Obligatie Overeenkomst
Obligatie Overeenkomst
Uitgifte 1 november 2020
Voorwaarden per stuk
Nominale waarde per obligatie is € 500,- 5% jaarrente looptijd 60 maanden
Totaal € 500.000,-
Rente per kwartaal per obligatie € 6,25 Aflossing ineens na 5 jaar
Totaal maximaal 1.000 stuks
Aangeboden en uitgegeven door: Uitgevende instelling
Sixieme Investment BV Xxxxxxxxxxx 000
0000 XX Xxxxxxxxx
KvK nummer: 954906
Inhoud
Kenmerken van de bedrijfsobligatie 4
Besteding van de opbrengst van de obligatie plaatsing 5
Bijlage 2: rente en aflossingsbetalingen per obligatie 16
Bijlage 3: Adres Fundingsite 17
In deze overeenkomst zijn de volgende partijen aangeduid.
Partij | Naam en/of omschrijving |
Uitgevende instelling | Vennootschap: Naam: Sixieme Investment BV Adres: Xxxxxxxxxxx 000 Postcode: 1441 MN Plaats: Purmerend Kamer van koophandel nummer: 69549060 Bestuurder Naam: Mevr. Xxxxxxx Xxxx Xxxxx: Xxxxxxxxxxx 000 Postcode: 1441 MN Plaats: Purmerend |
Contactpersoom | Naam: Mevr. Xxxxxxx Xxxx Xxxxx: Xxxxxxxxxxx 000 Postcode: 1441 MN Plaats: Purmerend |
Register van aandeelhouders wordt bijgehouden door: | Sixieme Investment BV |
Pandrecht | Voor de obligatiehouders wordt pandrecht gevestigd op de aangekochte studio’s en appartementen alsmede de hieruit voortvloeiende huuropbrengsten. |
Kenmerken van de bedrijfsobligatie.
De Aanbieding en Uitgifte en de waarde van de Bedrijfsobligatie hebben de volgende kenmerken:
Bedrijfsobligatie emissie nummer: | 1 |
Nominale Waarde van één Obligatie: | € 500,- |
Minimale afname: | 1 |
Bonus: | n.v.t. |
Termijn/periode | 60 maanden |
Looptijd: | 5 jaar |
Aflossing: : | Ineens na 5 jaar |
Vaste Rente op jaarbasis: | 5% |
Rentebetaling: | Per kwartaal |
Emissiekosten: | n.v.t. |
Besteding van de opbrengst van de obligatie plaatsing
De opgehaalde gelden door plaatsing van obligatie worden als volgt besteed zoals tevens opgenomen in het informatiememorandum.
Informatie memorandum: | Titel: Informatiememorandum V2.0 Datum: Oktober 2020 Versie: 2 |
Waaraan worden gelden besteed: | Omschrijving zoals in informatiememorandum is opgenomen |
In deze voorwaarden hebben de volgende begrippen, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald, de navolgende betekenis:
Informatie memorandum
Het document waarin de uitgevende instelling het doel van de obligatie plaatsing beschrijft. De obligatiehouder heeft kennis genomen van dit document en dat als zodanig kenbaar gemaakt bij de betaling van de obligatie.
Aflossingsdatum
De dag waarop (delen van) de Bedrijfsobligatie door terugbetaling van (delen van) de (uitstaande) Hoofdsom van de schuld aan de Obligatiehouders moeten worden terugbetaald.
Bedrijfsobligatie(s) en/of Obligatie(s)
De niet-beursgenoteerde onder condities verhandelbare schuldtitel(s) op naam , die onder de voorwaarden als hierin is bepaald door de Uitgevende Instelling is (of wordt) uitgegeven aan een Obligatiehouder onder de naam Bedrijfsobligatie(s)’ of obligatie(s) en die het recht op terugbetaling van de Hoofdsom alsmede recht op uitkering van Rente omvat. Aan elke
Bedrijfsobligatie wordt een uniek nummer toegekend, hetgeen éénmalig wordt uitgegeven.
Emissie
Elke Uitgifte van Bedrijfsobligaties bij of na de Eerste Emissie.
Hoofdsom
Het bedrag dat een Obligatiehouder stort op 1 (één) of meerdere Bedrijfsobligaties, gelijk aan de Nominale Waarde van 1 (één) of meerdere Bedrijfsobligaties.
Obligatiehouder
Een obligatiehouder is een persoon of bedrijf die op of na de Stortingsdatum, door Uitgifte dan wel door verkrijging op de wijze in een of meerdere Bedrijfsobligaties heeft deelgenomen en op de in bijlage 2 genoemde website akkoord is gegaan met de obligatievoorwaarden.
Uitgevende instelling
De uitgevende instelling is de vennootschap die de obligaties uitgeeft aan obligatiehouders, de gelden ontvangt van obligatiehouders en de rente en aflossing betaalt aan obligatiehouders.
Overeenkomst
De Obligatie Overeenkomst van de plaatsing van een Bedrijfsobligatie welke tot stand komt, of is gekomen tussen de Uitgevende Instelling en de Obligatiehouder.
Pandrecht
Een bezitloos zakelijk zekerheidsrecht op (on)roerende activa (3:237 BW).
Register van Obligatiehouders
Het Register waarin naam, adres, e-mailadres en bankrekening van de Obligatiehouder (pandhouder of vruchtgebruiker, indien van toepassing) en het aantal en de nummers van de Bedrijfsobligaties, de Stortingsdatum en de Aflossingsdatum worden ingeschreven.
Rente of vaste rente
De vaste jaarlijkse vergoeding uitgedrukt als percentage van de (uitstaande) Hoofdsom.
Rentebetalingsdatum
Datum waarop de Uitgevende Instelling gehouden is Rente uit te keren aan de Obligatiehouders.
Emissie
Elke Bedrijfsobligatie die onderdeel vormt van een verkoop van Bedrijfsobligaties die onder onderstaande voorwaarden zijn/worden verkocht.
Periode
Een obligatielening kent een aantal periodes. Dat is de looptijd uitgedrukt in kalender maanden, -kwartalen en/of -jaren. Periodiek betekent dan per periode.
Aflossing
De terugbetaling van de obligatielening aan de obligatiehouder. De aflossing kan ineens of in termijnen plaatsvinden. De aflossing in termijnen kan volgens een annuïteit- of lineaire aflossing geschieden. De aflossing ineens is het bedrag van de obligatielening ineens aflossen aan het einde van de looptijd van de obligatie.
Annuïteit
Een annuïteit is een vast bedrag dat periodiek betaald of ontvangen wordt gedurende een bepaalde periode. Annuïteit is hier een periodiek bedrag. Het bedrag bestaat uit een deel aflossing en een deel rente. Het aflossingsbestanddeel is bij aanvang laag, maar neemt exponentieel toe gedurende de looptijd. Het rentebestanddeel is bij aanvang hoog, maar neemt steeds sneller af naarmate de looptijd verstrijkt. De betaling geschiedt aan het einde van elke periode (postnumerando).
Stortingsdatum
De datum waarop door of namens de Obligatiehouder het bedrag van de Hoofdsom van de Bedrijfsobligatie is gestort op de door de Uitgevende Instelling aangegeven bankrekening plus de wettelijk verplichte bedenktijd van veertien dagen.
Toezichtrechtelijke Beperkingen
De Beperkingen op de Uitgifte en overdracht van Bedrijfsobligaties zoals die zijn bepaald bij of krachtens de artikelen 3:5 en 5:3 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) zoals die thans luidt, zoals die na wijziging zal luiden of enige wet- of regelgeving die daarvoor in de plaats mocht komen.
Tweede, derde, vierde en vijfde Emissie
De (eventuele) Tweede Aanbieding en Uitgifte van Obligaties, genaamd Emissie 2, die plaats kan vinden.
De (eventuele) Derde Aanbieding en Uitgifte van Obligaties, genaamd Emissie 3, die plaats kan vinden.
De (eventuele) Vierde Aanbieding en Uitgifte van Obligaties, genaamd Emissie 4, die plaats kan vinden.
De (eventuele) Vijfde Aanbieding en Uitgifte van Obligaties, genaamd Emissie 5, die plaats kan vinden.
Werkdag
Een dag, niet zijnde een zaterdag of een zondag en niet zijnde een algemeen erkende feestdag als bedoeld in artikel 3 lid 1 van de Algemene Termijnenwet noch een in artikel 3 leden 2 of 3 van die wet met een algemeen erkende feestdag gelijkgestelde dag, waarop de banken in Nederland geopend zijn en betalingstransacties verrichten.
Gebruik meervoud
Voor zover in deze Overeenkomst de hiervoor gebruikte begrippen in meervoud worden gebruikt, dienen deze overeenkomstig de hiervoor weergegeven definities te worden uitgelegd.
1.0 Obligatie
1.1 De Uitgevende Instelling geeft Bedrijfsobligaties uit onder de voorwaarden, zoals in deze voorwaarden is bepaald.
1.2 De Aanbieding en Uitgifte van de Bedrijfsobligaties dient ter financiering van hetgeen in het informatie memorandum is beschreven.
1.3 De gelden verstrekt door de Obligatiehouders door aankoop van obligatie(s) is een verstrekking op basis van doorlopende Inschrijving en doorlopende Aanbieding en Uitgifte van Bedrijfsobligaties.
1.4 Elke Obligatiehouder en de Uitgevende Instelling zijn gebonden aan de in artikel 2.1 bedoelde voorwaarden.
1.5 De Bedrijfsobligaties luiden in Euro’s. De stortingen op de Bedrijfsobligaties alsmede de Rente op en de Aflossingen van de Bedrijfsobligaties worden eveneens afgerekend in Euro’s.
1.6 De Aanbieding en Uitgifte en de waarde van de Bedrijfsobligatie hebben de kenmerken als aangegeven in deze overeenkomst.
2.0 Toewijzing van en storting op Bedrijfsobligaties en aanwending van de middelen
2.1 Aan een Obligatiehouder worden niet meer Bedrijfsobligaties toegewezen dan waarvoor hij heeft ingeschreven en betaald.
2.2 Elke storting op een Emissie is een onherroepelijk en onvoorwaardelijk aanbod van de Uitgevende Instelling om het aantal Bedrijfsobligaties waarvoor is ingeschreven en betaald toe te wijzen en uit te geven aan de inschrijver.
2.3 De Obligatiehouder heeft het wettelijke recht om zijn storting uiterlijk op de veertiende dag na de storting terug te vorderen. De Uitgevende Instelling zal alsdan de storting binnen veertien dagen terugstorten.
3.0 Bedrijfsobligatie-karakter
3.1 De Obligatie Overeenkomst is gesteld op naam van de Obligatiehouder en alleen en overdraagbaar conform artikel 4.0 in de Obligatievoorwaarden.
3.2 Een Bedrijfsobligatie vormt een directe en onvoorwaardelijke verplichting van de Uitgevende Instelling jegens de Obligatiehouder tot aflossing (terugbetaling) van de Hoofdsom en betaling van Rente.
3.3 De Bedrijfsobligaties luiden op naam. Er worden geen bewijs- of registerstukken uitgegeven.
4.0 Verhandelbaarheid en overdraagbaarheid van Bedrijfsobligaties
4.1 De Bedrijfsobligaties zijn verhandelbaar indien het bestuur van de Uitgevende Instelling hiervoor vooraf expliciete schriftelijk toestemming verleent.
4.2 Indien de Obligatiehouder de in artikel 4.1 bedoelde toestemming heeft en zijn Bedrijfsobligatie wenst over te dragen aan derden, moet de Obligatiehouder dit alsdan schriftelijk melden bij de Uitgevende Instelling.
4.3 De overdracht vindt als volgt plaats. De uitgevende instelling koopt de obligatie van de obligatiehouder tegen betaling van onbetaalde rente- en onbetaalde aflossingsbedragen. De uitgevende instelling geeft vervolgens de obligatie uit aan de alsdan nieuwe obligatiehouder. De overdracht mag niet in strijd zijn met de wet of deze obligatieovereenkomst. Pas na schriftelijke mededeling door de Uitgevende Instelling aan de nieuwe Obligatiehouder heeft een eventuele overdracht rechtsgevolg voor de Uitgevende Instelling. Van de mededeling en overdracht zal door degene die het register bijhoud melding worden gemaakt in het Register van Obligatiehouders, zodat de overdracht kenbaar is in het Register en de rente en aflossingsbetalingen naar de juiste bankrekening gaan.
4.4 Eenieder die bedrijfsobligatie overgedragen krijgt is gebonden aan deze voorwaarden.
4.5 De overdracht of vervreemding van een Bedrijfsobligatie die in strijd is met de Toezichtrechtelijke Beperkingen is niet mogelijk en heeft jegens de Uitgevende Instelling geen effect.
5.0 Emissies
5.1 De Uitgevende Instelling wordt geacht de Bedrijfsobligatie te hebben uitgegeven op de betaaldatum.
5.2 De Bedrijfsobligaties die zijn/worden uitgegeven tijdens deze Emissie worden aangeduid met een emissienummer en volgnummer als opgenomen in deze overeenkomst.
5.3 Van de Uitgifte ontvangt de Obligatiehouder waaraan een Bedrijfsobligatie is uitgegeven een elektronische bevestiging van de Uitgevende Instelling onder vermelding van de gegevens die de Uitgevende Instelling in dat verband heeft geregistreerd in het Register van Obligatiehouders.
5.4 De Uitgevende Instelling heeft de bevoegdheid bedrijfsobligaties aan derden aan te bieden en meer Emissies te organiseren alsook om onder andere voorwaarden als de onderhavige Bedrijfsobligatie aan te bieden en Emissies te organiseren.
6.0 Rente en Aflossing
6.1 Alle Bedrijfsobligaties zijn Rentedragend over de Nominale Waarde (Inleg). De rente
vergoeding is opgenomen in deze overeenkomst onder ‘kenmerken’.
6.2 De aflossing geschiedt zoals is opgenomen in deze overeenkomst onder ‘kenmerken’.
6.3 De bonus betaling geschiedt zoals is opgenomen in deze overeenkomst onder
‘kenmerken’.
6.4 De rente- en aflossingsvergoeding voor een Bedrijfsobligatie wordt periodiek achteraf betaalbaar (postnumerando) gesteld op de vervaldagen, telkens op de laatste dag van de periode, en betaald binnen 15 dagen na de betreffende vervaldag.
6.5 De bonusbetaling voor een Bedrijfsobligatie wordt betaald zoals opgenomen in kenmerken van de obligatie.
6.6 In het geval dat de liquiditeitspositie van de Uitgevende Instelling, naar de mening van het bestuur, niet toereikend is om op enige Rentebetalingsdatum rente en aflossing te betalen, dan heeft de Uitgevende Instelling het recht deze betalingsverplichtingen op te schorten, in welk geval de nadien verschuldigde rente- en aflossingsvergoeding vermeerderd wordt met het tekort op eerdere verschuldigde rente- en
aflossingsvergoedingen. Over opgeschorte rente en aflossing wordt in dat geval eveneens Rente vergoed zoals gesteld in artikel 6.3.
6.7 Indien en voor zover Rente en aflossing niet wordt uitgekeerd op enige Rentebetalingsdatum en/of Aflossingsdatum: (a) blijft die rente en aflossing onverkort verschuldigd en (b) is over het bedrag van die rente en aflossing overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 6.1 tot en met 6.3 rente verschuldigd (rente op rente).
6.8 Indien een Rentebetalingsdatum op enig moment niet op een werkdag valt, dan wordt de verschuldigde Xxxxx betaald op de eerstvolgende werkdag.
7.0 Vervroegde Aflossing
7.1 De Uitgevende Instelling heeft het recht om Bedrijfsobligaties vervroegd af te lossen. Te allen tijde wordt de Uitgiftekoers van 100% gehanteerd verminderd met de betaalde aflossingstermijnen en vermeerderd met de eventueel nog verschuldigde Rente.
7.2 Een vervroegde Aflossing wordt tenminste 10 (tien) werkdagen voor de (vervroegde) Aflossingsdatum medegedeeld aan de Obligatiehouder.
7.3 De vervroegde Aflossing dient te worden betaald tezamen met de tot de Aflossingsdatum lopende en verschuldigde Rente zoals bedoeld in artikel 6.2 en 6.1.
8.0 Opeising
De Hoofdsom tezamen met de lopende Rente die is verschuldigd over elke Bedrijfsobligatie is door de Obligatiehouder onmiddellijk in zijn geheel opeisbaar indien:
a. Een derde partij overgaat tot uitwinning van een substantieel deel van de activa van de Uitgevende Instelling, of er beslag wordt gelegd op een substantieel deel van de activa van de Uitgevende Instelling en niet binnen 13 (dertien) weken na beslaglegging gemotiveerd bezwaar is aangetekend tegen opheffing of vernietiging;
b. Met betrekking tot de Uitgevende Instelling surseance van betaling wordt aangevraagd, verleend of de Uitgevende Instelling failliet wordt verklaard;
c. De Uitgevende Instelling wordt ontbonden of een besluit daartoe wordt genomen of een verzoek daartoe wordt ingediend;
d. De Uitgevende Instelling haar onderneming staakt.
9.0 Verplichting van de Uitgevende Instelling
De Uitgevende Instelling heeft de verplichting om binnen 15 (vijftien) werkdagen de Obligatiehouders te informeren, indien één of meer artikelen van deze Obligatievoorwaarden zich wijzigen en/of niet langer juist zijn.
10.0 Belastingen
Iedere betaling door de Uitgevende Instelling wordt verricht zonder inhouding of aftrek van of in verband met belastingen, tenzij die inhouding of aftrek wettelijk verplicht is. Indien de inhouding of aftrek wettelijk verplicht is zal de Uitgevende Instelling daarnaar
handelen en wordt de Obligatiehouder daarvoor niet gecompenseerd. De Uitgevende Instelling zal de Obligatiehouder op de hoogte stellen indien hij verplicht is tot een dergelijke inhouding of aftrek.
11.0 Xxxxx xxx xxxxxxxx
De Uitgevende Instelling dient elke verschuldigde betaling inzake Hoofdsom en/of Rente en/of aflossing te doen op een rentebetalingsdatum, zonder dat een betalingsherinnering nodig zal zijn, op de respectievelijke rekening van de Obligatiehouder zoals is opgenomen in het Register van Obligatiehouders. Indien een Aflossingsdatum valt op een dag die geen Werkdag is, zal de Obligatiehouder op de eerst daaropvolgende werkdag de volledige en vrije beschikking hebben over het verschuldigde bedrag.
12.0 Register van Obligatiehouders
12.1 De Obligatiehouder is verantwoordelijk voor de juiste, tijdige en volledige verstrekking van zijn gegevens - en van mutaties daarin - aan de Uitgevende Instelling. Voor zover daaraan niet wordt voldaan, zal onjuiste of onvolledige vermelding van zijn gegevens in het Register van Obligatiehouders voor rekening en risico komen van de desbetreffende Obligatiehouder.
12.2 Van elke Inschrijving in het Register van Obligatiehouders en van iedere mutatie daarin ontvangt de Obligatiehouder op zijn verzoek kosteloos een digitaal uittreksel omtrent zijn eigen gegevens van de Uitgevende Instelling. Het uittreksel belichaamt geen rechten.
12.3 Indien een Bedrijfsobligatie behoort tot een gemeenschap, kunnen de deelgenoten die zijn gerechtigd tot die gemeenschap de in verband met de Bedrijfsobligatie(s) of uit deze voorwaarden voortvloeiende rechten slechts uitoefenen door 1 (één) door hen schriftelijk aangewezen of door de rechter benoemde vertegenwoordiger. De gegevens van deze vertegenwoordiger worden conform het bepaalde in artikel 13.1 in het Register van Obligatiehouders opgenomen.
13.0 Bewijs
Behoudens tegenbewijs strekken de boeken van de Uitgevende Instelling tot dwingend bewijs van het bestaan en de omvang van de betalingsverplichtingen van de Uitgevende Instelling.
14.0 Bestemming van gelden
De Uitgevende Instelling zal de door haar ontvangen gelden van de Obligatiehouders uitsluitend gebruiken voor het doel zoals opgenomen in het informatiememorandum.
15.0 Pandrecht
De Uitgevende Instelling zal aan de obligatiehouders een bij de Belastingdienst geregistreerd pandrecht, pandrecht verstrekken. Het betreft hier een bezitloos Pandrecht (3:237 BW) op de goederen als omschreven in de bijlage onder de voorwaarden zoals opgenomen in de Bijlage ter zake.
OVERIGE BEPALINGEN
17.0 Mededelingen
17.1 Mededelingen, aankondigingen, uitnodigingen, verzoeken en bevestigingen in verband met de Bedrijfsobligatie of deze voorwaarden, dienen schriftelijk te worden gedaan. Partijen kunnen deze in elk geval verzenden naar het adres van de uitgevende instelling (of een ander adres als dit ten minste 5 (vijf) Werkdagen voor de mededeling is verstrekt):
17.2 Onder schriftelijk wordt voor de toepassing van deze voorwaarden uitdrukkelijk tevens verstaan: het doen of verzenden van mededelingen, aankondigingen, uitnodigingen, verzoeken, bevestigingen en dergelijke per e-mail.
18.0 Pandhouders en vruchtgebruikers van obligaties
18.1 Eenieder die een recht van pand of vruchtgebruik heeft op de Bedrijfsobligatie(s) is, voor zover van toepassing of relevant, gebonden aan deze voorwaarden.
18.2 Zonder expliciete schriftelijke en van zowel de Obligatiehouder als de beperkt gerechtigde eensluidende instructies ter zake, aanvaardt de Uitgevende Instelling geen enkele aansprakelijkheid voor het verrichten van betalingen aan de juiste Obligatiehouder of de beperkt gerechtigde; zonder bedoelde expliciete instructie
geldt de betaling aan één van eerdergenoemden als bevrijdend voor de Uitgevende Instelling.
18.3 De gegevens van de beperkt gerechtigde worden opgenomen in het Register van Obligatiehouders en het bepaalde in artikel 12 is op hem/haar van overeenkomstige toepassing.
19.0 Jaarcijfers en publicaties
19.1 Elk jaar zal binnen 9 (negen) maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening door de Uitgevende Instelling worden opgesteld. Het boekjaar van de Uitgevende Instelling is gelijk aan het kalenderjaar waarbij het eerste jaar een verlengd boekjaar kan gelden alsdan in de statuten van de Uitgevende Instelling vermeld. De jaarrekening zal worden opgesteld met inachtneming van de wettelijke vereisten en op basis van in Nederland algemeen aanvaarde waarderingsgrondslagen.
19.2 De Obligatiehouders worden minimaal 1 (één) keer per jaar door de Uitgevende Instelling digitaal geïnformeerd middels een aan de jaarrekening toegevoegd jaarverslag van de Uitgevende Instelling met daarin de balans, de winst- en verliesrekening en een toelichting bij de balans en de winst- en verliesrekening.
19.3 De jaarrekening wordt beschikbaar gesteld in de aan te wijzen beveiligde omgeving. Obligatiehouders die geen internetverbinding hebben, kunnen een afschrift van deze documenten schriftelijk aanvragen bij de Uitgevende Instelling.
19.4 Ieder halfjaar publiceert de Uitgevende Instelling een (uitsluitend digitale) nieuwsbrief voor Obligatiehouders. In deze nieuwsbrief worden de voornaamste
ontwikkelingen rondom de Bedrijfsobligaties toegelicht. De nieuwsbrief zal
verschijnen op of omstreeks 30 juni en 30 december van elk jaar.
19.5 Behalve door informatie te verstrekken in jaarrekeningen, online berichten en in het Informatiememorandum, heeft de Uitgevende Instelling geen verplichting tot het doen van officiële mededelingen over aanvang, voortgang of sluiting van de Emissie of de Emissieopbrengst.
20.0 Kosten
Alle kosten en/of belastingen verband houdende met de op naamstelling van de Bedrijfsobligatie, het te vestigen Pandrecht en de daaromtrent gemaakte bepalingen, met inbegrip van notariële kosten en van registratie, incasso en administratie, betekening of erkenning, komen ten laste van de Uitgevende Instelling.
21.0 Geen toezicht DNB en AFM
De Obligatie plaatsing en de Obligatie(s) zijn vrijgesteld van toezicht door De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM).
22.0 Toepasselijk recht en forumkeuze
Op de Obligatie plaatsing en de Obligatie(s) is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. De bevoegde rechter te Amsterdam is bevoegd kennis te nemen van geschillen die voortvloeien uit de Obligatie plaatsing of de Obligatie(s).
Verpanding - Pandrecht
2.1 De Uitgevende Instelling zal aan de obligatiehouders middels een bij de Belastingdienst geregistreerd pandrecht, pandrecht verstrekken. Het betreft hier een bezitloos Pandrecht (3:237 BW) op de hiervoor genoemde goederen.
2.2. Het Pandrecht wordt gevestigd tot zekerheid van al hetgeen de Uitgevende Instelling aan de Obligatiehouder verschuldigd zal zijn uit hoofde van de obligatieovereenkomst.
2.3. Het Pandrecht zoals omschreven in deze voorwaarden strekt tot zekerheid van de vordering van Obligatiehouders uit hoofde van deze obligatieovereenkomst.
2.4. De Uitgevende Instelling verklaart tot verpanding bevoegd te zijn en dat het Pandrecht eerste in rang is en op de in Pandrecht gegeven roerende activa geen ander beperkt recht, beslag of retentierecht rust. De Uitgevende Instelling vrijwaart de Obligatiehouders van eventuele aanspraken van derden op deze verpande goederen.
2.6. De Uitgevende Instelling erkent bij verpanding jegens de Obligatiehouders schuldig te zijn een bedrag ter grootte van het te eniger tijd uitstaande bedrag uit hoofde van de uitgegeven Bedrijfsobligatie, verminderd met de betaalde aflossingstermijnen en vermeerderd met Rente en kosten, met dien verstande dat elke betaling die de Uitgevende Instelling uit hoofde van de Bedrijfsobligatie aan de Obligatiehouders zal verrichten in mindering zal strekken op zowel het schuldig erkende bedrag als op het bedrag van de totale vordering van de gezamenlijke Obligatiehouders.
2.7. De obligatiehouders kunnen het aan de obligatiehouders toegekende Xxxxxxxxx uitwinnen door de aan haar verpande goederen zelf of door derden te laten verkopen dan wel de inkomsten te benutten om de rente en aflossing te betalen aan Obligatiehouders, uitsluitend indien de Uitgevende Instelling in gebreke is gesteld van het niet nakomen van haar verplichtingen voortkomende uit deze voorwaarden jegens de Obligatiehouder(s).
Bijlage 2: rente en aflossingsbetalingen per obligatie
Kwartaal | Hoofdsom | Rente | Betaling |
1 | € 500,00 | € 6,25 | € 6,25 |
2 | € 500,00 | € 6,25 | € 6,25 |
3 | € 500,00 | € 6,25 | € 6,25 |
4 | € 500,00 | € 6,25 | € 6,25 |
5 | € 500,00 | € 6,25 | € 6,25 |
6 | € 500,00 | € 6,25 | € 6,25 |
7 | € 500,00 | € 6,25 | € 6,25 |
8 | € 500,00 | € 6,25 | € 6,25 |
9 | € 500,00 | € 6,25 | € 6,25 |
10 | € 500,00 | € 6,25 | € 6,25 |
11 | € 500,00 | € 6,25 | € 6,25 |
12 | € 500,00 | € 6,25 | € 6,25 |
13 | € 500,00 | € 6,25 | € 6,25 |
14 | € 500,00 | € 6,25 | € 6,25 |
15 | € 500,00 | € 6,25 | € 6,25 |
16 | € 500,00 | € 6,25 | € 6,25 |
17 | € 500,00 | € 6,25 | € 6,25 |
18 | € 500,00 | € 6,25 | € 6,25 |
19 | € 500,00 | € 6,25 | € 6,25 |
20 | € 500,00 | € 6,25 | € 506,25 |
xxxxx://xxxxxxxxxxxxx.xx/