Format voor samenwerkingsovereenkomsten tussen onderwijs en kinderopvang versie 11 februari 2020
Format
voor
tussen onderwijs en kinderopvang
versie 11 februari 2020
VOORWOORD
De regiegroep Kindcentra 2020 biedt u bijgaand ‘format voor samenwerkingsovereenkomsten’ aan. Kindcentra 2020 maakt deel uit van PACT voor Kindcentra. Dit format is een handreiking van PACT voor Kindcentra voor de praktijk. De kopgroep kinderopvang, onderdeel van Kindcentra 2020, heeft hiertoe het initiatief genomen; de kopgroep onderwijs heeft dit verder mee opgepakt. Overal in het land ontwikkelen kinderopvangorganisaties en scholen een visie op samenwerking en ontstaan samenwerkingsverbanden. Er komt mogelijk een moment dat die samenwerking ook formeel en/of juridisch vorm moet krijgen. Om te voorkomen dat iedereen het wiel opnieuw uitvindt, zijn in dit format diverse voorbeelden geïnventariseerd. Daarbij zijn wij veel dank verschuldigd aan het Landelijk Steunpunt Brede Scholen en de Vereniging Bijzondere Scholen die in 2014 al een format maakten, waar we op voortborduurden. We zijn ook veel dank verschuldigd aan alle organisaties die ons van actuele input hebben voorzien.
Leeswijzer
In een inleiding omschrijven we het waarom van dit format, de uitgangspunten en de wijze waarop u het format kunt gebruiken. Vervolgens komen diverse onderwerpen aan bod:
onderdeel 1: welke partijen zijn betrokken bij de overeenkomst;
onderdeel 2: de considerans (wat beogen partijen);
onderdeel 3: de reikwijdte van de overeenkomst;
onderdeel 4: bestuur en organisatie;
onderdeel 5: middelen;
onderdeel 6: huisvesting;
onderdeel 7: personeel;
onderdeel 8: communicatie;
onderdeel 9: hoe informeren partijen elkaar;
onderdeel 10: aansprakelijkheid;
onderdeel 11: looptijd;
onderdeel 12: geschillen;
onderdeel 13: slotbepalingen;
onderdeel 14: ondertekening;
onderdeel 15: medezeggenschap;
onderdeel 16: privacy;
overzicht van relevante bijlagen.
Doe er uw voordeel mee!
Dit document is een document dat continu aanvulling behoeft. Aanvullingen uit uw praktijk zijn meer dan welkom. Suggesties zijn ook welkom. Die kunt u melden bij PACT voor Kindcentra: xxxxxxx@xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx (de Stichting Rijswijkse Kinderopvang heeft aangeboden de verwerking van de aanvullingen gedurende het eerste jaar te doen, waarvoor dank).
INLEIDING
Waarom een format voor samenwerkingsovereenkomsten?
De samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang groeit, van lichte tot zware vormen van samenwerking. Samenwerking vanuit een gezamenlijke visie, die soms leidt tot de wens te komen tot een kindcentrum voor kinderen van nul tot en met twaalf jaar waar volgens één pedagogische en educatieve visie gewerkt wordt en waar kinderen in staat worden gesteld om hun talenten optimaal te ontwikkelen. Doorlopende ontwikkelingslijnen, dagarrangementen en kindnabije zorg zijn inherent aan deze voorziening. Samenwerking waarin zowel de expertise van het onderwijs als die van de kinderopvang (zoals beschreven in het Manifest Veranker de unieke expertise van de kinderopvang) tot zijn recht komt. Kindcentra 2020 heeft, gedragen door de vier kopgroepen, een aantal uitgangpunten beschreven voor de vormgeving van kindcentra1. In dit kader is het vooral van belang te noemen:
dat er sprake moet zijn van keuzevrijheid voor kinderopvang- en onderwijsorganisaties om al dan niet te kiezen voor samenwerking binnen een kindcentrum;
dat kindcentra (als een wenselijke nieuwe juridische entiteit) een mogelijke voorziening zijn die aan het bestaande palet van voorzieningen worden toegevoegd;
dat ouders kiezen voor een voorziening: dat kan een kindcentrum zijn, dat kan ook dagopvang of buitenschoolse opvang betreffen die niet vanuit een kindcentrum wordt aangeboden;
dat elk denken in een blauwdruk voorkomen wordt.
Kindcentra 2020 schetst een aantal randvoorwaarden en waarborgen2 bij de vorming van kindcentra. Kort samengevat gaat het daarbij om gelijkwaardige partners die gezamenlijk de keuze maken om duurzaam samen te werken in een kindcentrum, waarbij de totstandkoming van kindcentra op lokaal niveau op een evenwichtige manier geschiedt.
Je hebt samen een visie ontwikkeld, hoe dan verder? Bijgaand format is als hulmiddel opgesteld om de gewenste duurzame en gelijkwaardige samenwerking in een kindcentrum in de huidige praktijk juridisch vorm te geven.
Uitgangspunten
Bij het opstellen van het format zijn deze uitgangspunten gehanteerd:
Voortbouwen op wat er al is: de standaard overeenkomst van Landelijk Steunpunt Brede Scholen (LSBS) en de Vereniging Bijzondere Scholen (VBS) uit 20143. Deze standaardovereenkomst is opgenomen in de brochure Op weg naar een IKC, geschreven door Xxxxxx Xxxxxxxx (LSBS), Xxxxxxx Xxxxxxxxxx (VBS) en Xxxxxx Xxxxxxxxxxx (VBS). De PO-Raad en de Brancheorganisatie Kinderopvang ondersteunden destijds de inhoud van deze brochure.
Het voorbeeld van LSBS en VBS aanvullen met passages uit overeenkomsten die kopgroepleden in de praktijk gebruiken (geanonimiseerd). Door van elkaars voorbeelden gebruik te maken hoeft niet iedereen opnieuw het wiel uit te vinden.
Dit format richt zich op de situatie dat beide partijen in het kindcentrum zoveel mogelijk willen werken vanuit één visie, met één leiding en één team. Dit format richt zich ook op andere samenwerkingsvormen die uitgaan van één gezamenlijke visie en werken op basis van gelijkwaardigheid tussen onderwijs en kinderopvang.
Het uitgaan van de LSBS overeenkomst met het toevoegen van voorbeelden leidt overigens soms tot een geforceerd uiteen trekken van onderwerpen, aangezien iedere overeenkomst een eigen indeling heeft.
Hoe te gebruiken?
Dit format is een hulpmiddel dat u in kunt zetten voor uw eigen situatie en dat zich richt zich op afspraken die primair onderwijs en kinderopvang samen willen maken. Om die reden wordt dit document in Word aangeboden, zodat u er mee aan de slag kunt.
Er zijn verschillende momenten en meerdere niveaus waarop afspraken vastgelegd kunnen worden tussen onderwijs en kinderopvang. We onderscheiden in ieder geval:
Een intentieverklaring op bestuurlijk niveau, waarin partijen de intentie uitspreken samen op te zullen trekken.
Een intentieverklaring op kindcentrum niveau: idem.
Een samenwerkingsoverkomst op bestuurlijk niveau, waarin de afspraken concreet worden gemaakt.
Een samenwerkingsoverkomst op kindcentrum niveau: idem.
Reglementen op beide niveaus.
De artikelen in dit format kunnen op al deze niveaus ingezet worden.
Kindcentra werken ook vaak nauw samen met organisaties voor jeugdhulp, jeugdzorg en welzijn. Die afspraken zijn dermate afhankelijk van de lokale context, dat het niet mogelijk is die afspraken in een standaardovereenkomst vast leggen.
Dit format bevat juridische bepalingen die voorkomen in het format van LSBS of in overeenkomsten die kopgroepleden gebruiken en die in hun context op de eigen juridische merites beoordeeld zijn (en mogelijk nu ook niet meer altijd actueel zijn). Iedere situatie is echter anders, dus een juridische check op de eigen overeenkomst binnen de eigen (actuele) context is noodzakelijk. De opstellers van dit format geven, vanwege die context, geen ‘juridisch akkoord’ op dit format (disclaimer).
Bijgaande teksten zijn zakelijk van toon, wellicht kiest u voor een andere toon. Het format is een basis van waaruit u uw eigen keuzes kunt maken.
Bovendien heeft iedere gemeente een andere context, die mede bepaalt hoe de samenwerkingsovereenkomsten er uit zien. Vooral het beleid rondom de huisvesting van onderwijs, kinderopvang en kindcentra is hierin bepalend.
SAMENWERKINGOVEREENKOMST - FORMAT
In onderstaande matrix hebben we bekeken wat er in standaardovereenkomst staat, wat daarin mist en voegen we (geanonimiseerde) voorbeelden uit de praktijk toe om die lacunes te dichten4.
Onderdeel 1 |
Partijen |
Wat wilt u hier regelen? |
Aangeven wie de overeenkomst aangaan. |
Tekst uit format LSBS Aanhef |
1. Stichting Onderwijs (O), statutair gevestigd te (1234 AA) (plaatsnaam) aan de (adres), in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door …, voorzitter van het bestuur, hierna te noemen O; 2. Stichting Kinderopvang (K), statutair gevestigd te (1234 AA) (plaatsnaam) aan de (adres), in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door …., voorzitter van het bestuur/directeur-bestuurder, hierna te noemen K Stichting O en Stichting K hierna ook gezamenlijk te noemen: “Partijen”;
Met deze voetnoot: Bij een IKC kan een overeenkomst ook tussen meerdere partijen worden gesloten. Hierbij kan worden gedacht aan de gemeente, een peuterspeelzaalorganisatie en/of meerdere scholen en kinderopvangorganisaties. Vooral bij de oprichting van een nieuw gebouw ten behoeve van een IKC zal de gemeente een belangrijke rol spelen. In dit voorbeeld wordt uitgegaan van een samenwerking op een bestaande locatie tussen twee partijen. |
Voorbeelden uit praktijk die aanvullen (anoniem) |
|
Suggesties ter aanvulling? |
Niet relevant |
Waar te regelen? |
Intentieverklaringen, samenwerkingsovereenkomsten en reglementen. |
Aandachtspunten |
Het kan handig zijn om voor het schrijven van de overeenkomst iets te zeggen over voorwaarden voor het schrijven van deze overeenkomst, zoals: schriftelijke goedkeuring van de besturen van onderwijs en kinderopvang, van de raden van toezicht, vanuit de OR, Oudercommissie en MR. Of partijen verklaren vooraf te handelen met instemming van RvT, OR, OC, MR etc. |
Onderdeel 2 |
Considerans |
Wat wilt u hier regelen? |
Bedoelingen van partijen weergeven, inkaderen afspraken |
Tekst uit format LSBS Considerans |
Overwegende het volgende: A. Partijen nemen in deze samenwerkingsovereenkomst de eerder overeengekomen intentieverklaring als kader en werken aan de realisatie van het geïntegreerde aanbod van onderwijs en kinderopvang van IKC (naam) in de (gemeente) aan de (adres).
B.
Partijen werken samen aan het IKC (naam) met een totaal aanbod op
het gebied van onderwijs en kinderopvang op basis van de volgende
uitgangspunten: één educatieve en pedagogische visie met één
integraal programma voor onderwijs en ontwikkeling, uitgevoerd
door één team dat bestaat uit medewerkers onderwijs en
kinderopvang met één leidinggevende voor een eenduidige
aansturing op de locatie. |
Voorbeelden uit praktijk die aanvullen(anoniem) |
Voorbeeld 15 Partijen
nemen het volgende in aanmerking iii. Partijen wensen op basis van gelijkwaardigheid een samenwerking aan te gaan tot het geïntegreerd aanbieden van onderwijs en kinderopvang op de locaties…, waarbij … onderwijs aanbiedt en uitvoert en …. kinderopvang aanbeiden en uitvoert (hierna aan te duiden als: de Samenwerking).
Voorbeeld 4. Doel exclusiviteit is als volgt vastgelegd: Partijen zijn in overleg getreden over een (nadere) exclusieve samenwerking/partijen hun reeds bestaande samenwerkingsafspraken wensen vast te leggen op basis van exclusiviteit.
Voorbeeld 5 De Overeenkomst biedt de basis voor Partijen om zich - vanuit de huidige rechtspersonen - te richten op het ontwikkelen, realiseren en gezamenlijk exploiteren van KC ..................., binnen Wijk X en binnen de geldende wettelijke kaders. Partijen geven daarbij gezamenlijk vorm aan het beheer en de exploitatie van KC ..................., met een gezamenlijke backoffice en gedeelde verantwoordelijkheid. Het gebundelde aanbod van opvang, onderwijs, ontspanning en opvoeding kan aangevuld worden met andere activiteiten, aangeboden door andere samenwerkingspartijen (al dan niet binnen Wijk X).Ten behoeve van de samenwerking en de gezamenlijke exploitatie van KC ................... zullen Partijen een gedeelde visie ontwikkelen, uitgaande van één educatieve en pedagogische visie met één integraal programma voor onderwijs en ontwikkeling, uitgevoerd door één team dat bestaat uit medewerkers onderwijs en kinderopvang vanuit een gezamenlijke en eenduidige aansturing op locatie ("KC-Visie"). |
Suggesties ter aanvulling? |
Kan nog aangevuld worden: partijen zijn en blijven binnen hun eigen organisaties verantwoordelijk voor het voldoen aan alle toepasselijke wet- en regelgeving, subsidievoorschriften, en overige regelkaders. |
Waar te regelen? |
Samenwerkingsovereenkomst, uitwerking in reglement |
Aandachtspunten… |
In samenwerkingsovereenkomsten moet ook duidelijk geregeld zijn hoe reglementen gewijzigd kunnen worden. |
Onderdeel 3 |
Reikwijdte |
Wat wilt u hier regelen? |
Wat regel je hier wel/niet |
Tekst uit format LSBS Artikel 1 |
1. Reikwijdte overeenkomst en visie De afspraken in deze overeenkomst hebben betrekking op het ontwikkelen van IKC (naam) voor kinderen/ leerlingen van 0-13 jaar van de scho(o)l(en) (naam) van O en van de locatie (naam) van K. Partijen hebben de opvattingen en doelstellingen van de samenwerking zoals hierboven verwoord verder uitgewerkt in het reglement onderdeel ‘visie’. [optioneel kan hier een korte samenvatting van de visie worden toegevoegd] {ofwel verwezen worden naar een bijlage]. |
Voorbeelden uit praktijk die aanvullen (anoniem) |
Voorbeeld 1 Partijen nemen het volgende in aanmerking: v: De Samenwerking wordt mede bepaald door politieke keuzes en (daardoor) veranderende wetgeving bepaald en beperkt, hetgeen van Partijen het commitment vergt om flexibel om te gaan met de vorm en de uitvoering van de Samenwerking. vi. De Overeenkomst beoogt enkel de Samenwerking tussen partijen te regelen opdat de diensten onderwijs en kinderopvang als één geïntegreerd aanbod worden ervaren en beoogt uitdrukkelijk niet een nieuwe juridische entiteit in het leven te roepen met eigen rechten en plichten. vii. Partijen zijn zich ervan bewust dat de Samenwerking naar zijn aard nieuw is, zowel voor Partijen als maatschappelijk. Dit impliceert dat partijen zich tijdens de looptijd van de Overeenkomst geconfronteerd kunnen zien met onvoorziene en ongewenste gevolgen. Met het oog op het behalen van maximaal succes van de Samenwerking zullen Partijen de Samenwerking periodiek evalueren en zo nodig onderdelen van de Overeenkomst en de daarop gebaseerde reglementen aanpassen.
Artikel 1 lid 5. Partijen verbinden zich tot in de considerans sub iv bedoelde flexibiliteit als er sprake is van wezenlijke wijzigingen van wet- en regelgeving die noopt tot aanpassing en/of herziening van de Samenwerking. Partijen zullen dan te goeder trouw onderhandelen over de aanpassing en/of herziening van de Samenwerking.
Voorbeeld 2. Artikel 2.3. De in 2.2 genoemde inrichting van de directie betreft de startsituatie. Partijen spreken af in de periode … verdergaande integratie op het terrein van organisatie, directie en personeel te onderzoeken zodat in de toekomst een volledig geïntegreerd kindcentrum gerealiseerd wordt waarbij de directie van.. integraal verantwoordelijk voor zowel kinderopvang als onderwijs kan zijn. Artikel 2.5. Onderwijs voert conform geldende wet- en regelgeving overleg met de medezeggenschapsraad van de School en waar het school overstijgende zaken betreft met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Onderwijs. Kinderopvang voert conform geldende wet- en regelgeving over met de oudercommissie op de locatie en wat het locatie overstijgende zaken betreft met de ondernemingsraad en ouderraad van de Kinderopvang. Partijen bevorderen gezamenlijk overleg en afstemming tussen de medezeggenschapsraad van de school en de oudercommissie van het kinderdagcentrum op het niveau van IKC…
Voorbeeld
3 viii. Partijen houden uitdrukkelijk de mogelijkheid open dat in een later stadium de Samenwerking zodanig wordt vormgegeven dat de diensten onderwijs en kinderopvang op de Locatie vanuit een nieuw op te richten juridische entiteit worden aangeboden. ix. Partijen hebben tijdig de Overeenkomst voor goedkeuring, consultatie en/of advies – al naar gelang de Wet, statuten en/of reglementen verlangen – voorgelegd aan ieders toezichthoudend orgaan, ondernemingsraad en orgaan waarin een oudervertegenwoordiging zitting neemt en hebben de vereiste goedkeuring en/of positief advies ontvangen.
Voorbeeld 5 Partijen werken binnen Kindcentrum ................... ("KC ...................") samen om in de gemeente ……………….. in een gezamenlijk en op elkaar afgestemd (integraal) ontwikkelingsaanbod te kunnen voorzien. KC ................... maakt deel uit van een multifunctioneel centrum voor onderwijs, jeugd, gezin en welzijn:De samenwerking van Partijen binnen KC ................... intensiveert en dat komt onder meer tot uiting in (ver)nieuwbouw van de huisvesting van KC .................... In dat kader, mede gelet op de integrale samenwerking binnen KC ................... en de verhoudingen tussenPartijen en de bij Wijk X betrokken organisaties, bestaat de wens te komen tot een structurele (contractuele) basis voor integrale samenwerking binnen KC .................... Partijen hebben hun gezamenlijke intentie vastgelegd in een intentieovereenkomst (d.d.).Met deze samenwerkingsovereenkomst ("Overeenkomst") leggen Partijen de basis en stellen zij de kaders voor hun samenwerking binnen KC .................... Samenwerking met andere maatschappelijke partijen blijft mogelijk, in het bijzonder - maar niet uitsluitend - in verband van Wijk X. De door Partijen integraal (gebundeld) aangeboden en gezamenlijk te exploiteren activiteiten op het terrein van onderwijs, kinderopvang en peuterleerplek, zullen naar buiten toe kenbaar zijn onder de naam "KC ...................". |
Suggesties ter aanvulling? |
|
Waar te regelen? |
|
Aandachtspunten… |
Dit is vooral (ook) relevant voor de RvT. Tot hoever geef je autonomie weg en toe hoever is goedkeuring RvT nodig. |
Onderdeel 4 |
Bestuur en organisatie |
Wat wilt u hier regelen? |
Verantwoordelijkheden, bevoegdheden, besluitvorming, dagelijkse leiding |
Tekst uit format LSBS Artikel 2 |
2. Bestuur en organisatie 2.1 Met behoud van de eigen verantwoordelijkheden als bevoegde gezagsorganen, spannen O en K zich in om uitvoering te geven aan gezamenlijk genomen besluiten op het vlak van bestuurlijke afstemming, voor zover dit naar het oordeel van O en K niet leidt tot een conflict met de eigen doelstelling of de wettelijke verantwoordelijkheden als bevoegd gezag van de door hen ieder afzonderlijk in stand gehouden scho(o)l(en) (naam) casu quo kinderopvangcentrum/centra (naam).
2.2
Teneinde de bestuurlijke afstemming tussen partijen en de goede
gang van het aanbod van onderwijs en kinderopvang binnen het IKC
(naam) te borgen (we noemen hier twee alternatieven)…
2.3 De dagelijkse leiding van en verantwoordelijkheid voor IKC (naam) ligt bij de (functienaam leidinggevende) van IKC (naam) [optioneel kan hier de naam van betreffende persoon worden genoemd, dit kan ook in het reglement] 2.4 De taken en bevoegdheden van personen die namens de partijen worden belast met voorbereidende en/of uitvoerende taken en bevoegdheden, daaronder begrepen de verantwoordelijkheid voor de dagelijkse leiding van en verantwoordelijkheid voor het op het IKC (naam) werkzame personeel worden nader beschreven in het reglement onderdeel ‘bestuur en organisatie’. 2.5 [optioneel kan hier nog iets over medezeggenschap worden opgenomen]: zie onderdeel 15. |
Voorbeelden uit praktijk die aanvullen(anoniem) |
Voorbeeld 1 Art 2 lid 1. Iedere Partij is en blijft met uitsluiting van de ander (eind) verantwoordelijk voor haar (wettelijk) domein en ziet er op toe dat zij aan de voor haar geldende wetgeving voldoet.
Voorbeeld 3 Artikel
2. Lid 3
Voorbeeld 5 Externe verantwoording en herkenbaarheid Partijen leggen vanuit eigen wettelijke verplichtingen ieder afzonderlijk intern en extern verantwoording af over de binnen KC ................... aangeboden voorzieningen. In de relevante (school)gidsen - die zoveel mogelijk in gezamenlijkheid worden vormgegeven - wordt aan ouders en verzorgers inzichtelijk gemaakt dat wettelijk en ook administratief sprake is van afzonderlijke aanbieders met ieder een eigen formele eindverantwoordelijkheid. Partijen dragen er zorg voor dat bij het sluiten van contracten en het aangaan van andere verbintenissen zowel voor Partijen als voor de wederpartijen helder en transparant is met welke Partij die contracten en verplichtingen worden overeengekomen. De geldstromen voor het onderwijs en de kinderopvangvoorzieningen blijven gescheiden.
Exclusiviteit binnen KC ................... Gedurende de looptijd van deze Overeenkomst zullen Partijen zich - binnen het verband van KC ................... - ervan weerhouden om eventuele onderlinge als ook voor andere Partijen concurrerende activiteiten of concurrerende activiteiten van derden te faciliteren. Daaronder is begrepen het ter beschikking stellen van ruimten in KC ................... aan andere aanbieders van peuterspeelzaal-, kinderdagopvang- en buitenschoolse opvangactiviteiten, dan ................... en .................... Indien een Partij van mening is dat sprake is van een voornoemde situatie, treden Partijen met elkaar in overleg over de ontstane situatie en de mogelijke oplossing daarvan.
Organisatie: Partijen kiezen voor een geïntegreerd beheer- en exploitatiemodel, gericht op een efficiënte inzet van middelen en een kwalitatief hoogwaardig dienstenpakket. Daartoe werken Partijen samen in Stichting KC ................... (de "Beheerstichting") en stellen Partijen een gezamenlijke directie ("KC-Directie") in. |
Suggesties ter aanvulling? |
|
Waar te regelen? |
Samenwerkingsovereenkomst, uit te werken in reglement |
Aandachtspunten… |
|
Onderdeel 5 |
Middelen |
Wat wilt u hier regelen? |
Financiën, geen winstoogmerk, begroting, jaarverslag |
Tekst uit format LSBS Artikel 3 |
3. Middelen 3.1 Het IKC wordt ingericht met een efficiënte en doelmatige structuur die voldoet aan de al dan niet in de bijzondere wet- en regelgeving beschreven (bekostigings)normen. Met betrekking tot het financiële beleid en de financiële verantwoording sluit dit zoveel mogelijk aan bij de wijze waarop O. en K. zich financieel behoren te verantwoorden en hun financiële beheer en beleid dienen in te richten. 3.2 Partijen beogen niet het maken winst uit hun activiteiten die verband houden met het IKC (naam) en brengen elkaar voor zover sprake is van onderlinge dienstverlening niet meer dan de marktconforme6 kosten in rekening. 3.3 Directe en indirecte personele kosten van aan hen verbonden medewerkers zijn en blijven voor rekening van de respectievelijke partijen O. en K. 3.4 Voor IKC (naam) wordt door partijen per school/kalender jaar een werkbegroting beschikbaar gesteld die bestaat uit de immateriële vergoeding van school (naam), de reguliere budgetten voor voeding, verzorging en verbruiksmateriaal van kindcentrum (naam) en de budgetten voor scholing van school (naam) en kindcentrum (naam). 3.5 O. en K. stellen elk jaar een gezamenlijk jaarverslag van inkomsten en uitgaven op met betrekking tot het IKC (naam) over het afgelopen boekjaar op basis van een financiële verdeelsleutel. De begroting alsmede het jaarverslag zijn zo ingericht dat daarin het O-deel en het K-deel herkenbaar zijn opgenomen. 3.6 Nadere afspraken en verdeelsleutels voor de financiën zijn opgenomen in het reglement onderdeel ‘middelen’. |
Voorbeelden uit praktijk die aanvullen (anoniem) |
Voorbeeld 1. Artikel 3. Lid 3 (1e zin). Personele kosten van aan hen verbonden medewerkers zijn en blijven voor rekening van de Partij bij wie de medewerkers in dienst zijn.
Voorbeeld 2. Artikel
3.4 Voor IKC … wordt door de duo-directie per kalenderjaar een
begroting en per schooljaar een jaarplan opgesteld voor de
activiteiten van IKC… De begroting bestaat uit drie
onderdelen: b. de kinderopvangbegroting voor Kinderopvang inzake IKC.. c. de gezamenlijke overlappende begroting om de ambities uit het visiedocument te kunnen realiseren; deze gezamenlijke begroting is zo opgesteld dat transparant is welke middelen verantwoord zullen worden in de jaarrekening van onderwijs en welke in de jaarrekening van de kinderopvang en welke aan eventuele derden in verband met ontvangen subsidies.
Voorbeeld 4 Daarnaast zal nieuw personeel worden aangetrokken ten behoeve van IKC werkzaamheden. Deze personeelsleden treden in dienst bij partij…….. Partijen bepalen gezamenlijk de salariëring en de verdeelsleutel, waarbij advies zal worden ingewonnen over de toepasselijke CAO. Partijen brengen elkaar over en weer niet meer dan de marktconforme kosten in rekening voor de door hen ten behoeve van het IKC te verrichten diensten.
Voorbeeld 5 Uitgangspunten samenwerking Gezamenlijke exploitatie |
Suggesties ter aanvulling? |
Mogelijke aanvulling op 3.4: op basis van de vastgestelde begroting wordt een overzicht gemaakt van de door Partijen ter beschikking te stellen middelen(op basis van een door Partijen vast te stellen verdeelsleutel), de wijze waarop en wanneer deze ter beschikking worden gesteld. Aiyt heeft verdeelsleutels rondom huisvesting, bijvoorbeeld: onderhoud, energie, schoonmaak, beveiliging, tuinonderhoud en afschrijving meubilair. Voor elke kostenpost wordt een verdeelsleutel bepaald op basis van m2, aantal uren gebruik, gebruik door beide partijen en het aantal kinderen. |
Waar te regelen? |
Samenwerkingsovereenkomst, uit te werken in reglement |
Aandachtspunten… |
|
Onderdeel 6 |
Huisvesting |
Wat wilt u hier regelen? |
Gebruik, huurovereenkomst én borging duurzaamheid samenwerking |
Tekst uit format LSBS Artikel 4 |
4. Huisvesting 4.1 In het gebouw van O. worden ook ruimten beschikbaar gesteld voor K. op basis van huur. In het reglement onderdeel ‘huisvesting’ staan nadere afspraken met betrekking tot welke ruimten op welke wijze en op welke tijdstippen door K., alsmede gezamenlijk zullen worden gebruikt. Deze afspraken worden ook opgenomen in de huurovereenkomst tussen O. en K. 4.2 O. en K. bepalen in het reglement onderdeel ‘huisvesting’ en in de huurovereenkomst welke kosten O. bij K. in rekening brengt voor het gebruik van de ruimten van O. en voor het gebruiksdeel van de exploitatie. |
Voorbeelden uit praktijk die aanvullen (anoniem) |
Voorbeeld 1. Partijen nemen het volgende in aanmerking: iv. Ten behoeve van uitvoering van activiteiten rond kinderdagopvang door K, wensen partijen een overeenkomst aan te aan voor de langdurige verhuur van ruimten in het pand (adres). Daarnaast wensen partijen afspraken te maken over het medegebruik door K van andere ruimten in de school.
Artikel 4 Huisvesting Lid 3. B&W van de gemeente… hebben bij brief van ..verklaard, die als bijlage aan de Overeenkomst is gehecht, i. dat zij toestemming geven als bedoeld in artikel 108 WPO voor de verhuur aan K en ii. dat zij voor een periode van tenminste acht jaren ingaande d.d. geen gebruik zal maken van haar bevoegdheid van artikel 107 WPO. Lid 4. O verklaart tenminste gedurende een periode van vijf jaren, ingaande d.d. dat het in verhuur te geven deel niet nodig is voor de eigen school en derhalve de huurovereenkomst niet te beëindigen op de voet van artikel 108 lid 2, aanhef en sub b. Lid 5. Onder meer zullen de volgende voorwaarden deel uit maken van de huurovereenkomst:
Voorbeeld 2. Artikel 4.1 De gebouwen gelegen aan de… zijn eigendom van Onderwijs en vallen over het bereik van de Wet op het primair onderwijs (Wpo), zodat Kinderopvang huurder en medegebruiker zal worden van … De gemeente … heeft in het Integraal Huisvestingsplan (IHP) vastgelegd dat er geen uitbreiding van basisscholen in.. plaats zal vinden gedurende de looptijd van het IHP. In de intentieverklaring IKC… getekend dd. is vastgelegd dat de Gemeente toestemming verleent aan O de ruimten te verhuren aan K. In de akte van levering van het vastgoed .. is vastgelegd dat geleverd wordt voor de realisatie van het kindcentrum onder de voorwaarde dat er een samenwerkingsovereenkomst wordt gesloten met de Kinderopvang. Derhalve kan en zal de Gemeente … de bvo’s die aan Onderwijs zijn overgedragen ten behoeve van het realiseren van een IKC niet terugvorderen voor onderwijsdoeleinden met een beroep op artikel 108 jo 107 WPO gedurende de looptijd van het IHP.
Voorbeeld 3 Artikel 4. Lid 1. Het schoolgebouw gelegen aan … te xx waarin de Samenwerking op de Locatie plaatsvindt (hierna: het Gebouw) is eigendom van de Gemeente .. (hierna: de Gemeente), zodat iedere Partij huurder zal worden van de Gemeente. Lid 2. Voor het gedeelte van het Gebouw dat uitsluitend de functie van primair onderwijs heeft, zal O zelfstandige huurafspraken maken met de Gemeente. Lid 3. Voor het gedeelte van het gebouw dat uitsluitend bestemd is voor kinderopvang zal K zelfstandige huurafspraken maken met de Gemeente. Lid
4. Voor het gedeelte dat bestemd is voor gemengd gebruik, dat wil
zeggen gezamenlijk gebruik door O en K geldt dat partijen
gezamenlijk huurder worden van de gemeente.
Voorbeeld 4. Partijen komen overeen dat, daar waar het de huisvesting betreft, hun samenwerking exclusief is. In het gehuurde zullen naast de Partijen geen andere ondernemingen of organisaties een ruimte (kunnen gaan) (onder)huren en/of uitbaten die concurrerend is aan de activiteiten van (een der) Partijen, behoudens voorafgaande schriftelijke goedkeuring van beide Partijen.
Voorbeeld 5. Beheerstichting Stichting KC ................... is door Partijen opgericht als herkenbaar aanspreekpunt voor afspraken met de Gemeente ter zake de huur en het gebruik van de nieuwbouw van KC .................... Stichting KC ................... verhuurt deze nieuwbouw op haar beurt aan de Partijen. Partijen gebruiken de gehuurde nieuwbouw ten behoeve van hun gezamenlijke en gebundelde exploitatie van KC ....................Partijen vormen het bestuur van Stichting KC ................... en voeren overleg op basis van de statuten en reglementen van Stichting KC .................... Partijen spannen zich in om zoveel mogelijk uitvoering te geven aan de besluiten van Stichting KC .................... Deze verplichting is beperkt voor zover die naar het oordeel van een Partij leidt tot een conflict met de eigen doelstelling of de wettelijke verantwoordelijkheden.Stichting KC ................... krijgt door Partijen in ieder geval (en onder meer) de in Bijlage 1 Beheerplan KC ................... opgenomen taken opgedragen, waaronder in ieder geval worden begrepen:
Voorbeeld 5 (vervolg) Huisvesting Eigendom en huurrelaties
Financiering en beheer Partijen dragen voor gemeenschappelijke rekening en risico de lasten van het gebruik van het gebouw, het binnenonderhoud, gebouwgebonden gebruikersbelastingen, verzekeringen en voorzieningen voor de aan hen toebedeelde bouwdelen, zoals opgenomen in een door Stichting KC ................... vast te stellen verdeling. Stichting KC ................... is verantwoordelijk voor het beheer van de door haar in gebruik genomen ruimten.Partijen bekostigen gezamenlijk de aanleg en inrichting van de delen van het terrein waarvan zij gebruik maken. Xxxxx onderhoud en schoonmaak van de buitenterreinen, speeltoestellen en zandbakken is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Partijen.Partijen hebben gezamenlijk een beroep gedaan op de subsidieregeling multifunctioneel gebruik schoolgebouwen en zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de aan de op basis van die subsidieregeling aan de toekenning verbonden voorwaarden.
|
Suggesties ter aanvulling? |
Nadere afspraken over huisvesting zijn opgenomen in het reglement onderdeel ‘huisvesting’ (bijlage A). Een kindcentrum kan ook zich ook bevinden in het gebouw van de kinderopvang.
Aanvulling op voorbeeld 4: Daarnaast gaat het niet alleen om partijen die direct concurrent zijn, maar kan het ook gaan om partijen waar je van verwacht dat die “ overlast” geven of de veiligheid in andere zin voor kinderen niet waarborgen. Als er dus een nieuwe gebruiker in een pand komt, dan moet dit besproken worden en aan onderlinge voorwaarden voldaan worden |
Waar te regelen? |
|
Aandachtspunten… |
Verschil huur vs gebruiksrecht Let
er op dat de termijnen in de huurovereenkomst gelijk oplopen aan
die van de samenwerkingsovereenkomst, of maak daar sluitende
afspraken over. |
Onderdeel 7 |
Personeel |
Wat wilt u hier regelen? |
Hoe personeel uit twee organisaties in één team te laten werken |
Tekst uit format LSBS Artikel 5 |
5. Personeel 5.1 Partijen maken het werken met één team mogelijk door medewerkers van het IKC (naam) binnen wettelijke kaders taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden te geven voor zowel onderwijs als kinderopvang. 5.2 Het personeel verbonden aan het primair onderwijs blijft/wordt benoemd bij O. Het personeel verbonden aan de kinderopvang blijft/wordt benoemd bij K. 5.3 Nadere afspraken over personeel zijn opgenomen in het reglement onderdeel ‘personeel’. |
Voorbeelden uit praktijk die aanvullen (anoniem) |
Voorbeeld 1. Artikel 5. Lid 1. Partijen bevorderen het werken als één team en maken dat mogelijk door medewerkers van de Locatie binnen wettelijke kaders taken, etc. Artikel 5. Lid 3. Voor zover een medewerker die in dienst is van de ene Partij leiding en toezicht heeft over een medewerker die in dienst is van de ander Partij, wordt die eerste medewerker geacht terzake de bevoegdheid om leiding en toezicht te geven te beschikken over een nader te definiëren volmacht van de andere Partij. Artikel 5. Lid 5. Partijen spannen zich in om op initiatief en onder verantwoordelijkheid van het MT het personeelsbeleid voor aanname, begeleiding en functioneren maximaal af te stemmen met inachtneming van de wettelijke kaders en het met de medezeggenschapsorganen overeengekomen beleid terzake. Voorts heeft het MT de taak om zoveel als mogelijk efficiënt en gezamenlijk gebruik te maken van personeel op basis van functies en talenten, waarbij zoveel als mogelijk gebruik wordt gemaakt van combinatiefuncties, waardoor kinderen dezelfde gezichten zien. Voor ondersteunende functies wordt een taakverdeling opgesteld en een logische verdeelsleutel tussen beide organisaties. Artikel 5. lid 6. Scholing van medewerking vindt indien dit nuttig is voor de Samenwerking zoveel mogelijk gezamenlijk plaats. Er vindt jaarlijks minimaal één gezamenlijke studiedag en één gemeenschappelijke studieavond plaats.
Voorbeeld 2. Artikel 5.3. Partijen spannen zich er voor in op termijn tot één personeelsbeleid te komen.
Voorbeeld 3. Artikel 5. Lid 1. Partijen bevorderen het werken als één team en maken dat mogelijk door medewerkers van de Locatie binnen wettelijke kaders taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden te geven voor zowel onderwijs als kinderopvang.
Voorbeeld 5 Aansturing KC ................... Directie
Adjunct-directeur
Managementteam
Gezamenlijke
backoffice |
Suggesties ter aanvulling? |
|
Waar te regelen? |
Samenwerkingsovereenkomst, uit te werken in reglement |
Aandachtspunten… |
|
Onderdeel 8 |
Communicatie |
Wat wilt u hier regelen? |
|
Tekst uit format LSBS Artikel 6 |
6. Communicatie 6.1 Partijen spreken af dat de aanmeldingsprocedure van de leerlingen/ kinderen en de regels omtrent privacy zal geschieden via het ‘één-loket-model’. Hiertoe hebben partijen nadere afspraken gemaakt die opgenomen zijn in het reglement onderdeel ‘communicatie’. Partijen maken overigens aan ouders, leerlingen en kinderen inzichtelijk dat wettelijk en ook administratief sprake is van afzonderlijke aanbieders met ieder een eigen formele eindverantwoordelijkheid. |
Voorbeelden uit praktijk die aanvullen (anoniem) |
Voorbeeld 1 Artikel 8. Lid 1. Zowel de interne als externe communicatie van de Samenwerking zal door Partijen zoveel als mogelijk plaatsvinden als ware er sprake van één organisatie. Dit zal onder meer tot uitdrukking worden gebracht in de vorm van een gezamenlijke website, een gezamenlijke nieuwsbrief (die overigens wel gericht kan zijn aan een bepaalde groep binnen de Samenwerking), één logo, één naam te weten… Artikel 8. Lid 3. De aanmelding van kinderen en de beslissing over hun plaatsing zal via het zgn. ‘één-loket-model’ geschieden, wat onder meer inhoudt dat er voor ouders een ‘front-office’ zal zijn op de Locatie en een ‘back-office’ voor de verwerking en afwikkeling zoals het aangaan van overeenkomsten. Artikel 8. Lid 5. Onverminderd het in dit artikel bepaalde geldt dat er juridisch en administratief sprake is van afzonderlijke aanbieders, hetgeen expliciet in de overeenkomsten met ouders tot uitdrukking zal worden gebracht. Artikel 8. Lid 6. Opdat Partijen zullen voldoen aan de Wet Bescherming Persoonsgegevens, zal bij het aangaan van de overeenkomsten met ouders expliciet toestemming aan de ouders worden gevraagd, om informatie over kinderen tussen Partijen te mogen delen en zal zo nodig een zgn. bewerkersovereenkomst in de zin van de WBP worden gesloten.7 |
Suggesties ter aanvulling? |
Hier zouden we nog kunnen toevoegen afspraken over de communicatie zoals naam, naar buiten treden als één organisatie, nieuwsbrieven etc. En afspraken over het opvangen van kinderen na school tijd die in het Kindcentrum zitten, of dat ook andere kinderen van andere scholen hier naar toe komen? |
Waar te regelen? |
Samenwerkingsovereenkomst, met uitwerking in reglement. |
Aandachtspunten… |
|
Onderdeel 9 |
Informatieplicht |
Wat wilt u hier regelen? |
Afspreken hoe partijen elkaar informeren over zaken voor voortbestaan relevant zijn |
Tekst uit format LSBS Artikel 7 |
7. Informatieplicht 7.1 Partijen hebben een informatieplicht naar elkaar over zaken die te maken hebben met of van invloed zijn op het beleid of op de exploitatie van het IKC, en voor zover de informatie noodzakelijk is voor het als bevoegd gezag intern en extern verantwoording kunnen afleggen over de kwaliteit van het onderwijs en de besteding van de bekostiging dan wel als aanbieder van kinderopvang intern en extern verantwoording kunnen afleggen over de kwaliteit van de kinderopvang. 7.2 Partijen betrachten geheimhouding over elkaars bedrijfsvoering naar derden. |
Voorbeelden uit praktijk die aanvullen(anoniem) |
Voorbeeld 3. Artikel 9.2 Partijen zullen een kwaliteitssysteem opzetten, opdat aan de individuele en gezamenlijke kwaliteitsdoelstellingen kan worden voldaan.
Voorbeeld 5 Evaluatie samenwerking en voortgang vormgeving KC's Ter verzekering van de goede gang van zaken en voortgang van de samenwerking tussen Partijen, vindt minimaal éénmaal per jaar evaluatief overleg plaats tussen Partijen met betrekking tot de samenwerking, mede in relatie tot de oprichting, voorbereiding en/of exploitatie van KC .................... Deze evaluatievergadering wordt georganiseerd en voorbereid door de KC-directie.Partijen evalueren in deze vergadering in hoeverre de samenwerking voldoet aan de wederzijdse verwachtingen. In de inhoudelijke evaluatie worden in elk geval betrokken de voortgang van de voorbereidingen, de verwerkelijking van de gezamenlijke KC-Visie, de waardering en beoordeling van interne en externe toezichthouders dan wel van ouders en/of ouderverenigingen.In aanvulling op het voorstaande geldt dat de personen belast met de functie van (uitvoerend) bestuur bij Partijen individueel periodiek een terugkoppeling geven aan de intern toezichthouders van Partijen over de voortgang van de voorbereidingen ten behoeve van de vormgeving en voortgang van KC ....................Partijen treden met elkaar in overleg over een aanpassing van deze Overeenkomst indien een evaluatie als hiervoor bedoeld daartoe aanleiding geeft.
Voorbeeld 5 (vervolg) Informatieverstrekking en kennisdeling De KC-directie informeert Partijen periodiek over de gang van zaken met betrekking tot de voortgang van de samenwerking en de voortgang van de voorbereiding, oprichting en exploitatie van KC .................... Informatieverstrekking geschiedt door toezending van relevante documentatie.De KC-directie draagt ervoor zorg dat steeds zodanige boeken, bescheiden en aantekeningen worden gehouden dat daaruit door de Partijen te allen tijde de rechten en verplichtingen van Partijen kunnen worden gekend.Partijen streven actief naar kennisdeling en informatie-uitwisseling ten behoeve van de bevordering van de voorbereiding, oprichting en exploitatie van KC ................... en voorts de verdere onderlinge samenwerking en afstemming, een en ander conform en in het belang van de doelstellingen als omschreven in deze Overeenkomst.Partijen zijn gehouden alle informatie die een van Partijen naar redelijk oordeel nodig hebben ten behoeve van de samenwerking en voorts het verder uitoefenen van de afspraken gemaakt in de onderhavige Overeenkomst tijdig en in de gewenste vorm ter beschikking te stellen. Daaronder worden in ieder geval ook begrepen meldingen omtrent onderverhuur van door Partijen gehuurde ruimtes. Partijen staan jegens elkaar in voor de juistheid, volledigheid en betrouwbaarheid van die informatie.Partijen verlenen elkaar alle medewerking om aan ieders wettelijke verplichtingen te voldoen. Partijen hebben een informatieplicht naar elkaar over zaken die te maken hebben met of van invloed zijn op de voorbereiding, oprichting en exploitatie van KC ..................., en voor zover de informatie noodzakelijk is voor het intern en extern verantwoording afleggen.Behoudens voor zover wettelijk vereist, zullen Partijen de wederzijds ingevolge deze Overeenkomst verkregen informatie niet direct of indirect publiceren, vrijgeven of anderszins voor derden toegankelijk maken. Partijen nemen de toepasselijk wetgeving omtrent de bescherming van (persoons)gegevens in acht.Partijen staan er jegens elkaar voor in dat de informatie- en geheimhoudingsverplichtingen als omschreven in dit artikel eveneens door al hun werknemers en andere door hen ingeschakelde personen zullen worden nagekomen als ware die partij bij deze Overeenkomst.Onverminderd het bepaalde in Artikel 7.3, zullen Partijen de in het kader van de uitvoering van de Overeenkomst ter beschikking gestelde informatie uitsluitend aanwenden voor doeleinden van deze Overeenkomst. |
Suggesties ter aanvulling? |
|
Aandachtspunten… |
|
Onderdeel 10 |
Wederzijdse aansprakelijkheid |
Wat wilt u hier regelen? |
Aansprakelijkheid jegens elkaar en aansprakelijkheidsverzekering |
Tekst uit format LSBS Artikel 8 |
8. Wederzijdse aansprakelijkheid 8.1 Partijen zullen elkaar over en weer niet aansprakelijk stellen ter zake van schade die partijen of derden leiden als gevolg van de naleving en uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst of enig financieel tekort als gevolg van de naleving en uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst. De hiervoor omschreven uitsluiting van wederzijdse aansprakelijkheid heeft geen geldingskracht indien de schade het gevolg is van opzettelijk of bewust roekeloos gedrag dan wel dwaling van de partij die aansprakelijk wordt gesteld. Onder schade in de zin van dit artikel wordt mede verstaan de over enig te vergoeden bedrag verschuldigde wettelijke rente, de proceskosten welke een partij is gehouden te voldoen en/of de ten behoeve van de verdediging van gemaakte rechtsbijstand kosten, inclusief de kosten van rechtsbijstand. 8.2 Partijen verplichten zich ertoe voor het verzorgen en/of behouden van redelijkerwijs noodzakelijke aansprakelijkheidsverzekeringen af te sluiten. |
Voorbeelden uit praktijk die aanvullen (anoniem) |
Voorbeeld 1. Artikel 6. Aansprakelijkheid.
Voorbeeld 2. Artikel 8.2 Partijen verbinden zich tot het afsluiten van of behouden van redelijkerwijs noodzakelijke aansprakelijkheidsverzekeringen voor kinderopvang en onderwijs; zij verplichten zich er toe de uitvoeringspraktijk zo in te richten dat taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van medewerkers in lijn zijn met werkgeversverantwoordelijkheden van O en K.
Voorbeeld 5 Verzekeringen De Partijen sluiten ieder de benodigde en op de situatie passende verzekeringen af ter zake van de in hun risicosfeer gelegen gebeurtenissen, en houden deze via regelmatige premiebetaling gesloten. Desgewenst kunnen zij van elkaar inzicht in de betreffende polissen verlangen, aan welk verzoek telkens gehoor wordt gegeven.Met inachtneming van het hiervoor in 8.1 bepaalde, is de Gemeente in elk geval verplicht de opstal van KC ................... voldoende verzekerd te houden tegen brand, storm, glasschade, of de door deze verzekeringen te dekken/gedekte risico's als zijnde haar eigen risico's en verantwoordelijkheid te aanvaarden.Partijen dragen zorg voor het verzekeren van de eigen investeringen, ................... en ................... sluiten een eigen inboedelverzekering af. Partijen sluiten een aansprakelijkheidsverzekering af voor hun activiteiten in het gebouw en op het buitenterrein. |
Suggesties ter aanvulling? |
|
Waar te regelen? |
Samenwerkingsovereenkomst |
Aandachtspunten… |
Vraag bij elkaar de omvang van de dekking van de aansprakelijkheid op. Wat zijn de standaarden, kent onderwijs daarvoor andere condities dan kinderopvang? |
Onderdeel 11 |
Looptijd |
Wat wilt u hier regelen? |
Looptijd maar ook duurzaamheid van de samenwerking |
Tekst uit format LSBS Artikel 9 |
9. Duur en beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst 9.1 Deze samenwerkingsovereenkomst treedt in werking met ingang van (datum). De samenwerkingsovereenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd en kan met inachtneming van één jaar/ 3 maanden schriftelijk worden opgezegd door partijen. 9.2 Elk der partijen kan voorts met onmiddellijke ingang opzeggen indien en zodra: • de wederpartij in staat van faillissement wordt verklaard; • aan de wederpartij surséance van betaling wordt verleend; of • de andere partij toerekenbaar tekort schiet in haar verplichtingen uit deze overeenkomst, na tot nakoming van die verplichtingen schriftelijk te zijn aangemaand. 9.3 Bij opzegging van de samenwerkingsovereenkomst zullen partijen bevorderen dat de wederzijdse activiteiten worden beëindigd, met dien verstande dat K. het recht blijft behouden kinderopvang op de bewuste locaties aan te bieden en met inachtneming van de eventuele huurovereenkomsten. Beëindiging zal geschieden in de verhouding van de geldende financiële verdeelsleutel, behoudens O. en K. gezamenlijk een andere verdeling of andere grondslag overeenkomen. 9.4 Bereiken partijen geen overeenstemming over de wijze van beëindiging, dan zullen partijen elk een deskundige aanwijzen, die op hun beurt één of twee onafhankelijke deskundige(n) aanwijzen. De beide deskundigen en de onafhankelijke deskundige(n) vormen gezamenlijk een adviescommissie. De adviescommissie zal, gehoord de partijen, een voor partijen bindend advies uitbrengen. Het advies zal betrekking hebben op de wijze van verdeling, eventuele vergoedingen, nabetalingen, eventueel voortdurende dienstverlening en ondersteuning en alle andere aspecten die door de adviescommissie nodig wordt geoordeeld en niet in strijd zijn met (onderwijs)wet- en regelgeving. Voor zover van toepassing houdt de adviescommissie rekening met de financiële verdeelsleutel. |
Voorbeelden uit praktijk die aanvullen (anoniem) |
Voorbeeld 1. Artikel 1. lid 2. Partijen verbinden zich om de Samenwerking en de wijze waarop die in de praktijk is vormgegeven regelmatig te evalueren, opdat knelpunten, onvoorziene en ongewenste uitwerkingen van de Samenwerking (hierna: incident) vroegtijdig worden gesignaleerd en worden aangepast en opgelost op een voor beide Partijen genoegzame wijze. Artikel 7. Lid 1. Voor Partijen geldt als uitgangspunt een langdurige samenwerking en derhalve het commitment om de Overeenkomst en de Samenwerking te continueren. Gelet hierop wordt het besluit om de Overeenkomst niet voort te zetten / op te zeggen, door een Partij niet lichtvaardig genomen, doch slechts na kenbare weging van de wederzijdse belangen van Partijen én die van de ouders en kinderen. Hiervoor worden de volgende afspraken gemaakt:
Artikel 7. Lid 2. De overeenkomst kan door iedere Partij met inachtneming van het in het vorige lid bepaalde worden opgezegd, met een opzegtermijn van twaalf (12) maanden, tegen 1 augustus zijnde het einde van een schooljaar. Artikel 7. Lid 4. Indien een (dreigend) geschil aan de voorgenomen opzegging ten grondslag ligt, verbinden Partijen zich jegens elkaar om een besluit tot opzegging niet te nemen, dan nadat Partijen te goeder trouw met elkaar mediation hebben beproefd met het oog op voortzetting van de samenwerking. Artikel 7. Lid 7. Bereiken Partijen geen overeenstemming over de afwikkeling van de Samenwerking, dan zullen partijen de Kantonrechter in de rechtbank … verzoeken een deskundige aan te wijzen. De deskundige zal na hoor en wederhoor bindend advies uitbrengen over de wijze waarop de Samenwerking dient te worden beëindigd. Het advies zal omvatten de wijze van verdeling, eventuele vergoedingen, nabetalingen, eventueel voortdurende dienstverlening en ondersteuning en alle andere aspecten die de deskundige nodig oordeelt, binnen de kader van de geldende wet- en regelgeving.
Voorbeeld 5Einde overeenkomst Deze Overeenkomst is aangegaan voor een periode van vijf jaren, met dien verstande dat Partijen deze Overeenkomst elke vijf jaar evalueren, zo nodig aanpassen aan gewijzigde omstandigheden en desgewenst met eenzelfde termijn verlengen. De uitkomst van een periodieke of incidentele evaluatie kan aanleiding geven tot het aanpassen, aanvullen of eindigen van de Overeenkomst. Aanpassingen en/of aanvullingen van deze Overeenkomst kunnen schriftelijk door Partijen worden overeengekomen, mits overeenstemming bestaat over de (financiële) gevolgen van die beëindiging, waarbij de belangen van alle Partijen voldoende in acht worden genomen.Partijen maken in aanvulling op het bepaalde in artikel 9.1 bij beëindiging nadere afspraken over de financiële afwikkeling van gezamenlijk reeds gedane ondeelbare investeringen, evenals vooruitbetaalde bijdragen aan het inpandig MOP.Indien zich een onvoorziene omstandigheid voordoet (waaronder mede begrepen gewijzigde wet- en regelgeving, faillissement of opheffing van een Partij, beëindiging van subsidies), die niet te wijten is aan één van Partijen en die van dien aard is dat Partijen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mogen verwachten, zullen de Partijen opnieuw in overleg treden om de overeenkomst aan de onvoorziene omstandigheid aan te passen. Indien slechts één van de Partijen van mening is dat sprake is van een onvoorziene omstandigheid, is sprake van een geschil als bedoeld in artikel 8.Indien één van de Partijen zijn krachtens deze Overeenkomst opgelegde verplichtingen niet, niet tijdig, of niet behoorlijk nakomt, kunnen de andere Partijen bij deze overeenkomst gezamenlijk deze Partij schriftelijk in gebreke stellen en vorderen dat de Partij alsnog aan haar verplichtingen voldoet, bij gebreke waarvan de in gebreke stellende Partijen het recht hebben de beheerovereenkomst tussentijds te beëindigen, waarvan slechts opzegging voorafgaat indien de wet zulks vereist. Ook in dat geval is de in gebreke gestelde Partij gehouden alle kosten en schade als gevolg hiervan te vergoeden.Deze Overeenkomst eindigt in de volgende gevallen en zonder schadeplichtig te worden jegens de andere Partijen indien:
Beëindiging van de Overeenkomst als hiervoor bedoeld geschiedt door schriftelijke en gemotiveerde opzegging van de Overeenkomst jegens de overige Partijen.Indien en voor zover er door in de plaats stelling, contractsoverneming door gebruikers, verschuiving optreedt in het gebruik, dan dient de betreffende gebruiker ervoor zorg te dragen dat degene die voor haar in de plaats treedt naar rato in zowel financiële zin als in de feitelijke uitvoering zal deelnemen in de beheerovereenkomst. Separate afspraken met een derde partij zijn voor de gebruikers alleen van toepassing, wanneer de andere partijen daarmee akkoord zijn (gegaan). Wanneer dit niet het geval is kan de gebruiker niet uit de verplichtingen van die overeenkomst worden ontslagen bij contractsoverneming.In alle gevallen van beëindiging van deze overeenkomst geldt dat de afwikkeling van de relaties tussen Partijen geschiedt met inachtneming van de in artikel 0 bedoelde financiële verdeling, elkaars redelijke belangen en de belangen van de leerlingen die betrokken zijn bij de gezamenlijk exploitatie van KC .................... |
Suggesties ter aanvulling? |
In samenwerkingsovereenkomst opnemen vergoeding (materieel, goodwill) bij beëindiging: die is immers door ouders betaald en zou daar naar terug moet vloeien. |
Waar te regelen? |
|
Aandachtspunten… |
Onderwijs zal artikel 9.3 niet willen tekenen.
|
Onderdeel 12 |
Geschillen |
Wat wilt u hier regelen? |
Geschillen tussen partijen |
Tekst uit format LSBS Artikel 10 |
10. Geschillenregeling 10.1 Alle geschillen welke mochten ontstaan naar aanleiding van, dan wel voortvloeien uit deze samenwerkingsovereenkomst, dan wel het reglement en overige aanvullingen en overeenkomsten die daarvan het gevolg mochten zijn, zullen in goed overleg worden opgelost. 10.2 Indien het overleg ertoe leidt dat een oplossing wordt bereikt, zullen partijen deze oplossing (laten) vastleggen in een vaststellingsovereenkomst. Leidt goed overleg niet tot een oplossing, dan zullen die geschillen in eerste aanleg worden beslecht door de bevoegde rechter. Partijen kunnen gezamenlijk besluiten dat het geschil wordt voorgelegd aan een adviescommissie als bedoeld in artikel 9.4. |
Voorbeelden uit praktijk die aanvullen (anoniem) |
Voorbeeld 1. Artikel 1. Lid 3. Indien een Partij binnen haar (wettelijk) domein een incident constateert, dan treden Partijen hierover met gepaste voortvarendheid in overleg en wordt het incident in overleg opgelost. Darbij wordt gezocht naar de voor de Partij binnen wier domein het incident valt meest optimale oplossing, die voor de andere Partij niet op een overwegend bezwaar stuit. Artikel 1. Lid 4. Raakt het incident aan beider domeinen, dan zorgen Partijen voor een oplossing die voor geen van beiden tot overwegend bezwaar stuit.
Voorbeeld 5 Geschillenregeling Er is sprake van een geschil indien één van de Partijen van mening is dat daarvan sprake is en de andere Partij(en) hiervan schriftelijk op de hoogte heeft gesteld.Partijen spannen zich tot het uiterste in om alle geschillen welke voortvloeien uit deze overeenkomst dan wel daarmee samenhangen, uitgezonderd de geschillen die waarin het gebruik van publiekrechtelijke bevoegdheden in het geding zijn, binnen één maand middels goed overleg in der minne op te lossen.Indien de in het vorige lid bedoelde geschillen niet binnen de termijn langs minnelijke weg kunnen worden opgelost, is elk van de partijen bevoegd een procedure aanhangig te maken bij de Rechtbank te X. |
Suggesties ter aanvulling? |
|
Aandachtspunten… |
|
Onderdeel 13 |
Slot |
Wat wilt u hier regelen? |
|
Tekst uit format LSBS Artikel 11 |
11. Slotbepalingen 11.1 Partijen zullen met elkaar in overleg treden over een aanpassing van deze samenwerkingsovereenkomst die zo dicht mogelijk bij de aard en strekking van deze samenwerkingsovereenkomst ligt indien de onverkorte uitvoering daarvan op enig moment in strijd mocht zijn met op de partijen rustende (onderwijs)wet- en regelgeving. 11.2 Partijen zullen hun rechten en verplichtingen uit deze samenwerkingsovereenkomst niet, geheel of gedeeltelijk, aan derden mogen overdragen zonder de voorafgaande instemming van de andere partijen, zulks met uitzondering van de overdracht krachtens de bestuursoverdracht als bedoeld in de onderwijswetgeving. 11.3 Op deze samenwerkingsovereenkomst en de daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen over en weer is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. |
Voorbeelden uit praktijk die aanvullen(anoniem) |
Voorbeeld 5 Slotbepalingen De considerans en bijlagen maken deel uit van deze Overeenkomst. In geval van strijdigheid tussen deze Overeenkomst en de bijlagen prevaleert de tekst van deze Overeenkomst.Als bij de uitvoering van deze Overeenkomst blijkt dat zich omstandigheden, daaronder begrepen voor de gebruikers of Gemeente in het kader van beheer relevante wijzigingen in wetgeving voordoen waarin deze Overeenkomst niet voorziet, wordt daarmee op zodanige wijze omgegaan dat in de geest van deze regeling wordt gehandeld en voorts zodanig, dat op redelijke en billijke wijze wordt gehandeld.Indien een bepaling van deze Overeenkomst ongeldig of op andere wijze niet-verbindend is, zullen de overige bepalingen van de Overeenkomst hun volle werking behouden. In dat geval zullen Partijen de ongeldige bepaling vervangen door een geldige bepaling overeenkomstig het doel en de strekking van deze Overeenkomst, zodanig dat de nieuwe bepaling zo weinig mogelijk verschilt van de ongeldige bepaling.Geen van de Partijen bij deze Overeenkomst zal haar rechten onder deze Overeenkomst aan een derde overdragen, zonder de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de andere Partijen, behoudens voor zover uit hoofde van de Overeenkomst anders voortvloeit.Op deze Overeenkomst en alle overeenkomsten die hieruit voortvloeien is Nederlands recht van toepassing. |
Suggesties ter aanvulling? |
|
Waar te regelen? |
|
Aandachtspunten… |
|
Onderdeel 14 |
Ondertekening |
Wat wilt u hier regelen? |
Rechtsgeldigheid en borgen instemming medezeggenschapsorganen |
Tekst uit format LSBS Ondertekening |
Aldus (na verkregen overeenstemming van de medezeggenschapsraad/OR/Ouderraad of onder voorbehoud van te verkrijgen overeenstemming van de medezeggenschapsraad/OR/Ouderraad) overeengekomen, ondertekend en in tweevoud opgemaakt op …................te .......................... Namens O. Namens K. |
Voorbeelden uit praktijk die aanvullen (anoniem) |
|
Suggesties ter aanvulling? |
|
Waar te regelen? |
|
Aandachtspunten… |
|
Onderdeel 15 |
Medezeggenschap (apart artikel van gemaakt) |
Wat wilt u hier regelen? |
|
Tekst uit format LSBS Artikel 2.5 |
Partijen bevorderen het overleg en de afstemming tussen de betrokken medezeggenschapsorganen op het niveau van het IKC (naam). Daartoe is een gemeenschappelijk medezeggenschapsorgaan (MO-IKC) ingesteld dat bevoegd is op het gemeenschappelijke terrein van IKC (naam). Het MO-IKC heeft alle rechten en plichten van zowel de medezeggenschapsraad als bedoeld in de WMS, als van de oudercommissie zoals bedoeld in de WKO. In het reglement onderdeel ‘bestuur en organisatie’ is de bevoegdheid en werkwijze van MO-IKC verder geregeld.] |
Voorbeelden uit praktijk die aanvullen (anoniem) |
Hier zouden we kunnen verwijzen naar reeds ontwikkelde reglementen. |
Suggesties ter aanvulling? |
Let ook op OR |
Waar te regelen? |
|
Aandachtspunten… |
|
Onderdeel 16 |
Privacy (ook in een apart artikel) |
Wat wilt u hier regelen? |
|
Tekst uit format LSBS
|
Zie artikel 6.1. |
Voorbeelden uit praktijk die aanvullen (anoniem) |
Voorbeeld 4 Ter bescherming van de privacy van alle betrokken partijen, is het uitgangspunt van het reglement communicatie dat er enkel persoonsgegevens tussen Partijen worden uitgewisseld indien dit noodzakelijk is voor het bereiken van IKC doelstellingen.
Partijen kwalificeren beide voor zich als verantwoordelijke in de zin van de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) voor de gegevens die zij verzamelen en verwerken van de bij hen aangemelde kinderen en ouders. Partijen zijn als verantwoordelijke verantwoordelijk en aansprakelijk voor alle verplichtingen die voortvloeien uit de wet. Iedere Partij dient voor zich na te gaan of en in hoeverre zij gerechtigd is om persoonsgegevens uit te wisselen in het kader van IKC werkzaamheden en of hiervoor een wettelijke grondslag bestaat.
Dit is nog verder uit te breiden met een bijlage die is opgesteld waarin de beveiligingsmaatregelen zijn opgenomen om persoonsgegevens die verwerkt worden te beveiligen. Daarnaast afspraken die zijn opgenomen om datalekken te voorkomen. |
Suggesties ter aanvulling? |
Bekijk goed of de AVG al goed in deze voorbeelden is verwerkt. |
Waar te regelen? |
|
Aandachtspunten… |
|
Overzicht met relevante bijlagen
Checklist reglementen en reglement Bestuur en organisatie (LSBS, 2014)
Voorbeeld intentieverklaring uit handleiding gemeente X
Voorbeeld overeenkomst van kosten voor gemene rekening
Voorbeelden samenwerking twee denominaties
Bijlage A bij Format Samenwerkingsovereenkomsten
Checklist reglement
De brochure De weg naar een IKC van het Landelijk Steunpunt Brede Scholen (LSBS) en de Vereniging Bijzondere Scholen (VBS) uit 20148 geschreven door Xxxxxx Xxxxxxxx (LSBS), Xxxxxxx Xxxxxxxxxx (VBS) en Xxxxxx Xxxxxxxxxxx (VBS) bevatte in bijlage 3 een checklist voor reglementen die in aanvulling op de samenwerkingsovereenkomst opgesteld kunnen worden.
Visie |
|
Bestuur en organisatie |
|
Middelen |
|
Huisvesting |
|
Personeel |
|
Communicatie |
|
Bijlage 4 bij De weg naar een IKC
Voorbeeldreglement
onderdeel bestuur en organisatie9
10
NB: opmerking
d.d. 11 februari 2020:
Dit reglement uit 2014 dient als
voorbeeld. Er zijn diverse andere varianten mogelijk. In de praktijk
zien we reglementen, checklists en werkafspraken. Met dit voorbeeld
wordt wel helder op welke onderwerpen je nadere afspraken kunt maken.
(Met soms een opmerking of een vraag van de kopgroep kinderopvang in
cursief).
Artikel 1 Begripsbepaling
In dit reglement onderdeel bestuur en organisatie wordt verstaan onder:
• code goed bestuur: Code Goed Bestuur in het primair onderwijs (PO-raad) en Goverance Code Kinderopvang (Brancheorganisatie Kinderopvang);
• reglement onderdeel bestuur en organisatie: regeling inzake de verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden tussen bestuur en directeur;
• bestuur O: het bestuur van de stichting O (aanvulling werkgroep: kan ook vereniging zijn)
• bestuur K: het bestuur van (de stichting) K
• stuurgroep: de door het bestuur van O en K aangestelde groep die namens de twee besturen O en K verantwoordelijk is voor de vormgeving van het IKC (naam).
• directeur: de directeur IKC c.q. bij zijn afwezigheid de door het bestuur aangewezen plaatsvervangend directeur IKC;
• IKC: de onder het bestuur vallende samenwerking van O en K onder de (naam) in de (gemeente) aan de (adres);
• medezeggenschapsraad: de medezeggenschapsraad van de onder het bestuur van O ressorterende school aan de (adres);
• ondernemingsraad: de ondernemingsraad van de onder het bestuur van K ressorterende kinderopvang aan de (adres)
En de oudercommissie
Artikel 2 Bestuur
1. Het bestuur O bestuurt de stichting O en voert als zodanig het bevoegd gezag over de onder de stichting ressorterende school, een en ander met inachtneming van de statuten en de op basis daarvan vastgestelde regelingen, alsmede met Voorbeeld reglement onderdeel bestuur en organisatie, Bijlage 4 inachtneming van de op de stichting en de onder de stichting ressorterende school van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en op basis daarvan vastgestelde regelingen.
2. Het bestuur K bestuurt de stichting K en voert als zodanig het bevoegd gezag over de onder de stichting ressorterende kinderopvang, een en ander met inachtneming van de statuten en de op basis daarvan vastgestelde regelingen, alsmede met inachtneming van de op de stichting en de onder de stichting ressorterende kinderopvang van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en op basis daarvan vastgestelde regelingen. In KO spreken we niet over bevoegd gezag?
3. Het bestuur van O en het bestuur K oefenen hun taken uit op basis van een toeziend bestuursconcept en vormen hiertoe de interne toezichthouder op basis van de wet en de code goed bestuur11.
Artikel 3 Stuurgroep
1. Bestuur O en bestuur K stellen ieder 1/2 perso(o)n(en) aan voor de stuurgroep die namens bestuur O en bestuur K verantwoordelijk is voor de vormgeving van het IKC. Ontslag van een lid van de stuurgroep kan alleen plaatsvinden door het bestuur door wie het betreffende lid is aangesteld.
2. Bij aanvang betreffen dit namens O, (namen), en namens K, (namen).
3. De voorzitter van de stuurgroep is (naam)
4. Besluitvorming binnen de stuurgroep vindt plaats op basis van consensus. Indien er geen consensus kan worden bereikt heeft de voorzitter een doorslaggevende stem. MV: of wordt gezocht tot er wel consensus is gevonden
5. De stuurgroep legt verantwoording af aan de gezamenlijke besturen O en K en legt voorbereidde bindende besluiten ten aanzien van de werkbegroting IKC, het formatieplan IKC en al het andere op het IKC van toepassing zijnde beleid ter definitieve besluitvorming voor aan het bestuur O en het bestuur K.
6. De navolgende taken worden door de stuurgroep uitgevoerd:
a het onder voorbehoud van definitieve bestuurlijke besluitvorming door bestuur O en bestuur K goedkeuren van de werkbegroting IKC, het formatieplan IKC en al het andere op het IKC van toepassing zijnde beleid;
b het namens bestuur O en bestuur K toezien op de naleving door de directeur van wettelijke verplichtingen en de code goed xxxxxxx00;
c het namens bestuur O en bestuur K toezien op de rechtmatige verwerving en de doelmatige en rechtmatige bestemming en aanwending van de voor onderwijs bedoelde middelen verkregen op grond van de wet;
d het namens bestuur O en bestuur K toezien op de rechtmatige verwerving en de doelmatige en rechtmatige bestemming en aanwending van de voor kinderopvang bedoelde middelen;
e het doen van een bindende voordracht aan het bestuur O en het bestuur K voor het benoemen, schorsen en ontslaan van de directeur alsmede het vaststellen van diens arbeidsvoorwaarden;
f het doen van een bindende voordracht aan het bestuur O of het bestuur K voor het benoemen, schorsen en ontslaan van personeelsleden van het IKC;
g het doen van een bindende voordracht aan het bestuur O of het bestuur K van disciplinaire maatregelen, schorsingen of ontslag van personeelsleden van het IKC. h het (door twee leden van de stuurgroep) tenminste één maal per jaar bijwonen van een vergadering van de medezeggenschapsraad en de ondernemingsraad waar tevens de directeur bij aanwezig is.
7. De stuurgroep kan de directeur gevraagd en ongevraagd adviseren.
8. Twee leden van de stuurgroep gezamenlijk (waaronder in beginsel de voorzitter en minimaal één bestuurslid van bestuur O) houden ten minste één maal per jaar een functioneringsgesprek met de directeur. Deze leden van de stuurgroep brengen aan bestuur O een advies uit omtrent beoordeling en toepassing van beoordelingssancties uit. De beoordeling wordt vastgesteld door het bestuur O. Waarom per se bestuur O?
Artikel 4 Directeur
1. Bestuur O benoemt op bindende voordracht van de stuurgroep (zie artikel 3 lid 6e) een directeur IKC. De benoeming vindt plaats op basis van een vast te stellen competentieprofiel en na advisering door de medezeggenschapsraad van O en de ondernemingsraad van K. MV: moet dat bestuur O zijn? Waar is OC?
2. Xxxxxxxxx en ontslag alsmede het vaststellen van diens arbeidsvoorwaarden geschiedt eveneens door bestuur O op bindende voordracht van de stuurgroep.
3. Indien er sprake is van een vacature, stelt de stuurgroep een commissie voor werving en selectie samen ter voorbereiding van een benoemingsbesluit. In deze commissie hebben ten minste zitting twee leden van de stuurgroep, alsmede één vertegenwoordiger van de medezeggenschapsraad van O. en één vertegenwoordiger van de ondernemingsraad van K. De commissie draagt zorg voor werving en selectie van een nieuwe directeur in dier voege dat de commissie een niet-bindend benoemingsadvies uitbrengt aan de stuurgroep.
4. Bij aanvang is de directeur (naam).
5. Het bestuur O
verleent volmacht aan de directeur ten aanzien van haar wettelijke en
statutair bepaalde taken en bevoegdheden tenzij deze krachtens wet of
krachtens dit reglement onderdeel bestuur en organisatie aan het
bestuur of de stuurgroep zijn voorbehouden. Deze bevoegdheden beslaan
onder meer de toedeling, bestemming en aanwending van de
bekostigingsmiddelen voor O binnen de door het bestuur O goedgekeurde
begroting.
Bestuur K moet toch
ook iets zeggen over aansturing van personeel K door derden, te weten
O.
6. De directeur legt verantwoording af aan de stuurgroep en geeft binnen de door bestuur O en bestuur K geformuleerde kaders invulling aan de visie.
7. De navolgende taken worden door de directeur uitgeoefend:
a. het organiseren van en leidinggeven aan de educatieve, didactische en pedagogische bedrijfsvoering op het IKC;
b. het monitoren van de kwaliteit van het onderwijs en de kinderopvang als onderdeel van het IKC;
c. het doen van uitgaven en het aangaan van verplichtingen binnen de door de het bestuur van O en het bestuur van K vastgestelde werkbegroting;
d. het binnen de door het bestuur van O en het bestuur van K opgestelde formatie van het IKC die bestaat uit zowel formatie ten behoeve van het onderwijs als formatie ten behoeve van de kinderopvang, en met inachtneming van de geldende cao-bepalingen, doen van bindende voordrachten aan de stuurgroep met betrekking tot het aanstellen en ontslaan van medewerkers van het IKC binnen de voor het IKC (naam) opgestelde formatie.
e. het aan de stuurgroep voorstellen van disciplinaire maatregelen, schorsingen of ontslag van personeelsleden van het IKC;
f. het uitvoeren van het door de stuurgroep vastgestelde personeelsbeleid;
g. het bijwonen van een deel van) de vergaderingen van de medezeggenschapsraad van O en de ondernemingsraad van K. Oudercommissie
8. Besluitvorming over de volgende zaken wordt voorbereid door de directeur en vindt plaats door het bestuur van O en het bestuur van K op bindende voordracht van de stuurgroep:
a. de jaarlijkse werkbegroting;
b. vaststellen of wijzigen van dit reglement onderdeel bestuur en organisatie;
c. aangaan of beëindigen van overeenkomsten van de stichting O en/of stichting K tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen;
d. aangaan en beëindigen van overeenkomsten waarbij de stichting O en/of de stichting K. zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt;
e. het aangaan of verbreken van duurzame samenwerkingsrelaties met andere rechtspersonen en/of instellingen.
RvT O en K?
Artikel 5 Toezicht en informatie
1. De stuurgroep ziet namens het bestuur O en het bestuur K toe op de uitvoering van de visie van het IKC en de samenwerkingsovereenkomst IKC.
2. De stuurgroep houdt toezicht op het beleid van de directeur en op de gang van zaken binnen het IKC. De stuurgroep toetst of de directeur bij zijn beleidsvorming en de uitvoering van zijn taken oog houdt op het belang van stichting O en stichting K, rekening houdend met het feit dat de stichtingen een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben, en een zorgvuldige en evenwichtige afweging heeft gemaakt van de belangen van allen die bij de stichtingen betrokken zijn. De stuurgroep ziet er op toe dat de uitvoering van het beleid strookt met de relevante wet- en regelgeving, inclusief de code goed bestuur, de samenwerkingsovereenkomst tussen O en K inclusief het onderliggende reglement en overige vastgesteld beleid.
3. De directeur draagt er zorg voor dat de stuurgroep adequaat wordt geïnformeerd over aangelegenheden welke voor hem van belang zijn. De directeur verschaft de stuurgroep periodiek informatie over het beleid, de doelrealisaties, de prestaties en de resultaten. De stuurgroep wordt vier keer per jaar op gestandaardiseerde wijze geïnformeerd in de vorm van een planning- en controlecyclus met afgesproken termijnen met behulp van kengetallen.
4. De directeur rapporteert de stuurgroep regelmatig over:
a. de realisering van de visie, inclusief de daaraan verbonden risico’s en mechanismen tot beheersing ervan;
b. de kwaliteit van het onderwijs, de kinderopvang en het personeelsbeleid;
c. de ontwikkeling van de financiële situatie aan de hand van periodieke rapportages;
d. zijn beoordeling van de werking van de interne beheersystemen, zoals o.a. de frontoffice en de backoffice;
e. het op orde zijn van de bedrijfsprocessen;
5. De stuurgroep wordt door de directeur voorts geïnformeerd over:
a. belangrijke interne en externe ontwikkelingen, waaronder wet- en regelgeving en de op het IKC van toepassing zijnde cao’s;
b. het schoolplan en de schoolgids van de school van O en het informatieboekje van de kinderopvang K; Pedagogisch beleid KO, veiligheidsbeleid KO etc.
c. problemen en conflicten van betekenis in de organisatie alsmede klachten, meldingen en de beslissing daarop ingevolge de klachtenregeling en de klokkenluiderregeling;
x. xxxxxxxx waarin de stichting O en/of stichting K in rechte worden betrokken of zelf gerechtelijke stappen ondernemen (externe geschillen- en beroepsprocedures daaronder begrepen) alsmede de vonnissen daarin;
e. calamiteiten die gemeld zijn bij de gerechtelijke autoriteiten dan wel de betreffende inspecties;
f. kwesties, waarvan verwacht kan worden dat zij in de publiciteit komen;
g. op het IKC betrekking hebbende interne en externe kwaliteitsrapportages (waaronder begrepen inspectierapportages);
h. alle overige punten waarvan de stuurgroep het noodzakelijk vindt om over geïnformeerd te worden en waarvan in redelijkheid door de directeur kan worden verwacht dat dit van belang is voor de stuurgroep.
6. De stuurgroep wint informatie in door:
a. de informatieverstrekking door de directeur;
b. ten minste één maal per jaar een gezamenlijke bijeenkomst van de stuurgroep, de directeur en de medezeggenschapsraad en ondernemingsraad bij te wonen;
c. andere manieren waarover van te voren specifieke afspraken met de directeur zijn gemaakt;
d. na overleg met de directeur op kosten van de stichting externe deskundigheid voor zijn oordeel en advies in te schakelen.
Artikel 6 Waarneming
1. De directeur kan bij korte afwezigheid iemand uit de organisatie aanwijzen om als plaatsvervanger op te treden.
2. Het tijdelijk waarnemen van de taken van de directeur kan alleen plaatsvinden op aanwijzing van het bestuur O na een bindend advies van de stuurgroep.
Artikel 7 Inwerkingtreding
Dit reglement onderdeel bestuur en organisatie treedt in werking op (datum) en geldt voor onbepaalde tijd, onverlet de bevoegdheid van het bestuur van O en het bestuur van K tot intrekking of wijziging van dit reglement onderdeel bestuur en organisatie.
Artikel 8 Slotbepaling
In de gevallen waarin dit reglement onderdeel bestuur en organisatie niet voorziet beslissen de besturen van O en K na bindend advies van de stuurgroep en na overleg met de directeur.
Bijlage B
Voorbeeld intentieverklaring uit handleiding van gemeente X
De ondergetekenden:
1. Stichting Onderwijs (O), statutair gevestigd te (1234 AA) (plaatsnaam) aan de (adres), in deze
rechtsgeldig vertegenwoordigd door …, voorzitter van het bestuur, hierna te noemen O;
2. Stichting Kinderopvang (K), statutair gevestigd te (1234 AA) (plaatsnaam) aan de (adres), in
deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door …., voorzitter van het bestuur/directeur-bestuurder,
hierna te noemen K;
Stichting O en Stichting K hierna ook gezamenlijk te noemen: “Partijen”;
Overwegende het volgende:
A. Partijen constateren dat: (geef hier het waarom aan; wat zijn de achterliggende overwegingen
en redenen die ten grondslag liggen aan de beoogde samenwerking).
B. Partijen hebben de intentie om gezamenlijk een Integraal Kindcentrum (IKC) (naam) te vormen in
de (gemeente) aan de (adres).
C. Onder een IKC wordt verstaan een voorziening voor kinderen van 0-13 jaar met een totaal aanbod
op het gebied van onderwijs en kinderopvang op basis van de volgende uitgangspunten: één
educatieve en pedagogische visie met één integraal programma voor onderwijs en ontwikkeling,
uitgevoerd door één team dat bestaat uit medewerkers onderwijs en kinderopvang met één
leidinggevende voor een eenduidige aansturing op de locatie. Ieder IKC heeft een profiel wat de
missie van het IKC aangeeft. Een IKC is vijf dagen per week van ‘zeven tot zeven’ geopend en biedt
een breed aanbod van onderwijs en opvang, maar ook sport, cultuur, spel en zorg. De volledige
definitie vastgesteld door de schoolbesturen en kinderopvang in X is als Bijlage A bij deze
intentieverklaring gevoegd en is daarmee onlosmakelijk verbonden.
Partijen verklaren ter uitwerking van deze intentie het volgende te zijn overeengekomen:
Inhoudelijke samenwerking
1.1. Partijen starten aansluitend op het tekenen van deze intentieverklaring een onderzoeks- en
uitwerkingstraject waarin kansen en xxxxxx’x verder in kaart worden gebracht, de modaliteiten van
de samenwerking nader worden onderzocht en uitwerkingskeuzes worden verkend in het bijzonder
ten aanzien van de volgende aspecten:
a. Bestuur en organisatie: er wordt een passende samenwerkingsvorm gekozen en uitgewerkt;
b. Middelen: een voorwaarde is dat de financiële autonomie van beide partijen wordt gewaarborgd;
c. Huisvesting: er wordt geschikte huisvesting/locatie gezocht en/of aangepast passend bij de visie;
d. Personeel: verkenning van verplichtingen en verschillende aspecten van samenwerking;
e. Communicatie: de verkenning van de mogelijkheden van één aanspreekpunt.
1.2. Partijen maken bij dit traject gebruik van de “mindmap IKC”, die als Bijlage B bij deze
intentieverklaring is gevoegd.
2. Het onderzoeks- en uitwerkingstraject moet leiden tot een integrale rapportage welke uiterlijk
….. beschikbaar is voor finale afweging, inspraak en besluitvorming voor het besturenoverleg tussen
de besturen van O. en K.
3. Partijen leggen de leiding en uitvoering van het onderzoeks- en uitwerkingstraject in handen van
een stuurgroep, bestaande uit 1/ 2 perso(o)n(en) van de partijen. De stuurgroep kan een beroep
doen op anderen, in of buiten beide organisaties.
4. De stuurgroep wijst een voorzitter aan. De stuurgroep werkt op basis van gelijkwaardigheid en
alle leden hebben een gelijkwaardige stem. Partijen houden zich aan de afspraken die in de
stuurgroep gemaakt zijn.
5. Gedurende het onderzoeks- en uitwerkingstraject onderhoudt de stuurgroep geregeld contact
met toezichthouders, (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad, ondernemingsraad, directeur
O., directeur X. en andere direct betrokkenen over de voortgang.
6. Partijen streven naar besluitvorming in …….., zodanig dat realisatie van het IKC (naam) per
(datum) gerealiseerd kan worden.
7. Partijen delen de kosten van het onderzoeks- en uitwerkingstraject op (….) basis.
Informatieplicht
8. Vanaf het moment van ondertekening van deze Intentieverklaring en tot nader order informeren
de betrokken partijen elkaar over en weer over voorgenomen besluitvorming, die gevolgen kan
hebben voor de eventuele samenwerking en de situatie na de totstandkoming van het IKC (naam) en
zij zullen dergelijke besluitvorming zo mogelijk op elkaar afstemmen.
Xxxxxxxxx en beëindiging intentieverklaring
9. Indien zich een wijziging van omstandigheden voordoet met betrekking tot de draagwijdte en/of
uitvoering van deze intentieverklaring, treden de partijen met elkaar in overleg om te bezien in
hoeverre de inhoud van de intentieverklaring aanpassing nodig heeft, zodanig dat het doel dat met
deze intentieverklaring wordt beoogd zoveel mogelijk wordt bereikt.
10. Deze intentieverklaring eindigt indien:
a. Eén of meerdere partij(-en) van mening is/zijn dat het IKC niet haalbaar is.
b. Tussen de partijen een samenwerkingsovereenkomst wordt getekend.
c. Zich onvoorziene omstandigheden voordoen die de uitvoering van de in de intentieverklaring
vastgelegde afspraken belemmeren.
Aldus overeengekomen, ondertekend en in tweevoud opgemaakt op … te ...
Ondertekening:
OVEREENKOMST VAN KOSTEN VOOR GEMENE REKENING
DE ONDERGETEKENDEN:
Stichting O Onderwijs, statutair gevestigd te X met adres: … ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer .., hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar bestuurders, hierna te noemen: "O", en
………………………………………, statutair gevestigd te……………….., met adres ………………, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer .. hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar bestuurders …………………………..hierna te noemen: "………………………….", en
…………………………….., statutair gevestigd te ………., met adres ……………., …………, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer … hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar bestuurder ………………….., hierna te noemen: "……………………",
hierna gezamenlijk te noemen: “Partijen” of ieder van hen “Partij”;
NEMEN HET VOLGENDE IN AANMERKING:
dat Partijen zich - ieder vanuit een eigen expertise en historie – richten op de ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 0 tot (ten hoogste) 13 jaar;
dat O meerdere scholen voor basisonderwijs in de regio X in stand houdt;
dat K dagopvang, peuterspeelwerk en buitenschoolse opvang aan biedt;
dat K voorziet in een aanbod van vroeg- en voorschoolse educatie en peuterleerplekken;
dat Partijen binnen Kindcentrum ("KC…………………..") samenwerken om in de …………….wijk…………. in een gezamenlijk en op elkaar afgestemd (integraal) ontwikkelingsaanbod te kunnen voorzien;
dat tussen Partijen op _____________ een samenwerkingsovereenkomst is gesloten ten behoeve van de gezamenlijke exploitatie van KC ………………..("Samenwerkingsovereenkomst");
dat het doel van de Samenwerkingsovereenkomst is gelegen in het gezamenlijk exploiteren van KC …………………………, waarbij de daarbij behorende kosten voor gezamenlijke rekening en risico worden gemaakt en gedragen;
dat de kosten verbonden aan de gezamenlijke exploitatie van KC … in eerste instantie worden gedragen door één der Partijen en vervolgens op basis van een vooraf vastgestelde, vaste verdeelsleutel worden verdeeld onder Partijen;
dat Partijen daartoe een overeenkomst tot het voor gezamenlijke rekening dragen en verdelen van kosten aangaan;
dat Partijen in deze overeenkomst ("Overeenkomst") de afspraken met betrekking tot de kostenverdeling nader wensen te specificeren en vast te leggen;
ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1: Kosten
De kosten genoemd in Bijlage 1 bij deze overeenkomst en eventueel andere bij gezamenlijk besluit van Partijen aan te merken kosten ("Kosten") worden door Partijen volledig voor gezamenlijke rekening en risico van Partijen gemaakt. Dit betekent dat Partijen ook de risico’s die samenhangen met de Kosten - naar rato van de tussen hen overeengekomen verdeelsleutel - verdelen. Voorts vallen de kosten en risico's als gevolg van beëindiging van deze overeenkomst onder de Kosten. Bijlage 1 vormt met deze overeenkomst één geheel.
De Partij door wie de Kosten in eerste instantie worden gedragen en vervolgens aan de overige Partijen worden doorbelast treedt in het kader van deze Overeenkomst op als penvoerder. Alle Kosten worden voor gemene rekening gemaakt en worden overeenkomstig het bepaalde in Bijlage 2 verdeeld tussen de Partijen. Bijlage 2 vormt met deze overeenkomst één geheel.
Als boekjaar zal worden aangemerkt het kalenderjaar.
Er is geen marge en/of winstopslag ten aanzien van de verdeling van de Kosten toegestaan
De penvoerder brengt éénmaal per kwartaal voorschotten in rekening bij de overige Partijen op basis van de voor het kalenderjaar voorziene uitgaven. De voorschotten worden voorafgaande aan elk kwartaal in rekening gebracht.
Artikel 2: Verdeling Kosten
2.1 De (volledige) Kosten zullen tussen Partijen worden verdeeld op basis van een vooraf tussen hen vast te stellen en overeen te komen verdeelsleutel, welke is opgenomen in Bijlage 2.
2.2 De verdeelsleutel blijft gelden voor de gehele periode dat de gezamenlijkheid bestaat. Enkel indien (een) nieuwe partij(en) toetreden tot of uittreden uit deze 'gezamenlijkheid', bestaat ruimte om opnieuw (met inachtneming van alle ter zake gestelde voorwaarden) een overeenkomst af te sluiten met een gewijzigde verdeelsleutel.
Artikel 3: Opgaaf Kosten
Twee keer per kalenderjaar, in de maanden mei en september van elk kalenderjaar, zal door de betreffende penvoerder(s) een forecast-rapportage worden verstrekt aan de Partijen.
De bekostiging die door Partijen wordt gereserveerd ten behoeve van gezamenlijke exploitatie van …………………. ("Opbrengsten") wordt steeds binnen één maand na de datum van ontvangst verantwoord op een kostenplaats in de administratie O ("Kostenplaats").
Partijen zullen telkens binnen 30 dagen na afloop van een maand aan O opgaaf doen van de in die periode voor gezamenlijke rekening en risico gemaakte Kosten, zodat de Kosten in de Kostenplaats kunnen worden verantwoord. Na ontvangst van deze opgaaf zal O binnen [twee] weken overgaan tot betaling van de aan hen toegerekende Kosten aan de Partij die de Kosten in eerste instantie draagt.
De vordering(en) die Partijen uit hoofde van deze overeenkomst op elkaar hebben, kunnen zij – met wederzijds goedvinden – maandelijks met elkaar verrekenen.
O heeft als beheerder van de Kostenplaats de verplichting Partijen direct te informeren wanneer zij voorziet dat KC ………………. niet kostendekkend is.
Wanneer KC ………………….. op jaarbasis een positief of negatief resultaat behaalt, wordt het resultaat tussen Partijen verdeeld conform de in Bijlage 2 genoemde vaste verdeelsleutel. De verdeling van dit resultaat vindt jaarlijks plaats, uiterlijk 31 januari volgend op het kalenderjaar waarin het betreffende resultaat is behaald.
Artikel 4: Betrokkenheid Partijen en gezamenlijke besluitvorming
4.1 Partijen besluiten gezamenlijk over het in dienst nemen van nieuw personeel, de (arbeids)voorwaarden waaronder het nieuwe personeel in dienst komt bij één van de Partijen en beoordelen de uitvoering van de werkzaamheden eveneens gezamenlijk, voor zover de personeelskosten van het betreffende personeel zijn aan te merken als gezamenlijke kosten. Een lijst met functies van de personeelsleden waarvan de Kosten op grond van deze overeenkomst worden gedeeld, is aangehecht als Bijlage 3 bij deze overeenkomst. Bijlage 3 vormt met deze Overeenkomst één geheel.
4.2 Onder personeelskosten die zijn aan te merken als gezamenlijke kosten worden onder andere begrepen de salariskosten (incl. salarisverhogingen), alle werkgeverskosten, ontslagvergoedingen, kosten voor deskundigheidsbevordering (scholing, congressen, cursussen), kosten voor kerstpakketten en kosten voor vervanging bij verlof en/of ziekte indien de vervanging duurzaam van aard is en vanuit het eigen personeel van Partijen wordt verzorgd.
4.3 In geval deze overeenkomst op enig moment onverhoopt eindigt, zullen de lopende verplichtingen door partijen worden uitgevoerd en voltooid. Als bijvoorbeeld een medewerker ziek is en er is vervanging voor deze medewerker geregeld, dan worden de vervangingskosten - inclusief de daarbij behorende risico's - gedeeld conform de verdeelsleutel zoals opgenomen in Bijlage 3 bij deze overeenkomst. Als de factuur voor deze vervangingskosten pas na afloop van deze overeenkomst wordt ontvangen, dienen deze (nakomende) kosten door de partijen alsnog te worden gedragen conform de verdeelsleutel zoals opgenomen in Bijlage 3 bij deze overeenkomst. Tevens zullen partijen lopende verplichtingen voortvloeiende uit de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen na afloop van deze overeenkomst conform de verdeelsleutel zoals opgenomen in Bijlage 3 bij deze overeenkomst blijven delen.
4.4 Ook zijn partijen betrokken bij de aanschaf en onderhoud van materiaal, voor zover deze materiaalkosten zijn aan te merken als gezamenlijke kosten. Onder materiaalkosten die zijn aan te merken als gezamenlijke kosten worden onder andere begrepen de kosten voor centrale balie en andere benodigdheden die nodig zijn voor het uitoefenen van de taken in het kader van onderhavige samenwerking.
4.5 Enkel de (aanschaf)kosten van materiaal dat vanaf of na de aanvang van deze overeenkomst is aangekocht worden gezamenlijk door partijen gedeeld. Er worden aldus geen afschrijvingskosten gezamenlijk gedeeld. Ook heeft er bij aanvang van deze overeenkomst geen eigendomsoverdracht plaatsgevonden met betrekking tot materiaal dat bij aanvang van deze overeenkomst reeds in eigendom was van partijen.
4.6 Mocht
deze Overeenkomst op enig moment onverhoopt toch eindigen, dan zal er
een eigendomsoverdracht plaatsvinden voor het aandeel waarvoor elk
van de partijen tot de bedrijfsmiddelen zijn gerechtigd en waarvan
zij een deel van de aanschafprijs op basis van hun aandeel hebben
betaald.
Artikel 5: Duur van de overeenkomst
5.1 Deze Overeenkomst wordt aangegaan per _____________ en geldt voor onbepaalde tijd, met dien verstande dat deze Overeenkomst - zonder dat daartoe een (opzeg)handeling nodig is – van rechtswege eindigt op het moment dat de Samenwerkingsovereenkomst eindigt.
5.2 Ieder der Partijen heeft te allen tijde het recht de samenwerking en de Overeenkomst op te zeggen, zulks inachtneming van een opzegtermijn van 6 maanden, met dien verstande dat lopende verplichtingen dienen te worden uitgevoerd en voltooid, ook indien deze de genoemde tijdsduur overschrijden.
5.3 Opzegging dient schriftelijk te geschieden.
Artikel 6: Toepasselijk recht en geschillenbeslechting
6.1 De geschillenregeling van de Samenwerkingsovereenkomst is van overeenkomstige toepassing op deze Overeenkomst.
6.2 Op deze Overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing.
ALDUS OVEREENGEKOMEN EN IN DRIEVOUD OPGEMAAKT EN GETEKEND TE
Stichting O Onderwijs Stichting O Onderwijs
door: de heer/mevrouw
functie: Bestuurder
door: de heer/mevrouw
functie:
Bijlage 1. Staat van verdeling Kosten
2. Verdeelsleutel
Bijlage 1
Onlosmakelijk verbonden aan de "Overeenkomst kosten voor gemene rekening"
Staat van verdeling van Kosten
Onderstaande tabel heeft betrekking op de verdeling tussen Partijen van de in verband met bedoelde activiteiten voor gemeenschappelijk rekening en risico door Partijen gemaakte Kosten.
Kostensoorten |
|
|
|
Bijlage 2
Onlosmakelijk verbonden aan de "Overeenkomst kosten voor gemene rekening"
Verdeelsleutel
Verdeling van Kosten zoals opgenomen in deze Overeenkomst vindt plaats door middel van een vaste procentuele verdeling, gebaseerd op het aantal m2 bruto vloeroppervlakte x openingstijden dat Partijen gebruiken in het kader van de gezamenlijke exploitatie van KC x ten tijde van vaststelling van deze verdeelsleutel:
O : %
: %
: %
Uitzondering :
Voor de navolgende kosten wordt door Partijen een afwijkende verdeelsleutel toegepast:
Website en beheer : 33,33%
Ontwerp, reclame en drukwerk KC : 33,33%
Accountant : 33,33%
De verdeelsleutel blijft gelden voor de gehele periode dat de gezamenlijkheid bestaat. Enkel indien (een) nieuwe partij(en) toetreden tot of uittreden uit deze 'gezamenlijkheid', bestaat ruimte om opnieuw (met inachtneming van alle ter zake gestelde voorwaarden) een overeenkomst af te sluiten met een gewijzigde verdeelsleutel.
Bijlage 3
Onlosmakelijk verbonden aan de "Overeenkomst kosten voor gemene rekening"
Lijst functies personeelsleden
Onderstaand overzicht betreft een lijst van de functies van personeelsleden waarvan de personeels- en materiële kosten op basis van de "Overeenkomst kosten voor gemene rekening" worden gedeeld.
FUNCTIE |
IN DIENST |
Directeur |
Stichting O Onderwijs |
Adjunct-directeur |
|
0.2 fte Medewerker Financiën |
|
Bijlage D bij format samenwerkingsovereenkomsten, versie 11 februari 2020
Voorbeeld van IKC met twee denominaties
November 2018
Concept Anonieme versie (zonder namen)
De kracht van samen.
Niet alleen de kinderwereld verandert. Ook de wereld waarin kinderen opgroeien, verandert. Kinderen van nu moeten kennis vergaren, mediawijs worden, zich een gezonde leefstijl eigen maken, emotioneel stabiel zijn, sociaal wellevend, het beste uit zichzelf halen, een democratisch burger worden. Deze veranderingen hebben gevolgen voor de eisen die er aan kinderen en dus aan opvoeding, opvang en onderwijs worden gesteld. Wij kunnen niet alles bij het oude laten en wachten tot de ijsberg is gesmolten. Er moet iets gebeuren. De ontwikkeling naar kindcentra is een eigentijds antwoord op deze veranderingen. Het kindcentrum is een integrale voorziening van opvang, onderwijs, welzijn en zorg waar kinderen worden opgevangen, onderwezen en opgevoed. Het is een vertrouwde plek waar kinderen van 0 tot 12 jaar zich kunnen ontspannen en ontwikkelen.
Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxx ,“ Opgroeien doe je maar één keer”
De Kinderopvangorganisatie, het bestuur van openbaar onderwijs en het bestuur van christelijk onderwijs slaan de handen ineen en gaan op weg naar een gezamenlijk aanbod van onderwijs, opvang en peuterspeelzaalwerk in de vorm van kindcentra in de regio X. Als gelijkwaardige partners die gezamenlijk de keuze maken om duurzaam samen te werken in kindcentra. Samen met alle medewerkers, samen met ouders, de samen met de omgeving! Samen en met goedkeuring ook van besturen, de Xxxxx xxx Xxxxxxxx en medezeggenschapsorganen van betrokken partijen.
Wat is een IKC?
Kinderen hebben recht om zich optimaal te kunnen voorbereiden op de wereld van morgen.
Om dat voor elkaar te krijgen, werken kinderopvang, peuteropvang en onderwijs op gelijkwaardige basis samen in een zogenoemd Integraal Kind Centrum (IKC).
Samen vormen ze een nieuwe organisatie waarin het kind centraal staat. Zo bieden zij kinderen de beste kansen om hun talenten te ontwikkelen.
Een IKC is er voor kinderen van 0 tot 13 jaar. Vanuit een gezamenlijke pedagogische en educatieve visie werken de partners samen aan doorlopende ontwikkelingslijnen, dagarrangementen en kindnabije zorg. Het Kindcentrum is een ‘community’ waarin intensief wordt samengewerkt met (jeugd) zorg, welzijn, sport en cultuur. De pedagogische professionals werken vanuit het belang van kinderen en brengen kennis uit verschillende disciplines samen.
Daarbij zijn de ouders hun natuurlijke bondgenoten.
De Kinderopvangorganisatie, het bestuur van openbaar onderwijs en het bestuur van christelijk onderwijs gaan dan ook voor de kracht van samen. Samenwerking tussen de organisaties, - operationeel en bestuurlijk -, levert meer resultaat op dan de som der delen doet vermoeden. Ze zoeken, benutten en versterken elkaars kennis en expertise.
Een IKC kenmerkt zich door:
Eén visie, pedagogisch en educatief.
Eén plan en één aanpak, pedagogisch, educatief en op het gebied van ondersteuning/zorg en welzijn.
Eén organisatie (in de zin van frontoffice, 1 telefoonnummer, 1 inschrijfformulier, 1 directeur) voor kinderen van 0-13 jaar.
Een afgestemd dagarrangement op het gebied van tijd en aanbod.
Eén met de omgeving, waarin grote ouder-, buurt- en dorpsbetrokkenheid aanwezig is.
Eén gebouw of campus-model.
Formeel en bestuurlijk vastgelegde afspraken.
De
3 organisaties delen de volgende kernwaarden:
Respect
Respect (re-spectie) is letterlijk nog eens beter kijken naar de ander.
We kijken onbevooroordeeld naar elkaar waardoor we elkaars kwaliteiten beter waarnemen. We tonen respect naar elkaar: we zeggen en laten zien dat we elkaar aanvaarden als waardige en waardevolle mensen.
Gelijkwaardigheid
We hebben allen dezelfde waarde en dezelfde rechten.
Ontwikkeling
We staan open voor ontwikkeling om gezamenlijke verbetering en vernieuwing te stimuleren
Openheid
We zijn openhartig over onze drijfveren, opvattingen en gevoelens en ontvankelijk voor anderen. We stimuleren een veilige sfeer om dit mogelijk te maken.
Samenwerkingsovereenkomst
De ondergetekenden:
Bestuur Christelijk Onderwijs, adres, vertegenwoordigd door
Bestuur Openbaar Onderwijs, adres, vertegenwoordigd door
Kinderopvangorganisatie, adres, vertegenwoordigd door
De ondertekenden hierna ook gezamenlijk te noemen: “Partijen”;
Overwegende het volgende:
Partijen werken vanuit gelijkwaardigheid en vanuit dezelfde ambitie aan de realisatie en ontwikkeling van een geïntegreerd aanbod van onderwijs en Kinderopvang in de vorm van integrale kindcentra op alle plaatsen waar dit blijkens de uitkomsten van een bestuurlijk ondernemingsplan en een gezamenlijk lokaal ondernemingsplan haalbaar is.
Partijen werken samen aan ontwikkeling van kindvoorzieningen zoals omschreven in X en visie op IKC. Met o.a. een totaal aanbod op het gebied van onderwijs en kinderopvang op basis van de volgende uitgangspunten: één educatieve en pedagogische visie en aanpak met één programma voor leren en ontwikkelen, uitgevoerd door één team dat bestaat uit medewerkers onderwijs en kinderopvang met één leidinggevende voor een eenduidige aansturing op de locaties.
Partijen maken afspraken en leggen deze vast in deze samenwerkingsovereenkomst zodat de integrale uitvoering op locatieniveau mogelijk wordt gemaakt. Onverminderd het bepaalde in deze overeenkomst vinden partijen het wenselijk de verdere uitwerking van de samenwerking op de terreinen bestuur en organisatie, middelen, huisvesting, personeel en communicatie vast te leggen in bij deze samenwerkingsovereenkomst horende reglementen op de genoemde onderdelen.
1. En verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
Reikwijdte overeenkomst en visie
De afspraken in deze overeenkomst hebben betrekking op het ontwikkelen van alle plaatsen waar naar het oordeel van de partijen een levensvatbare, duurzame en betaalbare kindvoorziening voor kinderen van 0-13 jaar kan worden gerealiseerd. De Kinderopvangorganisatie is op alle huidige en toekomstige locaties voor beide schoolbesturen de eerstaangewezen Kinderopvangpartner. Er zal als gezamenlijke partijen per locatie bekeken en besproken worden welke Kinderopvangdiensten gewenst en realiseerbaar zijn voordat bij een IKC een andere Kinderopvangpartner betrokken wordt.
Partijen hebben hun opvattingen, uitgangspunten en doelstellingen van de samenwerking zoals hierboven vastgelegd in het document X dd.
2. Bestuur en organisatie
2.1
Met behoud van de eigen verantwoordelijkheden als bevoegde gezagsorganen, spannen partijen zich in om uitvoering te geven aan gezamenlijk genomen besluiten op het vlak van bestuurlijke afstemming, voor zover dit naar het oordeel van partijen niet leidt tot een conflict met de eigen doelstelling of de wettelijke verantwoordelijkheden als bevoegd gezag van de door hen ieder afzonderlijk in standgehouden scholen of centra voor kinderopvang.
2.2
Teneinde de bestuurlijke afstemming tussen partijen en de goede gang van het aanbod van onderwijs en Kinderopvang binnen kindvoorzieningen te borgen stellen partijen ieder één persoon aan voor de stuurgroep die verantwoordelijk is voor de vormgeving van de kindcentra.
De stuurgroep regelt verder in het reglement onderdeel ‘bestuur en organisatie’ de bevoegdheden en werkwijze van de stuurgroep.
2.3
De dagelijkse leiding van en verantwoordelijkheid voor een kindvoorziening ligt bij de leiding van het kindcentrum.
2.4
De taken en bevoegdheden van personen die namens de partijen worden belast met voorbereidende en/of uitvoerende taken en bevoegdheden, daaronder begrepen de verantwoordelijkheid voor de dagelijkse leiding van en verantwoordelijkheid voor het op de kindvoorziening werkzame personeel worden nader beschreven in het reglement onderdeel ‘bestuur en organisatie’.
2.5
Partijen bevorderen het overleg en de afstemming tussen de betrokken medezeggenschapsorganen op het niveau van de kindvoorziening. Daartoe kan lokaal, mits met instemming van de afzonderlijke medezeggenschapsorganen en oudercommissies een gemeenschappelijk medezeggenschapsorgaan (IKC-raad)) ingesteld worden dat bevoegd is op het gemeenschappelijke terrein van de kindvoorziening. De IKC-raad heeft alle rechten en plichten van zowel de medezeggenschapsraad als bedoeld in de WMS, de oudercommissie zoals bedoeld in de WKO en als van de (Centrale) ouderraad conform de IKK en de Ondernemingsraad zoals bedoeld in de WOR. In het reglement onderdeel ‘bestuur en organisatie’ is de bevoegdheid en werkwijze van de IKC-raad verder geregeld.
3. Middelen
3.1
De kindvoorzieningen worden ingericht met een efficiënte en doelmatige structuur die voldoet aan de al dan niet in de bijzondere wet- en regelgeving beschreven (bekostigings)normen. Met betrekking tot het financiële beleid en de financiële verantwoording sluit dit zoveel mogelijk aan bij de wijze waarop partijen zich financieel behoren te verantwoorden en hun financiële beheer en beleid dienen in te richten.
3.2
Partijen beogen niet het maken van winst uit hun activiteiten die verband houden met de kindvoorziening en brengen elkaar voor zover sprake is van onderlinge dienstverlening niet meer dan de marktconforme kosten in rekening.
3.3
Directe en indirecte personele kosten van aan hen verbonden medewerkers zijn en blijven voor rekening van de respectievelijke partijen.
3.4
Voor ieder kindcentrum wordt door de IKC- leidinggevende samen met het MT een jaarplan en daarop afgestemde werkbegroting opgesteld die bestaat uit de in ieder geval de immateriële vergoeding van school, de reguliere budgetten voor voeding, verzorging en verbruiksmateriaal van kind voorzieningen en de budgetten voor scholing personeel kindvoorziening.
3.5
De leidinggevende van een kindvoorziening stelt elk jaar een gezamenlijk jaarverslag van inkomsten en uitgaven op met betrekking tot de kindvoorziening over het afgelopen boekjaar op basis van een financiële verdeelsleutel. De begroting alsmede het jaarverslag zijn zo ingericht dat daarin de bijdragen van de afzonderlijke organisaties zijn opgenomen.
3.6
Nadere afspraken en verdeelsleutels voor de financiën zijn opgenomen in het reglement onderdeel ‘middelen’.
Huisvesting
4.1
Partijen trekken gezamenlijk op mét en naar gemeenten of andere belanghebbenden ten behoeve van het realiseren van toekomstbestendige nieuwbouw voor kindvoorzieningen.
4.2
In de gebouwen worden ook ruimten beschikbaar gesteld voor de Kinderopvangorganisatie op basis van huur (voor zover sprake is van toepassing). In het reglement onderdeel ‘huisvesting’ staan, gespecificeerd naar het lokale niveau, nadere afspraken met betrekking tot welke ruimten op welke wijze en op welke tijdstippen door de Kinderopvangorganisatie alsmede gezamenlijk zullen worden gebruikt. Deze afspraken worden ook opgenomen in de huurovereenkomst tussen partijen.
4.3
Partijen bepalen in het reglement onderdeel ‘huisvesting’ en in de huurovereenkomst welke kosten partijen in rekening brengen voor het gebruik van de ruimten en voor het gebruiksdeel van de exploitatie.
Personeel
5.1
Partijen maken het werken met één team mogelijk door medewerkers van een kindvoorziening binnen wettelijke kaders taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden te geven voor zowel onderwijs als kinderopvang. Alle betrokkenen, op alle niveaus, leveren daarbij een maximale bijdrage om vanuit de gezamenlijke visie, het vastgestelde gezamenlijk jaarplan te realiseren. Kennis en competenties van alle partijen worden daarbij naar besten kunnen en vanuit gelijkwaardigheid en gezamenlijkheid gezocht, benut en versterkt om dit doel te bereiken.
5.2
Het personeel verbonden aan het primair onderwijs blijft benoemd bij het schoolbestuur waar men is aangesteld. Het personeel verbonden aan de kinderopvang blijft benoemd bij de Kinderopvangorganisatie.
5.3
Nadere afspraken over personeel zijn opgenomen in het reglement onderdeel ‘personeel’.
Communicatie
6.1
Partijen spreken af dat de aanmeldingsprocedure van de leerlingen/ kinderen en de regels omtrent privacy zal geschieden via het ‘één-loket-model’, daarbij rekening houdend met privacywetgeving. Hiertoe hebben partijen nadere afspraken gemaakt die opgenomen zijn in het reglement onderdeel ‘communicatie’. Partijen maken overigens aan ouders, leerlingen en kinderen inzichtelijk dat wettelijk en ook administratief sprake is van afzonderlijke aanbieders met ieder een eigen formele eindverantwoordelijkheid.
6.2
AVG.
Bij het verstrekken van alle gegevens over kinderen en ouders aan de samenwerkende organisaties van het IKC geldt ten allen tijden de AVG-wetgeving. Bij het verstrekken/onderling uitwisselen van deze gegevens is altijd vooraf schriftelijke toestemming van de ouders noodzakelijk. Die schriftelijke toestemming wordt rechtstreeks gegeven aan 1 van de organisaties. Alleen na het akkoord van deze organisatie kan verstrekking van gegevens plaatsvinden.
De afspraken omtrent het leerlingvolgsysteem worden separaat vastgelegd in xxxx
Informatieplicht
7.1
Partijen hebben een informatieplicht naar elkaar over zaken die te maken hebben met of van invloed zijn op het beleid of op de exploitatie van de kindvoorziening, en voor zover de informatie noodzakelijk is voor het als bevoegd gezag intern en extern verantwoording kunnen afleggen over de kwaliteit van het onderwijs en de besteding van de bekostiging dan wel als aanbieder van kinderopvang intern en extern verantwoording kunnen afleggen over de kwaliteit van de kinderopvang.
7.2
Partijen zijn preferent. Indien echter één partij om bedrijfseconomische of andere reden op een specifieke locatie niet in staat is zijn deel van het aanbod te verzorgen of te continueren, kan, nadat dit in de stuurgroep besloten is, met een andere lokale partij een overeenkomst worden afgesloten. Partijen hebben een informatieplicht naar elkaar indien met een andere partij dan de bovenstaande een overeenkomst wordt afgesloten.
7.3
Partijen betrachten geheimhouding over elkaars bedrijfsvoering naar derden.
Wederzijdse aansprakelijkheid
8.1
Partijen zullen elkaar over en weer niet aansprakelijk stellen ter zake van schade die partijen of derden leiden als gevolg van de naleving en uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst of enig financieel tekort als gevolg van de naleving en uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst. De hiervoor omschreven uitsluiting van wederzijdse aansprakelijkheid heeft geen geldingskracht indien de schade het gevolg is van opzettelijk of bewust roekeloos gedrag dan wel dwaling van de partij die aansprakelijk wordt gesteld. Onder schade in de zin van dit artikel wordt mede verstaan de over enig te vergoeden bedrag verschuldigde wettelijke rente, de proceskosten welke een partij is gehouden te voldoen en/of de ten behoeve van de verdediging van gemaakte rechtsbijstand kosten, inclusief de kosten van rechtsbijstand.
8.2
Partijen verplichten zich ertoe voor het verzorgen en/of behouden van redelijkerwijs noodzakelijke aansprakelijkheidsverzekeringen af te sluiten.
9. Duur en beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst
9.1
Deze samenwerkingsovereenkomst treedt in werking vanaf 15 augustus 2018. De samenwerkingsovereenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd en kan met inachtneming van één jaar schriftelijk worden opgezegd door partijen.
9.2
Elk der partijen kan voorts met onmiddellijke ingang opzeggen indien en zodra:
de wederpartij in staat van faillissement wordt verklaard;
aan de wederpartij surséance van betaling wordt verleend; of
de andere partij toerekenbaar tekort schiet in haar verplichtingen uit deze overeenkomst, na tot nakoming van die verplichtingen schriftelijk te zijn aangemaand.
9.3
Bij opzegging van de samenwerkingsovereenkomst zullen partijen bevorderen dat de wederzijdse activiteiten worden beëindigd, met dien verstande dat de Kinderopvangorganisatie het recht blijft behouden kinderopvang op de bewuste locaties aan te bieden en met inachtneming van de eventuele huurovereenkomsten. Beëindiging zal geschieden in de verhouding van de geldende financiële verdeelsleutel, behoudens partijen gezamenlijk een andere verdeling of andere grondslag overeenkomen
9.4
Bereiken partijen geen overeenstemming over de wijze van beëindiging, dan zullen partijen elk een deskundige aanwijzen, die op hun beurt één of twee onafhankelijke deskundige(n) aanwijzen. De beide deskundigen en de onafhankelijke deskundige(n) vormen gezamenlijk een adviescommissie. De adviescommissie zal, gehoord de partijen, een voor partijen bindend advies uitbrengen. Het advies zal betrekking hebben op de wijze van verdeling, eventuele vergoedingen, nabetalingen, eventueel voortdurende dienstverlening en ondersteuning en alle andere aspecten die door de adviescommissie nodig wordt geoordeeld en niet in strijd zijn met (onderwijs)wet- en regelgeving. Voor zover van toepassing houdt de adviescommissie rekening met de financiële verdeelsleutel.
Geschillenregeling
10.1
Alle geschillen welke mochten ontstaan naar aanleiding van, dan wel voortvloeien uit deze samenwerkingsovereenkomst, dan wel het reglement en overige aanvullingen en overeenkomsten die daarvan het gevolg mochten zijn, zullen in goed overleg worden opgelost.
10.2
Indien het overleg ertoe leidt dat een oplossing wordt bereikt, zullen partijen deze oplossing (laten) vastleggen in een vaststellingsovereenkomst. Leidt goed overleg niet tot een oplossing, dan zullen die geschillen in eerste aanleg worden beslecht door de bevoegde rechter. Partijen kunnen gezamenlijk besluiten dat het geschil wordt voorgelegd aan een adviescommissie als bedoeld in artikel 9.4.
11. Slotbepalingen
11.1
Partijen zullen met elkaar in overleg treden over een aanpassing van deze samenwerkingsovereenkomst die zo dicht mogelijk bij de aard en strekking van deze samenwerkingsovereenkomst ligt indien de onverkorte uitvoering daarvan op enig moment in strijd mocht zijn met op de partijen rustende (onderwijs)wet- en regelgeving.
11.2
Partijen zullen hun rechten en verplichtingen uit deze samenwerkingsovereenkomst niet, geheel of gedeeltelijk, aan derden mogen overdragen zonder de voorafgaande instemming van de andere partijen, zulks met uitzondering van de overdracht krachtens de bestuursoverdracht als bedoeld in de onderwijswetgeving.
11.3
Op deze samenwerkingsovereenkomst en de daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen over en weer is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
Openstaande vraag;
Hoe regelen we de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de IKC directeur.
Bijlage 1;
Visie document
Bijlage 2;
Reglement bestuur en organisatie.
Bijlage 3;
Reglement Personeel
Bijlage 4;
Reglement huisvesting
Bijlage 5;
Reglement Middelen.
Bijlage 6.
Reglement Communicatie.
1 Zie hoofdstuk 3, Kindcentra 2020, een realistisch perspectief, regiegroep Kindcentra 2020, onder redactie van X. xxx Xxxxxxxxx en X. Xxxx (2015)
2 Zie pagina 51 en 52 van bovengenoemd boek.
3 Tot voor kort vindbaar op de site xxx.xxxxxxxxxxx.xx. Nu te vinden op de site van EtuConsult
4 LSBS en VBS maakten deze opmerking bij hun samenwerkingsovereenkomst: “Een samenwerkingsovereenkomst kent geen voorgeschreven vast format. De in dit voorbeeld opgenomen onderdelen zijn in onze ogen waardevolle zaken om te beschrijven en zij hebben in de praktijk hun waarde bewezen. In een overeenkomst kan meer of minder worden vastgelegd. In dit voorbeeld is ervoor gekozen om – analoog aan de opzet van de tekst van deze publicatie – de uitgangspunten en overkoepelende afspraken per deelterrein vast te leggen en vervolgens te verwijzen naar een (op te stellen) onderliggend reglement.”
5 Overal waar citaten uit Voorbeeld 1 (of 2 of 3) staan wordt gerefereerd aan dezelfde overeenkomst (die hier geanonimiseerd gebruikt wordt).
6 Alternatief: kostprijs.
7 Zie door ons toegevoegd onderdeel 16 aangaande privacy / nog geen beoordeling op ‘AVG-proof’.
8 Tot voor kort vindbaar op de site xxx.xxxxxxxxxxx.xx. Nu te vinden op de site van EtuConsult
9 Een reglement (of onderdelen daarvan) kent geen voorgeschreven vast format. Het hier opgestelde voorbeeld dient dan ook puur als zodanig. In de praktijk kan er in een reglement meer of minder worden vastgelegd. Wat er in het reglement onderdeel bestuur en organisatie wordt vastgelegd hangt samen met de inrichting van bestuur en intern toezicht (en de scheiding daartussen) van de stichtingen O en K en de invulling van de rol van directeur IKC. In dit voorbeeld gaan we uit van de situatie dat een directeur IKC afkomstig is uit het onderwijs en tevens de schooldirecteur is. Hij/zij is dus formeel in dienst van het schoolbestuur dat in de praktijk als ‘toezichthoudend bestuur’ opereert. Dat wil zeggen dat de directeur een relatief ruim mandaat heeft en in de praktijk uitvoerend bestuurlijke taken heeft. Voor het gemak nemen we aan dat ook het bestuur van de kinderopvang volgens een dergelijk model werkt. Voorts wordt er in dit voorbeeld vanuit gegaan dat er naast de directeur geen andere leidinggevenden van het IKC zijn zoals managers/unitleiders. Mocht dit in de praktijk wel het geval zijn dan kan dit reglement daarop worden aangevuld. Dit voorbeeld is zo opgesteld dat het voor de directeur IKC binnen de onderwijscontext tevens een basis biedt voor het (wettelijk verplichte) managementstatuut als bedoeld in artikel 31 Wet primair onderwijs.
10 Dit reglement onderdeel bestuur en organisatie refereert aan artikel 2 van de samenwerkingsovereenkomst (bijlage 2) en is als zodanig een nadere uitwerking van de samenwerkingsovereenkomst. Met deze voorbeeldconstructie blijven de besturen O en K eindverantwoordelijk. De stuurgroep treedt op namens het bestuur en doet voordrachten. Middels de samenwerkingsovereenkomst en dit reglement worden echter afzonderlijke afspraken gemaakt, naast de huidige statuten van partijen, hoe tot een besluitvorming gekomen zal worden in het kader van het IKC.
11 Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de statuten van O hierop aansluiten. Intern toezicht is bij de kinderopvang niet wettelijk voorgeschreven, maar er zijn wel afspraken gemaakt binnen de sector en vastgelegd in de ‘governance code kinderopvang’. In het kader van die code is het ook in de kinderopvangsector aanbevolen de taken toezicht en uitvoering van elkaar te scheiden.
12 Formeel blijven de (toeziende) besturen van O en K dus eindverantwoordelijk conform de statuten van O en K. Zo zal het ook naar buiten toe worden gepresenteerd. Het is uiteraard ook mogelijk dat de statuten van O en K worden aangepast, zodat de bevoegdheden naar buiten toe wel kenbaar worden. In deze constructie is de afspraak dus slechts intern.
Format voor samenwerkingsovereenkomsten, 11 februari 2020