Polisvoorwaarden GTR 2014-11 Goederentransportverzekering
Polisvoorwaarden GTR 2014-11 Goederentransportverzekering
Deze polisvoorwaarden vormen één geheel met de polisvoorwaarden der Kinderen Zekerheidspakket Bedrijven.
Bij verschil tussen deze polisvoorwaarden en de polisvoorwaarden der Kinderen Zekerheidspakket Bedrijven gelden deze polisvoorwaarden.
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 1.1 Begrippen
1.1.1 Verzekerde
De verzekerden zijn de hierna genoemde (rechts)personen.
a. Verzekeringnemer.
b. Elke andere (rechts)persoon, voor zover dit uit de polis blijkt.
1.1.2 Goederen
Alle roerende zaken waarin verzekerde handelt en die worden vervoerd, met inbegrip van de hierna genoemde zaken.
a. Zaken die verzekerde in consignatie of in bruikleen heeft.
b. Zaken die retour zijn gekomen of zijn ingeruild.
c. Zaken die ter reparatie zijn aangenomen.
d. Verpakking van de hiervoor genoemde zaken.
e. Retouremballage.
Niet als goederen worden de hierna genoemde zaken beschouwd.
f. Geld en geldswaardig papier.
g. Onbewerkt goud en zilver.
h. Modellen, monsters, voorbeelden, demonstratie- / instructiemateriaal en voorwerpen die zijn bedoeld voor promotionele doeleinden, tenzij verzekerde hierin handelt.
i. Beurs- en tentoonstellingsgoederen.
1.1.3 Geld / geldswaardig papier
a. Onder geld wordt verstaan gemunt geld en bankbiljetten, ongeacht de valuta, dienende tot wettig betaalmiddel.
b. Onder geldswaardig papier wordt verstaan:
- alle papier (en plastic) waaraan in het maatschappelijk verkeer een zekere geldswaarde wordt toegekend, zoals telefoonkaarten, postzegels, effecten, cadeaubonnen, tegoedbonnen, waardezegels, loten, strippenkaarten, niet op naam gestelde abonnementen en toegangskaarten;
- cheques, creditcards, pasjes, die geschikt zijn om in het maatschappelijk verkeer als betaalmiddel te worden gebruikt.
1.1.4 Reis
Het daadwerkelijk vervoeren van goederen, met inbegrip van de opslag van die goederen voorafgaand aan dit vervoer.
1.1.5 Plaats van bestemming
Door de ontvanger van de goederen aangewezen locatie.
1.1.6 Beredding
Maatregelen die door of namens verzekeringnemer of verzekerde binnen redelijke grenzen zijn genomen bij een ophanden zijnde of reeds ontstane schade door een gedekte gebeurtenis om die schade te voorkomen en/of te verminderen.
1.1.7 Noodvoorziening
De redelijkerwijs noodzakelijke voorlopige voorziening die bij of na een gedekte gebeurtenis is aangebracht ten behoeve van de verzekerde zaken in afwachting van definitief herstel van schade door die gebeurtenis aan de verzekerde zaken.
1.1.8 Opruiming
Opruiming van verzekerde zaken op de locatie waar de verzekerde zaken zijn gedekt en op de direct aangrenzende percelen van die locatie, voor zover deze opruiming
- het noodzakelijke gevolg is van een gedekte schade en
- niet is begrepen in de vastgestelde schadeomvang.
Onder opruiming te verstaan afbreken, wegruimen en afvoeren. Onder opruiming valt niet storten en vernietigen.
1.1.9 Berging en overslag
Het in veiligheid brengen, alsmede het herladen en het overladen in een vervoermiddel, van verzekerde zaken, voor zover deze maatregelen het noodzakelijke gevolg zijn van een gedekte schade en niet zijn begrepen in de vastgestelde schadeomvang.
Onder berging en overslag valt niet opruiming.
1.1.10 Waarde in gezonde staat
Waarde die goederen zouden hebben gehad indien zij onbeschadigd op de plaats van bestemming zouden zijn aangekomen.
1.1.11 Waarde in beschadigde staat
Waarde van goederen met schade door beschadiging en/of verlies.
1.1.12 Factuurwaarde
Het bedrag dat is vermeld op de factuur, uitgeschreven op grond van de overeenkomst
- die als laatste vóór de afzending gesloten is, en
- als gevolg waarvan de reis plaatsvindt.
1.1.13 Marktwaarde
Het bedrag dat nodig is voor inkoop van zaken van dezelfde soort en van gelijkwaardige kwaliteit en specificaties, inclusief de daarvoor gemaakte afleveringskosten.
1.1.14 Dagwaarde
Het bedrag dat nodig is voor het verkrijgen van naar soort, kwaliteit, hoeveelheid, staat en ouderdom gelijkwaardige zaken.
1.1.15 Imaginaire winst
Winst die verzekerde op ingekochte goederen verwacht te maken.
1.1.16 Braak
Verbreking van afsluitingen, met zichtbare beschadiging als gevolg daarvan, met het oogmerk zich wederrechtelijk toegang te verschaffen.
Hoofdstuk 2 Omschrijving van dekking DEKKING GOEDEREN
Artikel 2.1 Omvang van de dekking
Gedekt zijn:
a. Materiële schade door beschadiging aan of verlies van goederen door een gedekte gebeurtenis.
b. Waardevermindering van goederen als uitsluitend gevolg van beschadiging aan of verlies van verpakking door een gedekte gebeurtenis.
c. Schade als gevolg van ongeschiktheid van de verpakking van goederen, voor zover verzekerde en/of zijn ondergeschikten van die ongeschiktheid niet op de hoogte waren en dat redelijkerwijs ook niet konden zijn.
Er is alleen dekking indien sprake is van alle hierna genoemde omstandigheden.
d. De gebeurtenis vindt plaats nadat deze Dekking is ingegaan.
e. Bij het aangaan van deze Dekking was onzeker dat de gebeurtenis zou plaatsvinden.
f. De gebeurtenis vindt plaats binnen het dekkingsgebied.
g. De gebeurtenis vindt plaats tijdens een reis.
Tijdens een reis is er bovendien alleen dekking indien ook sprake is van de hierna genoemde omstandigheden.
h. De reis vangt aan nadat deze Dekking is ingegaan.
i. Bij aanvang van de reis was onzeker dat de gebeurtenis zou plaatsvinden.
j. De gebeurtenis vindt plaats binnen de dekkingsperiode.
Deze Dekking geldt ook indien de gebeurtenis het gevolg is van het oorlogs- en stakersrisico, zoals vermeld in Hoofdstuk Nadere omschrijvingen.
Deze Dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal de verzekerde som.
Er is geen dekking voor de (financiële) belangen van (rechts)personen, ondernemingen, overheden, organisaties en andere entiteiten, indien het verzekeraar volgens nationale of internationale regels verboden is die belangen te verzekeren.
2.1.1 Gedekte gebeurtenissen
a. Een onvoorziene, plotselinge, onverwachte gebeurtenis die van buitenaf inwerkt op de goederen.
b. Een onvoorziene, plotselinge, onverwachte gebeurtenis als gevolg van eigen gebrek.
c. Diefstal of poging daartoe, alsmede verlies.
2.1.2 Dekkingsperiode
Periode van aaneengesloten dagen, die
- ingaat op het moment waarop de goederen in de opslagplaats van verzekerde of de plaats van afzending gereedliggen voor de reis, maar niet langer dan 15 dagen die aan de reis voorafgaan,
- voortduurt tijdens het normale verloop van de reis, waaronder mede te verstaan het interne vervoer in de opslagplaats en het vervoer tussen bedrijfsvestigingen van verzekerde en
- eindigt op het moment waarop de goederen zijn aangekomen op de plaats van bestemming.
2.1.2.1 Beperkte verlenging van de dekkingsperiode
Indien sprake is van verandering van de reis bij vervoer dat geheel of gedeeltelijk plaatsvindt per luchtvaartuig of zeeschip, eindigt de dekkingsperiode 15 dagen na de dag waarop het luchtvaartuig of zeeschip is aangekomen op de plaats waar verandering van de reis plaatsvindt, of zoveel eerder als
a. de goederen zijn verkocht en op de hiervoor genoemde plaats aan de koper zijn afgeleverd, of
b. het vervoer naar een andere bestemming aanvangt, of
c. de goederen door verzekerde zelf - of een ander in opdracht van verzekerde - worden opgeslagen of behandeld, zoals voor distributie.
Bij vertraging in de lossing of aflevering als gevolg van een wettige verhindering eindigt de dekkingsperiode zoals hierna is bepaald.
d. Indien sprake is van vervoer per luchtvaartuig, eindigt de dekkingsperiode 30 dagen na de dag waarop het luchtvaartuig is aangekomen op de plaats waar verandering van de reis plaatsvindt, of zoveel eerder als de goederen zijn gelost of afgeleverd.
e. Indien sprake is van vervoer per zeeschip, eindigt de dekkingsperiode 60 dagen na de dag waarop het zeeschip is aangekomen op de plaats waar verandering van de reis plaatsvindt, of zoveel eerder als de goederen zijn gelost of afgeleverd.
2.1.2.2 Volledige verlenging van de dekkingsperiode
Het gedeelte van de dekkingsperiode dat betrekking heeft op het normale verloop van de reis wordt automatisch verlengd indien dat verloop wordt beïnvloed door
a. verandering van de reis, waaronder te verstaan onderbreking, afbreking, wijziging of verlenging, en/of
b. verandering van de koers, en/of
c. verandering van het vervoermiddel,
alles voor zover plaatsvindend tegen de wil van verzekerde of buiten zijn weten, en dat hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.
De dekkingsperiode wordt in dat geval verlengd tot de aankomst van de goederen op de plaats van bestemming, met inachtneming van het bepaalde onder ‘Beperkte verlenging van de dekkingsperiode’.
2.1.3 Einde van de dekkingsperiode
De dekkingsperiode eindigt onmiddellijk indien sprake is van een omstandigheid zoals hierna genoemd.
a. Verzekerde zelf breekt de reis af voordat de goederen zijn aangekomen op de plaats van bestemming.
b. Verzekerde zelf - of een ander in opdracht van verzekerde - verzendt de goederen naar een andere plaats voordat ze de oorspronkelijke plaats van bestemming hebben bereikt.
2.1.4 Dekkingsgebied
Europa, alsmede Turkije, Marokko, Tunesië en Algerije.
Artikel 2.2 Aanvullende dekkingen
Dit artikel geldt alleen met inachtneming van Artikel Omvang van de dekking.
De in dit artikel genoemde dekkingen gelden ook indien de totale schadevergoeding hierdoor boven de verzekerde som uitkomt.
2.2.1 Expertise
Vaststelling van de omvang van de schade, met inachtneming van het hierna vermelde.
a. De dekking voor expertise door een expert die door verzekeringnemer is benoemd, geldt alleen voor zover sprake is van redelijke kosten.
b. Voor deze dekking geldt geen eigen risico.
Deze dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal de verzekerde som.
2.2.2 Beredding
Redelijke kosten van beredding en materiële schade aan zaken die bij de beredding zijn ingezet. Deze dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal de verzekerde som.
2.2.3 Noodvoorziening
Deze dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal de verzekerde som.
2.2.4 Opruiming
Deze dekking geldt per gebeurtenis tot een maximum van € 250.000,-.
2.2.5 Storting / vernietiging
Storten en vernietigen van verzekerde zaken na opruiming daarvan.
Deze dekking geldt alleen indien verzekerde voor het storten en vernietigen vooraf toestemming van verzekeraar heeft verkregen.
Deze dekking geldt per gebeurtenis tot een maximum van € 10.000,-.
2.2.6 Berging en overslag
Deze dekking geldt per gebeurtenis tot een maximum van € 250.000,-.
2.2.7 Vervoer / opslag
Vervoer van goederen naar en van de meest geschikte herstel- of bewaarplaats, alsmede de kosten van het verblijf aldaar zolang dat nodig is, als direct en uitsluitend gevolg van een gedekte gebeurtenis.
Deze dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal de verzekerde som.
2.2.8 Doorzending bij vervoer met ongeschikt schip
Redelijke extra kosten die verzekerde heeft gemaakt voor het verder vervoeren, waaronder mede te verstaan het lossen, tijdelijk opslaan en herladen, van goederen naar de plaats van bestemming, indien sprake is van de volgende omstandigheden.
a. Het vervoer vindt plaats per schip waarvoor niet is voldaan aan de ISM Code, zoals vermeld in Hoofdstuk Nadere omschrijvingen.
b. Het schip is vanwege het niet voldoen aan de ISM Code tijdens of voor aanvang van de reis
- aangehouden, en/of
- opgebracht, en/of
- aan de ketting gelegd, en/of
- uitgeweken naar een andere haven(plaats) dan de plaats van bestemming.
Deze dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal de verzekerde som.
2.2.9 Waardevermindering door afleveringsvertraging
Waardevermindering van goederen, als gevolg van vertraging in de aflevering daarvan door een gedekte gebeurtenis. Deze dekking geldt per gebeurtenis tot een maximum van € 10.000,-.
Voor deze dekking geldt geen eigen risico.
2.2.10 Persoonlijke eigendommen
Materiële schade door beschadiging aan of verlies van persoonlijke eigendommen van verzekerde of zijn personeel, indien deze zaken zich in de cabine van een vervoermiddel van verzekerde bevinden, door een hierna genoemde gebeurtenis.
a. Een ongeval dat het vervoermiddel is overkomen.
b. Brand, brandblussing of ontploffing, zoals vermeld in Hoofdstuk Nadere omschrijvingen.
c. Diefstal - mits de cabine goed is afgesloten - indien gepleegd door iemand die het vervoermiddel van buiten af door braak aan de cabine is binnengedrongen.
Deze dekking geldt per gebeurtenis tot een maximum van € 2.500,-. Voor deze dekking geldt geen eigen risico.
2.2.11 Borgsom
Verstrekking van een borgsom in verband met een gedekte gebeurtenis door verzekeraar om opheffing van op de goederen gelegd beslag te verkrijgen indien een overheid dit verlangt ter waarborging van rechten van een benadeelde.
Deze dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal de verzekerde som.
Verzekerde is verplicht verzekeraar te machtigen over de borgsom te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven en alle medewerking te verlenen om terugbetaling te bewerkstelligen.
2.2.12 Vordering uit ‘both to blame’-aanvaringsclausule
a. Garantstelling voor de financiële gevolgen van een vordering die op grond van de in het cognossement opgenomen ‘both to blame’-aanvaringsclausule tegen verzekerde wordt ingesteld.
b. Verweer tegen deze vordering dat op verlangen en onder leiding van verzekeraar wordt gevoerd.
Deze dekking geldt alleen indien
c. verzekerde onmiddellijk kennis heeft gegeven aan verzekeraar dat de rederij en/of de bevrachter deze vordering tegen hem heeft ingesteld, én
d. verzekerde alle medewerking aan verzekeraar verleent.
Deze dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal de verzekerde som.
2.2.13 Vrijlating
a. Kosten van behandeling bij het prijsgerecht, alsmede
b. kosten die verzekerde heeft gemaakt om vrijlating van goederen te verkrijgen,
voor zover het gaat om goederen die zijn buitgemaakt bij een gebeurtenis die een gevolg is van het oorlogsrisico, zoals vermeld in Hoofdstuk Nadere omschrijvingen.
Deze dekking geldt alleen indien verzekerde vooraf toestemming van verzekeraar heeft verkregen om deze kosten te maken. Deze dekking geldt per gebeurtenis zonder maximum.
2.2.14 Avarij-grosse
Verschuldigde bijdrage in avarij-grosse, zoals vermeld in Hoofdstuk Nadere omschrijvingen, voor zover die bijdrage betrekking heeft op de goederen.
Deze dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal de verzekerde som. Voor deze dekking geldt geen eigen risico.
Artikel 2.3 Vaststelling schadeomvang
De omvang van de door een gedekte gebeurtenis veroorzaakte schade wordt vastgesteld zoals hierna genoemd.
2.3.1 Expertise
De omvang van de schade wordt vastgesteld door een door verzekeraar te benoemen expert.
Indien verzekeraar en verzekeringnemer vaststelling van de omvang van de schade door twee experts overeenkomen, benoemen zij elk een expert. Deze experts of hun werkgevers dienen de Gedragscode Expertiseorganisaties na te leven.
De twee experts benoemen samen een derde expert, die in geval van verschil binnen de grenzen van de door hen vastgestelde cijfers de bindende vaststelling zal verrichten.
2.3.2 Vaststelling schade aan goederen (rafactiemethode)
Voor het vaststellen van de omvang van de schade wordt het verschil berekend tussen de waarde in gezonde staat en de waarde in beschadigde staat, beide zoals die gelden op de plaats van bestemming. Dit verschil wordt uitgedrukt in een percentage van de waarde in gezonde staat, met inachtneming van het hierna bepaalde.
Bij goederen van verschillende soort of waarde wordt het verzekerde bedrag voor elk van de verschillende goederen berekend, en wel door de totale verzekerde som te verdelen in verhouding tot de factuurwaarde van die verschillende zaken.
Indien de factuurwaarde niet bekend is, wordt uitgegaan van de marktwaarde van de goederen in gezonde staat op de plaats van bestemming.
2.3.2.1 Factuurwaarde
Indien voor de waarde kan worden uitgegaan van de factuurwaarde, wordt de omvang van de schade vastgesteld door het berekende percentage op de factuurwaarde toe te passen. De uitkomst daarvan wordt uitgedrukt in een bedrag.
2.3.2.2 Marktwaarde
Indien voor de waarde niet kan worden uitgegaan van de factuurwaarde, wordt de omvang van de schade vastgesteld door het berekende percentage op de marktwaarde toe te passen. De uitkomst daarvan wordt uitgedrukt in een bedrag.
2.3.2.3 Imaginaire winst
Bij schade aan niet-verkochte goederen wordt het berekende schadebedrag verhoogd met de gebruikelijke imaginaire winst, met een maximum van 20%.
2.3.3 Vaststelling schade door waardevermindering van goederen
De omvang van de schade door waardevermindering van goederen als gevolg van beschadiging of verlies van de verpakking wordt vastgesteld op de waardevermindering van de goederen op basis van factuurwaarde, met inachtneming van het hierna bepaalde.
a. Indien herstel van de verpakking mogelijk is, wordt de omvang van de schade vastgesteld op de kosten van herstel van de verpakking, verhoogd met een door de schade veroorzaakte waardevermindering van de goederen die door het herstel van de verpakking niet is opgeheven.
Indien de aldus vastgestelde schade hoger blijkt te zijn dan het bedrag waarop de schade zou zijn vastgesteld indien herstel van de verpakking niet mogelijk zou zijn, wordt de schade vastgesteld alsof herstel van de verpakking niet mogelijk is.
b. Indien herstel van de verpakking niet mogelijk is, wordt de omvang van de schade vastgesteld op de kosten van vervanging van de verpakking.
Indien de aldus vastgestelde schade hoger blijkt te zijn dan de waardevermindering van de goederen op basis van factuurwaarde, wordt de schade vastgesteld op die waardevermindering.
c. Indien voor het vaststellen van de waardevermindering niet kan worden uitgegaan van de factuurwaarde, wordt uitgegaan van de marktwaarde.
2.3.4 Vaststelling schade aan persoonlijke eigendommen
De omvang van de schade wordt vastgesteld op basis van herstel of naar dagwaarde, zoals hierna bepaald.
a. Indien de vaststelling geschiedt op basis van herstel, wordt de omvang van de schade vastgesteld op de kosten van herstel, onder aftrek van een bedrag voor nog bruikbare maar niet hergebruikte restanten, verhoogd met een door de schade veroorzaakte en na herstel eventueel resterende waardevermindering.
b. Indien de vaststelling geschiedt naar dagwaarde, wordt de omvang van de schade vastgesteld op het verschil tussen de dagwaarde onmiddellijk vóór en de waarde van de eventuele restanten op basis van dagwaarde onmiddellijk ná de gebeurtenis.
c. Indien de schade op basis van herstel hoger is dan de schade op basis van dagwaarde, wordt de schade vastgesteld op basis van dagwaarde.
Artikel 2.4 Uitkering
De schadevergoeding wordt in één termijn uitgekeerd.
Hoofdstuk 3 Uitsluitingen
Artikel 3.1 Uitsluitingen Goederentransportverzekering
3.1.1 Atoomkernreacties
Schade door of verband houdend met atoomkernreacties.
a. Onder atoomkernreacties te verstaan atoomkernreacties, onverschillig hoe deze zijn ontstaan.
b. De uitsluiting ter zake van atoomkernreacties geldt niet voor radioactieve nucliden, die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische, wetenschappelijke, onderwijskundige doeleinden of (niet militaire) beveiligingsdoeleinden, mits er een door enige rijksoverheid afgegeven vergunning (voor zover vereist) van kracht is voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radioactieve stoffen.
Onder 'kerninstallatie' wordt verstaan een kerninstallatie in de zin van de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979-225), alsmede een kerninstallatie aan boord van een schip.
c. Voor zover op grond van enige wet of enig verdrag een derde voor de geleden schade aansprakelijk is, is het onder b. vermelde niet van toepassing.
3.1.2 Eigen bederf
Schade als gevolg van eigen bederf van de goederen.
Deze uitsluiting geldt niet voor schade aan goederen die worden vervoerd met een vervoermiddel dat is ingericht om daarmee vervoerde zaken te beschermen tegen invloeden van hitte en kou.
3.1.3 Vervoer per ongeschikt schip
Schade terwijl de goederen worden vervoerd met een schip waarvoor niet is voldaan aan de ISM Code, zoals vermeld in Hoofdstuk Nadere omschrijvingen.
Deze uitsluiting geldt niet
a. indien verzekerde aannemelijk maakt dat hij voor aanvang van de reis van deze omstandigheid niet op de hoogte was en dat redelijkerwijs ook niet kon zijn;
b. voor een verzekerde (rechts)persoon die aantoont dat hij de desbetreffende goederen te goeder trouw heeft gekocht, of heeft toegezegd deze te zullen kopen, en geen beroep kan doen op enige ontbindende voorwaarde;
c. voor bijdragen in avarij-grosse;
d. voor kosten van berging en overslag.
3.1.4 Handelsverbod
Schade aan goederen waarin niet mag worden gehandeld op grond van nationale of internationale regels.
3.1.5 Import-/exportvergunning
Schade aan goederen waarvoor een geldige import- of exportvergunning ontbreekt, indien die is vereist op grond van nationale of internationale regels.
3.1.6 Massavernietigingswapens
Schade die direct of indirect is veroorzaakt met of door een chemisch, biologisch, biochemisch of elektromagnetisch wapen.
3.1.7 Opzet / schuld
Schade die een verzekerde persoon met opzet of door roekeloosheid heeft veroorzaakt of verergerd, ongeacht wie de schade lijdt.
Hoofdstuk 4 Schade
Artikel 4.1 Verplichtingen bij schade
4.1.1 Bereddingsplicht
Zodra verzekeringnemer of verzekerde op de hoogte is of behoort te zijn van het ophanden zijn of het ontstaan van een gebeurtenis die voor verzekeraar tot een uitkeringsplicht kan leiden, is hij verplicht om, voor zover hij daartoe in de gelegenheid is, binnen redelijke grenzen alle maatregelen te nemen of namens hem te laten nemen die schade door die gebeurtenis kunnen voorkomen en/of verminderen.
4.1.2 Schademeldingsplicht
Zodra verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde op de hoogte is of behoort te zijn van een gebeurtenis die voor verzekeraar tot een uitkeringsplicht kan leiden, is hij verplicht die gebeurtenis zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is naar waarheid aan verzekeraar te melden.
4.1.3 Schade-informatieplicht
Verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde is verplicht binnen redelijke termijn naar waarheid aan verzekeraar alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen die voor verzekeraar van belang zijn om zijn uitkeringsplicht te beoordelen.
4.1.4 Aansprakelijkstellingsplicht
Zodra verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde op de hoogte is of behoort te zijn van een gebeurtenis die voor verzekeraar tot een uitkeringsplicht kan leiden, is hij verplicht de hierna genoemde partijen schriftelijk aansprakelijk te stellen voor de schade, en uit te nodigen bij de schadevaststelling aanwezig te zijn.
a. De logistieke dienstverlener, zoals
- de rederij
- de bevrachter
- de vervoerder en/of diens agenten
- de bewaarnemer.
b. Elke andere mogelijk aansprakelijke derde.
4.1.5 Medewerkingsplicht
Verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde is verplicht zijn volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van verzekeraar zou kunnen schaden.
Verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde is uitdrukkelijk gerechtigd af te zien van een beroep op leverings- of handelsvoorwaarden.
Artikel 4.2 Sancties bij niet nakomen verplichtingen bij schade
De informatie over sancties bij het niet nakomen van verplichtingen bij schade is vermeld in Hoofdstuk Schade van de polisvoorwaarden der Kinderen Zekerheidspakket Bedrijven.
Artikel 4.3 Andere verzekering / voorziening / regeling
Er is geen dekking op de verzekering indien en voor zover verzekerde ter zake van hetgeen onder deze verzekering is gedekt rechten kan ontlenen of zou kunnen ontlenen, ingeval deze verzekering niet zou hebben bestaan, aan een andere verzekering of voorziening, al dan niet van oudere datum, dan wel op grond van enige wettelijke of andere regeling.
Verzekeraar zal echter tegenover verzekerde geen beroep doen op leverings- of handelsvoorwaarden.
Artikel 4.4 Uitkeringsplicht
De informatie over de uitkeringsplicht van verzekeraar is vermeld in Hoofdstuk Schade van de polisvoorwaarden der Kinderen Zekerheidspakket Bedrijven.
Artikel 4.5 Betaling aan derden
De informatie over betaling aan derden is vermeld in Hoofdstuk Schade van de polisvoorwaarden der Kinderen Zekerheidspakket Bedrijven.
Artikel 4.6 Verhaalsrecht
De informatie over het verhaalsrecht is vermeld in Hoofdstuk Schade van de polisvoorwaarden der Kinderen Zekerheidspakket Bedrijven.
Hoofdstuk 5 Premie
Artikel 5.1 Premiebetaling
De informatie over premiebetaling is vermeld in Hoofdstuk Premie van de polisvoorwaarden der Kinderen Zekerheidspakket Bedrijven.
Artikel 5.2 Sancties bij niet nakomen betalingsverplichtingen
De informatie over sancties bij het niet nakomen van betalingsverplichtingen is vermeld in Hoofdstuk Premie van de polisvoorwaarden der Kinderen Zekerheidspakket Bedrijven.
Artikel 5.3 Terugbetaling van premie
De informatie over terugbetaling van premie is vermeld in Hoofdstuk Premie van de polisvoorwaarden der Kinderen Zekerheidspakket Bedrijven.
Artikel 5.4 Premievaststelling
De informatie over premievaststelling is vermeld in Hoofdstuk Premie van de polisvoorwaarden der Kinderen Zekerheidspakket Bedrijven.
Hoofdstuk 6 Herziening van tarieven en/of voorwaarden
De informatie over herziening van tarieven en/of voorwaarden is vermeld in Hoofdstuk Herziening van tarieven en/of voorwaarden van de polisvoorwaarden der Kinderen Zekerheidspakket Bedrijven.
Hoofdstuk 7 Wijziging van het risico
Artikel 7.1 Algemene wijzigingen
De informatie over algemene risicowijzigingen is vermeld in Hoofdstuk Wijziging van het risico van de polisvoorwaarden der Kinderen Zekerheidspakket Bedrijven.
Artikel 7.2 Risicobeperking
a. Indien concrete omstandigheden of ontwikkelingen, zoals aard en omvang van het schadeverloop, verzekeraar tot het oordeel brengen dat toekomstige schade kan worden voorkomen of beperkt door het nemen van risicobeperkende maatregelen door verzekeringnemer, heeft verzekeraar het recht het nemen van deze maatregelen voor te schrijven.
b. Verzekeringnemer is verplicht om in redelijkheid zorg te dragen voor en/of bij te dragen aan het nemen van de door verzekeraar aangegeven maatregelen.
Het in dit hoofdstuk bepaalde kan niet tot verlenging van de overeenkomst of tot beperking van de mogelijkheid tot beëindiging op andere gronden leiden.
Hoofdstuk 8 Einde van de verzekering
De informatie over het einde van de verzekering is vermeld in Hoofdstuk Einde van de verzekering van de polisvoorwaarden der Kinderen Zekerheidspakket Bedrijven.
Hoofdstuk 9 Aanvullende polisbepalingen
Artikel 9.1 Persoonsgegevens
De informatie over persoonsgegevens is vermeld in Hoofdstuk Aanvullende polisbepalingen van de polisvoorwaarden der Kinderen Zekerheidspakket Bedrijven.
Artikel 9.2 Toepasselijk recht
De informatie over toepasselijk recht is vermeld in Hoofdstuk Aanvullende polisbepalingen van de polisvoorwaarden der Kinderen Zekerheidspakket Bedrijven.
Artikel 9.3 Klachten
De informatie over klachten is vermeld in Hoofdstuk Aanvullende polisbepalingen van de polisvoorwaarden der Kinderen Zekerheidspakket Bedrijven.
Artikel 9.4 Opschortende voorwaarde
De informatie over de opschortende voorwaarde is vermeld in Hoofdstuk Aanvullende polisbepalingen van de polisvoorwaarden der Kinderen Zekerheidspakket Bedrijven.
Hoofdstuk 10 Terrorisme
De Clausule terrorismedekking en de samenvatting uitkeringsprotocol NHT die zijn vermeld in Hoofdstuk Terrorisme van de polisvoorwaarden der Kinderen Zekerheidspakket Bedrijven gelden niet voor deze verzekering.
Hoofdstuk 11 Nadere omschrijvingen
Avarij-grosse
a. Maatregelen die redelijkerwijs zijn genomen in een noodsituatie, met het doel een schip en de zaken aan boord daarvan voor een gemeenschappelijk gevaar te behoeden of daaruit te redden, ongeacht door wiens toedoen dit gevaar is ontstaan.
b. Onder maatregelen worden mede verstaan opofferingen en uitgaven, zoals het overboord zetten van lading, het inroepen van sleephulp of het betalen van losgeld.
c. De hiermee gemoeide schade en kosten worden omgeslagen over alle belanghebbenden, naar verhouding van hun financiële belang, ongeacht of zij zelf schade hebben geleden.
De belanghebbenden zijn wettelijk verplicht hun aandeel in het totale bedrag bij te dragen.
Brand
Door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten.
Zo is onder andere geen brand:
x. xxxxxx, schroeien, smelten, verkolen, broeien;
b. doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
c. oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
Brandblussing
Brandbestrijding en daaruit voortvloeiende beschadiging.
ISM Code
Een of beide van de onder a. en b. genoemde bepalingen, voorzover sprake is van
- roll-on-roll-off passagiersveerboten;
- passagiersschepen die meer dan 12 personen kunnen vervoeren;
- vrachtschepen, hogesnelheidsvaartuigen, boorschepen en mobiele offshore boorplatforms, in alle gevallen met een bruto tonnage van ten minste 500.
a. Het aan boord zijn van een geldig ‘safety management certificate’ als bedoeld in de International Safety Management Code (ISM Code).
b. Het door de reder of charteraar beschikken over een geldig ‘document of compliance’ als bedoeld in de ISM Code en zoals vereist onder de SOLAS Conventie van 1974, met aanvullingen.
Ontploffing
a. Plotselinge, onvoorziene, hevige krachtsuiting van gas, damp, vloeistof of (fijn verdeelde) vaste stof, met inachtneming van het hierna vermelde.
b. Indien de ontploffing wordt veroorzaakt door plotselinge over- of onderdruk in een - al dan niet gesloten – vat waarin gas, damp, vloeistof of (fijn verdeelde) vaste stof aanwezig is, dan is alleen sprake van een hevige krachtsuiting als de wand van het vat onder die druk is bezweken waarna de drukken binnen en buiten het vat plotseling aan elkaar gelijk zijn geworden.
c. Indien de ontploffing buiten een vat plaatsvindt, dan is alleen sprake van een hevige krachtsuiting als een drukgolf ontstaat die het gevolg is van een chemische reactie waarbij vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, of een mengsel daarvan, zijn ontstaan of uitgezet.
Oorlogs- en stakersrisico
a. Onder oorlogsrisico wordt verstaan:
- oorlog en op oorlog gelijkende handelingen, burgeroorlog, revolutie en opstand;
- uitwerking van daaruit achtergebleven torpedo’s, mijnen, bommen en dergelijke oorlogswerktuigen, ook indien de schade in vredestijd is ontstaan;
- neming en aanhouding op last van hogerhand.
b. Onder stakersrisico wordt verstaan:
- gewelddaden gepleegd in verband met staking, uitsluiting van werknemers en arbeidsonlusten;
- gewelddaden gepleegd uit politieke overwegingen;
- terrorisme;
- oproer, opstootjes en plaatselijke ongeregeldheden.
c. Een gebeurtenis die zowel onder het oorlogsrisico als onder het stakersrisico valt, wordt beschouwd als een gebeurtenis die onder het oorlogsrisico valt.
d. Een gebeurtenis die het gevolg is van het oorlogsrisico is alleen gedekt indien die plaatsvindt zoals hierna genoemd.
1. Aan boord van een luchtvaartuig of een zeeschip
- vanaf de belading en zolang als het daadwerkelijke vervoer voortduurt;
- vanaf de overlading op een (ander) luchtvaartuig of zeeschip in een tussenhaven;
- na aankomst in de haven / losplaats die in de vervoerovereenkomst is genoemd: tijdens het lossen totdat de goederen zijn gelost;
- na aankomst in de haven / losplaats die in de vervoerovereenkomst is genoemd: zolang de goederen niet zijn gelost, maar tot maximaal 15 dagen na aankomst in die haven / losplaats;
- na aankomst in een haven / losplaats waar de vervoerovereenkomst wordt beëindigd: tijdens het lossen totdat de goederen zijn gelost;
- na aankomst in een haven / losplaats waar de vervoerovereenkomst wordt beëindigd: zolang de goederen niet zijn gelost, maar tot maximaal 15 dagen na aankomst in die haven / losplaats.
2. Aan de wal, alleen op de losplaats in een tussenhaven, tot maximaal 15 dagen na aankomst in die haven.
3. Aan boord van een ander vaartuig dan een luchtvaartuig of een zeeschip door schade door ontploffing van mijnen en achtergebleven drijvende of gezonken torpedo’s.
e. Onder tussenhaven wordt verstaan: Haven of plaats
- waar goederen worden gelost in verband met verder vervoer door hetzelfde of een ander vervoermiddel naar de loshaven / losplaats die in de vervoerovereenkomst is genoemd en/of
- waar de vervoerovereenkomst tussentijds, vóór aankomst in de haven / losplaats die in die overeenkomst is genoemd, wordt beëindigd, maar van waaruit verder vervoer plaatsvindt.
f. Onder aankomst van een zeeschip in een (tussen)haven / losplaats wordt verstaan:
Het moment waarop het zeeschip het anker heeft laten vallen, is gemeerd of op andere wijze heeft vastgemaakt op of aan een (lig)plaats binnen het gebied dat binnen de jurisdictie van de Havenautoriteit valt.
Indien geen (lig)plaats beschikbaar is binnen het gebied dat binnen de jurisdictie van de Havenautoriteit valt, geldt het moment waarop het zeeschip voor het eerst het anker heeft laten vallen, is gemeerd of op andere wijze heeft vastgemaakt in of bij de haven of plaats waar goederen gelost moeten worden.