OVEREENKOMST LANDELIJKE BEHANDELING MIJNBOUWSCHADE KLEINE VELDEN
Commissie Mijnbouwschade
OVEREENKOMST LANDELIJKE BEHANDELING MIJNBOUWSCHADE XXXXXX XXXXXX
0. Xx Xxxxx xxx Xxxxxxxxxxx, te dezen vertegenwoordigd door de Minister van Economische Zaken en Klimaat, namens deze de Secretaris-Generaal de heer drs. M.R.P.M. Camps, hierna te noemen: Staat;
2. De Nederlandse Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxxx B.V., te dezen vertegenwoordigd door [PM];
3. TAQA Onshore B.V., te dezen vertegenwoordigd door [PM], en
4. Vermilion Energy Netherlands B.V., te dezen vertegenwoordigd door [PM];
5. ONE-Dyas B.V, te dezen vertegenwoordigd door [PM].
Partijen 2 t/m 4 hierna te noemen: de mijnbouwondernemingen; Ieder voor zich “partij” en gezamenlijk “partijen”;
OVERWEGEN HET VOLGENDE,
a) De mijnbouwondernemingen leggen mijnbouwwerken, als bedoeld in artikel 1, onderdeel n, van de Mijnbouwwet, aan en exploiteren deze ten behoeve van olie- en gaswinning uit en olie- en gasopslag in kleine velden gelegen binnen de Nederlandse gemeente- en provinciegrenzen en niet zijnde het Groningenveld en de gasopslag bij Norg (hierna: kleine velden);
b) De Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: de Minister) is beleidsverantwoordelijk voor de mijnbouw;
c) Voor het kabinet heeft xxxxxxxxxx uit kleine velden, waar dit veilig en verantwoord kan, de voorkeur boven gasimport, daar gaswinning uit kleine velden klimaat- en milieuvoordelen heeft en beter is voor de economie en energieleveringszekerheid van Nederland;
d) De mijnbouwonderneming dient op grond van artikel 33, eerste lid, van de Mijnbouwwet bij de aanleg en exploitatie van mijnbouwwerken ten behoeve van de olie- en gaswinning uit en de olie- en gasopslag in kleine velden alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem gevergd kunnen worden om te voorkomen dat als gevolg van verrichte activiteiten schade door bodembeweging wordt veroorzaakt;
e) Desondanks kunnen activiteiten ten behoeve van de olie- en gaswinning uit en de olie- en gasopslag in kleine velden bodembeweging tot gevolg hebben die schade kan veroorzaken aan gebouwen;
f) De mijnbouwondernemingen zijn op grond van artikel 6:177 van het Burgerlijk Wetboek risicoaansprakelijk voor deze schade;
g) Voor het draagvlak voor gaswinning uit kleine velden op land is een adequate beoordeling en behandeling van schademeldingen essentieel;
h) Mijnbouwondernemingen hebben ieder voor zich buitengerechtelijke regelingen getroffen ten behoeve van de adequate beoordeling en behandeling van schademeldingen;
i) Voor het draagvlak voor de buitengerechtelijke beoordeling en behandeling van schademeldingen is het evenwel van belang dat de beoordeling van schademeldingen plaatsvindt door een onafhankelijke partij;
j) Om deze reden bestaat er behoefte aan een landelijke regeling voor de beoordeling en behandeling van schade;
k) Dit ligt slechts anders wanneer er een goedlopende lokale regeling is getroffen tussen de betrokken mijnbouwonderneming en de betreffende regionale overheden;
l) Het is wenselijk om te komen tot een uniforme en landelijke aanpak voor de behandeling van schade die zo wordt ingericht dat deze zowel nu als in de toekomst goed functioneert voor de behandeling van schade veroorzaakt door bodembeweging als gevolg van olie- of gaswinning uit en olie- of gasopslag in de kleine velden;
m) De mijnbouwondernemingen zijn bereid verdere stappen te zetten die bijdragen aan efficiënte, rechtvaardige en redelijke beoordeling en behandeling van schademeldingen in verband met hun mijnbouwactiviteiten;
n) Partijen hebben, met behulp van het advies van de Technische commissie bodembeweging van 28 februari 2018 en in overleg met vertegenwoordigers van de betrokken gemeenten verkend hoe zij een efficiënte, rechtvaardige en redelijke beoordeling en behandeling van schademeldingen in verband met hun mijnbouwactiviteiten kunnen vormgeven;
o) De mijnbouwondernemingen kunnen instemmen met een buitengerechtelijke beoordeling van schademeldingen waar de afspraken in deze overeenkomst op zien door een door de Minister in te stellen onafhankelijke Commissie Mijnbouwschade aan de hand van een door
de Minister vastgesteld protocol en zien af van een eigen buitengerechtelijke beoordeling van deze schademeldingen;
p) Hiertoe zijn afspraken nodig over de rolverdeling tussen de Minister en de mijnbouwondernemingen, die de aansprakelijkheid van de partijen onverlet laten;
q) Deze afspraken zijn vastgelegd in deze overeenkomst. SPREKEN HET VOLGENDE AF,
Artikel 1 Definities
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
a. advies: advies van de Commissie Mijnbouwschade aan de schademelder en de mijnbouwonderneming over de vraag:
i. of er sprake is van schade,
ii. wat de oorzaak van deze schade is, en
iii. indien de schade is ontstaan door bodembeweging als gevolg van de aanleg of exploitatie van een mijnbouwwerk, welk deel van de schade daaraan kan worden toegerekend en wat de hoogte van het schadebedrag is dat naar het oordeel van de Commissie Mijnbouwschade door de mijnbouwonderneming aan de schademelder dient te worden vergoed;
b. behandeling van een schademelding: buitengerechtelijke behandeling van een schademelding van een schademelder;
c. bodembeweging: bodemtrilling als gevolg van een geïnduceerde beving, bodemdaling en bodemstijging;
d. Commissie Mijnbouwschade: de Commissie Mijnbouwschade die door de Minister wordt ingesteld;
e. gebouw: gebouw als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Woningwet, met een geheel of gedeeltelijke woonbestemming of dat eigendom is van een micro onderneming als bedoeld in artikel 2, derde lid, van bijlage I van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;
f. Instellingsbesluit Commissie Mijnbouwschade: besluit van de Minister waarmee de Commissie Mijnbouwschade wordt ingesteld;
g. klein veld: een gas- of olieveld gelegen binnen de Nederlandse gemeente- en provinciegrenzen, niet zijnde het Groningenveld en de gasopslag bij Norg;
h. lokale regelingen: afspraken over de behandeling van schade van burgers die met instemming tussen lokale en regionale overheden en mijnbouwondernemingen op schrift zijn gesteld.
i. Minister: Minister van Economische Zaken en Klimaat,
j. protocol: het protocol voor de behandeling van meldingen van schade als gevolg van bodembeweging door de aanleg of exploitatie van een mijnbouwwerk ten behoeve van olie- of gaswinning uit of olie- en gasopslag in een klein veld zoals vastgesteld door de Minister;
x. xxxxxx:
i. fysieke schade aan gebouwen als gevolg van bodembeweging door de aanleg of exploitatie van een mijnbouwwerk, en
ii. materiële schade die het directe gevolg is van deze fysieke schade en het herstel daarvan;
x. xxxxxxxxxxxx: eigenaar van een gebouw die een schade aan dat gebouw meldt bij de Commissie Mijnbouwschade.
Artikel 2 Reikwijdte
1. De afspraken in deze overeenkomst gelden alleen tussen partijen en voor zover het betreft de behandeling door de Commissie Mijnbouwschade van meldingen van schade als gevolg van bodembeweging door de aanleg of exploitatie van een mijnbouwwerk ten behoeve van:
a. olie- of gaswinning uit een klein veld;
b. olie- of gasopslag in een klein veld, of
c. injectie verbonden aan olie- en gaswinning uit een klein veld.
2. De afspraken in deze overeenkomst gelden niet voor schademeldingen die op grond van het Instellingsbesluit Commissie Mijnbouwschade niet door de Commissie Mijnbouwschade in behandeling worden genomen.
Artikel 3 Rolverdeling partijen
1. De Minister stelt een Commissie Mijnbouwschade in met als taak om, met toepassing van de bepalingen van het civiele aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht, met inachtneming van het door de Minister vast te stellen protocol naar aanleiding van een schademelding van schademelder advies uit te brengen.
2. De Minister treedt met de mijnbouwondernemingen in overleg voorafgaand aan een beoogde wijziging van het instellingsbesluit voor de Commissie Mijnbouwschade en het protocol.
3. De Minister draagt zorg voor een efficiënte uitvoeringsorganisatie ter ondersteuning van de Commissie Mijnbouwschade.
4. De Minister spant zich er voor in dat de Commissie Mijnbouwschade en de uitvoeringsorganisatie uiterlijk op 1 juli 2020 operationeel zijn.
5. De mijnbouwondernemingen zien af van een eigen buitengerechtelijke behandeling van schademeldingen voor schademeldingen ten aanzien waarvan de Commissie Mijnbouwschade bevoegd is.
6. De mijnbouwondernemingen committeren zich aan de uitvoering van het advies van de Commissie Mijnbouwschade.
7. De mijnbouwonderneming betaalt de schademelder het door de Commissie Mijnbouwschade in haar advies bepaalde schadebedrag zo snel mogelijk, en uiterlijk binnen 2 maanden nadat de schademelder schriftelijk heeft ingestemd met het advies en het daarin bepaalde schadebedrag en zijn betaalgegevens heeft doorgegeven.
Artikel 4 Verdeling van kosten voor de behandeling van schade door de Commissie
1. De Staat draagt de volgende kosten:
a. de kosten van de leden van de Commissie Mijnbouwschade;
b. de kosten van huisvesting van de Commissie Mijnbouwschade en de uitvoeringsorganisatie, en
c. de opstartkosten voor de uitvoeringsorganisatie, en
d. het deel van de kosten voor apparaatsbudget en het werk- en onderzoeksbudget van de uitvoeringsorganisatie dat niet gedekt wordt door de vergoeding bedoeld in het tweede lid, onderdeel c.
2. Iedere mijnbouwonderneming draagt de volgende kosten:
a. de haar in een advies van de Commissie Mijnbouwschade toegerekende schadebedragen;
b. de kosten van deskundigenonderzoek die ten grondslag liggen aan een advies van de Commissie mijnbouwschade waarin schadebedragen worden toegerekend aan de betreffende mijnbouwonderneming; indien aan meerdere mijnbouwondernemingen een schadebedrag wordt toegerekend worden de kosten van deskundigenonderzoek naar rato verdeeld;
c. een vergoeding voor het apparaatsbudget en het werk- en onderzoeksbudget van de uitvoeringsorganisatie voor de behandeling van schademeldingen.
3. De Staat en de mijnbouwondernemingen maken bij aparte overeenkomst afspraken over de hoogte van de vergoeding bedoeld in het tweede lid, onderdeel c.
4. De Minister doet aan de mijnbouwondernemingen ieder kalenderjaar een opgave van de kosten van het tweede lid onder b en c.
5. De betalingen van de mijnbouwondernemingen aan de Staat vindt jaarlijks achteraf plaats op declaratiebasis.
Artikel 5 Evaluatie
1. Jaarlijks en indien de Minister dit nodig acht, bijvoorbeeld na een incident van bodembeweging, vindt in opdracht van de Minister een evaluatie plaats van de behandeling
van schademeldingen door de Commissie Mijnbouwschade. De Minister maakt het verslag van de evaluatie openbaar.
2. Een mijnbouwonderneming kan de minister verzoeken om een tussentijdse evaluatie uit te voeren.
3. Partijen evalueren de uitvoering en werking van de afspraken in deze overeenkomst aan de hand van deze evaluatie.
4. De resultaten van de evaluatie worden tevens betrokken bij het overleg over de voortzetting van de afspraken in deze overeenkomst bedoeld in artikel 7.
Artikel 6 Wijziging
1. Elke partij kan de andere partijen verzoeken om de afspraken in deze overeenkomst te wijzigen. De wijziging behoeft de instemming van de andere partijen.
2. Partijen treden in overleg binnen 4 weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere partijen heeft meegedeeld.
3. De wijziging en de verklaring(en) tot instemming worden als bijlage bij deze overeenkomst gehecht.
Artikel 7 Overleg
1. Partijen treden met elkaar in overleg indien:
a. zich omstandigheden voordoen die wezenlijke gevolgen hebben voor de uitvoering van de afspraken in deze overeenkomst;
b. de uitvoering van de afspraken in deze overeenkomst naar het oordeel van een van de partijen niet naar tevredenheid verloopt;
c. een van de partijen daar om een andere reden aanleiding toe ziet, of
d. de evaluatie bedoeld in artikel 5 daar aanleiding toe geeft.
2. Het in het eerste lid bedoelde overleg vindt plaats binnen 2 weken nadat een partij de wens hiertoe aan de andere partijen kenbaar heeft gemaakt.
3. Indien geen bevredigende oplossing wordt bereikt, zal binnen een redelijke termijn na het in het tweede lid bedoelde overleg, overleg plaatsvinden tussen de Minister en de managing director van de betreffende mijnbouwonderneming.
Artikel 8 Opzegging
1. Elke partij kan deze overeenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van 4 weken schriftelijk opzeggen:
a. nadat het in artikel 7, derde lid, bedoelde overleg heeft plaatsgevonden zonder dat een bevredigende oplossing is bereikt of nadat de redelijke termijn voor het plaatsvinden van dit overleg is verstreken, of
b. tegen het einde van de looptijd als genoemd in artikel 13.
2. Ingeval van beëindiging van deelname aan deze overeenkomst krachtens opzegging is geen van de partijen jegens een andere partij schadeplichtig.
3. Schademeldingen die voor de schriftelijke opzegging door de Commissie zijn ontvangen worden afgehandeld volgens de afspraken in deze overeenkomst.
4. Tijdens de opzegtermijn bedoeld in het eerste lid worden door de Commissie Mijnbouwschade geen nieuwe schademeldingen in behandeling genomen.
Artikel 9 Toetreding
Partijen streven ernaar dat alle mijnbouwondernemingen die activiteiten verrichten ten behoeve van de olie- en gaswinning uit en de olie- en gasopslag in kleine velden, partij worden bij deze overeenkomst. Partijen zullen in het kader daarvan op eventuele verzoeken daartoe welwillend reageren.
Artikel 10 Gegevensuitwisseling
Op de uitwisseling van gegevens is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens van toepassing.
Artikel 11 Verhouding tussen de overeenkomst en bestaande afspraken
De overeenkomst laat het bepaalde in lokale regelingen onverlet.
Artikel 12 Aansprakelijkheid van partijen
Deze overeenkomst laat de aansprakelijkheden van partijen onverlet.
Artikel 13 Inwerkingtreding en looptijd
1. Deze overeenkomst treedt in werking op het moment van ondertekening van deze afspraken door partijen.
2. Deze overeenkomst heeft een looptijd van 5 jaar en wordt na afloop van de looptijd steeds stilzwijgend verlengd met een periode van 5 jaar.
Artikel 14 Overgangsbepalingen
Tussen de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst en de datum van inwerkingtreding van het instellingsbesluit Commissie Mijnbouwschade, zullen de mijnbouwondernemingen eventuele schademeldingen zo veel mogelijk overeenkomstig het protocol afhandelen.
Artikel 15
1. Op deze overeenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
2. Alle geschillen tussen partijen die naar aanleiding van deze overeenkomst ontstaan of die daarvan het gevolg zijn, zullen uitsluitend worden verwezen naar en beslecht worden arbitrage volgens het arbitragereglement van het Nederlands Arbitrage Instituut. Het arbitragetribunaal zal uit drie arbiters bestaan. De plaats van arbitrage is ’s Gravenhage. Het arbitragetribunaal zal oordelen op basis van de regelen des rechts. De arbitrage zal worden gevoerd in het Nederlands. Partijen komen overeen dat het vonnis openbaar kan worden gemaakt behoudens informatie die door een Partij als bedrijfsvertrouwelijk wordt beschouwd.
Artikel 16
Deze overeenkomst wordt door de Minister openbaar gemaakt.
ALDUS OVEREENGEKOMEN EN IN VIERVOUD ONDERTEKEND,
Op …………………………………………….[datum], te [plaats]
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, Namens deze:
………………………………………. Drs. M.R.P.M. Camps Secretaris-Generaal
Op …………………………………………….[datum], te [plaats]
Nederlandse Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxxx N.V., Namens deze:
……………………………………….
Op …………………………………………….[datum], te [plaats]
TAQA Onshore B.V., Namens deze:
……………………………………….
Op …………………………………………….[datum], te [plaats]
Vermilion Energy Netherlands B.V., Namens deze:
……………………………………….
Op …………………………………………….[datum], te [plaats]
ONE-Dyas B.V.,
Namens deze:
……………………………………….