Algemene voorwaarden De Fietskoerier Utrecht V.O.F.
Algemene voorwaarden De Fietskoerier Utrecht V.O.F.
Algemeen
1. In dit document lees je de voorwaarden voor het gebruik maken van onze diensten. Met ‘ons’, ‘we’, en ‘onze’ bedoelen we in deze voorwaarden De Fietskoerier Utrecht. Soms gebruiken we ook de term ‘koerier’. Met ‘je’, ‘jou’ of ‘jouw’ bedoelen we onze opdrachtgever. Met een zending bedoelen we een zaak of een geheel van zaken die gelijktijdig van jou naar geadresseerde wordt vervoerd. Post valt hier niet onder, want onder post verstaan we poststukken en pakketten die door een postbedrijf of besteldienst worden bezorgd of waarvan redelijkerwijs verwacht kan worden dat deze door een postbedrijf of besteldienst worden bezorgd.
2. Op al onze offertes, overeenkomsten en feitelijke diensten zijn deze voorwaarden van toepassing. De onderstaande algemene voorwaarden vanuit de branche zijn ook van toepassing, maar we hebben in onze eigen voorwaarden de belangrijkste punten voor je uitgelicht. Voor alle details verwijzen we je naar de onderstaande sets voorwaarden:
- De Algemene Voorwaarden voor Koeriersdiensten (AVK), meest recente versie, zie bijlage 1; De AVK is van toepassing op zendingen. Onze aansprakelijkheid hierbij is max. €454,-
- Met betrekking tot het vervoer en verzenden van post is van toepassing de Algemene Vervoerscondities 2002 (AVC) De AVC is van toepassing op post en pakketten. Onze aansprakelijkheid is hierbij maximaal € 3,40 per kilogram.
- De Transport en Logistiek Nederland algemene betalingsvoorwaarden, meest recente versie, zie bijlage 2;
3. Elke fietskoerier beschikt over opdrachtbonnen/vrachtbrieven, echter het gebruik hiervan is niet verplicht. Mocht je geen bon invullen dan is het vervoer en afgifte van de zending voor risico van jou. De reden is dat we achteraf twistpunten willen voorkomen over welk aantal zendingen en welke inhoud er door ons is meegenomen
4. Mocht je zelf algemene (inkoop-)voorwaarden gebruiken, dan geldt dat deze niet van toepassing zullen zijn voor onze diensten.
5. Op al onze overeenkomsten en de uitvoering is Nederlands recht van toepassing.
6. Mocht er een geschil ontstaan waar we onderling niet uit kunnen komen, dan is de rechter te Utrecht de bevoegde partij om kennis te nemen van dit geschil.
7. In geval van strijdigheid van verschillende documenten of de bijlagen daarvan, geldt de volgende rangorde:
-de hoofdovereenkomst;
-De Fietskoerier Utrecht VOF algemene bedrijfsvoorwaarden 2020;
-bijlagen behorende bij De Fietskoerier Utrecht VOF algemene bedrijfsvoorwaarden 2020;
Afspraken
1. Wij nemen de verplichting op ons om op de afgesproken tijd en plaats de zending in ontvangst te nemen en binnen de afgesproken termijn op de afgesproken plaats af te leveren.
2. Wij vragen van je dat je alle gegevens die we nodig hebben voor het uitvoeren van de opdracht op tijd en volledig aan ons verstrekt. We kunnen de opdracht pas uitvoeren als we alle benodigde gegevens in ons bezit hebben.
3. Wij vragen je om je zending zo te verpakken dat de zending geschikt is voor transport (per fiets) Als je dit niet goed doet kunnen wij niet aansprakelijk zijn voor schade die hierdoor ontstaat.
4. Voor wachttijd (als de zending niet klaar ligt of de ontvanger niet beschikbaar is op de afgesproken tijdstippen of als wij lang moeten in- of uitladen) rekenen we een bedrag van € 0,50 per minuut. De eerste 5 minuten vallen binnen onze dienstverlening.
5. Wij zijn, met uitzondering van verplichtingen uit de wet tot openbaarmaking van gegevens, verplicht tot het geheimhouden van alle aan ons bekende gegevens en informatie tegenover derden die geen rol vervullen bij de overeenkomst.
Overeengekomen opdrachten
1. Als we de overeenkomst uitvoeren kunnen wij derden inschakelen indien wij dit nodig vinden. We zullen hiervoor geen toestemming bij je vragen, omdat we dit naar eigen inzicht willen kunnen doen.
2. Indien er sprake is van overmacht zijn wij gerechtigd de overeenkomst te annuleren. Van overmacht is sprake in alle situaties die verhinderen dat wij de overeenkomst goed nakomen, terwijl de aard van de verhindering buiten onze macht ligt. Wij zullen dit in zo’n geval zo snel mogelijk aan je communiceren. Daardoor veroorzaakte schade is niet op ons te verhalen.
3. Indien bepaalde omstandigheden wijzigen, of indien je ons verzoekt de opdracht aan te passen, kan dit betekenen dat de kosten verhoogd of juist verlaagd zullen worden. Zo’n wijziging komen we dan graag apart met je overeen, dat kan schriftelijk of mondeling.
4. Onze aanbiedingen voor opdrachten gelden voor 30 dagen. Andere afspraken zijn in overleg mogelijk.
Aansprakelijkheid
1. Als de zending beschadigd raakt tijdens transport is onze aansprakelijkheid beperkt tot maximaal € 454,- per zending. Dit geldt niet voor post- en pakketten.
2. Als de zending dusdanig beschadigd is of zo laat wordt afgeleverd dat deze niet meer gebruikt kan worden, kan je ons ook nog aansprakelijk stellen voor maximaal 2 maal de vergoeding die we voor deze opdracht met je zijn overeengekomen. Je hoeft in een dergelijk geval de vergoeding voor de opdracht niet te betalen.
3. Xxxxxxxxxxxx wordt nooit door ons vergoed. De opdracht wordt in een dergelijk geval gewoon gefactureerd.
Vergoedingen en betalingsvoorwaarden
1. Wij vermelden al onze vergoedingen exclusief het actuele BTW-tarief.
2. Je dient onze facturen binnen 14 dagen na de factuurdatum te betalen.
3. In aanvulling daarop gelden de volgende afspraken:
a. Als je niet op tijd betaalt, brengen wij op het moment van het verzenden van de eerste aanmaning (deze volgt na twee herinneringen) administratiekosten a € 10,- in rekening;
b. Je dient ons op de hoogte te houden van je huidige adres. Schade die ontstaat als je dat niet doet komt voor je eigen rekening;
c. Naast de gevallen zoals omschreven in de wet kunnen wij en jij allebei in de volgende gevallen tussentijds met onmiddellijke ingang een overeenkomst opzeggen:
- in geval van faillissement (of aanvraag hiervan), surseance van betaling (of aanvraag hiervan);
- indien je onze rekeningen niet op tijd betaalt.
4. Prijsveranderingen en facturen worden door je akkoord bevonden wanneer je niet binnen 10 werkdagen na ontvangst van de factuur schriftelijk bezwaar hebt ingediend.
5. Op al onze diensten wordt jaarlijks stilzwijgend een inflatiecorrectie toegepast.
Servicevoorwaarden post(bus)service
1. Wanneer je inkomende post het volume van 50 cm post overstijgt, brengen wij extra kosten à 6,50 in rekening.
2. Wanneer je inkomende post het volume van 2 hoge a-4 dozen (22x27x31) overstijgt brengen wij extra kosten à 20,- in rekening.
3. Wanneer je uitgaande post het volume van 2 hoge A-4 dozen (22x27x31) overstijgt, brengen wij extra kosten in rekening. Als je voor 15:00 uur aangeeft dat er meer dan het hiervoor genoemde volume aan uitgaande post betaal je een toeslag van € 6,50. Na 15:00 uur betaal je het geldende tarief voor een koeriersrit.
Bijlage 1 - De Algemene Voorwaarden voor Koeriersdiensten
Artikel 1 - Definities
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
1. AVC: Algemene Vervoerscondities 1983, zoals laatstelijk vastgesteld door de Stichting Vervoeradres en gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam en Rotterdam.
2. CMR: Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (Genève 1956).
3. Koerier: degene die zich jegens de afzender heeft verbonden zo spoedig mogelijk een zending te vervoeren en aan de geadresseerde af te leveren, waarbij het aflevertijdstip danwel de aflevertermijn waarop de zending in ieder geval moet worden afgeleverd, bij de opdracht wordt overeengekomen.
4. Zending: een zaak danwel het geheel van zaken dat gelijktijdig vervoerd wordt en bestemd is voor een ontvanger.
5. Afzender: de contractuele wederpartij van de koerier.
6. Ontvanger: geadresseerde of (mede)bewoner danwel ondergeschikte werkzaam op het afleveradres aan wie de koerier de zending dient af te leveren.
7. Overmacht: een omstandigheid die een zorgvuldig koerier niet heeft kunnen vermijden en waarvan zulk een koerier de gevolgen niet heeft kunnen verhinderen.
Artikel 2 - Werkingssfeer
1. Op binnenlandse koeriersdiensten zijn naast deze voorwaarden de AVC van toepassing voor zover daarvan in deze voorwaarden niet word afgeweken.
2. Op grensoverschrijdende koeriersdiensten is van toepassing het CMR, alsmede de met het CMR niet strijdige bepalingen uit deze voorwaarden.
Artikel 3 - Verplichtingen van de koerier
1. De koerier is verplicht de overeengekomen zending op de overeengekomen plaats en tijd in ontvangst te nemen.
2. Indien de koerier niet voldoet aan de in lid 1 genoemde verplichtingen heeft de afzender het recht, onverminderd zijn recht schadevergoeding te vorderen, de overeenkomst onmiddellijk op te zeggen.
3. De koerier is verplicht de zending uiterlijk op het overeengekomen tijdstip danwel binnen de overeengekomen termijn af te leveren aan de ontvanger.
4. De artikelen 9 lid 3 en 13 lid 3 AVC inzake vertraging zijn niet van toepassing.
Artikel 4 - Verplichtingen van de afzender
De afzender is verplicht ter voldoening aan douane- en andere formaliteiten, welke voor de aflevering van de goederen moeten worden ingevuld, de nodige bescheiden bij de vrachtbrief te voegen en ter beschikking van de koerier te stellen en hem alle noodzakelijke inlichtingen te verschaffen.
Artikel 5 – Aansprakelijkheid van de koerier
Xxxxxxx beschadigd doch inhoud nog bruikbaar
1. Indien de door de koerier ontvangen zending niet wordt afgeleverd in dezelfde staat als waarin hij de zending heeft ontvangen, doch de inhoud ervan nog wel kan worden aangewend voor het doel waarvoor het bestemd, is de koerier, behoudens overmacht, verplicht de schade aan de zending zelve te vergoeden tot maximaal (450,- per zending.
Xxxxxxx beschadigd en inhoud niet meer bruikbaar of zending manco
1. Indien de door de koerier ontvangen zending niet ter bestemming wordt afgeleverd of niet wordt afgeleverd in dezelfde staat als waarin hij de zending heeft ontvangen, tengevolge waarvan de inhoud van de zending niet meer kan worden aangewend voor het doel waarvoor het was bestemd, is de koerier, behoudens overmacht, verplicht de daardoor veroorzaakte schade met inachtneming van de volgende bedragen te vergoeden:
a. voor de schade aan de zending zelve maximaal (454,- per zending;
b. voor de schade wegens het niet meer aangewend kunnen worden van de zending voor het doel waarvoor het bestemd, maximaal 2x de vracht.
Tevens is de overeengekomen vracht niet verschuldigd. Xxxxx voldane vracht dient als onverschuldigd betaald te worden gerestitueerd.
Vertraging
2. Indien de zending wordt afgeleverd na het verstrijken van het overeengekomen tijdstip danwel na afloop van de overeengekomen termijn is, behoudens overmacht, de overeengekomen vrachtprijs niet verschuldigd. Xxxxx voldane vracht dient als onverschuldigd betaald te worden gerestitueerd. Indien de afzender en/of de geadresseerde ten gevolge daarvan schade, niet zijnde schade aan de zending, heeft geleden, is de koerier gehouden die schade te vergoeden tot een maximum van tweemaal de overeengekomen vracht. Indien de zending tevens beschadigd is, is de koerier, behoudens overmacht, bovendien aansprakelijk voor de schade aan de zending zelve tot maximaal € 454,- per zending.
3. De last, zijn schade te bewijzen, rust op de afzender en/of geadresseerde.
4. Bij de toepassing van lid 3 van dit artikel komt de koerier een beroep op overmacht niet toe bij:
a. lichamelijke en geestelijke ongeschiktheid van de bestuurder van het voertuig;
b. de ondeugdelijkheid en ongeschiktheid van het voertuig en het materiaal waarvan de koerier zich bediend;
c. voorzienbare verkeerscongestie en/of verkeersdichtheid.
5. Bij grensoverschrijdend vervoer is artikel 5 niet van toepassing.
Toelichting
Artikel 5 van deze voorwaarden vermeerdert de aansprakelijkheid van de koerier ten opzichte van zijn aansprakelijkheid neergelegd in Artikel 8: 1095 Burgerlijk Wetboek.
Op grond van artikel 8: 1102 Burgerlijk Wetboek is deze vermeerdering van aansprakelijkheid nietig tenzij artikel 5 van deze voorwaarden in een afzonderlijk geschrift, dat de vervoerovereenkomst bevat, wordt vastgelegd.
Dat afzonderlijk geschrift bij uitstek is de vrachtbrief.
Op de koeriersvrachtbrief is naast de verwijzingsclausule naar deze voorwaarden, de tekst van artikel 5 letterlijk
overgenomen.
Xxxxxxx 0 - Xxxxxxxxx xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx algemene betalingsvoorwaarden
Artikel 1 - Betaling
1. De vracht en verdere op de goederen drukkende kosten zijn bij gefrankeerde zending opeisbaar op het moment dat de afzender/opdrachtgever de vrachtbrief aan de vervoerder overhandigt, dan wel op het ogenblik dat de vervoerder de opdracht aanvaardt.
2. Indien ongefrankeerde zending is overeengekomen, is de geadresseerde bij inontvangstneming van de goederen verplicht de vracht, het uit anderen hoofde terzake van het vervoer verschuldigde en verdere op de goederen drukkende kosten te betalen; indien hij deze op eerste aanmaning niet voldeed, is de afzender/opdrachtgever hoofdelijk met hem tot betaling verplicht.
3. Indien de vervoerder – anders dan bij ongefrankeerde zending – op verzoek van de afzender-/opdrachtgever de vracht, het uit anderen hoofde terzake van het vervoer verschuldigde en verdere op de goederen drukkende kosten met betrekking tot het verrichte transport in rekening brengt bij de geadresseerde of een derde, blijft de afzender/opdrachtgever tot betaling van deze bedragen verplicht indien de geadresseerde of de derde deze op eerste aanmaning niet voldeed.
4. Indien de vervoerder een factuur zendt, is de debiteur verplicht deze binnen 14 dagen na factuurdatum te voldoen.
5. Facturen worden geacht door de debiteur te zijn geaccepteerd en akkoord bevonden, indien niet binnen acht dagen na factuurdatum de vervoerder een schriftelijk bezwaar heeft bereikt.
6. Indien de debiteur in verzuim is, is hij verplicht naast de hoofdsom de wettelijke rente te betalen.
7. Eventuele betalingen zullen vooreerst in mindering strekken op de vervallen rente en vervolgens op de hoofdsom.
Artikel 2 - Compensatie
De afzender/opdrachtgever is niet gerechtigd schuldvergelijking toe te passen ten aanzien van bedragen, welke de vervoerder krachtens enige met hem gesloten overeenkomst in rekening brengt, tenzij de vervoerder de vordering schriftelijk heeft erkend.
Artikel 3 - Incasso
1. De vervoerder is gerechtigd om alle noodzakelijk gemaakte buitengerechtelijke en gerechtelijke kosten ter incasso aan degene die gehouden is tot betaling in rekening te brengen. De buitengerechtelijke kosten, met een minimum van 15% van de hoofdsom, zijn eerst verschuldigd vanaf het moment dat de debiteur in verzuim is en de vordering uit handen is gegeven.
2. Voor de omvang van de buitengerechtelijke kosten geldt de declaratie van de betreffende advocaat, deurwaarder of incassobureau als bewijs.
Artikel 4 - Retentierecht
1. De vervoerder heeft jegens ieder, die daarvan afgifte verlangt, een retentierecht op goederen en documenten, die hij in verband met de vervoerovereenkomst onder zich heeft. Dit recht komt hem echter niet toe jegens een derde, indien hij op het tijdstip dat hij de goederen ten vervoer ontving, reden had te twijfelen aan de bevoegdheid van de afzender/opdrachtgever jegens die derde de goederen ten vervoer ter beschikking te stellen.
2. Tegenover de afzender/opdrachtgever of de ontvanger/geadresseerde kan de vervoerder het recht van retentie uitoefenen op goederen, gelden en documenten voor hetgeen hem verschuldigd is of zal worden terzake van het vervoer van de goederen.
3. Hij kan dit recht tevens uitoefenen voor hetgeen bij wijze van rembours op de goederen drukt.
4. De vervoerder kan het in de leden 2 en 3 toegekende recht van retentie eveneens uitoefenen voor hetgeen hem door de afzender/opdrachtgever nog verschuldigd is in verband met voorgaande vervoerovereenkomsten.
5. Zolang de goederen niet op de plaats van bestemming zijn aangekomen, heeft de vervoerder het recht om van de afzender/opdrachtgever te vorderen, dat zekerheid gesteld wordt voor de vracht en alle vorderingen die hij ten laste van de afzender/opdrachtgever heeft of zal krijgen en heeft hij het recht het vertrek van het vervoermiddel uit te stellen, dan wel eenmaal aangevangen vervoer op te schorten zolang niet aan zijn vordering tot het stellen van zekerheid is voldaan.
6. De vervoerder is nimmer aansprakelijk voor eventuele schade die uit een uitstel of opschorting als hierboven bedoeld, voortvloeit.
Artikel 5 - Pandrecht
1. Alle goederen, documenten en gelden, welke de vervoerder uit welken hoofde en met welke bestemming ook onder zich heeft of zal krijgen, strekken hem tot onderpand voor alle vorderingen, welke hij ten laste van de afzender/opdrachtgever of van de eigenaar heeft of mocht krijgen.
2. Bij niet voldoening van de vordering geschiedt de verkoop van het onderpand in het openbaar dan wel door middel van onderhandse verkoop, indien hieromtrent overeenstemming is bereikt nadat de bevoegdheid tot verkoop is ontstaan.
Artikel 6 - Vervangende zekerheid/uitstel van betaling
1. De schuldenaar kan zich nimmer tegenover de vervoerder beroepen op hem ten aanzien van vorige opdrachten al dan niet uitdrukkelijk verleend uitstel van betaling, welke de termijn van 14 dagen overschreed.
2. Indien de afzender/opdrachtgever, dan wel een derde namens de afzender/opdrachtgever een onherroepelijke, door de vervoerder geaccepteerde bankgarantie stelt voor de in lid 5 van artikel 4 (opschorting) en lid 1 van artikel 5
(pand) bedoelde vorderingen, komen alle rechten die de vervoerder heeft volgens het bepaalde in artikel 4 (retentie en opschorting) en artikel 5 (pand) te vervallen.
Artikel 7 - Adreswijzigingen
1. De afzender/opdrachtgever is verplicht de vervoerder op de hoogte te houden van het adres, waarop hij bereikbaar is.
2. Eventuele schaden, welke het gevolg zijn van het niet-nakomen door de afzender/opdrachtgever van de verplichting uit lid 1, komen nimmer ten laste van de vervoerder.
Artikel 8
Deze voorwaarden kunnen worden aangehaald als de ‘Transport en Logistiek Nederland algemene betalingsvoorwaarden’.
Bijlage 3: Algemene vervoerscondities 2002
Artikel 1 Definities
In deze condities wordt verstaan onder:
1. Vervoerovereenkomst: de overeenkomst waarbij de vervoerder zich jegens de afzender verbindt tot het vervoer van zaken over de weg.
2. Afzender: de contractuele wederpartij van de vervoerder.
Vermelding van een afzender op de vrachtbrief houdt niet zonder meer in dat de
aldus
genoemde de contractuele wederpartij van de vervoerder is.
3. Geadresseerde: degene die uit hoofde van de vervoerovereenkomst jegens de vervoerder het recht heeft op aflevering van de zaken.
4. De vrachtbrief: het document opgemaakt in drie oorspronkelijke exemplaren waarvan een exemplaar (bewijs van ontvangst) bestemd is voor de afzender, een exemplaar (bewijs van aflevering) bestemd is voor de vervoerder en een exemplaar bestemd is voor de geadresseerde.
5. Hulppersonen: ondergeschikten van de vervoerder alsmede personen van wier diensten de vervoerder ter uitvoering van de vervoerovereenkomst gebruik maakt.
6. Overmacht: omstandigheden, voor zover een zorgvuldig vervoerder deze niet heeft kunnen vermijden en voor zover zulk een vervoerder de gevolgen daarvan niet heeft k unnen verhinderen.
7. Vertragingsschade: vermogensschade ten gevolge van vertraagde aflevering van zaken.
8. Schriftelijk: schriftelijk dan wel langs elektronische weg.
9. BW: Burgerlijk Wetboek.
10. CMR: het verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaalvervoer van goederen over de weg (Genève 1956), zoals aangevuld door het protocol van 1978.
11. Algemene Veerboot- en Beurtvaartcondities: de Algemene Veerboot- en Beurtvaartcondities, laatste versie, gedeponeerd door Stichting Vervoeradres ter griffie van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam en Rotterdam.
12. Algemene Opslagvoorwaarden: de Algemene Opslagvoorwaarden, laatste versie, gedeponeerd door Stichting Vervoeradres ter griffie van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam en Rotterdam.
Artikel 2 Elektronische berichten
1. Indien gegevens, waaronder die met betrekking tot de vrachtbrief, langs elektronische weg worden uitgewisseld, zullen partijen in geval van onderlinge geschillen de toelaatbaarheid van elektronische berichten als bewijsmiddel niet betwisten.
2. Elektronische berichten hebben dezelfde bewijskracht als geschriften, tenzij deze berichten niet op het tussen partijen overeengekomen formaat en niveau van beveiliging alsmede niet op de overeengekomen wijze zijn verzonden, opgeslagen en geregistreerd.
3. Een vrachtbrief elektronisch opgemaakt en elektronisch ondertekend via het TransFollow-platform heeft dezelfde bewijskracht als de vrachtbrief bedoeld in artikel
1. De elektronische handtekening gezet via het TransFollow-platform geldt als voldoende betrouwbaar.
Artikel 3 Werkingssfeer
De Algemene Vervoercondities zijn van toepassing op de vervoerovereenkomst van zaken over de weg; indien de CMR van toepassing is, zijn de Algemene Vervoercondities aanvullend van toepassing.
Artikel 4 Verplichtingen van de afzender; opzegging van de vervoerovereenkomst
1. De afzender is verplicht:
a) de vervoerder omtrent de zaken alsmede omtrent de behandeling daarvan tijdig al die opgaven te doen, waartoe hij in staat is of behoort te zijn, en waarvan hij weet of behoort te weten, dat zij voor de vervoerder van belang zijn, tenzij hij mag aannemen dat de vervoerder deze gegevens kent;
b) de overeengekomen zaken op de overeengekomen plaats, tijd en wijze en vergezeld van de volgens artikel 5 vereiste vrachtbrief en de door de wet van de zijde van de afzender overigens vereiste documenten ter beschikking van de vervoerder te stellen;
c) elk te vervoeren collo duidelijk en doelmatig te adresseren en, indien hem zulks redelijkerwijs mogelijk is, de vereiste gegevens en adressen op of aan de colli of hun verpakking aan te brengen op zodanige wijze, dat zij in normale omstandigheden tot het einde van het vervoer leesbaar zullen blijven. De afzender kan met de vervoerder schriftelijk overeenkomen, dat de adressering van de colli wordt vervangen door een vermelding van cijfers, letters of andere symbolen;
d) het gezamenlijk gewicht van de te vervoeren zaken op de vrachtbrief te vermelden;
e) de overeengekomen zaken in of op het voertuig te laden, te stuwen en te doen lossen, tenzij partijen anders overeenkomen of uit de aard van het voorgenomen vervoer, in aanmerking genomen de te vervoeren zaken en het ter beschikking gestelde voertuig, anders voortvloeit.
2. De afzender kan zich niet door een beroep op welke omstandigheid dan ook aan de in lid 1 onder a, b, c en d genoemde verplichtingen onttrekken en de afzender is
verplicht
de vervoerder de schade te vergoeden die door het niet nakomen van genoemde verplichtingen ontstaat.
3. Onverminderd het in lid 2 bepaalde kan de vervoerder de overeenkomst zonder enige ingebrekestelling opzeggen, wanneer de afzender niet aan zijn in lid 1 onder a en b vermelde verplichtingen voldeed, doch dit slechts nadat hij de afzender schriftelijk
een
uiterste termijn heeft gesteld en de afzender bij afloop daarvan nog niet aan zijn verplichting heeft voldaan. Indien door het stellen van een dergelijke termijn de
exploitatie van zijn bedrijf op onredelijke wijze zou worden verstoord, kan de vervoerder ook zonder het verlenen van genoemde termijn de overeenkomst opzeggen.
De afzender kan, indien hij niet aan zijn in lid 1 onder b vermelde verplichting voldeed, eveneens de overeenkomst opzeggen. Opzegging geschiedt door een schriftelijke kennisgeving en de overeenkomst eindigt op het ogenblik van ontvangst daarvan. Na opzegging is de afzender 75% van de overeengekomen vracht aan de vervoerder verschuldigd zonder tot verdere schadevergoeding te zijn gehouden. Indien geen vracht is overeengekomen, geldt als zodanig de vracht volgens recht, respectievelijk gebruik, respectievelijk billijkheid.
4. Eveneens kan de vervoerder de overeenkomst opzeggen, wanneer de belading en/of de stuwing gebrekkig is of wanneer er overbelading is, maar niet nadat de afzender in de gelegenheid is gesteld het gebrek of de overbelading ongedaan te maken. Indien de afzender weigert de gebrekkigheid van de belading en/of de stuwing of overbelading ongedaan te maken kan de vervoerder de
overeenkomst opzeggen dan wel zelf de gebrekkigheid en/of de overbelading ongedaan maken; in beide gevallen is de afzender verplicht de vervoerder een bedrag van € 500 te betalen, tenzij de vervoerder bewijst dat de daardoor geleden schade dit bedrag te boven gaat; lid 3 is niet van toepassing.
5. De afzender moet aan de vervoerder de aan deze terzake van overbelading opgelegde boete vergoeden, tenzij de vervoerder tekort geschoten is in zijn ingevolge artikel 9 leden 1 en 5 op hem rustende verplichtingen of de vervoerder de vervoerovereenkomst niet heeft opgezegd op grond van het vorige lid, onverminderd diens beroep op kwade trouw van de afzender. Indien de afzender het bewijs kan overleggen van een beboeting voor overtreding van art. 2.6 lid 2 uit de Wet Wegvervoer Goederen, dan vervalt deze bepaling.
6. Onverminderd de overige leden van dit artikel, moet de afzender aan de vervoerder de door deze geleden schade vergoeden voor zover deze het gevolg is van de omstandigheid, dat het vervoer van de zaken van hogerhand geheel of ten dele verboden of beperkt is of zal worden; deze aansprakelijkheid bestaat echter niet, indien de afzender bewijst dat dit verbod of deze beperking aan de vervoerder bekend was of redelijkerwijs kon zijn bij het aangaan van de vervoerovereenkomst.
Artikel 5 De vrachtbrief
1. De afzender is verplicht bij de ter beschikkingstelling van zaken aan de vervoerder een vrachtbrief te overhandigen waarin vermeld staat dat deze Algemene
Vervoercondities
op de gesloten vervoerovereenkomst van toepassing zijn.
2. De afzender is verplicht de vrachtbrief volgens de daarop voorkomende aanwijzingen volledig en naar waarheid in te vullen en hij staat op het ogenblik van de ter beschikkingstelling van de zaken in voor de juistheid en volledigheid van de door hem
verstrekte gegevens.
3. De vervoerder is verplicht zich als vervoerder op de hem door de afzender aangeboden vrachtbrief duidelijk kenbaar te maken en dit te ondertekenen en aan de afzender af te geven. Indien de vervoerder dit verlangt is de afzender verplicht de vrachtbrief te ondertekenen. De ondertekening kan worden gedrukt of door een stempel dan wel enig ander kenmerk van oorsprong worden vervangen.
4. De vrachtbrief kan ook in de vorm van electronische berichten worden opgemaakt overeenkomstig het tussen partijen overeengekomen formaat en niveau van beveiliging alsmede overeenkomstig de tussen partijen overeengekomen wijze van verzenden, opslaan en registreren.
Artikel 6 Bewijskracht van de vrachtbrief
1. De vervoerder is verplicht bij de inontvangstneming van de zaken de juistheid van de vermelding van het aantal zaken op de vrachtbrief alsmede de uiterlijk goede staat
van
de zaken en hun verpakking te controleren en in geval van afwijking daarvan aantekening te maken op de vrachtbrief. Deze verplichting bestaat niet wanneer naar het oordeel van de vervoerder het vervoer daardoor aanmerkelijk zou worden vertraagd.
2. De vrachtbrief levert bewijs, behoudens tegenbewijs, van de voorwaarden der vervoerovereenkomst en de partijen bij de vervoerovereenkomst, van de inontvangstneming van de zaken en hun verpakking in uiterlijk goede staat, van het gewicht en van het aantal zaken. Indien de vervoerder geen redelijke middelen ter beschikking staan om de juistheid van vermeldingen bedoeld in het eerste lid te controleren, levert de vrachtbrief geen bewijs van die vermeldingen.
Artikel 7 Vrachtbetaling
1. De afzender is verplicht op het ogenblik dat hij de vrachtbrief overhandigt, dan wel op het ogenblik dat de zaken door de vervoerder in ontvangst zijn genomen, de vracht en verdere op de zaken drukkende kosten te voldoen.
2. Indien ongefrankeerde zending is overeengekomen, is de geadresseerde bij de aflevering van de zaken door de vervoerder verplicht de vracht, het uit anderen hoofde terzake van het vervoer verschuldigde en verdere op de zaken drukkende kosten te voldoen; indien hij deze op eerste aanmaning niet voldeed, is de afzender hoofdelijk met hem tot betaling verplicht.
Indien de afzender bij ongefrankeerde verzending op de vrachtbrief heeft vermeld, dat zonder betaling van de vracht, van het uit anderen hoofde terzake van het vervoer verschuldigde of van verdere op de zaken drukkende kosten niet mag worden afgeleverd, moet de vervoerder, indien geen betaling plaatsvindt, de afzender nadere instructies vragen die hij moet opvolgen, voor zover hem dit redelijkerwijs mogelijk is, tegen vergoeding van kosten, schade en eventueel betaling van een redelijke beloning, tenzij deze kosten door zijn schuld zijn ontstaan.
3. De vervoerder is gerechtigd om buitengerechtelijke en gerechtelijke kosten ter incasso van de vracht en andere bedragen, zoals genoemd in leden 1 en 2, aan degene die gehouden is tot betaling van de vracht en andere kosten, in rekening te brengen. De buitengerechtelijke incassokosten zijn verschuldigd vanaf het moment dat de debiteur in verzuim is. De buitengerechtelijke incassokosten worden berekend aan de hand van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (Staatsblad 2012/141) of de laatste versie van dat Besluit.
4. De vracht, het uit anderen hoofde terzake van het vervoer verschuldigde en verdere op de zaken rustende kosten zijn ook verschuldigd indien de zaken niet, slechts ten dele, beschadigd of met vertraging ter bestemming worden afgeleverd.
5. Beroep op verrekening van vorderingen tot betaling van vracht, van het uit anderen hoofde terzake van het vervoer verschuldigde of van verdere op de zaken drukkende kosten met vorderingen uit anderen hoofde is niet toegestaan.
6. Indien de afzender niet aan zijn in het onderhavige artikel genoemde verplichtingen heeft voldaan, is de vervoerder bevoegd het vertrek van het vervoermiddel op te schorten en alsdan wordt de hierdoor voor hem ontstane schade als op de zaken drukkende kosten aangemerkt.
Artikel 8 Instructies van de afzender
1. De afzender is bevoegd de plaats van terbeschikkingstelling van de zaken te wijzigen, zichzelf of een ander als geadresseerde aan te wijzen, een gegeven aanduiding van de geadresseerde te wijzigen dan wel orders omtrent de aflevering te geven of de plaats van aflevering te wijzigen, mits deze instructies de normale bedrijfsvoering van de vervoerder niet beletten. Instructies betreffende niet-aflevering die de persoon die deze moet uitvoeren, tijdig bereiken, moeten echter steeds worden uitgevoerd.
2. Instructies kunnen worden gegeven ook nadat de vervoerder de zaken in ontvangst heeft genomen.
3. De afzender is verplicht de vervoerder de door het opvolgen van de instructies veroorzaakte schade en gemaakte kosten te vergoeden.
Wanneer het voertuig ten gevolge van de gegeven instructies naar een niet eerder overeengekomen plaats is gereden, is de afzender verplicht, behalve vergoeding van geleden schade en gemaakte kosten, ook terzake een redelijke vergoeding te voldoen.
4. Het recht tot het geven van instructies vervalt naarmate de geadresseerde op de losplaats de zaken aanneemt of de geadresseerde van de vervoerder schadevergoeding verlangt omdat deze de zaken niet aflevert.
Artikel 9 Verplichtingen van de vervoerder
1. De vervoerder is verplicht de overeengekomen zaken op de overeengekomen plaats, tijd en wijze in ontvangst te nemen alsmede het laadvermogen van het voertuig aan de afzender mee te delen, tenzij aannemelijk is dat de afzender daarvan op de hoogte
is.
2. De vervoerder is verplicht ten vervoer ontvangen zaken ter bestemming af te leveren in de staat waarin hij deze heeft ontvangen.
3. De vervoerder is verplicht de ten vervoer ontvangen zaken binnen een redelijke termijn ter bestemming af te leveren; indien een termijn van aflevering schriftelijk is overeengekomen dient binnen deze termijn afgeleverd te worden.
4. Indien de vervoerder aan de verplichting genoemd in lid 1 niet voldoet, kunnen beide partijen de overeenkomst met betrekking tot de zaken die de vervoerder niet in ontvangst heeft genomen, opzeggen. De afzender kan dit echter slechts doen nadat
hij afloop
de vervoerder schriftelijk een uiterste termijn heeft gesteld en de vervoerder bij daarvan nog niet aan zijn verplichting heeft voldaan.
De opzegging geschiedt door een schriftelijke mededeling aan de wederpartij en de overeenkomst eindigt op het ogenblik, waarop deze mededeling wordt ontvangen.
Na opzegging is de vervoerder verplicht aan de afzender de schade te vergoeden die deze door de opzegging heeft geleden. Deze schadevergoeding beloopt echter niet meer dan tweemaal de vracht en de afzender is geen vracht verschuldigd.
5. De vervoerder is verplicht de door of namens de afzender verrichte belading, stuwing en eventuele overbelading te controleren indien en voorzover de omstandigheden zulks toelaten. Indien hij van oordeel is dat de belading of stuwing gebrekkig is, is hij verplicht, onverminderd het in artikel 4 lid 4 bepaalde, dit op de vrachtbrief aan te tekenen. Indien hij niet in staat of in de gelegenheid is aan zijn controleplicht te voldoen, kan hij daarvan aantekening maken op de vrachtbrief.
6. Indien aflevering aan huis is overeengekomen, moet de vervoerder de zaken bezorgen aan de deur van het adres, dat op de vrachtbrief is vermeld of aan de deur van een adres, dat hem in plaats daarvan – met inachtneming van artikel 8 – tijdig door de afzender is opgegeven. Wanneer het adres niet via een verharde rijweg of anderszins redelijkerwijs bereikbaar is, moet afgeleverd worden op een plaats, die zo dicht mogelijk bij het oorspronkelijk opgegeven adres ligt.
Artikel 10 Aansprakelijkheid van de vervoerder
1. De vervoerder is, behoudens overmacht, aansprakelijk voor schade aan of verlies van de zaken en voor vertragingsschade voor zover de vervoerder de in artikel 9 leden 2
en
3 genoemde verplichtingen niet is nagekomen.
2. De vervoerder is voor de gedragingen van zijn hulppersonen op gelijke wijze als voor eigen gedragingen aansprakelijk.
3. De vervoerder kan niet om zich van zijn aansprakelijkheid te ontheffen beroep doen op de gebrekkigheid van het voertuig of van het materiaal waarvan hij zich bedient, tenzij dit laatste door de afzender, de geadresseerde of de ontvanger te zijner beschikking is gesteld. Onder materiaal wordt niet begrepen een schip of spoorwagon, waarop het voertuig zich bevindt.
Artikel 11 Bijzondere risico’s
Onverminderd artikel 10 is de vervoerder, die de op hem uit hoofde van de artikel 9 leden 2 en 3 rustende verplichtingen niet nakwam, desalniettemin voor de daardoor ontstane schade niet aansprakelijk, voor zover dit niet nakomen het gevolg is van de bijzondere risico’s verbonden aan een of meer van de volgende omstandigheden:
a) het vervoer van de zaken in een onoverdekt voertuig, wanneer dit uitdrukkelijk is overeengekomen en op de vrachtbrief is vermeld;
b) ontbreken of gebrekkigheid van de verpakking van de zaken die gelet op hun aard of de wijze van vervoer voldoende verpakt hadden moeten zijn;
c) behandeling, lading, stuwing of lossing van de zaken door de afzender, de geadresseerde of personen, die voor rekening van de afzender of de geadresseerde handelen;
d) de aard van bepaalde zaken zelf, die door met deze aard zelf samenhangende oorzaken zijn blootgesteld aan geheel of gedeeltelijk verlies of aan beschadiging, in het bijzonder door ontvlamming, ontploffing, smelting, breuk, corrosie, bederf, uitdroging, lekkage, normaal kwaliteitsverlies of optreden van ongedierte of knaagdieren;
e) hitte, koude, temperatuurverschillen of vochtigheid van de lucht, doch slechts indien niet is overeengekomen dat het vervoer zal plaatsvinden met een voertuig speciaal ingericht om de zaken aan invloed daarvan te onttrekken;
f) onvolledigheid of gebrekkigheid van de adressering, cijfers, letters of merken der colli;
g) het feit dat het vervoer een levend dier betreft.
Artikel 12 Vermoeden van aansprakelijkheid bevrijdende omstandigheden
1. Wanneer de vervoerder bewijst dat, gelet op de omstandigheden van het geval, het niet nakomen van de op hem uit hoofde van artikel 9 leden 2 en 3 rustende verplichtingen een gevolg heeft kunnen zijn van een of meer der in artikel 11 genoemde bijzondere risico’s, wordt vermoed, dat het niet nakomen daaruit voortvloeit. Degene, die jegens de vervoerder recht heeft op de zaken, kan evenwel bewijzen, dat dit niet nakomen geheel of gedeeltelijk niet door een van deze risico’s is veroorzaakt.
2. Het hierboven genoemde vermoeden bestaat niet in het in artikel 11 onder a genoemde geval, indien zich een ongewoon groot tekort voordoet dan wel een ongewoon groot verlies van colli.
3. Indien in overeenstemming met het door partijen overeengekomene het vervoer plaatsvindt door middel van een voertuig, speciaal ingericht om de zaken te onttrekken aan de invloed van hitte, koude, temperatuurverschillen of vochtigheid
van
de lucht, kan de vervoerder ter ontheffing van zijn aansprakelijkheid ten gevolge van deze invloed slechts een beroep doen op artikel 11 onder d, indien hij bewijst, dat alle maatregelen waartoe hij, rekening houdende met de omstandigheden, verplicht was, zijn genomen met betrekking tot de keuze, het onderhoud en het gebruik van deze inrichtingen en dat hij zich heeft gericht naar de bijzondere instructies bedoeld in het vijfde lid.
4. De vervoerder kan slechts beroep doen op artikel 11 onder g, indien hij bewijst dat alle
maatregelen, waartoe hij normaliter, rekening houdende met de omstandigheden, verplicht was, zijn genomen en dat hij zich heeft gericht naar de bijzondere instructies bedoeld in het vijfde lid.
5. De bijzondere instructies, bedoeld in het derde en het vierde lid van dit artikel, moeten aan de vervoerder vóór de aanvang van het vervoer zijn gegeven, hij moet deze uitdrukkelijk hebben aanvaard en zij moeten, indien voor dit vervoer een vrachtbrief is afgegeven, daarop zijn vermeld. De enkele vermelding op de vrachtbrief levert te dezer zake geen bewijs op.
Artikel 13 Schadevergoeding
1. De schadevergoeding die de vervoerder wegens het niet nakomen van de op hem uit hoofde van artikel 9 lid 2 rustende verplichting is verschuldigd, is beperkt tot een bedrag van € 3,40 per kilogram; voor andere schade dan schade ten gevolge van verlies van of schade aan de zaken, zoals gevolgschade, bedrijfsstilstand of immateriële schade, is de vervoerder uit hoofde van de vervoerovereenkomst niet aansprakelijk.
2. Het aantal kilogrammen waarvan ter berekening van het in lid 1 genoemde bedrag wordt uitgegaan, is het op de vrachtbrief vermelde gewicht van de beschadigde of
niet
afgeleverde zaak.
3. Indien de vervoerder aansprakelijk is doordat hij niet afleverde binnen de redelijke termijn als genoemd in artikel 9 lid 3, is de vertragingsschade beperkt tot eenmaal de vracht; indien de termijn, genoemd in artikel 9 lid 3, schriftelijk is overeengekomen, is de vertragingsschade beperkt tot tweemaal de vracht.
4. Expertisekosten, beredderingskosten en andere kosten die zijn gemaakt om de waarde
xxx xx beschadigde of verloren gegane dan wel met vertraging afgeleverde zaken vast te stellen en te realiseren, worden aangemerkt als een waardevermindering van die zaak.
5. Indien de vervoerder aansprakelijk is omdat hij een verplichting die op hem rust uit
hoofde van de artikelen 8:1115 lid 2 en 8:1118 lid 3 BW dan wel van de artikelen 6 lid 1, 19 lid 4, 21 of 25 van deze condities, niet nakwam, zal een door hem xxxxxxx verschuldigde schadevergoeding niet meer bedragen dan wat hij in geval van totaal verlies der betrokken zaken verschuldigd zou kunnen zijn.
Artikel 14 Opzet en bewuste roekeloosheid
Een handeling of een nalaten van wie ook, behalve van de vervoerder zelf, geschied hetzij met het opzet de schade te veroorzaken, hetzij roekeloos en met de wetenschap dat die schade er waarschijnlijk uit zou voortvloeien, ontneemt de vervoerder niet het recht zich op enige uitsluiting of beperking van zijn aansprakelijkheid te beroepen.
Artikel 15 Kennisgeving van de schade
1. Indien de zaken met uiterlijk zichtbare schade of verlies door de vervoerder worden afgeleverd zonder dat de geadresseerde bij of dadelijk na aanneming van de zaken
een
schriftelijk voorbehoud, waarin de algemene aard van de schade of het verlies is aangegeven, ter kennis van de vervoerder heeft gebracht, wordt de vervoerder geacht de zaken in dezelfde staat te hebben afgeleverd als waarin hij deze heeft ontvangen.
2. Indien de schade of het verlies niet uiterlijk waarneembaar is en de geadresseerde niet binnen één week na aanneming van de zaken een schriftelijk voorbehoud, waarin de algemene aard van de schade of het verlies is aangegeven, ter kennis van de vervoerder heeft gebracht, wordt de vervoerder eveneens geacht de zaken in
dezelfde
staat te hebben afgeleverd als waarin hij deze heeft ontvangen.
3. Indien de zaken niet binnen een redelijke of overeengekomen termijn worden afgeleverd zonder dat de geadresseerde binnen één week na aanneming van de zaken een schriftelijk voorbehoud, waarin is aangegeven dat de zaken niet binnen die
termijn
zijn afgeleverd, ter kennis van de vervoerder heeft gebracht, wordt de vervoerder geacht de zaken binnen die termijn te hebben afgeleverd.
Artikel 16 Vorderingsrecht
Zowel de afzender als de geadresseerde heeft jegens de vervoerder het recht aflevering van zaken overeenkomstig de op de vervoerder rustende verplichtingen te vorderen.
Artikel 17 Rembours
1. Partijen kunnen overeenkomen, dat de zaken met een rembours zullen worden belast,
dat echter niet hoger zal zijn dan de factuurwaarde der zaken. In dat geval mag de vervoerder de zaken slechts afleveren tegen voorafgaande betaling van het rembours
in contant geld, tenzij de afzender de vervoerder heeft gemachtigd een andere wijze van betaling te accepteren.
2. Indien na kennisgeving van aankomst blijkt dat de geadresseerde het rembours niet overeenkomstig de door de afzender aan de vervoerder voorgeschreven
betalingswijze
voldoet, moet de vervoerder aan de afzender nadere instructies vragen. De kosten die samenhangen met het verzoek om instructies zijn voor rekening van de afzender. De vervoerder moet de hem gegeven instructies opvolgen, voorzover hem dit Redelijkerwijze mogelijk is, tegen vergoeding van kosten en eventueel betaling van
een
redelijke beloning, tenzij deze kosten door zijn schuld zijn ontstaan.
Indien de afzender instructies geeft, die inhouden, dat er in afwijking van eerder gegeven betalingsinstructies door de vervoerder moet worden afgeleverd, moeten deze schriftelijk aan de vervoerder worden gegeven. Bij gebreke van instructies is het bepaalde in artikel 21 overeenkomstig van toepassing.
3. De vervoerder is verplicht, nadat een zending onder rembours is afgeleverd en de gelden aan hem zijn afgedragen, de desbetreffende remboursgelden onverwijld doch in ieder geval binnen twee weken aan de afzender af te dragen dan wel op diens bank- of girorekening over te doen schrijven.
4. De in lid 3 genoemde termijn van twee weken vangt aan op de dag, waarop de zaken zijn afgeleverd.
5. De geadresseerde, die ten tijde van de aflevering weet dat een bedrag als rembours op de zaken drukt, is verplicht aan de vervoerder het door deze aan de afzender verschuldigde bedrag te voldoen.
6. Indien de zaken zonder voorafgaande inning van het rembours zijn afgeleverd, is de vervoerder verplicht aan de afzender de schade ten hoogste tot het bedrag van het rembours te vergoeden, tenzij hij bewijst dat er geen schuld van hem of van zijn ondergeschikten aanwezig was. Deze verplichting laat zijn recht op verhaal tegen de geadresseerde onverlet.
7. Verschuldigde remboursprovisie komt ten laste van de afzender.
8. Alle vorderingen tegen de vervoerder uit hoofde van een remboursbeding verjaren door verloop van een jaar, te rekenen met de aanvang van de dag volgende op de dag waarop de zaken werden afgeleverd of hadden moeten zijn afgeleverd.
Artikel 18 Voorbehouden van de vervoerder
De vervoerder behoudt onder de toepassing van deze condities zich het recht voor:
a) de zaken in of door middel van die vervoermiddelen te vervoeren, welke hem dienstig zullen voorkomen en de zaken zonodig te bewaren in zodanige vervoermiddelen, bergruimten of opslagplaatsen, als hij zal goedvinden, onverschillig of deze
vervoermiddelen, bergruimten of opslagplaatsen aan de vervoerder of aan derden toebehoren;
b) de te volgen route vrijelijk te bepalen, mitsdien ook van de gebruikelijke route af te wijken. Hij is tevens gerechtigd die plaatsen aan te doen, waarvan hij dit voor de uitoefening van zijn bedrijf wenselijk acht.
Artikel 19 Verhindering na inontvangstneming
1. Wanneer na het in ontvangst nemen van de zaken door de vervoerder het vervoer redelijkerwijs niet of niet binnen redelijke tijd kan worden aangevangen, voortgezet of voltooid, is de vervoerder verplicht zulks aan de afzender mede te delen. Vervoerder en afzender hebben alsdan de bevoegdheid de overeenkomst op te zeggen.
2. De opzegging geschiedt door een schriftelijke mededeling aan de wederpartij en de overeenkomst eindigt op het ogenblik, waarop deze mededeling wordt ontvangen.
3. De vervoerder is niet verplicht voor het verdere vervoer naar de bestemmingsplaats zorg te dragen en is bevoegd de zaken te lossen en op te slaan op een daartoe geschikte plaats; de afzender is bevoegd de zaken tot zich te nemen. De in verband met de opzegging met betrekking tot de zaken gemaakte kosten komen, onder voorbehoud van lid 4, ten laste van de afzender.
4. Behoudens overmacht is de vervoerder verplicht de afzender de schade te vergoeden, die deze door de opzegging van de overeenkomst heeft geleden.
Artikel 20 Stapelvervoer; doorvervoer
1. Wanneer een deel van het vervoer, al dan niet na overlading van de zaken, geschiedt over de binnenwateren, wordt voor dat deel de aansprakelijkheid van de vervoerder bepaald door de artikelen 9 en 13 van de Algemene Veerboot- en Beurtvaartcondities.
2. Wanneer de vervoerder zich, na aflevering van de door hem vervoerde zaken, verbindt
tot het verder doen vervoeren van die zaken, handelt hij daarbij in hoedanigheid van expediteur en is zijn aansprakelijkheid in die hoedanigheid beperkt tot € 3,40 per kilogram van de beschadigde of verloren zaken; verdere schadevergoeding voor welke schade dan ook is niet verschuldigd.
Artikel 21 Opslag in geval van niet opkomen van de geadresseerde
1. Indien de geadresseerde na kennisgeving van aankomst van de zaken niet opkomt, indien hij het in ontvangst nemen van de zaken niet aanvangt, indien hij dit niet regelmatig en met bekwame spoed voortzet, indien hij weigert de zaken aan te
nemen
of voor ontvangst te tekenen, kunnen de zaken door de vervoerder voor rekening en gevaar van de afzender op de door de vervoerder met inachtneming van redelijke zorg te bepalen wijze en plaats worden opgeslagen – zo nodig ook in het vervoermiddel,
waarin zij werden vervoerd – of gestald; de vervoerder is verplicht de afzender op de hoogte te stellen.
2. De vervoerder kan met inachtneming van lid 1 ook tot opslag of stalling overgaan, indien het stellen van zekerheid als in artikel 23 lid 5 bedoeld, wordt geweigerd, of indien geschil ontstaat omtrent het bedrag of de aard van de te stellen zekerheid.
3. Behalve in geval van beslag kunnen de zaken, na verloop van één week na de aangetekende verzending van een schriftelijke kennisgeving van de voorgenomen verkoop aan de afzender, door de vervoerder voor rekening van de afzender publiekelijk of onderhands worden verkocht zonder dat enige rechterlijke machtiging is vereist.
4. De verkoop kan geschieden zonder inachtneming van enige termijn en zonder voorafgaande kennisgeving, indien de zaken aan bederf onderhevig zijn of indien bewaring schadelijk zou kunnen zijn of schade of gevaar voor de omgeving zou
kunnen
opleveren. Wanneer geen voorafgaande kennisgeving plaatsvond, is de vervoerder verplicht na de verkoop daarvan kennis te geven aan de afzender.
5. Ten aanzien van levende have bedraagt de in lid 3 bedoelde termijn drie dagen met dien verstande dat de vervoerder zonder inachtneming van enige termijn en zonder voorafgaande kennisgeving tot verkoop mag overgaan indien de toestand van de levende have zulks gewenst doet zijn. Wanneer geen voorafgaande kennisgeving plaatsvond, is de vervoerder verplicht na de verkoop daarvan kennis te geven aan de afzender.
6. De vervoerder houdt de opbrengst van de verkochte zaken, na aftrek van het bedrag van een eventueel rembours en een aan de vervoerder in verband daarmee toekomende commissie en van al hetgeen dat terzake van het verkochte aan de vervoerder toekomt, zowel voor vracht als voor kosten van opslag of stalling als voor andere kosten en schaden, gedurende zes maanden na de aanneming van de zaken ten vervoer ter beschikking van de afzender, na verloop van welke termijn hij het ter beschikking gehouden bedrag onder gerechtelijke bewaring zal stellen.
Artikel 22 Opslag voor, tijdens en na het vervoer
Wanneer afzender en vervoerder overeenkomen dat de vervoerder voorafgaand aan of tijdens het overeengekomen vervoer dan wel na afloop van het vervoer de zaken in opslag zal nemen, geschiedt deze opslag onder toepasselijkheid van de Algemene Opslagvoorwaarden.
Afzender en vervoerder worden dienovereenkomstig aangemerkt als bewaargever respectievelijk bewaarnemer.
Artikel 23 Retentierecht
1. De vervoerder heeft jegens ieder, die daarvan afgifte verlangt, een retentierecht op zaken en documenten, die hij in verband met de vervoerovereenkomst onder zich heeft. Dit recht komt hem niet toe indien hij op het tijdstip dat hij de zaken ten
vervoer ontving, reden had te twijfelen aan de bevoegdheid van de afzender de zaken ten vervoer ter beschikking te stellen.
2. Het retentierecht heeft mede betrekking op hetgeen bij wijze van rembours op de zaken drukt alsmede op de hem in verband met het rembours toekomende provisie, waarvoor hij geen zekerheid behoeft te aanvaarden.
3. Tegenover de afzender kan de vervoerder het retentierecht eveneens uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is in verband met voorgaande
vervoerovereenkomsten.
4. Tegenover de geadresseerde, die in die hoedanigheid tot voorgaande vervoerovereenkomsten toetrad, kan de vervoerder het retentierecht eveneens uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is in verband met die overeenkomsten.
5. Indien bij de afrekening geschil ontstaat over het verschuldigde bedrag of ter bepaling
daarvan een niet spoedig uit te voeren berekening nodig is, is hij die aflevering vordert, verplicht het gedeelte over welks verschuldigdheid partijen het eens zijn, terstond te voldoen en voor de betaling van het door hem betwiste gedeelte of van het gedeelte, waarvan het bedrag nog niet vaststaat, zekerheid te stellen.
Artikel 24 Pandrecht
1. Alle zaken, documenten en gelden, die de vervoerder in verband met de vervoerovereenkomst onder zich heeft, strekken hem tot pand voor alle vorderingen, die hij ten laste van de afzender heeft.
2. Behoudens in de gevallen waarin de afzender in staat van faillissement verkeert, hem surséance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, heeft de vervoerder nimmer het recht de verpande zaken te verkopen zonder toestemming van de rechter overeenkomstig art. 3:248 lid 2 BW.
Artikel 25 Verloren zaken
Indien zaken niet zijn afgeleverd binnen dertig dagen na de dag, waarop zij ten vervoer werden aangenomen en het onbekend is waar zij zich bevinden worden zij als verloren aangemerkt. Indien binnen één jaar nadat de vervoerder aan degene, die jegens hem recht op aflevering van zaken heeft, schadevergoeding heeft uitgekeerd terzake van het niet afleveren van deze zaken, deze zaken of enige daarvan alsnog onder de vervoerder blijken te zijn (gekomen), is de vervoerder verplicht de afzender of de geadresseerde, die jegens hem daartoe schriftelijk het verlangen uitte, van deze omstandigheid schriftelijk op de hoogte te stellen en heeft de afzender respectievelijk de geadresseerde gedurende dertig dagen na ontvangst van deze mededeling het recht tegen verrekening van de door hem ontvangen schadevergoeding alsnog aflevering van deze zaken te verlangen. Hetzelfde geldt, indien de vervoerder terzake van het niet afleveren geen schadevergoeding heeft uitgekeerd, met dien verstande dat de termijn van één jaar begint met de aanvang van de dag volgende op die,
waarop de zaken hadden moeten zijn afgeleverd. Wanneer de afzender respectievelijk de geadresseerde van zijn recht geen gebruik maakt, geldt het in artikel 21 bepaalde.
Artikel 26 Vrijwaring; Himalaya-clausule
1. De afzender, die niet voldeed aan enige verplichting die de wet of deze condities hem opleggen, is verplicht de vervoerder te vrijwaren voor alle schade, die deze tengevolge van het niet nakomen van die verplichting mocht lijden, wanneer deze terzake van het vervoer van de zaken door een derde wordt aangesproken.
2. Wanneer hulppersonen van de vervoerder xxxxxxx van het vervoer van de zaken worden aangesproken, kunnen deze personen een beroep doen op iedere beperking en/of ontheffing van aansprakelijkheid, waarop uit hoofde van deze condities of van enige andere wettelijke of contractuele bepaling de vervoerder een beroep kan doen.
Artikel 27 Vertragingsrente
Partijen zijn over een door hen verschuldigd bedrag wettelijke rente verschuldigd op voet van art. 6:119 BW.
Artikel 28 Verjaring
1. Alle op de vervoerovereenkomst gegronde of met die overeenkomst verband houdende rechtsvorderingen verjaren door verloop van een jaar.
2. Voorzover een vervoerder verhaal zoekt op een persoon van wiens diensten de vervoerder ter uitvoering van de vervoerovereenkomst gebruik heeft gemaakt voor hetgeen door hem aan de afzender of de geadresseerde is verschuldigd, begint vanaf het moment als bepaald in art. 8:1720 lid 1 BW, een nieuwe termijn van verjaring welke termijn drie maanden beloopt.
Artikel 29 Forumkeuze; rechtskeuze
1. Alle geschillen die voortvloeien uit of samenhangen met een overeenkomst voor binnenlands vervoer over de weg tussen partijen die in Nederland hun woonplaats hebben zullen uitsluitend worden beslecht door de bevoegde rechter te Rotterdam, tenzij partijen schriftelijk anders zijn overeengekomen.
2. Op alle rechtsverhoudingen voortvloeiende uit of verband houdende met de vervoerovereenkomst is Nederlands recht van toepassing.