STATUTENWIJZIGING COÖPERATIE PARKEERSERVICE U.A.
<<<
STATUTENWIJZIGING COÖPERATIE PARKEERSERVICE U.A.
>>>Heden, + tweeduizend achttien, verscheen voor mij, xx. Xxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx, notaris te Utrecht:
+
De comparant+e verklaarde:
a. dat de te Amersfoort gevestigde coöperatie:
Coöperatie ParkeerService U.A., kantoorhoudende te 0000 XX Xxxxxxxxxx, Utrechtseweg 12, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 32170377, hierna te noemen: Coöperatie, op vijfentwintig maart tweeduizend tien is opgericht;
b. dat de statuten van de Coöperatie in bedoelde akte zijn vastgelegd en nadien voor het laatst zijn gewijzigd bij akte op zeventien december tweeduizend tien verleden voor mr. J.K. Xxxxxxxxx, notaris te Utrecht, welke akte van kracht is geworden op achttien december tweeduizend tien;
c. dat in de (buitengewone) algemene ledenvergadering van de Coöperatie, gehouden te + op + een besluit tot statutenwijziging is genomen;
d. dat xxx xxxxxx besluit blijkt uit een aan deze akte te hechten uittreksel uit de notulen van deze vergadering;
e. dat +hij+zij, comparant+e, in laatst gemelde vergadering werd gemachtigd de gewijzigde statuten in een notariële akte te doen vastleggen;
f. dat van deze machtiging eveneens blijkt uit voormeld uittreksel uit de notulen van gemelde vergadering;
g. dat +zij+hij, comparant+e, ter uitvoering van gemeld besluit, op grond van bedoelde machtiging vaststelt dat de statuten van de Coöperatie met ingang van de dag na heden zijn gewijzigd en luiden als volgt:
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze statuten wordt verstaan onder:
- Bestuur: het bestuur van de Coöperatie;
- Bestuurder: ieder lid van het Bestuur;
- Coöperatie: de coöperatie ParkeerService U.A., waarop deze Statuten zien;
- Entreegeld: een financiële bijdrage die door de Coöperatie kan worden gevorderd bij aanvang van het Lidmaatschap;
- Lid: een lid van de Coöperatie;
- Lidmaatschap: het lidmaatschap van de Coöperatie met alle daaraan verbonden rechten en verplichtingen;
- Lidmaatschapsbijdrage: de jaarlijkse bijdrage die een Lid aan de Coöperatie verschuldigd is;
- Onafhankelijke Voorzitter: de onafhankelijke voorzitter als bedoeld in artikel 13;
- Opdracht: de door een Lid aan de Coöperatie gegeven en door de Coöperatie geaccepteerde opdracht ten aanzien van de door de Coöperatie ten behoeve van dat Lid te verrichten taken;
- Raad van Commissarissen: de raad van commissarissen van de Coöperatie;
- Schriftelijk: bij brief, telefax of email of bij boodschap die via een ander gangbaar communicatiemiddel wordt overgebracht en op schrift kan worden ontvangen, mits de identiteit van de verzender met afdoende zekerheid kan worden vastgesteld;
- Statuten: de vigerende statuten van de Coöperatie;
- Uittreedvergoeding: een financiële bijdrage die door de Coöperatie kan worden gevorderd bij beëindiging van het Lidmaatschap van een Lid.
Artikel 2 Naam en zetel
1. De Coöperatie draagt de naam: Coöperatie ParkeerService U.A.
2. De Coöperatie heeft haar zetel in Amersfoort en kan elders (neven)vestigingen of kantoren hebben.
Artikel 3 Doel
1. De Coöperatie heeft ten doel het bewerkstellingen van samenwerking tussen de Coöperatie en haar Leden op het werkgebied van de Coöperatie en het voorzien in de stoffelijke behoeften van de Leden van de Coöperatie door het sluiten van overeenkomsten van opdracht met de Leden ter zake van het bedrijf dat door de Coöperatie wordt uitgeoefend ten behoeve van de Leden op het gebied van het adviseren en leveren van diensten ter zake van garagebeheer, straat parkeer beheer en straat parkeer handhaving in het geografisch werkgebied van de Leden.
2. Als nevendoel kan de Coöperatie andere belangen op het gebied van parkeren van haar Leden behartigen.
3. De Coöperatie kan uitsluitend soortgelijke overeenkomsten als bedoeld in lid 1 van dit artikel sluiten met anderen dan haar Leden, indien dit in zodanige mate geschiedt dat de overeenkomsten met anderen dan haar Leden van ondergeschikte betekenis zijn en mits met inachtneming van het in lid 4 bepaalde en voorts pas nadat het Bestuur daartoe voorafgaande goedkeuring van de Algemene Ledenvergadering heeft verkregen.
4. Bij de verwezenlijking van haar doelstelling zal de Coöperatie er steeds voor zorg dragen dat zij zal blijven voldoen aan de voorwaarden die in het aanbestedingsrecht worden gesteld om gebruik te kunnen maken van de vrijstelling op de plicht tot aanbesteding op basis van inhouse opdrachtverlening.
5. De Coöperatie heeft geen winstoogmerk.
6. De Coöperatie en haar organen nemen – rekening houdende met de specifieke kenmerken van de Coöperatie – de uitgangspunten en richtlijnen zoals vastgelegd in de NCR-Code voor coöperatieve ondernemingen in acht.
Artikel 4 Organen
De Coöperatie kent de volgende organen:
a. de Algemene Ledenvergadering;
x. xx Xxxx van Commissarissen;
c. het Bestuur.
Aan de organen als hiervoor genoemd komen alle taken en bevoegdheden toe die voortvloeien uit deze Statuten en de wet.
Artikel 5 Lidmaatschap
1. Lid van de Coöperatie kunnen slechts zijn:
a. publiekrechtelijke lichamen;
b. naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid naar Nederlands recht, waarvan de aandelen uitsluitend en geheel rechtstreeks of middellijk worden gehouden door publiekrechtelijke lichamen,
die een Opdracht aan de Coöperatie hebben gegeven en in stand houden. Van tot een groep als bedoeld in artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek behorende (publiekrechtelijke) rechtspersonen kunnen maximaal twee (2) (publiekrechtelijke) rechtspersonen lid zijn van de Coöperatie.
2. Het Lidmaatschap wordt schriftelijk aangevraagd bij het Bestuur.
Het Bestuur besluit omtrent de toelating, na voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Raad van Commissarissen.
De aanvrager ontvangt schriftelijk bericht van het Bestuur of hij als Lid van de Coöperatie is toegelaten of geweigerd.
Indien het Bestuur besluit een aanvrager niet toe te laten staat beroep open op de Algemene Ledenvergadering die vervolgens kan besluiten om de aanvrager toch toe te laten tot het Lidmaatschap.
3. Het Bestuur kan, na daartoe voorafgaand verkregen goedkeuring van de Raad van Commissarissen besluiten een Entreegeld te heffen van nieuwe Leden. Entreegelden zullen niet in mindering worden gebracht op de bijdragen die Leden verschuldigd zijn uit hoofde van de Opdracht noch op de door hen te betalen Lidmaatschapsbijdrage.
4. Het Bestuur houdt een register, waarin de namen en adressen van alle Leden zijn opgenomen. De Leden zijn verplicht ervoor zorg te dragen dat hun adres steeds bij het Bestuur bekend is.
De Leden zijn verplicht het Bestuur onverwijld in kennis te stellen van een wijziging van omstandigheden welke relevant kan zijn voor de Coöperatie respectievelijk het Lidmaatschap van het desbetreffende lid.
5. Het Lidmaatschap van de Coöperatie is voor overdracht vatbaar. Op een dergelijke overdracht is het bepaalde in lid 1 en lid 2 van dit artikel van toepassing.
6. Het Lidmaatschap van een Lid-rechtspersoon kan worden verkregen door een andere rechtspersoon krachtens juridische fusie of splitsing, mits voorafgaand aan de fusie of splitsing met inachtneming van het in lid 1 en lid 2 van dit artikel bepaalde goedkeuring van het Bestuur en de Raad van Commissarissen is verkregen.
7. Door gemeentelijke herindeling gaat het Lidmaatschap over mits voorafgaand aan de gemeentelijke herindeling met inachtneming van het in lid 1 en lid 2 bepaalde goedkeuring van het Bestuur en de Raad van Commissarissen is verkregen.
8. Overdracht van het Lidmaatschap kan plaatsvinden met inachtneming van het vorenstaande door middel van een (onderhandse) akte en mededeling van de overdracht aan de Coöperatie.
Artikel 6
Financiële bijdragen van Xxxxx
1. Op voorstel van het Bestuur kan de Algemene Ledenvergadering - bij een besluit genomen met een meerderheid van ten minste drie/vierde (3/4) van de geldig uitgebrachte stemmen, in een Algemene Ledenvergadering waarin ten minste drie/vierde (3/4) gedeelte van de Leden aanwezig of vertegenwoordigd is – besluiten dat Leden gehouden zijn tot het betalen van een Lidmaatschapsbijdrage. Bij dit besluit kunnen de Leden in verschillende categorieën en/of staffels worden ingedeeld die een verschillende Lidmaatschapsbijdrage moeten betalen.
2. De Algemene Ledenvergadering kan - bij een besluit genomen met een meerderheid van ten minste drie/vierde (3/4) van de geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste een drie/vierde (3/4) meerderheid van het aantal Leden van de Coöperatie aanwezig dan wel vertegenwoordigd is – besluiten dat de Leden gehouden zijn tot het doen van een of meer kapitaalstortingen in de Coöperatie die worden toegevoegd aan de algemene reserve van de Coöperatie. Bij dit besluit kunnen de Leden in verschillende categorieën worden ingedeeld die een verschillende kapitaalstorting moeten betalen.
3. Op voorstel van het Bestuur kan de Algemene Ledenvergadering - bij een besluit genomen met een meerderheid van ten minste drie/vierde (3/4) van de geldig uitgebrachte stemmen, in een Algemene Ledenvergadering waarin ten minste drie/vierde (3/4) gedeelte van de Leden aanwezig of vertegenwoordigd is – besluiten dat voor nieuwe Leden van de Coöperatie een ingroeimodel geldt, op grond waarvan voor hen op de in lid 1 en lid 2 bedoelde bijdragen en betalingen een korting wordt gegeven volgens door de Algemene Ledenvergadering bij gemeld besluit vast te stellen criteria en voor de in dat besluit vast te stellen duur.
Artikel 7
Rechten en verplichtingen van de Leden
1. De Leden hebben het recht:
a. Algemene Ledenvergaderingen bij te wonen en daarin aan de besprekingen en stemmingen deel te nemen;
b. tot inzage van het ledenregister;
c. tot inzage van de opgemaakte jaarrekening en de daaraan ingevolge de wet toegevoegde gegevens en het desgewenst kosteloos verkrijgen van een afschrift daarvan.
2. De Leden hebben de volgende verplichtingen:
a. zich te houden aan de bepalingen van de Statuten en reglementen van de Coöperatie en aan besluiten die door (de organen van) de Coöperatie op grond van de Statuten en reglementen rechtsgeldig zijn genomen;
b. tot het geven en in stand houden van een Opdracht;
c. tot het voldoen aan verdere verplichtingen die bij de Statuten, reglement of bevoegdelijk genomen besluit aan de Leden worden opgelegd.
Artikel 8
Einde van het Lidmaatschap
1. Het Lidmaatschap van de Coöperatie eindigt:
a. door opzegging van het Lid;
b. door opzegging door de Coöperatie;
c. door ontzetting door de Coöperatie.
2. Opzegging van het Lidmaatschap door een Lid dient schriftelijk plaats te vinden bij het Bestuur tegen het einde van een boekjaar met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste twaalf (12) maanden. In bijzondere gevallen is het Bestuur bevoegd de opzegtermijn te verkorten.
3. Teneinde de continuïteit van de dienstverlening door de Coöperatie te waarborgen zal bij beëindiging van het Lidmaatschap van een Lid een Uittreedvergoeding verschuldigd zijn. Deze Uittreedvergoeding is een bedrag ter grootte van twee maal de hoogte van de Lidmaatschapsbijdrage die het uittredende Xxx verschuldigd was over het laatste jaar dat hij nog Lid was van de Coöperatie.
4. In afwijking van het bepaalde in lid 2 kan een Lid zijn Lidmaatschap met onmiddellijke ingang beëindigen indien van het Lid in redelijkheid niet kan worden verlangd het Lidmaatschap te laten voortduren, alsmede binnen één
(1) maand nadat hem een besluit tot omzetting van de coöperatie in een andere rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing is meegedeeld.
Aan het Lid komt niet het recht toe met onmiddellijke ingang op te zeggen indien zijn rechten worden beperkt of verzwaard, voor zover het betreft wijziging van geldelijke rechten en verplichtingen.
5. Opzegging van het Lidmaatschap door de Coöperatie geschiedt door het Bestuur na voorafgaand verkregen goedkeuring van de Raad van Commissarissen en is slechts mogelijk:
a. indien een Lid heeft opgehouden aan de vereisten door deze Statuten gesteld aan het Lidmaatschap te voldoen;
b. indien een Lid zijn (financiële) verplichtingen jegens de Coöperatie niet nakomt;
c. indien redelijkerwijs van de Coöperatie niet gevergd kan worden het Lidmaatschap te laten voortduren;
d. indien de Opdracht van een Lid aan de Coöperatie eindigt ongeacht de grond van de beëindiging;
e. indien een Lid zijn Lidmaatschapsrecht overdraagt of indien het Lidmaatschap overgaat zonder dat het bepaalde in artikel 5 terzake in acht is genomen.
In de sub a. en e. gemelde gevallen wordt het lidmaatschap met onmiddellijke ingang beëindigd. In alle overige gevallen genoemd in dit lid zal het bestuur afhankelijk van de omstandigheden van het geval het moment van eindigen van het lidmaatschap naar aanleiding van de opzegging vaststellen, hetgeen ook onmiddellijk kan zijn.
6. Ontzetting van een Lid uit het Lidmaatschap door de Coöperatie geschiedt door het Bestuur na voorafgaand verkregen goedkeuring van de Algemene Ledenvergadering en kan slechts plaatsvinden indien een Lid in strijd met de Statuten, reglementen of besluiten van de Coöperatie handelt of de Coöperatie op onredelijke wijze benadeelt.
7. Het Bestuur brengt een besluit tot opzegging of ontzetting door de Coöperatie onder opgave van de redenen zo spoedig mogelijk ter kennis van het betreffende Lid.
8. Tegen een besluit tot opzegging in de gevallen als bedoeld in lid 5 sub c. of d. van dit artikel, of ontzetting als bedoeld in lid 6 van dit artikel staat beroep open op de Algemene Ledenvergadering. Gedurende de beroepsprocedure kan een Lid zijn Lidmaatschapsrechten niet uitoefenen en is het Lid geschorst, met dien verstande dat het betreffende Lid wel bevoegd is om gebruik te maken van zijn recht als bedoeld in artikel 7 lid 1 sub c en deel mag nemen aan de Algemene Ledenvergadering voor zover het betreft de behandeling van het beroep tegen de opzegging respectievelijk ontzetting als bedoeld in dit lid.
9. Indien het Lidmaatschap gedurende een lopend boekjaar eindigt, dan blijft niettemin de gehele Lidmaatschapsbijdrage over dat boekjaar verschuldigd.
10. Bij het eindigen van het Lidmaatschapsrecht heeft een Lid geen recht op (een evenredig deel) vergoeding of uitkering van het vermogen van de Coöperatie.
Artikel 9
Rechten, verplichtingen en het wijzigen van de Opdracht
1. De Coöperatie kan in het kader van het nastreven van het doel ten behoeve van de Leden rechten bedingen of na voorafgaande goedkeuring van de Algemene Ledenvergadering verplichtingen aangaan.
2. De Coöperatie is niet bevoegd door een besluit wijzigingen aan te brengen in de Opdrachten die haar Leden haar hebben gegeven, tenzij zij zich die bevoegdheid in de Opdrachten op duidelijke wijze heeft voorbehouden.
Een wijziging als bedoeld in dit lid deelt de Coöperatie schriftelijk aan haar Leden mede.
Artikel 10 Bestuur
1. Het Bestuur bestaat uit een door de Raad van Commissarissen vast te stellen aantal Bestuurders.
Zowel Leden als niet-Leden kunnen tot Bestuurder worden benoemd. Zowel natuurlijke personen als rechtspersonen kunnen tot Bestuurder worden benoemd.
2. Bestuurders worden benoemd door de Algemene Ledenvergadering.
De Raad van Commissarissen heeft het recht om aanbevelingen te doen met betrekking tot te benoemen Bestuurders. Indien in het Bestuur een vacature ontstaat dan zal de Raad van Commissarissen hiervan in kennis worden gesteld en in de gelegenheid zijn om een aanbeveling te doen welke zal worden gevoegd bij de oproeping tot de Algemene Ledenvergadering bestemd tot het voorzien in de vacature.
3. Iedere Bestuurder kan te allen tijde door de Algemene Ledenvergadering worden geschorst of ontslagen. De Raad van Commissarissen is daarnaast bevoegd een Bestuurder te schorsen.
Een schorsing kan één of meer malen worden verlengd maar kan in totaal niet langer duren dan drie (3) maanden. Is na verloop van die tijd geen beslissing genomen tot opheffing van de schorsing of ontslag, dan eindigt de schorsing.
4. De bezoldiging en verdere arbeidsvoorwaarden van de Bestuurder(s) worden vastgesteld door de Raad van Commissarissen met inachtneming van het door de Algemene Ledenvergadering vastgestelde bezoldigingsbeleid.
5. In geval van ontstentenis of belet van een of meer Bestuurders zullen de overblijvende Bestuurders respectievelijk zal de overblijvende Bestuurder tijdelijk met het bestuur zijn belast tot aan het ophouden van de ontstentenis of het belet of de voorziening in de ontstane vacature in de eerstvolgende Algemene Ledenvergadering.
6. In geval van ontstentenis of belet van alle Bestuurders respectievelijk van de enige Bestuurder is de persoon die daartoe door de Raad van Commissarissen wordt benoemd tijdelijk met het besturen van de Coöperatie belast. De Raad van Commissarissen kan uit haar midden een persoon benoemen die tijdelijk met het bestuur is belast en die gedurende die periode zijn functie als Commissaris zal neerleggen.
Artikel 11
Taak en Bevoegdheid van het Bestuur
1. Het Bestuur is belast met het besturen van de Coöperatie binnen de beperkte doelomschrijving van de Coöperatie, behoudens de beperkingen opgenomen in de Statuten.
2. Het Bestuur is slechts met inachtneming van het bepaalde in lid 5 van dit artikel bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en overeenkomsten waarbij de Coöperatie zich als borg of hoofdelijk mede- schuldenaar verbindt zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheid voor een schuld van een ander verbindt en tot vertegenwoordiging van de Coöperatie ter zake van deze handelingen.
3. Het Bestuur behoeft onverminderd het overigens in deze Statuten bepaalde de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Raad van Commissarissen voor de navolgende bestuursbesluiten tenzij voor een dergelijk besluit op grond van lid 5 of lid 6 van dit artikel de voorafgaande goedkeuring van de Algemene ledenvergadering is vereist in welk geval de Raad van Commissarissen overeenkomstig lid 4 van dit artikel enkel advies zal uitbrengen.
Besluiten als bedoeld in dit artikel betreffen:
a. het verkrijgen en vervreemden van deelnemingen in andere ondernemingen en het uitoefenen van stemrecht op aandelen in deelnemingen, met uitzondering van het uitoefenen van stemrecht ter goedkeuring van bestuursbesluiten die naar hun aard en belang ook bij de Coöperatie niet aan goedkeuring zijn onderworpen;
b. het aangaan van een aandeelhoudersovereenkomst waarbij de Coöperatie zich jegens een mede-aandeelhouder van een deelneming verbindt tot beschikking over haar aandelen en/of ten aanzien van uitoefening van stemrecht op haar aandelen;
c. het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen en geven van registergoederen;
d. het aangaan van overeenkomsten waarbij aan de Coöperatie een bankkrediet wordt verleend;
e. het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet zijn begrepen het gebruikmaken van een aan de Coöperatie verleend bankkrediet;
f. het verlenen en uitbreiden van procuratie;
g. het doen van aangifte van faillissement en het aanvragen van surseance van betaling;
h. het aangaan van een vaststellingsovereenkomst ter beslechting van geschillen, voor zover deze een door de Raad van Commissarissen vastgesteld belang te boven gaat;
i. het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale procedures, die een door de Raad van Commissarissen vast te stellen belang te boven gaan, doch met uitzondering van het nemen van die rechtsmaatregelen, die geen uitstel kunnen lijden;
j. het sluiten en wijzigen van arbeidsovereenkomsten voor het geval niet voorzien in de begroting, alsmede het beëindigen van arbeidsovereenkomsten welke voor onbepaalde tijd aangegaan;
k. het treffen van pensioenregelingen en het toekennen van pensioenrechten boven die welke uit bestaande regelingen voortvloeien;
l. alle overige (rechts)handelingen die de Raad van Commissarissen schriftelijk aan het Bestuur ter kennis heeft gebracht.
4. Het Bestuur behoeft het voorafgaande schriftelijke advies van de Raad van Commissarissen voor bestuursbesluiten strekkende tot:
a. investeringen welke niet zijn opgenomen in een door de Algemene Ledenvergadering goedgekeurd investeringsplan;
b. het aangaan of ontbinden van een Opdracht met één of meer van de Leden en het wijzigen van een Opdracht aangegaan met één of meer van de Leden, tenzij met alle Leden een gelijkluidende Opdracht wordt aangegaan of een wijziging wordt doorgevoerd ten aanzien van alle Leden en in gelijke zin;
c. duurzame rechtstreekse of middellijke samenwerking met een andere onderneming en het verbreken van zodanige samenwerking.
5. Het Bestuur behoeft de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Algemene Ledenvergadering voor bestuursbesluiten strekkende tot:
a. het vaststellen of wijzigen van de door de Coöperatie gehanteerde tarieven waaronder de tariefsystematiek;
b. het vaststellen en wijzigen van het inkoopbeleid;
c. het vaststellen en wijzigingen van het producten en diensten assortiment;
d. de vaststelling van alsmede een belangrijke wijziging in de strategie van de Coöperatie alsmede besluiten die een belangrijke invloed hebben op de strategie van de Coöperatie of anderszins van strategisch belang zijn;
e. het vaststellen van de begroting en investeringsplannen;
x. xx xxxxxxxxx als genoemd in lid 4 van dit artikel;
g. de verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen;
h. het verbinden van de Coöperatie als borg of hoofdelijk mede-schuldenaar of het zich voor een derde sterk maken door de Coöperatie of het zich tot zekerheid van de schuld van een ander verbinden door de Coöperatie;
i. alle overige rechtshandelingen die door de Algemene Ledenvergadering bij een besluit genomen met een meerderheid van ten minste drie/vierde van de geldig uitgebrachte stemmen zijn vastgesteld en ter kennis zijn gebracht van het Bestuur. De Algemene Ledenvergadering heeft daarbij tevens de bevoegdheid te bepalen met welke meerderheid het besluit tot goedkeuring voor een bepaald (type) bestuursbesluit zal moeten worden genomen.
6. Het Bestuur behoeft de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Algemene Ledenvergadering bij een besluit genomen met een meerderheid van ten minste drie/vierde (3/4) van de geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste een drie/vierde (3/4) meerderheid van het aantal Leden van de Coöperatie aanwezig dan wel vertegenwoordigd is, voor bestuursbesluiten strekkende tot:
a. het vaststellen of wijzigen van het financieel rekenmodel van de Coöperatie voor de door haar te leveren producten en/of diensten behoudens inflatiecorrectie;
b. het vaststellen of wijzigen van de algemene voorwaarden die de Coöperatie hanteert met betrekking tot de door haar te leveren producten en/of diensten.
7. Het Bestuur kan bij reglement of daartoe strekkend besluit regels vaststellen omtrent haar interne werkwijze, taakverdeling en besluitvorming in aanvulling op hetgeen daaromtrent in deze Statuten is bepaald na daartoe voorafgaand verkregen goedkeuring van de Raad van Commissarissen.
Artikel 12
Vertegenwoordiging en tegenstrijdig belang
1. Het Bestuur is bevoegd de Coöperatie te vertegenwoordigen.
Indien het Bestuur uit meer dan één (1) persoon bestaat komt de vertegenwoordigingsbevoegdheid tevens toe aan elk van de leden van het Bestuur afzonderlijk.
2. Het Bestuur kan functionarissen met algemene of beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheid aanstellen. Ieder van hen vertegenwoordigt de Coöperatie met inachtneming van de beperkingen aan zijn bevoegdheid zijn gesteld. Hun titulatuur wordt door het Bestuur bepaald. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van een aldus benoemde functionaris kan zich niet uitstrekken tot gevallen waarin de Coöperatie een tegenstrijdig belang heeft met de desbetreffende functionaris, enig andere functionaris, of met één of meer Bestuurders.
3. In alle gevallen waarin de Coöperatie een tegenstrijdig belang heeft met één of meer Bestuurders, blijft het bepaalde in lid 1 van dit artikel onverkort van kracht tenzij de Raad van Commissarissen één of meer andere personen heeft aangewezen om de Coöperatie in het desbetreffende geval of in dergelijke gevallen te vertegenwoordigen.
Een besluit van het Bestuur tot het verrichten van een rechtshandeling die een tegenstrijdig belang met één of meer Bestuurders handelend in eigen naam betreft, is onderworpen aan de goedkeuring van de Raad van Commissarissen, maar het ontbreken van zodanige goedkeuring tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het Bestuur of de Bestuurders niet aan. Het vorenstaande laat onverlet de bevoegdheid van Algemene Ledenvergadering een of meer personen aan te wijzen indien er sprake is van een tegenstrijdig belang tussen de Coöperatie en een of meer Bestuurders of Commissarissen.
Artikel 13
Onafhankelijke Voorzitter
1. De Coöperatie heeft ten behoeve van de leiding van de Algemene Ledenvergaderingen een Onafhankelijke Voorzitter, die niet tot het Bestuur of de Raad van Commissarissen behoort.
2. De Onafhankelijke Voorzitter wordt door de Algemene Ledenvergadering buiten de Leden benoemd.
3. De Onafhankelijke Voorzitter wordt voor een termijn van vier jaar benoemd en is een maal herbenoembaar.
4. De Onafhankelijke Voorzitter is bevoegd ontslag te nemen, mits dit schriftelijk geschiedt met een opzegtermijn van ten minste drie maanden.
5. De Onafhankelijke Voorzitter kan worden ontslagen of geschorst door de Algemene Ledenvergadering.
6. De Onafhankelijke Voorzitter heeft geen stemrecht in de vergaderingen van de organen van de Coöperatie.
Artikel 14
Algemene Ledenvergadering
1. De Algemene Ledenvergaderingen worden bijeengeroepen door de Onafhankelijke Voorzitter, het Bestuur of de Raad van Commissarissen met inachtneming van een termijn van ten minste één maand door middel van een aan alle Leden te verzenden schriftelijke mededeling. Elk Lid van het Bestuur en de Raad van Commissarissen is met inachtneming van het hierna bepaalde bevoegd tot de bijeenroeping.
2. Algemene Ledenvergaderingen worden ten minste één maal per jaar gehouden en voorts, wanneer het Bestuur of de Raad van Commissarissen dit wenselijk of noodzakelijk acht of wanneer dit schriftelijk met opgave van de te behandelen onderwerpen wordt verzocht door ten minste een zodanig aantal Leden als bevoegd is tot het uitbrengen van één/tiende van de stemmen in de Algemene Ledenvergadering, indien daarin alle Leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
3. Na ontvangst van het in lid 2 van dit artikel bedoelde verzoek is het Bestuur verplicht tot bijeenroeping van een Algemene Ledenvergadering, die ten hoogste vier (4) weken na de indiening van het verzoek moet worden gehouden. Indien het Bestuur aan het verzoek binnen veertien (14) dagen, nadat het dit heeft ontvangen, geen gevolg geeft, kunnen de verzoekers zelf tot de bijeenroeping overgaan op de wijze, die is voorgeschreven voor bijeenroeping van Algemene Ledenvergaderingen door het Bestuur.
4. Alle Leden hebben toegang tot de Algemene Ledenvergadering. Een Lid is bevoegd zich door een daartoe schriftelijk gemachtigd ander Lid te laten vertegenwoordigen.
5. Elk lid heeft één (1) stem, met dien verstande dat indien er leden zijn, die in een groep zijn verbonden met een andere (publiek rechtelijke) rechtspersoon die tevens lid is van de Coöperatie, hierna ook te noemen: groep, de leden die niet in een dergelijke groep zijn verbonden, ieder steeds even zoveel stemmen in de Algemene Ledenvergadering kan uitbrengen als het lid dat met een ander Lid in een groep is verbonden samen.
6. De Onafhankelijke Voorzitter leidt de Algemene Ledenvergadering. Bij zijn afwezigheid of ontstentenis zal een van de leden van de Raad van Commissarissen als leider van de vergadering optreden. Xxxxx ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelf.
7. Xxxxxxxx over zaken geschiedt mondeling en over personen schriftelijk. Het aannemen van voorstellen bij acclamatie is mogelijk, mits dit geschiedt op voorstel van de voorzitter van de vergadering en geen van de aanwezige Leden hoofdelijke stemming verlangt.
8. Over alle voorstellen betreffende zaken wordt beslist met een gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, voor zover de Statuten of het Ledenreglement niet anders bepalen.
Bij staking van stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
9. Bij stemming over personen is hij gekozen, die de gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien niemand die meerderheid heeft verkregen, wordt een tweede stemming gehouden tussen de twee personen, die het hoogste aantal stemmen hadden verworven, of, als meer dan twee personen het hoogste aantal stemmen hadden verworven, tussen die personen, en is hij gekozen, die bij die tweede stemming de meeste stemmen op zich heeft verenigd.
Indien bij die tweede stemming de stemmen staken, beslist het lot.
De stemmingen geschieden door middel van ongetekende stembriefjes. Xxxxxxxxxxxx, die niet zijn ingevuld of waarop meer dan de naam van één kandidaat is ingevuld, zijn ongeldig.
10. Een eenstemmig besluit van alle Leden, ook al zijn zij niet in een vergadering bijeen, heeft, mits het is genomen met voorkennis van het Bestuur en de Raad van Commissarissen, dezelfde kracht als een besluit van de Algemene Ledenvergadering. Een dergelijk besluit wordt onder verantwoordelijkheid van het Bestuur aangetekend in het notulenboek, terwijl er melding van wordt gemaakt in de eerstvolgende Algemene Ledenvergadering.
11. Het ter vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
12. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt.
Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
13. Van het in de Algemene Ledenvergadering verhandelde worden onder verantwoordelijkheid van het Bestuur notulen gemaakt. Deze notulen worden door de eerstvolgende Algemene Ledenvergadering vastgesteld, tenzij vaststelling in de vergadering zelf plaatsvindt.
Artikel 15
De Raad van Commissarissen; benoeming, schorsing en ontslag
1. De Coöperatie heeft een Raad van Commissarissen bestaande uit minimaal drie (3) en maximaal vijf (5) natuurlijke personen.
Wordt het aantal Commissarissen minder dan drie (3), dan behoudt de Raad van Commissarissen zijn bevoegdheden maar is hij verplicht om onverwijld maatregelen tot aanvulling van zijn ledental te nemen. Het aantal leden van de Raad van Commissarissen wordt met inachtneming van het hiervoor bepaalde vastgesteld door de Raad van Commissarissen.
2. De gewenste samenstelling van de Raad van Commissarissen wordt vastgelegd in de profielschets van de Raad van Commissarissen en in de profielschets van elk lid, zoals deze door de Raad van Commissarissen met inachtneming van het bepaalde in lid 1 zal worden vastgesteld. Vaststelling of wijziging van de profielschets behoeft de goedkeuring van de Algemene Ledenvergadering.
3. Lid van de Raad van Commissarissen kan niet zijn een persoon:
a. die bestuurder is van een Lid van de Coöperatie;
b. die in dienst is van de Coöperatie, ten behoeve van de Coöperatie betaalde diensten verricht of een belangrijke zakelijke relatie met de Coöperatie heeft;
c. die in een periode van drie (3) jaar voorafgaand aan de benoeming in dienst van de Coöperatie is geweest, dan wel ten behoeve van de Coöperatie betaalde diensten heeft verricht, dan wel een belangrijke zakelijke relatie met de Coöperatie heeft gehad (anders dan als vertegenwoordiger van een Lid) of deel heeft uitgemaakt van het Bestuur;
d. die lid is van het Bestuur van de Coöperatie;
e. die verwant, gehuwd of samenwonend is met een zittend lid van de Raad van Commissarissen of van het Bestuur;
f. die een zodanige andere functie bekleedt dat het lidmaatschap van de Raad van Commissarissen kan leiden tot strijdigheid met het belang van de Coöperatie, tot strijdigheid met deze functie, tot onverenigbaarheid, of tot ongewenste vermenging van belangen;
g. die Onafhankelijke Voorzitter is.
4. Benoeming van de Commissarissen vindt plaats door de Algemene Ledenvergadering.
5. Leden van de Raad van Commissarissen worden benoemd voor een periode van vier (4) jaar. Aftredende leden van de Raad van Commissarissen zijn twee (2) maal herbenoembaar, met dien verstande dat een Commissaris nooit langer dan twaalf (12) jaar zitting kan hebben in de Raad van Commissarissen.
6. Ontslag van de leden van de Raad van Commissarissen vindt met inachtneming van het hierna bepaalde plaats door de Algemene Ledenvergadering. De Algemene Ledenvergadering is bevoegd ter zake advies in te winnen bij de Raad van Commissarissen. In het geval de Algemene Ledenvergadering ter zake geen advies verzoekt, zal de Raad van Commissarissen bevoegd zijn de Algemene Ledenvergadering ter zake ongevraagd advies te verstrekken.
7. De Algemene Ledenvergadering kan een besluit tot ontslag van een lid van de Raad van Commissarissen slechts nemen met een gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste een zodanig aantal leden aanwezig dan wel vertegenwoordigd is dat ten minste de helft van het totale aantal binnen de Coöperatie uit te brengen stemmen zou kunnen worden uitgebracht. Indien niet het op grond van de vorige volzin vereiste aantal leden aanwezig of vertegenwoordigd is, wordt ten minste twee
(2) en ten hoogste vier (4) weken na de eerste vergadering een tweede vergadering gehouden, waarin het voorstel kan worden aangenomen met een gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Leden.
8. De Algemene Ledenvergadering is met inachtneming van het hierna bepaalde bevoegd een lid van de Raad van Commissarissen te schorsen.
9. De Algemene Ledenvergadering kan een besluit tot schorsing van een lid van de Raad van Commissarissen slechts nemen met een gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste een gewone meerderheid van het aantal leden aanwezig dan wel vertegenwoordigd is. Indien niet het vereiste aantal leden aanwezig of
vertegenwoordigd is, wordt ten minste twee (2) en ten hoogste vier (4) weken daarna een tweede vergadering gehouden, waarin het voorstel kan worden aangenomen ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden, mits met een gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
De Algemene Ledenvergadering is bevoegd ter zake van een schorsing advies in te winnen bij de Raad van Commissarissen. In het geval de Algemene Ledenvergadering ter zake geen advies verzoekt, zal de Raad van Commissarissen bevoegd zijn het Bestuur ter zake ongevraagd advies te verstrekken.
10. In geval van schorsing door de Algemene Ledenvergadering van een lid van de Raad van Commissarissen, dient de Algemene Ledenvergadering binnen drie (3) maanden na ingang van die schorsing te besluiten hetzij tot ontslag, hetzij tot handhaving of opheffing van de schorsing, bij gebreke daarvan vervalt de schorsing. Een besluit tot handhaving van de schorsing kan slechts één (1) maal worden genomen en de schorsing kan alsdan ten hoogste worden gehandhaafd voor drie (3) maanden, ingaande op de dag, waarop de Algemene Ledenvergadering het besluit tot handhaving heeft genomen. Indien de Algemene Ledenvergadering niet binnen de in de vorige zin gestelde termijn tot ontslag of tot opheffing der schorsing heeft besloten, vervalt de schorsing. Een geschorst lid van de Raad van Commissarissen wordt in de gelegenheid gesteld zich in de Algemene Ledenvergadering te verantwoorden en zich daarbij door een raadsman te doen bijstaan.
11. Leden van de Raad van Commissarissen mogen geen enkel rechtstreeks of zijdelings persoonlijk voordeel genieten uit leveringen aan of overeenkomsten met de Coöperatie.
12. Het lidmaatschap van de Raad van Commissarissen van een lid van de Raad van Commissarissen eindigt:
a. door opzegging door het lid van de Raad van Commissarissen op de dag waartegen is opgezegd;
b. door het verstrijken van de benoemingsperiode als bedoeld in lid 5 van dit artikel;
c. door het onherroepelijk worden van een uitspraak strekkende tot faillissement of surseance van betaling van een lid van de Raad van Commissarissen;
d. door het optreden ten aanzien van een lid van de Raad van Commissarissen van een van de situaties als omschreven in lid 3 van dit artikel;
e. door ontslag door de Algemene Ledenvergadering als bedoeld in lid 6 van dit artikel.
13. De Algemene Ledenvergadering stelt de vorm en omvang van de eventuele beloning van de leden van de Raad van Commissarissen vast en kan hen een vergoeding voor reis- en verblijfkosten toekennen.
Artikel 16
Taak van de Raad van Commissarissen
1. De Raad van Commissarissen heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het Bestuur en op de algemene gang van zaken in de Coöperatie. Hij staat het Bestuur met raad ter zijde. Tevens heeft de Raad van Commissarissen tot taak om invulling te geven aan het dagelijks werkgeverschap richting de Bestuurders.
Bij de vervulling van hun taak richten de leden van de Raad van Commissarissen zich naar het belang van de Coöperatie en de met haar verbonden onderneming. De Raad van Commissarissen als ook een lid van de Raad van Commissarissen afzonderlijk krachtens een daartoe door de Raad van Commissarissen genomen besluit, heeft te dien einde te allen tijde toegang tot de gebouwen en terreinen bij de Coöperatie in gebruik, recht op inzage van de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers en tot controle van de voorraden en de kas. Hij is bevoegd zich voor rekening van de Coöperatie in de controle te doen bijstaan door een of meer deskundigen door hem daartoe te benoemen.
2. Het Bestuur verschaft de Raad van Commissarissen tijdig de voor de uitoefening van de taak van de Raad van Commissarissen noodzakelijke gegevens.
Het Bestuur stelt ten minste één (1) keer per jaar de Raad van Commissarissen schriftelijk op de hoogte van de hoofdlijnen van het strategisch beleid, de algemene en financiële risico's en het beheers- en controlesysteem van de Coöperatie.
3. De Raad van Commissarissen verschaft de Algemene Ledenvergadering alle verlangde inlichtingen, tenzij een zwaarwichtig belang van de Coöperatie zich daartegen verzet.
Artikel 17
Vergaderingen van de Raad van Commissarissen
1. De Raad van Commissarissen benoemt uit zijn midden een voorzitter en uit of buiten zijn midden een secretaris.
2. De Raad van Commissarissen vergadert minimaal vier (4) keer per kalenderjaar en voorts telkenmale wanneer een lid van de Raad van Commissarissen dan wel het Bestuur daartoe het verzoek doet.
3. Van het verhandelde in de vergadering van de Raad van Commissarissen, worden notulen gehouden door de secretaris. De notulen worden in dezelfde vergadering of in een volgende vergadering van de Raad van Commissarissen vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
4. Alle besluiten van de Raad van Commissarissen worden genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, tenzij elders in deze Statuten uitdrukkelijk anders wordt bepaald. Indien de stemmen staken, geeft de stem van de voorzitter van de Raad van Commissarissen de doorslag.
5. Een lid van de Raad van Commissarissen kan zich door een mede-lid van de Raad van Commissarissen bij schriftelijke volmacht doen vertegenwoordigen.
Een lid van de Raad van Commissarissen kan voor niet meer dan één (1) mede-lid van de Raad van Commissarissen als gevolmachtigde optreden.
6. De Raad van Commissarissen kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits het desbetreffende voorstel schriftelijk aan alle leden van de Raad van Commissarissen is voorgelegd en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming schriftelijk heeft verzet.
Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris een relaas opgemaakt dat door de voorzitter en de secretaris wordt ondertekend. Van deze wijze van besluitvorming wordt in de notulen van de eerstvolgende vergadering van de Raad van Commissarissen melding gemaakt.
7. De Raad van Commissarissen vergadert tezamen met het Bestuur zo dikwijls de Raad van Commissarissen of het Bestuur zulks verzoekt. De Raad van Commissarissen en/of het Bestuur kunnen de Onafhankelijke Voorzitter verzoeken hierbij aanwezig te zijn.
8. De Raad van Commissarissen kan een reglement vaststellen, waarin onder meer de wijze van vergaderen en besluitvorming van de Raad van Commissarissen worden opgenomen alsmede de profielschets voor de Raad van Commissarissen.
Artikel 18
Coördinatie - en andere commissies
1. De Coöperatie heeft een coördinatiecommissie bestaande uit een door de Algemene Ledenvergadering te bepalen aantal van minimaal drie (3) leden die door de Algemene Ledenvergadering uit de Leden worden benoemd, geschorst en ontslagen.
2. De coördinatiecommissie heeft tot taak:
a. om als klankbord voor de Raad van Commissarissen en het Bestuur te dienen;
b. om Algemene Ledenvergaderingen (mede) voor te bereiden;
c. als eerste aanspreekpunt voor de Raad van Commissarissen en het Bestuur te fungeren wanneer het algemene zaken omtrent Xxxxx betreft.
3. In het met inachtneming van het bepaalde in artikel 23 lid 2 vast te stellen reglement voor de coördinatiecommissie worden bepalingen over de bevoegdheden van en besluitvorming door de coördinatiecommissie vastgelegd en al hetgeen de Algemene Ledenvergadering voorts met betrekking tot de coördinatiecommissie wenst te regelen.
4. Onverminderd het bepaalde in lid 1 kan de Algemene Ledenvergadering besluiten tot het instellen van commissies met adviserende of ondersteunende taken. Commissies kunnen van tijdelijke aard zijn of een (min of meer) permanent karakter hebben. De samenstelling van iedere commissie, de wijze waarop haar leden worden benoemd en ontslagen, de taak en bevoegdheden alsmede de wijze van besluitvorming binnen deze commissies worden geregeld door de Algemene Ledenvergadering.
Artikel 19
Boekjaar, begroting, meerjarenbedrijfsplan, bestuursverslag en jaarrekening
1. Het boekjaar van de Coöperatie is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Uiterlijk in de maand april stelt het Bestuur een begroting op voor het komende boekjaar.
De begroting wordt vóór vijftien mei ter verkrijging van advies aan de Raad van Commissarissen voorgelegd.
De Raad van Commissarissen kan de in dit lid aangegeven termijnen verlengen. Vervolgens wordt de begroting zo spoedig mogelijk ter vaststelling voorgelegd aan de Algemene Ledenvergadering.
3. Binnen zes (6) maanden na afloop van een boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vier (4) maanden door de Algemene Ledenvergadering op grond van bijzondere omstandigheden, maakt het Bestuur de jaarrekening op, bestaande uit de balans per het einde van dat jaar, de winst- en verliesrekening over dat jaar en de toelichting op deze stukken, een en ander overeenkomstig de bepalingen van titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Tegelijkertijd maakt het Bestuur een bestuursverslag op.
Deze stukken worden ondertekend door de Bestuurders en de Commissarissen. Indien een handtekening ontbreekt, wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt.
4. Uiterlijk vanaf de laatste dag van de termijn bedoeld in lid 3 van dit artikel ligt de opgemaakte jaarrekening met het bestuursverslag en de krachtens de wet toe te voegen gegevens, ten kantore van de Coöperatie ter inzage voor de Leden. Ieder van hen kan kosteloos afschriften daarvan verkrijgen.
5. De Coöperatie verleent opdracht tot onderzoek van de jaarrekening aan een registeraccountant. Tot het verlenen van de opdracht is de Algemene Ledenvergadering bevoegd. Gaat deze daartoe niet over dan is de Raad van Commissarissen bevoegd of, zo deze in gebreke blijft, het Bestuur.
De opdracht kan te allen tijde worden ingetrokken door de Algemene Ledenvergadering en door degene die haar heeft verleend; de door het Bestuur verleende opdracht kan bovendien door de Raad van Commissarissen worden ingetrokken.
6. De Algemene Ledenvergadering stelt de jaarrekening vast.
De jaarrekening kan niet worden vastgesteld indien de Algemene Ledenvergadering geen kennis heeft kunnen nemen van de verklaring van de accountant omtrent de getrouwheid van de jaarrekening.
7. De Algemene Ledenvergadering kan bij afzonderlijk besluit na de vaststelling van de jaarrekening het Bestuur en de Raad van Commissarissen decharge verlenen voor het gevoerde beleid respectievelijk het gehouden toezicht. De decharge kan worden verleend ten aanzien van een of meer Bestuurders of Commissarissen afzonderlijk als ook aan het Bestuur en de gehele Raad van Commissarissen.
8. Een eventueel netto-resultaat dat volgt uit de vastgestelde jaarrekening van de Coöperatie wordt toegevoegd aan de algemene reserve van de Coöperatie en kan slechts worden aangewend in het kader van het door de Coöperatie
uitgeoefende bedrijf. De Algemene Ledenvergadering kan bij een unaniem genomen besluit afwijken van het bepaalde in de eerste volzin van dit lid 8.
9. Het Bestuur stelt een meerjarenbedrijfsplan op en evalueert dit jaarlijks. Het meerjarenbedrijfsplan behoeft het voorafgaand advies van de Raad van Commissarissen en wordt door de Algemene Ledenvergadering vastgesteld. Het vorenstaande geldt mutatis mutandis voor wijzigingen van het meerjaren bedrijfsplan.
Artikel 20 Statutenwijziging
1. Tot wijziging van deze Statuten kan slechts worden besloten in een vergadering van de Algemene Ledenvergadering, indien:
a. gedurende een periode van ten minste vijf (5) dagen voor de vergadering van de Algemene Ledenvergadering tot na afloop van de dag, waarop de vergadering wordt gehouden, een afschrift tot het voorstel tot wijziging van de Statuten in welk afschrift de voorgedragen wijziging woordelijk moet zijn opgenomen ten kantore van de Coöperatie voor de Leden van de Coöperatie ter inzage is gelegd;
b. ten minste veertien (14) dagen voor de Algemene Ledenvergadering de dag van de oproeping en de dag van de vergadering niet mee gerekend, het voorstel tot wijziging van de Statuten ter kennis is gebracht van de leden;
c. het besluit tot wijziging wordt genomen met een meerderheid van ten minste drie/vierde (3/4) van de geldig uitgebrachte stemmen, in een Algemene Ledenvergadering waarin ten minste drie/vierde (3/4) gedeelte van de Leden aanwezig of vertegenwoordigd is;
d. het voorstel tot statutenwijziging is goedgekeurd door de Raad van Commissarissen.
Indien in een vergadering, waarin het voorstel tot statutenwijziging aan de orde is gesteld, niet ten minste drie/vierde (3/4) van de Leden aanwezig of vertegenwoordigd is, dan zal, met inachtneming van het hiervoor sub a, b en c bepaalde, een tweede vergadering worden bijeengeroepen. Deze tweede vergadering dient uiterlijk dertig (30) dagen na de eerste vergadering te worden gehouden. In deze tweede vergadering kan, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Xxxxx, met een meerderheid van ten minste drie/vierde (3/4) van de geldig uitgebrachte stemmen een geldig besluit worden genomen.
2. De wijziging van de Statuten treedt eerst in werking, nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van die akte is ieder Bestuurslid afzonderlijk bevoegd.
3. Het Bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de akte van statutenwijziging en van de volledige tekst van de na de wijziging geldende Statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister.
Artikel 21 Ontbinding
1. De Coöperatie wordt ontbonden:
a. door een daartoe strekkend besluit van de Algemene Ledenvergadering genomen met een meerderheid van ten minste drie/vierde (3/4) van de geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste een drie/vierde (3/4) meerderheid van het aantal leden van de Coöperatie aanwezig dan wel vertegenwoordigd is, mits het voorstel tot ontbinding voorafgaande aan de vergadering waarin het voorstel tot ontbinding aan de orde komt voor advies is voorgelegd aan de Raad van Commissarissen.
Is in een vergadering, waarin het voorstel tot ontbinding aan de orde is gesteld, niet ten minste drie/vierde (3/4) van de leden van de Coöperatie aanwezig of vertegenwoordigd dan zal een tweede vergadering worden bijeengeroepen, te houden uiterlijk dertig dagen na de eerste die alsdan, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden, mits met een meerderheid van drie/vierde (3/4) van de geldig uitgebrachte stemmen, een geldig zodanig besluit kan nemen;
b. door haar insolventie, nadat zij in staat van faillissement is verklaard of door opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel;
c. door de rechter in de gevallen in de wet bepaald;
d. door het geheel ontbreken van Xxxxx.
In het sub a bedoelde geval is het Bestuur met de vereffening van de boedel van de Coöperatie belast, onder toezicht van de Raad van Commissarissen. De Algemene Ledenvergadering is evenwel bevoegd om de vereffening op te dragen aan een daarvoor speciaal aan te wijzen derde, onverminderd het toezicht door de Raad van Commissarissen.
2. De vereffenaars dragen hetgeen na voldoening van alle schulden van het vermogen van de Coöperatie overblijft over aan de Leden, verdeeld op de wijze als aan hen met inachtneming van het bepaalde in artikel 14 lid 5 (het stemrecht) toekomt.
3. Gedurende zeven (7) jaren na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de Coöperatie berusten onder degene, die daartoe door de Algemene Ledenvergadering is aangewezen.
Artikel 22
Uitsluiting aan aansprakelijkheid
Indien bij gerechtelijke of buitengerechtelijke vereffening van de boedel van de Coöperatie blijkt dat haar bezittingen ontoereikend zijn om aan haar verbintenissen te voldoen, zijn noch zij die bij haar ontbinding leden waren, noch zij wiens lidmaatschap voordien is beëindigd, tegenover de vereffenaars voor een tekort aansprakelijk een en ander conform artikel 2:56 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 23 Reglementen
1. De Coöperatie heeft een Ledenreglement dat nadere regels geeft over zaken die in deze Statuten ter nadere regeling aan het Ledenreglement worden overgelaten en verder alle andere onderwerpen waarvan de regeling aan de Algemene Ledenvergadering gewenst voorkomt. De Algemene Vergadering is
bevoegd het Ledenreglement vast te stellen, mits daarover voorafgaand advies is gevraagd aan de Raad van Commissarissen.
2. De Algemene Ledenvergadering is daarnaast bevoegd andere reglementen vast te stellen, mits daarover voorafgaand advies is gevraagd aan de Raad van Commissarissen. Reglementen mogen niet in strijd zijn met de wet of de Statuten.
Artikel 24 Geschillenregeling
Indien tussen de Coöperatie en/of een of meer van haar Leden een geschil ontstaat, dan zal dit geschil worden beslecht op basis van de in het Ledenreglement op te nemen geschillenregeling.
Artikel 25 Slotbepaling
In alle gevallen waarin zowel de wet, deze statuten of reglementen niet voorzien, alsmede in die gevallen waarin onderdelen van deze statuten verschillend worden geïnterpreteerd, beslist de Raad van Commissarissen.
BIJLAGEN
Aan deze akte zullen de volgende bijlagen worden gehecht:
- +
SLOT
De comparant+e is mij, notaris, bekend.
WAARVAN AKTE, verleden te Utrecht op de datum in het hoofd van deze akte vermeld.
De zakelijke inhoud van de akte is door mij, notaris, aan de comparant+e meegedeeld en ik heb daarop een toelichting gegeven.
De comparant+e heeft daarna verklaard van de inhoud van de akte kennis te hebben genomen en met beperkte voorlezing in te stemmen. Vervolgens is deze akte na beperkte voorlezing onmiddellijk door de comparant+e en mij, notaris ondertekend.