Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
1 Begripsomschrijvingen
2 Dekking
3 Uitsluitingen
4 Schade
5 Indexering
6 Wijzigingen
7 Duur en einde van de verzekering
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de begripsomschrijvingen wordt eveneens verwezen naar artikel 1 van de Algemene Voorwaarden. In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
1.1 Afpersing
door bedreiging met geweld iemand dwingen een zaak af te geven met als doel wederrechtelijke bevoordeling;
1.2 Audiovisuele- en computerapparatuur
a. alle beeld-, geluids-, ontvang- en zendapparatuur (met uitzondering van mobiele telefoons), zoals radio’s, cd-, dvd- en blu-ray-spelers, televisietoestellen, videocamera’s, dvd,-harddisk- en videorecorders, navigatiesystemen;
b. alle soorten computerapparatuur.
Alles met inbegrip van de daarbij gebruikelijke randapparatuur en overige hulpmiddelen, zoals, cd’s, dvd's, blu-ray’s boxen, monitoren, schijf- en afdrukeenheden;
1.3 Beroving
met geweld iemand dwingen een zaak af te staan met als doel wederrechtelijke bevoordeling;
1.4 Braak
zichtbare verbreking van een afsluiting met het oogmerk zich wederrechtelijk toegang te verschaffen;
1.5 Brand
een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten.
Daarom is onder andere geen brand:
a. doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
b. oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
Onder brand wordt ook verstaan: schroeien, zengen, smelten, verkolen en broeien;
1.6 Dagwaarde
de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag vanwege waardevermindering door veroudering of slijtage;
1.7 Geld en geldswaardig papier
onder geld wordt verstaan gemunt geld en bankbiljetten, zowel in euro’s als in overige valuta, dienende tot wettig betaalmiddel.
Onder geldswaardig papier wordt verstaan papier dat een waarde in geld of een zekere geldsom vertegenwoordigt, zoals cheques, betaalpassen, creditcards, chipkaarten, telefoonkaarten, effecten en wissels. Onder geldswaardig papier wordt niet verstaan papieren waarmee een dienstverlening kan worden verkregen, zoals strippenkaarten, postzegels, abonnementen en toegangsbewijzen;
1.8 Glas
ruiten dienende tot lichtdoorlating, aanwezig in ramen en deuren van de op het polisblad omschreven recreatiewoning.
Onder ruiten wordt ook verstaan:
a. glas functionerend als ramen en deuren, glazen douchecabines;
b. lichtdoorlatend kunststof, aanwezig in of functionerend als ramen, deuren, koepels, lichtdoorlatende dakplaten;
1.9 Liggend glas
tot afdekking en lichtdoorlating dienend glas of kunststof, geplaatst onder een hoek van 45 graden of minder;
1.10 Herbouwwaarde
het bedrag nodig voor herbouw van de verzekerde recreatiewoning, onmiddellijk na het voorval op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming;
1.11 Inboedel
alle roerende zaken in eigendom van verzekerde, aanwezig in de recreatiewoning en bestemd om daar permanent te blijven.
Uitgezonderd zijn:
a. geld en geldswaardig papier;
b. motorrijtuigen, aanhangwagens, caravans, andere dan hier genoemde voertuigen, zeil- en motorboten en onderdelen en accessoires daarvan;
c. onbewerkte edele metalen en ongezette edelstenen;
1.12 Marktwaarde
de prijs die uitdrukking geeft aan de waarde op de inkoopmarkt;
1.13 Nieuwwaarde
het bedrag nodig voor het verkrijgen van nieuwe zaken van dezelfde soort en kwaliteit;
1.14 Noodvoorziening
de redelijkerwijs noodzakelijke voorlopige voorziening bij of na een gedekte gebeurtenis, aangebracht voor de verzekerde zaken, in afwachting van definitief herstel van de door de gebeurtenis ontstane schade aan de verzekerde zaken.
1.15 Ontploffing
onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, met inachtneming van het volgende.
Als de ontploffing ontstaan is:
1. binnen een – al dan niet gesloten – vat dan moet:
1. een opening in de wand van het vat ontstaan zijn door de druk van de zich daarin bevindende gassen of dampen en
2. door die opening moet de druk binnen en buiten het vat plotseling aan elkaar gelijk geworden zijn.
Hoe de gassen of dampen ontstaan zijn respectievelijk of die al dan niet voor de ontploffing aanwezig waren, is niet relevant.
2. buiten een vat dan moet die krachtsuiting het onmiddellijk gevolg zijn van een scheikundige reactie. Onder ontploffing wordt niet verstaan: implosie;
1.16 Opruimingskosten
de niet al in de schadevaststelling begrepen kosten van afbraak, wegruimen of afvoeren van de verzekerde voorwerpen, wanneer de afbraak, wegruiming en/of afvoer het noodzakelijke gevolg is van een door deze polis gedekt evenement. Het bedrag van de opruimingskosten wordt vastgesteld door dezelfde expert(s) die het bedrag van de overige schaden, waartegen op deze polis dekking is verleend, vaststel(t)(len). Onder opruimingskosten vallen niet de kosten van sanering;
1.17 Overstroming
het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen of andere waterkeringen, onverschillig of de overstroming veroorzaakt of het gevolg is van een door deze verzekering gedekt evenement.
Niet als overstroming wordt aangemerkt: het overlopen van bovengenoemde waterkeringen, indien dit overlopen wordt veroorzaakt door een extreme toevloed door hevige lokale regenval van ten minste 40 mm in 24 uur, 53 mm in 48 uur of 67 mm in 72 uur op en/of nabij de locatie waar de schade is ontstaan.
1.18 Recreatiewoning
de op het polisblad omschreven onroerende zaak, dienende tot recreatiewoning (al dan niet verhuurd), met al wat volgens de algemeen aanvaarde verkeersopvatting daarvan deel uitmaakt. Hierin zijn alle bouwsels begrepen die naar hun aard en inrichting bestemd zijn om duurzaam op hun plaats te blijven;
1.19 Sanering
1. onderzoeken, reinigen, opruimen, opslaan, vernietigen en/of vervangen van grond, grond- en/of oppervlaktewater om de verontreiniging hierin weg te nemen.
2. isoleren van die verontreiniging, waaronder begrepen beredding en noodvoorziening.
Alles wanneer grond, grond- en/of oppervlaktewater zijn gelegen op de locatie van verzekerde, zoals in de polis omschreven, of op de directe belendingen van die locatie.
Onder sanering valt niet de herinrichting van het terrein.
1.20 Stellen en verzamelingen
bij elkaar behorende voorwerpen die in één bedrag verzekerd zijn en waarvan de waarde van de onderdelen niet afzonderlijk is vastgesteld;
1.21 Storm
wind met een snelheid van tenminste 14 meter per seconde;
1.22 Vulkanische uitbarsting en aardbeving
bij schaden die ontstaan hetzij gedurende de tijd waarin, hetzij gedurende 24 uur nadat zich in of nabij de verzekerde zaken de gevolgen van vulkanische uitbarsting of aardbeving hebben geopenbaard, dient verzekerde te bewijzen, dat de schade niet aan die verschijnselen is toe te schrijven.
1.23 Verkoopwaarde
het bedrag dat door de meest biedende gegadigde zou zijn betaald, bij aanbieding voor de verkoop op de meest geschikte wijze en na de beste voorbereiding;
1.24 Verzekerde
1. de verzekeringnemer;
2. de inwonende gezinsleden en/of met verzekeringnemer in gezinsverband samenwonende personen;
Artikel 2 Dekking
2.1 Omvang van de dekking van de recreatiewoning
De verzekering dekt iedere onvoorziene materiële schade aan de op het polisblad genoemde recreatiewoning veroorzaakt door:
x. xxxxx, ook door enig gebrek of eigen bederf;
b. ontploffing, ook door enig gebrek of eigen bederf;
c. water onvoorzien gestroomd uit zit- of slaapmeubelen, zoals waterbedden door een plotseling optredend defect;
d. water onvoorzien gestroomd uit aquaria door xxxxx of defect daarvan;
e. water, of stoom, onvoorzien en plotseling, gestroomd of gelopen uit binnen of buiten de recreatiewoning gelegen leidingen of daarop aangesloten, vast geïnstalleerde of vast opgestelde toestellen, respectievelijk installaties van waterleidingen, de centrale verwarming, airconditioning of sprinklerinstallatie, alsmede putten en riolen, als gevolg van het springen door vorst, breuk, verstopping of een ander plotseling onvoorzien optredend defect.
Als hierdoor schade aan de recreatiewoning is ontstaan dan zijn eveneens gedekt:
1. de kosten van het opsporen van de breuk of defect aan de leidingen binnen de recreatiewoning;
2. de kosten, met het opsporen van de breuk of defect aan de leidingen binnen de recreatiewoning verband houdende, van breek- en herstelwerk aan muren, vloeren, en andere onderdelen van de recreatiewoning;
3. de kosten van herstel van leidingen.
x. xxxxx;
x. xxxxxx- en waterdruk op daken en tegen muren;
h. onverschillig welk ander plotseling en onvoorzien voorval.
Schade ontstaan door de gevaren als genoemd in artikel 2.1.a t/m g wordt niet beschouwd als schade door een ander plotseling en onvoorzien voorval.
2.2 Dekking boven het verzekerd bedrag van de recreatiewoning
a. Verzekeraar vergoedt tot ten hoogste 10% van het verzekerd bedrag, elk van de navolgende onderdelen:
1. huurderving op basis van de huurwaarde van de recreatiewoning, veroorzaakt door het geheel of gedeeltelijk onbruikbaar worden van de recreatiewoning tengevolge van een verzekerde gebeurtenis gedurende een periode gelijk aan de volle tijd nodig voor herstel of herbouw tot ten hoogste een jaar. Indien niet wordt hersteld of herbouwd, wordt 3 maanden huurderving vergoed;
2. schade aan tuinaanleg en beplanting in de tuin van de recreatiewoning ten gevolge van de gevaren brand, blikseminslag, ontploffing, lucht- en ruimtevaartuigen, aanrijding of aanvaring;
3. opruimingskosten;
4. extra kosten van herstel van de recreatiewoning, na een gedekte gebeurtenis tengevolge van voorschriften van Bouw- en Recreatiewoningtoezicht of andere bevoegde overheidsorganen;
5. de noodzakelijke kosten van bewaking.
b. Verzekeraar vergoedt tot een maximum van € 500,- per gebeurtenis:
de extra kosten die verband houden met een door deze verzekering gedekt evenement, voor zover niet vallend onder 2.2.a.1 t/m 5. Deze kosten dienen door verzekerde te worden aangetoond en niet door een andere verzekering te zijn gedekt.
c. Verzekeraar vergoedt ongelimiteerd:
honoraria en kosten van experts. Als echter de honoraria en kosten die voortvloeien uit de opdracht van verzekerde hoger zijn dan die voortvloeiende uit de opdracht van verzekeraar, is het meerdere voor rekening van verzekerde. Honoraria en kosten van door verzekerde benoemde experts worden
echter niet vergoed als deze experts zich niet hebben geconformeerd aan de ‘Gedragscode Expertiseorganisaties”.
2.3 Aan- en verbouw
Verzekerde heeft met betrekking tot de recreatiewoning de vrijheid over te gaan tot aanbouw, verbouwing, uitbreiding, afbraak, interne verplaatsing en andere wijzigingen. Gedurende de periode dat de recreatiewoning in aan- of verbouw is, is de recreatiewoning uitsluitend verzekerd tegen de gevolgen van brand, brandblussing, blikseminslag, ontploffing, luchtvaartuigen en storm.
Gedurende de aan-/verbouwperiode bestaat er dekking tegen schade door diefstal voor zaken die in de recreatiewoning moeten worden geplaatst of geïnstalleerd en daarna blijvend deel uitmaken van de recreatiewoning indien:
1. de in aan- of verbouw zijnde recreatiewoning afsluitbaar is; en
2. anderen dan de verzekerde of de aan-/onderaannemer geen toegang tot de recreatiewoning hebben; en
3. verzekerden de sleutels beheren; en
4. er sporen van braak aan de recreatiewoning zijn.
2.4 Omvang van de glasdekking
a. Verzekerd is de materiële schade aan het omschreven glas door breuk en de gevolgschade aan de kozijnen, veroorzaakt door elke onvoorzien en plotseling op het glas inwerkende gebeurtenis;
b. het lek slaan van isolerend glas, binnen 10 jaar na de fabricagedatum, waaronder te verstaan: vermindering van doorzicht door condensatie of aanslag van stofdelen aan de binnenzijde, dus tussen de bladen, van het isolerend glas. Als de verzekeringnemer op grond van de door de leverancier en/of fabrikant gegeven garantie aanspraak kan maken op vergoeding, wordt de schade niet vergoed;
c. verzekerd zijn de kosten van een noodvoorziening;
d. verzekerd is ook liggend glas, zowel in samenstelling als uit één geheel, onderdeel vormend van of bestaande uit een totale oppervlakte van niet meer dan 4m2.
2.5 Omvang van de inboedeldekking binnen de recreatiewoning
De verzekering dekt onvoorziene materiële schade aan respectievelijk verlies (inclusief diefstal) van de inboedel op basis van nieuwwaarde, veroorzaakt door:
a. brand, ook als gevolg van enig gebrek of eigen bederf;
b. ontploffing ook als gevolg van enig gebrek of eigen bederf;
c. diefstal van inboedel uit de recreatiewoning voorafgegaan door xxxxx;
d. water onvoorzien gestroomd of overgelopen uit de binnen en buiten de recreatiewoning gelegen waterleiding(en) en de centrale verwarmingsinstallatie(s) en uit daarop aangesloten aan- en afvoerleidingen, sanitaire en andere toestellen, alsmede uit putten en riolen.
Indien het onvoorzien uitstromen van water het gevolg is van een breuk respectievelijk een defect aan een binnen de woning gelegen leiding en hierdoor schade is ontstaan, zijn medegedekt de kosten van opsporing van de breuk of het defect en van het daarmee verband houdende breek- en herstelwerk aan muren, vloeren en andere onderdelen van de woning alsmede de kosten van herstel van de leidingen.
e. water onvoorzien gestroomd uit zit- of slaapmeubelen zoals waterbedden tengevolge van een plotseling optredend defect. Schade aan de zit- of slaapmeubelen zelf is uitgesloten;
f. onverschillig welk ander plotseling en onvoorzien voorval.
2.6 Omvang van de inboedeldekking buiten de recreatiewoning
a. Op balkons, galerijen, in de tuin of op het erf, onder afdaken (alle behorende bij het gebouw) en aan de buitenkant van de recreatiewoning wordt uitsluitend schade vergoed aan:
- antennes;
- zonweringen, mits aard en nagelvast aan de recreatiewoning verbonden;
- tuinmeubelen;
- tuingereedschap;
- vlaggenstokken;
- wasgoed;
als de schade het gevolg is van:
- brand en brandblussing;
- blikseminslag;
- ontploffing;
- lucht- en ruimtevaartuigen;
- diefstal (of een poging daartoe);
- beroving;
- afpersing;
- vandalisme.
Bij antennes en zonweringen wordt bovendien schade vergoed door storm en neerslag.
2.7 Dekking boven het verzekerd bedrag van de inboedel
a. Verzekeraar vergoedt tot ten hoogste 10% van het verzekerd bedrag voor:
1. opruimingskosten;
2. kosten van vervoer en opslag elders van de verzekerde zaken indien de op het polisblad omschreven recreatiewoning als gevolg van een verzekerde gebeurtenis onbewoonbaar/onverhuurbaar wordt.
b. Verzekeraar vergoedt tot een maximum per gebeurtenis:
1. kosten voor het aanbrengen van nieuwe sloten en/of cilinders als de sleutels uit de recreatiewoning gestolen zijn of verkregen door diefstal, afpersing of beroving mits deze sloten onmiddellijk na een dergelijke gebeurtenis worden aangebracht, tot een maximum van
€ 250 per jaar;
2. schade veroorzaakt door een defect aan de koel/vriesinrichting al dan niet ten gevolge van een eigen gebrek, dan wel door een storing langer dan 6 uur bij de stroomleverende instantie. Uitsluitend schade aan levensmiddelen wordt vergoed tot een maximum van € 1.250,-;
3. extra kosten die verband houden met een door deze verzekering gedekt evenement, voor zover niet vallend onder 2.7.b.1 en 2.7.b.2. Deze kosten dienen door verzekerde te worden aangetoond en niet door een andere verzekering te zijn gedekt. De maximale vergoeding hiervoor bedraagt € 500,- per gebeurtenis;
4. schade aan reisbagage voor zover dit in de recreatiewoning aanwezig is
tot een maximum van € 500,- en voor zover dit niet door een andere verzekering gedekt is.
c. Verzekeraar vergoedt ongelimiteerd:
honoraria en kosten van experts. Echter als de honoraria en kosten die voortvloeien uit de opdracht van verzekerde hoger zijn dan die voortvloeiende uit de opdracht van verzekeraar, is het meerdere voor rekening van verzekerde. Honoraria en kosten van door verzekerde benoemde experts worden echter niet vergoed als deze experts zich niet hebben geconformeerd aan de ‘Gedragscode Expertiseorganisaties’.
2.8 Omvang van de aanvullende dekking huurderving
a. deze verzekering dekt tevens schade wegens huurderving, veroorzaakt door het geheel of gedeeltelijk verloren gaan van het op Landschapspark Orveltermarke gevestigde centrumgebouw met bijbehorende voorzieningen, tengevolge van één der oorzaken omschreven in artikel 2.1.a en 2.1.b (omvang van de dekking van de recreatiewoning);
b. onder huurderving wordt verstaan, het verschil tussen de huuropbrengst van de recreatiewoning voor en na de onder 2.8.a genoemde gedekte gebeurtenis;
c. de uitkeringstermijn gaat in op de dag waarop de door deze verzekering gedekte huurschade ontstaat en eindigt na verloop van ten hoogste 52 weken;
d. de schadetermijn omvat de tijd, die nodig zal zijn het gebouw/de gebouwen in de oorspronkelijke toestand te herstellen;
e. het schadebedrag omvat het bedrag van de huurderving gedurende de onder 2.8.d. genoemde tijd;
f. indien het gebouw of de gebouwen in een andere dan oorspronkelijke toestand worden hersteld, zal als schadetermijn in dat geval worden aangenomen de termijn aanvangende op de dag van de ramp en eindigende op de dag waarop het gebouw of de gebouwen voor gebruik geschikt is, zulks onder het uitdrukkelijke beding dat laatstbedoelde termijn nooit langer zal zijn dan die welke benodigd zou zijn geweest voor het herstel in oorspronkelijke toestand. In ieder geval zal de schadevergoeding zich over geen langere periode uitstrekken dan de genoemde maximum uitkeringstermijn van 52 weken;
g. wanneer de periode waarbinnen het herstel kan plaatsvinden op enigerlei wijze wordt verlengd als direct of indirect gevolg van werkstaking, uitsluiting van werklieden of andere oorzaken, zal bij bepaling van de duur van de uitkeringstermijn met de dientengevolge ontstane verlenging geen rekening worden gehouden, onverschillig of deze zich reeds bij de afsluiting van de verzekering voordeden;
h. wanneer na een gedekte gebeurtenis het gebouw of de gebouwen niet wordt hersteld, of wanneer binnen acht weken na de gebeurtenis nog geen pogingen zijn aangewend om het te herbouwen of het te herstellen wordt de uitkeringstermijn tot tien weken terugbracht. Het eventueel door de maatschappij teveel betaalde zal aan haar moeten worden terugbetaald;
i. indien gedurende de loop van een verzekeringsjaar meer gedekte gebeurtenissen mochten plaatsvinden, zal de som van de in een verzekeringsjaar betaalde en te betalen schadevergoedingen in geen geval het totaal bij deze polis verzekerde bedrag overschrijden;
j. indien blijkt dat ten tijde van de ramp hetzelfde belang nog door andere verzekeringen is gedekt, zal op deze polis nooit meer worden betaald dan een evenredig deel van de totale schade;
k. het bepaalde in artikel 3 (uitsluitingen) is eveneens op deze dekking van toepassing.
Artikel 3 Uitsluitingen
Naast de in de Algemene Voorwaarden opgenomen uitsluitingen gelden eveneens de onderstaande uitsluitingen.
3.1 Uitsluitingen recreatiewoning en inboedel
Van de verzekering is uitgesloten schade aan de recreatiewoning en/of de inboedel indien dit veroorzaakt is door of het gevolg is van:
a. regen, hagel, sneeuw of smeltwater (verder te noemen neerslag) binnengedrongen door openstaande deuren, ramen of luiken;
b. vochtdoorlating van muren;
c. slecht onderhoud van de recreatiewoning;
d. grondwater tenzij binnengedrongen via afvoerleidingen en daarop aangesloten installaties en toestellen;
e. bovendien zijn uitgesloten reparatiekosten van daken, dakgoten, dakbedekking en afvoerpijpen;
f. bij schade door een plotseling en onvoorzien voorval als bedoeld in artikel 2.1.h en 2.5.f is verder uitgesloten schade aan de verzekerde recreatiewoning en/of inboedel veroorzaakt door of het gevolg van:
1. ontwerp-, productie-, uitvoerings-, constructie-, bedieningsfouten, gebruik van onjuiste of gebrekkige materialen, alsmede onvoldoende of achterstallig onderhoud;
2. schade aan machines en huishoudelijke apparaten tengevolge van gebruik van deze machines en apparaten;
3. bewerken of testen , montage, enige reparatie-, aanpassing-, service- of onderhoudswerkzaamheden;
4. wegvallen van enige energie- en watervoorziening;
5. fermentatie, broei, eigen gebrek, eigen bederf, ongedierte, insecten, slijtage, corrosie, vochtige of droge atmosfeer, extreme temperaturen, verandering van temperatuur, luchtvervuiling, krimp, lekkage of verspilling, verdamping, gewichtsverlies, roest, verandering van smaak, kleur of samenstelling en langzaam werkende invloeden.
6. enig onverklaarbaar verlies of tekort ten tijde van inventarisatie vastgesteld, frauduleus handelen, verduistering, vermissing;
7. feitelijke, vermeende of dreigende vrijkoming, lozing, ontsnapping of verspreiding van besmette, verontreinigende of vervuilende stoffen, met inbegrip van bacteriën, schimmels, virussen of gevaarlijke substantie.
8. het gebruik van oliën, vetten, verven, bijtende of invretende stoffen e.d. (behalve olie onvoorzien gestroomd uit een op een afvoerkanaal aangesloten verwarmingsinstallatie en uit de zich binnenshuis bevindende leidingen of tanks);
9. wissen of vervorming van informatie in elektronische systemen of op informatiedragers;
10. instorten, zetten, verzakken, krimpen of uitzetten van de recreatiewoning met inbegrip van funderingen;
11. vandalisme (tenzij na wederrechtelijk binnendringen in de recreatiewoning door de dader) en beschadiging door graffiti, xxxxxxxxx, beschilderen e.d.;
12. overheidsingrijpen waaronder tevens wordt verstaan verbeurdverklaring, vordering of confiscatie door enig wettig ingestelde overheid;
13. dieren die door verzekerde worden gehouden of door deze zijn toegelaten;
14. een plotseling en onvoorzien voorval als de schade opzettelijk is veroorzaakt door een niet- gezinslid zoals een huurder of logé;
g. aardbeving, vulkanische uitbarsting en overstroming (deze uitsluiting geldt niet voor brand of ontploffing veroorzaakt door overstroming);
h. vergoeding van saneringskosten als bedoeld in artikel 1.19.
3.2 Uitsluitingen glas
Van de verzekering is uitgesloten schade ontstaan aan:
a. glas in windschermen, overkappingen, broeikassen en in balkon- en terreinafscheidingen;
b. op het glas aangebrachte versieringen, beschilderingen, etswerk en opschriften
c. gebrandschilderd glas;
x. xxxxxxxxx, glas in lood, kunststof en isolerende beglazing indien de schade bij deze typen glas is veroorzaakt door eigen gebrek;
e. glas tijdens verplaatsing, verwerking, bewerking en opslag;
f. ramen, dakramen, deuren, koepels of de kitvoegen, ontstaan door achterstallig onderhoud;
x. xxxx, doordat het glas onjuist is geplaatst;
x. xxxx tijdens aanbouw, verbouwing of leegstand van de recreatiewoning;
i. glas door slijtage, klimatologische of temperatuursinvloeden, of andere geleidelijk werkende invloeden.
3.3
Niet vergoed wordt schade waarbij de overheid is verplicht tot schadeloosstelling, als na een gedekte gebeurtenis de recreatiewoning van overheidswege niet op de onbeschadigde fundamenten mag worden herbouwd.
Artikel 4 Schade
4.1 Verdeling bewijslast
Als zich een schade aan de verzekerde recreatiewoning en/of inboedel voordoet, zal verzekerde aan dienen te tonen dat deze schade niet veroorzaakt is door of een gevolg is, noch indirect, noch direct van de omstandigheden zoals genoemd in artikel 3.1f.1 en 3.1f.10.
4.2 Bepaling van de schadeomvang van de recreatiewoning
a. Schadeomvang
Als schade zal worden aangemerkt het verschil tussen de waarde van de recreatiewoning onmiddellijk vóór en onmiddellijk na de gebeurtenis of, naar keuze van verzekeraar, de onmiddellijk na de gebeurtenis vastgestelde herstelkosten, voor zover de recreatiewoning
naar het oordeel van de experts voor herstel vatbaar is.
b. Herbouwen of niet herbouwen
Als waarde onmiddellijk vóór de gebeurtenis zal worden aangehouden het bedrag van de voortaxatie of de herbouwwaarde, mits binnen 1 jaar na de schadedatum aan verzekeraar schriftelijk wordt medegedeeld dat verzekeringnemer zal herbouwen op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming.
De verkoopwaarde zal worden aangehouden als:
1. verzekeringnemer niet herbouwt;
2. of niet binnen 1 jaar schriftelijk mededeling doet van herbouw;
3. of wanneer reeds vóór de schade:
- de verzekeringnemer het voornemen had de recreatiewoning af te breken;
- de recreatiewoning bestemd was voor afbraak of onteigening;
- de recreatiewoning door de gemeente onbewoonbaar of onbruikbaar was verklaard;
- een als zelfstandig aan te merken deel van de recreatiewoning leegstond of al langer dan 60 dagen buiten gebruik was en de recreatiewoning bovendien ten verkoop stond aangeboden;
- de recreatiewoning geheel of gedeeltelijk gekraakt was;
- de verzekeringnemer het voornemen had de recreatiewoning te verkopen, tenzij verzekeringnemer een herbouwplicht heeft.
In ieder geval wordt van de herbouwwaarde uitgegaan indien deze lager is dan de verkoopwaarde.
c. Bij schade aan zonneschermen, markiezen en antennes zal schadevergoeding gedurende één jaar na aanschaf plaatsvinden op basis van nieuwwaarde. Daarna zal schadevergoeding plaatsvinden op basis van dagwaarde.
4.3 Bepaling van de schadeomvang van de inboedel
a. Schadeomvang
Als schade zal worden aangemerkt het verschil tussen de waarde van de verzekerde voorwerpen onmiddellijk vóór en onmiddellijk na de gebeurtenis of, naar keuze van verzekeraar, de onmiddellijk na de gebeurtenis vastgestelde herstelkosten, voor zover de verzekerde voorwerpen naar het oordeel van de experts voor herstel vatbaar zijn. Voorts wordt als schade aangemerkt de grootte van een door de gebeurtenis veroorzaakt en door het herstel niet opgeheven waardevermindering als deze door de experts is vastgesteld.
b. Waardebepaling
Als waarde onmiddellijk vóór de gebeurtenis zal worden aangehouden het bedrag van de voortaxatie of de nieuwwaarde.
Bij de vaststelling van de waarde onmiddellijk na de gebeurtenis zal waar mogelijk met deze waarden rekening gehouden worden.
Schadevaststelling op basis van dagwaarde vindt plaats bij:
- inboedel waarvan de dagwaarde minder is dan 40% van de nieuwwaarde;
- inboedel die onttrokken zijn aan het gebruik waarvoor zij waren bestemd; Voorwerpen met een antiquarische- of zeldzaamheidswaarde worden op basis van marktwaarde vergoed.
De schade aan gehuurde voorwerpen wordt vastgesteld op de vergoeding die aan de verhuurder verschuldigd is.
4.4 Garantie tegen onderverzekering
Er is garantie tegen onderverzekering. Dit betekent dat, ongeacht de werkelijke herbouwwaarde van de recreatiewoning c.q. de werkelijke waarde van de inboedel, de volledige verzekerde, werkelijke schade wordt vergoed tot de maximale vergoeding vermeld op het polisblad, verhoogd met de eventueel gemaakte kosten onder de titel ‘Dekking boven het verzekerd bedrag’.
Het is mogelijk dat de herbouwwaarde van de recreatiewoning c.q. de waarde van de inboedel door factoren als prijsstijgingen, uitbreiding en verbetering, de maximale vergoeding op de polis overtreft. In dat geval dient verzekerde zelf contact met verzekeraar op te nemen zodat deze de polis kan aanpassen.
4.5 Schadebetaling
Verzekeraar heeft het recht bij schadevergoeding op basis van herbouwwaarde eerst 40 procent van de naar herbouwwaarde berekende schadevergoeding te voldoen. Verzekeraar heeft het recht het meerdere eerst te voldoen na overlegging van nota’s. De totale op de materiële schade betrekking hebbende uitkering(en) zal/zullen nooit meer bedragen dan de werkelijk betaalde kosten.
4.6 Natura
a. als verzekeraar gebruik maakt van haar recht (een deel van) de schade in natura te vergoeden, wordt de omvang daarvan vastgesteld op het bedrag van de naturavergoeding;
b. afhankelijk van de situatie kan verzekeraar het gebroken glas zo spoedig mogelijk laten vervangen door glas van dezelfde soort en kwaliteit of de kosten aan de verzekeringnemer vergoeden.
4.7 Eigen risico
a. Er geldt een eigen risico van € 250,- per gebeurtenis als een schade geclaimd wordt op basis van de schadeoorzaak storm, harde wind, sneeuw- en waterdruk en hagel.
b. Er geldt een eigen risico van € 100,- per gebeurtenis, wanneer de schade geclaimd wordt op basis van artikel 2.1.h of 2.5.f (plotseling en onvoorzien voorval).
Artikel 5 Indexering
Jaarlijks en per hoofdpremievervaldatum die op het polisblad staat, wordt de premie aangepast op basis van het laatst berekende indexcijfer voor bouwkosten en/of woninginboedels van het Centraal Bureau voor de Statistiek die het Verbond van Verzekeraars publiceert.
Artikel 6 Wijzigingen
Voor de bepalingen omtrent de wijzigingen wordt eveneens verwezen naar artikel 5 van de Algemene Voorwaarden.
6.1 Bekendheid
Verzekeraar is bekend met de ligging, bouwaard, inrichting en het gebruik van de recreatiewoning op het moment van het begin van de overeenkomst, en met de belendingen gedurende de looptijd van de overeenkomst.
6.2 Verplichtingen bij risicowijzigingen
Verzekeringnemer moet verzekeraar schriftelijk mededeling doen over wijziging van adres, bestemming, bouwaard of dakbedekking, gebruik en het geheel of gedeeltelijk kraken of leegstaan van de recreatiewoning. Deze mededeling moet zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 60 dagen na de wijziging, worden gedaan. Tenzij verzekeringnemer van het optreden van één der genoemde wijzigingen niet op de hoogte was en dat redelijkerwijs ook niet kon zijn.
6.3 Voortzetting en beëindiging na risicowijziging
a. Na risicowijziging heeft verzekeraar de mogelijkheid:
1. de verzekering binnen twee maanden (als op andere wijze vernomen binnen één maand) na ontvangst van de onder 6.2 bedoelde mededeling te beëindigen;
2. nieuwe voorwaarden en/of premie voor te stellen waarop de verzekering kan worden voorgezet. Als geen overeenstemming bereikt wordt over de voortzetting van de verzekering, eindigt deze alsnog 30 dagen na de mededeling hiervan door verzekeraar.
b. Verzuimt de verzekeringnemer mededeling te doen van een risicowijziging, genoemd in artikel 6.2, dan vervalt het recht op schadevergoeding 60 dagen na de datum van risicowijziging. Tenzij de verzekering ook na kennisgeving zou zijn voortgezet. Een eventuele schade wordt vergoed, als de verzekering zou zijn voortgezet:
1. tegen een hogere premie, in de verhouding van de oorspronkelijke premie tot de nieuwe premie;
2. tegen gewijzigde voorwaarden met inachtneming van die voorwaarden.
Artikel 7 Duur en einde van de verzekering
60 dagen na eigendomsoverdracht van de recreatiewoning en/of inboedel, tenzij verzekeraar met de nieuwe belanghebbende anders is overeengekomen.