Goederen met declaratie achteraf Index Rating verzekeraars Terrorismedekking (NHT) Terrorisme-uitsluiting
1 Begripsomschrijvingen
1.1 Bedrijfsuitrusting/inventaris
1.2 Bereddingskosten
1.3 Europa
1.4 Gebouw
1.5 Gevaarsobjecten
1.6 Goederen
1.7 Herbouwwaarde
1.8 Herinvestering
1.9 Huurdersbelang
1.10 Indexering
1.11 Kostprijs
1.12 Nieuwwaarde
1.13 Opruimingskosten
1.14 Sloopwaarde
1.15 Verkoopwaarde
1.16 Vervangingswaarde
1.17 Verzekeraars
1.18 Verzekerde
1.19 Verzekeringnemer
1.20 Zakelijk belang
2 Omvang van de dekking
2.1 Dekking
2.2 Gevaren/gebeurtenissen
2.2.1 Brand
2.2.2 Ontploffing
2.2.3 Lucht- en ruimtevaartuigen
2.2.4 Blikseminslag
2.2.5 Overspanning/inductie
2.2.6 Storm
2.2.7 Luchtdruk
2.2.8 Water, stoom, neerslag, blusmiddel
2.2.9 Diefstal
2.2.10 Inbraak
2.2.11 Vandalisme
2.2.12 Afpersing en/of beroving
2.2.13 Glasbreuk
2.2.14 Aanrijding, aanvaring en als gevolg daarvan afgevallen of uitgestroomde lading
2.2.15 Olie en andere vloeistoffen
2.2.16 Rook en roet
2.2.17 Storing in of uitval van koel- en diepvrieskasten respectievelijk -kisten
2.2.18 Het omvallen van kranen, hoogwerkers, hei- stellingen, windmolens, antennes, bomen, vlaggen-, licht- en zendmasten, en/of het los- raken van delen daarvan
2.2.19 Kappen en/of snoeien van bomen
2.2.20 Bijtende stoffen
2.2.21 Werkstaking
2.2.22 Relletjes of opstootjes
2.2.23 Meteorieten
2.2.24 Aardverschuiving
2.2.25 Paarden en vee
2.3 Uitsluitingen
2.3.1 Molest
2.3.2 Atoomkernreacties
2.3.3 Aardbeving, vulkanische uitbarsting
2.3.4 Overstroming
2.3.5 Onbewerkte edele metalen, ongezette edelge- steenten, geld en geldswaardig papier
3 Dekking nabij het gebouw en elders binnen Europa
4 Vergoeding boven het verzekerde bedrag
5 Bekendheid en risicowijziging
6 Voortaxatie
7 Schademelding en -vaststelling
7.1 Aanmelding
7.2 Benoeming experts
7.3 Medewerking
7.4 Honoraria en kosten
8 Schade en omvang van de vergoeding
8.7 Evenredigheidsbepaling
8.8 Premier risquebepaling
9 Verbrugging
10 Roerende zaken van derden
11 Verjaring
12 Andere verzekeringen
13 Overgang zakelijk belang
14 Premie- en schadebetaling
14.1 Begripsomschrijvingen
14.1.1 Premie
14.1.2 Verzekerde
14.2 Premiebetaling
14.3 Schadevergoeding en premierestituties
15 Handelingen van verzekeraars
16 Mededelingen
17 Begin en einde van de overeenkomst
18 Mededelingsplicht
19 Verdeling
20 Toepasselijk recht
21 Geschillen Clausules
Xxxxxxxx met declaratie achteraf Index
Rating verzekeraars Terrorismedekking (NHT) Terrorisme-uitsluiting
Deze overeenkomst beantwoordt aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 BW, indien en voor zover de schade op vergoeding waarvan aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit voor verzekerde schade was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandigheden nog zou ontstaan, zoals bepaald in artikel 2.1 van deze voorwaarden.
1. Begripsomschrijvingen
Van de termen die cursief zijn weergegeven is in dit artikel een begripsomschrijving opgenomen.
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
1.1 Bedrijfsuitrusting/inventaris
Alle roerende zaken, met uitzondering van goederen. Motorvoertuigen voorzien van een kenteken, aanhang- wagens, caravans en vaartuigen zijn alleen meeverzekerd indien dit in het verzekerde bedrag is opgenomen.
1.2 Bereddingskosten
Kosten en op geld waardeerbare opofferingen verbon- den aan maatregelen, die door of namens verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het ophanden zijn van de verwezenlijking van het verze- kerde gevaar/gebeurtenis te voorkomen of om schade als gevolg van de verwezenlijking van het risico te beperken.
1.3 Europa
De landen van de Europese Unie, Andorra, (Turks) Cyprus, IJsland, Kanaaleilanden, Liechtenstein, Monaco, Noorwegen, San Xxxxxx en Zwitserland.
1.4 Gebouw
De op het polisblad omschreven onroerende zaak met al wat daartoe bestemd is dan wel volgens verkeersopvat- ting daarvan deel uitmaakt. Voor zover niet voor afzon- derlijke bedragen verzekerd, zijn in de omschrijving alle bouwsels begrepen, die naar hun aard en inrichting bestemd zijn om duurzaam ter plaatse te blijven. De fun- deringen zijn alleen meeverzekerd indien dit op het polisblad is vermeld.
1.5 Gevaarsobjecten
De gebouwen, bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goede ren in de gebouwen op het (de) in het polisblad omschre- ven adres(sen).
1.6 Goederen
Grond- en hulpstoffen, halffabricaten, eindproducten,
goederen in bewerking en emballage.
1.7 Herbouwwaarde
Het bedrag dat benodigd is voor herbouw van het verze- kerde gebouw – op dezelfde locatie en naar constructie en indeling gelijkwaardig – onmiddellijk na de gebeurtenis.
1.8 Herinvestering
Het aanwenden van de schadevergoeding voor herstel, (her)bouw en/of aanschaf van zaken als bedoeld in arti- kel 1.1 en/of 1.4 ter voortzetting van het bedrijf, beroep, andere activiteiten of functie vallende binnen de op het polisblad weergegeven omschrijving.
1.9 Huurdersbelang
De kosten door verzekerde als huurder gemaakt ter ver- betering of aanpassing van het gehuurde gebouw of de gehuurde ruimten.
1.10 Indexering
Automatische en ononderbroken aanpassing van het verzekerde bedrag aan de overeengekomen index.
1.11 Kostprijs
Het bedrag dat is benodigd voor de aanschaf van grond- stoffen, vermeerderd met de toegevoegde waarde.
1.12 Nieuwwaarde
Het bedrag dat benodigd is voor het verkrijgen van nieuwe zaken van dezelfde soort en kwaliteit.
1.13 Opruimingskosten
De kosten voor het afbreken, wegruimen, afvoeren, stor- ten en vernietigen van de verzekerde gevaarsobjecten, die niet reeds in de in artikel 8.1.1 bedoelde vaststelling zijn begrepen en die het noodzakelijk gevolg zijn van een onder deze verzekering gedekte schade.
1.14 Sloopwaarde
Het bedrag dat zou kunnen worden verkregen voor de nog bruikbare respectievelijk waardevolle onderdelen van het gebouw, verminderd met de kosten van het laten afbreken, wegruimen, afvoeren, storten en vernietigen.
1.15 Verkoopwaarde
Het bedrag dat bij verkoop in het normale verkeer en uitgaande van dezelfde bestemming van het gebouw
– met uitzondering van de grond – verkregen zou kun- nen worden.
1.16 Vervangingswaarde
Het bedrag dat benodigd is voor het verkrijgen van naar soort, kwaliteit, staat en ouderdom gelijkwaardige zaken. Als er geen vervangingsmarkt bestaat dan wordt de hoogste uitkomst aangehouden van:
• De nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag voor technische veroudering of
• De nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag voor economische veroudering.
Hierbij wordt rekening gehouden met de staat van onderhoud van de zaak.
1.17 Verzekeraars
Zij die gezamenlijk het verzekerde risico dragen, ieder voor zijn aandeel in het verzekerde bedrag.
1.18 Verzekerde
De natuurlijke of rechtspersoon die als zodanig op het polisblad is vermeld, met inachtneming van artikel 13. Verzekerde wordt geacht tevens verzekeringnemer te zijn, tenzij op het polisblad een ander als verzekering nemer wordt genoemd.
1.19 Verzekeringnemer
De natuurlijke of rechtspersoon die de verzekering is aangegaan. Verzekeringnemer wordt bovendien geacht (één van de) verzekerde(n) te zijn.
1.20 Zakelijk belang
Het belang van verzekerde bij het behoud van de gevaarsobjecten uit hoofde van eigendom of een ander zakelijk recht of het dragen van het risico voor het behoud daarvan.
2. Omvang van de dekking
2.1 Dekking
Verzekerd wordt het zakelijk belang tegen schade indien en voor zover de schade het gevolg is van een gebeurte- nis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit voor verzekerde schade was ontstaan dan wel nog zou ontstaan.
Onder schade wordt verstaan:
Schade aan of verlies van de op het polisblad genoemde verzekerde gevaarsobjecten die is veroorzaakt door de in dit artikel genoemde gevaren/gebeurtenissen, ongeacht of deze gevaren/gebeurtenissen zijn veroorzaakt door de aard of een gebrek van de verzekerde gevaarsobjecten. Schade aan of verlies van de verzekerde gevaarsobjecten ongeacht door welke oorzaak – behoudens de in artikel
2.3 genoemde uitsluitingen - is gedekt als die oorzaak
het directe gevolg is van een verzekerd gevaar/ gebeurte- nis, onverschillig waar dit heeft plaatsgevonden.
2.2 Gevaren/gebeurtenissen
2.2.1 Brand
Een door verbranding veroorzaakt en met vlam- men gepaard gaand vuur buiten een haard dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten. Derhalve is onder andere geen brand:
• Zengen, schroeien, smelten, verkolen, broeien.
• Doorbranden van elektrische apparaten en motoren.
• Oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
2.2.2 Ontploffing
Onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, met inachtneming van het volgende. Voor de vaststelling of sprake is van een ontplof- fing dient het volgende onderscheid te worden gemaakt.
2.2.2.1 Binnen een vat
Binnen een – al dan niet gesloten – vat dient een opening in de wand van het vat te zijn ontstaan door de druk van de zich daarin bevindende gassen of dampen en door die opening de druk binnen en buiten het vat plotseling aan elkaar gelijk zijn geworden. Hoe de gassen of dampen ontstaan zijn respectievelijk of die al dan niet voor de ontploffing aanwezig waren, is niet relevant.
2.2.2.2 Buiten een vat
Buiten een vat moet die krachtsuiting het onmiddellijke gevolg zijn van een scheikundige reactie.
2.2.2.3 Onder ontploffing wordt niet verstaan implosie.
2.2.3 Lucht- en ruimtevaartuigen
Het getroffen worden door een vertrekkend, vliegend, landend of vallend lucht- of ruimte- vaartuig, dan wel een daaraan verbonden, daar- van losgeraakt, daaruit geworpen of daaruit gevallen projectiel, ontploffingsmiddel of ander voorwerp.
2.2.4 Blikseminslag
Schade aan elektrische en elektronische appara- tuur door overspanning/inductie is slechts verze- kerd indien sporen van blikseminslag in of aan het object waarin deze zaken aanwezig zijn, worden aangetroffen.
2.2.5 Overspanning/inductie
Door bliksemontlading anders dan begrepen onder artikel 2.2.4.
2.2.6 Storm
Een windsnelheid van minstens 14 meter per seconde. Als de windsnelheid zich afwisselend boven en onder de 14 meter per seconde beweegt, dan wordt voor de vaststelling van het aantal malen dat het eigen risico van toepassing is, de periode vanaf het moment dat de wind- snelheid voor het eerst 14 meter per seconde is tot het begin van een periode van ten minste 24 achtereenvolgende uren waarbinnen de wind- snelheid 10 meter per seconde of minder is geweest, als één gebeurtenis beschouwd.
2.2.7 Luchtdruk
Als gevolg van startende en/of proefdraaiende lucht- of ruimtevaartuigen of het doorbreken van de geluidsbarrière.
2.2.8 Water, stoom, neerslag, blusmiddel
2.2.8.1 Water, stoom of blusmiddel gestroomd of overgelopen uit binnen of buiten het gebouw gelegen leidingen of daarop aangesloten toestellen respec- tievelijk installaties van waterleiding, centrale verwarming en sprinklers als- mede uit andere voorwerpen, putten, riolen e.d. als gevolg van het springen door vorst, breuk, verstopping of een ander plotseling optredend defect. Tevens worden vergoed de kosten van:
• Het opsporen van de breuk of defect aan de leiding en het daarmee verband houdende herstelwerk aan muren, vloeren en andere onderdelen van het gebouw.
• Het herstel van de beschadigde leidingen, installaties en toestellen bij springen door vorst; althans voor zover deze kosten voor rekening van verzekerde komen en die kosten niet op een andere polis gedekt zijn of gedekt zouden zijn als de dekking die dit artikel verleent niet zou bestaan.
2.2.8.2 Regen of smeltwater onvoorzien het gebouw binnengekomen, mits niet binnengekomen door openstaande ramen, deuren of luiken.
2.2.8.3 Hagel of sneeuw, mits niet binnenge- komen door openstaande ramen, deu- ren of luiken.
2.2.8.4 Water en de overige inhoud van aqua- ria door breuk of defect daarvan. Ook worden de kosten van herstel van de aquaria en de inrichting daarvan vergoed.
2.2.9 Diefstal
Diefstal van tot het verzekerde gebouw beho- rende materialen, alsmede de beschadiging van dat gebouw als gevolg daarvan.
2.2.10 Inbraak
Inbraak, diefstal of poging daartoe, waarbij de dader het gebouw, waarin zich de verzekerde gevaarsobjecten bevinden, is binnengedrongen of getracht heeft binnen te dringen, door mid- del van braak van buitenaf aan bedoeld gebouw of een daarmee binnenshuis gemeenschap heb- bend gebouw. Aan het hierboven gestelde is voldaan indien de dader het bij verzekerde in gebruik zijnde perceelsgedeelte waarin de ver- zekerde zaken zich bevinden, door middel van braak aan (binnen) deuren, is binnengedrongen of getracht heeft binnen te dringen. Tevens is gedekt inbraak, diefstal of poging daartoe als- mede de beschadiging van een en ander indien er sporen van braak zijn aan de ruimte waar de moedersleutel is opgeborgen en middels deze moedersleutel toegang wordt verkregen tot overige bedrijfsgedeelten. Diefstal na sporen van binnenbraak is derhalve gedekt.
2.2.11 Vandalisme
Nadat de dader het gebouw wederrechtelijk binnengedrongen is. Deze dekking geldt niet voor gebouwen of gedeelten daarvan die buiten gebruik zijn gesteld.
2.2.12 Afpersing en/of beroving
Mits vergezeld van geweld of bedreiging.
2.2.13 Glasbreuk
Het glas zelf, met uitzondering van spiegels en wandversieringen, is uitgesloten.
2.2.14 Aanrijding, aanvaring en als gevolg daarvan afgevallen of uitgestroomde lading
Niet gedekt is schade aan of het verlies van het voer-, vaartuig respectievelijk de lading die de schade veroorzaakt.
2.2.15 Olie en andere vloeistoffen
Gestroomd of gelekt uit vast opgestelde verwar- mings- of kookinstallaties of de daarbij behorende leidingen en tanks als gevolg van breuk, verstop- ping of een ander plotseling optredend defect.
2.2.16 Rook en roet
Plotseling uitgestoten door een op een afvoer- kanaal aangesloten verwarmings- of kookinstallatie.
2.2.17 Storing in of uitval van koel- en diepvrieskasten respectievelijk -kisten
Deze dekking geldt alleen voor verzekerde inhoud van deze kasten of kisten.
2.2.18 Het omvallen van kranen, hoogwerkers, heistel- lingen, windmolens, antennes, bomen, vlag- gen-, licht- en zendmasten, en/of het losraken van delen daarvan
Indien de hierboven genoemde zaken zijn verze- kerd, is niet gedekt schade aan of verlies van deze zaken tenzij deze schade is veroorzaakt door een ander verzekerd gevaar/gebeurtenis.
2.2.19 Kappen en/of snoeien van bomen
2.2.20 Bijtende stoffen
Voor zover niet ontstaan als gevolg van reini- ging, reparatie, vernieuwing of productiefouten.
2.2.21 Werkstaking
Het door een aantal werknemers in een onder- neming, gemeenschappelijk niet of slechts gedeeltelijk uitvoeren van het legitiem opge- dragen werk.
2.2.22 Relletjes of opstootjes
Incidentele collectieve geweldsmanifestaties.
2.2.23 Meteorieten
2.2.24 Aardverschuiving
2.2.25 Paarden en vee
2.3 Uitsluitingen:
2.3.1 Molest
Van de verzekering is uitgesloten schade veroor- zaakt door of ontstaan uit molest:
• Gewapend conflict: elk geval waarin staten of andere daarmee vergelijkbare partijen elkaar, of de één de ander, met militaire machtsmiddelen bestrijden.
• Het gewapend optreden van militaire eenheden onder de verantwoordelijkheid van internationale organisaties zoals de Verenigde Naties, de Noord Atlantische Verdrags Organisatie of de West-Europese Unie wordt ook hieronder verstaan.
• Burgeroorlog: een min of meer georganiseerde gewapende strijd tussen inwoners van dezelfde staat waarbij een
belangrijk deel van de inwoners van die staat is betrokken.
• Opstand: georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat dat is gericht tegen het openbaar gezag.
• Binnenlandse onlusten: min of meer georganiseerde gewelddadige handelingen die zich op verschillende plaatsen binnen een staat voordoen.
• Oproer: een min of meer georganiseerde, plaatselijke gewelddadige beweging die is gericht tegen het openbaar gezag.
• Muiterij: een min of meer georganiseerde gewelddadige beweging van leden van een gewapende macht die is gericht tegen het gezag waaronder zij zijn gesteld.
2.3.2 Atoomkernreactie
Van de verzekering is uitgesloten schade veroor- zaakt door, optredende bij of voortvloeiende uit atoomkernreactie, onverschillig hoe de reactie is ontstaan. Onder atoomkernreactie wordt ver- staan iedere kernreactie waarbij energie vrij- komt zoals kernfusie, kernsplijting, kunstmatige en natuurlijke radioactiviteit.
De uitsluiting terzake van atoomkernreacties geldt niet met betrekking tot radioactieve nucli- den die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, land- bouwkundige, medische of wetenschappelijke doeleinden, met dien verstande dat de beno- digde vergunning(en) voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radio- actieve stoffen door de overheid moet(en) zijn afgegeven. Voor zover krachtens de wet een derde voor de geleden schade aansprakelijk is, blijft de uitsluiting van kracht. Onder ‘wet’ wordt verstaan de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979-225), zijnde de bijzondere wettelijke regeling van de aansprake- lijkheid op het gebied van de kernenergie.
Onder ‘kerninstallatie’ wordt verstaan een kern-
installatie in de zin van bedoelde wet.
2.3.3 Aardbeving, vulkanische uitbarsting
Van de verzekering is uitgesloten schade veroor- zaakt door aardbeving of vulkanische uitbar- sting. Bij schaden die ontstaan hetzij gedurende de tijd waarin hetzij gedurende 24 uur nadat zich in of nabij de gevaarsobjecten de gevolgen van aardbeving of vulkanische uitbarsting heb- ben geopenbaard, dient verzekerde te bewijzen, dat de schade niet aan die verschijnselen is toe te schrijven.
2.3.4 Overstroming
Van de verzekering is uitgesloten schade veroor- zaakt door overstroming ten gevolge van het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, slui- zen, oevers of andere waterkeringen ongeacht of deze overstroming werd veroorzaakt door storm. Deze uitsluiting geldt niet voor brand of ontploffing veroorzaakt door overstroming.
2.3.5 Onbewerkte edele metalen, ongezette edelge- steenten, geld en geldswaardig papier
Van de verzekering is uitgesloten schade aan of verlies van onbewerkte edele metalen, onge- zette edelgesteenten, geld en geldswaardig papier, behoudens het bepaalde in artikel 4.8.1.
3. Dekking nabij het gebouw en elders binnen europa
3.1 Deze verzekering dekt tevens schade veroorzaakt door een verzekerd gevaar/gebeurtenis voor zover de verze- kerde bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen zich bevinden:
3.1.1 Onder afdaken, onder overkappingen of op het terrein nabij de gebouwen op de adressen die op het polisblad genoemd zijn, met uitzonde- ring van storm, water, stoom, neerslag, hagel en sneeuw.
3.1.2 In eilandvitrines, -etalages of automaten nabij de gebouwen op de adressen die op het polis- blad zijn genoemd, met uitzondering van werk- staking, relletjes of opstootjes.
3.1.3 In portakabins of containers nabij de gebouwen op de adressen die op het polisblad zijn genoemd of op locaties binnen Europa die niet op het polisblad zijn genoemd, tot maximaal
€ 250.000,- per locatie. Uitgesloten is schade die:
• Op een andere polis ten behoeve van verzekerde is gedekt of gedekt zou zijn als de dekking die dit artikel biedt niet zou bestaan.
• Tijdens transport is ontstaan.
Onder transport wordt tevens verstaan het laden en lossen alsmede het verblijf van de verzekerde gevaarsobjecten in het transport- middel, ongeacht waar dat zich bevindt.
3.1.4 In gebouwen op locaties binnen Europa die niet op het polisblad zijn genoemd, tot een maxi- mum van 10% van het verzekerde bedrag voor bedrijfsuitrusting/inventaris en goederen. Uitgesloten is schade die op een andere polis ten behoeve van verzekerde is gedekt of gedekt zou zijn als de dekking die dit artikel verleent niet zou bestaan.
3.1.5 Buiten gebouwen op locaties binnen Europa die niet op het polisblad zijn genoemd, tot een maximum van 10% van het verzekerde bedrag voor bedrijfsuitrusting/inventaris en goederen met uitzondering van storm, water, stoom, neer- slag, hagel, sneeuw, aanrijding, aanvaring en als gevolg daarvan afgevallen of uitgestroomde lading, werkstaking, relletjes of opstootjes. Uitgesloten is schade die:
• Op een andere polis ten behoeve van verzekerde is gedekt of gedekt zou zijn als de dekking die dit artikel biedt niet zou bestaan.
• Tijdens transport is ontstaan. Onder transport wordt tevens verstaan het laden en lossen alsmede het verblijf van de verzekerde gevaarsobjecten in het transportmiddel, ongeacht waar dat zich bevindt.
3.2 Deze verzekering dekt tevens schade aan of verlies van parkeerinstallaties, -automaten, camera’s, etc., die zich bevinden nabij de gebouwen op de adressen die op het polisblad zijn genoemd, door een verzekerd gevaar/ gebeurtenis, met uitzondering van vandalisme, werk- staking, relletjes of opstootjes.
3.3 Deze verzekering dekt, tot maximaal € 2.500,- per gebeurtenis, tevens schade aan of verlies van verzekerde gevaarsobjecten, die zich bevinden in een afgesloten
personenauto binnen de Benelux indien de dader zich door inbraak, waarvan aan de buitenzijde van de auto sporen zijn geconstateerd, toegang tot de auto heeft verschaft.
3.4 Deze verzekering dekt, tot maximaal € 2.500,- per gebeurtenis, tevens schade aan of verlies van afneembare delen van het verzekerde gebouw, die zich tijdelijk elders binnen Europa bevinden, door een verzekerd gevaar/ gebeurtenis indien deze zaken zich bevinden:
• In gebouwen.
• Buiten gebouwen. Echter met uitzondering van storm, water, stoom, neerslag, hagel, sneeuw, aanrijding, aanvaring, en als gevolg daarvan afgevallen of uitgestroomde lading, werkstaking, relletjes of opstootjes.
Uitgesloten is schade die:
• Op een andere polis ten behoeve van verzekerde is gedekt of gedekt zou zijn als de dekking die dit artikel biedt niet zou bestaan.
• Tijdens transport is ontstaan.
Onder transport wordt tevens verstaan het laden en lossen alsmede het verblijf van de verzekerde gevaarsobjecten in het transportmiddel, ongeacht waar dat zich bevindt.
4. Vergoeding boven het verzekerde bedrag
Indien niet of niet voldoende elders verzekerd geeft deze ver- zekering bij een schade door een gedekt gevaar/gebeurtenis en boven het verzekerde bedrag recht op vergoeding van:
4.1 Bereddingskosten, tot maximaal 50% van het verzekerde bedrag van de betreffende locatie.
4.2 Opruimingskosten, tot maximaal € 125.000,- per gebeur- tenis of indien dat meer blijkt te zijn tot maximaal 10% van het verzekerde bedrag voor gebouwen/bedrijfsuit rusting/inventaris en goederen van de betreffende locatie.
4.3 De kosten van vervoer en opslag van de verzekerde gevaarsobjecten als gevolg van het tijdelijk niet beschik- baar zijn van de gebouwen, tot maximaal 10% van het verzekerde bedrag voor gebouwen/bedrijfsuitrusting/ inventaris en goederen van de betreffende locatie.
4.4 Schade aan door verzekerde gehuurde gebouwen in geval van inbraak (artikel 2.2.10) of vandalisme (artikel 2.2.11) althans indien en voor zover deze schade ten laste van verzekerde komt, tot maximaal 10% van het verze- kerde bedrag voor bedrijfsuitrusting/inventaris en goede ren van de betreffende locatie.
4.5 Als verzekerde zowel eigenaar als gebruiker van het gebouw is, dan wordt de huurderving vastgesteld op basis van de economische huurwaarde van het gebouw; tot maximaal 10% van het verzekerde bedrag voor gebouwen van de betreffende locatie, gedurende maxi- maal 52 weken, aanvangende op de dag van de gebeur- tenis. Indien niet tot herstel of herbouw (ter plaatse of elders) wordt overgegaan, dan gedurende maximaal 13 achtereenvolgende weken.
4.6 Kosten die verzekerde krachtens wettelijk voorschrift of op last van de overheid moet maken, tot maximaal 10% van het verzekerde bedrag van de betreffende locatie.
4.7 Schade aan tuinaanleg met alles wat daartoe behoort, alsmede de bestrating indien en voor zover deze schade ten laste komt van verzekerde, tot maximaal 10% van het verzekerde bedrag van de betreffende locatie. Uitgezonderd hiervan is schade door storm, tenzij de
schade wordt veroorzaakt door het neerstorten van (onder)delen van het gebouw door de storm.
4.8 Indien bedrijfsuitrusting/inventaris is verzekerd:
4.8.1 Geld en geldswaardig papier (waaronder begre- pen cheques, betaalkaarten, betaalpassen, chip- kaarten e.d.), voor zover eigendom van verze kerde en zich bevindende in de op het polisblad vermelde gebouwen, tot maximaal € 2.500,- per gebeurtenis. Buiten die gebouwen zijn deze zaken alleen verzekerd tegen afpersing en beroving.
4.8.2 De kosten van het vervangen, inregelen van sloten, (computer)kaarten of verdere afsluitmid- delen, wanneer deze vervanging het noodzake- lijke gevolg is van diefstal van sleutels, toegangs- kaarten etc., ongeacht of de diefstal heeft plaatsgevonden op de verzekerde locatie dan wel bij directieleden of bevoegde personeelsle- den thuis, tot maximaal € 2.500,- per gebeurtenis.
4.8.3 Het financieel nadeel door het als betaling van geleverde goederen en/of diensten in ontvangst nemen van vals geld, vals geldswaardig papier, ontvreemde of vervalste cheques, betaalkaarten, dan wel betaling door middel van ontvreemde of vervalste betaalpassen, chipkaarten en derge- lijke, tot maximaal € 2.500,- per gebeurtenis. Deze dekking is uitsluitend van toepassing indien het financieel nadeel niet door een finan- ciële instelling wordt vergoed.
4.9 Afmakingscourtage, het bedrag dat bij schade-uitkering door de makelaar in rekening wordt gebracht, (1% van de verschuldigde schadevergoeding).
5. Bekendheid en risicowijziging
5.1 De omschrijving van de verzekerde gevaarsobjecten
wordt aangemerkt als afkomstig van verzekerde.
5.2 Verzekeraars zijn bekend met de ligging, bouwaard, inrichting en gebruik van de verzekerde gevaarsobjecten bij het begin van de overeenkomst alsmede met de belendingen.
5.3 Verzekerde heeft met betrekking tot de verzekerde gevaarsobjecten de vrijheid tot aanbouw, verbouwing, vervanging, uitbreiding, afbraak, interne verplaatsing en andere wijzigingen over te gaan, alles binnen de grenzen van de op het polisblad vermelde omschrijving.
5.4 Indien de/het op het polisblad vermelde:
• Bestemming wijzigt, of
• Verzekerde gevaarsobjecten voor langer dan drie maanden buiten gebruik (zullen) zijn, of
• Gebouw voor langer dan drie maanden leeg staat (zal leegstaan), of
• Gebouw door krakers wordt gebruikt, geldt dat verzekerde daarvan zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen twee maanden nadat hij van de bedoelde wijziging op de hoogte is, mededeling dient te doen aan verzekeraars.
Gedurende twee maanden na ontvangst van deze mede- deling zijn verzekeraars in de gelegenheid om de verze- kering met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden te beëindigen, dan wel gewijzigde premie en/ of voorwaarden te bedingen. De herziene premie en/of voorwaarden worden met ingang van de datum van de mededeling van verzekeraars van kracht. In het laatste geval heeft verzekerde het recht de verzekering binnen
één maand, nadat de herziene premie en/of voorwaar- den van kracht werd(en), op te zeggen. De verzekering eindigt dan met ingang van de datum van deze medede- ling van verzekerde.
Als verzekerde verzuimt binnen de gestelde termijn mededeling te doen van de risicowijziging, hebben ver zekeraars de mogelijkheid om de verzekering niet of op andere wijze voort te zetten als zij aannemelijk maken dat zij dit zouden hebben gedaan als zij van de risico- wijziging in kennis waren gesteld. In dat geval geldt het volgende:
• Indien de verzekering niet zou zijn voortgezet, vervalt alle recht op schadevergoeding.
• Indien de verzekering alleen zou zijn voortgezet tegen gewijzigde premie en/of voorwaarden, wordt de schade vergoed in dezelfde verhouding als de premie van voor de risicowijziging ten opzichte van deze hogere premie voor zover er onder die gewijzigde voorwaarden dekking zou zijn geweest.
6. Voortaxatie
6.1 Indien uit het polisblad blijkt dat de verzekerde gevaars objecten zijn gewaardeerd door (een) deskundige(n), dan is deze voortaxatie gedurende 3 jaren geldig, te rekenen vanaf dagtekening van het taxatierapport. Het taxatie- rapport wordt geacht deel uit te maken van de overeen- komst. Indien verzekeraars bewijzen dat sprake is van bedrog, verliest de deskundigentaxatie haar geldigheid.
6.2 Indien op de verzekering van aldus getaxeerde gebou wen de indexclausule van toepassing is, dan is de voor- taxatie gedurende 6 jaren geldig, te rekenen vanaf de dagtekening van het taxatierapport. Verhoging of verla- ging van het verzekerde bedrag als gevolg van indexe ring wordt geacht op dezelfde wijze te zijn getaxeerd.
6.3 Indien na verloop van de genoemde termijnen geen nieuw taxatierapport is uitgebracht, dan blijft de voor- taxatie geldig als een partijentaxatie.
6.4 Indien in de polis niet wordt verwezen naar een waarde- ring door deskundige dan geldt dat de verzekerde gebouwen en bedrijfsuitrusting/inventaris zijn gewaar- deerd door partijen zelf en geldt die waarde tot het einde van de verzekering. Verzekeraars behouden even- wel het recht om te bewijzen dat die waarde op het moment van de schade bovenmatig was.
6.5 De voortaxatie door deskundigen en/of door partijen verliest haar geldigheid in de volgende situaties:
• Overgang van het zakelijk belang en de nieuwe verzekerde gaat de getaxeerde zaak voor andere doeleinden gebruiken, of
• De getaxeerde zaak is of zal voor langer dan 12 maanden buiten gebruik zijn, of
• Het gebouw staat of zal voor langer dan 3 maanden leeg staan, of
• Het gebouw wordt door krakers gebruikt, of
• Er wordt niet overgegaan tot herinvestering na schade.
7. Schademelding en -vaststelling
7.1 Aanmelding
Verzekerde is verplicht verzekeraars zo spoedig als rede- lijkerwijs mogelijk is kennis te geven van iedere gebeur- tenis, waaruit voor verzekeraars een verplichting tot schadevergoeding kan ontstaan.
7.2 Benoeming experts
7.2.1 Als uitsluitend bewijs van de grootte van de schade geldt een taxatie die is gemaakt door een gezamenlijk te benoemen expert of door twee experts, waarvan verzekerde en verzeke raars er ieder één benoemen. In het laatste geval benoemen beide experts vóór de aanvang van hun werkzaamheden samen een derde expert. Bij gebrek aan overeenstemming stelt deze, na beide experts gehoord of behoorlijk opgeroepen te hebben, de omvang van de schade vast over- eenkomstig de poliscondities en binnen de gren- zen van de beide taxaties. De experts hebben het recht zich, afzonderlijk of gezamenlijk, door deskundigen te laten bijstaan. Iedere partij kan voor gebouwen, bedrijfsuitrusting/inventaris en goederen de benoeming van een afzonderlijke expert verlangen.
7.2.2 Benoeming van expert(s) en aanvaarding van de
opdracht moeten blijken uit een door verze kerde en expert(s) te ondertekenen akte, waar- van het model door de Coöperatieve Vereniging Nederlandse Assurantie Beurs B.A. is gedepo- neerd ter griffie van de Arrondissements- rechtbank te Amsterdam.
7.2.3 Indien enige benoeming door nalatigheid of door gebrek aan overeenstemming niet tot stand komt, zal een benoeming op verzoek van de meest gerede partij door de Voorzitter van de Kamer van Koophandel te Amsterdam of Rotterdam gedaan voor beide partijen bindend zijn. De partij van wie dit verzoek uitgaat zal daarvan aan de wederpartij kennis geven.
7.2.4 Medewerking aan de omschreven gang van zaken houdt voor verzekeraars geen erkenning van vergoedingsplicht in.
7.3 Medewerking
Verzekerde en verzekeraars zijn verplicht de experts alle medewerking te geven die deze voor een juiste taak- vervulling nodig oordelen, waaronder het ter inzage geven van de polis en andere administratieve gegevens, alsmede het verschaffen van inlichtingen omtrent oor- zaak, toedracht en omvang van de schade.
7.4 Honoraria en kosten
Honoraria en kosten van experts en deskundigen zijn ten volle voor rekening van verzekeraars. Overtreft echter het totaal aan declaraties van de door verzekerde benoemde expert(s) en de door deze geraadpleegde deskundige(n) het overeenkomstige totaal van de kant van verzekeraars, dan is het meerdere voor rekening van verzekerde.
8. Schade en omvang van de vergoeding
8.1 De verplichting van verzekeraars tot schade-uitkering bestaat uit:
8.1.1 Naar keuze van verzekeraars, het verschil tussen de waarde van de verzekerde gevaarsobjecten onmiddellijk voor en onmiddellijk na de gebeur- tenis of de herstelkosten onmiddellijk na de gebeurtenis van die zaken, die naar het oordeel van de experts voor herstel vatbaar zijn, alsmede
– bij verzekering op basis van nieuwwaarde – door de gebeurtenis veroorzaakte en door het herstel niet opgeheven waardevermindering.
8.1.2 Het bedrag van de vergoedingen boven het verzekerde bedrag overeenkomstig artikel 4.
8.2 Bij de bepaling van de waarde van de verzekerde gevaarsobjecten onmiddellijk voor de gebeurtenis wordt uitgegaan van de waardegrondslag zoals hieronder genoemd, terwijl bij de vaststelling van de waarde onmiddellijk na de gebeurtenis met deze waardegrond- slag rekening zal worden gehouden.
8.2.1 In geval van verzekering op basis van een gel- dige voortaxatie: het bedrag van de voortaxatie.
8.2.2 Indien er geen geldige voortaxatie is, in geval van verzekering van:
8.2.2.1 Gebouwen:
• De herbouwwaarde indien:
• Verzekerde binnen 12 maanden na de schadedatum meedeelt dat tot herstel respectievelijk herbouw, al dan niet op dezelfde plaats wordt overgegaan. Het herstel/de herbouw moet binnen 24 maanden na de schadedatum zijn aangevangen.
• Deze lager is dan de verkoopwaarde.
• Op het gebouw een herbouwplicht rust.
• De verkoopwaarde indien:
• Het gebouw ter verkoop stond aangeboden.
• Het gebouw door de bevoegde autoriteiten onbewoonbaar of onbruikbaar was verklaard.
• Het gebouw voor langer dan 9 maanden leeg stond of buiten gebruik was.
• Het gebouw geheel of gedeeltelijk langer dan 3 maanden is gekraakt.
• Verzekerde niet binnen 12 maanden na de schadedatum heeft medegedeeld dat tot herstel respectievelijk herbouw wordt overgegaan, dan wel indien het herstel/ de herbouw niet binnen 24 maanden na de schadedatum is aangevangen.
Indien verzekerde evenwel binnen 12 maanden na de schadedatum meedeelt dat tot herstel respectievelijk herbouw zal worden overgaan: de herbouwwaarde, mits met het herstel/de herbouw binnen 24 maanden na de schadedatum is aangevangen.
• De sloopwaarde indien:
• Verzekerde vóór de schade al het voornemen had het gebouw af te breken.
• Het gebouw bestemd was voor afbraak of onteigening.
8.2.2.2 Bedrijfsuitrusting/inventaris: de nieuw waarde. De vervangingswaarde wordt aangehouden:
• Indien verzekerde reeds voor de schade het voornemen had het bedrijf te beëindigen.
• Indien niet tot voortzetting van het bedrijf en herinvestering wordt overgegaan.
• Indien van voortzetting van het bedrijf en/of herinvestering niet binnen 12 maanden na de schade- datum aan verzekeraars schriftelijk mededeling wordt gedaan.
• Voor zaken waarvan de vervangingswaarde minder bedraagt dan 40% van de nieuwwaarde.
• Voor zaken die onttrokken zijn aan het gebruik waarvoor zij zijn bestemd.
• Voor motorrijtuigen (waaronder brom- en snorfietsen), caravans en andere aanhangwagens, vaartuigen, alsmede onderdelen daarvan.
• Voor kunstvoorwerpen, antiek en zeldzame zaken.
8.2.2.3 Goederen: de kostprijs of de xxxxxxx xxxxxxxxxxx indien dit een lager bedrag is. In geval van verkochte doch niet geleverde goederen, die nog voor rekening en risico van verzekerde zijn: de verkoopprijs.
8.2.2.4 Indien een andere waarde dan in arti- kel 8.2.1 of 8.2.2 is omschreven is over- eengekomen: die andere waarde.
8.3 Bij verzekering op basis van indexering wordt met inwer- king van de index op het verzekerde bedrag onmiddellijk voor de gebeurtenis rekening gehouden, tot het eventu- eel overeengekomen maximum.
8.4 Overschotten van te hoog verzekerde gevaarsobjecten worden aangewend voor tekorten op te laag verzekerde gevaarsobjecten met inachtneming van en in de volgorde als bepaald in artikel 9.
8.5 Tenzij hiervoor een afzonderlijk bedrag is verzekerd wordt het huurdersbelang geacht te zijn begrepen onder het voor bedrijfsuitrusting/inventaris verzekerde bedrag.
8.6 De verplichting van verzekeraars tot schadevergoeding geldt tot ten hoogste het verzekerde bedrag, met dien verstande dat ook na toepassing van artikel 9 nimmer meer wordt vergoed dan het totaal van de voordien ver- zekerde bedragen, echter vermeerderd met het bedrag van de vergoedingen boven het verzekerde bedrag over- eenkomstig artikel 4.
8.7 Evenredigheidsbepaling
8.7.1 Schadevergoeding is slechts naar evenredigheid verschuldigd indien het verzekerde bedrag lager is dan de waarde van de verzekerde gevaars objecten onmiddellijk voor de gebeurtenis.
8.7.2 Vergoedingen uit hoofde van artikel 4 worden volledig verleend tot het daarvoor verzekerde maxima. De evenredigheidsbepaling is niet van toepassing.
8.8 Premier risquebepaling
8.8.1 Ten aanzien van de onder deze verzekering ver- leende dekkingen op basis van ‘premier risque’ (het bedrag dat in geval van schade of verlies maximaal wordt vergoed, ongeacht de werke- lijke waarde van de verzekerde gevaarsobjecten onmiddellijk voor de gebeurtenis) geldt dat de in artikel 8.7 omschreven evenredigheids- bepaling niet van toepassing is.
8.8.2 Indien een eigen risico van toepassing is, wordt het schadebedrag dat na aftrek van het toepas- selijk eigen risico resteert, vergoed tot maximaal het premier risque bedrag.
8.9 Xxxx verschuldigde schadevergoeding zal door verzeke raars worden voldaan binnen 4 weken na ontvangst van alle noodzakelijke gegevens. Verzekeraars zullen nooit eerder in verzuim zijn dan vanaf 4 weken na deze ontvangst.
8.10 Indien een verzekerde een of meer in de polis opgeno- men verplichtingen niet of niet volledig is nagekomen, kunnen verzekeraars de schade-uitkering verminderen
met de schade die zij daardoor leiden.
8.11 In geval van afwijzing van een aanspraak op een schade- uitkering verjaart de rechtsvordering door verloop van twaalf maanden.
8.12 In afwijking van art. 7:962 lid 3 tweede zin BW nemen verzekeraars geen regres op verzekeringnemer en/of verzekerde, tenzij verzekeringnemer en/of verzekerde de schade heeft/hebben veroorzaakt met opzet in de zin van de onderhavige verzekering.
9. Verbrugging
9.1 Indien zaken, al dan niet met voortaxatie verzekerd - met uitzondering van op declaratiebasis verzekerde gevaars objecten - niet meer aanwezig zijn, worden de vrijval- lende bedragen aangewend voor de vervangende zaken. Heeft geen, dan wel slechts gedeeltelijke vervanging plaatsgehad, dan worden de vrijvallende bedragen in de in dit artikel bedoelde herberekening betrokken.
9.2 De premie wordt vervolgens herberekend op basis van de waarden onmiddellijk voor de gebeurtenis tegen de onderscheiden premievoeten.
9.3 Indien na herberekening blijkt, dat het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen gelijk is aan of groter is dan het totaal van de herberekende premiebedragen, wordt de evenredigheidsregel van artikel 8.7 niet toege- past en vindt schadevergoeding plaats op basis van de onmiddellijk voor de gebeurtenis vastgestelde waarde.
9.4 Indien na herberekening blijkt, dat het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen kleiner is dan het totaal van de herberekende premiebedragen, worden de verze- kerde bedragen herleid in de verhouding waarin de tekorten aan verschuldigde premie staan tot het totale overschot aan premie, zodanig dat het totaal van de alsdan herberekende premiebedragen gelijk is aan het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen, waarna schadevergoeding plaatsvindt volgens de evenredigheids- regel van artikel 8.7.
9.5 Indien meerdere locaties zijn verzekerd, dan is het ver- bruggen van verzekerde bedragen van andere locaties naar de locatie waar zich een schade heeft voorgedaan (hierna: schadelocatie) slechts toegestaan tot 130% van de laatst bij verzekeraars bekende verzekerde bedragen van de schadelocatie.
10. Roerende zaken van derden
Indien het verzekerde bedrag voor bedrijfsuitrusting/inventaris en goederen daarvoor ruimte biedt, dan zijn roerende zaken van derden meeverzekerd, althans indien en voor zover die zaken niet of niet voldoende elders zijn verzekerd.
11. Verjaring
Een rechtsvordering tegen de verzekeraar tot het doen van een uitkering verjaart door verloop van drie jaar na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de verzekerde met de opeis- baarheid daarvan bekend is geworden.
12. Andere verzekeringen
12.1 Verzekerde is verplicht opgave te doen van alle hem bekende overige verzekeringen die tijdens de
gebeurtenis dekking boden tegen schade aan de verze- kerde gevaarsobjecten.
12.2 Indien het verzekerde gevaarsobject eveneens is verze- kerd op een daartoe speciaal afgesloten verzekering gaat deze speciale verzekering te allen tijde voor. Onder ‘spe- ciaal afgesloten verzekering’ worden verstaan: glas- verzekering, kostbaarhedenverzekering, electronica- verzekering, machinebreukverzekering, constructie all risksverzekering, huurdervingverzekering.
13. Overgang zakelijk belang
13.1 Ten aanzien van de verzekerde gevaarsobjecten geldt dat de verzekering het zakelijk belang volgt indien en voor zover het op een ander overgaat. Behalve ten aanzien van goederen geldt het volgende:
13.1.1 Na overgang van het zakelijk belang door overlij- den kunnen zowel de nieuwe verzekerde als -ver zekeraars binnen drie maanden nadat zij van die overgang kennis hebben gekregen, de overeen- komst met inachtneming van een termijn van twee maanden opzeggen.
13.1.2 Na overgang van het zakelijk belang anders dan door overlijden vervalt de overeenkomst door verloop van 30 dagen, tenzij de nieuwe verze kerde binnen die termijn aan verzekeraars heeft verklaard dat hij de verzekering overneemt. In dat geval mogen verzekeraars binnen 30 dagen na ontvangst van deze verklaring de overeen- komst met een termijn van ten minste 8 dagen opzeggen.
13.2 Het in dit artikel bepaalde kan niet leiden tot verlenging van de overeenkomst of tot beperking van het recht op opzegging uit andere hoofde.
13.3 Wijziging van handelsnaam of rechtsvorm, het deel- nemen aan, het treden uit of het overdragen van aande- len in een vennootschap of een gemeenschappelijk eigendom wordt niet beschouwd als overgang van het zakelijk belang.
14. Premie- en schadebetaling
14.1 Begripsomschrijvingen
14.1.1 Premie
Onder ‘premie’ wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan de met de verzekering ver- band houdende overige verschuldigde bedragen.
14.1.2 Verzekerde
Onder ‘verzekerde’ wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan verzekeringnemer als- mede ieder ander die de premie verschuldigd is.
14.2 Premiebetaling
14.2.1 De makelaar neemt op zich de premie als eigen schuld aan de verzekeraars te zullen voldoen op het moment dat deze krachtens de verzekerings- overeenkomst wordt verschuldigd door de verze kerde. Tenzij uitdrukkelijk anders is of wordt overeengekomen zal betaling van de premie door de makelaar plaatsvinden door creditering van verzekeraars in rekening-courant voor de krach- tens de verzekeringsovereenkomst door de verze kerde verschuldigde premie, op welk moment de verzekerde jegens verzekeraars zal zijn gekweten.
14.2.2 Verzekerde is gehouden de premie aan de
makelaar te vergoeden. Ingeval de verzekering via een tweede tussenpersoon is gesloten en de verzekerde aan deze tweede tussenpersoon heeft betaald, is de verzekerde door deze betaling tegenover de makelaar eerst gekweten, wanneer deze tweede tussenpersoon aan de makelaar de premie heeft vergoed.
14.2.3 Onverminderd de aansprakelijkheid van verze kerde tot betaling van de verschuldigde premie aan de makelaar, zal de verzekering slechts van kracht zijn voor de termijn waarvoor de premie aan de makelaar is betaald alsmede voor de ter- mijn, waarvoor de makelaar verzekerde krediet heeft verleend. Verzekerde zal bij de interpreta- tie hiervan geacht worden krediet te hebben gehad, tot dat hem dit schriftelijk is opgezegd.
14.2.4 Door het tot stand komen van de verzekering is de makelaar door verzekerde onherroepelijk gemachtigd verzekeraars tussentijds van hun verplichtingen uit de verzekeringsovereenkomst te ontslaan indien de verzekerde of, in geval de verzekering via een tweede tussenpersoon is gesloten, deze tweede tussenpersoon nalaat de premie aan de makelaar te voldoen. De makelaar zal verzekeraars niet van hun verplichtingen ont- slaan zonder verzekerde vooraf schriftelijk van zijn voornemen in kennis te hebben gesteld.
14.3 Schadevergoeding en premierestituties
14.3.1 Tenzij de rechthebbende xxxxxx xxxxx en dit vooraf schriftelijk aan verzekeraars heeft mede- gedeeld zal de makelaar verzekeraars in reke- ning-courant voor de verschuldigde schadever- goeding en premierestituties debiteren. Verzekeraars zullen daardoor zijn gekweten, zodra de schade-uitkering door de rechtheb- bende zal zijn ontvangen, respectievelijk met hem zal zijn verrekend in overeenstemming met de wet, dan wel met een tussen hem en de make- laar bestaande regeling. Indien de verzekeraars de schadepenningen hebben betaald aan de makelaar en deze in gebreke blijft om deze aan de rechthebbende door te betalen, kunnen verze keraars de schadepenningen van de makelaar terugvorderen indien zij tot hernieuwde betaling worden aangesproken door de rechthebbende. Indien de makelaar de van de verzekeraars ont- vangen schadepenningen heeft doorbetaald aan de tweede tussenpersoon, maar deze laatste in gebreke blijft voor doorbetaling zorg te dragen, zal de makelaar de schadepenningen van de tweede tussenpersoon kunnen terugvorderen indien hij hetzij door de rechthebbende wordt aangesproken tot rechtstreekse betaling, hetzij de verzekeraars die schadepenningen van de makelaar terugvorderen, zoals in dit lid voorzien.
14.3.2 De makelaar zal de schadevergoeding en premie-
restituties aan de rechthebbende afdragen. De makelaar is evenwel tot niet meer gehouden dan tot betaling van het saldo dat resteert na ver- rekening van deze schadevergoeding en premie- restituties met ten tijde van het ontstaan van de afdrachtverplichting al dan niet opeisbare, doch reeds vaststaande vorderingen op verzekerde
uit hoofde van welke verzekering ook. Deze verrekening zal evenwel niet plaatsvinden bij ver- zekeringen die aan order of toonder zijn gesteld, tenzij de verzekeringnemer tot de uitkering is
gerechtigd en bij verplichte aansprakelijkheids- verzekeringen. Indien op het recht op uitkering een pandrecht rust als bedoeld in artikel 3:229 BW, ofwel een voorrecht als bedoeld in artikel 3:283 BW, alsook in geval van een onverplichte verzekering tegen aansprakelijkheid, zal de ver- rekening zich niet verder uitstrekken dan tot hetgeen de verzekeringnemer verschuldigd is terzake van de verzekering waarop de uitkering wordt gedaan.
15. Handelingen van verzekeraars
15.1 Alle handelingen waartoe verzekeraars bevoegd en ver- plicht zijn, kunnen door hen zowel gezamenlijk als afzonderlijk worden verricht.
15.2 De wijze waarop een verzekeraar bevoegdheden gebruikt of verplichtingen nakomt, brengt geen wijzi- ging in de rechtspositie van medeverzekeraars.
16. Mededelingen
16.1 Verzekeraars en verzekerde kunnen alle voor elkaar bestemde mededelingen rechtsgeldig aan de makelaar doen.
16.2 Alle mededelingen van de makelaar aan verzekerde kun- nen rechtsgeldig aan het laatste aan hem bekend gemaakte adres van de op het polisblad vermelde verze kerde geschieden.
17. Begin en einde van de overeenkomst
17.1 Begin en einde van de overeenkomst zijn beide om 12.00 uur lokale tijd ter plaatse waar de verzekerde gevaarsob jecten zich bevinden.
17.2 Indien de overeenkomst niet minstens twee maanden vóór de contractvervaldag schriftelijk door verzekerde of minstens drie maanden voor de contractsvervaldag schrif- telijk door (een) verzekeraar(s) is opgezegd, wordt zij stilzwijgend met de laatst overeengekomen termijn ver- lengd doch voor niet langer dan twaalf maanden.
18. Mededelingsplicht
18.1 Het bepaalde in artikel 7.928 lid 2 BW is niet van toepas- sing op de mededelingsplicht van verzekeringnemer bij het sluiten van de onderhavige verzekering.
18.2 Door gehele of gedeeltelijke oversluiting van een aan- deel van een verzekeraar ontstaan ten aanzien van de mededelingsplicht van verzekerde voor de overnemende verzekeraar geen nieuwe rechten. De rechten van de oorspronkelijke verzekeraar dienaangaande gaan even- wel onverminderd over op de overnemende verzekeraar.
19. Verdeling
Als verzekeraars op de verzekering betrokken zijn door tussen- komst van een namens hen optredende gevolmachtigde agent en deze maakt gebruik van vaste verdeling, dan is door hen getekend voor de aandelen van de verzekeraars volgens de bedoelde verdeling.
Op verzoek van verzekerde verstrekt de makelaar een overzicht van de verzekeraars en hun aandelen.
20. Toepasselijk recht
Op deze verzekering is Nederlands recht van toepassing.
21. Geschillen
Alle geschillen betreffende deze overeenkomst zijn onderwor- pen aan de uitspraak van de bevoegde rechter te Amsterdam of Rotterdam.
Clausules
Xxxxxxxx met declaratie achteraf
Indien uit de polis blijkt, dat goederen zijn verzekerd op basis van declaratie achteraf, dan geldt hiervoor het volgende:
De premie bij aanvang van ieder verzekeringsjaar verschuldigd, is een voorlopige en bedraagt 100% van de jaarpremie bere- kend over de in de polis voor deze goederen vermelde maxi- maal verzekerde bedrag. Verzekerde zal gedurende de loop van de verzekering uiterlijk 30 dagen na de premievervaldag een opgave verstrekken van het maximum bedrag per maand waarvoor verzekeraars risico hebben gelopen. Wanneer verze- kerde de declaraties niet tijdig instuurt, zal als gedeclareerde waarde het verzekerde bedrag worden aangehouden. Na het verstrijken van een verzekeringsjaar zal het definitieve premie- bedrag voor die termijn worden vastgesteld door het totaal van de topbedragen van de declaraties te delen door 12.
Verschilt het aldus berekende premiebedrag van de voorschot- premie dan wordt premierestitutie verleend, met dien ver- stande dat verzekeraars altijd 50% van de voorschotpremie zullen behouden. Verzekeraars zullen zich niet beroepen op kennelijk verzuim of onjuistheden in de verstrekte declaraties, maar behouden het recht kwade trouw te bewijzen.
Index
Daar waar dit in de polis is aangegeven wordt het verzekerde bedrag jaarlijks per premievervaldatum herzien op basis van het laatst door een onafhankelijke deskundige instelling gepu- bliceerde indexcijfer. De bedragen worden naar boven afge- rond op een duizendtal. De premie wordt vervolgens over het aldus vastgestelde verzekerd bedrag verrekend.
In geval van schade zullen experts het indexcijfer op het moment van de schade ramen en het laatst vastgestelde verze- kerde bedrag aan de hand daarvan aanpassen.
Blijkt het aldus vastgestelde verzekerd bedrag desondanks lager te zijn dan de werkelijke waarde voor de schade dan wordt het verzekerde bedrag verhoogd tot de werkelijke waarde, doch niet meer dan 125% van het laatst overeen- gekomen verzekerd bedrag.
Rating Verzekeraars
Verzekerde heeft het recht het aandeel van een verzekeraar tussentijds over te sluiten met pro rata restitutie van premie voor de onverstreken verzekeringsperiode op het moment dat de Standard&Poor rating van de desbetreffende verzekeraar onder het niveau van BBB is gedaald.
Terrorismedekking (NHT)
Het clausuleblad “Terrorismedekking bij de Nederlandse Herverzekeringmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V.” (NHT) is van toepassing indien en voor zover de betrokken verzekeraars aangesloten zijn bij de Nederlandse Herverzekeringmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. Op verzoek verstrekt Xxxxxxx een exemplaar van dit clausu- leblad. De tekst ervan kan ook via de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx worden geraadpleegd.
Terrorisme-uitsluiting
• De onderstaande terrorisme-uitsluiting geldt indien en voor zover: er sprake is van andere dan in Nederland gelegen risico’s, vastgesteld op basis van artikel 1:1 van de Wet financieel toezicht, en/of de verzekering is ondergebracht bij verzekeraars die niet zijn aangesloten bij de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V.
• Van deze verzekering zijn uitgesloten schaden en/of verliezen (en/of aansprakelijkheid daarvoor) veroorzaakt door of ontstaan uit “terrorisme” en/of “sabotage” met terroristisch oogmerk, alsmede het in dit verband kwaadwillig gebruiken van chemische en/of biologische stoffen.
Voor de definitie van de genoemde begrippen wordt verwezen naar de door het Verbond van Verzekeraars in 1981 gedepo- neerde teksten luidende:
• Terrorisme: gewelddadige handelingen die worden begaan door een organisatie om indruk te maken op de bevolking en om een klimaat van onzekerheid te scheppen.
• Sabotage: kwaadwillige handelingen, niet begaan door de verzekerde zelf, die zijn gericht op verhinderen van normaal functioneren van een dienst of onderneming of het belemmeren van het verkeer.