Artikel 13 - Premie
De premie, kosten en assurantiebelasting dienen binnen 30 dagen nadat zij verschuldigd zijn geworden, bij vooruitbetaling te worden voldaan aan de maatschappij of de tussenpersoon, die met de inning is belast. Bij gebreke van betaling binnen voornoemde termijn, alsmede bij wei- gering tot betaling, wordt met terugwerkende kracht tot de vervaldag geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die daarna plaats- vinden onverminderd de verplichting van verzekeringnemer tot betaling van premie, kosten en assurantiebelasting. De dekking wordt weer van kracht en wel uitsluitend voor de toekomst, 24 uur nadat het achter- stallige bedrag inclusief eventuele incasso en proceskosten is voldaan.
Bij het beëindigen van de verzekering - anders dan wegens kwade trouw van verzekerde - heeft verzekeringnemer recht op terugbetaling van de premie over de termijn, gedurende welke de verzekering niet meer van kracht is, onder aftrek van royementskosten.
Artikel 14 - Herziening van premie en/of voorwaarden
De maatschappij heeft het recht de premie en/of voorwaarden van bepaalde groepen verzekeringen en bloc te wijzigen. Behoort deze ver- zekering tot die groep, dan is de maatschappij gerechtigd op een door haar te bepalen datum de premie of voorwaarden van deze verzekering overeenkomstig die wijziging aan te passen.
De verzekeringnemer wordt van de wijziging in kennis gesteld en geacht hiermee te hebben ingestemd, tenzij hij uiterlijk binnen 30 dagen na de hiervoor bedoelde datum de maatschappij schriftelijk te kennen geeft de aanpassing te weigeren. In dat geval eindigt de verzekering op de premievervaldag of op de dag van de weigering te 0.00 uur.
De mogelijkheid van opzegging van de verzekering door verzekering- nemer geldt niet indien
- de wijziging van de premie of voorwaarden voortvloeit uit wettelijke regelingen of bepalingen;
- de wijziging een verlaging van de premie of een uitbreiding van de dekking inhoudt;
- de wijziging van de premie verband houdt met indexering;
- een andere regio-indeling van toepassing is, doordat een object in een andere regio wordt verzekerd.
Artikel 15 - Overgang van het belang
a. Bij overlijden van de verzekeringnemer dient daarvan zo spoedig mogelijk mededeling te worden gedaan aan de maatschappij. De ver- zekering blijft van kracht, tenzij de maatschappij binnen 14 dagen na ontvangst van het bericht van overlijden heeft medegedeeld de verzekering te beëindigen, waarbij een termijn van 14 dagen in acht zal worden genomen.
b. Onverminderd het hiervoor sub a bepaalde gaan de rechten uit deze verzekering niet over op de nieuwe verkrijger van of belanghebbende bij het verzekerde object.
Artikel 16 - Andere verzekeringen
Wanneer blijkt dat de gevolgen van een gebeurtenis door een of meer elders gesloten verzekeringen geheel of gedeeltelijk zijn gedekt of zou- den zijn gedekt, als deze verzekering niet bestond, is de maatschappij slechts tot uitkering verplicht, voor zover de schade het bedrag te boven gaat dat uit hoofde van de elders ten behoeve van de verzekerde gesloten verzekeringen wordt uitgekeerd of zou zijn uitgekeerd, als de onderhavige verzekering niet bestond.
Artikel 17 - Verlenging en beëindiging
De verzekering loopt tot de op het polisblad onder “duur van de ver- zekering” genoemde datum en wordt telkens stilzwijgend verlengd met de eveneens daar genoemde termijn.
Onverminderd het bepaalde in artikel 9, 14 en 15 eindigt de verzekering
a. op de contractsvervaldatum als verzekeringnemer uiterlijk 3 maanden vóór deze datum de verzekering schriftelijk aan de maatschappij heeft opgezegd;
b. op de premievervaldag als de maatschappij uiterlijk 3 maanden vóór deze datum de verzekering schriftelijk heeft opgezegd;
c. door schriftelijke opzegging door de maatschappij
1. binnen 30 dagen nadat een gebeurtenis die voor de maatschappij tot een verplichting tot uitkering kan leiden, haar ter kennis is gekomen;
2. binnen 30 dagen nadat zij een onder deze verzekering gere- clameerde uitkering heeft verleend dan wel heeft afgewezen;
3. als verzekeringnemer langer dan 30 dagen in gebreke is premie, kosten en assurantiebelasting te betalen;
4. als een verzekerde met opzet een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven.
De verzekering eindigt in deze gevallen op de in de opzeggingsbrief genoemde datum. De maatschappij zal dan een opzeggingstermijn van tenminste 14 dagen in acht nemen.
Artikel 18 - Adres
Kennisgevingen of mededelingen van de maatschappij aan verzekering- nemer kunnen worden gedaan aan zijn laatst bij de maatschappij bekende adres of aan het adres van de tussenpersoon, door wiens bemiddeling deze verzekering loopt. Aldus geadresseerde kennis- gevingen of mededelingen worden geacht verzekeringnemer te hebben bereikt.
Artikel 19 - Wettelijke interessen
Wettelijke interessen ingevolge artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek worden - in afwijking van wat daarover in dit wetsartikel is bepaald - uitsluitend verschuldigd vanaf de dag dat zij in rechte worden gevorderd.
Artikel 20 - Persoonsgegevens
De bij de aanvraag of het wijzigen van een verzekering verstrekte persoonsgegevens worden door de maatschappij verwerkt ten behoeve van het aangaan en uitvoeren van verzekeringsovereenkomsten en/of financiële diensten en het beheren van daaruit voortvloeiende relaties, met inbegrip van de voorkoming en bestrijding van fraude en van activiteiten gericht op de vergroting van het klantenbestand.
Op deze verwerking van persoonsgegevens is de gedragscode ”Verwer- king Persoonsgegevens Verzekeringsbedrijf” van toepassing. In deze gedragscode worden rechten en plichten van partijen bij de gegevens- verwerking weergegeven.
De volledige tekst van de gedragscode kan worden aangevraagd bij het informatiecentrum van het Verbond van Verzekeraars, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx, telefoon (000) 000 00 00, xxx.xxxxxxxxxxxx.xx.
Artikel 21 - Toepasselijk recht; Klachteninstanties
1. Op deze verzekering is het Nederlandse recht van toepassing.
2. Klachten over de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst kunnen in eerste instantie worden ingediend bij de directie van de maatschappij. Als het oordeel van de directie niet bevredigend wordt geacht, kan men zich tot de Stichting Klachteninstituut Verzekeringen wenden. Deze stichting is door de verzekeringsbedrijfstak opgericht; er werken verschillende ombudsmannen. Zij proberen door bemiddeling de klacht op te lossen. Daarnaast is er de Raad van Toezicht die toetst of de maatschappij de goede naam van de bedrijfstak heeft geschaad. Adres: Klachteninstituut Verzekeringen, Xxxxxxx 00000,
0000 XX Xxx Xxxx.
Degene die geen gebruik wil maken van de klachtenbehandelings- mogelijkheden binnen de bedrijfstak, of de behandeling door het klachteninstituut niet bevredigend vindt, kan het geschil voorleggen aan de rechter.
NADERE OMSCHRIJVINGEN
I. Aardbeving/vulkanische uitbarsting
Onder schade door aardbeving en vulkanische uitbarsting wordt ver- staan schade ontstaan, hetzij gedurende de tijd waarin, hetzij gedurende 24 uur nadat in of nabij de plaats waar de verzekerde zaken zich bevin- den, de gevolgen van aardbeving of vulkanische uitbarsting zich hebben geopenbaard, tenzij verzekeringnemer bewijst dat de schade niet aan een van de genoemde verschijnselen kan worden toegeschreven.
II. Andere van buiten komende onheilen
Onder andere van buiten komende onheilen worden verstaan plotselinge en onverwachte gebeurtenissen, die van buiten op het verzekerde object inwerken, anders dan gebeurtenissen waaraan het object gezien zijn aard normaal tegen bestand dient te zijn.
III. Atoomkernreacties
a. Onder atoomkernreacties wordt verstaan iedere kernreactie waarbij energie vrijkomt zoals kernfusie, kernsplijting, kunstmatige of natuurlijke radioactiviteit.
b. De uitsluiting ter zake atoomkernreacties geldt niet met betrekking tot radioactieve nucliden, die zich buiten een kerninstallatie be- vinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische of weten- schappelijke doeleinden, mits er een door enige overheid afgegeven vergunning (voor zover vereist) van kracht is voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radioactieve stoffen.
Voor zover krachtens de wet of enig verdrag een derde voor de geleden schade aansprakelijk is, blijft de uitsluiting van kracht.
Onder “wet” is te verstaan de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979-225), zijnde de bijzondere wettelijke regeling van de aansprakelijkheid op het gebied van kernenergie. Onder “kern- installatie” wordt verstaan een kerninstallatie in de zin van bedoelde wet.
IV. Brand
Onder brand wordt verstaan een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten. Derhalve is onder andere geen brand
- zengen, schroeien, smelten, verkolen, broeien;
- doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
- oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
V. Luchtvaartuigen
Onder schade door luchtvaartuigen wordt verstaan schade aan de ver- zekerde zaken door het getroffen worden door een vertrekkend, vlie- gend, landend of vallend lucht- of ruimtevaartuig, dan wel een daaraan verbonden, daarvan losgeraakt, daaruit geworpen of daaruit gevallen projectiel, ontploffingsmiddel of ander voorwerp, alsmede enig ander voorwerp dat getroffen is door enig hier genoemd voorwerp.
VI. Molest
Onder schade door molest wordt verstaan schade veroorzaakt door of ontstaan uit gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij.
De maatschappij dient te bewijzen dat de schade direct veroorzaakt is door of ontstaan uit een van de in de vorige alinea genoemde oorzaken. Noot: de zes genoemde vormen van molest, alsmede de definities daar- van, vormen een onderdeel van de tekst die door het Verbond van Verzekeraars op 2 november 1981 ter griffie van de Arrondissements- rechtbank te ’s-Gravenhage is gedeponeerd.
VII. Ontploffing
Onder schade door ontploffing wordt verstaan een gehele of gedeelte- lijke vernieling onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, zulks met inachtneming van het hierna bepaalde. Is de ontploffing ontstaan binnen een - al dan niet gesloten - vat, dan is aan het vereiste van een eensklaps verlopende
krachtsuiting voldaan, indien de wand van het vat onder de druk van de zich daarin bevindende gassen of dampen (onverschillig hoe deze gassen of dampen zijn ontstaan en onverschillig of zij reeds vóór de ontploffing aanwezig waren dan wel eerst tijdens deze ontwikkeld werden) een zodanige scheiding heeft ondergaan dat door het uitstromen van gas, damp of vloeistof uit de door de scheiding gevormde opening, de druk- ken binnen en buiten het vat eensklaps aan elkaar gelijk zijn geworden. Is dit niet het geval of is de ontploffing buiten een vat ontstaan, dan moet de eensklaps verlopende hevige krachtsuiting de onmiddellijke werking zijn geweest van gassen of dampen, welke door een scheikun- dige reactie van vaste, vloeibare, gas- of dampvormige stoffen, of een mengsel daarvan, zijn ontwikkeld of tot uitzetting gebracht.
In het geval van gehele of gedeeltelijke vernieling door ontploffing is tevens gedekt de schade aan de verzekerde zaken, welke als een gevolg van die vernieling moet worden aangemerkt.
In het geval van gehele of gedeeltelijke vernieling van andere zaken is medegedekt de schade aan de verzekerde zaken, welke als een gevolg van de nabijheid van die vernieling moet worden aangemerkt.
Noot: de tekst van deze clausule en de daarbij behorende toelichting is op 5 april 1982 onder nummer 275/82 ter griffie van de Arrondissements- rechtbank te Utrecht gedeponeerd.
VIII. Opruimingskosten
Onder opruimingskosten worden verstaan de niet reeds in de schade- vaststelling begrepen kosten van afbreken, wegruimen en afvoeren van de verzekerde zaken, die zich bovengronds op de locatie van verzekerde en op de directe belendingen daarvan bevinden, voor zover de afbraak, wegruiming en/of afvoer het noodzakelijk gevolg is van de door deze polis gedekte gebeurtenis en daarvoor geen onderzoek, behandeling of bewerking van grond of water vereist is.
Het bedrag van de opruimingskosten zal worden vastgesteld door dezelfde expert(s) die het bedrag van de overige schade, waartegen op deze polis dekking is verleend, zal (zullen) vaststellen.
IX. Overstroming
Onder schade door overstroming wordt verstaan schade door overstro- ming ten gevolge van het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, slui- zen of andere waterkeringen, onverschillig of de overstroming oorzaak dan wel gevolg is van een door deze polis gedekte gebeurtenis. De uit- sluiting ter zake overstroming geldt niet voor brand en ontploffing.
X. Saneringskosten
Onder saneringskosten worden verstaan de niet reeds in de schade- vaststelling begrepen kosten verbonden aan grond- en watersanering wanneer als gevolg van een binnen de looptijd van de verzekering plaatsgehad hebbende brand, ontploffing of blikseminslag op het in deze polis vermelde (risico)adres, sprake is van verontreiniging in een concentratie die, op grond van milieuwetten en/of daarop gebaseerde regelingen, ontoelaatbaar is.
Sanering omvat reiniging, opruiming, transport, opslag, vernietiging en vervanging van grond, grondwater, oppervlaktewater en rioolwater.
Voorwaarde voor vergoeding van saneringskosten is dat de verontreini- ging binnen 1 jaar na de schadegebeurtenis waardoor deze is ontstaan aan de maatschappij is gemeld.
Als vóór de schadegebeurtenis reeds sprake was van verontreiniging worden de saneringskosten niet vergoed.
XI. Salvagekosten
Onder salvagekosten worden verstaan de kosten die door of namens de Stichting Salvage tijdens of direct na een brand worden gemaakt voor het bieden van hulpverlening en het treffen van de eerste en meest noodzakelijke maatregelen om de schade te beperken.
Voorwaarde voor vergoeding is dat de Stichting Salvage door de brand- weer is ingeschakeld.
XII. Storm
Onder storm wordt verstaan een windsnelheid van tenminste 14 meter per seconde.