CAO DHL EXPRESS NEDERLAND
CAO DHL Express Nederland 2023 1
2023
CAO DHL EXPRESS NEDERLAND
CAO DHL Express Nederland 2023 3
Reiskosten woon-werkverkeer / Verblijfkosten bij detachering | ||
Artikel 46 Wijziging vastgestelde vakantie 22
Artikel 47 Verzilvering en verjaring vakantiedagen 22
Artikel 48 Buitengewoon verlof 22
Artikel 49 Xxxxxxxxx verlof 23
Artikel 50 Aanvraag van (buitengewoon) verlof 23
6. Uitgangspunten sociaal beleid 24
Artikel 51 Personeelsbeleid 24
Artikel 53 Klachten en geschillen / Beroep 25
Artikel 55 Organisatiebeleid 26
Artikel 57 Informatiebeleid 26
Artikel 59 Saldo CAO à la Carte 27
Artikel 60 Dagen/uren kopen 27
8. Sociale zekerheid en pensioen 28
Artikel 64 (Bovenwettelijke) Aanspraak op ziekengeld: Hoogte en duur 28
Artikel 65 Gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en Re-integratiebeleid 28
Artikel 66 Aanpassing arbeidsplaats en overige voorzieningen 29
CAO DHL Express Nederland 2023 4
Sanctie(s): Bevoegdheid ziekengeld geheel of gedeeltelijk te weigeren | ||
9. Disciplinaire maatregelen 31
Artikel 75 Hoor en wederhoor: procedurevoorschriften 31
Artikel 76 Disciplinaire maatregelen en beroep 31
Artikel 77 Xxxxx/Reorganisatie (informatie, geen gedwongen ontslagen) 32
Artikel 78 Werkgelegenheidsbeleid en informatie 32
Artikel 79 Vakverenigingen en overleg 32
Artikel 80 Faciliteiten vakverenigingen 32
Artikel 81 Faciliteiten organisatieverlof 33
Artikel 82 Xxxxxxxxxxx rechtspositie kaderleden 33
Bijlage 1 Salaris- en beoordelingssystematiek. Loonschalen 34
Bijlage 2 Overgangsregelingen 37
Bijlage 4 Beroepsprocedure Functiewaardering – intern 42
Bijlage 5 Beroepsprocedure Functiewaardering – extern 44
Bijlage 6 Reglement roostermatig werken 46
Bijlage 7 Reiskostenregeling woon-werkverkeer. Tabel 47
Bijlage 8 Detacherings- en overplaatsingsregeling 49
Bijlage 9 Verhuiskostenregeling 50
Bijlage 10 Verblijfskostenregeling 52
Bijlage 11 Reglement Geschillencommissie 53
Bijlage 12 Graden van bloed- en aanverwantschap 56
Bijlage 13 Vergoeding lidmaatschapskosten werknemersorganisatie 57
Bijlage 14 Akkoord Waarde Vakantiedag 58
Bijlage 15 Protocol afspraken CAO DHL Express 2023 60
CAO DHL Express Nederland 2023 5
ONDERTEKENING
DHL Express (Netherlands) BV, statutair gevestigd te Schiphol (gemeente Haarlemmermeer), in deze mede handelend namens: DHL Aviation (Netherlands) BV
Verder te noemen DHL Express Nederland of “werkgever” Partij ter ene zijde
En
FNV Transport & Logistiek, gevestigd te Utrecht CNV Vakmensen, gevestigd te Utrecht
Elk voor zich en samen als partij ter andere zijde,
komen overeen de navolgende collectieve arbeidsovereenkomst “CAO DHL Express Nederland” met een looptijd van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 voor de bovengenoemde onderdelen van DHL Express Nederland.
DHL Express (Netherlands) BV
J.C. de Lange
MD DHL Express Nederland
FNV Transport & Logistiek
X. Xxxxx Bestuurder
CNV Vakmensen
R. Jongen Bestuurder
CAO DHL Express Nederland 2023 6
1. BEGRIPPEN EN ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Definities
In deze collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) wordt verstaan onder:
a. partijen bij de CAO: partij ter ene zijde: DHL Express (Nether- lands) BV, in deze mede handelend namens DHL Aviation (Netherlands) BV, hierna te noemen: werkgever partij ter andere zijde: FNV Transport & Logistiek en CNV Vakmensen hierna te noemen: vakverenigingen.
b. werkgever: de partij ter ene zijde van deze overeenkomst, die met de werknemer een arbeidsovereenkomst heeft afgesloten.
c. werknemer: de man of vrouw die krachtens arbeidsovereen- komst als bedoeld in artikel 7:610 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek in dienst is van de werkgever.
d. maandsalaris: het bruto maandbedrag, waarop de werknemer krachtens het bepaalde in artikel 28 van deze CAO, aanspraak heeft, ook wel functiesalaris genoemd.
e. vaste toeslagen: een functiewaarderingstoeslag, een persoon- lijke toeslag als bedoeld in artikel 32, een aanvullende arbeids- ongeschiktheidsuitkering als bedoeld in artikel 64, alsmede persoonlijke toeslagen voortvloeiende uit enig Sociaal Plan of verwante regeling.
f. jaarsalaris: twaalf maal het maandsalaris verhoogd met vaste toeslagen.
g. uurloon: het maandsalaris gedeeld door 174.
h. dagloon: 8 maal het uurloon.
i. werkdag: iedere dag van de kalenderweek waarop volgens rooster of werktijdregeling arbeid moet worden verricht.
j. roostervrije dag: iedere dag van de kalenderweek waarop volgens rooster of werktijdregeling geen arbeid behoeft te worden verricht.
k. feestdag: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag.
l. nationale feestdag: Koningsdag, Bevrijdingsdag (eenmaal per vijf jaar, beginnend op 5 mei 1995) en overige door de overheid als nationale feestdagen aangemerkte dagen.
m. ondernemingsraad: het medezeggenschapsorgaan als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de ondernemingsraden.
n. oproepovereenkomst: een arbeidsovereenkomst, als bedoeld in artikel 7:610 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, met uitgestelde prestatieplicht, waarbij de werkgever zich jegens werknemer
verbindt om hem op te roepen wanneer hij arbeid heeft waar- voor de werknemer in aanmerking komt en de werknemer enkel verplicht is na een oproep de bedongen arbeid te verrichten en de werkgever enkel verplicht is over de daadwerkelijk gewerkte uren loon te betalen.
o. partner: de echtgeno(o)t(e), de geregistreerde partner, alsme- de hij/zij die met de ongehuwde werknemer volgens een door beide partijen ondertekende en bij de werkgever gedeponeerde verklaring een gemeenschappelijke en duurzame huishouding voert als waren zij gehuwd.
p. standplaats: de locatie waar de werknemer gewoonlijk zijn arbeid verricht.
q. bedrijfstijd: de periode van maandag t/m zondag tussen 00.00 uur en 24.00 uur.
r. kalenderjaar: de periode van 1 januari t/m 31 december.
s. voltijdwerknemer: de werknemer met een dienstverband van 40 uur per week.
t. deeltijdwerknemer: de werknemer met een dienstverband van minder dan 40 uur per week.
u. meeruren: de uren, in geval van deeltijd, boven de vastgestelde deeltijdfactor tot 40 uur per week.
v. onderuren: het negatieve verschil tussen de afgesproken arbeidsduur per week en het werkelijk gemaakte aantal arbeid- suren in een week
w. flexibele arbeid: al het werk dat wordt uitgevoerd door arbeids- krachten die geen arbeidsovereenkomst hebben bij DHL Express Nederland.
x. Charter: Wegtransport dat in opdracht van een andere wegver- voerder wordt verricht.
Waar in de tekst staat man, hij, hem en/of zijn, dient steeds gelezen te worden man of vrouw, hij of zij, hem of haar, respectievelijk zijn of haar.
Alle afspraken benoemd in deze CAO zijn gebaseerd op een voltijd- werknemer, tenzij anders staat vermeld.
CAO DHL Express Nederland 2023 7
Artikel 2 Werkingssfeer
1. Deze CAO is van toepassing op alle werknemers in dienst van de werkgever, tenzij anders staat vermeld.
2. Deze CAO is niet van toepassing op
a. werknemers waarvan de functies niet zijn ingedeeld in de loonschalen 1 tot en met 10. *
b. uitzendkrachten, externe detacheringskrachten, tenzij anders in deze CAO staat vermeld (zie artikel 53 van deze CAO).
c. stagiaires.
3. Voor de deeltijdwerknemer gelden de in deze CAO vermelde arbeidsvoorwaarden pro rato, met uitzondering van de artikelen 37 (reiskosten woon-werkverkeer, voor zover op vier of meer dagen per week wordt gewerkt) en 53 (studie) die volledig
van toepassing zijn.
* De in deze CAO overeengekomen arbeidsvoorwaarden zijn uitslui- tend van toepassing op de werknemers ingedeeld in de loon- schalen 1 t/m 10. Voor de looptijd van deze CAO wordt voor werk- nemers, die boven de loonschaal 10 zijn ingedeeld, een volgbeleid toegepast. Dit betekent dat de CAO DHL Express Nederland op deze groep werknemers van toepassing is met uitzondering van de onderdelen beloningsbeleid, loonafspraken, functiewaarde- ring, beoordelingsbeleid, opzegtermijn, overwerkvergoeding, onregelmatigheidstoeslag, waarneming, stand-by. Deze arbeids- voorwaarden maken onderdeel uit van de individuele arbeids- voorwaarden van deze werknemers.
Wijzigingen in deze individuele arbeidsvoorwaarden kunnen wor- den doorgevoerd met in achtneming van de geldende procedures en zijn derhalve geen onderwerp van gesprek met de vakorgani- saties. Dit geldt ook voor de in de CAO opgenomen regeling met betrekking tot de excedent pensioenregeling.
Artikel 3 Looptijd, wijziging en opzegging CAO
1. Deze CAO geldt vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023.
2. Wanneer één der contracterende partijen op grond van een ingrijpende tussentijdse ontwikkeling op sociaal-economisch terrein daartoe aanleiding aanwezig acht, zal overleg tussen
partijen plaatsvinden omtrent een tussentijdse wijziging van de CAO. In afwijking van het bepaalde in lid 1 van dit artikel kunnen onder dergelijke omstandigheden wijzigingen van de bepalin- gen van de CAO met inbegrip van de bijlagen worden overeen- gekomen en ingevoerd. Mocht dit overleg niet tot overeenstem- ming leiden, dan is de partij die het initiatief tot het overleg nam, bevoegd de CAO tussentijds bij aangetekende brief met inacht- neming van een opzegtermijn van één maand te beëindigen.
3. Indien noch partij ter ene zijde, noch één van de vakverenigin- gen tezamen vormende partij ter andere zijde bij de CAO, uiter- lijk drie maanden vóór het tijdstip waarop deze CAO eindigt bij aangetekende brief te kennen heeft gegeven, dat zij de overeen- komst wenst te beëindigen of te wijzigen, zal de overeenkomst geacht worden telkens voor één jaar stilzwijgend te worden verlengd.
4. In geval van opzegging als omschreven in lid 3 van dit artikel zijn partijen gehouden ernaar te streven de onderhandelingen en het overleg over een nieuwe CAO op een zodanig tijdstip aan te vangen én te voltooien, dat voor de einddatum van deze CAO overeenstemming is bereikt over de aansluitend in wer-
king te treden XXX. Indien dit overleg op de einddatum nog niet tot overeenstemming heeft geleid, blijft de CAO volledig van kracht.
Artikel 4 Karakter van de CAO
De bepalingen van de CAO hebben een standaardkarakter, tenzij uit de tekst van een bepaling blijkt, dat er sprake is van een minimumbepaling.
NB: Standaardkarakter wil zeggen dat afwijkingen van CAO- bepalingen niet mogelijk zijn.
CAO DHL Express Nederland 2023 8
2. DIENSTVERBAND
Artikel 5 (On)bepaalde tijd en proeftijd
1. De arbeidsovereenkomst wordt aangegaan:
a. hetzij voor onbepaalde tijd;
b. hetzij voor bepaalde tijd.
2. Met inachtneming van het in de leden 3 en 4 van dit artikel bepaalde, kan een wettelijke proeftijd worden overeengeko- men, die voor beide partijen gelijk is. Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd kan een proeftijd worden overeengekomen van ten hoogste twee maanden. Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan een proeftijd worden overeengekomen van ten hoogste:
- een maand, indien de overeenkomst is aangegaan voor korter dan twee jaren en langer dan 6 maanden;
- Indien het einde van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet op een kalenderdatum is gesteld, kan een proeftijd worden overeengekomen van ten hoogste een maand.
3. Er kan geen proeftijd worden overeengekomen met werkne- mers, die, na een periode als uitzendkracht bij de werkgever gewerkt te hebben, aansluitend een, qua functie identieke, arbeidsovereenkomst sluiten, tenzij de totale duur van uitzen- darbeid de toegestane proeftijd niet overschrijdt.
4. Het in lid 3 van dit artikel bepaalde is eveneens van toepassing op de werknemers, die aansluitend op een arbeidsovereen- komst voor bepaalde tijd een, qua functie identieke, arbeids- overeenkomst voor onbepaalde tijd sluiten.
5. Aansluitende periodes dat een werknemer, voorafgaand aan zijn dienstverband met de werkgever, op basis van een uitzen- dovereenkomst heeft gewerkt en dezelfde werkzaamheden heeft verricht voor de werkgever worden in afwijking van artikel 7:668a lid 2 van het Burgerlijk Wetboek samengeteld en gezien als één arbeidsovereenkomst. Van aansluitende periodes is sprake als de periodes elkaar met tussenpozen van minder dan zes maanden hebben opgevolgd. Tussenpozen gelden mee in de telling.
Artikel 6 Bepalingen oproepovereenkomst
1. Met inachtneming van de leden van dit artikel gelden voor werknemers met een oproepovereenkomst in beginsel alle artikelen van deze CAO pro rato naar de daadwerkelijk gewerkte uren c.q. voor zover er sprake is van een overeengekomen arbeid na een door de werknemer aanvaarde oproep, met uitzondering van:
a. artikel 9 lid 2 sub 1 (overeengekomen arbeidsduur per week)
b. artikel 35 (vakantietoeslag)
c. artikel 37 (m.n. overwerkvergoeding in vrije tijd)
d. artikel 40 (jubileum)
e. artikel 41 (vertrek wegens pensioen)
f. artikel 43 (verhuiskosten)
g. artikel 44 (vakantie)
h. artikel 48 (buitengewoon verlof)
i. artikel 49 (onbetaald verlof)
2. Gelet op de aard van de overeenkomst zal een aantal betalingen welke voortvloeien uit de onderhavige CAO op een ander tijdstip plaatsvinden dan in het betreffende artikel is aangegeven, waaronder salaris, vakantiegeld, vakantiedagen en saldo CAO à la Carte.
3. Met inachtneming van lid 4 van dit artikel, ook na de eerste zes maanden van de oproepovereenkomst, is artikel 7:628 lid 1 Burgerlijk Wetboek niet van toepassing
4. Als een oproepkracht wegens ziekte niet in staat is arbeid te verrichten én hij zich tijdig ziek heeft gemeld, heeft hij recht op loondoorbetaling conform deze CAO, waarbij de hoogte van het loon gebaseerd is op de gemiddelde omvang van de arbeid per maand in de drie maanden direct voorafgaand aan de eerste ziektedag, tenzij deze periode niet representatief is.
5. Het maximum percentage werknemers met een oproepover- eenkomst bedraagt 5 % van het totale personeelsbestand gemeten in full-time formatieplaatsen. Jaarlijks zal DHL hier- over aan vakorganisaties in april een rapportage verstrekken.
6. Vanaf 1 juni 2019 kunnen oproepovereenkomsten alleen op verzoek van werknemers worden aangegaan.
CAO DHL Express Nederland 2023 9
Artikel 7 Bepalingen min-max overeenkomst
1. Ten aanzien van het minimaal overeengekomen aantal uren l is artikel 6 lid 1 tot en met 4 van deze CAO overeenkomstige van toepassing.
2. Na een periode van drie maanden zal het arbeidspatroon van een werknemer met een min-max overeenkomst op verzoek van de werknemer worden geëvalueerd. Als het arbeidspatroon daartoe aanleiding geeft, mede gelet op het aantal gewerkte uren, en indien de werknemer akkoord gaat, zal de arbeidsover- eenkomst dienovereenkomstig worden gewijzigd.
Artikel 8 Arbeidsovereenkomst na AOW-gerechtigde leeftijd
1. Nadat de arbeidsovereenkomst van rechtswege is geëindigd bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd volgens de AOW kunnen door de werkgever en de werknemer conform de
wet een of meer nieuwe arbeidsovereenkomst(en) voor bepaal- de tijd worden aangegaan die elk van rechtswege eindigen.
2. Ten aanzien van de arbeidsovereenkomsten die zijn aangegaan na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd volgens de AOW, gelden tussen partijen afwijkende wettelijke regels met betrekking tot arbeidsongeschiktheid en nieuwe rechten en plichten met betrekking tot anciënniteit en mogelijke afvloeiingsregelingen.
Artikel 9 Begin arbeidsovereenkomst
De werkgever is verplicht met iedere werknemer schriftelijk een in- dividuele arbeidsovereenkomst aan te gaan, waarbij deze CAO van toepassing wordt verklaard en voldaan wordt aan het volgende:
1. de arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk aangegaan. Zij wordt in tweevoud opgemaakt en door de werkgever en de werkne- mer ondertekend, waarna beiden één exemplaar behouden. De werkgever verstrekt voorts aan de werknemer een exemplaar van de CAO, alsmede de HR regelingen;
2. in de arbeidsovereenkomst dienen, mede op grond van artikel 7:655 BW de volgende onderdelen te worden vermeld, voor zover deze niet in de toepasselijke CAO zijn vermeld:
a. naam en woonplaats van werknemer en werkgever;
b. de standplaats;
c. de functie vergezeld van een beschrijving in hoofdlijnen;
d. de datum van indiensttreding;
e. of een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde dan wel voor bepaalde tijd is gesloten. In geval van een arbeids- overeenkomst voor bepaalde tijd, de periode waarvoor deze arbeidsovereenkomst wordt aangegaan;
f. de aanspraak op vakantie dan wel de wijze van bereke- ning van de aanspraak;
g. de duur van de door partijen in acht te nemen opzegter- mijnen of de wijze van berekening van deze termijnen;
h. het salaris waarop de werknemer is aangesteld met verwijzing naar en aanduiding van de loonschaal en de termijn van uitbetaling;
i. de overeengekomen arbeidsduur per week;
j. of de werknemer gaat deelnemen aan een pensioenrege- ling;
k. indien overeengekomen de duur van de proeftijd, bedoeld in artikel 5, lid 2;
l. het van toepassing zijn van deze CAO;
m. het van toepassing zijn van de HR regelingen;
n. bijzondere afspraken waarvan schriftelijke vastlegging als voorwaarde wordt gesteld voor het van toepassing zijn daarvan dan wel van belang is voor een correcte nako- ming daarvan.
CAO DHL Express Nederland 2023 10
Artikel 10 Wijzigingen arbeidsovereenkomst
De werkgever dient overeengekomen wijzigingen van onderdelen van de arbeidsovereenkomst, zoals genoemd in artikel 9, schrift- elijk aan de werknemer te bevestigen. Als uitzondering hierop gel- den die wijzigingen die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst zelf, wijzigingen die een gevolg zijn van wettelijke maatregelen, een wijziging van de CAO dan wel een wijziging als gevolg van overleg met de ondernemingsraad.
Artikel 11 Einde arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
1. De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd eindigt, onverminderd het bepaalde in lid 2, door opzegging met inachtneming van de voor opzegging geldende bepalingen, vermeld in de artikelen 12 tot en met 14.
2. De arbeidsovereenkomst eindigt zonder dat opzegging vereist is:
a. door het overlijden van de werknemer;
b. van rechtswege op de dag waarop de werknemer de geldende pensioengerechtigde leeftijd volgens de AOW bereikt;
c. door beëindiging met wederzijds goedvinden;
d. door beëindiging tijdens de proeftijd als bedoeld in artikel 5, lid 2;
e. door onmiddellijke beëindiging (ontslag op staande voet) wegens dringende redenen op grond van de wet door ontbinding door de (kanton)rechter op grond van de wet.
NB: Zie in dit verband ook artikel 8
Artikel 12 Opzegging algemeen
Opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever of de werknemer dient schriftelijk en zodanig plaats te vinden, dat het einde van de arbeidsovereenkomst samenvalt met het einde van de maand.
Artikel 13 Opzegtermijn werkgever
De door de werkgever in acht te nemen wettelijke termijn van op- zegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst die op de dag van opzegging:
a. korter dan vijf jaar heeft geduurd: één maand;
b. vijf jaar of langer, maar korter dan tien jaar heeft geduurd: twee maanden;
c. tien jaar of langer, maar korter dan vijftien jaar heeft geduurd: drie maanden;
d. vijftien jaar of langer heeft geduurd: vier maanden.
Artikel 14 Opzegtermijn werknemer
De door de werknemer in acht te nemen wettelijke termijn van opzegging bedraagt één maand.
Artikel 15 Einde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
1. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt van rechts- wege door het verstrijken van de overeengekomen tijd, tenzij aan deze arbeidsovereenkomst reeds op een eerder tijdstip een einde is gekomen op grond van de omstandigheden genoemd in artikel 11, lid 2.
2. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan slechts tussen- tijds worden opgezegd met inachtneming van de voor opzeg- ging geldende bepalingen indien voor de werknemer en de werkgever dat recht schriftelijk is overeengekomen.
3. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan met inacht- neming van het daartoe bepaalde in artikel 7:668a van het Burgerlijk Wetboek zonder opzeggingsverplichting tweemaal worden verlengd. De totale duur van de arbeidsovereenkom- sten voor bepaalde tijd zal in geval van verlenging niet meer dan 24 maanden zijn.
4. Werknemer en werkgever dienen elkaar conform huidige wetgeving en in het kader van goed werknemerschap c.q. goed werkgeverschap tijdig, doch uiterlijk een kalendermaand voor het einde van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, kenbaar te maken of zij de arbeidsovereenkomst wensen te verlengen.
CAO DHL Express Nederland 2023 11
Artikel 16 Werknemersverplichtingen
1. De werknemer is verplicht:
a. de hem door de werkgever opgedragen werkzaamheden goed, ordelijk en op verantwoorde wijze naar zijn beste vermogen te verrichten en zich daarbij te houden aan de geldende HR regelingen, bedrijfsregels, werkinstructies en veiligheidsvoorschriften die hem door of namens de werkgever worden verstrekt, waaronder;
b. zich tegenover opdrachtgevers, overige derden, alsme- de tegenover de overige werknemers te onthouden van gedragingen en uitspraken die de goede naam van de werkgever kunnen schaden;
c. met uitzondering van het bepaalde in lid 2 met behoud van al hetgeen uit de arbeidsovereenkomst wordt ge- noten tijdelijk (ook bij een andere afdeling) passende andersoortige dan de overeengekomen werkzaamheden te verrichten, indien hem dit door of namens de werkge- ver wordt opgedragen.
d. om tussentijdse wijzigingen in de persoonlijke omstandig- heden, die van invloed zijn op de salarisbetaling, door te geven aan de werkgever;
e. tegenover een ieder geheimhouding te betrachten omtrent al hetgeen te zijner kennis komt ten aanzien van onderwerpen waarvan hij weet of redelijkerwijze moet begrijpen, dat deze van vertrouwelijke aard zijn dan wel het belang van de werkgever kunnen schaden, en waar- van hij uit hoofde van zijn arbeidsovereenkomst kennis neemt; deze geheimhoudingsplicht geldt eveneens na beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Onverminderd het vorenstaande heeft de werknemer het recht een erkende vakvereniging te informeren over zijn wensen en bezwaren, die in verband staan met zijn werk of met de onderneming van de werkgever.
2. De werknemer kan niet worden opgedragen de werkzaamhe- den van stakers over te nemen, indien de staking wordt ge- steund door een bij deze CAO partij zijnde vakvereniging.
Artikel 17 Nevenwerkzaamheden
1. Het is de werknemer niet toegestaan nevenwerkzaamheden te verrichten behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever. Onder nevenwerkzaamheden worden mede verstaan;
• het bekleden van een betaalde of onbetaalde functie anders dan in dienst van de werkgever;
• het uitoefenen van enig beroep of bedrijf dan wel het drijven van handel;
• het ontwerpen, het leiden, het uitvoeren van en houden van toezicht op ander werk dan dat van de werkgever.
2. Werkgever zal zijn toestemming verlenen indien de neven- werkzaamheden werknemer niet belemmeren in een goede uitoefening van zijn functie, het belang van de onderneming daardoor niet wordt geschaad, alsmede er door de combinatie van neven- en hoofdwerkzaamheden geen strijd ontstaat met de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen (onder andere Arbeidstijdenbesluit vervoer).
CAO DHL Express Nederland 2023 12
Artikel 18 Schadevergoeding. Aansprakelijkheid werknemer.
1. Ten aanzien van door de werkgever aan de werknemer in bruikleen gegeven zaken zoals voertuigen, werktuigen en/of gereedschappen is hij verplicht zich naar vermogen ervan te overtuigen dat deze zich bij de in ontvangstneming in goede staat bevinden.
2. In geval een werknemer schade toebrengt aan de werkgever of aan een derde tegenover wie de werkgever tot vergoeding van die schade is gehouden, is de werknemer hiervoor niet aanspra- kelijk tegenover de werkgever, tenzij de schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid.
3. De werkgever is bevoegd de schade, daaronder niet begrepen gevolgschade, waarvoor de werknemer krachtens het vorige lid aansprakelijk is geheel of gedeeltelijk te verhalen op de werkne- mer.
4. Tegen een beslissing zoals genoemd in lid 3 van dit artikel kan de werknemer beroep instellen overeenkomstig het bepaalde in artikel 53 (Klachten en geschillen). Indien de werknemer beroep instelt, vindt compensatie dan wel verhaal eerst plaats nadat de commissie tot een uitspraak is gekomen.
Artikel 19 Deeltijd/Voltijd
1. De werkgever is gehouden desgewenst alle te verrichten werk- zaamheden in zogenoemde deeltijdfuncties te laten verrichten, tenzij hier tegen op grond van zwaarwegende bedrijfsbelangen bezwaren bestaan. Indien de werkgever op een verzoek om in deeltijd te mogen werken afwijzend beslist, hetgeen schriftelijk en gemotiveerd dient te gebeuren, heeft de werknemer de mogelijkheid beroep in te stellen overeenkomstig het bepaalde in artikel 53 (Klachten en geschillen).
2. Indien de overeengekomen arbeidsduur - deeltijd - structureel wordt overschreden dan kan desgewenst de arbeidsduur dieno- vereenkomstig worden gewijzigd.
3. Daarnaast kan de werknemer met inachtneming van de re- gels uit de Wet Flexibel Werken de werkgever verzoeken om
aanpassing van de uit zijn arbeidsovereenkomst voortvloeiende arbeidsduur.
CAO DHL Express Nederland 2023 13
3. ARBEIDSDUUR EN WERKTIJDEN
Artikel 20 Arbeidsduur
1. a. De arbeidsduur bedraagt bij een volledig dienstverband 40 uur per week.
b. Voor werknemers in deeltijd geldt het aantal overeenge- komen uren per week zoals vermeld in de arbeidsovereen- komst.
2. De wekelijkse arbeidsduur wordt verdeeld over ten hoogste vijf dagen. Op basis van vrijwilligheid van de werknemer is het mogelijk de wekelijkse arbeidstijd te verdelen over zes dagen.
3. a. De werktijd per dag bedraagt tenminste vier uur met uitzon- dering van de zaterdag waarvoor een werktijd van tenminste twee uur geldt. Voor direct load en oproepkrachten geldt een werktijd per dag van tenminste twee uur. Hier kan op uitdruk- kelijk schriftelijk verzoek van de werknemer naar beneden worden afgeweken.
b. Voor de maximale werktijd per dag gelden de wettelijk voor- geschreven regelingen. Voor rijdend personeel betekent dit een maximale werktijd per dag van 13 uur. Voor niet-rijdend personeel betekent dit een maximale werktijd per dag van 10 uur, tenzij anders met de ondernemingsraad overeengeko- men.
4. Indien er sprake is van een oproepovereenkomst van minder dan 15 contracturen per week, bijvoorbeeld een nulurencon- tract, dan krijgt de werknemer per oproep minimaal voor 3 uur betaald.
Artikel 21 Dienstrooster- en werktijdenregeling
1. Nadere regels en richtlijnen met betrekking tot het opstellen van dienstroosters en werktijdenregelingen, zoals overeenge- komen tussen CAO-partijen, zijn opgenomen in bijlage 6.
2. Vaststelling en wijziging van dienstroosters en werktijdenre- gelingen geschiedt door de werkgever in overleg met en na instemming van de ondernemingsraad.
Artikel 22 Arbeid op zon- en feestdagen
1. Op zon- en feestdagen wordt als regel niet gewerkt, tenzij de aard van het te verrichten werk of het belang van de onderne- ming zulks vereist.
2. De feestdagen voor parttimers (inclusief parttimers door ou- derschapsverlof) en fulltimers worden op jaarbasis berekend volgens het jaaruren-systeem. De fulltimer profiteert volledig (40/40e) van de vrije uren voor feestdagen en een parttimer die bijvoorbeeld 80 procent werkt naar rato van de arbeidsduur (32/40e).
Het jaaruren-systeem:
Het jaaruren-systeem houdt in dat voor elk jaar het aantal werk- dagen wordt vastgesteld. Dit is het totale aantal dagen per jaar minus de weekenden en de door werkgever erkende feestdagen die niet in het weekend vallen. Dit aantal werkdagen op jaar- basis gedeeld door 5 levert het aantal werkweken per jaar op.
Het aantal werkweken wordt vervolgens vermenigvuldigd met de gemiddelde arbeidsduur per medewerker per week. Bij iemand die 80% werkt, is dat dus 32.
De uitkomst is het aantal uren dat een medewerker per jaar moet werken, de jaaruren-omvang. De feestdagen zijn daarmee voor iedere medewerker in de jaaruren-omvang meegenomen en wel naar rato van het arbeidspercentage.
De jaaruren-omvang minus de contracturen in het jaar is het aantal uur wat als feestdag genoten mag worden. In eerste instantie op de feestdag zelf. Is de feestdag een vaste vrije dag van de parttimer, dan op een ander moment in het jaar.
Artikel 23 Nachtdienst oudere werknemers
1. Werknemers kunnen worden ontheven van de verplichting tot het verrichten van nachtdienst, indien dit sociaal en/of medisch gezien noodzakelijk is.
2. Werknemers van 58 jaar en ouder worden zo zij dat wensen ont- heven van de verplichting tot het verrichten van nachtdienst.
NB: Zie in dit verband ook artikel 36, lid 4 (onregelmatigheidstoe- slag).
NB: Zie in dit verband ook de overgangsregeling zoals vermeld in bijlage 2.
Artikel 24 Overwerk bij volledig dienstverband
1. Onder overwerk wordt verstaan arbeid, die de werknemer werkzaam in een voltijddienstverband en ingedeeld in de DHL
CAO DHL Express Nederland 2023 14
Express Nederland loonschalen 1 tot en met 9 in opdracht van de werkgever buiten de voor hem bij dienstrooster of werktijd- regeling vastgestelde werkuren verricht, indien en voor zover daarbij de wekelijkse arbeidstijd van 40 uur wordt overschreden.
2. Een werknemer is verplicht het door of namens de werkgever op- gedragen overwerk te verrichten. Overwerk zonder toestemming vooraf van de werkgever wordt niet beschouwd als overwerk. Een werknemer kan niet verplicht worden tot het maken van meer dan twee overuren per dienst, met een maximum van 10 overuren
per week tenzij zich calamiteiten voordoen, waarbij voor rijdend personeel de voorwaarde geldt dat zij de rit voltooien.
3. Voor de vaststelling van het aantal overuren worden rusttijden en pauzes niet meegerekend.
4. Het aantal gewerkte overuren wordt per week vastgesteld.
5. Overwerk van minder dan 15 minuten per week komt niet voor vergoeding in aanmerking. Overwerk van 15 minuten of meer per week wordt vergoed, inclusief de eerste 15 minuten.
Artikel 25 Deeltijd, meeruren en overwerk
1. Voor werknemers ingedeeld in de DHL Express Nederland loonschalen 1 tot en met 9 die in deeltijd werkzaam zijn, geldt als overwerk de uren die per week de 40 uur overschrijden.
2. De vergoeding voor overwerk wordt vastgesteld op basis van het bepaalde in artikel 24.
3. Een werknemer die in deeltijd werkzaam is, is verplicht het door of namens de werkgever opgedragen meeruren/overwerk te verrichten. Meeruren/overwerk zonder toestemming vooraf van de werkgever wordt niet beschouwd als meeruren/overwerk. Een werknemer die in deeltijd werkzaam is, kan niet verplicht worden tot het maken van meer dan twee meeruren/overuren per dienst, met een maximum van tien meeruren/overuren per week, tenzij zich calamiteiten voordoen, waarbij voor rijdend personeel de voorwaarde geldt, dat zij de rit voltooien.
4. Voor meeruren/overuren geldt, dat deze naar keuze van de werk- nemer vergoed worden in tijd of geld overeenkomstig artikel 37.
NB: Zie in dit verband ook artikel 19.
Artikel 26 Zelfroosteren
1. Met zelfroosteren hebben medewerkers invloed op hun rooster en werktijden waardoor beter rekening gehouden kan worden met privé-omstandigheden. Artikel 26 Zelfroosteren is van toe- passing voor werknemers die werkzaam zijn binnen afdelingen waar de zelfrooster methodiek geïmplementeerd is.
2. Referteperiode
Voor het bepalen van overuren en onderuren hanteren we een referteperiode van 4 of van 5 weken, deze is gelijk aan de geldende referteperiode van de salarisbetaling.
3. Overuren
Bij een referteperiode van 4 of 5 weken, is er sprake van over- uren als een medewerker meer dan 160 uur gewerkt heeft in een periode van 4 weken en meer dan 200 uur gewerkt heeft in een periode van 5 weken. Over de overuren wordt de over- werktoeslag uitbetaald.
Voorbeeld: je hebt een contract voor 36 uur per week. In een planperiode van 4 weken werk je 150 uur. Je werkt meer dan je contracturen (4 x 36 = 144), het is echter minder dan 160 uur. Hier is sprake van meeruren. Werk je in eenzelfde planperiode 170 uur, dan heb je 10 overuren gemaakt. Over deze 10 uur ontvang je overwerktoeslag.
4. Onderuren
Mocht blijken dat een medewerker onderuren heeft gemaakt in een referteperiode, dan haalt hij deze uren in een opvolgende referteperiode of eventueel de referteperiode die daarop volgt in. Het aantal in te halen onderuren is maximaal 10% van de vastgelegde contracturen. Onderuren worden opgebouwd als de hoeveelheid onderuren per week 15 minuten of meer is.
Voorbeeld: je hebt een contract van 36 uur per week. In een referteperiode van 4 weken werk je 140 uur. Je had 4 x 36 = 144 uur moeten werken. In een volgende referteperiode moet je dus 4 uur inhalen (max 10% = 14,4 uur).
5. Toeslagen voor overuren en onregelmatigheid
Bij onregelmatig werken heb je recht op onregelmatigheid- toeslag zoals verwoord in artikel 36. In afwijking van artikel
CAO DHL Express Nederland 2023 15
37 lid 1 keren we in geval van samenloop van vergoeding van onregelmatigheid en overwerk beide toeslagen uit waarbij overwerktoeslag in alle gevallen 30% is.
Artikel 27 Regeling vermindering arbeidsduur oudere werknemers
1. Vierdaagse werkweek oudere werknemers
Voltijdwerknemers van 55 jaar en ouder kunnen desgewenst in overleg met de werkgever kiezen voor een werkweek van vier dagen van elk negen uur. Hiervoor worden aangewend vakan- tiedagen, voor zover deze meer dan 23 bedragen, alsmede het volledige saldo CAO à la Carte, zoals vermeld in artikel 58. Is het saldo in het betreffende kalenderjaar deels aangewend voor andere doeleinden, dan zal het ontbrekende deel gefinancierd worden uit het bruto loon. Indien het tegoed aan genoemde dagen en het totale saldo CAO à la Carte onvoldoende is om een vierdaagse werkweek te realiseren zal de werkgever dit aanvul- len.
2. Generatiepact
Werknemers van 60 jaar en ouder met een arbeidspercenta- ge van tenminste 75% kunnen desgewenst in overleg met de werkgever kiezen voor het Generatiepact. Het generatiepact betekent dat de werknemer 80% van de contracturen werkt
voor 90% salaris van de contracturen met een pensioenopbouw over 100% van de contracturen. Hiervoor worden aangewend 10% van het salaris alsmede het volledige saldo CAO à la Carte, zoals vermeld in artikel 58. Is het saldo in het betreffende kalen- derjaar deels aangewend voor andere doeleinden, dan zal het ontbrekende deel gefinancierd worden uit het bruto loon.
De pensioenpremie die werknemer betaalt tijdens het genera- tiepact blijft gebaseerd op de contracturen die werknemer had voorafgaand aan het generatiepact. De pensioenpremie die
de werkgever betaalt tijdens het generatiepact blijft eveneens gebaseerd op de contracturen die werknemer had voorafgaand aan het Generatiepact.
3. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen blijven kiezen voor de vierdaagse werkweek oudere werknemers. Als de werknemers die deelnemen aan deze vierdaagse werkweek 60 jaar worden, dienen zij te kiezen voor het generatiepact of voor terugkeer naar een vijfdaagse werkweek.
Werknemers die op 31 december 2019 deelnemen aan de rege-
xxxx vierdaagse werkweek oudere werknemers kunnen er voor kiezen om deze regeling voort te zetten tot hun pensioendatum of als zij de leeftijd van 60 jaar bereikt hebben, te kiezen voor het generatiepact.
CAO DHL Express Nederland 2023 16
4. SALARIS, LOONAFSPRAKEN, TOESLAGEN, VERGOEDINGEN EN UITKERINGEN
Artikel 28 Salarisvaststelling / Functiewaardering
1. De functies van de werknemers zijn geclassificeerd met behulp van het functiewaarderingssysteem Bakkenist. Een actueel over- zicht van de gewaardeerde functies is gepubliceerd op myNet. Elke 5 jaar worden de functiebeschrijvingen geactualiseerd.
2. Voor de werknemers ingedeeld in de functiegroepen 1 tot en met 10 zijn de loonschalen DHL Express Nederland van toepassing (bijlage 1).
3. Het salaris van de werknemer wordt bepaald overeenkomstig de in bijlage 1 genoemde bepalingen, waarbij een werknemer van 21 jaar tenminste een salaris ontvangt dat gelijk is aan het wette- lijk minimumloon voor een werknemer van 23 jaar.
4. De in bijlage 1 vermelde salarissen zijn gebaseerd op een voltijd dienstverband.
5. In geval van een deeltijdwerknemer wordt het salaris vastgesteld naar evenredigheid van het overeengekomen aantal uren.
NB: Zie in dit verband ook bijlage 1 (Salaris- en beoordelings- systematiek).
NB: Zie in dit verband ook de overgangsregeling zoals vermeld in bijlage 2.
Artikel 29 Loonafspraken 1 januari 2023 – 31 december 2023
De volgende loonafspraken zijn gemaakt:
• Per 1 april 2023 verhogen we de lonen en loonschalen structureel met 7,5%.
• In januari 2023 een éénmalige uitkering van € 750,- bruto (naar rato bij een deeltijd dienstverband) voor medewerkers die op 31 december 2022 of eerder in dienst zijn en in januari 2023 nog steeds in dienst zijn.
• In april 2023 een éénmalige uitkering van € 250,- bruto (naar rato bij een deeltijd dienstverband) voor medewerkers die op 31
december 2022 of eerder in dienst zijn en in april 2023 nog steeds in dienst zijn.
Artikel 30 Wijze van betaling van het salaris
De betaling van het salaris aan de werknemer geschiedt maandelijks op zodanige wijze, dat de werknemer uiterlijk de laatste dag van eni- ge kalendermaand over zijn salaris van die maand kan beschikken.
Artikel 31 Promotie
1. Bij plaatsing in een functie die is ingedeeld in één hogere loon- schaal heeft de werknemer recht op een salaris dat tenminste gelijk is aan zijn maandsalaris vermeerderd met 3%. Voor func- tiewijzigingen waarbij de medewerker promotie maakt naar een functie van twee of meerdere loonschalen hoger, geldt een promotieverhoging van 5%;
2. In geval van een persoonlijke toeslag, FUWA 2007 toeslag 1 of FUWA 2007 toeslag 2, worden deze toeslagen overeenkomstig artikel 32, lid 3 sub c verdisconteerd in het nieuwe maandsalaris.
Artikel 32 Demotie
1. De werknemer die, anders dan als gevolg van invoering van een nieuwe functiewaarderingssystematiek, geplaatst wordt in een lagere loonschaal ontvangt een persoonlijke toeslag die gelijk is aan het verschil tussen het nieuwe en het oude maandsalaris.
2. De persoonlijke toeslag genoemd onder lid 1 van dit artikel wordt voor een periode van 26 weken toegekend.
3. a. Na de onder lid 2 van dit artikel genoemde periode wordt de persoonlijke toeslag afgebouwd met 25 % per jaar. Hier- voor kunnen onder meer aangewend worden toe te kennen periodieke en/of initiële loonsverhogingen.
b. Voor de werknemer van vijftig jaar of ouder die 10 of meer dienstjaren heeft, vindt geen (verdere) afbouw plaats.
c. In geval van promotie, wordt de niet afgebouwde persoon- lijke toeslag verdisconteerd in het nieuwe maandsalaris. Indien het ‘oude’ maandsalaris plus de persoonlijke toeslag meer bedraagt dan het nieuwe maandsalaris, dan wordt het verschil als aangepaste persoonlijke toeslag benoemd en overeenkomstig de leden a. en b. van dit artikel verder afgebouwd c.q. bevroren.
4. De onder lid 3 sub a van dit artikel genoemde afbouw heeft geen gevolgen voor de bestaande pensioengrondslag.
NB: Zie in dit verband ook de overgangsregeling zoals vermeld in bijlage 2.
CAO DHL Express Nederland 2023 17
Artikel 33 Waarneming
1. Aan de werknemer wordt bij waarneming van een werknemer in een zwaarder gewaardeerde functie, met de daarbij behorende verantwoordelijkheden, aangewezen door het management en langer dan een maand volledig en onafgebroken, een compensa- tie in de vorm van een waarnemingstoeslag van 3% bruto van het eigen functiesalaris toegekend.
2. Als sprake is van waarneming in een functie die ingedeeld is in 2 loonschalen hoger of meer, dan geldt het minimum van de hoge- re loonschaal voor de vaststelling van de hoogte van de waarne- mingstoeslag. Komt de waarnemingstoeslag daardoor lager uit, dan blijft lid 1 van dit artikel van kracht.
Artikel 34 Stand-by
1. De werknemer die zich al dan niet volgens een rouleersysteem buiten de normale arbeidstijden beschikbaar dient te houden voor het verrichten van specifieke werkzaamheden ontvangt een vergoeding. Deze vergoeding bedraagt:
• per dag 0,5% van het bruto maandsalaris tijdens weekdagen.
• per dag 2,5% van het bruto maandsalaris tijdens het weekend en feestdagen.
2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 geldt een vergoeding van
€ 6,07 bruto per dag als sprake is van telefonische bereikbaar- heid voor specifieke kennisdragers (facility, security, arbo, etc.) en waarbij er geen sprake is van (belemmering in de) bewegings- vrijheid of andere specifieke voorwaarden, zoals bij de regeling conform lid 1 wel het geval is.
3. Zo er sprake geweest is van het daadwerkelijk verrichten van de onder 1 genoemde werkzaamheden dan is de in artikel 37 genoemde overwerkregeling van toepassing.
4. De stand-by vergoeding tijdens weekdagen wordt met 100% verhoogd naar 1% per dag van het bruto maandsalaris. Dit is enkel van toepassing in combinatie met het toekennen van verlof, waarbij de medewerker tegen deze vergoeding bereid is stand- by te staan om, als de bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt, opgeroepen te worden. Dit geldt op basis van vrijwilligheid. In het weekend blijft de vergoeding, zoals vermeld in lid 1, gehand- haafd.
5. Voor de bepaling van de waarde van een vakantiedag wordt een gemiddelde van de ontvangen stand-by vergoeding meegenomen in de berekening. Voor verdere toelichting zie bijlage 14.
Artikel 35 Vakantietoeslag
1. De vakantietoeslag bedraagt met inachtneming van het bepaalde in lid 2, 8% van het per 1 mei van enig jaar geldende jaarsalaris.
De vakantietoeslag wordt tegelijk uitbetaald met het salaris over de maand mei, tenzij de werknemer per 1 mei korter dan twee maanden in dienst is en de overeengekomen proeftijd nog niet verstreken is. In dat geval en eveneens bij indiensttreding na 1 mei vindt uitbetaling plaats tegelijk met het salaris over de maand december.
2. De voltijdwerknemer ontvangt tenminste vakantietoeslag ter grootte van 96% van het minimum salaris van loonschaal 6. De deeltijdwerknemer ontvangt de vakantietoeslag naar rato.
3. In afwijking van het bepaalde in lid 1 en lid 2 van dit artikel wordt de vakantietoeslag naar evenredigheid berekend, indien de arbeidsovereenkomst in het lopende kalenderjaar korter dan
dat jaar zal (blijken te) zijn. Het voorgaande geldt eveneens, indien in de loop van het kalenderjaar met de werknemer een wijziging van de arbeidsduur wordt overeengekomen. Indien de werknemer ten gevolge hiervan tot een te hoog bedrag va- kantietoeslag heeft ontvangen, is hij gehouden het te veel aan hem uitbetaalde te restitueren, hetgeen voor zover mogelijk
in beginsel gebeurt door middel van inhouding op de (laatste) salarisbetaling.
4. De uitbetaling in mei als bedoeld in lid 1 van dit artikel heeft,
voor wat betreft de nog niet verstreken maanden van het lopende kalenderjaar, het karakter van een voorschot.
CAO DHL Express Nederland 2023 18
Artikel 36 Onregelmatigheidstoeslag
1. Voor werknemers in de loonschalen 1 t/m 9 geldt bij het verrich- ten van arbeid op onregelmatige uren een toeslag conform het bepaalde in lid 2. Deze toeslag geldt niet in combinatie met de overurentoeslag, genoemd in artikel 37 (zie ook artikel 37 lid 1).
2. De onregelmatigheidstoeslag wordt toegekend voor het feitelijk werken op de volgende onregelmatige tijden:
maandag t/m vrijdag 20.00 uur – 24.00 uur: 25%
maandag t/m vrijdag 00.00 uur – 06.00 uur: 30%
zaterdag 00.00 uur – 24.00 uur: 50%
zon- en feestdag 00.00 uur – 24.00 uur: 150%
nationale feestdag 00.00 uur – 24.00 uur: 100%
3. Voor arbeid verricht op maandag tot en met vrijdag op uren ge- legen tussen 00.00 uur en 06.00 uur geldt een toeslag van 30% van het voor de werknemer geldende uurloon, waarbij de uren die na 06.00 uur onafgebroken aansluiten op de nachtdienst als onregelmatige uren worden aangemerkt.
4. Voor werknemers van 58 jaar en ouder, die op grond van het be- paalde in artikel 23 geen nachtdienst verrichten, zal een regeling getroffen worden waarbij als uitgangspunt geldt dat er geen inkomensachteruitgang geleden mag worden.
5. Op verzoek wordt aan de werknemer een overzicht van de ge- werkte onregelmatigheidsuren verstrekt.
6. Uitbetaling van de onregelmatigheidstoeslag vindt eenmaal per maand plaats, bij de salarisbetaling volgend op de maand waarin onregelmatige uren zijn gemaakt.
7. Voor de bepaling van de waarde van een vakantiedag wordt een gemiddelde van de ontvangen onregelmatigheidstoeslag meege- nomen in de berekening. Voor verdere toelichting zie bijlage 14.
NB: Zie in dit verband ook de overgangsregeling zoals vermeld in bijlage 2.
Artikel 37 Overwerkvergoeding
1. De werknemer, die overwerk verricht als bedoeld in de artikelen 24 of 25 lid 1 ontvangt een vergoeding in geld of in vrije tijd. In
geval van samenloop van vergoeding van overuren en onregel- matigheid zal uitsluitend de vergoeding voor overwerk worden toegekend, behoudens in geval van zelfroosteren
(zie ook artikel 26).
2. De werknemer kan eenmaal per jaar aangeven of hij een vergoe- ding in geld of in vrije tijd wenst.
3. Bij vergoeding in vrije tijd wordt het aantal toe te kennen vrije uren bepaald op basis van het aantal overuren. Het betreffende toeslagpercentage zoals bedoeld in lid 5 van dit artikel wordt altijd uitbetaald.
4. De vergoeding in vrije tijd vindt, behoudens bijzonder gevallen, plaats binnen 16 weken na de betalingsperiode waarin de meer- dere uren zijn ontstaan. Tussen werkgever en werknemer dient tijdig overleg plaats te vinden over de periode, waarin de opge- spaarde vrije tijd, krachtens deze regeling, wordt opgenomen. Indien de vergoeding in vrije tijd niet binnen deze periode is opge- nomen door de werknemer, dan zal de werkgever de vergoeding in vrije tijd omzetten in geld en dit bedrag aan de werknemer uitbetalen.
5. Het toeslagpercentage voor overwerk bedraagt per uur op de volgende tijden:
maandag t/m vrijdag
tussen 06.00 en 22.00 uur: 30% over basisuurloon.
maandag t/m vrijdag
tussen 22.00 en 06.00 uur: 50% over basisuurloon.
zaterdag
tussen 00.00 en 24.00 uur: 50% over basisuurloon.
zondagen en (nationale) feestdagen
tussen 00.00 en 24.00 uur: 200% over basisuurloon.
NB: Zie in dit verband ook de overgangsregeling zoals vermeld in bijlage 2.
CAO DHL Express Nederland 2023 19
Artikel 38 Reiskosten woon-werkverkeer / Verblijfkosten bij detachering
1. De werknemer heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten voortvloeiend uit het woon-werkverkeer. Een nadere re- geling met de voorwaarden, alsmede nadere concretisering van deze aanspraak, is opgenomen in bijlage 7.
2. De werknemer heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de reis- en verblijfkosten in geval van detachering, overplaatsing, het verrichten van werk buiten de standplaats en in het buiten- land. Een nadere regeling met de voorwaarden, alsmede nadere invulling van deze aanspraken, is opgenomen in de bijlagen 8 en 10.
NB: Zie in dit verband ook de overgangsregeling zoals vermeld in bijlage 2.
Artikel 39 Verblijfskostenvergoeding rijdend personeel Werknemers werkzaam als bestuurders en bijrijders hebben aan- spraak op een verblijfskostenvergoeding overeenkomstig het bepaalde in bijlage 10.
NB: Zie in dit verband ook de overgangsregeling zoals vermeld in bijlage 2.
Artikel 40 Jubileum
1. De werknemer met een ononderbroken diensttijd bij de werk- gever van 10, 20, 30 en 40 jaar heeft in het desbetreffende jaar recht op een jubileumuitkering. Deze uitkering bedraagt bij een jubileum van:
10 jaar: een half maandsalaris bruto 20 jaar: een heel maandsalaris bruto 30 jaar: een heel maandsalaris netto
40 jaar: een heel maandsalaris netto en een heel maandsalaris bruto
2. Grondslag voor de berekening van de jubileumuitkering is het in de maand van het jubileum geldende maandsalaris vermeerderd met de vaste toeslagen als bedoeld in artikel 1. De uitbetaling vindt plaats met inachtneming van de fiscale regels.
NB: Zie in dit verband ook de overgangsregeling zoals vermeld in bijlage 2.
NB: Zie in dit verband ook de HR regeling Bijzondere gebeurtenissen.
Artikel 41 Vertrek wegens pensioen
1. De werknemer wiens dienstbetrekking eindigt op grond van het bepaalde in artikel 11, lid 2 sub b en c (pensioen) heeft ter gelegenheid van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst aanspraak op een uitkering ter grootte van één maandsalaris.
2. Geen aanspraak op de in lid 1 genoemde uitkering heeft de werknemer die in het gehele jaar voorafgaande aan het pensioen wegens arbeidsongeschiktheid niet werkzaam is geweest.
De uitbetaling vindt plaats met inachtneming van de fiscale regels.
NB: Zie in dit verband ook de HR regeling Bijzondere gebeurtenissen.
CAO DHL Express Nederland 2023 20
Artikel 42 Bedrijfshulpverlening (BHV)
1. De werkgever zal aan de werknemer die belast wordt met BHV-taken een vergoeding en faciliteiten toekennen.
2. De regeling is van toepassing op de werknemer die in opleiding is voor het behalen van een BHV-diploma, alsmede op de werk- nemer die in het bezit is van dit diploma en door de werkgever belast is met BHV-taken.
3. De opleidingskosten zijn voor rekening van de werkgever.
4. Bij het voor de eerste keer behalen van een BHV-diploma op ver- zoek van de werkgever ontvangt de werknemer een eenmalige vergoeding van € 275,00 bruto. De in de opleiding geïnvesteerde vrije tijd zal in tijd voor tijd (à 100 %) worden vergoed.
5. Jaarlijks ontvangt de werknemer bij deelname aan vereiste herhalingslessen c.q.-oefeningen een vergoeding van € 275,00 bruto. Deze vergoeding (oktober tot en met september) wordt achteraf voor het eerst uitbetaald in de maand oktober volgend op het moment waarop voor de eerste keer het diploma is be- haald.
6. Er bestaat enkel aanspraak op de in lid 4 en lid 5 van dit artikel genoemde uitkering, indien werknemer in de maand van uitke- ring in dienst is bij de werkgever.
Artikel 43 Verhuiskosten
1. Bij overplaatsing naar een andere standplaats op verzoek van de werkgever heeft de werknemer, indien hij op verzoek van de werkgever verhuist, aanspraak op een verhuiskostenvergoeding overeenkomstig het bepaalde in bijlage 9.
2. Bij verplaatsing naar een andere standplaats op verzoek van de werknemer bestaat geen aanspraak op een verhuiskostenver- goeding. De werkgever is niettemin bevoegd een naar billijkheid vast te stellen vergoeding toe te kennen, indien de wijziging van standplaats in het belang van de onderneming is of indien daar- voor bijzondere redenen aanwezig zijn.
3. De werkgever is bevoegd 50% van de ingevolge lid 2 van dit arti- kel betaalde verhuiskostenvergoeding terug te vorderen indien:
a. de werknemer binnen twee jaar nadat hij de verhuiskos- tenvergoeding heeft ontvangen de arbeidsovereenkomst beëindigt;
b. de werkgever de arbeidsovereenkomst binnen twee jaar nadat de verhuiskostenvergoeding is betaald op grond van een de werknemer verwijtbare dringende reden beëindigt.
CAO DHL Express Nederland 2023 21
5. ARBEID EN VRIJE TIJD
Artikel 44 Vakantie
1. Het aantal wettelijke vakantiedagen bij een volledig dienstver- band bedraagt op jaarbasis 20 dagen (160 uur)
2. Het aantal bovenwettelijke vakantiedagen bij een volledig dienst- verband bedraagt op jaarbasis bij een leeftijd van:
16 jaar en jonger 7 dagen (= 56 uur)
17 en 18 jaar 5 dagen (= 40 uur)
19 tot en met 44 jaar 3 dagen (= 24 uur)
45 tot en met 49 jaar 4 dagen (= 32 uur)
50 tot en met 54 jaar 5 dagen (= 40 uur)
55 tot en met 59 jaar 6 dagen (= 48 uur)
60 jaar en ouder 7 dagen (= 56 uur)
Voor de berekening van het aantal vakantiedagen/-uren waarop aanspraak bestaat is bepalend de leeftijd die men in het desbetref- fende kalenderjaar bereikt.
3. Het krachtens het lid 2 van dit artikel geldende aantal bovenwet- telijke vakantiedagen/-uren wordt verhoogd voor werknemers met een anciënniteit van tien jaar of meer met één dag (8 uur) telkens per vijf jaar ononderbroken diensttijd, te beginnen vanaf het elfde dienstjaar.
4. Bij aanvang respectievelijk beëindiging van de arbeidsovereen- komst in de loop van het kalenderjaar, bij deeltijdwerk en bij wijziging van de individueel overeengekomen wekelijkse arbeids- duur wordt in afwijking van het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel het aantal vakantiedagen waarop recht bestaat naar evenredigheid vastgesteld, waarbij afronding naar boven op halve dagen plaatsvindt.
5. De werknemer bouwt met uitzondering van de wettelijke uitzon- deringen opgenomen in artikel 7:635 Burgerlijk Wetboek, geen vakantie-aanspraken op over de tijd, gedurende hetwelk hij geen recht heeft op salaris.
6. Naast contracturen bouwt werknemer ook over meeruren vakantiedagen op.
NB: Zie in dit verband ook de overgangsregeling zoals vermeld in bijlage 2.
Artikel 45 Opname vakantie
1. Vakantiedagen mogen, tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten, in uren worden opgenomen.
Opname van vakantiedagen/-uren gebeurt na overleg tussen werkgever en werknemer.
2. Een verzoek tot opname van vakantiedagen/-uren dient tijdig en minimaal 10 werkdagen voor aanvang van het verlof schriftelijk te worden ingediend bij de direct leidinggevende. Hierop dient binnen 5 werkdagen een positieve dan wel negatieve respons te worden gegeven door de leidinggevende.
3. De HR regeling Opname Xxxxxxxxxxx gaat nader in op het opne- men van verlof gedurende de schoolvakantieperiode.
4. Vakantiedagen/-uren moeten in beginsel in het desbetreffende vakantiejaar worden opgenomen. De in enig kalenderjaar niet opgenomen vakantiedagen/uren dienen in het daaropvolgende kalenderjaar vóór 1 april te zijn opgenomen. Uiterlijk 1 februari zullen werkgever en werknemer in onderling overleg bepalen op welke tijdstippen de resterende vakantiedagen/-uren zullen worden opgenomen. Indien door toedoen van de werkgever nog
resterende vakantiedagen/-uren niet voor 1 april van het daarop- volgende jaar kunnen worden opgenomen, is de werkgever een toeslag van 35% van het dagloon verschuldigd.
Bovenwettelijke vakantiedagen zoals bedoeld in artikel 47 lid 2 kunnen voor uitbetaling in aanmerking komen.
5. De werkgever kan na verkregen instemming van de onderne- mingsraad drie dagen als verplichte vakantiedagen aanwijzen. De bekendmaking hiervan dient minimaal vier weken van tevoren plaats te vinden.
6. Als het totaal restant verlof (incl. gekochte dagen CAO à la Carte) aan het einde van enig kalenderjaar meer dan 10 dagen betreft, is het niet mogelijk dagen te kopen voor het volgende kalenderjaar in het kader van de CAO à la Carte. Hierop geldt een uitzondering voor werknemers die eens in de 2 jaar maximaal 6 weken op va- kantie gaan (om bijvoorbeeld familie in het buitenland te bezoe- ken). De vakantie dient wel gepland te zijn en in overleg met de leidinggevende schriftelijk vastgelegd te worden.
CAO DHL Express Nederland 2023 22
Artikel 46 Wijziging vastgestelde vakantie
De werkgever kan, indien het belang van de dienst dit eist, op grond van gewichtige redenen na overleg met de werknemer de vastge- stelde vakantiedagen wijzigen. De schade, welke de werknemer ten gevolge van deze wijziging lijdt, wordt door de werkgever vergoed.
Artikel 47 Verzilvering en verjaring vakantiedagen
1. De werknemer heeft bij het einde van de arbeidsovereenkomst recht op uitbetaling van de niet opgenomen vakantiedagen, con- form het bepaalde in artikel 7:641 van het Burgerlijk Wetboek.
2. Daarnaast heeft de werknemer de mogelijkheid om de boven- wettelijke vakantiedagen voor uitbetaling in aanmerking te laten komen met uitzondering van de extra dagen op basis van leeftijd voor werknemers van 55 jaar en ouder zoals omschreven in arti- kel 44 lid 2 (zie tevens artikel 45 lid 4). Jaarlijks zal in de maand november het voor dat betreffende jaar nog openstaande saldo vakantiedagen worden geïnventariseerd en kan worden aange- geven dat op bovengenoemde uitbetaling prijs wordt gesteld. Uitbetaling zal in de maand december plaatsvinden.
3. De werknemer, die bij het einde van de arbeidsovereenkomst meer vakantiedagen heeft opgenomen dan waarop hij recht had, is gehouden de geldswaarde als omschreven in artikel 7:641 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek te voldoen aan de werkgever.
4. De werkgever zal bij het einde van de arbeidsovereenkomst aan de werknemer een verklaring uitreiken, waaruit blijkt de duur van de vakantie die de werknemer op dat tijdstip nog toekomt.
5. Aanspraak op de wettelijke vakantiedagen vervalt op grond van artikel 7:640a Burgerlijk Wetboek zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan.
6. Aanspraak op de bovenwettelijke vakantiedagen verjaart op grond van artikel 7: 642 Burgerlijk Wetboek na verloop van vijf jaren na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan.
Artikel 48 Buitengewoon verlof
1. De werknemer heeft recht op buitengewoon verlof met behoud van salaris in de hieronder genoemde gevallen en voor de daarbij bepaalde duur.
2. Voorzienbare gebeurtenissen:
a. 1. voor het consulteren van en het laten verrichten van medische controles, onderzoeken of behandelingen door een (huis)arts, bedrijfsarts, en/of tandarts en/of speci- alist: de benodigde tijd, voor zover noodzakelijk binnen arbeidstijd;
2. voor het door de (huis)arts en/of specialist noodzakelijk geachte consulteren van andere hulpverlenende instan- ties: de benodigde tijd, voor zover noodzakelijk binnen arbeidstijd;
3. de werknemer dient afspraken voor de onder 1 en 2 bedoelde consultaties, onderzoeken en behandelingen, waar mogelijk, op een zodanig tijdstip te laten vallen, dat de functie-uitoefening niet, dan wel zo min mogelijk wordt belemmerd;
b. 1. bij zijn ondertrouw: halve dag;
2. bij zijn huwelijk en/of de religieuze bevestiging daarvan alsmede bij partnerschapsregistratie: in totaal voor twee werkdagen;
c. bij het huwelijk en/of de religieuze bevestiging daarvan van bloed- en aanverwanten in de eerste en tweede graad: in totaal voor één werkdag;
d. voor verhuizing bij standplaatswijziging: twee werkdagen;
e. bij bevalling van zijn partner: eenmaal de wekelijkse ar- beidsduur;
f. ter gelegenheid van zijn 25- en 40-jarig huwelijksjubileum of van het 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum van een van zijn bloed- en aanverwanten in de eerste en twee- de graad: voor de dag van de jubileumviering;
g. ter gelegenheid van zijn 20-, 30- of 40-jarig dienstjubile- um: één werkdag;
h. voor sollicitatie(s) in geval de arbeidsovereenkomst door de werkgever is opgezegd of het voornemen daartoe is kenbaar gemaakt, een en ander tot ten hoogste vijf uur per sollicitatie;
i. voor het afleggen van een (her)examen, dat naar het oor- deel van de werkgever voor de uitoefening van de functie van belang is: de benodigde tijd met een minimum van een halve dag per examen;
j. voor het deelnemen van een werknemer, die jonger is dan 19 jaar, aan een door een erkend vormingsinstituut te geven vormingsopleiding: de benodigde tijd tot een maxi- mum van één dag per week;
CAO DHL Express Nederland 2023 23
k. voor het volgen van de cursus “Pensioen in zicht”: de daar- voor benodigde tijd;
l. voor het zonder geldelijke vergoeding voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover zulks niet in vrije tijd kan geschieden en verzetten van de dienst niet mogelijk is,
tenzij de verplichting is ontstaan door schuld of nalatigheid van de werknemer: een en ander tot een maximum van twaalf uren;
3. Onvoorzienbare gebeurtenissen:
a. bij overlijden van de partner: van de dag van overlijden tot en met de dag na de begrafenis of crematie met een maxi- mum van één week;
b. bij overlijden van een inwonend kind, stief-, pleeg-, aange- huwd en kleinkind: vier werkdagen;
c. bij overlijden van een niet inwonend kind, stief-, pleeg-, aangehuwd en kleinkind: drie werkdagen;
d. voor het bijwonen van de begrafenis of crematie van xxxxx, schoonouder of pleegouder: twee werkdagen;
e. voor het bijwonen van de begrafenis of crematie van bloed- en aanverwanten in de tweede graad: één werkdag;
4. Rechten die op grond van het bepaalde in dit artikel gelden voor gehuwden, zullen eveneens op gelijke wijze worden toegekend aan werknemers, die een gemeenschappelijke en duurzame huishouding voeren als bedoeld in artikel 1 onder o, alsmede aan partners als bedoeld in de Wet op de partnerschapsregistratie.
5. In de gevallen, waarin dit artikel niet, dan wel ongenoegzaam voorziet, kan de werkgever onder eventueel door hem te stellen voorwaarden buitengewoon verlof of voortgezet buitengewoon verlof verlenen, al dan niet met behoud van gehele of gedeeltelij- ke salariëring.
6. Buitengewoon verlof kan niet worden opgespaard. In geval de werknemer arbeidsongeschikt is op een dag waarop aanspraak op buitengewoon verlof zou bestaan, wordt geen vervangende dag toegekend.
NB: Zie in dit verband ook bijlage 12.
Artikel 49 Onbetaald verlof
1. De werknemer heeft per kalenderjaar aanspraak op ten hoogste tien dagen onbetaald verlof. Opname gebeurt in overleg tussen werknemer en werkgever.
2. De werknemer heeft recht op bijzonder verlof zonder behoud van loon voor het uitoefenen van het lidmaatschap van een openbaar lichaam, tenzij het bedrijfsbelang zich daartegen verzet.
Artikel 50 Aanvraag buitengewoon verlof
De aanvraag tot het verkrijgen van buitengewoon verlof bedoeld in de artikelen 48 en 49 dient, voor zover deze betrekking heeft op voorzienbare gebeurtenissen, tijdig te worden ingediend. Indien de werknemer, die niet vooraf een aanvraag voor buitengewoon verlof heeft ingediend, ten genoegen van de werkgever aantoont, dat hij daartoe geen gelegenheid heeft gehad, terwijl er voor zijn
afwezigheid gegronde redenen bestonden, wordt deze afwezigheid beschouwd als buitengewoon verlof, voor zover dit in overeenstem- ming is met de in artikel 48 genoemde voorwaarden en beperkingen en mits de werknemer het verlof alsnog heeft aangevraagd zodra hij daartoe in de gelegenheid was.
NB: Elders in deze CAO zijn bepalingen met betrekking tot bijzondere verlofregelingen opgenomen (onder andere in het kader van studiefaciliteiten, vakbondsfaciliteiten, etc.).
CAO DHL Express Nederland 2023 24
6. UITGANGSPUNTEN SOCIAAL BELEID
Artikel 51 Personeelsbeleid
De visie van werkgever is een organisatie te zijn waar mensen wil- len komen werken, langere tijd willen blijven werken, en elke dag de best mogelijke inzet willen geven. Wanneer er veranderingen zijn, implementeren de medewerkers deze met enthousiasme en creativiteit.
Om deze visie waar te kunnen maken zal de werkgever bij voortdu- ring streven naar het toepassen en waar mogelijk uitbouwen van een goed en verantwoord personeelsbeleid.
In dit beleid is het uitgangspunt: de juiste man/vrouw op de juiste plaats. Iedere werknemer wordt in dat kader naar vermogen
de gelegenheid geboden werkzaam te zijn overeenkomstig zijn bekwaamheden en zijn geestelijke en lichamelijke eigenschappen. Indien blijkt dat de werknemer in onvoldoende mate aan de gestel- de functie-eisen voldoet, is de werkgever gehouden in overleg met de werknemer te onderzoeken of geen andere passende arbeid binnen de onderneming voorhanden is.
Ook zal de werkgever een beleid voeren dat gericht is op het stimu- leren van gewenste en het bestrijden van ongewenste omgangs- vormen met als doel een prettig arbeidsklimaat in stand te houden of te creëren. Discriminatie past niet binnen dit beleid. Een verdere uitwerking van het beleid inzake gewenste omgangsvormen is te vinden in de HR regeling Beleid Gewenste Omgangsvormen.
Het hiervoor genoemde beginsel met betrekking tot gelijke be- handeling (anti-discriminatie) geldt niet in geval van specifieke beschermende bepalingen voor bepaalde groepen en evenmin, indien het onderscheid tot doel heeft bedoelde personen een be- voorrechte positie toe te kennen teneinde feitelijke ongelijkheden op te heffen of te verminderen en het gemaakte onderscheid in een redelijke verhouding staat tot dat doel.
Daarnaast streeft de werkgever continue naar verbetering op het gebied van arbeidsomstandigheden om arbeidsongevallen en beroepsziekten te voorkomen, de gezondheid op het werk te
beschermen en het welzijn van werknemers te bevorderen. Zij zal zo nodig naast de wettelijke voorschriften zoals de Arbeidsomstan- dighedenwet, zelf beveiligingsregels opstellen en beveiligingsmid- delen verstrekken. Een verdere uitwerking van het beleid inzake arbeidsomstandigheden is te vinden in de HR regeling Arbeidsom- standighedenbeleid.
Bovendien streeft de werkgever ernaar zich extra inspanning te getroosten om op jaarbasis 50 arbeidsplaatsen te scheppen voor kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt, in het bijzonder voor her- intredende vrouwen, werkloze jongeren en allochtonen.
Een verdere uitwerking van het bovenstaande is vastgelegd in de diverse HR regelingen (zie bijlage 3).
Artikel 52 Studie
1. De werkgever stimuleert het volgen van opleidingen, cursussen en workshops (studies) die bijdragen aan het zo optimaal mo- gelijk uitoefenen van de huidige functie of die in het kader van ontwikkeling aansluiten op een mogelijke toekomstige functie. Dit alles vanuit de visie van de werkgever dat ontwikkeling en leren van haar werknemers en het bundelen van die kennis en vaardigheden, groei van de organisatie als geheel zullen gene- reren.
Vergoeding studiekosten
2. Als er sprake is van een studie op verzoek van de werkgever worden de aan de studie verbonden inschrijf-, les- en examen- gelden volledig vergoed.
3. Als er sprake is van een functiegerichte studie op verzoek van de werknemer worden de aan de studie verbonden inschrijf-, les- en examengelden volledig vergoed.
4. Als er sprake is van een intern en toekomstgerichte studie op verzoek van de werknemer worden de aan de studie verbonden inschrijf-, les- en examengelden voor 50% vergoed.
5. De vergoeding voor de overige aan de studie verbonden kosten, zoals voorgeschreven studieboeken en studiemateriaal, zullen conform de HR regeling Studiekostenregeling worden vergoed.
Terugbetaling vergoede studiekosten
6. Voortijdig afbreken lopende studie
Indien een lopende studie voortijdig door de werknemer wordt afgebroken, met uitzondering van gevallen van onmogelijkheid of overmacht, zal er terugbetaling door de werknemer plaats vinden van 100% van alle (reeds) vergoede kosten. In geval van onmogelijkheid of overmacht zal per geval door de leidingge- vende worden beoordeeld.
CAO DHL Express Nederland 2023 25
7. Uitdiensttreding tijdens lopende studie
Indien de werknemer op eigen verzoek DHL verlaat of indien de reden van verbreking van het dienstverband aan de werknemer te wijten is, zal indien dit plaats vindt tijdens het volgen van de studie 100% van de vergoede kosten terugbetaald dienen te worden.
8. Uitdiensttreding na afronden studie
Indien de werknemer op eigen verzoek DHL verlaat of indien de reden van verbreking van het dienstverband aan de werknemer te wijten is, zal indien dit plaats vindt in het eerste jaar na het af- ronden van de studie 50% van de vergoede kosten terugbetaald dienen te worden.
9. Xxxxxxxxxxx studieduur
Indien de werknemer binnen een redelijke termijn na het verstrijken van de studieduur het getuigschrift/diploma voor de studie niet behaalt, zal er terugbetaling door de werknemer plaats vinden van 100% van alle reeds vergoede kosten.
Bij het aangaan van een studie, machtigt de werknemer DHL om het bedrag van de terugbetaling te verrekenen indien een situa- tie zoals onder 6, 7, 8 of 9 zich voordoet. Deze terugbetaling zal plaatsvinden door middel van een inhouding op het salaris met inachtneming van de Wet Minimumloon.
Nascholing beroepschauffeurs
De werkgever stelt het rijdend personeel, die voor de uitvoering van hun werkzaamheden in het bezit zijn van het rijbewijs C, in de gelegenheid tot het volgen van de verplichte nascholing voor be- roepschauffeurs inzake de Europese richtlijn vakbekwaamheid.
My Talent World
Na verzoek van de werknemer wordt My Talent World beschikbaar gesteld. Dit geldt voor alle werknemers.
NB: Zie in dit verband ook artikel 48 lid 2 onder i, j en k (buitengewoon verlof).
NB: Zie in dit verband ook de HR regeling Studiekostenregeling.
NB: Zie in dit verband ook de overgangsregeling zoals vermeld in bijlage 2.
Artikel 53 Klachten en geschillen / Beroep
1. Klachten van een werknemer en/of geschillen tussen werkge- ver en een werknemer met betrekking tot de toepassing en/of interpretatie van de CAO, genomen disciplinaire maatregelen, de uitkomsten van functiewaardering, de individuele arbeids- overeenkomst, directe of indirecte ongewenste uitingen en nalatingen of handelingen die tot uiting komen in verbaal of non-verbaal fysiek gedrag worden - met uitzondering van de geschillen als bedoeld in lid 2 – in eerste aanleg ter beslissing voorgelegd aan de Klachtencommissie DHL Express Nederland. Klachten kunnen in tweede aanleg voorgelegd worden aan de Geschillencommissie DHL Express Nederland.
2. Geschillen die betrekking hebben op of verband houden met hetzij beëindiging van de arbeidsovereenkomst, hetzij toepas- sing en/of interpretatie van een sociaal plan, behoren niet tot de competentie van de commissies genoemd in lid 1 van dit artikel.
3. Samenstelling, werkwijze alsmede de in acht te nemen proce- dureregels van de Klachtencommissie DHL Express Nederland zijn geregeld in de HR regeling Klachtenreglement.
4. Samenstelling, werkwijze alsmede de in acht te nemen proce- dureregels van de Geschillencommissie DHL Express Nederland zijn geregeld in een afzonderlijk reglement, dat als bijlage 11 deel uitmaakt van deze CAO.
Artikel 54 Uitzendwerk en flexibele arbeid
1. Bij de inleen van uitzendkrachten van in Nederland gevestigde uitzendbureaus zal alleen nog gebruik gemaakt worden van NEN-gecertificeerde uitzendbureaus. Negen maanden na de totstandkoming van een vergelijkbare certificeringsregeling voor buitenlandse uitzendbureaus, zal deze afspraak ook gelden met betrekking tot deze buitenlandse uitzendbureaus.
2. Het maximum percentage flexibele arbeid bedraagt 20% van het totale personeelsbestand en mag niet leiden tot aantasting van de werkgelegenheid van het personeel in vaste dienst. De eerste periode van 5 maanden flexibele arbeid telt niet mee in het percentage van 20% indien daarna een dienstverband bij DHL volgt. Jaarlijks zal DHL hierover aan vakorganisaties in april een rapportage verstrekken.
CAO DHL Express Nederland 2023 26
3. Aan uitzendkrachten die door een uitzendonderneming op uitzend- of detacheringsbasis ter beschikking worden gesteld aan de werkgever zal deze uitzendonderneming overeenkom- stige lonen, onregelmatigheidstoeslagen, overwerktoeslagen en vakantiegeld toekennen als die, welke worden toegekend aan werknemers werkzaam in gelijke of gelijkwaardige functies in dienst van de werkgever. Het bruto basis maandsalaris voor uitzendkrachten wordt herleid naar een bruto uurloon (exclu- sief vakantiegeld).
Voor de berekening van het bruto uurloon wordt conform deze CAO het bruto basis maandsalaris gedeeld door factor 174.
Voor de berekening van het vakantiegeld worden conform deze CAO onregelmatigheidstoeslagen en overwerktoeslagen niet meegenomen.
4. Met uitzendkrachten zullen op regelmatige basis gesprekken worden gevoerd gericht op de toekomstige persoonlijke ont- wikkeling. Uitzendkrachten zullen volledig worden meegeno- men in de informatiestroom, zoals die ook geldt voor de overige werknemers.
5. In geval van uitzendkrachten PUD zal na 3 maanden worden be- zien of zij in aanmerking komen voor een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Voorwaarden om in aanmerking te komen zijn: geschiktheid en formatieruimte, waarbij de ondernemings- raad inzicht wordt verschaft in de formatieruimte van DHL Express. Dit punt heeft geen betrekking op de uitzendkrachten in de loods vanwege de benodigde flexibiliteit in de bedrijfsvoe- ring en wisselende volumes.
6. Aan uitzendkrachten die door een uitzendonderneming op uit- zend- of detacheringsbasis ter beschikking worden gesteld aan de werkgever zal scholing in het kader van veiligheid, gezond- heid, welzijn en milieu worden aangeboden, voor zover dit ook het geval is bij werknemers werkzaam in gelijke of gelijkwaardi- ge functies in dienst van de werkgever.
7. Aan uitzendkrachten die door een uitzendonderneming op uit- zend- of detacheringsbasis ter beschikking worden gesteld aan de werkgever zal gratis bedrijfskleding en schoeisel beschik- baar worden gesteld.
8. Aan niet-Nederlandse uitzendkrachten die door een uitzendon-
derneming op uitzend- of detacheringsbasis ter beschikking worden gesteld aan de werkgever zal door werkgever een bijdrage geleverd worden met betrekking tot het leren van de Nederlandse taal.
Artikel 55 Organisatiebeleid
1. Bij de (her)structurering van werkzaamheden, alsmede bij aanpassingen op grond van technische, organisatorische en economische ontwikkelingen zal de werkgever bij voortduring naar vermogen rekening houden met de belangen van de werk- nemers.
2. Ter bevordering van een goede gang van zaken in de onderne- ming heeft de werkgever voor de gehele onderneming gel- dende HR regelingen vastgesteld (zie bijlage 3). Evenzo kan de werkgever voor bepaalde werknemers of groepen van werkne- mers een werkinstructie vaststellen of laten vaststellen. Vast- stelling en wijziging behoeven de instemming van de onderne- mingsraad.
3. De in lid 2 van dit artikel genoemde werkinstructies mogen niet in strijd zijn met enige bepaling uit de CAO of met op grond daarvan vastgestelde reglementen.
Artikel 56 Charters
Inhuur van charters vindt slechts plaats krachtens samenwerkings- overeenkomsten met transportbedrijven die de voor hun geldende CAO op correcte wijze naleven en uitvoeren. Indien vastgesteld wordt, dat daarvan geen sprake is, zal de overeenkomst op zo kort mogelijke termijn beëindigd worden.
Artikel 57 Informatiebeleid
1. Voorlichting over onderwerpen die voor de werknemers van belang kunnen zijn, belangrijke voorvallen, regelingen of aan- wijzingen ten behoeve van de dienstuitoefening, worden per mededeling aan de werknemers bekend gemaakt.
2. Alle mededelingen als bedoeld in lid 1 van dit artikel die via de mededelingenborden zijn gepubliceerd en waarvan de werkne- mer redelijkerwijs kennis heeft kunnen nemen, worden geacht aan iedere werknemer afzonderlijk te zijn gedaan.
3. De werknemer dient kennis te nemen van en rekening te houden met hetgeen in de mededelingen staat vermeld.
CAO DHL Express Nederland 2023 27
7. CAO À LA CARTE
Artikel 58 Algemeen
1. De werkgever biedt de werknemer de mogelijkheid jaarlijks binnen bepaalde kaders naar eigen behoefte invulling te geven aan de samenstelling van zijn arbeidsvoorwaarden. De deelna- me aan de CAO à la Carte is vrijwillig. De keuzes zijn verwoord onder de artikelen 60 tot en met 62.
2. De werknemer zal jaarlijks in november tijdens de keuzeronde verder worden geïnformeerd over de CAO à la Carte en zijn keu- zes voor het volgende kalenderjaar kenbaar kunnen maken. De à-la-carte keuzes kunnen ook buiten de jaarlijkse keuzeronde gemaakt worden.
3. De werknemer die geen keuze maakt, ontvangt een uitkering in maandelijkse termijnen.
4. De werknemer met een verminderde inzetbaarheid kan aan de regeling deelnemen indien blijkt dat een en ander verantwoord is.
5. Alle genoemde elementen in het kader van de CAO à la Carte zijn eerst van toepassing nadat de belastingdienst haar goed- keuring heeft gegeven.
Artikel 59 Saldo CAO à la Carte
Per werknemer wordt jaarlijks een CAO à la Carte saldo opge- bouwd. Dit saldo bedraagt per werknemer 6,24% van het jaarsa- laris. Indien de arbeidsovereenkomst aanvangt of (deels) eindigt gedurende de looptijd van de periode waarover het saldo CAO à la Carte wordt toegekend, zal de opbouw van het saldo CAO à la Carte pro rato plaatsvinden.
Het saldo CAO à la Carte wordt standaard uitgekeerd in twaalf maandelijkse termijnen in het betreffende kalenderjaar. Deze termijnen tellen niet mee bij onder meer de vaststelling van het maandsalaris, de pensioengrondslag en de vakantietoeslag.
Om in aanmerking te komen voor een andere aanwending van het saldo CAO à la Carte dan het uitbetalen in geld, dient dit aangege- ven te worden.
Artikel 60 Dagen kopen
Werknemers worden in het kader van de CAO à la Carte in de gelegenheid gesteld op jaarbasis dagen te kopen. De in artikel 59 genoemde 6,24% komt overeen met 13 dagen.
Indien gekozen wordt het saldo CAO à la Carte aan te wenden voor het kopen van dagen dan geldt dat in ieder geval de helft van de te kopen dagen ingeroosterd worden. De voorkeur van de werknemer voor inroostering zal door de werknemer worden opgegeven op het betreffende formulier. De in te roosteren dagen worden afge- rond op halve dagen. De waarde van een dag bedraagt in het kader van de CAO à la Carte 0,48%. Bij het kopen van dagen geldt, dat een gekochte dag als dag kan worden genoten. Toekomstige functie en/ of salariswijzigingen zijn hierop niet van invloed.
Medewerkers die in de loop van het kalenderjaar in dienst treden, worden bij indiensttreding apart geïnformeerd over de mogelijk- heid om dagen te kopen.
NB: Zie in dit verband ook artikel 45, lid 6 betreffende totaal restant verlof dat meer dan 10 dagen betreft.
Artikel 61 Fietsplan
Werknemers worden in het kader van de CAO à la Carte in de gele- genheid gesteld om met fiscaal voordeel en onder voorwaarden via de werkgever een nieuwe fiets te kopen.
Artikel 62 Studie
De werknemer kan het saldo CAO à la Carte aanwenden voor het op fiscaal vriendelijke wijze bekostigen van een studie. Voorwaarde is wel dat de studiekosten niet reeds door een ander worden vergoed.
CAO DHL Express Nederland 2023 28
8. SOCIALE ZEKERHEID EN PENSIOEN
Artikel 63 Zorgverzekering
1. De werknemer kan deelnemen aan een door de werkgever afgesloten collectieve zorgverzekering onder de voorwaarden en voor zover de werkgever een dergelijke voorziening heeft getroffen.
2. Daarnaast kan de werknemer via de collectieve zorgverzekering een aanvullende verzekering afsluiten.
Artikel 64 (Bovenwettelijke) Aanspraak op ziekengeld: Hoogte en duur
1. De werknemer die wegens ziekte niet in staat is de overeenge- komen arbeid te verrichten behoudt, tenzij de ziekte door zijn opzet is veroorzaakt of het gevolg is van een gebrek waarover hij bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst de werkgever opzettelijk valse inlichtingen heeft gegeven, recht op ziekengeld op grond van artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek.
2. Onder ziekengeld als bedoeld in lid 1 van dit artikel wordt ver- staan het maandsalaris vermeerderd met de vaste toeslagen, alsmede verhoogd met het bedrag dat de werknemer gemid- deld terzake van meer- en overuren – tot een maximum van 15 overuren per week – en onregelmatigheidstoeslag heeft ont- vangen in de onmiddellijk aan de arbeidsongeschiktheid vooraf- gaande betalingsperiode van 12 maanden. Dit met uitzondering van de eerste week (5 werkdagen) van arbeidsongeschiktheid, waarvoor geen doorbetaling van overuren en onregelmatig- heidstoeslag van toepassing is. Wanneer de arbeidsongeschikt- heid langer dan 6 weken duurt, zal met terugwerkende kracht wel over de eerste week van arbeidsongeschiktheid doorbeta- ling van overuren en onregelmatigheidstoeslag plaatsvinden.
3. Gedurende het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid van de werknemer betaalt de werkgever 100% van het ziekengeld door. De aanspraak op vakantiegeld als bedoeld in artikel 35 blijft bestaan. Bovendien kan er een aanspraak zijn op Onre- gelmatigheidstoeslag als bedoeld in artikel 36. Tot het salaris behoren eveneens de toeslagen die door de uitvoeringsinstel- ling worden meegeteld bij de vaststelling van het dagloon.
4. In het tweede ziektejaar geldt als basis dat 70% van je zieken- geld door DHL wordt doorbetaald indien en voor zover DHL een loondoorbetalingsverplichting heeft. Deze loondoorbetaling
wordt verhoogd naar 100% van het ziekengeld indien en voor zolang je meewerkt aan de voor jou geldende re-integratiever- plichtingen en je een (aanvullende) zorgverzekering hebt afge- sloten, zowel op de eerste ziektedag als op de eerste ziektedag van het tweede ziektejaar, met in ieder geval fysiotherapie, psy- chologische hulp en diëtist in het pakket. De loondoorbetaling wordt ook verhoogd als je aantoonbaar zelf de kosten draagt van benodigde fysiotherapie, psychologische hulp of diëtist.
De loondoorbetaling wordt ook verhoogd indien je volledig en duurzaam arbeidsongeschikt bent en een vervroegde IVA-uitke- ring is aangevraagd en toegekend.
5. Bij geschillen over de re-integratie zullen de reguliere procedu- res (deskundigenoordeel) worden toegepast. Indien evenwel geen andere formele procedure bestaat, kan de werknemer een klacht indienen conform de klachtenregeling. Indien nodig kan de klachtencommissie bij meerderheid besluiten een interne dan wel een externe deskundige in te schakelen.
Artikel 65 Gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en Re-integratie beleid
1. De werkgever heeft, onverminderd het bepaalde in of bij de wet, ten aanzien van de al dan niet blijvend (gedeeltelijk) arbeidson- geschikte werknemer de volgende verplichtingen:
a. indien een werknemer gedeeltelijk arbeidsongeschikt is in die zin, dat betrokkene de overeengekomen arbeid slechts gedeeltelijk kan verrichten, is de werkgever in beginsel gehouden de werknemer die zich daartoe bereid ver- klaart, te werk te stellen gedurende het gedeelte waartoe hij in staat is de overeengekomen arbeid te verrichten;
b. indien een werknemer blijvend ongeschikt is geworden de overeengekomen arbeid te verrichten, is de werkgever in beginsel gehouden de werknemer die zich daartoe bereid verklaart, in staat te stellen om - al dan niet in het kader van een nieuwe aansluitende arbeidsovereenkomst - passende arbeid te verrichten welke voor zijn krachten en bekwaamheid is berekend en die hem gelet op opleiding en arbeidsverleden kan worden opgedragen.
2. Het in lid 1 onder a en b bepaalde geldt niet, indien van de werk- gever in redelijkheid niet gevergd kan worden van de
CAO DHL Express Nederland 2023 29
aangeboden arbeid gebruik te maken. Het is in dat geval aan de werkgever om feiten en omstandigheden te stellen en zo nodig te bewijzen, waaruit blijkt, dat een en ander redelijkerwijs niet van hem valt te vergen. Bij gebreke daarvan heeft de werkne- mer in elk geval recht op loon, dan wel op een passend gedeelte daarvan.
3. De werkgever dient zich bij de uitoefening van zijn taak voort- vloeiende uit het bepaalde in de leden 1 en 2 te laten leiden door de bevindingen van de bedrijfsarts en/of het UWV.
NB: Zie in dit verband ook de HR regeling Re-integratiebeleid.
Artikel 66 Aanpassing arbeidsplaats en overige voorzieningen De werkgever is binnen de grenzen van redelijkheid en billijkheid verplicht ernaar te streven om (in samenwerking met daartoe aan- gewezen deskundigen en het UWV) de samenstelling en toewijzing van arbeid, de inrichting van de arbeidsplaatsen, de productie- en werkmethoden en de bij de arbeid te gebruiken hulpmiddelen aan de gehandicapte werknemer aan te passen, alsmede de inrichting van het bedrijf aan te passen, voor zover de behoefte daaraan wordt opgeroepen door de deelneming van die werknemer aan de werkzaamheden of het daarmee samenhangende verblijf in het bedrijf.
Artikel 67 Sanctie(s): Bevoegdheid ziekengeld geheel of gedeeltelijk te weigeren
1. De werkgever is met inachtneming van het bepaalde in ar- tikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek en onverminderd de bevoegdheid de salarisbetaling op te schorten, bevoegd de betaling van het salaris inclusief aanvulling te weigeren, indien de werknemer nalaat zonder deugdelijke gronden de hem op grond van artikel 68 opgelegde verplichtingen na te komen.
2. De in lid 1 bedoelde bevoegdheid bestaat voorts, indien een (wettelijke) uitkering als omschreven in artikel 64 door eigen schuld of toedoen geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd of ingetrokken.
Artikel 68 Verplichtingen werknemer bij arbeidsongeschiktheid In geval van arbeidsongeschiktheid is de werknemer gehouden zich te gedragen overeenkomstig de voor hem geldende voorschriften, die zijn opgenomen in HR regelingen.
Artikel 69 WIA verzekeringen
1. De werkgever heeft voor de werknemer verplichte collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekeringen afgesloten, te weten de WIA Aanvullingsverzekering en de WIA Compensatieverzeke- ring. De premies voor deze verzekeringen komen voor rekening van de werknemer.
2. De WIA Aanvullingsverzekering wordt toegekend aan werk- nemers die op of na 1 januari 2006 arbeidsongeschikt zijn geworden en die na 104 weken arbeidsongeschiktheid aan- spraak maken op een WIA-uitkering (hetzij een IVA uitkering of WGA uitkering). De WIA Aanvullingsverzekering voorziet in een aanvulling op de WIA-uitkering van 10% (tot maximum Sociale Verzekeringloon). In geval van een IVA uitkering bedraagt de duur van de uitkering een periode van 3 jaar.
3. De WIA Compensatieverzekering wordt toegekend aan werkne- mers die op of na 1 juli 2007 arbeidsongeschikt zijn geworden en die na 104 weken arbeidsongeschiktheid geen aanspraak maken op een WIA-uitkering en die voor minder dan 35% maar tenminste voor 15% arbeidsongeschikt worden bevonden. De uitkering bij arbeidsongeschiktheid bedraagt 70% van het bruto jaarsalaris vermenigvuldigd met het arbeidsongeschiktheid- spercentage.
4. De werkgever is voor de regeling WGA (Werkhervatting Gedeel- telijk Arbeidsongeschikten) eigen risicodrager. De premie voor deze verzekering wordt 50/50 verdeeld tussen werkgever en werknemer.
Artikel 70 Ongevallenverzekering
1. De werkgever zal voor zijn rekening ten behoeve van de werkne- mer een verzekering afsluiten tegen het risico van ongevallen.
2. De in lid 1 bedoelde verzekering geldt zowel voor ongevallen overkomen in en door de dienst als daarbuiten. Uitgezonderd zijn de gebruikelijk voorkomende uitsluitingen voor activiteiten die buiten diensttijd plaatsvinden en in de polisvoorwaarden worden vermeld.
3. De uitkeringen bedragen ongeacht de duur van de arbeidsover- eenkomst:
CAO DHL Express Nederland 2023 30
a. in geval van blijvende invaliditeit zoals omschreven in de polisvoorwaarden: ten hoogste tweemaal het voor de werknemer geldende jaarinkomen als bedoeld in de polis-voorwaarden;
b. in geval van overlijden eenmaal het voor de werknemer geldende jaarinkomen als bedoeld in de polisvoorwaar- den met een minimum van € 22.689.
4. Indien door nalatigheid van de werkgever geen recht op een on- der lid 3 bedoelde uitkering bestaat, is de werkgever gehouden betrokkene schadeloos te stellen.
NB: Zie in dit verband ook de HR regeling Ongevallenverzekering.
Artikel 71 Uitkering bij overlijden
1. Bij overlijden van de werknemer zal de werkgever aan de nage- laten betrekkingen van de werknemer een uitkering doen ter grootte van het salaris, vermeerderd met de vaste toeslagen, over de resterende dagen van de maand van overlijden, voor zover niet reeds uitbetaald, en over de volgende drie maanden.
2. De overlijdensuitkering, bedoeld in het eerste lid, wordt vermin- derd met het bedrag van de overeenkomstige uitkeringen, die in verband met bedoeld overlijden voortvloeien uit de werkne- mersverzekeringen.
3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder nagelaten be- trekkingen verstaan:
a. de partner bedoeld in artikel 1 onder o;
b. bij ontstentenis van de onder a bedoelde persoon de min- derjarige wettige, natuurlijke, pleeg- of stiefkinderen;
c. bij ontstentenis van de onder a en b bedoelde personen de overige bloed- en aanverwanten in de rechte linie, daaronder tevens begrepen de pleeg- en stiefouders, en de bloedverwanten in de zijlinie in de tweede graad, ten aanzien van wie de overledene ten tijde van het overlijden grotendeels in de kosten van het bestaan voorzag;
4. De aanspraak bedoeld in de vorige leden komt ook toe aan de nagelaten betrekkingen van de overleden werknemer die
arbeidsongeschikt was en die terzake een aanvullende arbeids- ongeschiktheidsuitkering op grond van artikel 64 ontving.
NB: Zie in verband met b en c tevens bijlage 12.
Artikel 72 Pensioenregeling
1. DHL Express (Netherlands) BV en DHL Aviation (Netherlands) BV hebben met de werknemers een basispensioenregeling bij het bedrijfstakpensioenfonds Pensioenfonds Vervoer. De hoog- te van de totale premie alsmede de hoogte van de werknemers- en de werkgeverspremie wordt jaarlijks door het Bestuur van het Pensioenfonds Vervoer vastgesteld.
2. Aanvullend op de bovengenoemde regelingen is, indien het maximum loon hoger is dan het maximum loon geldend bij het Pensioenfonds Vervoer, de excedent pensioenregeling van het Pensioenstichting Transport van toepassing. De werkgever heeft in dit verband, indien en voor zover van toepassing, een pensioenovereenkomst met de werknemer. Op grond van deze pensioenovereenkomst zijn de betreffende bepalingen van de
pensioenreglementen van Pensioenstichting Transport van toe- passing. Ten aanzien van deze excedent pensioenregeling geldt dat:
a. de werknemerspremie 50% bedraagt van de totale pre- mie die aan Pensioenstichting Transport verschuldigd is;
b. wijzigingen in de excedent pensioenregeling danwel de premieverdeling kunnen worden ingevoerd overeenkom- stig de daarvoor geldende procedures.
3. De werknemerspremie wordt maandelijks op het salaris ingehouden.
Artikel 73 SOOB premie en WGA premie
Sinds 1 januari 2012 neemt de werkgever in het kader van koop- krachtverbetering voor de werknemer het werknemersdeel van de SOOB premie en de WGA premie voor haar rekening.
CAO DHL Express Nederland 2023 31
9. DISCIPLINAIRE MAATREGELEN
Artikel 74 Plichtsverzuim
1. De werknemer, die de hem opgelegde verplichtingen niet na- komt of zich overigens aan plichtsverzuim schuldig maakt, kan deswege een disciplinaire maatregel opgelegd krijgen.
2. Plichtsverzuim omvat zowel het overtreden van enig voorschrift alsook het doen of nalaten van iets, dat een goed werknemer in gelijke omstandigheden behoort na te laten of te doen.
Artikel 75 Hoor en wederhoor: procedurevoorschriften
1. Disciplinaire maatregelen worden opgelegd door de werkgever na kennisneming van de schriftelijke verantwoording bedoeld in lid 2. De ernst van het plichtsverzuim, de omstandigheden waaronder een en ander plaatsvond alsmede de persoon/func- tie van de werknemer en diens diensttijd worden in aanmerking genomen bij de bepaling van de te nemen maatregelen.
2. De werkgever stelt de werknemer schriftelijk op de hoogte van zijn voornemen tot het opleggen van een disciplinaire maat- regel en stelt de werknemer in de gelegenheid zich schriftelijk binnen een termijn van vijf kalenderdagen na dagtekening van dit schrijven te verantwoorden.
Artikel 76 Disciplinaire maatregelen en beroep
1. De disciplinaire maatregelen die kunnen worden opgelegd zijn:
a. schriftelijke berisping;
b. inhouding van 0,6 bovenwettelijke vakantiedag;
c. het niet of tijdelijk niet toekennen van de periodieke verhoging in april;
d. non-actiefstelling zonder behoud van salaris gedurende maximaal twee dagen.
2. Terzake van eenzelfde feit kan niet meer dan één van de in lid 1 genoemde disciplinaire maatregelen worden opgelegd.
3. De oplegging van een maatregel genoemd in lid 1 sub b, c en d van dit artikel kan voorwaardelijk geschieden in die zin, dat zij niet ten uitvoer zal worden gelegd, indien de werknemer zich gedurende een vastgestelde termijn van maximaal één jaar niet schuldig maakt aan soortgelijk plichtsverzuim noch aan enig ander plichtsverzuim.
4. De oplegging van de maatregel geschiedt schriftelijk en dient met redenen te zijn omkleed; daarbij wordt de werknemer tevens medegedeeld binnen welke termijn en bij welke instantie beroep openstaat.
5. Indien de werknemer beroep instelt en zolang deze beroeps- procedure loopt worden de disciplinaire maatregelen genoemd onder lid 1 sub b, c en d van dit artikel niet ten uitvoer gelegd.
NB: Zie in dit verband ook artikel 53 (Klachten en geschillen), de HR regeling Klachtenreglement en bijlage 11 (Reglement Geschillencommissie).
CAO DHL Express Nederland 2023 32
10. SLOTBEPALINGEN
Artikel 77 Fusie/Reorganisatie (informatie, geen gedwongen ontslagen)
1. In geval van het voornemen van de werkgever tot nieuwe inves- teringen, tot overdracht van belangen aan derden, tot fusie, sa- menwerking, afvloeiing van een deel van het personeel, sluiting of verplaatsing van het gehele, dan wel delen van het bedrijf en soortgelijke ontwikkelingen, zal de werkgever met inachtne- ming van tenminste de SER-fusiegedragsregels en onverkort de bevoegdheden van de ondernemingsraad ter zake, de vakver- enigingen hieromtrent zo tijdig mogelijk en volledig inlichten.
2. De te verstrekken informatie dient inzicht te geven in de motie- ven die aan de voorgenomen activiteiten ten grondslag liggen, de aard, omvang en plaats ervan alsmede in de te verwachten effecten op de werkgelegenheid en de bestaande rechten van de werknemers.
3. De informatie dient op een zodanig tijdstip verstrekt te worden, dat de besluitvorming ten aanzien van de voornemens en de daaruit voortvloeiende werkgelegenheidsgevolgen wezenlijk kan worden beïnvloed.
4. Gedurende de looptijd van deze CAO zullen er geen gedwongen ontslagen plaatsvinden als gevolg van integratie dan wel reor- ganisatie, tenzij onvoorziene omstandigheden de werkgever noodzaken om via (collectief) ontslag aanpassing in het perso- neelsbestand door te voeren, respectievelijk tenzij een sociaal plan is overeengekomen met werknemersorganisaties.
Artikel 78 Werkgelegenheidsbeleid en informatie
1. De werkgever zal tweemaal per jaar aan de vakverenigingen in algemene zin informatie verstrekken over de ontwikkelingen van de werkgelegenheid. Bedoelde informatie bevat een gespe- cificeerd overzicht van de totale formatie en voorts gegevens omtrent omvang, continuïteit en kwaliteit van de werkgelegen- heid ten opzichte van de taakstelling.
2. Onverminderd het bepaalde in of bij de wet zal de werkgever tweemaal per jaar aan de vakverenigingen informatie verstrek- ken omtrent instroom, uitstroom en doorstroom van jongeren en vrouwen.
Artikel 79 Vakverenigingen en overleg
1. Partijen zijn overeengekomen te streven naar een geregeld onderling overleg.
2. Het overleg vindt plaats naar behoefte van één of meer daarbij betrokken partijen.
3. Onderwerpen van dit overleg kunnen zijn deze overeenkomst, de uitwerking daarvan en verder alle onderwerpen die de onderneming of de werknemers betreffen, behoudens de vaststelling van dienstroosters en werktijdregelingen en andere onderwerpen waarvan het in de rede ligt deze uitsluitend tus- sen de werkgever en de ondernemingsraad te bespreken.
Artikel 80 Faciliteiten vakverenigingen
1. De door de werkgever ten behoeve van FNV en CNV te betalen vakbondsbijdragen worden via de SOOB geregeld.
2. Met betrekking tot het lidmaatschap van een vakorganisatie zal de werkgever de mogelijkheid verschaffen in communica- tie en berichtgeving om werknemers hierop te wijzen, mits dit geen nadelige invloed heeft op de bedrijfsvoering. Er zullen geen belemmeringen worden opgeworpen ten aanzien van het verspreiden van communicatie van de vakorganisaties en/of
kaderleden, mits deze geen nadelige effecten oproepen t.a.v. de dagelijkse bedrijfsvoering. Nieuwe werknemers zullen worden voorgesteld aan de op de locatie werkzame kaderleden
CAO DHL Express Nederland 2023 33
Artikel 81 Faciliteiten organisatieverlof
1. De werkgever zal aan de vakverenigingen een aantal mandagen beschikbaar stellen ten behoeve van activiteiten van die vakver- enigingen.
2. Het totaal aantal toe te kennen (organisatie)dagen bedraagt per kalenderjaar driemaal het aantal leden van de betrokken vak- vereniging per 31 december van het voorafgaande jaar, gedeeld door tien.
3. Organisatiedagen dienen tijdig, bij voorkeur twee weken tevo- ren, te worden aangevraagd door de desbetreffende vakver- eniging onder opgave van de personalia, woonplaats en adres van de werknemer. De aanvraag wordt gehonoreerd tenzij het dienstbelang zulks aantoonbaar verhindert. De aanvragende vakvereniging zal terzake terstond geïnformeerd worden.
4. Niet in een jaar gebruikte dagen vervallen.
Artikel 82 Xxxxxxxxxxx rechtspositie kaderleden
De werkgever waarborgt, dat de kaderleden van de vakverenigin- gen niet uit hoofde van hun verenigingswerk worden benadeeld in hun positie als werknemer. Onder benadeling in positie is onder
meer te verstaan benadeling in loonontwikkeling, loopbaanontwik- keling, promotiekansen, arbeidsomstandigheden en (secundaire) arbeidsvoorwaarden.
CAO DHL Express Nederland 2023 34
BIJLAGE 1
SALARIS- EN BEOORDELINGSSYSTEMATIEK
Salarissystematiek
Het salarissysteem dat bij DHL Express Nederland wordt toege- past, gaat uit van maandsalarissen.
Het salarissysteem is zo opgebouwd, dat de hoogte van het salaris van een werknemer wordt bepaald door:
• de loonschaal waarin de functie van de werknemer is ingedeeld;
• de ervaring, competenties, relevante kennis en opleiding voor de functie.
Hierna wordt op elk van deze salarisbepalende factoren nader ingegaan.
De loonschaal waarin de functie van de werknemer is ingedeeld. Het salaris van de werknemer is in de eerste plaats afhankelijk van het niveau van de functie die wordt vervuld. Niveauverschillen tus- sen functies worden binnen DHL Express Nederland systematisch tot uitdrukking gebracht door middel van een tiental functiegroe- pen. Deze functiegroepen, en daarmee ook de loonschalen, worden aangegeven met een cijfer, waarbij geldt dat de laagste loonschaal wordt aangegeven met het cijfer 1 en de hoogste loonschaal met het cijfer 10. Voor iedere loonschaal zijn het minimum en het maxi- mum maandsalaris aangegeven.
De ervaring, competenties, relevante kennis en opleiding voor de functie
Op basis van ervaring, competenties, relevante kennis en opleiding voor de functie worden werknemers ingeschaald.
CAO DHL Express Nederland 2023 35
Beoordelingssystematiek en jaarlijkse periodiek
De hierna genoemde beoordelingssystematiek is van kracht. Uitgangspunten voor deze systematiek zijn de volgende:
1. alle werknemers worden beoordeeld op hun functioneren.
2. de periode waarover wordt beoordeeld is gelijk aan het kalen- derjaar (beoordelingscyclus).
3. met alle werknemers worden aan het begin van de beoorde- lingscyclus doelstellingen afgesproken.
4. tussentijds wordt besproken hoe het staat met de voortgang van het behalen van de afgesproken doelstellingen.
5. met alle werknemers wordt aan het einde van de beoordelings- cyclus een beoordelingsgesprek gehouden.
6. de werknemer ontvangt een jaarlijkse periodiek van 2,75% in april. Als het maandloon van de medewerker het maximum van de loonschaal heeft bereikt, ontvangt hij jaarlijks in april een bruto uitkering van 0,5% van het jaarsalaris. Als er sprake is van een oud salarisperspectief dan is dat niveau bepalend om te beoordelen of er sprake kan zijn van een periodieke verhoging. Een periodiek vindt plaats per 1 april, tenzij een promotie of indiensttreding op of na 1 januari van het kalenderjaar heeft plaatsgehad. In dat geval vindt geen periodieke verhoging plaats, noch een bruto uitkering van 0,5% van het jaarsalaris. Een periodieke verhoging vindt ook niet plaats in geval van langdurige afwezigheid van 12 maanden voorafgaand aan 1 april.
7. als de hiervoor genoemde gesprekken achterwege blijven, wordt aangenomen dat de medewerker voldoet aan de norm.
NB: Zie in dit verband ook de overgangsregeling zoals vermeld in bijlage 2.
CAO DHL Express Nederland 2023 36
Loonschalen DHL Express Nederland per 1-4-2022 (+2,75%)
Functiegroep | Minimum | Maximum |
1 | 1875,93 | 2190,90 |
2 | 1919,42 | 2300,44 |
3 | 1992,22 | 2438,47 |
4 | 2088,15 | 2609,16 |
5 | 2210,11 | 2817,89 |
6 | 2340,14 | 3043,30 |
7 | 2501,67 | 3317,23 |
8 | 2699,91 | 3648,94 |
9 | 2981,17 | 4105,06 |
10 | 3366,02 | 4720,83 |
Loonschalen DHL Express Nederland per 1-4-2023 (+7,5%)
Functiegroep | Minimum | Maximum |
1 | 2016,62 | 2355,22 |
2 | 2063,38 | 2472,97 |
3 | 2141,64 | 2621,36 |
4 | 2244,76 | 2804,85 |
5 | 2375,87 | 3029,23 |
6 | 2515,65 | 3271,55 |
7 | 2689,30 | 3566,02 |
8 | 2902,40 | 3922,61 |
9 | 3204,76 | 4412,94 |
10 | 3618,47 | 5074,89 |
CAO DHL Express Nederland 2023 37
BIJLAGE 2
OVERGANGSREGELINGEN
De hierna genoemde overgangsregelingen zijn van toepassing op werknemers van DHL Express (Netherlands) BV en ingedeeld in de DHL Express Nederland loonschalen 1 tot en met 10.
Onderwerp: Flankerend beleid fuwa (generaal pardon)
Ingangsdatum: 1 juni 2007
Inhoud: De invoering van de Loonschalen DHL Express Nederland per 1 juni 2007 zal gepaard gaan met flankerend beleid. Het flankerende beleid houdt het volgende in:
a. Medewerkers waarvan het functiesalaris na inschaling op basis van de Bakkenist functie- waardering lager is dan het huidige salaris (niveau 1 juni 2007) zullen een persoonlijke toeslag ontvangen voor het verschil tussen het huidige salaris en het van toepassing zijnde functiesalaris. De persoonlijke toeslag zal niet worden geïndexeerd. De persoonlijke toe-
slag is uurloongevend en pensioengevend en wordt niet afgebouwd zolang de medewerker in de huidige functie zit. Bij functiewijzigingen gelden de van toepassing zijnde arbeids- voorwaardenregelingen. Voor medewerkers waarvan het functiesalaris na inschaling meer dan 7,5% lager is dan het huidige salaris geldt dat de persoonlijke toeslag ter compensatie van meer dan 7,5% inkomensachteruitgang wel wordt geïndexeerd. Partijen zullen over de nadere invulling hiervan met elkaar in overleg treden.
b. Medewerkers waarvan het perspectief in de Loonschalen DHL Express Nederland lager is dan het van toepassing zijnde perspectief van de VGL-CAO, dan wel TLN-CAO, dan wel de HAY schalen 1 tot en met 7 krijgen een
perspectiefgarantie. Deze perspectiefgarantie wordt niet geïndexeerd. Uitgangspunt voor de perspectiefgarantie is het perspectief van de salarisschaal van de medewerker vòòr de conversie in het kader van de implementatie van functiewaardering.
c. Dit flankerende beleid is van toepassing op functiewijzigingen die hebben plaatsgevonden op initiatief van DHL Express Nederland in de periode 1 oktober 2006 tot 1 april 2007. Vanaf 1 april 2007 zullen de relevante artikelen uit de VGL-CAO, dan wel uit de TLN-CAO, dan wel uit aanvullende arbeidsvoorwaardenrege- lingen wederom van toepassing zijn. Op die gevallen die op 1 april 2007 nog open staan,
is het flankerend beleid onverkort van toepas- sing.
d. Medewerkers waarvan het functiesalaris na inschaling op basis van de Bakkenist functie- waardering hoger is dan het huidige salaris (niveau 1 juni 2007) zullen dit hogere salaris ontvangen vanaf het moment van dat zij de functie uitoefenen resp. zijn gaan uitoefenen.
e. Er zal een externe beroepscommissie func- tiewaardering worden ingesteld die paritair is samengesteld uit vertegenwoordigers van de vakorganisaties en de werkgever. De systeem- houder zal als externe deskundige door de commissie worden betrokken bij beroepsza- ken.
Toevoeging op Flankerend beleid fuwa 1-1-2022:
Per 1 januari 2022 worden de loonschalen Rijdend personeel verhoogd naar het niveau van de loonschalen Niet-Rijdend personeel. Hiermee gaan we van twee naar één loon- gebouw. In geval van een persoonlijke toeslag, FUWA 2007 toeslag 1 of FUWA 2007 toeslag 2, worden deze toeslagen verdisconteerd in het nieuwe maandsalaris voor zover de extra
ruimte in de loonschaal dit toelaat. Het eventue- le restant bedrag blijft bestaan als persoonlijke toeslag.
.
CAO DHL Express Nederland 2023 38
Onderwerp: Reiskostenvergoeding
Ingangsdatum: 1 januari 2023
Inhoud: Medewerkers die op 31 december 2022 een woon-werkafstand hadden van 5, 6, 7 of 8 km blijven hun huidige hogere reiskostenvergoeding van € 3,41 per dag ontvangen.
Onderwerp: Xxxxxxx
Ingangsdatum: 1 juli 2008
Inhoud: Oude, aantoonbare afspraken blijven gehandhaafd.
Onderwerp: Individueel aantoonbare afspraken
Ingangsdatum: 1 juli 2008
Inhoud: Werknemers hebben tot 1 juli 2009 de gelegenheid om aan te geven en schriftelijk aan te tonen dat er individuele af- spraken bestaan, die van kracht moeten blijven naast de afspraken uit de CAO.
De hierna genoemde overgangsregelingen zijn van toepassing op specifieke doelgroepen werknemers.
Onderwerp: Verblijfskosten
Doelgroep: DHL Express (Netherlands) BV en Special
Services (Netherlands) BV Ingangsdatum: 1 januari 2009
Inhoud: Voor chauffeurs van DHL Express (Netherlands) BV en DHL Special Services (Netherlands) BV zal op basis van nacalculatie over een refertepe- riode van 3 maanden (januari t/m maart 2009 ten opzichte van januari t/m maart 2008) voor de onderwerpen verblijfskosten en maaltijdver- goeding vastgesteld worden wat een mogelijk financieel verschil is. In geval van een voor de werknemer nadelig verschil zal een netto com-
pensatie (gebruteerd) als toeslag van toepassing zijn. De uitbetaling hiervan zal vanaf mei 2009 met terugwerkende kracht tot 1 januari 2009 plaats vinden.
De reiskosten zullen hierin, in tegenstelling tot eerder is vermeld, niet betrokken worden. De compensatie zal uitgekeerd worden tot het moment dat CAO-partijen hierover hernieuwd overleg hebben.
Hardheidsclausule:
Indien de berekende verblijfskosten en maal- tijdvergoeding in de referteperiode vanwege bijvoorbeeld ziekte fors afwijken van de gemid- delde berekende verblijfskosten en maaltijdver- goeding over een jaar, zal er op basis van reële verschillen een herberekening gemaakt worden. Voor het komen tot een alternatieve herbereke- ning zullen CAO-partijen in overleg treden.
CAO DHL Express Nederland 2023 39
Onderwerp: Ploegentoeslag
Doelgroep: DHL Express (Netherlands) BV Ingangsdatum: 1 januari 2009
Inhoud: Voor werknemers van DHL Express (Netherlands) BV zal op basis van nacalculatie over een referte- periode van 3 maanden (januari t/m maart 2009 ten opzichte van januari t/m maart 2008) vastge- steld worden wat een mogelijk verschil is tussen de ploegentoeslag en de onregelmatigheidstoe- slag. In geval van een voor de werknemer nadelig verschil zal een toeslag van toepassing zijn. De uitbetaling hiervan zal vanaf mei 2009 met terug- werkende kracht tot 1 januari 2009 plaats vinden. Bij roosterwijziging c.q. functiewijziging vervalt de toeslag.
NB: De met betrekking tot Daftrac tussen werk- gever en ondernemingsraad gemaakte afspraak valt buiten deze protocolafspraak.
Hardheidsclausule:
Indien de berekende toeslag in de referteperiode vanwege bijvoorbeeld ziekte fors afwijkt van de gemiddelde berekende toeslag over een jaar, zal er op basis van reële verschillen een herbereke- ning gemaakt worden. Voor het komen tot een alternatieve herberekening
zullen CAO-partijen in overleg treden.
Onderwerp: Vakantiedagen en ATV
Doelgroep: Werknemers op 1 juli 2008 in dienst van DHL Par- cel (Netherlands) BV
Ingangsdatum: 1 januari 2009
Inhoud: De werknemer die op 1 juli 2008, in dienst was van DHL Parcel (Netherlands) BV, heeft vanaf het moment dat hij de 55-jarige leeftijd bereikt en op deze leeftijd in volledige dienst is, recht op het aantal vakantiedagen als staat vermeld achter zijn leeftijd:
55 jaar: 27 dagen (= 216 uur) + 4 ATV dagen (= 32 uur)
56 jaar: 28 dagen (= 224 uur) + 4 ATV dagen (= 32 uur)
57 jaar: 29 dagen (= 232 uur) + 4 ATV dagen (= 32 uur)
58 jaar: 30 dagen (= 240 uur) + 4 ATV dagen (= 32 uur)
59 jaar en ouder: 31 dagen (= 248 uur) + 4 ATV dagen (= 32 uur)
NB: De werknemer die op 1 juli 2008 in dienst was van DHL Parcel (Netherlands) BV en op die datum de leeftijd 50-54 jaar heeft, behoudt het recht op 3 extra ATV dagen gedurende deze leef- tijd, met dien verstande dat als men met behoud van deze 3 extra ATV dagen uitkomt boven wat men in 2008 totaal aan vakantiedagen had, dit aantal wordt afgetopt op de situatie van 2008.
Onderwerp: 3 vakantiedagen HE-ers
Doelgroep: Oud werknemers DHL Parcel (Netherlands) BV Ingangsdatum: 1 januari 2009
Inhoud: Voor die oud werknemers van DHL Parcel
(Netherlands) BV die op basis van hun vroegere functiegroep (HE) recht hadden op 3 extra vakantiedagen, blijven dit recht behouden.
CAO DHL Express Nederland 2023 40
Onderwerp: ADR studie
Doelgroep: houders van een ADR certificaat Ingangsdatum: 1 juli 2008
Inhoud: Voor het instandhouden van het ADR certificaat geldt een volledige vergoeding van de kosten van het studiemateriaal, het cursus- en examen- geld en de reiskosten. Maximaal 2 herexamens worden vergoed.
CAO DHL Express Nederland 2023 41
BIJLAGE 3
HR REGELINGEN
Over een aantal onderwerpen zijn afspraken met de ondernemingsraad gemaakt en in een HR regeling vastgelegd. Je vindt de CAO en de HR regelingen op intranet (Smart Connect).
CAO DHL Express Nederland 2023 42
BIJLAGE 4
BEROEPSPROCEDURE FUNCTIE- WAARDERING - INTERN
Inleiding
De beroepsprocedure functiewaardering is opgesteld om werkne- mers in de gelegenheid te stellen eventuele bezwaren ten aanzien van functiewaardering op een zorgvuldige wijze te laten behande- len.
Het bezwaar
1. De werknemer die het niet eens is met de indeling van zijn of haar functie, overlegt daarover met de direct leidingge- vende. De uitleg van de leidinggevende in dit toelichtende gesprek kan de aangevoerde bezwaren wegnemen.
2. Als de werknemer bezwaar blijft houden, vindt overleg plaats tussen de werknemer (eventueel met de leidingge- vende) en een vertegenwoordiger van de afdeling Human Resources (eventueel in combinatie met de functie-ana- list). De werknemer kan tot het inzicht komen dat zijn bezwaar ongegrond is. Voor dit gesprek dient de werk- nemer kort en bondig schriftelijk vast te leggen welke bezwaren hij/zij heeft. Dit document dient de werknemer voor het gesprek te overhandigen aan de leidinggevende. Dit gesprek zal plaatsvinden binnen een termijn van vier weken nadat het overleg uit lid 1 heeft plaatsgevonden.
3. Mocht de werknemer van oordeel blijven dat hem of haar geen recht is gedaan (tegen de gevolgde procedure en/of tegen het waarderingsresultaat), dan kan hij of zij beroep aantekenen bij de beroepscommissie. Dit kan alleen dan wanneer uit het overleg naar voren is gekomen dat een andere oplossing niet voorhanden is en het bezwaar niet over de inhoud van de functie gaat.
Het beroep
1. Een werknemer kan in beroep gaan binnen een termijn van vier weken na de toelichtende gesprekken met de direct leidinggevende en de vertegenwoordiger van de af- deling Human Resources. De termijn waarbinnen beroep moet worden aangetekend start dus na de datum van het laatste toelichtende gesprek.
2. Een werknemer gaat in beroep door in een beroepsschrift zijn of haar bezwaren schriftelijk en gemotiveerd (tegen de gevolgde procedure en/of tegen het waarderingsresul- taat) kenbaar te maken aan de werkgever.
3. De werkgever legt na ontvangst het beroepsschrift voor advies voor aan de beroepscommissie, die het beroeps- schrift tijdens de eerstvolgende bijeenkomst van de beroepscommissie behandelt. De beroepscommissie zal in principe eenmaal per kwartaal vergaderen en de dan voorliggende beroepsschriften in behandeling nemen.
4. Beroepsschriften die ingediend worden binnen 5 werk- dagen van een vastgestelde vergadering van de beroeps- commissie worden pas behandeld in de daarop eerstvol- gende vergadering van de beroepscommissie.
5. De beroepscommissie neemt alleen beroepsschriften in behandeling waarvan zij heeft vastgesteld dat de moge- lijkheden om aan de bezwaren tegemoet te komen op andere wijze dan door het indienen van een beroepsschrift (in ieder geval een gesprek met de leidinggevende, de HR Manager en/of eventueel de werkgever) zijn uitgeput.
Taak beroepscommissie
1. De beroepscommissie heeft tot taak de door de werk- nemers bij haar ingediende beroepsschriften te behan- delen, middels het toetsen van de zorgvuldigheid van de procedure van beschrijven, analyseren en waarderen. Indien blijkt dat de betrokkene beroep aantekent tegen de functiebeschrijving, dan verwijst de beroepscommissie de kwestie terug naar de interne organisatie, teneinde tot een voor beide partijen geaccepteerde functiebeschrijving te komen. De beroepscommissie kan hierbij een bemidde- lende rol vervullen, indien mocht blijken dat geen over- eenstemming omtrent de functiebeschrijving bereikt kan worden. Indien blijkt dat de betrokkene beroep aantekent tegen de indeling van een functie in een functiegroep, dan toetst de beroepscommissie de indeling van de betref- fende functie, door gebruik te maken van de indelingen
en functiebeschrijvingen zoals deze zijn neergelegd in de functiematrix.
2. De beroepscommissie kan zowel beroepsschriften behan- delen die betrekking hebben op functies van een individu- ele werknemer als op functies van een groep werknemers die dezelfde functie vervullen. In het laatste geval kan een werknemer mede namens anderen beroep aantekenen,
CAO DHL Express Nederland 2023 43
mits de betrokkenen daarvoor schriftelijk toestemming hebben gegeven.
3. Om een beroep te kunnen behandelen worden de com- missieleden alle stukken ter beschikking gesteld die van belang kunnen zijn voor haar oordeelsvorming. De
beroepscommissie past zelf geen functiewaardering toe. Zij komt tot zwaarwegende adviezen met betrekking tot het opnieuw doen uitvoeren van (een onderdeel van) de procedure.
4. De beroepscommissie adviseert de werkgever schriftelijk binnen twee weken na de vergadering over het al dan niet gegrond zijn van het beroep. De beroepscommissie mo- tiveert haar adviezen schriftelijk. De betrokken werkne- mer(s) ontvangt / ontvangen een afschrift van dit advies.
5. De werkgever neemt na ontvangst van het advies een beslissing en deelt de beslissing binnen twee weken na ontvangst van het advies, schriftelijk en met redenen omkleed, aan de betrokken werknemer(s) en de voorzitter van de beroepscommissie mede.
6. Bij uitzondering kunnen de termijnen genoemd in sub 4 en 5 verlengd worden, doch de totale termijn van af- handeling van het beroepsschrift mag niet langer duren dan acht weken. Hierbij wordt rekening gehouden met het moment van indienen van het beroepsschrift en de vergaderdata van de beroepscommissie. In de fase van invoering van functiewaardering kan, in overleg met het medezeggenschapsorgaan, worden besloten de termijn voor afhandeling aan te passen.
Werkwijze van de beroepscommissie
1. Voordat de beroepscommissie een advies omtrent het al dan niet gegrond zijn van de beroepsschriften neemt,
stelt zij de betrokken werknemer(s) in de gelegenheid te worden gehoord. De werknemer kan zich eventueel bij laten staan door één of meerdere collega’s.
2. De beroepscommissie kan voorts die personen oproepen die naar haar mening kunnen bijdragen aan een juiste oordeelsvorming.
3. De beroepscommissie kan van het horen afzien, indien de belanghebbende(n) heeft / hebben verklaard geen
gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord.
4. De beroepscommissie kan, wanneer zij dit wenselijk acht, nadere actie aanbevelen of een nader onderzoek instellen alvorens tot een definitief advies te komen.
5. Feiten en omstandigheden waarvan de beroepscommis- sie het vertrouwelijke karakter kent dan wel behoort te vermoeden dienen als zodanig te worden behandeld.
6. De bijeenkomsten van de beroepscommissie zijn besloten.
Samenstelling van de beroepscommissie
1. Uit pragmatische overwegingen wordt de samenstelling van de beroepscommissie gelijk aan die van de klachten- commissie zoals beschreven in artikel 4 van het Klachten- reglement DHL Nederland.
2. De beroepscommissie heeft de beschikking over een secretaris die het secretariaat waarneemt voor beroeps- procedures in het kader van functiewaardering. De secretaris is tevens materiedeskundig op het gebied van functiewaardering. Op deze wijze wordt de materiedes- kundigheid van de beroepscommissie gewaarborgd. De secretaris heeft geen stemrecht.
3. De leden van de beroepscommissie mogen niet direct of indirect betrokken zijn bij het onderwerp waarover een klacht is ingediend. Klager en/of aangeklaagde kan in dit geval een lid van de klachtencommissie wraken. Leden van de klachtencommissie kunnen zich verschonen. De procedure die hiervoor geldt, is opgenomen in artikel 5 van het Klachtenreglement van DHL Nederland.
4. De zittingsduur van de leden van de beroepscommissie is gelijk aan de zittingsduur van de Klachtencommissie zoals opgenomen in het Klachtenreglement DHL Nederland.
Kosten van de beroepscommissie
De kosten van de beroepscommissie komen ten laste van de werk- gever.
Slotbepaling
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of waarvoor afwijking van dit reglement noodzakelijk is, beslist de beroepscommissie in unanimiteit.
CAO DHL Express Nederland 2023 44
BIJLAGE 5
BEROEPSPROCEDURE FUNCTIE- WAARDERING - EXTERN
Inleiding
De externe beroepsprocedure functiewaardering is opgesteld voor die situaties waarbij een werknemer het niet eens is met het besluit van de werkgever inzake de waardering en indeling van de door hem of haar vervulde functie na het advies van de interne beroeps- commissie functiewaardering.
Het externe beroep
1. Een werknemer kan binnen twee weken na ontvangst van de schriftelijke beslissing van de werkgever op zijn interne beroepsschrift, een met redenen omkleed beroep indie- nen bij de werkgever. De werkgever xxxxx dit beroep aan de externe beroepscommissie functiewaardering, die het beroepsschrift tijdens de eerstvolgende bijeenkomst van de externe beroepscommissie functiewaardering behan- delt. De externe beroepscommissie functiewaardering zal in principe eenmaal per kwartaal vergaderen en de dan voorliggende beroepsschriften in behandeling nemen.
2. De externe beroepscommissie functiewaardering brengt binnen twee weken na ontvangst het beroepsschrift de werkgever en werknemer schriftelijk op de hoogte van de ontvangst van het beroepsschrift.
Taak externe beroepscommissie functiewaardering
1. De externe beroepscommissie functiewaardering heeft tot taak de door de werknemers bij haar ingediende be- roepsschriften te behandelen, middels het toetsen van de zorgvuldigheid van de procedure van beschrijven, analy- seren en waarderen. De inhoud van de functiebeschrijving is geen onderwerp voor beroep. Beroep tegen de indeling van een functie in een functiegroep wordt door de exter- ne beroepscommissie functiewaardering getoetst door gebruik te maken van de indelingen en functiebeschrijvin- gen zoals deze zijn neergelegd in de functiematrix.
2. De externe beroepscommissie functiewaardering kan zo- wel beroepsschriften behandelen die betrekking hebben op functies van een individuele werknemer als op functies van een groep werknemers die dezelfde functie vervullen. In het laatste geval kan een werknemer mede namens an- deren beroep aantekenen, mits de betrokkenen daarvoor schriftelijk toestemming hebben gegeven.
3. De externe beroepscommissie functiewaardering infor- meert de werkgever en betrokkene(n) schriftelijk binnen twee weken na de vergadering over het door haar geno- men besluit. Het besluit is bindend. De externe beroeps- commissie motiveert haar besluiten schriftelijk.
Werkwijze van de externe beroepscommissie functiewaardering
1. Voordat de externe beroepscommissie functiewaardering op het beroep beslist, stelt zij de betrokken werknemer(s) en (een vertegenwoordiger van) de werkgever in de gelegenheid te worden gehoord. Tenzij door betrokkenen anders wordt overeengekomen, gebeurt dit in elkaars aanwezigheid. De betrokken werknemer kan zich eventu- eel laten bijstaan door een collega of een deskundige.
2. De externe beroepscommissie functiewaardering kan voorts die personen oproepen die naar haar mening kun- nen bijdragen aan een juiste oordeelsvorming.
3. De externe beroepscommissie functiewaardering kan van het horen afzien, indien de belanghebbende(n) heeft / hebben verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord.
4. De externe beroepscommissie functiewaardering kan, wanneer zij dit wenselijk acht, nadere actie aanbevelen of een nader onderzoek instellen alvorens tot een definitief advies te komen. Daarnaast kan zij haar advies vergezeld doen gaan van een (her)waardering of -indeling van de functie.
5. Feiten en omstandigheden waarvan de externe beroeps- commissie functiewaardering het vertrouwelijk karakter kent dan wel behoort te vermoeden, dienen als zodanig te worden behandeld.
6. De bijeenkomsten van de externe beroepscommissie functiewaardering zijn besloten.
CAO DHL Express Nederland 2023 45
Samenstelling van de externe beroepscommissie functiewaar- dering
1. De externe beroepscommissie functiewaardering bestaat uit drie leden en drie plaatsvervangend leden. Eén lid, en plaatsvervangend lid, wordt benoemd door de werkge- ver en één lid, en plaatsvervangend lid, wordt benoemd door de vertegenwoordigers van de bij de CAO betrokken vakorganisaties. Het derde lid wordt aangewezen door de werkgever en zal een onafhankelijke deskundige zijn van de systeemhouder. De leden wijzen gezamenlijk de voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan.
2. Indien, naar het oordeel van één van de leden, een lid van de commissie in een te nauwe relatie staat tot de werkne- mer die beroep heeft ingesteld en dit het vormen van een onpartijdig oordeel zou kunnen bemoeilijken, neemt een plaatsvervangend lid van de commissie diens plaats in.
3. De externe beroepscommissie functiewaardering wordt pas dan opnieuw samengesteld indien één van de benoe- mende partijen daartoe de wens te kennen geeft ofwel wanneer één van de benoemde leden aftreedt. Gedurende een beroepsprocedure wijzigt de samenstelling van de externe beroepscommissie functiewaardering niet.
Kosten van de externe beroepscommissie functiewaardering De kosten van het instandhouden van de externe beroepscom- missie functiewaardering komen ten laste van de werkgever. De werknemer draagt zelf de kosten die worden gemaakt in het kader van het door hem of haar aangegane externe beroep, bijvoorbeeld
t.a.v. het raadplegen van (externe) deskundigen.
Slotbepaling
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of waarvoor afwij- king van dit reglement noodzakelijk is, beslist de commissie in unanimiteit.
CAO DHL Express Nederland 2023 46
BIJLAGE 6 (BEHORENDE BIJ ARTIKEL 21 CAO)
REGLEMENT ROOSTERMATIG WERKEN
Artikel 1
1a. dienstrooster: het schema dat aangeeft op welke dagen en uren er wordt gewerkt dan wel roostervrije tijd wordt genoten;
1b. dienst: de geplande aaneengesloten werkzaamheden voor één etmaal.
1c. rijtijd: de duur van de rijtijd zoals geregistreerd
1d. dagelijkse rijtijd: de totale bij elkaar getelde rijtijd die binnen een dienst valt.
1e. rijperiode: de bij elkaar opgetelde rijtijd vanaf het moment dat de werknemer behorend tot het rijdend personeel begint te rijden na een rusttijd of een onderbreking, totdat hij een rusttijd of een onderbreking neemt.
Artikel 2
1. Dienstroosters worden conform artikel 27, eerste lid, onderdeel b van de Wet op de ondernemingsraden ter instemming voorgelegd aan de Ondernemingsraad. De Ondernemingsraad kan deze bevoegdheid delegeren aan de onderdeelcommissies.
2. DHL Express kent vier operationele tijdvensters:
• dag: 07.00 – 18.00 uur
• vroeg: 05.00 – 15.00 uur
• laat: 14.00 – 24.00 uur
• nacht: 21.00 – 08.00 uur
3. Dienstroosters zullen worden opgesteld binnen de onder lid 2 opgesomde tijdsvensters.
4a. Indien de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk ma- ken, kan aan de ondernemingsraad instemming worden gevraagd om de operationele tijdvensters met maximaal 1 uur te vervroegen en/of te verlengen.
4c. Indien de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken kan aan de ondernemingsraad instemming worden ge- vraagd om een rooster toe te staan dat het tijdvenster dag en het tijdvensters laat overlapt.
NB: Zie in dit verband ook de overgangsregeling zoals vermeld in bijlage 2.
Artikel 3 Vervangingsdienst
Het in het dienstrooster opnemen van een vervangingsdienst ten gevolge van (langdurige) ziekte, verlof, commissiewerk en dergelij- ke is alleen mogelijk na overleg met de ondernemingsraad.
Artikel 4 Rusttijden
1. Voor rijdend personeel geldt, onverminderd de rij- en rusttijdenwetgeving, bij een netto arbeidstijd van langer dan 4,5 uur: 30 minuten pauze. Voor diensten inclusief sort-werkzaamheden langer dan 8 uur netto werktijd, geldt een pauze van 45 minuten. Bij een netto arbeidstijd van langer dan 9 uur geldt 60 minuten pauze.
2. Voor niet-rijdend personeel geldt bij een netto arbeids- tijd van langer dan 5,5 uur: 30 minuten pauze en bij een netto arbeidstijd van langer dan 8 uur: 60 minuten pauze, mogelijk op te delen.
Artikel 5 Roosterindeling & bekendmaking
1. De werkgever stelt het dienstrooster vast, waarbij de werknemer verplicht kan worden tot het werken in ploe- gendienst, in de avonduren en in de nacht. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat een werknemer in elke periode van 52 aaneengesloten weken ten hoogste 140 malen arbeid verricht in een nachtdienst die eindigt na
02.00 uur, of 2 aaneengesloten weken ten hoogste 38 uren arbeid verricht tussen 00.00 uur en 06.00 uur.
2. Naast de te verrichten werkzaamheden dienen in het dienstrooster zo mogelijk de rusttijden en de plaatsen of lokaliteiten waar deze genoten kunnen worden alsmede de roostervrije tijd aangegeven te worden.
3. Wijziging van een reeds vastgesteld dienstrooster kan slechts plaats vinden met instemming van de betrokken werknemer en dient uiterlijk de dag ervoor bij het einde van de dienst bekend gemaakt te worden. Zo de wijziging gelegen is na een vrije dag of weekeinde dient de wijzi- ging uiterlijk op de daaraan voorafgaande dag voor 18.00 uur bekend gemaakt te worden.
4. Indien er werkzaamheden verricht dienen te worden op zaterdagen en/of zondagen, dan dient de verdeling van rooster(vrije) dagen zodanig te zijn dat er niet meer dan vijf dagen waarop dienst wordt gedaan (inclusief roos- tervrije dagen) na elkaar liggen in één kalenderweek. Op basis van vrijwilligheid van de werknemer kan dit zes dagen zijn.
5. Het dienstrooster dient tenminste 14 kalenderdagen voorafgaande aan de start van het dienstrooster beschik- baar gesteld te worden op een voor iedere werknemer toegankelijke plaats.
6. De werknemer dient zich tijdig op de hoogte te stellen van het op hem van toepassing zijnde dienstrooster.
CAO DHL Express Nederland 2023 47
BIJLAGE 7
REISKOSTENREGELING WOON- WERKVERKEER
Artikel 1 Openbaar vervoer
1a. Bij gebruikmaking van openbaar vervoer reist de werkne- mer op de voor de werkgever meest economische wijze.
1b. Voor een reisafstand van minder dan 5 kilometer wordt geen reiskostenvergoeding toegekend. Als de reisafstand meer dan 5 kilometer bedraagt, dient de werknemer een openbaar vervoer abonnement voor het woon-werk tra- ject zelf aan te schaffen en vervolgens te declareren. De werknemer kan indien gewenst een voorschot ontvangen. In geval van de aanschaf en declaratie van een openbaar vervoer abonnement ontvangt de werknemer geen maan- delijkse vergoeding reiskosten woon-werkverkeer.
1c. Als er sprake is van een part-time dienstverband, waar- bij het reizen met een openbaar vervoer abonnement economisch niet rendabel is, ontvangt de werknemer een vergoeding conform het gestelde in artikel 2. Als de reisafstand van de werknemer meer dan 30 kilometer bedraagt, kan de werknemer maximaal de gemaakte openbaar vervoerkosten behorende bij de vastgestelde woon-werkafstand, gebaseerd op de tabel openbaar vervoer, maandelijks declareren tegen overlegging van de van toepassing zijnde openbaar vervoer bewijzen. Het totaal aan dagvergoedingen over de betreffende maand zal hierop in mindering worden gebracht.
1d. De werknemer ontvangt geen reiskostenvergoeding meer na één kalendermaand van ziekte of afwezigheid, anders dan verlof zoals bedoeld in artikel 44 van de CAO.
1e. De werknemer die in het bezit is van een door de werkge- ver verstrekt openbaar vervoersdocument dient dit na één kalendermaand van ziekte of afwezigheid, zoals bedoeld in art 1 c, in te leveren.
Artikel 2 Eigen vervoer
2a. De werknemer die gebruik maakt van eigen vervoer ont- vangt een dagvergoeding, over de daadwerkelijk gewerk- te dagen, gebaseerd op € 0,21 netto per km.
2b. De reiskosten zoals bepaald in lid 2 onder a worden ver- goed voor een reisafstand tussen 5 en 30 kilometer. Voor een reisafstand minder dan 5 kilometer wordt geen reis- kostenvergoeding toegekend. Indien de reisafstand meer dan 30 kilometer bedraagt, zal een reiskostenvergoeding worden toegekend tot een reisafstand van 30 kilometer.
2c. Het aantal kilometers tussen het huisadres en de stand- plaats wordt bepaald door middel van de routeplanner Routenet van postcode tot postcode op basis van de snel- ste route. Het aantal kilometers wordt eenmalig vastge- steld.
2d. Voor de bepaling van de CAO reiskostenvergoeding kan er alleen maar sprake zijn van één standplaats.
Artikel 3 Leaseauto
3. De regeling is niet van toepassing op de werknemer die in het bezit gesteld is van een (lease)auto.
NB: Zie in dit verband ook de overgangsregeling zoals vermeld in bijlage 2
Aantal kilometers
enkele reis
Per kilometer
Dagvergoeding
CAO DHL Express Nederland 2023 48
Reiskostenvergoedingen
0 | € 0,00 | € 0,00 |
1 | € 0,00 | € 0,00 |
2 | € 0,00 | € 0,00 |
3 | € 0,00 | € 0,00 |
4 | € 0,00 | € 0,00 |
5 | € 0,21 | € 2,10 |
6 | € 0,21 | € 2,52 |
7 | € 0,21 | € 2,94 |
8 | € 0,21 | € 3,36 |
9 | € 0,21 | € 3,78 |
10 | € 0,21 | € 4,20 |
11 | € 0,21 | € 4,62 |
12 | € 0,21 | € 5,04 |
13 | € 0,21 | € 5,46 |
14 | € 0,21 | € 5,88 |
15 | € 0,21 | € 6,30 |
16 | € 0,21 | € 6,72 |
17 | € 0,21 | € 7,14 |
18 | € 0,21 | € 7,56 |
19 | € 0,21 | € 7,98 |
20 | € 0,21 | € 8,40 |
21 | € 0,21 | € 8,82 |
22 | € 0,21 | € 9,24 |
23 | € 0,21 | € 9,66 |
24 | € 0,21 | € 10,08 |
25 | € 0,21 | € 10,50 |
26 | € 0,21 | € 10,92 |
27 | € 0,21 | € 11,34 |
28 | € 0,21 | € 11,76 |
29 | € 0,21 | € 12,18 |
30 | € 0,21 | € 12,60 |
CAO DHL Express Nederland 2023 49
BIJLAGE 8 (BEHORENDE BIJ ARTIKEL 38 LID 2 CAO)
DETACHERINGS- EN OVERPLAATSINGSREGELING
Het is mogelijk, onder andere in het kader van de vast-/flexver- houding, om werknemers voor de duur van maximaal een jaar op naastgelegen locaties van DHL Express en op ander werk bij andere DHL entiteiten in te zetten.
Artikel 1 Toepassing
De regeling is van toepassing op de werknemer die:
a. gedurende een periode van maximaal een jaar in een andere standplaats te werk wordt gesteld en waarbij dat leidt tot meerdere reistijd en meerdere reiskosten;
b. een andere standplaats krijgt toegewezen anders dan ten gevolge van een verplaatsing van de regiovesti- ging en die naar het oordeel van de werkgever dient te verhuizen en geldt tot aan het moment van verhuizing maar voor niet langer dan één jaar.
De onder 1a genoemde periode van maximaal een jaar kan verlengd worden met maximaal zes maanden.
Artikel 2 Meerdere reistijd
1. De vaststelling van de meerdere reistijd vindt plaats over- eenkomstig het bepaalde in het sociaal plan. De overeen- komstig bepaalde reistijd wordt op weekbasis op halve uren naar boven afgerond.
2. De meerdere reistijd wordt aangemerkt als werktijd, indien en voorzover de vastgestelde diensttijd door de werkelijke werktijd plus reistijd wordt overschreden tot een maximum van twee uur per werkdag en in het geval van het reizen in het weekend tot maximaal twee uur per reis.
Artikel 3 Vergoeding. Dagvergoeding. Pensionkosten. Reiskosten. Meerdere reistijd
1. De werknemer zoals bedoeld in artikel 1 heeft aanspraak op:
a. een dagvergoeding van € 2,24;
b. volledige vergoeding van de eventuele noodzakelijke pensionkosten;
c. volledige vergoeding van de reiskosten verbonden aan het bezoeken van de woonplaats in het weekend op basis van kosten openbaar vervoer, NS tweede klasse (maximaal 90 km);
d. volledige vergoeding van de reiskosten woon-werkver- keer op basis van kosten openbaar vervoer NS, tweede klasse. (maximaal 90 km).
2. a. Voor de meerdere reistijd die conform het bepaalde in artikel 2 lid 2 wordt aangemerkt als werktijd ontvangt de werknemer een vergoeding op basis van het voor hem geldende uurloon;
b. Over de onder a genoemde vergoeding wordt geen overwerk- noch onregelmatigheidstoeslag betaald.
CAO DHL Express Nederland 2023 50
BIJLAGE 9 (BEHORENDE BIJ ARTIKEL 43 CAO)
VERHUISKOSTENREGELING
Bij wijziging van standplaats wordt, in geval van verhuizing, aan de werknemer, gedurende een periode van 2 jaar, gerekend vanaf de datum van de wijziging van de standplaats, een verhuiskostenver- goeding toegekend, onder de navolgende voorwaarden:
• de werknemer vooraf en tijdig overleg met de werkgever voert over de toepassing van deze regeling, en
• er sprake is van een soortgelijke woning (prijs en/of type), en
• de werknemer binnen een vestigingsstraal van 10 km van de nieuwe standplaats gaat wonen, terwijl hij eerst op een afstand groter dan 10 km van zijn arbeidsplaats woonde, of
• door de verhuizing de reisafstand tussen wonen en werken met ten minste 50% en ten minste 10 km wordt verkort en de nieuwe woon-werkafstand maximaal 30 km bedraagt op basis van de meest recente routeplanner (Routenet) snelste route.
Van een soortgelijke woning is sprake wanneer de woning qua koopprijs en/of type vergelijkbaar is op basis van woningwaarde- rings-puntenstelsel voor zelfstandige woningen. Op deze wijze kan een vergelijking worden gemaakt ongeacht of er sprake is van een koop- of huurwoning.
De verhuiskostenvergoeding houdt in:
• een bedrag voor de reiskosten (openbaar vervoer 2e klasse of km-vergoeding), verbonden aan drie keer de bezichtiging van de nieuwe woning door de werknemer;
• de verhuiskosten (transportkosten) van de inboedel incl. in- en uitpakkosten door een erkende verhuizer (aangesloten bij de on- dernemingsorganisatie voor Erkende Verhuizers). De werknemer vraag offertes aan bij drie erkende verhuisbedrijven;
• een tegemoetkoming in eventuele opknapkosten (die kosten die gemaakt dienen te worden om de nieuwe woning beter bewoon- baar te maken, niet zijnde verbouwingskosten) van de nieuwe woning. Bij een huurwoning worden de desbetreffende kosten slechts vergoed voor zover deze niet ten laste van de eigenaar kunnen worden gebracht;
• een tegemoetkoming in eventuele dubbele huishuur op basis van de huur van de oude woning, ingeval de nieuwe woning niet voor onmiddellijke bewoning gereed is. Deze vergoeding zal worden
gegeven voor een periode van maximaal 3 maanden;
5. een tegemoetkoming in de herinrichtingskosten, onder voor- waarde dat door de werknemer een eigen huishouding wordt gevoerd.
6. indien een werknemer:
1. een eigen woning bezit, dit verkoopt en een andere woning koopt,
2. een eigen woning bezit, dit verkoopt, een andere woning koopt, maar tijdelijk een huurwoning betrekt totdat de aangekochte woning betrokken kan worden,
3. geen eigen woning bezit, doch een woning koopt omdat geen passend huurwoning beschikbaar is; zullen tevens de volgende kosten voor rekening van werkgever komen:
- kosten afsluiten hypotheek;
- overdrachtskosten over de koopprijs van de woning (koopprijs gemaximeerd tot € 240.000,-)[1];
- een eventueel nadelig verschil in hypotheekrente voor de rester- ende looptijd van de oorspronkelijke hypotheek (uitgaande van een maximum looptijd van 5 jaren);
- gedurende ten hoogste 6 maanden de rente van de oude hypotheek indien voor de nieuwe en oude woning voor een zelfde periode hypotheekrente is verschuldigd;
- gedurende ten hoogste 3 maanden de huur van de oude woning in geval van dubbele woonlasten voor de oude huurwoning en de nieuwe koopwoning en indien de nieuwe woning niet voor onmid- dellijke bewoning gereed is.
7. indien een werknemer verhuist van een huurwoning naar een andere huurwoning worden de hogere huurlasten in geval van een vergelijkbare woning (op basis van het puntensysteem van de Huurprijzenwet) als volgt bruto vergoed:
- 100 % gedurende het eerste jaar;
- 80 % gedurende het tweede jaar;
- 60 % gedurende het derde jaar;
- 40 % gedurende het vierde jaar;
- 20 % gedurende het vijfde jaar.
CAO DHL Express Nederland 2023 51
8. indien een werknemer verhuist van een koopwoning naar struc- tureel een huurwoning wordt de rente van de oude hypotheek gedurende maximaal 3 maanden vergoed in geval van dubbele woonlasten en indien de nieuwe woning niet voor onmiddellijke bewoning gereed is.
Voor de onder de punten 1, 3, 4 en 5 genoemde bestanddelen zal een vergoeding worden toegekend van in totaal 12 % van het bruto (basis) salaris op jaarbasis vermeerderd met de vakantietoeslag, geldend in de maand waarin de nieuwe woning wordt betrokken, vermeerderd met de kosten van het overbrengen van de inboedel (punt 2). Bij de uitbetaling zal met de mogelijkheden van fiscale vrijstelling rekening gehouden worden.
Voor de kosten bedoeld onder de punten 1, 3, 4 en 5 is de vergoe- ding bepaald op minimaal € 2.450,00. Indien 12 % van het bruto (basis) salaris op jaarbasis vermeerderd met de vakantietoeslag minder is dan € 2.450,00 zal voor dit bedrag boven de belastingvri- je tegemoetkoming een netto aanvulling worden gegeven.
Deze netto aanvulling zal door de werkgever aan de hand van de van toepassing zijnde en voor zijn rekening komende inhoudingen (premies, sociale verzekeringen en loonheffing volgens percentage bijzonder tarief) tot een bruto loonbedrag worden omgerekend.
Voor de onder punt 6 te verstrekken vergoedingen zullen de gebruikelijke premies sociale verzekeringswetten en loonheffing worden ingehouden.
De vergoedingen van deze verhuiskostenregeling worden per werknemer maximaal 1 keer toegepast per situatie en uitsluitend na overlegging van nota’s uitbetaald.
De werknemer heeft geen recht op vergoeding van verhuiskosten, indien hij zelf om een verandering van standplaats heeft gevraagd. De werkgever kan echter, indien hij de verandering in het belang acht van de onderneming of andere bijzonder redenen aanwezig acht, een naar billijkheid vast te stellen vergoeding toekennen.
Indien de werknemer binnen 2 jaar na ontvangst van de verhuis- kostenvergoeding het dienstverband met de werkgever eindigt, of de werkgever het dienstverband met betrokken werknemers op staande voet wenst te beëindigen, is de werknemer verplicht 50% van de ontvangen vergoeding terug te betalen.
Leaseauto rijders
Werknemers zonder vaste standplaats en die de beschikking hebben over een leaseauto, hebben geen recht op de verhuiskos- tenvergoedingen.
CAO DHL Express Nederland 2023 52
BIJLAGE 10 (BEHORENDE BIJ DE ARTIKELEN 38 LID 2 EN 39 CAO)
VERBLIJFSKOSTENREGELING
Artikel 1 Toepassing
De regeling is van toepassing op de werknemer die werkzaamhe- den buiten de standplaats verricht.
Artikel 2 Vergoeding binnen de Benelux
De kosten verbonden aan het verblijven buiten de standplaats, bijvoorbeeld een noodzakelijke overnachting,
worden volledig vergoed.
CAO DHL Express Nederland 2023 53
BIJLAGE 11 (BEHORENDE BIJ ARTIKEL 53 CAO)
REGLEMENT VOOR DE GESCHILLEN- COMMISSIE DHL EXPRESS NEDERLAND
Artikel 1 Samenstelling en benoeming
1. De Geschillencommissie DHL Express Nederland, hier- na te noemen commissie, bestaat uit drie leden en drie plaatsvervangende leden. Werkgever en de vakvereni- gingen benoemen ieder één lid, die in gemeenschappelijk overleg een derde lid, tevens voorzitter benoemen. De benoeming van de plaatsvervangende leden, respectie- velijk plaatsvervangend voorzitter geschiedt op identieke wijze.
2. De leden dienen onpartijdig en onafhankelijk te zijn in die zin, dat zij direct noch indirect persoonlijk of zakelijk belang mogen hebben bij de afloop van een geschil als
bedoeld in artikel 53 van de CAO. De (plaatsvervangende) leden worden voor een periode van drie jaren benoemd. Zij zijn na deze periode opnieuw hernoembaar.
3. Aan de commissie wordt een secretaris toegevoegd, die de commissie bijstaat in alles wat de juiste taakvervulling van de commissie betreft.
4. Een geschil wordt steeds door drie (plaatsvervangende) leden van de commissie behandeld.
Artikel 2 Beroep(stermijn), verzoekschrift, vertegenwoordiging en bijstand
1. a. Een geschil kan aanhangig gemaakt worden bij de Geschillencommissie nadat de werknemer de klachten- procedure zoals beschreven in het klachtenreglement DHL Nederland heeft doorlopen en de werknemer zich niet kan verenigen met het besluit dat de werkgever heeft genomen naar aanleiding van het advies van de klachtencommissie en hiertegen in beroep wenst te gaan.
1. b. Een geschil wordt aanhangig gemaakt door het indie- nen van een verzoekschrift bij het secretariaat van de commissie, binnen acht weken nadat de betrokkene kennis heeft genomen of redelijkerwijs had kunnen nemen van een beslissing bedoeld in lid 1 a van dit artikel.2.
2. Het verzoekschrift bevat de navolgende gegevens:
a. de naam, het adres en de woon-, vestigings- of gewone
verblijfplaats van de verzoeker;
b. een korte omschrijving van het geschil;
c. een duidelijke omschrijving van de vordering.
3. Het verzoekschrift wordt ingediend in enkelvoud. Indien het verzoekschrift niet voldoet aan alle vereisten geno- emd in het vorige lid, stelt de secretaris zich in verbinding met de verzoeker teneinde de nodige aanvulling of verbe- tering te verkrijgen. De secretaris is bevoegd de behandel- ing van het verzoek op te schorten zolang dit niet voldoet aan de voornoemde vereisten.
4. De secretaris bevestigt schriftelijk aan de verzoeker de ontvangst van het verzoekschrift, onder vermelding van de dag van ontvangst.
5. Iedere partij kan zich door personen van zijn keuze laten bijstaan of doen vertegenwoordigen.
Artikel 3 Schriftelijke reactie
1. De secretaris xxxxx een exemplaar van het verzoekschrift onder vermelding van de dag van ontvangst aan de verweerder en nodigt hem uit schriftelijk daarop te ant- woorden.
2. Het antwoord wordt in enkelvoud binnen 14 dagen na ontvangst van voormelde uitnodiging door de verweerder bij de secretaris ingediend.
3. De secretaris zendt een exemplaar van het antwoord aan de verzoeker.
4. De commissie is vrij te bepalen of verzoeker en verweer- der in de gelegenheid worden gesteld van repliek respec- tievelijk dupliek te dienen. In zodanig geval is het bepaal- de in lid 2 van dit artikel van overeenkomstige toepassing.
5. Blijft een der partijen in gebreke binnen de door de com- missie bepaalde termijn te reageren als bedoeld in lid 2 en 4 van dit artikel, zonder daartoe gegronde redenen aan te voeren, dan kan de commissie aanstonds uitspraak doen.
CAO DHL Express Nederland 2023 54
Artikel 4 Verschoningsrecht en wraking van commissieleden
1. De leden van de commissie hebben het verschonings- recht.
2. Ieder der partijen kan uiterlijk tot het tijdstip waarop de mondelinge behandeling begint een commissielid wraken, indien gerechtvaardigde twijfel bestaat aan
zijn onpartijdigheid of onafhankelijkheid. De commissie schorst daarop de behandeling en beslist vervolgens in raadkamer of het commissielid zich dient terug te trekken van de verdere behandeling.
Artikel 5 Schriftelijke afdoening & mondelinge behandeling
1. De commissie geeft aan partijen de gelegenheid hun standpunten in een zitting mondeling toe te lichten, tenzij partijen daarvan afzien of de commissie van oordeel is, dat de vordering kennelijk gegrond, kennelijk ongegrond, danwel kennelijk niet ontvankelijk is, in welke gevallen de commissie het geschil zonder mondelinge behandeling schriftelijk kan afdoen.
2. De commissie bepaalt de dag, het tijdstip en de plaats van de zitting. Zij stelt partijen hiervan schriftelijk in kennis met inachtneming van een redelijke termijn voorafgaand aan de zitting, die in geen geval binnen veertien dagen
na bedoelde kennisgeving mag plaatsvinden. Hetzelfde geldt voor volgende zittingen, die naar het oordeel van de commissie nodig mochten zijn.
3. De commissie kan, behalve de partijen en personen geno- emd in de artikelen 2, 7 en 8, andere personen ter zitting toelaten.
4. De commissie is bevoegd tot inzage van alle stukken die op de zaak betrekking hebben.
Artikel 6 Opschorting behandeling
Indien terzake van een geschil tevens een strafrechtelijke vervol- ging in gang is gezet, kan de commissie op verzoek van een der partijen de behandeling opschorten totdat de uitspraak van de (straf)rechter onherroepelijk is geworden.
Artikel 7 Getuigenverhoor
1. De commissie is bevoegd getuigen te horen en bepaalt de dag, het tijdstip en de plaats van het getuigenverhoor.
2. De namen van de getuigen die een partij wenst te doen horen, worden tijdig aan de commissie en de wederpartij medegedeeld onder opgave van de onderwerpen waaro- ver de getuige kan verklaren.
3. De commissie draagt er zorg voor dat van het getuigen- verhoor een verslag wordt gemaakt, dat door de getuige voor akkoord wordt getekend.
Artikel 8 Deskundigenadvies
1. Een partij is vrij een door hem ingewonnen advies van een deskundige over te leggen. Zo nodig kan de commissie bepalen, dat de deskundige wordt opgeroepen om ter zitting een nadere toelichting te geven.
2. De commissie kan een of meer deskundigen benoemen tot het uitbrengen van een advies. De commissie zendt onverwijld aan partijen een afschrift van de benoeming van de deskundige en van de aan hem gegeven opdracht.
3. Na ontvangst van het rapport van de deskundige wordt dit in afschrift door de commissie onverwijld aan partijen toegezonden. De laatste volzin van lid 1 is van overeen- komstige toepassing.
Artikel 9 Persoonlijke verschijning van partijen
De commissie kan in elke stand van het geding de persoonlijke verschijning van partijen gelasten voor het geven van inlichtingen dan wel teneinde een schikking te beproeven.
Artikel 10 Inhoud uitspraak/bindend advies
1. De commissie doet zo spoedig mogelijk uitspraak, doch in elk geval binnen zes weken na de (mondelinge) behandel- ing. De commissie is bevoegd een opgelegde disciplinaire maatregel teniet te doen, te verminderen of anderszins te wijzigen.
CAO DHL Express Nederland 2023 55
2. De uitspraak heeft de kracht van bindend advies, met dien verstande dat het partijen vrijstaat dit bindend advies in voorkomende gevallen ter toetsing aan de kantonrechter voor te leggen.
3. De uitspraak wordt op schrift gesteld en door de voorzit- ter en de secretaris van de commissie ondertekend.
4. De uitspraak bevat in elk geval:
a. de namen en woonplaatsen van de commissieleden;
b. de namen en woon-, vestigings- of gewone verblijf- plaatsen van partijen;
c. een kort overzicht van de procedure;
d. een weergave van de vordering, het verweer en de vastgestelde feiten;
e. de gronden voor de in de uitspraak gegeven beslissing;
x. xx xxxxxxxxxx;
g. de plaats en de datum van de uitspraak.
Artikel 11 Verzending uitspraak
De secretaris draagt er zorg voor dat onverwijld een exemplaar van de uitspraak aan iedere partij wordt gezonden.
Artikel 12 Verbindende kracht uitspraak
Een uitspraak van de commissie is bindend voor partijen met in- gang van de dag waarop deze is uitgesproken.
Artikel 13 Kosten Geschillencommissie
De kosten, voortvloeiende uit de werkzaamheden van de com- missie, waaronder tevens begrepen de administratiekosten, het honorarium en de reis- en verblijfkosten van de commissieleden, komen ten laste van de werkgever.
Artikel 14 Kosten van juridische bijstand
De commissie kan de werkgever verplichten tot betaling van een redelijke vergoeding van de kosten van juridische bijstand van de werknemer die in het gelijk is gesteld, indien en voorzover deze kosten naar het oordeel van de commissie redelijk waren.
Artikel 15 Uitsluiting van aansprakelijkheid
Een lid van de commissie of de secretaris van de commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enig handelen of nalaten met betrekking tot een geschil dat onderworpen is (geweest) aan het oordeel van de commissie.
Artikel 16 Geheimhouding
De leden van de commissie dienen ten aanzien van al hetgeen zij in verband met de behandeling van het geschil vernemen geheim- houding te betrachten.
Artikel 17 Huishoudelijk reglement
De commissie kan een huishoudelijk reglement opstellen. Afschrift van een dergelijk reglement zal de commissie toezenden aan CAO- partijen en zal door de werkgever ten kantore ter inzage worden gedeponeerd.
CAO DHL Express Nederland 2023 56
BIJLAGE 12 (BEHORENDE BIJ ARTIKEL 48 EN 71 CAO)
TABEL GRADEN VAN BLOED- EN AANVERWANTSCHAP
Xxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxx Aanverwantschap
1e graad | - uw ouder(s); - uw kind(eren). | - de ouder(s) van uw partner; - de kind(eren) van uw partner. |
2e graad | - uw grootouder(s); - uw kleinkind(eren); - uw broer(s) en zus(sen). | - de grootouder(s) van uw partner; - de kleinkind(eren) van uw partner; - de broer(s) en zus(sen) van uw partner. |
3e graad | - uw overgrootouder(s); - uw achterkleinkind(eren); - uw neef en nicht (de kind(eren) van uw broer(s) en zus(sen); - uw oom(s) en tante(s) (de broer(s) en zus(sen) van xx xxxxx(s). | - de overgrootouder(s) van uw partner; - de achterkleinkind(eren) van uw partner; - de neef en nicht van uw partner (de kind(eren) van de broer(s) en zus(sen) van uw partner; - de oom(s) en tante(s) van uw partner (de broer(s) en zus(sen) van de ouder(s) van uw partner. |
4e graad | - uw betovergrootouder(s); - uw achterneef en achternicht (de kleinkind(eren) van uw broer(s) en zus(sen); - uw neef en nicht (de kind(eren) van de broer(s) of zus(sen) van xx xxxxx(s); - uw oudoom(s) en oudtante(s) (de oom(s) en tan- te(s) van uw ouder(s). | - de betovergrootouder(s) van uw partner - de achterneef en achternicht van uw partner (de kleinkind(x- xxx) van de broer(s) en zus(sen) van uw partner; - de neef en nicht van uw partner (de kind(eren) van de broer(s) en zus(sen) van de ouders(s) van uw partner; - de xxxxxx(s) en oudtante(s) van uw partner (de oom(s) en tante(s) van de xxxxx(s) van uw partner. |
CAO DHL Express Nederland 2023 57
BIJLAGE 13
VERGOEDING LIDMAATSCHAPS- KOSTEN WERKNEMERSORGANISATIE
Artikel 1
De werknemer kan bij de werkgever (afdeling payroll) een verzoek indienen tot verlaging van het bruto loon ter hoogte van de door hem in het betreffende kalenderjaar betaalde kosten voor het lidmaatschap van een werknemersorganisatie. De werkgever zal dit verzoek inwilligen in ruil voor een onkostenvergoeding gelijk aan de op de voormelde bruto looncomponent ingehouden bedrag, zoals nader bepaald in dit reglement.
Artikel 2
1. Om aanspraak te kunnen maken op een vergoeding van de lidmaatschapskosten van de werknemersorganisatie, dient de werknemer uiterlijk op 30 november van het betreffende kalenderjaar de verklaring betaalde contributie lidmaatschap
werknemersorganisatie (= overzicht van contributiebetaling over het betreffende kalenderjaar) in te dienen bij de afdeling payroll Overschrijding van genoemde datum leidt tot uitsluiting van deelname.
2. De in artikel 1 bedoelde vergoeding wordt vastgesteld op basis van de in lid 1 genoemde verklaring van de werknemersorgani- satie en op basis van de toepasselijke fiscale en premierechtelij- ke wet- en regelgeving.
3. Indien door de werknemer is voldaan aan het gestelde in lid 1 wordt de vergoeding zoals bedoeld in artikel 1 door de werk- gever aan de werknemer betaald samen met de betaling in de maand december van het betreffende kalenderjaar.
Artikel 3
Bij beëindiging van het dienstverband, ongeacht de reden hiertoe, eindigt het recht op vergoeding als bedoeld in artikel 1. Alleen als de werknemer in december in dienst is en voldoet aan de voor- waarden bestaat aanspraak op verrekening.
Artikel 4
Indien bij controle door de inspecteur der belastingen of de inspec- teur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen blijkt dat de belastingen premievrije vergoeding ten onrechte of tot een te hoog bedrag is uitbetaald en dientengevolge naheffing bij de werkgever plaatsvindt, dan komt deze naheffing (inclusief even- tuele rente en boete) voor rekening van de werknemer indien de oorzaak van de naheffing aan de werknemer kan worden verweten.
CAO DHL Express Nederland 2023 58
BIJLAGE 14
AKKOORD WAARDE VAKANTIEDAG
Op 6 februari 2019 hebben de ondergetekenden
DHL Parcel:
DHL Parcel (Netherlands) BV, DHL Parcel (e-Commerce) BV
DHL Express:
DHL Express (Netherlands) BV, DHL Aviation BV DHL Logistics:
DHL Supply Chain: DHL Supply Chain Netherlands BV, DHL Supply Chain Management BV, Exel Group Holdings (Nederland) BV, Danzas Fashion Service Centers BV, FX Xxxxxxxx BV,
DHL Freight: DHL Freight (Netherlands) BV, Gerlach & Co. Internationale Expediteurs BV
DHL Global Forwarding: DHL Global Forwarding (Netherlands) BV
En
FNV, gevestigd te Utrecht
CNV Vakmensen, gevestigd te Utrecht
een principeakkoord bereikt over de waarde van een vakantiedag. Het overgrote deel van de vakbondsleden heeft ingestemd met het principeakkoord. Het principeakkoord is daarmee omgezet in een definitief akkoord met de volgende inhoud:
1. Met ingang van 1 januari 2019 wordt de waarde van de 20 wettelijke vakantiedagen en van 4 bovenwettelijke vakantiedagen die vanaf 1 januari 2019 worden opge- bouwd, als volgt berekend:
• Het dagloon (Express artikel 1 lid G en lid H cao /Parcel arti- kel artikel 1 lid H cao) / het salaris van 1 dag gebaseerd op het
maandsalaris (Logistics, artikel 1 lid 4 cao) vermeerderd met de volgende componenten;
• Het gemiddelde bedrag dat in het voorafgaande kalenderjaar per gewerkte dag is ontvangen aan een vergoeding van:
• de onregelmatigheidstoeslag / TOW (Express artikel 36 cao, Parcel artikel 37 cao, Logistics cao artikel 18),
• de overwerktoeslag (Express artikel 37 cao, Parcel artikel 21 cao, Logistics artikel 19 cao)
• de stand-by toeslag/consignatietoeslag (Express artikel 34 cao, Parcel artikel 35 cao, Logistics artikel 20 cao)
In verband met het niet altijd structurele karakter van de bovens- taande vergoedingen wordt 90% van de totale waarde meegeno- men in de berekening;
• Het gemiddelde bedrag dat in het voorafgaande kalenderjaar per gewerkte dag is ontvangen aan een vergoeding van overuren (Express artikel 37 cao, Parcel artikel 21 cao, Logistics artikel 19 cao) voor zover deze overuren de 40 uur arbeidstijd per week overschrijden.
In verband met het niet altijd structurele karakter van deze vergoeding wordt het berekende bedrag als hierboven bedoeld maandelijks afgetopt op 22,75% van het maandsalaris;
• De jaarlijkse uitbetaling vindt plaats in de maand februari van elk jaar. Voor het eerst in februari 2020 over 2019.
• De uitbetaling voor de medewerker die gedurende het jaar uit dienst gaat vindt plaats bij de eindafrekening waarbij een referte- periode van 12 maanden in acht wordt genomen.
2. Iedere werknemer die gedurende het gehele kalenderjaar 2018 bij werkgever in dienst is geweest en in dat jaar minimaal 100 uren heeft gewerkt waar bovengenoemde toeslagen aan verbonden zijn, heeft in 2019 recht op een eenmalige uitkering van € 750,- bruto, uit te betalen met de salarisbetaling van april 2019. De volledige uitkering vindt alleen plaats als de werknemer gedurende tenmins- te 5 jaar in dienst is van de werkgever, dus 2014-2018, en anders wordt de uitkering naar rato berekend over het aantal dienstjaren.
Voor de bezorgers van DHL Parcel e-Commerce geldt een aange- paste eenmalige uitkering van € 200,- bruto uitgaande van een
CAO DHL Express Nederland 2023 59
periode van 5 dienstjaren ( en anders naar rato berekend over de het aantal dienstjaren ). Voor de medewerkers werkzaam binnen de loods en kantoor van DHL Parcel e-commerce geldt de regeling zoals genoemd onder punt 2.
Er heeft reeds een betaling plaatsgevonden over de jaren 2017 en 2018 binnen cao DHL Logistics (op grond van artikel 18 lid 2).
Medewerkers vallende onder deze cao hebben derhalve recht op een eenmalige uitkering van ten hoogste € 450,- bruto indien zij in de periode 2014-2016 in dienst waren van de werkgever dan wel op een naar rato (van dienstjaren) te berekenen uitkering.
In cao DHL Logistics wordt artikel 18. Lid 2 vervangen per 1 januari 2019 door de regeling zoals is overeengekomen onder 1.
Voorwaarde voor de eenmalige uitkering is dat de werknemer afstand doet van zijn rechten aangaande de vergoeding van de structurele toeslagen over de genoten vakantiedagen in de jaren 2014-2018.
Aldus overeengekomen | ||
DHL Parcel: | DHL Express: | DHL Logistics: |
X. Xxx | X. xxx Xxxxx | A. Bil X. Xxxxxxxxx X. Xxxxxxx |
FNV: X. Xxxxxxxx | CNV Vakmensen: X. xxx Xxxxxxx |
CAO DHL Express Nederland 2023 60
BIJLAGE 15
PROTOCOL/PRINCIPE AKKOORD AFSPRAKEN CAO DHL EXPRESS 2023
Op 13 december 2022 hebben vakbonden FNV en CNV en DHL Express een principeakkoord bereikt voor een nieuwe CAO DHL Express Nederland 2023.
De volgende afspraken zijn gemaakt:
1. Werkingssfeer
De afspraken uit dit principeakkoord zijn van toepassing op alle medewerkers vallend onder de CAO DHL Express Nederland 2021
- 2022, werkzaam bij DHL Express (Netherlands) BV of bij DHL Aviation (Netherlands) BV.
2. Looptijd
De looptijd van de cao is 12 maanden, te weten van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023.
3. Loon
Per 1 april 2023 verhogen we de lonen en loonschalen structureel met 7,5%.
4. Eénmalige uitkeringen
• In januari 2023 een éénmalige uitkering van € 750,- bruto (naar rato bij een deeltijd dienstverband) voor medewerkers die op 31 december 2022 of eerder in dienst zijn en in januari 2023 nog steeds in dienst zijn.
• In april 2023 een éénmalige uitkering van € 250,- bruto (naar rato bij een deeltijd dienstverband) voor medewerkers die op 31 december 2022 of eerder in dienst zijn en in april 2023 nog steeds in dienst zijn.
5. Tegemoetkoming reiskostenvergoeding
Per 1 januari 2023 wordt de reiskostenvergoeding verhoogd naar
€ 0,21 netto per km, voor 5 tot en met 30 kilometer woon-werk- afstand. Medewerkers die op 31 december 2022 een woon-werk- afstand hebben van 5, 6, 7 of 8 km
6. Doorbetaling bij ziekte 2e jaar
De CAO tekst van artikel 64, lid 4 wordt:
In het tweede ziektejaar geldt als basis dat 70% van je ziekengeld door DHL wordt doorbetaald indien en voor zover DHL een loon- doorbetalingsverplichting heeft. Deze loondoorbetaling wordt verhoogd naar 100% van het ziekengeld indien en voor zolang je
meewerkt aan de voor jou geldende re-integratieverplichtingen en je een (aanvullende) zorgverzekering hebt afgesloten,
zowel op de eerste ziektedag als op de eerste ziektedag van het tweede ziektejaar, met in ieder geval fysiotherapie, psychologi- sche hulp en diëtist in het pakket. De loondoorbetaling wordt ook verhoogd als je aantoonbaar zelf de kosten draagt van benodigde fysiotherapie, psychologische hulp of diëtist. De loondoorbetaling wordt ook verhoogd indien je volledig en duurzaam arbeidson- geschikt bent en een vervroegde IVA-uitkering is aangevraagd en toegekend.
7. Parttimers profiteren evenveel van de feestdagen als fulltimers De feestdagen voor parttimers (inclusief parttimers door ouder- schapsverlof) en fulltimers worden berekend volgens het jaaruren- systeem.
De fulltimer profiteert volledig (40/40e) van de vrije uren voor feestdagen en een parttimer die bijvoorbeeld 80 procent werkt naar rato van de arbeidsduur (32/40e).
Het jaaruren-systeem:
Het jaaruren-systeem houdt in dat voor elk jaar het aantal werkda- gen wordt vastgesteld. Dit is het totale aantal dagen per jaar minus de weekenden en de door werkgever erkende feestdagen die niet in het weekend vallen.
Dit aantal werkdagen gedeeld door 5 levert het aantal werkweken per jaar op. Het aantal werkweken wordt vervolgens vermenigvul- digd met de gemiddelde arbeidsduur per medewerker per week. Bij iemand die 80% werkt, is dat dus 32.
De uitkomst is het aantal uren dat een medewerker per jaar moet werken, de jaaruren-omvang. De feestdagen zijn daarmee voor iedere medewerker in de jaaruren-omvang meegenomen en wel naar rato van het arbeidspercentage.
De jaaruren-omvang minus de contracturen in het jaar is het aantal uur wat als feestdag genoten mag worden. In eerste instantie op de feestdag zelf. Is de feestdag een vaste vrije dag van de parttimer, dan op een ander moment in het jaar.
CAO DHL Express Nederland 2023 61
DHL Express (Netherlands) BV: DHL Aviation (Netherlands) BV: FNV Transpport & Logistiek CNV Vakmensen
X. Xxxxxxxx | L.M. xxx Xxxxx | X. Xxxxx | R. Jongen |
Managing Director | VP Human Resources | Bestuurder | Bestuurder |
CAO DHL Express Nederland 2023 62
DHL Express Xxxxxxxxxxxxx 00
0000 XX Xxxxxxxx Xxxxxxxxx
Druk- en zetfouten zijn voorbehouden Versie 1.0/2023