ALGEMENE VOORWAARDEN
VERZEKERING MATERIELE SCHADE VAN DE SPECIALE RISICO’S
ALGEMENE VOORWAARDEN
TITEL I
VERZEKERING TEGEN MATERIELE SCHADE
De hoofdstukken I tot IX van deze titel zijn van toepassing in zoverre er melding van wordt gemaakt in de bijzondere voorwaar- den van het contract.
Hoofdstuk I Brandverzekering
Artikel 1 Voorwerp van de verzekering
A. Op grond van de zowel algemene als bijzondere voorwaarden, verbindt de Maatschappij* zich ertoe de verzekerde* schade- loos te stellen voor de schade die aan de verzekerde goederen veroorzaakt wordt door de volgende gevaren:
1. brand met uitsluiting van:
— gehele of gedeeltelijke vernieling van in of op een vuurhaard gevallen, geworpen of gelegde voorwerpen,
— brandvlekken onder meer op linnen en kledingstukken,
— bovenmatige hitte, nabijheid van of aanraking met een licht- of warmtebron, uitwasemingen, wegspringen of vallen van brandstoffen, zelfontbranding en gisting, die schade veroorzaken zonder dat er ontvlamming is ontstaan;
2. ontploffing*, met uitsluiting van:
— hydraulische terugslagen, zowel van water als van andere vloeistoffen,
— barsten of scheuren aan toestellen of ketels veroorzaakt door slijtage of oververhitting, breuken te wijten aan de door warmte of vorst veroorzaakte uitzetting van het water of aan de middelpuntvliedende kracht of aan andere uitwerkingen van mechanische krachten,
— schokgolven te wijten aan de snelheid van gelijk welk toestel of veroorzaakt door ontploffingen die niet gedekt zijn door het contract;
3. ontploffing van springstoffen* onder voorbehoud van de uitsluiting voorzien onder artikel 26, A. 8.;
4. inwerking van de bliksem op goederen, andere dan elektrische toestellen en installaties, elektronische componenten* en elektronische toestellen*;
5. elektrocutie, als het om dieren gaat;
6. aanraking:
— met de door de bliksem getroffen voorwerpen,
— met lucht- of ruimtevaartuigen of met delen ervan, met voorwerpen die eraf of eruit vallen evenals met andere goederen welke bij die gelegenheid weggeslingerd of omvergeworpen worden, dit alles voor zover de verzekerde* noch eigenaar, noch bewaker is van de genoemde lucht- of ruimtevaartuigen.
B. Ook wanneer het schadegeval zich voordoet buiten de verzekerde goederen, strekt de verzekeringsdekking zich uit tot de schade die aan deze goederen is veroorzaakt door :
1. verlening van hulp of enig dienstig middel tot het behoud, het blussen of de redding,
2. afbraak of vernietiging bevolen om verdere uitbreiding van de schade te voorkomen,
3. instorting als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van een schadegeval,
4. gisting of zelfontbranding gevolgd door brand of ontploffing,
5. hitte of vervuiling* (rook inbegrepen), die rechtstreeks en uitsluitend uit een schadegeval voortkomen.
C. De waarborgen worden aangevuld door de in de bijzondere voorwaarden voorziene bijkomende waarborgen*.
(*) De algemene begripsomschrijvingen (artikel 43) geven de betekenis en de draagwijdte van de woorden en uitdrukkingen met een sterretje aangeduid.
Hoofdstuk II
Verzekering tegen storm en hagel (1)
Artikel 2 Voorwerp van de verzekering
A. Op grond van de algemene zowel als bijzondere voorwaarden verbindt de Maatschappij* zich ertoe de verzekerde* schade- loos te stellen voor de schade die aan de verzekerde goederen veroorzaakt wordt:
1. door de rechtstreekse werking van een stormwind namelijk een wind die voorkomt tijdens een storm, een onweer, een orkaan of een hoos, indien die wind:
a) in de omgeving van het omschreven gebouw* de beschadiging teweegbrengt, hetzij van tegen stormwind verzekerbare constructies volgens de bepalingen van de voorwaarden van deze dekking, hetzij van andere goederen die een gelijk- waardige weerstand tegen de wind bieden
of
b) op het dichtstbijzijnde station van het Koninklijk Meteorologisch Instituut minstens een topsnelheid van 100 km/u. bereikt;
2. door hagelneerslag;
3. door de schok van tijdens die gebeurtenissen weggeslingerde of omvergeworpen voorwerpen;
4. door atmosferische neerslag (regen, sneeuw of hagel) die het omschreven gebouw* binnendringt als gevolg van het feit dat dit gebouw* door een stormwind of door hagel is beschadigd, op voorwaarde dat de verzekerde*, zodra dit mogelijk was, de beveiligingsmaatregelen genomen heeft om het binnendringen van die neerslag te voorkomen, onverminderd de sancties waarin artikel 29 voorziet;
5. door sneeuw- of ijsdruk, indien voorzien in de bijzondere voorwaarden.
B. De dekking strekt zich uit tot de schade die aan de verzekerde goederen veroorzaakt is door:
1. de verleende hulp en de gepaste beschermings- of reddingsmiddelen;
2. de bevolen sloop- en afbraakwerkzaamheden om de ontwikkeling van een schadegeval stop te zetten;
3. de instortingen die rechtstreeks en uitsluitend uit een schadegeval voortvloeien.
C. Onverminderd artikel 24 § D. 1., wordt deze waarborg aangevuld door de in de bijzondere voorwaarden voorziene bijkomende waarborgen*
Artikel 3 Uitsluitingen
A. Tenzij anders is bedongen, wat evenwel geen afwijking kan uitmaken van de uitsluitingen waarin paragraaf B. hieronder voor- ziet, is de schade veroorzaakt aan de volgende goederen en aan de eventuele inhoud ervan van de verzekering uitgesloten:
1. constructie waarvan de buitenmuren samengesteld zijn uit metaal-, asbest- en cementplaten, uit gegolfde platen of uit lichte materialen (onder meer hout, leem, plasticmateriaal, spaanplaten en dergelijke) indien deze materialen meer dan 50 % van de totale oppervlakte van die muren uitmaken,
2. constructie waarvan de dakbedekking samengesteld is uit hout, uit spaanplaten of dergelijke, uit asfaltpapier, uit plastic- materiaal of uit andere lichte materialen (kunstleien, kunstdakpannen, riet, roofing niet inbegrepen) indien deze materialen meer dan 20 % van de totale oppervlakte van die dakbedekking uitmaakt.
B. Wordt eveneens van de verzekering uitgesloten schade veroorzaakt:
1. aan elk voorwerp:
a) dat zich buiten een constructie bevindt,
b) dat van buiten aan een constructie is vastgemaakt, zelfs indien het als onroerend door bestemming wordt beschouwd (onder meer buitenbekleding van muren gevormd door op latten vastgemaakt materiaal, buis, antenne, mast, vlagge- stok, paal, pijler, verlichtingsinstallatie en -toestel, reclamebord, uithangbord, zonneblinden, luik, windscherm, tent, zeil en metalen schoorsteen).
Deze uitsluitingen betreft niet de schade veroorzaakt:
— aan kroonlijsten en aan de eventuele bekleding ervan,
— aan dakgoten en aan de afvoerleidingen ervan,
— aan rolluiken;
(1) De verzekerde wordt verzocht ook kennis te nemen van de bepalingen van de artikelen 23 § A., 24 § D. 1. en 36.
21.19.008/10 05/18
2. aan alle ruiten (met inbegrip van spiegelglas en doorschijnend onroerend plasticmateriaal) en aan spiegels. Deze uitsluiting betreft niet de schade veroorzaakt aan niet-doorschijnend onroerende plasticmateriaal;
3. aan elke afsluiting;
4. aan de volgende goederen en aan de eventuele inhoud ervan:
a) afdak uit glas of plasticmateriaal (met inbegrip van wintertuin en veranda),
b) toren, klokkentoren, uitkijktoren, watertoren, windmolen, windmotor, openluchttribune, vergaarbak in open lucht,
c) constructie:
— in opbouw, herstelling, verbouwing tenzij ze definitief gesloten en gedekt is (met afgewerkte en voorgoed geplaatste deuren en vensters),
— voorlopig bedekt of niet volledig bedekt,
— gemakkelijk te verplaatsen en uit elkaar te nemen,
— in slechte staat van onderhoud of verval d.w.z. indien de slijtage* van het geteisterde gedeelte meer dan 40 % bedraagt, of in afbraak,
— geheel of gedeeltelijk open;
5. aan de inhoud die zich bevindt in een constructie die niet vooraf door stormwind of hagel werd beschadigd;
6. door terug- of overlopen van water, door een lek in leidingen of riolering.
Hoofdstuk III
Verzekering tegen waterschade
Artikel 4 Voorwerp van de verzekering
A. Op grond van de algemene zowel als bijzondere voorwaarden verbindt de Maatschappij zich ertoe de verzekerde schadeloos te stellen voor de schade die aan de verzekerde goederen veroorzaakt wordt door:
1. het wegvloeien van het water van de binnen het aangeduide gebouw* en binnen de naburige gebouwen geplaatste hy- draulische installaties, als gevolg van een breuk, het overlopen of van een defecte waterdichtheid van die installaties;
2. het binnendringen in het gebouw* van water dat voorkomt uit atmosferische neerslag als gevolg van een breuk, het over- lopen of een defecte waterdichtheid van de afvoerbuizen van het aangeduide gebouw* of van de naburige gebouwen;
3. het binnendringen in het gebouw* van atmosferische neerslag als gevolg van een defecte waterdichtheid van het dak van het aangeduide gebouw*, op voorwaarde dat het in de bijzondere voorwaarden bedongen is.
B. Wordt eveneens gewaarborgd, ten belope van 7.680,00 EUR (ABEX-indexcijfer 648) de vergoeding van de bij schadegeval- door de verzekerde bedachtzaam gemaakte kosten voor het opmaken en herstellen van de muren, vloeren en zolderingen, om in geval van schade, er de lekken op te sporen en de defecte leidingen te herstellen.
C. De waarborg wordt aangevuld door de in de bijzondere voorwaarden bepaalde waarborgen.
Artikel 5 Uitsluitingen
Wordt van de verzekering uitgesloten, de schade:
1. veroorzaakt door overstroming en door terugstromend of niet afgevoerd water van de riolen, waterputten en tanks of door het doorsijpelen van grondwater;
2. als gevolg van:
— slijtage,
— corrosie die gekenmerkt wordt door het grote aantal perforaties,
— gebrek aan bescherming tegen bevriezing van het omschreven gebouw*;
3. aan koopwaar* die op minder dan 10 cm boven de vloer geplaatst is, alsook de schade die zich vanaf die koopwaar* verspreid zou hebben;
4. veroorzaakt onder het laagste punt van het gebouw* vanwaar het water door de zwaartekracht naar buiten kan vloeien of door een automatische pompinstallatie kan afgevoerd worden;
5. aan de hydraulische installaties en aan de afvoerbuizen;
6. die reeds verzekerd kan worden door de artikelen 1 of 2;
7. aan het aangeduide gebouw* wanneer die in opbouw of herstelling is of wanneer er verbouwingswerken uitgevoerd worden, alsook aan hun inhoud tenzij de verzekerde bewijst dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen de schade en deze werken.
Hoofdstuk IV
Verzekering tegen “arbeidsconflicten* - oproer* - volksbewegingen*” (uitsluitend brand- en ontploffingsschade) (1)
Artikel 6 Voorwerp van de verzekering
A. Op grond van de algemene zowel als de bijzondere voorwaarden verbindt de Maatschappij* zich ertoe de verzekerde scha- deloos te stellen:
1. voor de materiële schade* die te wijten is aan de in artikel 1 genoemde gevaren en die rechtstreeks aan de verzekerde goederen veroorzaakt wordt:
a) door personen die, zelfs als ze er niet rechtstreeks bij betrokken zijn, aan arbeidsconflicten* deelnemen,
b) door oproer*, door volksbewegingen*,
c) van schade die zou voortspruiten uit maatregelen die in de voornoemde gevallen genomen zijn door een wettelijk ge- vormd gezag voor de beveiliging en de bescherming van de verzekerde goederen;
2. voor de verzwaring van de krachtens andere bepalingen van het contract reeds verzekerde materiële schade*, wanneer die verzwaring uit een van de voornoemde omstandigheden voortvloeit.
B. Deze waarborg wordt aangevuld door de in de bijzondere voorwaarden voorziene bijkomende waarborgen*.
C. De Maatschappij* behoudt zich het recht de huidige waarborg te allen tijde te schorsen met inachtneming van een opzegter- mijn van 7 dagen die ingaat op de dag na de afgifte bij de post van de kennisgeving van de opschorting of van de buitenge- rechtelijke akte die deze opschorting bevat.
Hoofdstuk V
Verzekering tegen “arbeidsconflicten* - oproer* - volksbewegingen*” (alle materiële schade) (1)
Artikel 7 Voorwerp van de verzekering
A. Op grond van de algemene zowel als de bijzondere voorwaarden verbindt de Maatschappij* zich ertoe de verzekerde* scha- deloos te stellen:
1. voor alle materiële schade* die rechtstreeks aan de verzekerde goederen veroorzaakt is:
a) door personen die, zelfs als ze er niet rechtstreeks bij betrokken zijn, aan arbeidsconflicten* deelnemen*,
b) door oproer*, door volksbewegingen*,
c) door schade die zou voortspruiten uit maatregelen die in de voornoemde gevallen genomen zijn door een wettelijk gevormd gezag voor de beveiliging en de bescherming van de verzekerde goederen;
2. voor de verzwaring van de krachtens andere bepalingen van het contract al verzekerde rechtstreekse materiële schade*, wanneer deze verzwaring uit één van de voornoemde omstandigheden voortvloeit.
B. Deze waarborg wordt aangevuld door de in de bijzondere voorwaarden voorziene bijkomende waarborgen*.
C. De Maatschappij* behoudt zich het recht de huidige waarborg te allen tijde te schorsen met inachtneming van een opzegter- mijn van 7 dagen die ingaat op de dag na de afgifte bij de post van de kennisgeving van de opschorting of van de buitenge- rechtelijke akte die deze opschorting bevat.
(1) De verzekerde wordt verzocht ook kennis te nemen van de bepalingen van de artikelen 24 § A. en D. 2., 29 § B. 7., 34 en 36.
21.19.008/10 05/18
Artikel 8 Uitsluitingen
Van de verzekering zijn uitgesloten:
1. de schade van esthetische aard, met name door graffiti of wild aanplakken;
2. het verlies of de schade die veroorzaakt wordt door of bij diefstal, poging tot diefstal, plundering;
3. verliezen van vloeistoffen of gassen waarvan het verzekerde etablissement* door middel van leidingen voorzien wordt;
4. de andere dan door brand of ontploffing* veroorzaakte schade:
— die voortvloeit uit de niet-inachtneming van de normale procedures van onderbreking van de exploitatie van de onderne- ming in geval van stillegging van het werk,
— aan doorschijnende plastic panelen en aan beglazing,
— in gebouwen in opbouw alsook in gebouwen die geheel ongebruikt zijn ten gevolge van herstelling, restauratie of vernieuwing.
Hoofdstuk VI
Verzekering tegen “arbeidsconflicten* - oproer* - volksbewegingen*” en “daden van vandalisme en van kwaadwilligheid*” (1)
Artikel 9 Voorwerp van de verzekering
A. Op grond van de algemene zowel als de bijzondere voorwaarden verbindt de Maatschappij* zich ertoe de verzekerde scha- deloos te stellen:
1. voor alle materiële schade* die rechtstreeks aan de verzekerde goederen veroorzaakt is:
a) door personen die, zelfs als ze er niet rechtstreeks bij betrokken zijn, aan arbeidsconflicten* deelnemen,
b) door oproer*, door volksbewegingen*,
c) door daden van vandalisme* of van kwaadwilligheid*, voor zover de vergoeding van die schade niet krachtens andere bepalingen van dit contract als verzekerbaar zou zijn.
d) door schade die zou voortspruiten uit maatregelen die in de voornoemde gevallen genomen zijn door een wettelijk gevormd gezag voor de beveiliging en de bescherming van de verzekerde goederen;
2. voor de verzwaring van de krachtens andere bepalingen van het contract al verzekerde rechtstreekse materiële schade*, wanneer deze verzwaring uit één van de voornoemde omstandigheden voortvloeit.
B. Deze waarborg wordt aangevuld door de in de bijzondere voorwaarden voorziene bijkomende waarborgen*.
C. De maatschappij* behoudt zich het recht de huidige waarborg te allen tijde te schorsen met inachtneming van een opzegter- mijn van 7 dagen die ingaat op de dag na de afgifte bij de post van de kennisgeving van de opschorting of van de buitenge- rechtelijke akte die deze opschorting bevat.
Artikel 10 Uitsluitingen
Van de verzekering zijn uitgesloten:
1. de schade van esthetische aard, met name door graffiti of wild aanplakken;
2. het verlies of de schade die veroorzaakt wordt door of bij diefstal, poging tot diefstal, plundering;
3. verliezen van vloeistoffen of gassen waarvan het verzekerde etablissement* door middel van leidingen voorzien wordt;
4. de andere dan door brand of ontploffing veroorzaakte schade:
— die te wijten is aan de niet-naleving van de normale procedures van onderbreking van de exploitatie van de onderneming in geval van stopzetting van het werk,
— aan doorschijnende plastic panelen en aan beglazing,
— in en aan gebouwen* in opbouw, verbouwing of vernieuwing,
— in en aan gebouwen* die in onbruik geraakt zijn of in dewelke de normale regelmatige economische activiteit gestopt is,
— indien de verzekerde* verhuurder (of eigenaar) is, door daden die gepleegd worden door of met de medeplichtigheid van zijn huurder, zijn gebruiker of personen die bij deze laatsten inwonen.
(1) De verzekerde wordt verzocht ook kennis te nemen van de bepalingen van de artikelen 24. § A. en § D. 2., 29 § B. 7., 34 en 36..
21.19.008/10 05/18
Hoofdstuk VII Verzekering tegen rook
Artikel 11 Voorwerp van de verzekering
A. Op grond van de algemene zowel als de bijzondere voorwaarden verbindt de Maatschappij* zich ertoe de verzekerde* scha- deloos te stellen voor de schade die aan de verzekerde goederen veroorzaakt wordt door rook als gevolg van een plotse- ling en abnormaal gebrekkig functioneren van enig verwarmings- of keukentoestel, voor zover het toestel in kwestie en de schoorsteen waarop het moet worden aangesloten in goede staat van onderhoud zijn en deel uitmaken van de omschreven goederen.
B. Deze waarborg wordt aangevuld door de in de bijzondere voorwaarden voorziene bijkomende waarborgen*.
Artikel 12 Uitsluitingen
Van de verzekering is uitgesloten, de schade voortkomend uit open haarden of uit andere industriële toestellen dan de verwar- mings- en keukentoestellen.
Hoofdstuk VIII
Verzekering tegen aanraking door voertuigen
Artikel 13 Voorwerp van de verzekering
A. Op grond van de algemene zowel als de bijzondere voorwaarden verbindt de Maatschappij* zich ertoe de verzekerde* scha- deloos te stellen voor de schade die aan de verzekerde goederen veroorzaakt wordt door aanraking door voertuigen die noch het eigendom zijn, noch onder bewaking staan van de verzekerde*, van een eigenaar, huurder of gebruiker van het omschre- ven gebouw*, noch van personen die bij hen inwonen of in hun dienst zijn.
B. Deze waarborg wordt aangevuld door de in de bijzondere voorwaarden voorziene bijkomende waarborgen*.
Artikel 14 Uitsluitingen
De schade aan voertuigen is van de verzekering uitgesloten.
Hoofdstuk IX
Verzekering tegen elektriciteitsrisico
Artikel 15 Voorwerp van de verzekering
Op grond van de algemene zowel als de bijzondere voorwaarden verbindt de Maatschappij* zich ertoe de verzekerde* schadeloos te stellen voor de rechtstreeks veroorzaakte schade aan elektrische apparaten, machines en motoren en hun toebehoren die gebruikt worden voor de productie of de exploitatie (met uitsluiting van alle koopwaar*), alsook aan elektrische installaties die deel uitmaken van het gebouw*:
a) door de inwerking van de elektriciteit (onder andere kortsluiting, overstroom, overspanning, toevallige overbelasting) of van de bliksem, daarin begrepen de invloed van de atmosferische elektriciteit,
b) door brand of ontploffing* die ontstaan is in de beschadigde apparatuur, op voorwaarde dat:
— die apparaten, machines, motoren en leidingen deel uitmaken van de verzekerde goederen,
— hun werkingsregime het door de constructeur vermelde nominale regime niet overtreft,
— de voor de exploitatie van kracht zijnde wettelijke voorschriften worden nageleefd.
21.19.008/10 05/18
Artikel 16 Uitsluitingen
Tenzij in de bijzondere voorwaarden anders is bedongen, is van de verzekering uitgesloten, de schade:
a) aan elektronische uitrusting voor administratieve en boekhoudkundige gegevensverwerking en telefooncentrales;
b) aan inductieovens en elektrolyse-installaties;
c) aan zekeringen, relais, verwarmingsweerstanden, lampen van allerlei aard, elektronenbuizen, delen in glas en aan elektroni- sche componenten wanneer alleen die componenten beschadigd zijn;
d) aan ondergrondse leidingen die enkel bereikbaar zijn door grondwerken;
e) veroorzaakt door slijtage, een eigen gebrek of enige mechanische functiestoornis;
f) veroorzaakt door het binnendringen van vloeistoffen, gassen of vaste stoffen in de toestellen.
Artikel 17 Vergoeding
De schadevergoeding gebeurt zoals vermeld in artikel 23.
Hoofdstuk X
Gemeenschappelijke bepalingen voor de verzekering tegen materiële schade
Artikel 18 Hoedanigheid van de verzekerde
Indien uit de bijzondere voorwaarden blijkt dat de verzekerde* handelt in de hoedanigheid van huurder of gebruiker van de in het contract omschreven goederen, verzekert de Maatschappij* zijn huurdersaansprakelijkheid* of zijn aansprakelijkheid als gebrui- ker* voor de bedragen en dekkingen die in de bijzondere voorwaarden vermeld zijn.
Artikel 19 Verzekerde bedragen
A. De verzekerde bedragen worden onder de verantwoordelijkheid van de Verzekeringsnemer vastgesteld. Om, bij een scha- degeval, de toepassing van de evenredigheidsregel waarvan sprake is in artikel 24 C. te vermijden, moeten de verzekerde bedragen, die alle belastingen omvatten voor zover deze niet kunnen worden afgetrokken, op elk ogenblik de waarde van de aangeduide goederen vertegenwoordigen geschat met inachtneming van de volgende bepalingen, ongeacht gelijk welke boekhoudkundige waarde:
1. het gebouw* volgens de werkelijke waarde of, als de bijzondere voorwaarden het vermelden, volgens de nieuwwaarde*;
2. de inboedel: volgens de nieuwwaarde*.
Nochtans, worden:
a) xxxxxxxxxx en kleding steeds volgens de werkelijke waarde* geschat,
b) stijlmeubelen, kunstvoorwerpen en verzamelobjecten, juwelen en in het algemeen alle zeldzame of kostbare voorwer- pen op hun verkoopwaarde* geschat,
c) fietsen, rijwielen met hulpmotor en motorrijwielen, elektrische toestellen (elektronische toestellen inbegrepen) geschat volgens hun werkelijke waarde* zonder dat deze hoger mag liggen dan de vervangingsprijs van nieuwe goederen met vergelijkbare prestaties;
3. het materieel*: volgens de werkelijke waarde* of, als de bijzondere voorwaarden het vermelden, volgens de nieuwwaarde*. Nochtans:
a) mag het materieel niet geschat worden volgens een waarde die hoger is dan de vervangingsprijs van nieuw materieel met vergelijkbare prestaties,
b) worden originelen en kopieën van archieven, documenten, handelsboeken en plannen, modellen en informatiedra- gers* geschat volgens de materiële wedersamenstellingswaarde, met uitsluiting van de kosten voor onderzoek- en studiewerk,
c) worden motorrijtuigen en aanhangwagens geschat volgens de verkoopwaarde*,
d) worden de onderdelen die blootstaan aan snelle slijtage en herhaalde vervangingen zoals bijvoorbeeld: kabels, kettin- gen, riemen, pakkingen, dichtingen, buigzame leidingen, luchtbanden en andere rubberbanden, pantser- en slijtplaten, graaf- en grijptanden, zeven, lampen, accumulatorbatterijen, volgens hun werkelijke waarde* geschat.
21.19.008/10 05/18
4. koopwaar*:
— wat de bevoorradingen, grondstoffen, levensmiddelen, verpakkingen, afval betreft: volgens de dagwaarde*,
— wat de producten in fabricatie of afgewerkte maar niet verkochte producten betreft: door bij de prijs van de grondstoffen volgens de dagwaarde* de rechtstreekse en onrechtstreekse kosten te voegen die werden gemaakt om hun fabricatie- graad te bereiken,
— wat de afgewerkte en verkochte, maar niet-geleverde producten betreft: volgens de verkoopprijs, verminderd met de niet gemaakte kosten,
— wat de goederen betreft die aan het cliënteel toebehoren en opgeslagen zijn bij de verzekerde: op basis van hun wer- kelijke waarde*, tenzij het motorrijtuigen of hun aanhangwagens betreft, in welk geval de raming volgens de verkoop- waarde* gebeurt;
5. dieren: volgens hun dagwaarde*, zonder rekening te houden met hun tentoonstellings- of wedstrijdwaarde*;
6. de aansprakelijkheid als huurder* of als gebruiker*:
— als de verzekerde* huurder of gebruiker is van het hele gebouw*: volgens de werkelijke waarde* van dat gebouw*,
— als de verzekerde* huurder of gebruiker is van een gedeelte van het gebouw*: volgens de werkelijke waarde* zowel van dit deel van het gebouw* als van de andere delen voor zover de verzekerde er contractueel aansprakelijk voor kan worden gesteld.
B. Tijdens de duur van het contract mag de Verzekeringsnemer te allen tijde verzoeken de verzekerde bedragen te wijzigen om ze in overeenstemming te brengen met de waarden van de aangeduide goederen waarop ze betrekking hebben.
Artikel 20 Plaats van de goederen
De verzekerde goederen worden gewaarborgd op de in de bijzondere voorwaarden aangegeven plaats en, als ze roerend zijn, zowel in de gebouwen* als op de binnenplaatsen en aangrenzende terreinen.
Artikel 21 Voorzorgsbedrag
A. Het in de bijzondere voorwaarden vermelde voorzorgsbedrag maakt het maximum bijkomend verzekerd bedrag uit waarvan de Maatschappij* de dekking garandeert volgens de voorwaarden van het contract, zonder dat de Verzekeringsnemer ver- plicht is er een beroep op te doen.
De verzekerde kan te allen tijde dit bedrag of een gedeelte ervan in effectieve verzekeringssom omzetten mits een aanvraag per aangetekende brief gericht aan de verzekeringsmaatschappij en waarin het bijkomend te verzekeren bedrag vermeld wordt.
De dekking van dit bedrag gaat in op de zevende dag die volgt op deze van de afgifte op de post van de voormelde aangete- kende brief, tenzij akkoord van de Maatschappij over een vroegere aanvangsdatum.
De Verzekeringsnemer kan echter niet op het ogenblik van een schadegeval verzoeken dat het voorzorgsbedrag begint te gelden.
B. Het voorzorgsbedrag wordt verminderd met iedere verhoging van de verzekerde bedragen, met uitsluiting van de verhogingen die voortvloeien uit de automatische aanpassing (zie artikel 22).
Artikel 22 Automatische aanpassing
A. Als in de bijzondere voorwaarden melding gemaakt wordt van de automatische aanpassing en van een onderschrijvingsindex:
1. worden de verzekerde bedragen, het voorzorgsbedrag, de vergoedingsgrenzen uitgedrukt in absolute cijfers en de premie op de jaarlijkse vervaldag automatisch aangepast volgens de verhouding die bestaat tussen:
a) de meest recente ABEX-index die ten minste twee dagen voor de eerste dag van de maand van die aanpassing vast- gesteld is, en
b) de ABEX-onderschrijvingsindex of index 648 indien dit getal vermeld is in verband met een vergoedingsgrens;
2. de verzekerde bedragen en de vergoedingsgrenzen uitgedrukt in absolute cijfers worden bepaald op de dag van het schadegeval op grond van de meest recente ABEX-index, indien die hoger ligt dan de index die op de laatste jaarlijkse vervaldag werd toegepast, zonder dat hij deze laatste met meer dan tien procent mag overschrijden.
B. Ongeacht of de bijzondere voorwaarden al dan niet in de automatische aanpassing voorzien zijn, zijn de in absolute cijfers uitgedrukte vrijstellingen aan de ontwikkeling van de ABEX-index gekoppeld en worden ze aangepast volgens de verhouding die bestaat tussen de meest recente index die op de dag van het schadegeval van toepassing is en index 648.
21.19.008/10 05/18
Artikel 23 Schatting van de schade
A. Voor de vaststelling van de schade aan de verzekerde goederen* gebeuren de schattingen op de dag van het schadegeval, op dezelfde grondslagen als die welke in artikel 19 § A.
Niettemin:
a) voor de verzekerde goederen, andere dan elektrische en/of elektronische toestellen, wordt als de verzekering in nieuw- waarde afgesloten is, van de schatting van de schade altijd afgetrokken:
1. de totale slijtage* van ieder beschadigd verzekerd goed of deel ervan wanneer die slijtage* de volgende percentages overschrijdt:
— 20 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen veroorzaakt door xxxxx, hagel of sneeuwdruk,
— 30 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen betreffende andere waarborgen;
2. de totale slijtage* in geval van aansprakelijkheidsverzekering.
b) gebeurt, voor elektrische en/of elektronische toestellen, de schatting als volgt:
1. in geval van volledige vernieling, wordt de schade geraamd op basis van de nieuwwaarde van door evenwaardig elek- trisch materiaal, verminderd met de slijtage*.
Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast wanneer ze 30 % bereikt.
Die slijtage* wordt forfaitair berekend voor de hieronder vermelde voorwerpen vanaf de datum waarop het vernielde voorwerp de fabriek heeft verlaten of vanaf de datum van het plaatsen van de installaties.
Voor de elektrische installaties waarvoor op de datum van het schadegeval een attest van gelijkvormigheid met de “Reglementering van de verzekeraars inzake elektrische installaties” bestaat, afgegeven door een erkende instelling, wordt de aldus berekende forfaitaire slijtage* in alle gevallen beperkt tot een deel van de vervangingswaarde, zoals aangegeven in de onderstaande tabel.
Voor draaiende machines en transformatoren geeft de volledige herwikkeling tussen de datum van het verlaten van de fabriek en de datum van het schadegeval aanleiding tot een vermindering met de helft van de slijtage* waaraan het toestel op de datum van de herwikkeling onderhevig was;
2. in geval van gedeeltelijke vernieling wordt de schade geraamd op basis van de kostprijs van de herstelling, verminderd met de slijtage*, forfaitair berekend zoals hierboven vermeld. De vergoeding mag niet meer bedragen dan die welke zou voortvloeien uit de volledige vernieling van het toestel.
Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast, volgens bovenstaande bereke- ning, wanneer ze 30 % bereikt.
Tabel van conventionele slijtage* voor de elektrische en elektronische toestellen:
AARD VAN DE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE TOESTELLEN EN INSTALLATIES | JAARLIJKSE SLIJTAGE COËFFICIËNT (per begonnen jaar) | MAXIMUM SLIJTAGE voor de toestellen en installaties waarvoor een attest van gelijk- vormigheid met de Reglementering van de verzekeraars is uitgereikt. |
1) Elektronische toestellen, toestellen die ioniserende stralen voortbrengen, kantoormachines | 10 % | 80 % |
2) Draaiende machines | 7,5 % | 50 % |
3) Statische vermogenstransformatoren, ondergedompelde condensatoren Onderbrekingsapparaten Niet elders geklasseerde elektrische toestellen (schakelbor- den, bedieningskasten, meet- en controletoestellen, enz.) | 5 % | 50 % |
4) Elektrische leidingen | 2,5 % | 40 % |
21.19.008/10 05/18
B. Bij gebrek aan gehele of gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen wordt het bedrag van de schade van het niet wederopgebouwde of niet wedersamengestelde gedeelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde* voor het gebouw* en van de verkoopwaarde* voor de roerende goederen.
C. De bepalingen van de paragrafen A. en B. blijven van toepassing zelfs indien de bijzondere voorwaarden bepalen dat de ver- zekering gesloten is volgens de nieuwwaarde*.
D. De onbruikbaarheid van onroerende goederen* wordt bepaald naar rata van de normale duur van de wederopbouw of herstel- ling van de werkelijk beschadigde lokalen rekening houdend met:
— in geval van verhuring: de met de lasten verhoogde effectieve huur van deze lokalen,
— in de andere gevallen: de huurwaarde ervan.
E. Bij een schadegeval waarbij één van de door dit contract gedekte aansprakelijkheden, zowel contractueel als extracontrac- tueel betrokken is, betaalt de Maatschappij* de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding tot beloop van het verzekerde bedrag.
De Maatschappij betaalt eveneens de intrest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende de burgerrechtelijke rechtsvorderingen, alsook de honoraria en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alléén voor zover die kosten door haar of met haar toestemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt. De dadingen met het Openbaar Ministerie, de gerechtelijke geldboeten, de minnelijke of administratieve schikkingen, alsook de kosten van strafvervolgingen zijn niet ten laste van de Maatschappij*.
Voor de risico’s die niet beantwoorden aan de criteria van eenvoudig risico, in de zin van de Belgische wetgeving, worden de in artikel 82 van de wet op de landverzekering bedoelde interesten en kosten integraal door de verzekeraar gedragen, voor zover het geheel van de schadeloosstellingen, de interesten en kosten, per Verzekeringsnemer en per schadegeval, het verzekerd totaal bedrag niet overschrijdt.
Boven het verzekerde totaalbedrag worden de intresten en kosten ten laste genomen tot beloop van:
— 495.787,05 EUR wanneer het verzekerde totaalbedrag lager is dan of gelijk is aan 2.478.935,25 EUR ;
— 495.787,05 EUR plus 20 % van het deel van het verzekerde totaalbedrag wanneer dit tussen 2.478.935,25 EUR en 12.394.676,24 EUR ligt ;
— 2.478.935,25 EUR + 10 % van het deel van het verzekerde totaalbedrag boven 12.394.676,24 EUR met een maximumbe- drag van 9.915.740,99 EUR als intresten en kosten en 9.915.740,99 EUR reddingskosten.
Deze bedragen zijn gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen. Het basisindexcijfer is dit van novem- ber 1992, te weten 113,77 (op basis 100 in 1988).
Het indexcijfer dat bij schadegeval zal worden toegepast is dit van de maand die de maand van het overkomen van het scha- degeval voorafgaat.
Huidige paragraaf E is niet van toepassing op de huurderaansprakelijkheid en op de aansprakelijkheid van de gebruiker.
Artikel 24 Vaststelling van de schadevergoeding
A. Vrijstelling.
De schadevergoeding wordt vastgesteld op grond van het bedrag van de schade, geschat volgens artikel 23, verminderd met een vrijstelling van 840,00 EUR (ABEX 648). Deze vrijstelling wordt niet gecumuleerd met de vrijstellingen vastgesteld in de bijzondere voorwaarden.
Voor de verzekeringen “arbeidsconflicten*, oproer* en volksbewegingen*” (artikelen 6 tot 10) wordt van ieder schadebedrag, per schadegeval en per etablissement*, een vrijstelling afgetrokken die voor rekening van de verzekerde* blijft en die in de bijzondere voorwaarden is vastgesteld.
Voor die verzekeringen “arbeidsconflicten*, oproer* en volksbewegingen*” en voor de verzekering “storm en hagel” wordt voor de toepassing van deze vrijstelling onder schadegeval verstaan iedere door één en dezelfde oorzaak teweeggebrachte schade binnen een zelfde periode van tweeënzeventig uur.
B. Overdraagbaarheid.
Indien op de dag van het schadegeval blijkt dat sommige verzekerde bedragen hoger zijn dan die welke voortvloeien uit de in artikel 19 bepaalde schattingsregels, wordt het overschot verdeeld tussen de bedragen betreffende de onvoldoende verze-
kerde goederen, al dan niet beschadigd, naar rata van de ontoereikendheid van de bedragen en evenredig met de toegepaste premievoeten. Deze overdraagbaarheid wordt slechts toegestaan voor goederen die tot hetzelfde etablissement* behoren.
C. Evenredigheidsregel.
1. Indien op de dag van het schadegeval, niettegenstaande de eventuele toepassing van de overdraagbaarheid bedoeld bij paragraaf B, het verzekerd bedrag voor de rubriek* waartoe het verzekerde goed behoort, lager is dan het bedrag dat ver- zekerd had moeten zijn overeenkomstig artikel 19, is de Maatschappij* slechts gehouden tot het betalen van een schade- vergoeding ten belope van de verhouding die bestaat tussen het werkelijk verzekerd bedrag en het bedrag dat verzekerd had moeten zijn.
2. De evenredigheidsregel op de premies bedoeld bij artikel 27 wordt, in voorkomend geval, samen met de evenredigheids- regel op de bedragen bedoeld bij paragraaf 1. hiervoor toegepast.
3. De evenredigheidsregel op de bedragen wordt evenwel niet toegepast:
a) op de verzekering betreffende de aansprakelijkheid van de huurder of van de gebruiker van een gedeelte van een gebouw* indien het verzekerde bedrag
— ofwel de werkelijke waarde* bereikt van het gedeelte dat de verzekerde* huurt of gebruikt in het omschreven ge- bouw*,
— ofwel ten minste twintig maal hoger ligt dan:
- de jaarlijkse huurprijs verhoogd met de lasten bereikt, in het geval van de huurder; de bedoelde lasten dienen niet de verbruikskosten te omvatten voor verwarming, water, gas of elektriciteit. Indien deze forfaitair in de huur- prijs begrepen zijn, mogen ze ervan afgetrokken worden,
- de jaarlijkse huurwaarde van de gebruikte gedeelten, in het geval van de gebruiker.
Indien de voornoemde aansprakelijkheid voor een lager bedrag verzekerd is, wordt de evenredigheidsregel toegepast in de verhouding die bestaat tussen:
— het werkelijk verzekerde bedrag en
— een bedrag dat overeenstemt met twintig maal de jaarlijkse huurprijs verhoogd met de lasten of, bij gebrek aan verhuring, twintig maal de jaarlijkse huurwaarde van de gebruikte gedeelten, zonder dat het op die wijze verkregen bedrag de werkelijke waarde* van het gedeelte dat de verzekerde* huurt of gebruikt in het aangeduide gebouw* mag overschrijden;
b) op de bijkomende waarborgen.*
D. Vergoedingsgrens.
1. Voor de verzekering tegen “storm en hagel” wordt de schadevergoeding, met inbegrip van de bijkomende waarborgen*, per gebouw* beperkt tot 10 % van de voor dat gebouw* en de inhoud ervan verzekerde bedragen, onverminderd de ver- goeding van de Maatschappij* voor de reddingskosten*.
Vormen een enkel schadegeval alle beschadigingen veroorzaakt door eenzelfde oorzaak binnen eenzelfde periode van tweeënzeventig uur.
2. Voor de verzekering tegen “arbeidsconflicten*; oproer* en volksbewegingen* (artikelen 6 tot 10) wordt het totaal van de krachtens deze waarborg betaalbare schadevergoedingen, per vestiging* en per verzekeringsjaar, beperkt tot 25 % van de verzekerde bedragen, onverminderd de vergoeding van de Maatschappij* voor de reddingskosten* tenzij anders bedon- gen is in de bijzondere voorwaarden.
3. De bodemsaneringskosten in geval van herstelling in de oorspronkelijke staat van tuinen en binnenpleinen na een gedekt schadegeval zijn beperkt tot 2,5 % van en inbegrepen in de bijkomende waarborgen.
E. Verzekering voor rekening van een derde.
Wanneer dit contract goederen dekt voor rekening of in het voordeel van een andere persoon dan de Verzekeringsnemer, heeft deze verzekering evenwel slechts uitwerking als die goederen niet gedekt worden door een verzekering die gesloten is door die persoon zelf, die buiten de schatting van de schade blijft.
Voor de schade gedekt door deze laatste verzekering, wordt ze een verzekering betreffende aansprakelijkheid die de Verze- keringsnemer zou kunnen dragen voor de schade veroorzaakt aan die goederen.
Artikel 25 Betaling van de schadevergoeding
A. Onverminderd de bepalingen van de paragrafen B. en C. hierna:
1. is de schadevergoeding betaalbaar op de zetel van de Maatschappij* binnen de dertig dagen na de datum van het afsluiten van de expertise of, bij ontstentenis, op de datum waarop het bedrag van de schade is bepaald, op voorwaarde dat de verzekerde* op die datum alle door het contract bepaalde verplichtingen vervuld heeft. Zoniet gaat de voornoemde termijn in op de dag die volgt op die waarop de verzekerde* aan al zijn contractuele verplichtingen heeft voldaan;
2. nochtans, indien een vermoeden bestaat dat het schadegeval opzettelijk veroorzaakt kan zijn door de verzekerde* of de begunstigde van de verzekering, behoudt de Maatschappij* zich het recht om voorafgaandelijk een kopie van het strafdos- sier te lichten; het verzoek om toestemming er kennis van te nemen moet uiterlijk binnen de dertig dagen na de sluiting van de expertise of bij ontstentenis, op de datum waarop het bedrag van de schade is bepaald, geformuleerd worden en de eventuele betaling moet geschieden binnen de dertig dagen nadat de Maatschappij* van de conclusies van het genoemde dossier kennis genomen heeft op voorwaarde dat de verzekerde* of de begunstigde niet strafrechtelijk vervolgt wordt.
B. Wat de andere dan de aansprakelijkheidsverzekeringen betreft:
1. de vergoeding moet in haar geheel besteed worden aan de wederopbouw en de wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen. Ze wordt slechts betaald naargelang de wederopbouw en wedersamenstelling. De wedersamen- stelling van roerende goederen die volgens de overeengekomen waarde* verzekerd zijn, is niet vereist.
Als de bijzondere voorwaarden voorzien in een automatische aanpassing en in een onderschrijvingsindex, wordt de ver- goeding voor het gebouw*, berekend op de dag van het schadegeval, gedurende de normale wederopbouwperiode ver- hoogd volgens de op het ogenblik van iedere betaling bekende en meeste recente index, zonder dat de aldus verhoogde totale vergoeding 110 % van de oorspronkelijke vastgestelde vergoeding mag overschrijden en evenmin meer mag bedra- gen dan de werkelijke totale kostprijs van de wederopbouw;
2. wordt bij gebrek aan wederopbouw en wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen* de vastgestelde schadevergoeding betaald naar rata van 60% van het bedrag verkregen overeenkomstig de artikelen 23 en 24;
3. het gebrek aan wederopbouw of wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen* om een reden die buiten de wil van de verzekerde* ligt, heeft evenwel geen gevolgen voor de berekening van de schadevergoeding, behalve dat het de clausule van de nieuwwaarde* ontoepasbaar maakt;
4. in geval van gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling van de beschadigde goederen zal de schadevergoeding worden betaald:
— wat het wederopgebouwde of wedersamengestelde gedeelte van de goederen betreft, volgens de bepalingen van paragraaf B.1. hierboven,
— wat het niet wederopgebouwde of wedersamengestelde gedeelte van de goederen betreft, volgens de bepalingen van paragraaf B.2. en B.3. hierboven;
5. wat de beslissing van de verzekerde* over de wederopbouw en de wedersamenstelling van de beschadigde goederen ook moge zijn, de Maatschappij* verbindt zich ertoe de verzekerde*, eventueel bij wijze van voorschot, het krachtens 2. hierboven bepaalde bedrag te betalen binnen de termijn en op de voorwaarden die in paragraaf A bepaald worden;
6. de verzekerde* mag in geen geval afstand doen van de verzekerde goederen, zelfs niet gedeeltelijk. De Maatschappij* mag de door het schadegeval getroffen goederen overnemen, herstellen of vervangen;
7. de schadevergoeding die wordt toegekend krachtens een verzekering voor rekening of in het voordeel van een andere persoon dan de Verzekeringsnemer, wordt uitgekeerd aan de Verzekeringsnemer, die dan de betaling ervan doet aan die persoon op zijn eigen verantwoordelijkheid en zonder dat er enig verhaal van deze laatste op de maatschappij* mogelijk is.
De maatschappij* heeft evenwel het recht hetzij deze schadevergoeding uit te keren aan de voornoemde persoon, hetzij aan de Verzekeringsnemer te vragen haar vooraf de machtiging tot ontvangst, afgegeven door de voornoemde persoon, of het bewijs van betaling aan deze persoon, te bezorgen. Elke nietigheid, uitzondering, vermindering, schorsing of verval- lenverklaring die inroepbaar is tegen de Verzekeringsnemer, is ook inroepbaar tegen elke andere persoon.
8. alle belastingen van welke aard ook (met inbegrip van de belasting op de toegevoegde waarde) worden door de Maat- schappij* slechts ten laste genomen in zoverre de betaling ervan aangetoond is.
C. Wat de aansprakelijkheidsverzekeringen betreft:
1. de schadeloosstelling geschiedt ongeacht de wederopbouw of de wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen*;
2. als de vaststelling van de schadevergoeding of de verzekerde aansprakelijkheden betwist worden, moet de betaling van de eventuele hieraan verbonden schadevergoeding geschieden binnen de dertig dagen na het einde van de genoemde betwistingen.
TITEL II
GEMEENSCHAPPELIJKE VOORWAARDEN
Hoofdstuk I
Uitsluitingen en mededelingen
Artikel 26 Uitsluitingen
A. Van de verzekering is de volgende schade uitgesloten:
1. schade aan de inhoud van heteluchtdrogers, ovens, rookinstallaties, koffiebrandmachines en broedmachines, indien de oorsprong van het schadegeval binnen die installaties of toestellen ligt;
2. schade aan een toestel of recipiënt (met inbegrip van het toestel waarvan dit laatste deel uitmaakt) door ontploffing* te wijten aan slijtage of eigen gebrek van dat toestel of recipiënt;
3. bijkomende schade zoals verlies of diefstal van voorwerpen alsook de sedert het schadegeval ontstane verzwaring van verliezen;
4. schade of verzwaring van schade die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met één van de volgende gevallen:
a) oorlog of gelijkaardige feiten, burgeroorlog, daad van terrorisme of van sabotage*,
b) muiterij, oproer, rebellie, revolutie, krijgswet of staat van beleg;
c) hoge waterstand, overstroming*, vloedgolf, grondverzakking of -verschuiving, aardbeving* of enige andere natuur- ramp;
5. schade of verzwaring van schade rechtstreeks of onrechtstreeks veroorzaakt door of enig verband hebbende met:
a) wapens of tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door structuurwijziging van de atoomkern,
b) iedere nucleaire brandstof, ieder radioactief product of iedere radioactieve afvalstof of door iedere bron van ioniserende straling andere dan deze waarvan sprake is onder B3 hierna;
6. schade of verzwaring van schade die het gevolg is van een rechterlijke of administratieve beslissing of een beslissing van elk wettelijk of feitelijk gezag, tenzij
— het gaat om maatregelen die genomen worden om de verzekerde goederen bij schadegeval te beschermen en te be- waren,
— het gaat om maatregelen die tot bodemsanering verplichten voor de herstelling van tuinen en binnenpleinen in de limieten van de dekking van artikel 24.D.3;
7. schade aan alle roerende goederen die eigendom zijn van een verzekerde* en die door een ander verzekeringscontract ge- dekt zijn, wanneer de schade te wijten is aan een door dit ander contract verzekerd gevaar. Ingeval de verzekerde* krachtens de wet op de landverzekeringsovereenkomst niettemin een vergoeding uit hoofde van dit contract zou verkrijgen, subrogeert hij de Maatschappij* contractueel in zijn rechten en vorderingen tegen de verzekeraar van dit ander contract;
8. welke schade ook die veroorzaakt, verzwaard of beïnvloed wordt door ontploffing van springstoffen* in de verzekerde vestiging*.
Deze uitsluiting is niet van toepassing op stoffen waarvan het gebruik inherent is aan de aangegeven activiteit van de verzekerde indien de verzekerde het gebruik van deze stoffen aan de verzekeraar meegedeeld heeft.
9. elk verlies of wijziging van elektronische gegevens of van programma’s;
10. schade veroorzaakt door een opzettelijke daad die een goed beschadigt of vernielt door het gebruik van springstoffen, biologische- , chemische-, nucleaire- of radioactieve middelen;
11. De schade voortvloeiende uit de aanwezigheid of verspreiding van asbest, asbestvezels of producten die asbest bevatten.
B. Tenzij anders is bedongen in de bijzondere voorwaarden, wordt de volgende schade uitgesloten:
1. de schade aan elektrische installaties die deel uitmaken van het gebouw, aan toestellen, aan machines en elektrische motoren, aan elektronische componenten*, elektronische toestellen* en hun toebehoren, tenzij die schade veroorzaakt is door een verzekerd gevaar waarvan de oorsprong zich buiten de beschadigde apparatuur bevindt. De door de inwerking van elektriciteit veroorzaakte schade blijft evenwel uitgesloten.
Wat de gereedschapswerktuigen en andere goederen betreft, is de huidige uitsluiting nochtans beperkt tot de elektrische en/of elektronische apparatuur.
2. de schade aan de inhoud door een temperatuurverandering ingevolge een stilstand of een storing in de productie van koude of warmte, ongeacht de oorsprong van die stilstand of storing;
3. schade of verzwaring van schade, veroorzaakt door eender welke bron van ioniserende straling (in het bijzonder iedere radio-isotoop) die gebruikt mag worden buiten een nucleaire installatie en waarvoor de wettelijke vergunningen verkregen werden;
4. schade aan de inboedel* die aan de gasten van de verzekerde* toebehoort.
C. Is eveneens niet verzekerd, voor zover de dekkingen die door de Verzekeringsnemer zijn aangegaan in het kader van artikelen 6 tot 10, er niet van afwijken, de schade of verzwaring van schade die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met één van de volgende gevallen:
1. arbeidsconflicten*;
2. oproer* en volksbewegingen;
3. opeising in welke vorm ook, gehele en gedeeltelijke bezetting van de omschreven goederen door een militaire macht of een politiemacht of door al dan niet geregelde strijdkrachten.
Artikel 27 Beschrijving en wijziging van het risico - Verklaring van de Verzekeringsnemer
A. Bij het sluiten van het contract.
1. De Verzekeringsnemer is verplicht alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordelingen van het risico door de Maatschappij*.
Hij moet ondermeer:
a) de goederen waarop de verzekering betrekking heeft, opsommen en specifiëren,
b) alle werkzaamheden meedelen inzake het bouwen of verbouwen van de gebouwen*, alsook de installatie in de verze- kerde goederen van uitrusting en materieel*,
c) de andere verzekeringen met hetzelfde voorwerp en betreffende dezelfde goederen, de verzekerde bedragen en door welke verzekeraars die zijn gedekt, aangeven,
d) de weigeringen, verminderingen of opzeggingen van verzekeringen tegen dezelfde gevaren en betreffende dezelfde goederen aangeven,
e) de schade aangeven, die in de loop van de laatste vijf jaar aan het etablissement* veroorzaakt is door een door dit contract gewaarborgd gevaar,
f) de eventuele afstanden van verhaal aangeven die hij toegestaan zou hebben op aansprakelijken of burgers, met uit- zondering van de afstand van verhaal die gedaan is in artikel 31 A.
2. Indien de Verzekeringsnemer zijn in 1. bedoelde mededelingsplicht niet nakomt en het opzettelijk verzwijgen of het op- zettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de Maatschappij* misleidt bij de beoordeling van dat risico, is het contract nietig. De premies die vervallen zijn tot op het ogenblik waar de Maatschappij* kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens, komen haar toe.
3. Indien de Verzekeringsnemer zijn in 1. bedoelde mededelingsplicht niet nakomt en het verzwijgen of het onjuist meede- len van gegevens niet opzettelijk geschiedt, stelt de Maatschappij*, binnen de termijn van een maand te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, voor het contract te wijzigen met uitwerking op de dag waarop zij kennis heeft gekregen van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens.
Indien het voorstel tot wijziging van het contract door de Verzekeringsnemer wordt geweigerd of indien, na het verstrijken van de termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, deze laatste niet aanvaardt wordt, kan de Maatschappij* het contract opzeggen binnen vijftien dagen.
Niettemin kan de Maatschappij*, indien zij het bewijs levert dat zij het risico nooit zou hebben verzekerd, het contract op- zeggen binnen de termijn van een maand te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen.
4. Indien zich een schadegeval voordoet voordat de wijziging van het contract of de onder 3. vermelde opzegging van kracht is geworden, is de Maatschappij* gehouden:
— de overeengekomen prestatie te leveren wanneer het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens niet kan ver- weten worden aan de Verzekeringsnemer,
— de prestatie te leveren naar de verhouding tussen de betaalde premie en de premie die de Verzekeringsnemer had moeten betalen indien hij het risico regelmatig verklaard had, wanneer het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens hem kan verweten worden.
Zo de Maatschappij evenwel het bewijs aanbrengt dat zij het verzwaarde risico in geen enkel geval zou verzekerd heb- ben, dan is haar prestatie beperkt tot de terugbetaling van alle betaalde premies.
B. In de loop van het contract.
1. De Verzekeringsnemer heeft de verplichting om, onder de voorwaarden van artikel 27 A. 1., de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen van de omstandigheden aan te geven waarvan hij redelijkerwijze moet oordelen dat ze van die aard zijn dat ze een aanzienlijke en blijvende verzwaring van het risico dat de verzekerde gevaren zich voordoen of van de omvang van de schade, bewerkstelligen.
2. Wanneer het risico zo verzwaard is dat de Maatschappij*, indien die verzwaring bij het sluiten van het contract had be- staan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, moet zij binnen een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag waarop zij van de verzwaring kennis heeft gekregen, de wijziging van het contract voorstellen met terugwerkende kracht tot de dag van de verzwaring.
Indien het voorstel tot wijziging van het contract door de Verzekeringsnemer wordt geweigerd of indien, bij het verstrijken van een termijn van één maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet wordt aanvaard, kan de Maatschappij* het contract opzeggen binnen vijftien dagen.
Indien de Maatschappij* het bewijs levert dat zij het verzwaarde risico in geen geval zou hebben verzekerd, kan zij het contract opzeggen binnen een termijn van één maand te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis heeft gekregen van de verzwaring.
3. Indien zich een schadegeval voordoet voordat de wijziging van het contract of de onder 2. vermelde opzegging van kracht is geworden, zal de Maatschappij* de overeengekomen prestatie uitvoeren wanneer de Verzekeringsnemer de onder artikel 27 B.1. aangifteverplichting heeft vervuld.
4. Indien een schadegeval zich voordoet en de Verzekeringsnemer de in 27 B.1. vermelde verplichting niet nagekomen heeft:
— voert de Maatschappij de overeengekomen prestatie uit wanneer de niet-mededeling van gegevens niet aan de Verze- keringsnemer verweten kan worden,
— voert de Maatschappij de prestatie uit naar de verhouding tussen de betaalde premie en de premie die de Verzeke- ringsnemer had moeten betalen indien de verzwaring in aanmerking zou zijn genomen, wanneer de niet-mededeling van gegevens hem verweten kan worden.
Zo de Maatschappij* evenwel het bewijs aanbrengt dat zij het verzwaarde risico in geen enkel geval verzekerd zou hebben, dan is haar prestatie beperkt tot de terugbetaling van alle betaalde premies.
— xxxxxxx xx Xxxxxxxxxxxx* haar dekking indien de Verzekeringsnemer met bedrieglijk opzet gehandeld heeft door de verzwaring niet mee te delen. De premies die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de verzekeraar kennis heeft gekregen van het bedrog, komen hem toe als schadevergoeding.
5. Wanneer het risico dat het verzekerde gevaar zich voordoet, aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat de Maat- schappij*, indien die vermindering bij het sluiten van het contract had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, staat zij een overeenkomstige vermindering van de premie toe vanaf de dag waarop zij van de vermindering van het risico kennis heeft gekregen.
Indien de Maatschappij* en de Verzekeringsnemer het over de nieuwe premie niet eens worden binnen een maand na de aanvraag tot vermindering door de Verzekeringsnemer, kan deze laatste het contract opzeggen.
Artikel 28 Inspectie van het verzekerde etablissement*
Onverminderd het voorafgaande mag de Maatschappij* op elk ogenblik een verzekerd etablissement* laten inspecteren.
Hoofdstuk II Schadegevallen
Artikel 29 Verplichtingen van de verzekerde
A. De verzekerde* moet te allen tijde alle nuttige maatregelen treffen om schadegevallen te voorkomen, namelijk alle gebrui- kelijke voorzorgsmaatregelen en alle in het contract bepaalde voorzorgsmaatregelen in acht laten nemen, zowel door zijn personeel als door alle andere personen die zich in zijn etablissement* bevinden.
B. Bij een schadegeval moet de verzekerde*:
1. alle redelijke maatregelen nemen om de gevolgen van het schadegeval te voorkomen en te beperken;
De Maatschappij* vergoedt, zelfs boven de verzekerde bedragen, de reddingkosten*, mits die met de zorg van een goede huisvader zijn gemaakt, ook wanneer de aangewende pogingen vruchteloos zijn geweest.
Nochtans, voor het geheel van de schade aan de goederen zijn die kosten verzekerd ten belope van een bedrag dat gelijk is aan de verzekerde bedragen voor deze goederen met een maximum van 18.750.000 EUR.
Voor de aansprakelijkheidsverzekeringen worden die kosten integraal door de Maatschappij* gedragen voor zover het geheel van de schadeloosstelling en van de reddingskosten per Verzekeringsnemer en per schadegeval het voor die aan- sprakelijkheid verzekerde bedrag niet overschrijdt.
Boven het voor die aansprakelijkheid verzekerde bedrag worden die kosten beperkt tot:
— 500.000 EUR wanneer het verzekerde totaalbedrag lager is dan of gelijk is aan 2.500.000 EUR;
— 500.000 EUR + 20 % van het deel van het verzekerde totaalbedrag dat tussen 2.500.000 EUR en 12.500.000 EUR ligt;
— 2.500.000 EUR + 10 % van het deel van het verzekerde totaalbedrag boven 12.500.000 EUR; met een maximum van
10.000.000 EUR.
Deze bedragen zijn gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen met als basisindexcijfer dat van november 1992, namelijk 113,77 (basis 1988 = 100);
2. uiterlijk binnen acht dagen, nadat het schadegeval zich heeft voorgedaan, bij de Maatschappij* aangifte doen van het scha- degeval, de omstandigheden en de bekende of vermoedelijke oorzaken ervan, van de ondernomen reddingsmaatregelen, alsook van iedere andere verzekering die hetzelfde voorwerp en betrekking op dezelfde goederen heeft.
Die termijn wordt evenwel beperkt tot 24 uur in geval van schade aan dieren.
De Maatschappij kan er zich niet op beroepen dat de voornoemde termijnen voor de aangifte van het schadegeval niet nageleefd zijn, indien deze aangifte zo snel als redelijkerwijze mogelijk, werd gedaan;
3. aan de Maatschappij* binnen vijfenveertig dagen na de aangifte een ondertekende omstandige staat, door hem voor echt en onvervalst verklaard, met begroting van de schade en van de waarde van de verzekerde goederen bezorgen, met op- gave van de identiteit van de rechthebbenden;
4. de Maatschappij* alle gegevens tot staving van die staat en betreffende de oorzaken van het schadegeval bezorgen en haar machtigen zich deze gegevens te verschaffen. In dit opzicht geeft de verzekerde de Maatschappij* toestemming om, zodra het schadegeval plaatsgehad heeft, alle inzonderheid boekhoudkundige gegevens te verzamelen die ze nuttig acht, zowel bij de zetel van de onderneming als bij die van haar eventuele filialen, zusterondernemingen of holdings;
5. de afwezigheid van een hypothecaire of bevoorrechte schuldvordering aantonen of xxxxxx xx Xxxxxxxxxxxx* een door de in- geschreven schuldeisers gegeven machtiging tot ontvangen van de vergoeding bezorgen, tenzij de beschadigde verzekerde goederen intussen volledig wederopgebouwd of wedersamengesteld zijn; een gegeven machtiging tot ontvangen van de vergoeding bezorgen vanwege de schuldeisers die een regelmatig beslag zouden gelegd hebben op de vergoeding;
6. zich onthouden van elke afstand van verhaal.
7. wanneer de schade te wijten is aan een door één van de verzekeringen “arbeidsconflicten*, oproer* en volksbewegingen*’ (artikelen 6 tot 10) gedekte gebeurtenis, zo spoedig mogelijk bij de bevoegde autoriteiten alle stappen doen om vergoe- ding voor die schade te verkrijgen en de hem door die autoriteiten betaalde schadevergoeding doorbetalen aan de Maat- schappij*, in zoverre die vergoeding samenvalt met enige vergoeding die hem ter uitvoering van dit contract voor dezelfde schade is toegekend.
C. In geval van schade waarbij één van de bij dit contract gedekte aansprakelijkheden betrokken is, moet de verzekerde* boven- dien:
1. de Maatschappij* elke gerechtelijke of buitengerechtelijke akte bezorgen onmiddellijk na de kennisgeving, de betekening of de terhandstelling ervan aan de verzekerde*, voor de rechtbank verschijnen, zich aan de door de rechtbank bevolen onderzoeksmaatregelen onderwerpen en alle door de Maatschappij* gevraagde procedures vervullen.
2. op straffe van niet tegenstelbaarheid aan de Maatschappij, moet de verzekerde zich onthouden van iedere erkenning van aansprakelijkheid, van iedere transactie, van iedere vaststelling van schade en van iedere betaling of belofte van schade- vergoeding. De erkenning van de materialiteit van een feit of de tenlasteneming door de verzekerde* van de eerste gelde- lijke hulp en onmiddellijke medische hulp kunnen geen reden van weigering van dekking door de Maatschappij* uitmaken.
D. Sancties:
1. indien de verzekerde* één van de onder B. en C. voornoemde verplichtingen niet nakomt, mag de Maatschappij* haar prestatie verminderen ten belope van het door haar geleden nadeel. Ze kan haar dekking evenwel volledig weigeren indien deze tekortkoming met bedrieglijk opzet gebeurd is.
2. bovendien kan de Maatschappij* haar dekking volledig weigeren wegens de niet-uitvoering van een bij het contract opge- legde bepaalde verplichting, op voorwaarde dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de tekortkoming en het voorval- len van het schadegeval.
Artikel 30 Procedure voor de schatting van de schade
A. Voor de verzekering tegen materiële schade* worden de schade, de waarde van de omschreven goederen vóór het schade- geval en het slijtagepercentage* minnelijk geschat of door twee experts, de ene aangewezen door de Verzekeringsnemer, de andere door de Maatschappij*.
In geval van onenigheid over het bedrag van de door de verzekering gedekte schade, wijzen de betrokken experts een derde expert aan, met wie ze een college vormen dat bij meerderheid van stemmen beslist. Bij gebrek aan een meerderheid is de mening van de derde expert doorslaggevend. De schattingen zijn soeverein en onherroepelijk.
B. Indien één van de partijen haar expert niet aanduidt, wordt deze aanduiding op verzoek van de meest gerede partij gedaan door de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg van de woonplaats van de Verzekeringsnemer. Hetzelfde geldt ingeval beide experten het niet eens zijn omtrent de keuze van de derde expert of indien één van hen zijn opdracht niet vervult.
C. Elke partij draagt de kosten en honoraria van haar expert. De kosten en honoraria van de derde expert alsook de kosten van zijn aanstelling door de rechtbank worden door de Maatschappij* en de Verzekeringsnemer, elk voor de helft gedragen.
D. De expertise of iedere verrichting gedaan met het doel de schade vast te stellen doet in niets afbreuk aan de rechten en bezwaren die de Maatschappij* kan aanvoeren. Zij verplicht de Maatschappij niet tot vergoeding. Hetzelfde geldt wanneer maatregelen worden genomen met het oog op de redding van de geredde goederen en de bewaring van de beschadigde goederen.
Artikel 31 Verhaal
A. De Maatschappij* die de schadevergoeding geheel of gedeeltelijk betaald heeft, treedt, ten belope van het bedrag van die vergoeding, in alle rechten en vorderingen van de vergoedingsgerechtigde. Uit kracht van het contract verleent de Verzeke- ringsnemer de Maatschappij* het recht om ten opzichte van de aansprakelijke alle bewarende maatregelen te nemen.
De maatschappij* doet evenwel afstand van ieder verhaal dat zij kan nemen op:
1. alle verzekerden* (met inbegrip van de naakte eigenaars en vruchtgebruikers die samen door het contract verzekerd zijn en van de medeëigenaars die samen door het contract verzekerd zijn);
2. de bloedverwanten in de dalende of de opgaande lijn, de echtgenoot, de aanverwanten in de rechte lijn van de Verzeke- ringsnemer, de bij hem inwonende personen, zijn gasten en zijn personeel;
3. de personen die bij leden van het personeel, lasthebbers en vennoten van de Verzekeringsnemer inwonen en in het eta- blissement* gehuisvest zijn;
4. de leveranciers die door middel van leidingen of via kabel elektrische stroom, gas, stoom, water, klank, beelden en infor- matie verdelen en ten opzichte van wie en in de mate waarin de verzekerde* afstand van verhaal heeft moeten doen,
5. de verhuurder van de verzekerde* als het huurcontract voorziet in die afstand van verhaal.
B. Voor schade aan goederen die verzekerd zijn voor rekening van of ten behoeve van een ander persoon dan de Verzekerings- nemer, behoudt de Maatschappij zich evenwel het recht voor verhaal in te stellen indien het gaat om onroerende goederen die de Verzekeringsnemer, een verzekerde* of een derde huurt of gebruikt, behalve als die derde een van de onder A. 2. genoemde persoon is.
C. Iedere afstand van verhaal door de Maatschappij* heeft geen uitwerking:
— in geval van kwaadwilligheid*,
— in zoverre de aansprakelijke daadwerkelijk door een aansprakelijkheidsverzekering gedekt is,
— in zoverre de aansprakelijke zelf verhaal kan nemen op enige andere aansprakelijke.
Maar zelfs in dit laatste geval ziet de Maatschappij* af van ieder verhaal op de onder A. 2. genoemde personen.
Hoofdstuk III
Premie, kosten en wettelijke belastingen
Artikel 32 Betaling van de premie
A. De premie is jaarlijks verschuldigd. Ze is vooruit betaalbaar bij ontvangst van een vervaldagbericht of bij aanbieding van een kwitantie. De commerciële premie mag alleen met de taksen en bijdragen verhoogd worden die vastgesteld zijn of zullen
worden krachtens het contract alsook met de kosten van polis en bijvoegsels. De commerciële premie omvat de lasten van eventuele gefractioneerde betaling.
B. Niet-betaling van de premie binnen vijftien dagen vanaf de dag die volgt op een ingebrekestelling die bij deurwaardersexploot of bij een ter post aangetekende brief aan de Verzekeringsnemer is bezorgd, kan leiden tot schorsing van de dekking of opzeg- ging van het contract.
Bovendien kan de Maatschappij die haar dekkingsverplichting geschorst heeft, het contract later opzeggen; indien ze zich deze mogelijkheid heeft voorbehouden in de ingebrekestelling, heeft de opzegging uitwerking na het verstrijken van een ter- mijn van ten minste 15 dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing.
Indien ze zich deze mogelijkheid niet heeft voorbehouden in de ingebrekestelling, zal de opzegging gebeuren mits een nieuwe ingebrekestelling zoals hierboven omschreven. De geschorste dekking gaat opnieuw in om nul uur van de dag die volgt op de volledige betaling van de achterstallige premies, in voorkomend geval vermeerderd met de intresten.
Artikel 33 Premieteruggave - Tariefaanpassing
A. In geval van gedeeltelijke of totale opzegging, opheffing of vermindering van de verzekering, betaalt de Maatschappij* het op de datum van ingang van de opzegging, opheffing of vermindering van de verzekering niet verbruikte premiegedeelte terug aan de Verzekeringsnemer.
B. De Maatschappij* behoudt zich het recht voor om het contract, desgevallend in overeenstemming te brengen met de premie- voeten, clausules en voorwaarden van het bij de Maatschappij* van kracht zijnde tarief. Die aanpassing aan het tarief zal van toepassing zijn vanaf de jaarlijkse vervaldag ten minste drie maanden volgend op de kennisgeving ervan aan de Verzekerings- nemer.
Hoofdstuk IV Duur
Artikel 34 Totstandkoming van het contract
Het contract wordt gevormd vanaf de handtekening van de partijen. De Verzekeringsnemers, ondertekenaars van één en het- zelfde contract, zijn hoofdelijk en ondeelbaar gebonden.
Voor de verzekeringen “arbeidsconflicten*, oproer* en volksbewegingen*” (artikelen 6 tot 10) gaat de dekking in om nul uur van de zevende dag die volgt op de aanvaarding door de Maatschappij* van de dekkingsaanvraag.
Artikel 35 Duur van de verzekering
De duur van het contract is vastgesteld in de bijzondere voorwaarden. Tenzij anders bedongen is, eindigt het contract met een duur van minder dan een jaar op de vermelde datum. Het contract dat voor een duur van een jaar of meer wordt aangegaan, wordt stilzwijgend verlengd voor gelijke opeenvolgende periodes, met uitsluiting van delen van een jaar en met een maximum van drie jaar.
Iedere partij kan zich hiertegen verzetten door een aangetekende brief die ten minste drie maanden voor het einde van het con- tract bij de post is afgegeven. Het uur van inwerkingtreding en beëindiging van de verzekering wordt bij overeenkomst op nul uur vastgesteld.
De Maatschappij* behoudt zich de mogelijkheid voor de waarborgen bepaald in artikelen 6 tot 10 te allen tijde te schorsen met inachtneming van een termijn van 7 dagen die ingaat op de dag na de afgifte bij de post van de kennisgeving van de opschorting of van de buitengerechtelijke akte die deze opschorting bevat.
Artikel 36 Opzegging en reductie
A. De Maatschappij* mag het contract per aangetekende brief geheel of gedeeltelijk opzeggen:
1. in geval van niet-betaling van de premie overeenkomstig artikel 32;
2. in de bij artikel 27 betreffende de beschrijving en de wijziging van het risico beoogde gevallen, overeenkomstig de bepa- lingen van dat artikel;
3. na elke schadeaangifte, maar uiterlijk één maand na de betaling of weigering van betaling van de vergoeding;
4. in geval van faillissement van de Verzekeringsnemer, maar ten vroegste drie maanden na de faillietverklaring;
5. in geval van overlijden van de Verzekeringsnemer overeenkomstig artikel 37.
In de gevallen 2) tot 5) gaat de opzegging in na het verstrijken van een maand vanaf de dag die volgt op de kennisgeving van de opzegging.
Nochtans:
— in de gevallen 2) en 3), wanneer de verzekerde* één van zijn verplichtingen niet is nagekomen met de bedoeling de Maat- schappij te misleiden*, gaat de opzegging evenwel in bij de kennisgeving ervan.
— in geval 3), indien de opzegging betrekking heeft op een schade die een risico treft dat valt onder het koninklijk besluit van 24/12/1992 betreffende de “verzekering tegen brand en andere gevaren wat de eenvoudige risico’s betreft” gaat de opzeg- ging slechts in drie maanden na de kennisgeving.
B. De Verzekeringsnemer mag het contract opzeggen:
1. in geval van gedeeltelijke opzegging van het contract door de Maatschappij* met inwerkingtreding op de dag dat de ge- deeltelijke opzegging zelf uitwerking heeft;
2. in geval het contract in overeenstemming gebracht wordt met de premievoeten, clausules en voorwaarden van het van kracht zijnde tarief (artikel 33 B.), met uitwerking op de jaarlijkse vervaldag van de premie die volgt op de kennisgeving;
3. in geval van vermindering van het risico met uitwerking op één maand vanaf de dag die volgt op de kennisgeving.
C. De Maatschappij* en de Verzekeringsnemer hebben het recht:
— de waarborg “storm en hagel” op de vervaldag op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden die ingaat op de dag na de afgifte bij de post van de kennisgeving van de opzegging of van de buitengerechtelijke akte die deze opzegging bevat.
— de waarborgen bepaald in de artikelen 6 tot 10 te allen tijde op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn van 1 maand die ingaat op de dag na de afgifte bij de post van de kennisgeving van de opzegging of van de buitengerechtelijke akte die deze opzegging bevat.
D. In geval van faillissement van de Verzekeringsnemer, mag de curator het contract opzeggen binnen drie maand die volgen op de faillietverklaring, met uitwerking bij het verstrijken van een termijn van één maand vanaf de dag die volgt op de kennisge- ving van de opzegging.
Artikel 37 Overlijden van de Verzekeringsnemer
In geval van overgang van het verzekerde belang, ten gevolge van het overlijden van de Verzekeringsnemer, gaan de rechten en verplichtingen van het verzekeringscontract over op de nieuwe houder van dat belang.
In geval van onverdeeldheid blijven de medeëigenaars hoofdelijk en ondeelbaar gebonden tot de uitvoering van het contract. Na uit onverdeeldheid te zijn getreden, en op voorwaarde dat de Maatschappij* daarvan kennis is gegeven, valt de uitvoering van het contract uitsluitend ten laste van de erfgenaam die de enige eigenaar van het verzekeringsbelang wordt.
De nieuwe houders van het verzekerde belang en de Maatschappij* kunnen evenwel kennis geven van de opzegging van het contract, de eerste bij een ter post aangetekende brief, binnen drie maanden en veertig dagen na het overlijden, de tweede bij deurwaardersexploot of bij een ter post aangetekende brief, binnen drie maanden te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis heeft gekregen van het overlijden.
Artikel 38 Overdracht van de verzekerde goederen
In geval van overdracht onder levenden van een verzekerd goed neemt de verzekering van rechtswege een einde:
— als het om een onroerend goed gaat: drie maanden na de datum van het verlijden van de authentieke akte. Tot het verstrijken van deze termijn, gaat de aan de overdrager verleende dekking over op de overnemer, tenzij deze laatste dekking geniet uit hoofde van een ander contract. Bij ontstentenis van een dergelijke dekking doet de Maatschappij* afstand van verhaal op de overdrager, behoudens in geval van kwaadwilligheid,
— als het om een roerend goed gaat: zodra de Verzekeringsnemer het niet meer in bezit heeft.
Hoofdstuk V
Algemene beschikkingen
Artikel 39 Scheidsgerecht en toepasselijke wet
A. Alle andere geschillen tussen partijen dan die betreffende de invordering van de premies, belastingen en kosten die ten laste van de Verzekeringsnemer vallen, worden aan drie scheidsrechters voorgelegd, de eerste gekozen door de Verzekeringsne- mer, de tweede door de Maatschappij* en de derde door de eerste twee.
B. De scheidsrechters oordelen samen volgens de rechtsvoorschriften en zij mogen, op straffe van nietigheid, niet afwijken van de bepalingen van het contract. Ze zijn van de gerechtelijke formaliteiten ontslagen.
C. Verzuimt één van de partijen haar scheidsrechter aan te stellen of kunnen de scheidsrechters het niet eens worden over de keuze van de derde scheidsrechter, dan wordt deze op verzoek van de meest gerede partij aangesteld door de voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg van het rechtsgebied van de woonplaats van de Verzekeringsnemer, tenzij andersluidende overeenkomst afgesloten na het ontstaan van het aan het scheidsgerecht voorgelegde geschil. Er wordt vervolgens gehan- deld zoals gezegd in bovenstaande paragraaf B.
D. De kosten van het scheidsgerecht worden door de Maatschappij* en door de Verzekeringsnemer elk voor de helft gedragen.
E. Op dit contract is de Belgische wet toepasselijk.
F. Iedere klacht in verband met het contract kan gericht worden aan de Ombudsdienst verzekeringen te 0000 Xxxxxxx, de Meeûs- square 35 (Tel 02/000.00.00 - Fax 02/000.00.00 - xxx.xxxxxxxxx.xx).
Artikel 40 Woonplaats en briefwisseling
A. De woonplaats van de partijen wordt in recht gekozen, te weten voor de Maatschappij* in haar zetel in België en voor de Ver- zekeringsnemer op het in het contract aangeduide adres of op het achteraf aan de Maatschappij* bekendgemaakte adres. Evenwel voor de aanduiding door de voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg van de experten of de scheidsrechters waarvan sprake in de artikelen 30 en 39, kiest de Verzekeringsnemer, met woonplaats in het buitenland, zijn woonplaats op de ligging van het risico waarvan de verzekering aanleiding tot betwisting heeft gegeven.
B. Elke kennisgeving geschiedt geldig op deze adressen, zelfs ten opzichte van erfgenamen of rechtverkrijgenden van de Verze- keringsnemer zolang ze geen adresverandering aan de Maatschappij* hebben bekendgemaakt.
Is er meer dan één Verzekeringsnemer, dan geldt voor allen elke mededeling van de Maatschappij* aan één van hen.
C. Iedere kennisgeving is geldig gedaan per aangetekend schrijven of in enige andere door de wet toegestane vorm.
Artikel 41 Collectieve polis
A. Wanneer verschillende Maatschappijen* partij zijn in dit contract, wordt een leidende Maatschappij aangewezen in de bijzon- dere voorwaarden, bij ontstentenis hiervan treedt de eerste in de lijst van medeverzekeraars genoemde Maatschappij* op als leidende Maatschappij.
B. 1. De verzekering wordt door elke Maatschappij* voor haar aandeel en zonder hoofdelijkheid gesloten, volgens dezelfde clausules en voorwaarden als die welke gelden tussen de leidende Maatschappij en de Verzekeringsnemer. Het voor- zorgsbedrag wordt onder de Maatschappijen* in dezelfde verhouding verdeeld als de verzekerde bedragen. Als de verho- gingen van de verzekerde bedragen het voorzorgsbedrag overschrijden, wordt het overschot pas na instemming van elke medeverzekeraar gedekt, niettegenstaande de aan de leidende Maatschappij krachtens C. 4. gegeven volmacht.
2. De buitenlandse medeverzekeraars kiezen de woonplaats op het adres dat ze in het contract vermelden of, bij gebreke hiervan, in hun hoofdzetel in België; ze erkennen de bevoegdheid van het bij artikel 39 bepaalde scheidsgerecht, alsook die van de Belgische rechtsmachten.
C. 1. De leidende Maatschappij maakt het contract op dat door alle betrokken Maatschappijen* ondertekend wordt. Het contract wordt in twee exemplaren opgemaakt, waarvan het ene bestemd is voor de Verzekeringsnemer en het andere voor de leidende Maatschappij, die houdster is van het exemplaar dat de titel van de medeverzekeraars vertegenwoordigt.
2. De leidende Maatschappij overhandigt een afschrift van het contract aan elk van de medeverzekeraars die alleen reeds door de ondertekening hiervan erkennen het ontvangen te hebben.
3. De leidende Maatschappij wordt geacht de lasthebber van de medeverzekeraars te zijn om de bij het contract bepaalde kennisgevingen te ontvangen. De verzekerde* kan hem alle betekeningen en kennisgevingen doen, met uitzondering van die welke betrekking hebben op rechtsvorderingen die tegen de andere medeverzekeraars zijn ingesteld. De leidende Maatschappij brengt de medeverzekeraars er onverwijld van op de hoogte.
4. De leidende Maatschappij ontvangt van de medeverzekeraars volmacht om alle bijvoegsels te ondertekenen en om de Verzekeringsnemer de wijzigingen in het contract voor te stellen in het kader van de toepassing van artikel 27.
De Verzekeringsnemer ziet ervan af de ondertekening van de bijvoegsels door de medeverzekeraars te eisen, onvermin- derd evenwel de verplichtingen van de Verzekeringsnemer tegenover elk van hen.
5. De leidende Maatschappij ontvangt het bericht van schadegeval en brengt de andere medeverzekeraars hiervan op de hoogte. Zij doet het nodige om de schadegevallen te regelen en kiest met dat doel de expert van de Maatschappijen*, on- verminderd evenwel het recht van elke medeverzekeraar om de schatting door een door hem gekozen lasthebber te laten volgen.
D. De leidende Maatschappij moet zo spoedig mogelijk iedere opzegging of wijziging van haar aandeel aan de andere medever- zekeraars meedelen. Die medeverzekeraars moeten hetzelfde doen tegenover de leidende Maatschappij.
E. In geval van opzegging of vermindering van het aandeel van de leidende Maatschappij beschikken de andere medeverzeke- raars over een termijn van een maand vanaf die opzegging of vermindering om hun aandeel op te zeggen of te wijzigen. De opzegging door de andere medeverzekeraars gaat in na het verstrijken van een termijn van een maand te rekenen vanaf de kennisgeving ervan, zonder dat de datum van ingang vroeger mag vallen dan die welke van toepassing is voor het aandeel van de leidende Maatschappij.
F. In geval van opzegging van het aandeel van de leidende Maatschappij beschikt de Verzekeringsnemer over een termijn van een maand vanaf de kennisgeving van de opzegging om zelf het hele contract op te zeggen.
Artikel 42 Rangorde van de voorwaarden
De Algemene Voorwaarden van de hoofdstukken I tot IX van de eerste afdeling en die van de tweede afdeling, alsook eventuele aanvullende clausules worden toegepast voor zover er in de bijzondere voorwaarden van het contract gewag van wordt gemaakt.
De bijzondere voorwaarden vullen de algemene voorwaarden en de aanvullende clausules aan. Ze heffen ze op in zoverre deze ermee in strijd zijn.
Artikel 43 Algemene begripsomschrijvingen
De woorden en uitdrukkingen die in deze Algemene Voorwaarden door een sterretje worden aangeduid, hebben dezelfde betekenis en draagwijdte wanneer ze op elke andere plaats van het contract worden gebruikt.
AANSPRAKELIJKHEID VAN DE GEBRUIKER
De aansprakelijkheid voor de stoffelijke schade die de gebruikers van een gebouw* of van een gedeelte van een gebouw* dragen ingevolge artikel 1302 van het Burgerlijk Wetboek. Huurders en onderhuurders worden niet als gebruikers beschouwd.
De waarborg omvat de tenlasteneming van de aansprakelijkheid van de verzekerde* voor de kosten die de eigenaar gemaakt heeft om een schadegeval te doen ophouden of te beperken of om de verzekerde goederen aan de gevolgen van een schade- geval te onttrekken.
AARDBEVING
Tellurische schok waarvan de tektonische deformatie de uitsluitende oorsprong is, inbegrepen de daaruit voortvloeiende schade door brand en ontploffing.
ARBEIDSCONFLICT
Een collectieve betwisting, in welke vorm die zich ook voordoet, in het kader van de arbeidsverhoudingen, met inbegrip van sta- king en lock-out:
a) staking:
door een groep van loontrekkenden, bedienden, ambtenaren of zelfstandigen beraamd stilleggen van het werk;
b) lock-out:
voorlopige sluiting van een onderneming waartoe beslist is om het personeel tot een vergelijk te dwingen in een arbeids- conflict.
BEHOUDS- EN OPRUIMINGSKOSTEN
De kosten (met uitsluiting van gratificaties), die bedachtzaam door de verzekerde* zijn gemaakt - of de verantwoordelijkheid van de verzekerde* voor die kosten:
1. tijdens de normale duur van wederopbouw of wedersamenstelling van de getroffen goederen:
— om de geredde verzekerde goederen te beschermen en te bewaren ten einde een verzwaring van de schade te voor- komen,
— om de getroffen verzekerde goederen te verplaatsen en te herplaatsen ten einde de herstelling ervan mogelijk te maken;
2. — om de afbraak en opruiming van de getroffen verzekerde goederen uit te voeren die nodig zijn voor de wederopbouw of wedersamenstelling van die goederen.
— om het puin te vervoeren, te storten, schoon te maken en te behandelen;
3. om de tuin in zijn oorspronkelijke staat te herstellen (met inbegrip van de beplantingen), alsook de binnenpleinen van het aangeduide gebouw* die door de blussings-, beschermings- of reddingswerkzaamheden zouden zijn beschadigd.
BIJKOMENDE WAARBORGEN
De waarborgen onbruikbaarheid van onroerende goederen*, behouds- en opruimingskosten*, verhaal van huurders of gebrui- kers* en verhaal van derden*.
Deze waarborgen kunnen afzonderlijk verzekerd worden of globaal ten belope van een percentage van de verzekerde bedragen. In dit laatste geval, worden ze in de door de verzekerde gekozen volgorde verleend.
DAAD VAN KWAADWILLIGHEID
Opzettelijke daad met de bedoeling schade te berokkenen.
DAAD VAN VANDALISME
Irrationele daad waardoor iemand een goed beschadigt of vernielt.
DADEN VAN TERRORISME OF VAN SABOTAGE
Clandestien georganiseerde actie met ideologische, religieuse, politieke, economische of sociale bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld gepleegd wordt op personen of de economische waarde van goederen, volledig of gedeel- telijk, vernield worden:
— hetzij om indruk te maken op het publiek, om een klimaat van onveiligheid te scheppen of om druk uit te oefenen op de over- heden (terrorisme),
— hetzij om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te hinderen (sabotage).
DAGWAARDE
Beurs-, markt- of vervangingswaarde.
DERDEN
Elk andere persoon dan de verzekerde*.
EENVOUDIGE RISICO’S
Xxxxxx’x die beantwoorden aan de definitie van artikel 5 van het Koninklijk besluit van 24 december 1992 gewijzigd door het Ko- ninklijk besluit van 27 januari 1994 tot uitvoering van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst.
ELEKTRONISCHE COMPONENTEN
Element van elektronische toestellen* waarvan de werking berust op de eigenschappen van asymmetrische geleiding van be- paalde materialen, op zichzelf of in combinatie met andere, zoals halfgeleiders, transistors, thyristors, microprocessors, enz.
ELEKTRONISCHE TOESTELLEN
Toestellen die voornamelijk elektronische componenten* bevatten.
ETABLISSEMENT
Geheel van goederen die op dezelfde plaats gelegen zijn of binnen eenzelfde omheinde ruimte verzameld zijn en bijdragen tot dezelfde exploitatie.
GEBOUW
Elk door eenzelfde dak bedekt bouwwerk dat zich op de in het contract opgegeven plaats bevindt, met inbegrip van:
1. funderingen;
2. de krachtens artikel 525 van het Burgerlijk Wetboek als onroerend door bestemming beschouwde goederen;
3. de al dan niet gescheiden aanhorigheden, welke de voor hun constructie gebruikte materialen ook mogen zijn, voor zover:
a) het eigenlijke bedrijf er niet in uitgeoefend wordt,
b) ze noch tot magazijn, noch tot inpakzaal dienen,
c) de totale oppervlakte ervan niet meer bedraagt dan 10 % van de oppervlakte van het aangeduide aangrenzende of nabij- gelegen gebouw met een maximum van 300 m2;
4. de blokken van metselwerk of van beton die dienen tot fundering van het materieel*;
5. — de water-, gas-, stoom- en elektriciteitsmeters of -aansluitingen,
— de telefoon-, radio- en teledistributieaansluitingen,
— de vaste verwarmingsinstallaties;
6. de op de bouwplaats aanwezige materialen die bestemd zijn om in het gebouw te worden verwerkt;
7. maar met uitsluiting van:
— de grond, met inbegrip van de buiteninrichting en bedekking ervan,
— de buitenspoorwegen,
— de niet aanpalende perrons en laadkaaien, de bruggen, tunnels en soortgelijke bouwwerken,
— de beplantingen van allerlei aard, van de afsluitingen in open lucht,
— de ondergrondse kabels en leidingen die alleen bereikbaar zijn door grondwerken,
— de als materieel* gedefinieerde goederen.
De volgende termen, gebruikt in de beschrijving van het gebouw, die in de bijzondere voorwaarden voorkomen, betekenen:
— Geraamte:
Geheel van de structurele elementen die het gebouw schragen. Onder die elementen onderscheidt men de kolommen en de balken.
Deze laatste, in horizontale of hellende positie, dienen om de vloeren of de dakbedekkingen te dragen. De structurele elementen die de dakbedekking dragen worden zodanig verbonden dat ze hun helling bepalen. Die verbindingen vormen de spanten die de gordingen dragen.
— Buitenmuren:
Verticale elementen die de omheining van de gebouwen vormen. Ze kunnen bestaan uit boven elkaar geplaatst metselma- teriaal, met kalkmortel, cement, enz. verbonden of uit panelen die als belegstuk op een raamwerk worden aangebracht, in welk geval de muur ook zijbekleding genoemd wordt.
— Dakbedekking:
Geheel van elementen, die meestal op de raamwerkelementen geplaatst zijn en vooral op de gordingen die voor de afdek- king van het gebouw zorgen.
— Vloeren:
Horizontaal element dat de bodem van een niveau vormt. In gebouwen met meerdere niveaus, vormt het de horizontale scheiding tussen de niveaus.
— Binneninrichtingen:
Elementen die geen enkele draagfunctie hebben, welke binnen een nieuw gebouw zijn aangebracht. Die elementen zijn meestal bevestigd aan muren, onder de dakconstructies, onder de vloeren, enz., waarbij ze een holle ruimte scheppen met de elementen waaraan ze gehecht zijn.
— Binnenbekleding:
Elementen die binnen in een gebouw zijn aangebracht - over het algemeen met decoratieve doeleinden - die aan enig deel van het gebouw zijn gehecht zonder holle ruimten te scheppen. Die bekledingen kunnen aangebracht worden in de vorm van platen, tegels, plavuizen, enz.
HUURDERSAANSPRAKELIJKHEID
De aansprakelijkheid voor de materiële schade* die de huurders oplopen krachtens de artikelen 1732, 1733 en 1735 van het Burgerlijk Wetboek.
De dekking omvat de tenlasteneming van de aansprakelijkheid van de verzekerde* voor de kosten die de verhuurder gemaakt heeft om een schadegeval te doen ophouden of te beperken of om de verzekerde goederen aan de gevolgen van een schade- geval te onttrekken.
IMMATERIELE SCHADE
Elke geldelijke schade die voortvloeit uit het verlies van voordelen met betrekking tot het uitoefenen van een recht of tot het genot van een goed en met name bedrijfsschade, marktverlies, verlies van cliënteel, van commerciële bekendheid, van winsten, de onbruikbaarheid van roerende of onroerende goederen, het stopzetten van de productie of andere gelijkaardige schade.
INBOEDEL
De roerende goederen voor privégebruik waarvan de verzekerde* eigenaar is of die aan de Verzekeringsnemer toevertrouwd zijn, alsook van zijn dienstpersoneel met inbegrip van fietsen, rijwielen met hulpmotor, motorrijwielen en iedere vaste inrichting
of vaste aanpassing die door de huurders of gebruikers aangebracht wordt, met uitsluiting van:
— de in België of in het buitenland ingeschreven motorrijtuigen,
— staven edel metaal, niet ingezette edelstenen of echte parels, munten, bankbiljetten, postzegels en effecten van welke aard ook, cheques en andere handelspapieren.
KONINKLIJK BESLUIT EENVOUDIGE RISICO’S
Koninklijk besluit van 24 december 1992 betreffende de verzekering tegen brand en andere gevaren wat de eenvoudige risico’s* betreft.
KOOPWAAR
De voorraden, grondstoffen, levensmiddelen, producten in het fabricagestadium, afgewerkte producten, verpakkingen, afvalstof- fen, met betrekking tot de uitoefening van het beroep van de Verzekeringsnemer die hem toebehoren of hem toevertrouwd wor- den, met uitsluiting van de koopwaar tijdens het vervoer ervan.
MAATSCHAPPIJ
De verzekeringsonderneming waarbij het contract afgesloten wordt en die te dien einde in de bijzondere voorwaarden wordt aangeduid.
MATERIEEL
De roerende bedrijfsgoederen waarvan de verzekerde* eigenaar is of waarvoor hij instaat, onder meer gereedschap, ongeacht welke vaste of beweegbare nijverheids- of handelsinstallaties, archiefstukken, documenten, handelsboeken, kopieën van plans, van modellen en van informatiedragers*, maar met uitsluiting van in België of in het buitenland ingeschreven motorrijtuigen en van lucht- en zeevaartuigen.
Onder de benaming “materieel” zijn ook begrepen:
1. de spoorlijnen die binnen de gebouwen* liggen;
2. de aan het personeel van de verzekerde* toebehorende voorwerpen, kleren, fietsen, bromfietsen, motorfietsen en andere motorrijtuigen waarvoor de verzekerde* in zijn onderneming instaat;
3. de voertuigen die aan het personeel van de verzekerde* of aan derden toebehoren, voor zover de verzekerde* ervoor instaat en voor zover hij in het aangeduide gebouw* geen openbare garage of geen werkplaats voor herstelling of onderhoud van voertuigen uitbaat;
4. iedere vaste inrichting of vaste aanpassing die door de huurders of gebruikers aangebracht wordt.
MATERIELE SCHADE
De schade die veroorzaakt wordt door het optreden van een gevaar dat in de bijzondere voorwaarden van de afdeling II vermeld wordt en volgens de bewoordingen van het in de bijzondere voorwaarden vermelde referentie-contract “materiële schade” gedekt wordt.
NIEUWWAARDE
Kostprijs van de wederopbouw in nieuwe staat van het gebouw* met inbegrip van de honoraria van de architecten- of van de wedersamenstelling in nieuwe staat van de inboedel* of het materieel*.
OMSCHREVEN GOEDEREN
— de verzekerde goederen*,
— de goederen die door een afzonderlijk contract verzekerd zijn maar die als verzekerde goederen* zouden worden aanzien in het huidig contract als zij niet door een afzonderlijk contract verzekerd waren,
— de toevertrouwde of gehuurde goederen wanneer de verzekerde een afstand van verhaal geniet vanwege de eigenaar en/of verhuurder,
voor zover die goederen bijdragen tot het behalen van de omzet van de verzekerde.
Alle andere goederen die op de grond van de bepalingen volgens de algemene en bijzondere voorwaarden niet gewaarborgd zijn, worden nooit als omschreven goederen beschouwd.
ONBRUIKBAARHEID VAN ONROERENDE GOEDEREN
Hieronder verstaat men:
1. hetzij de door een eigenaar-gebruiker geleden genotsderving van het onroerend goed,
2. hetzij het door een verhuurder geleden verlies van huur, verhoogd met zijn bijkomende lasten,
3. hetzij de aansprakelijkheid van de verzekerde die berust op de artikelen 1302, 1732, 1733 en 1735 van het Burgerlijk Wetboek voor de schade zoals die hierboven bepaald is.
ONTPLOFFING
Een plotselinge en hevige uiting van krachten te wijten aan de uitzetting van gassen of dampen, hetzij die gassen en dampen reeds tevoren aanwezig waren of gelijktijdig werden ontwikkeld. Een implosie, d.w.z. een plotselinge en hevige uiting van krachten te wijten aan het binnendringen van gassen, dampen of vloeistoffen in gelijk welke toestellen en recipiënten, met inbegrip van buizen en leidingen, wordt, in de zin van dit contract, eveneens als een ontploffing beschouwd. De hierboven bepaalden uitingen die gebeuren in toestellen of recipiënten worden nochtans enkel als ontploffing beschouwd wanneer de wanden ervan een zodanige breuk ondergaan hebben dat, ten gevolge van de uitzetting of het binnendringen van gassen, dampen of vloeistof- fen, een plotseling evenwicht van de spanningen binnen en buiten ontstaat.
OPROER
Gewelddadige manifestatie, zelfs als ze niet beraamd is, van een groep personen, die met opgehitste gemoederen plaatsvindt en gekenmerkt wordt door ongeregeldheden of onwettige daden, alsook door verzet tegen de diensten die met de handhaving van de openbare orde belast zijn, zonder dat een dergelijke beweging noodzakelijk tot doel heeft de gestelde openbare machten omver te werpen.
OVEREENGEKOMEN WAARDE
De waarde die, na taxatie, door alle partijen uitdrukkelijk toegekend wordt aan bepaalde goederen met de bedoeling om, bij totaal verlies van het verzekerd goed, de schadevergoeding forfaitair te bepalen op basis van de voorafgaande taxatie.
Een gewoon taxatierapport dat als hoofddoel heeft de waarde van de verzekerde goederen, vóór schade, vast te stellen om elke proportionele regel te vermijden, heeft niet als gevolg dat de daarin vermelde goederen aanzien worden als verzekerd in aange- nomen waarde tenzij dit uitdrukkelijk in de Bijzondere Voorwaarden is vermeld.
OVERSTROMING
Voorlopige situatie tijdens dewelke grondgebieden, droog in normale omstandigheden, volledig of gedeeltelijk onder water of onder modder staan.
PLANS, MODELLEN EN INFORMATIEDRAGERS
De enige en oorspronkelijke exemplaren zoals plans, modellen, gietvormen, vormen, informatiedragers, tekeningen, Jacquard- kartons, nijverheids- of handelsgravures.
REDDINGSKOSTEN
De Maatschappij* neemt ten laste, zelfs boven de verzekerde som, de reddingskosten die betrekking hebben op de gedekte schade. De dekking wordt verleend rekening houdend met zowel de definitie als het bedrag van elke betrokken waarborg.
Zijn alleen gedekt:
1. de kosten die voortvloeien uit de maatregelen die de Maatschappij heeft gevraagd om de gevolgen van de gedekte schade- gevallen te voorkomen of te beperken.
2. de kosten die voortvloeien uit de redelijke maatregelen die de verzekerde uit eigen beweging en als een goed huisvader heeft genomen overeenkomstig de regels van de zaakwaarneming, ofwel om een gedekt schadegeval te voorkomen, ofwel om de gevolgen ervan te voorkomen of te beperken voor zover dat:
— deze maatregelen dringend zijn, dat wil zeggen dat de verzekerde verplicht is ze onmiddellijk te nemen, zonder moge- lijkheid om de Maatschappij te verwittigen en voorafgaand haar akkoord te verkrijgen, op gevaar af de belangen van de Maatschappij te schaden;
— indien het gaat om maatregelen om een gedekt schadegeval te voorkomen, er nakend gevaar is, dat wil zeggen dat er op zeer korte termijn zeker een gedekt schadegeval zou volgen indien deze maatregelen niet werden genomen.
De verzekerde verbindt er zich toe de Maatschappij* onmiddellijk op de hoogte te brengen van elke reddingsmaatregel die genomen is.
Voor zover nodig wordt gepreciseerd dat de volgende kosten ten laste van de verzekerde blijven.
— de kosten die voortvloeien uit maatregelen om een gedekt schadegeval te voorkomen bij ontstentenis van nakend gevaar of wanneer het nakend gevaar afgewend is;
— de kosten die voortvloeien uit de laattijdigheid van de verzekerde, uit zijn nalatigheid om preventiemaatregelen te nemen die vroeger al hadden moeten zijn genomen.
RUBRIEK
Elk van de volgende posten waarvoor in de bijzondere voorwaarden een afzonderlijk verzekerd bedrag bepaald is: gebouw*, koopwaar*, materieel*, inboedel*, plans, modellen en informatiedragers, aansprakelijkheid van de gebruiker*, aansprakelijkheid van de huurder*.
SLIJTAGE
Waardevermindering naargelang de ouderdom en het gebruik van het goed, de frequentie en de kwaliteit van het onderhoud ervan.
SPRINGSTOF
Elke stof die vatbaar is voor een chemische of fysische omzetting die gepaard gaat met het onmiddellijk vrijkomen van energie of van gas met verbrijzelend effect. Het gaat bovendien om een stof die met of zonder ontsteking de voor die omzetting nodige elementen in zichzelf vindt.
STORM EN HAGEL
Sterke wind, tornado, orkaan, wervelstorm, tyfoon, hagel.
VERHAAL VAN XXXXXX
De aansprakelijkheid die de verzekerde krachtens de artikelen 1382 tot 1386bis van het Burgerlijk Wetboek oploopt voor de materiële schade, de bewaar- en opruimingskosten en de onbruikbaarheid van onroerende goederen* die veroorzaakt worden door een brand of een ontploffing gedekt door huidig contract en dat, nadat het voorafgaandelijk verzekerde goederen heeft be- schadigd, overslaat op goederen die eigendom zijn van derden, gasten inbegrepen.
De waarborg omvat het ten laste nemen van de aansprakelijkheid van de verzekerde voor de door de derden gemaakte kosten om de gevolgen van een schadegeval te stoppen of te beperken of om zijn goederen te vrijwaren voor de gevolgen van
een schadegeval.
De waarborg is niet verworven voor:
1. de immateriële schade*, met uitzondering van de onbruikbaarheid van onroerende goederen*;
2. de schade aan derden ten gevolge van een brand of een ontploffing die ontstaan is in een installatie of een elektrisch of elek- tronisch apparaat en niet overgeslagen is naar andere verzekerde goederen; die uitsluiting is niet van toepassing wanneer het elektrisch risico door de verzekeringsovereenkomst gedekt is;
3. de schade die veroorzaakt wordt door elke vorm van rook, door giftige, bijtende, aantastende, vernielende of schadelijke stof- fen of door elk brandbestrijdingsproduct, aan lucht, bodem, oppervlakte- en grondwater. Zijn eveneens uitgesloten dezelfde schade aan planten en dieren, behalve indien ze ten professionele titel deel uitmaken van een landbouw-, tuin- of visbedrijf.
VERHAAL VAN HUURDERS OF GEBRUIKERS
De aansprakelijkheid voor de stoffelijke schade, de reddings- en opruimingskosten* die de verzekerde* bij een door dit contract gedekt schadegeval draagt in zijn hoedanigheid van verhuurder (of eigenaar) ten opzichte van zijn huurder (of gebruiker) inge- volge constructiegebreken of gebrek aan onderhoud van de gebouwen* (artikel 1721, lid 2 van het Burgerlijk Wetboek).
De dekking omvat de tenlasteneming van de aansprakelijkheid van de verzekerde* voor de kosten die de huurder of gebruiker gemaakt heeft om een schadegeval te doen ophouden of te beperken of om de verzekerde goederen aan de gevolgen van een schadegeval te onttrekken.
VERKOOPWAARDE
Prijs van een goed die de verzekerde* normaal zou krijgen als hij het te koop zou aanbieden op de nationale markt.
VERVUILING
Verspreiding van enige giftige, bijtende of bederf veroorzakende elementen, stoffen of agentiën (andere dan de rechtstreekse werking van een vlam, van de warmte van een brand of van de luchtverplaatsing van een ontploffing) met inbegrip van bacteriën, virussen, schimmels of andere organismen of stoffen die een gevaar voor de gezondheid of voor de goederen kunnen vormen.
VERZEKERDE
— de Verzekeringsnemer en de bij hem wonende personen,
— hun personeel bij de uitoefening van hun functie,
— de lasthebbers en de vennoten van de Verzekeringsnemer bij het uitoefenen van hun functie,
— elke andere persoon die als verzekerde in het verzekeringscontract wordt aangeduid.
VERZEKERDE GOEDEREN
De goederen beschreven in de bijzondere voorwaarden, op de daarin opgegeven ligging van risico, dienend voor het beschreven gebruik en die niet uitgesloten zijn volgens het huidige contract.
VOLKSBEWEGING
Gewelddadige beweging, zelfs als ze niet beraamd is, van een groep personen, die, zonder dat er opstand is tegen de gevestigde orde, toch plaatsvindt met opgehitste gemoederen en gekenmerkt wordt door ongeregeldheden of onwettelijke daden;
WERKELIJKE WAARDE
Nieuwwaarde* onder aftrek van de slijtage*.
VERZEKERING MATERIELE SCHADE VAN DE SPECIALE RISICO’S
BIJZONDERE BEPALINGEN
1. Gebouw in aanbouw.
Overeenkomstig de Algemene Voorwaarden van de polis is de verzekerde ertoe verplicht vóór het begin van het testen van het materiaal en vóór het opslaan van koopwaar hiervan aangifte te doen aan de Maatschappij en de premies met betrekking tot de uitgeoefende nijverheid volgens het op dat ogenblik geldende tarief te betalen.
2. Uitbating zonder activiteit.
Overeenkomstig de Algemene Voorwaarden van de polis is de verzekerde ertoe verplicht, vooraleer tot de inwerkingstelling van de uitbating over te gaan, hiervan aangifte te doen aan de Maatschappij en de premie met betrekking tot de uitgeoefende nijverheid volgens het op dat ogenblik geldende tarief te betalen.
4. Huurders en eigenaars bij de Maatschappij.
De premievoet betreffende de aansprakelijkheid als huurder zal verhoogd worden indien het gebouw niet langer bij de Maat- schappij verzekerd wordt door de eigenaar. Deze verminderde premievoet wordt slechts toegekend tot het beloop van het voor het gebouw door de eigenaar verzekerde bedrag.
7. Bijkomende verzekering van het huurrisico.
De bijkomende verzekering van het huurrisico dekt, tot het beloop van het in de Bijzondere Voorwaarden bepaalde bedrag en zonder toepassing van de evenredigheidsregel, de aansprakelijkheid als huurder jegens de eigenaar opgelopen door de verzekerde, gedeeltelijke huurder van het gebouw, voor het gedeelte van de schade boven 20 maal de jaarlijkse huursom, vermeerderd met de lasten met betrekking tot de door verzekerde gehuurde lokalen.
8. Waterschade - Binnendringen van water doorheen het dak.
De dekking wordt uitgebreid tot de vergoeding van schade veroorzaakt door het binnendringen in het gebouw van atmosferi- sche neerslag als gevolg van een defecte waterdichtheid van het dak.
9. Elektrische installaties.
De verzekerde verklaart dat de elektrische installaties beantwoorden aan de wettelijke voorschriften van het A.R.A.B. en van het A.R.E.I.
BESCHERMING VAN UW PERSOONSGEGEVENS
Conform de Algemene Verordening voor de gegevensbescherming verzoeken wij u kennis te nemen van de onderstaande in- formatie.
Doeleinden van de gegevensverwerking - Ontvangers van de gegevens - Rechtsgrond
De meegedeelde persoonsgegevens worden door Federale Verzekering, verwerkingsverantwoordelijke, verwerkt met het oog op: het evalueren van de risico’s, de uitgifte van het verzekeringscontract en de aanpassing ervan, de uitvoering van de prestaties waaronder het beheer van de schadegevallen volgende uit deze verzekering, het ontdekken en voorkomen van fraude, het vol- doen aan wettelijke verplichtingen, het beheer van de commerciële relatie en het opvolgen van de portefeuille.
Voor deze doeleinden kunnen de gegevens gecommuniceerd worden aan ondernemingen die deel uitmaken van de groep Fe- derale Verzekering, aan natuurlijke personen of ondernemingen die als dienstverlener of verwerker optreden voor rekening van Federale Verzekering, aan derden in het kader van de uitvoering van een wettelijke verplichting, aan herverzekeraars, en aan elke persoon of entiteit die een verhaal uitoefent of tegen wie een verhaal wordt uitgeoefend in verband met de verzekering in kwestie.
De juridische basis van de gegevensverwerking wordt gevormd door het verzekeringscontract, net als de verplichting die uit dit contract en de eventuele bijakten volgt voor de verzekeraar - verwerkingsverantwoordelijke om desgevallend tot prestatie over te gaan. De verwerking baseert zich bovendien op het legitiem belang van de verzekeraar teneinde verzekeringsfraude te voor- komen, statistieken uit te werken en voor direct marketingdoeleinden.
In de hypothese dat deze documenten niet adequaat zouden worden ingevuld, zal Federale Verzekering zich in de onmogelijkheid bevinden om haar verplichtingen voortvloeiend uit het verzekeringscontract na te komen en desgevallend een gevolg te verlenen aan de vraag tot tussenkomst.
Vertrouwelijkheid
Technische en organisatorische maatregelen werden genomen teneinde de vertrouwelijkheid en de veiligheid van uw gegevens te garanderen. De toegang tot uw persoonlijke gegevens is beperkt tot de personen die deze in het kader van de uitoefening van hun beroepstaken nodig hebben.
Bewaring van de verwerkte gegevens
De verwerkte gegevens worden door Federale Verzekering bewaard gedurende minstens de waarborgperiode van de verzeke- ring of gedurende de looptijd van het schadegeval, die zal aangepast worden telkens dat de omstandigheden het vereisen. Deze duurtijd zal verlengd worden door de verjaringstermijn opdat de verzekeraar het hoofd kan bieden aan eventuele vorderingen na de sluiting van het schadedossier.
Recht op toegang, verbetering en verzet
De betrokken personen kunnen kennis nemen van de gegevens die aangaande hun persoon verwerkt worden, of desgewenst ze laten verbeteren door een verzoek hiertoe te sturen naar Federale Verzekering t.a.v. de Data Protection Officer – Xxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxx of een email naar xxxxxxx@xxxxxxxx.xx, vergezeld door een recto verso kopie van de identiteitskaart. Deze personen kunnen eveneens, volgens dezelfde modaliteiten, en binnen de limieten voorzien door de Algemene Verordening voor de gegevensbescherming, zich verzetten tegen de verwerking van de gegevens of een beperking ervan en tegen verwerkingen voor direct marketingdoeleinden. Zij kunnen tevens de verwijdering of de gegevensoverdraagbaarheid ervan vragen.
Wanneer u aan Federale Verzekering persoonsgegevens meedeelt van personen waarmee we niet rechtstreeks in contact staan, vragen wij u hen te informeren over deze gegevensoverdracht en hun daarmee verband houdende rechten.
Contactgegevens
Meer informatie kan u terugvinden op xxx.xxxxxxxx.xx of u kan zich richten tot xxxxxxx@xxxxxxxx.xx of Federale Verzekering t.a.v. de Data Protection Officer – Stoofstraat 12 te 0000 Xxxxxxx.
Eventuele klachten kunnen gericht worden naar de Gegevensbeschermingsautoriteit.