Bestelautoverzekering
Bestelautoverzekering
Polisvoorwaarden ABWBAWP2021-01
Deze polisvoorwaarden vormen één geheel met de polisvoorwaarden collectieve contractvoorwaarden wagenpark. Bij verschil tussen deze polisvoorwaarden en de polisvoorwaarden Collectieve contractvoorwaarden wagenpark gelden deze polisvoorwaarden.
HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Artikel 1.1 Begrippen voor alle Dekkingen
1.1.1 WAM
Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen.
1.1.2 Voertuigaanpassingen
Veranderingen aan het in de polis omschreven voertuig
• die aan, op of in het voertuig zijn aangebracht / gemonteerd na aflevering door fabrikant of importeur, en
• die volgens verkeersopvatting deel uitmaken van het voertuig,
• zoals bedrijfswageninrichting, carrosseriewerk, belettering, luchtvering, koeling, aanpassingen in verband met een lichamelijke beperking, alarm, vaste imperiaal en trekhaak.
Niet als voertuigaanpassingen worden de volgende zaken beschouwd.
a. Werkmaterieel en onderdelen daarvan.
b. Accessoires.
c. Hulpmaterialen.
1.1.3 Accessoires
a. Aanvullende benodigdheden voor en toebehoren van het in de polis omschreven motorrijtuig die niet noodzakelijk zijn voor het functioneren van het motorrijtuig, zoals een reservewiel, gevarendriehoek, brandblusser, sleepkabel, gereedschap en reservelampjes;
b. beeld-, geluids-, communicatie- en computerapparatuur, voor zover bestaande uit
• beeld- en geluidsapparatuur, zoals een radio / cd-speler;
• ontvang-, zend- en navigatieapparatuur, inclusief bijbehorende standaard navigatiesoftware;
• computer- en bijbehorende randapparatuur;
alles voor zover de onder a. en b. genoemde zaken zich aan, op of in het motorrijtuig bevinden.
Niet als beeld-, geluids-, communicatie- en computerapparatuur worden de hierna genoemde zaken beschouwd.
a. Informatiedragers, zoals cd’s, memory cards en cassettes, inclusief de eventueel daarop aanwezige informatie.
b. Programmatuur.
c. Losse verbruiksartikelen, zoals inktcartridges.
Niet als accessoires worden de volgende zaken beschouwd.
a. Werkmaterieel en onderdelen daarvan.
b. Hulpmaterialen.
1.1.4 Hulpmaterialen
a. Spanbanden en ander bevestigingsmateriaal.
b. Zeilen, netten en ander afdek- en opvulmateriaal.
c. Pylonen en ander afbakeningsmateriaal.
d. Oprijplaten.
1.1.5 Werkmaterieel Apparaat of toestel dat
• dient tot het verrichten van werkzaamheden, of het behulpzaam zijn daarbij, en
• voorzien is van een eigen aandrijvingsmechanisme (elektrische en/of verbrandingsmotor), of aangedreven wordt door de motor van het motorrijtuig, inclusief bijbehorende (losse) onderdelen, hulp- en uitrustingsstukken, zoals snoeren, slangen, sleutels en afstands- bediening.
1.1.6 Beredding
Maatregelen die door of namens verzekeringnemer of verzekerde binnen redelijke grenzen zijn genomen bij een ophanden zijnde of reeds ontstane schade door een gedekte gebeurtenis om die schade te voorkomen en/of te verminderen.
Artikel 1.2 Begrippen voor de Dekking WA
1.2.1 Verzekerde
a. De verzekerden zijn de hierna genoemde (rechts)personen.
a. Verzekeringnemer.
b. Bezitter, houder en bestuurder van het motorrijtuig.
c. Personen die met het motorrijtuig worden vervoerd.
b. Werkgever van een verzekerde persoon voor zover deze als werkgever aansprakelijk is voor de gedragingen van zijn werknemers.
d. Elke andere rechtspersoon, voor zover dit uit de polis blijkt.
1.2.2 Motorrijtuig
a. Het in de polis omschreven voertuig, inclusief de daarbij behorende onderdelen, voertuigaanpassingen en accessoires die aan, op of in dit voertuig aanwezig zijn.
b. Het vervangende voertuig, dat aan een ander dan verzekeringnemer toebehoort en gelijkwaardig is aan het in de polis omschreven voertuig, gedurende de tijd waarin het in de polis omschreven voertuig voor reparatie en/of onderhoud tijdelijk buiten gebruik is.
c. De aanhangwagen die aan een van de hiervóór bedoelde voertuigen is gekoppeld of na koppeling daarvan is losgemaakt of losgeraakt, zolang de aanhangwagen nog niet buiten het verkeer tot stilstand is gekomen.
d. Lading die zich aan, op of in een van de hiervóór bedoelde voertuigen of aanhangwagen bevindt, dan wel daar vanaf / daaruit valt of is gevallen.
Niet als motorrijtuig worden de volgende zaken beschouwd.
a. Werkmaterieel en onderdelen daarvan.
b. Accessoires van het werkmaterieel.
c. Hulpmaterialen.
Artikel 1.3 Begrippen voor de Dekking Casco of Beperkt Casco
1.3.1 Verzekerde
De verzekerden zijn de hierna genoemde (rechts)personen.
a. Verzekeringnemer.
b. Bezitter en houder van het motorrijtuig.
c. Elke andere rechtspersoon, voor zover dit uit de polis blijkt.
1.3.2 Motorrijtuig
a. Het in de polis omschreven voertuig, zoals oorspronkelijk afgeleverd door fabrikant of importeur, inclusief de hierna genoemde zaken.
• Onderdelen ter vervanging van en gelijkwaardig aan de oorspronkelijke onderdelen, voor zover die aan, op of in het voertuig zijn gemonteerd.
• Voertuigaanpassingen.
b. Het vervangende voertuig, dat aan een ander dan verzekeringnemer toebehoort en gelijkwaardig is aan het in de polis omschreven voertuig, gedurende de tijd waarin het in de polis omschreven voertuig voor reparatie en/of onderhoud tijdelijk buiten gebruik is.
Niet als motorrijtuig worden de volgende zaken beschouwd.
a. Accessoires.
b. Werkmaterieel en onderdelen daarvan.
c. Accessoires van het werkmaterieel.
d. Hulpmaterialen.
1.3.3 Glas van het motorrijtuig
a. Glas / kunststof van ramen / ruiten van het motorrijtuig.
b. Zonnedaken van het motorrijtuig.
c. Bijbehorend bevestigingsmateriaal.
Niet als glas van het motorrijtuig worden de hierna genoemde zaken beschouwd.
a. Glas van onderdelen, zoals verlichtingsunits, richtingaanwijzers en dergelijke.
b. Op het glas aangebrachte folie, belettering, reclame en dergelijke.
1.3.4 Nieuwwaarde
Het bedrag dat nodig is om nieuwe zaken van dezelfde soort en van gelijkwaardige kwaliteit en specificaties te verkrijgen.
1.3.5 Dagwaarde
Het bedrag dat nodig is voor het verkrijgen van naar soort, kwaliteit, hoeveelheid, staat en ouderdom gelijkwaardige zaken.
1.3.6 Boekwaarde
Het bedrag waarvoor een zaak op de balans staat.
1.3.7 Braak
Verbreking van afsluitingen, met zichtbare beschadiging als gevolg daarvan, met het oogmerk zich wederrechtelijk toegang te verschaffen.
1.3.8 Noodvoorziening
De redelijkerwijs noodzakelijke voorlopige voorziening die bij of na een gedekte gebeurtenis is aangebracht ten behoeve van de verzekerde zaken in afwachting van definitief herstel van schade door die gebeurtenis aan de verzekerde zaken.
1.3.9 Opruiming
Opruiming van bovengronds aanwezige verzekerde zaken op de locatie waar de verzekerde zaken zijn gedekt en op de direct aangrenzende percelen van die locatie, voor zover deze opruiming het noodzakelijke gevolg is van een gedekte schade en niet is begrepen in de vastgestelde schadeomvang.
Onder opruiming te verstaan afbreken, wegruimen, afvoeren, storten en vernietigen.
Artikel 1.4 Begrippen voor de Dekking SVI
1.4.1 Verzekerde
De verzekerden zijn de hierna genoemde (rechts)personen.
a. Bestuurder van het motorrijtuig.
b. Personen die met het motorrijtuig worden vervoerd.
1.4.2 Motorrijtuig
a. Het in de polis omschreven voertuig.
b. Het vervangende voertuig, dat aan een ander dan verzekeringnemer toebehoort en gelijkwaardig is aan het in de polis omschreven voertuig, gedurende de tijd waarin het in de polis omschreven voertuig voor reparatie en/of onderhoud tijdelijk buiten gebruik is.
HOOFDSTUK 2 OMSCHRIJVING VAN DEKKING
DEKKING WA
Deze dekking geldt alleen indien hiernaar in de polis wordt verwezen.
Artikel 2.1 Omvang van de dekking
Gedekt is de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van verzekerde voor schade die is veroorzaakt door of met het motorrijtuig. Deze Dekking geldt per gebeurtenis voor personenschade en zaakschade, elk afzonderlijk tot maximaal de verzekerde som daarvoor.
Voor een gedekte gebeurtenis die plaatsvindt binnen het dekkingsgebied maar buiten Nederland en waarvoor krachtens een met de WAM overeenkomende wet de maximale dekking tot een hoger bedrag is voorgeschreven dan de desbetreffende verzekerde som, geldt dat hogere bedrag als maximale dekking.
Niet gedekt is de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van verzekerde voor:
a. schade aan de lading veroorzaakt met of door het motorrijtuig;
b. schade veroorzaakt met of door lading bij laden / lossen van het motorrijtuig;
c. schade toegebracht aan de bestuurder van het motorrijtuig;
x. xxxxxx aan zaken die toebehoren aan verzekeringnemer en/of de bezitter, houder of bestuurder van het motor- rijtuig, alsmede schade aan zaken die genoemde personen onder zich hadden of die met het motorrijtuig werden vervoerd, met uitzondering van persoonlijke bagage van passagiers.
2.1.1 Schade
Onder schade wordt verstaan personenschade en zaakschade zoals hieronder omschreven.
2.1.1.1 Personenschade
Letsel of benadeling van de gezondheid van een persoon, beide al dan niet de dood tot gevolg hebbend, en schade die daaruit voortvloeit.
2.1.1.2 Zaakschade
a. Beschadiging van zaken, en schade die daaruit voortvloeit.
b. Verlies, vernietiging en verdwijning van zaken, en schade die daaruit voortvloeit.
2.1.2 WAM
a. Met voorbijgaan aan hetgeen anders in de polis mocht zijn bepaald, wordt voor het motorrijtuig, met uitzondering van het vervangende voertuig, deze verzekering geacht te voldoen aan de eisen die worden gesteld door of krachtens de WAM of een met de WAM overeenkomende wet in landen die tot het dekkingsgebied behoren.
b. Schade die is veroorzaakt door of met het vervangende voertuig is alleen gedekt indien de bezitter en/of houder van dit voertuig de uit hoofde van de WAM op hem rustende verzekeringsplicht niet is nagekomen en verzekerde voor de schade aansprakelijk is.
Artikel 2.2 Aanvullende dekkingen
Dit artikel geldt alleen met inachtneming van Artikel Omvang van de dekking. De in dit artikel genoemde dekkingen gelden ook indien de totale schadevergoeding hierdoor boven de verzekerde sommen uitkomt.
2.2.1 Beredding
Redelijke kosten van beredding en materiële schade aan zaken die bij de beredding zijn ingezet. Deze dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal de verzekerde sommen.
2.2.2 Verweer
a. Verweer dat onder leiding van verzekeraar wordt gevoerd, ook in een eventueel door een benadeelde tegen een verzekerde (rechts)persoon of verzekeraar aanhangig gemaakt proces, alsmede de daaruit voortvloeiende proceskosten tot betaling waarvan verzekerde of verzekeraar mocht worden veroordeeld.
b. Rechtsbijstand die op verlangen van verzekeraar wordt verleend in een tegen een verzekerde (rechts)persoon aanhangig gemaakt strafgeding.
2.2.3 Wettelijke rente
Verschuldigde wettelijke rente over de verschuldigde schadevergoeding.
2.2.4 Borgsom
Verstrekking van een borgsom in verband met een gedekte gebeurtenis door verzekeraar om opheffing te verkrijgen van;
• vrijheidsbeperking van een verzekerde (rechts)persoon, of
• op het motorrijtuig gelegd beslag,
indien een overheid dit verlangt ter waarborging van rechten van een benadeelde.
Deze dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal € 50.000,- voor alle verzekerden samen.
Verzekerde is verplicht verzekeraar te machtigen over de borgsom te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven en alle medewerking te verlenen om terugbetaling te bewerkstelligen.
2.2.5 Eigen voertuig
Schade die door schuld van de bestuurder met het motorrijtuig wordt toegebracht aan een ander gemotoriseerd voertuig of aan een niet aan het motorrijtuig gekoppelde aanhangwagen, beide waarvan verzekeringnemer bezitter of houder is.
Deze dekking geldt alleen voor schade aan het andere voertuig of de aanhangwagen die niet op een andere verzekering is gedekt.
Deze dekking geldt niet:
a. voor gevolgschade;
b. voor waardevermindering.
Deze dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal € 50.000,-.
2.2.6 Vervoer gewonden
Schade aan het motorrijtuig door vervoer van gewonden.
Deze dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal de verzekerde sommen.
Artikel 2.3 Beperking uitkeringsverplichting
De uitkeringsverplichting van verzekeraar is beperkt indien sprake is van schade die verband houdt met het terrorismerisico overeenkomstig de Clausule terrorismedekking, zoals vermeld in Hoofdstuk Terrorisme.
DEKKING CASCO OF BEPERKT CASCO
De dekking geldt alleen indien hiernaar in de polis wordt verwezen.
Artikel 2.4 Omvang van de dekking
Gedekt is materiële schade door beschadiging aan of verlies van
• het motorrijtuig - of onderdelen daarvan -, en/of
• voertuigaanpassingen, en/of
• accessoires,
door een gedekte gebeurtenis.
Deze Dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal de verzekerde som, met inachtneming van het bepaalde in Artikel Vaststelling schadeomvang.
2.4.1 Gedekte gebeurtenissen CASCO
a. Een onvoorziene, plotselinge, onverwachte gebeurtenis die van buitenaf op de verzekerde zaken inwerkt.
b. Een onvoorziene, plotselinge, onverwachte gebeurtenis die een gevolg is van eigen gebrek van de verzekerde zaken, maar alleen indien dat gevolg bestaat uit:
• brand en ontploffing, beide zoals genoemd in Hoofdstuk Nadere omschrijvingen;
• kortsluiting;
• breuk van glas van het motorrijtuig;
• botsing, omslaan, van de weg of te water geraken.
c. Bedieningsfouten en/of onoordeelkundig gebruik, waaronder mede te verstaan het gebruiken van ongeschikte brandstof.
d. Diefstal van het motorrijtuig of onderdelen daarvan, of poging daartoe.
e. Diefstal van voertuigaanpassingen, of poging daartoe.
f. Diefstal van accessoires, of poging daartoe.
g. Joyriding met het motorrijtuig, of poging daartoe.
h. Oplichting van verzekerde met betrekking tot het motorrijtuig of verduistering van het motorrijtuig, beide indien gepleegd door een ander dan verzekerde of diens (voormalige) echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel.
2.4.2 Eigen gebrek
Onderdelen van het in de polis omschreven voertuig als gevolg van schade daaraan door eigen gebrek, zoals hierna genoemd.
a. Motor met alle inwendige onderdelen, distributie, spruitstukken, vliegwiel, ventilator, turbo, koelsysteem en brandstofsysteem.
a. Niet gedekt is schade aan kleppen, klepzetels en elektronische componenten.
b. Versnellingsbakhuis met alle inwendige onderdelen alsmede koppelomvormer, hulpversnellingsbak, koppelingsplaten met drukgroep.
c. Ashuis / differentieelhuis voor en achter met alle inwendige onderdelen, alsmede aandrijfassen, kruiskoppelingen, wiellagers en naven.
d. Dynamo en startmotor.
Deze dekking geldt niet indien sprake is van een van de hierna genoemde omstandigheden:
a. Het motorrijtuig is ouder dan drie jaar.
b. Het motorrijtuig heeft meer dan 100.000 km gereden.
c. Uit het kentekenbewijs blijkt dat verzekeringnemer geen eerste eigenaar is van het motorrijtuig.
d. De schade is het gevolg van slijtage.
e. De schade is het gevolg van het niet (laten) verrichten van onderhoud dat door fabrikant of importeur is voorgeschreven.
Deze dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal de verzekerde som.
2.4.3 Gedekte gebeurtenissen BEPERKT CASCO
2.4.3.1 Brand / blikseminslag / ontploffing / kortsluiting Brand, blikseminslag, ontploffing en kortsluiting.
Voor brand, blikseminslag en ontploffing gelden de omschrijvingen zoals vermeld in Hoofdstuk Nadere omschrijvingen.
Ook gedekt is schade die het gevolg is van
a. gehele of gedeeltelijke vernieling van verzekerde zaken door ontploffing;
b. de nabijheid van niet verzekerde zaken die door brand / blikseminslag worden getroffen of door ontploffing worden vernield.
Deze dekking geldt ook als de gebeurtenis het gevolg is van eigen gebrek van de verzekerde zaken.
2.4.3.2 Glasbreuk
Breuk van glas van het motorrijtuig, voor zover dit niet het gevolg is van een gebeurtenis waarbij ook andere schade aan het motorrijtuig is ontstaan.
Ook gedekt is schade aan de ramen / ruiten zelf.
Deze dekking geldt ook als de gebeurtenis het gevolg is van eigen gebrek van de verzekerde zaken.
2.4.3.3 Diefstal
a. Diefstal van het motorrijtuig of onderdelen daarvan, of poging daartoe.
b. Diefstal van voertuigaanpassingen, of poging daartoe.
c. Diefstal van accessoires, of poging daartoe.
2.4.3.4 Inbraak
Xxxxx aan het motorrijtuig, of poging daartoe.
2.4.3.5 Joyriding
Joyriding met het motorrijtuig, of poging daartoe.
2.4.3.6 Oplichting / verduistering
Oplichting van verzekerde met betrekking tot het motorrijtuig of verduistering van het motorrijtuig, beide indien gepleegd door een ander dan verzekerde of diens (voormalige) echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel.
2.4.3.7 Schade tijdens diefstal / joyriding / oplichting / verduistering
Schade door een onvoorziene, plotselinge, onverwachte gebeurtenis die van buitenaf op het motorrijtuig inwerkt, ontstaan gedurende de tijd dat verzekeringnemer niet de beschikking had over het motorrijtuig als gevolg van
• diefstal van of joyriding met het motorrijtuig of poging daartoe, of
• oplichting / verduistering van het motorrijtuig door anderen dan verzekerde of diens (voormalige) echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel.
2.4.3.8 Storm
De windkracht bij een windsnelheid van ten minste 50 km per uur (windkracht 7).
Hieronder valt ook schade door voorwerpen die door storm omvallen en/of door de lucht vliegen.
2.4.3.9 Natuurrampen
Overstroming, vloedgolf, hagel, lawine, vallend gesteente, aardbeving, aardverschuiving en vulkanische uitbarsting.
Voor overstroming geldt de omschrijving zoals vermeld in Hoofdstuk Nadere omschrijvingen.
2.4.3.10 Rellen / relletjes / opstootjes
Hieronder te verstaan incidentele geweldmanifestaties (waaronder niet begrepen baldadigheid en vandalisme).
2.4.3.11 Dieren
Botsing met vogels en/of loslopende dieren.
Deze dekking geldt alleen voor schade die rechtstreeks door de botsing zelf is toegebracht.
2.4.3.12 Luchtverkeer
Luchtverkeer, zoals vermeld in Hoofdstuk Nadere omschrijvingen.
2.4.3.13 Transport
Een onvoorziene, plotselinge, onverwachte gebeurtenis die van buitenaf op het motorrijtuig of de accessoires inwerkt en zich voordoet tijdens
a. de periode dat het motorrijtuig voor transport met een vervoermiddel aan een transportonderneming is overgedragen of
b. het aan of van boord van een vaartuig takelen.
Artikel 2.5 Aanvullende dekkingen
Dit artikel geldt alleen met inachtneming van Artikel Omvang van de dekking. De in dit artikel genoemde dekkingen gelden ook indien de totale schadevergoeding hierdoor boven de verzekerde som uitkomt.
2.5.1 Expertise
Vaststelling van de omvang van de schade, met inachtneming van het hierna vermelde.
a. De dekking voor expertise door een expert die door verzekeringnemer is benoemd, geldt alleen voor zover sprake is van redelijke kosten.
b. Voor deze dekking geldt geen eigen risico.
Deze dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal de verzekerde som.
2.5.2 Beredding
Redelijke kosten van beredding en materiële schade aan zaken die bij de beredding zijn ingezet. Deze dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal de verzekerde som.
2.5.3 Noodvoorziening
Deze dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal de verzekerde som.
2.5.4 Opruiming
Deze dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal de verzekerde som.
2.5.5 Stalling / bewaking
Redelijke kosten van noodzakelijke stalling / bewaking van het beschadigde motorrijtuig die verzekerde heeft gemaakt indien het motorrijtuig niet meer gebruikt kan worden als direct en uitsluitend gevolg van een gedekte gebeurtenis.
Deze dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal de verzekerde som.
2.5.6 Dagvergoeding
Tegemoetkoming van € 40,- per dag gedurende de tijd waarin verzekerde niet feitelijk over het in de polis omschreven voertuig kan beschikken als gevolg van diefstal, joyriding of oplichting / verduistering. Deze dekking gaat in op de dag die volgt op de dag waarop van de gebeurtenis aangifte bij de politie is gedaan.
Deze dekking geldt per gebeurtenis tot een maximum van 30 dagen.
2.5.7 Hulpmaterialen
Hulpmaterialen op dezelfde voorwaarden als het motorrijtuig.
Deze dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal 25% van de verzekerde som.
2.5.8 Avarij-grosse
Verschuldigde bijdrage in avarij-grosse, zoals vermeld in Hoofdstuk Nadere omschrijvingen, voor zover die bijdrage betrekking heeft op het motorrijtuig.
Deze dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal de verzekerde som. Voor deze dekking geldt geen eigen risico.
Artikel 2.6 Vaststelling schadeomvang
De omvang van de door een gedekte gebeurtenis veroorzaakte schade wordt vastgesteld zoals hierna genoemd.
2.6.1 Expertise
De omvang van de schade wordt vastgesteld door een hierna genoemde deskundige,
a. Een door verzekeraar aan te wijzen (herstel)bedrijf dat zich bij vaststelling baseert op vergoeding in natura.
b. Een door verzekeraar te benoemen expert die zich bij vaststelling baseert op vaststelling in bedragen.
c. Een door verzekeringnemer te benoemen expert. Verzekeraar vergoedt de kosten van deze expert voor zover zij die kosten redelijk vindt.
d. Als verzekeringnemer ook zelf een expert heeft ingeschakeld, benoemen deze experts vóór aanvang van hun werkzaamheden samen een derde expert. Die schakelen ze in als ze het niet met elkaar eens worden over de omvang van de schade. De derde expert bepaalt dan het definitieve schadebedrag, dat zal liggen tussen de bedragen die de experts hebben ingeschat. Verzekeraar vergoedt de kosten van de derde expert.
2.6.2 Vaststelling schade aan motorrijtuig
2.6.2.1 Herstel
Indien herstel mogelijk is, wordt de omvang van de schade vastgesteld op de kosten van herstel. Indien de aldus vastgestelde schade hoger blijkt te zijn dan het bedrag waarop de schade zou zijn vastgesteld indien herstel niet mogelijk zou zijn, wordt de schade vastgesteld alsof herstel niet mogelijk is.
2.6.2.2 Geen herstel
Indien herstel op technische gronden niet mogelijk en/of op economische gronden niet verantwoord is, wordt de omvang van de schade aan het motorrijtuig vastgesteld zoals hierna genoemd.
a. Het verschil tussen de dagwaarde van het motorrijtuig onmiddellijk vóór en de waarde van de restanten onmiddellijk ná de gebeurtenis indien sprake is van de hierna genoemde omstandigheden.
• De herstelkosten zijn hoger dan dat verschil.
• De hierna genoemde regeling naar nieuwwaarde is niet van toepassing.
b. Het verschil tussen de nieuwwaarde van het motorrijtuig onmiddellijk vóór en de waarde van de restanten daarvan onmiddellijk ná de gebeurtenis indien sprake is van alle hierna genoemde omstandigheden.
• De herstelkosten zijn hoger dan dat verschil of de herstelkosten zijn hoger dan tweederde van de nieuwwaarde.
• Het motorrijtuig was nieuw bij afgifte van het Nederlandse kentekenbewijs.
• Het motorrijtuig was op het tijdstip van de gebeurtenis niet ouder dan drie jaar na eerste afgifte van dat kentekenbewijs.
• Het motorrijtuig is eigendom van verzekeringnemer.
• Het motorrijtuig heeft niet eerder een schade gehad waarvan de herstelkosten meer dan 50% van de oorspronkelijke catalogusprijs bedroegen.
• Vaststelling vindt plaats met inachtneming van het hierna vermelde.
• Voor het voertuig wordt uitgegaan van de nieuwwaarde, gebaseerd op de laatst bekende catalogusprijs op het moment van de gebeurtenis.
• Voor onderdelen en voertuigaanpassingen die op de aanschafnota staan, wordt uitgegaan van de nieuwwaarde.
• Voor onderdelen en voertuigaanpassingen die niet op de aanschafnota staan, wordt uitgegaan van de dagwaarde
• Indien de verzekerde som lager is dan de nieuwwaarde van het voertuig, de onderdelen en de voertuig- aanpassingen samen, wordt geen onderverzekering toegepast.
• Indien de gebeurtenis plaatsvindt binnen drie jaar na afgiftedatum van kentekenbewijs deel I vindt geen afschrijving plaats.
Verzekeraar heeft het recht om de restanten namens verzekerde over te dragen aan een door verzekeraar aan te wijzen instantie.
2.6.3 Vaststelling schade aan accessoires
2.6.3.1 Herstel
Indien herstel mogelijk is, wordt de omvang van de schade vastgesteld op de kosten van herstel. Indien de aldus vastgestelde schade hoger blijkt te zijn dan het bedrag waarop de schade zou zijn vastgesteld indien herstel niet mogelijk zou zijn, wordt de schade vastgesteld alsof herstel niet mogelijk is.
2.6.3.2 Geen herstel
Indien herstel niet mogelijk is, wordt de omvang van de schade vastgesteld op het verschil tussen de dagwaarde van de desbetreffende accessoires onmiddellijk vóór en de waarde van de restanten daarvan onmiddellijk ná de gebeurtenis.
2.6.4 Vaststelling schade aan hulpmaterialen
2.6.4.1 Herstel
Indien herstel mogelijk is, wordt de omvang van de schade vastgesteld op de kosten van herstel. Indien de aldus vastgestelde schade hoger blijkt te zijn dan het bedrag waarop de schade zou zijn vastgesteld indien herstel niet mogelijk zou zijn, wordt de schade vastgesteld alsof herstel niet mogelijk is.
2.6.4.2 Geen herstel
Indien herstel niet mogelijk is, wordt de omvang van de schade vastgesteld op het verschil tussen de dagwaarde van de desbetreffende hulpmaterialen onmiddellijk vóór en de waarde van de restanten daarvan onmiddellijk ná de gebeurtenis.
Artikel 2.7 Totaal verlies
In geval van vernietiging of verlies van het motorrijtuig door een gedekte gebeurtenis ontstaat het recht op de door verzekeraar verschuldigde schadevergoeding niet eerder en is niet eerder opeisbaar dan nadat;
a. 30 dagen zijn verstreken na de dag waarop van de gebeurtenis aangifte bij de politie is gedaan, indien sprake is van schade door diefstal, joyriding of oplichting / verduistering, en
b. is voldaan aan de hierna genoemde verplichtingen.
2.7.1 Aanmelding VbV
Verzekeringnemer verklaart zich akkoord met het aanmelden door verzekeraar van de gegevens van het motorrijtuig aan het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV).
Deze verplichting geldt alleen indien sprake is van schade door diefstal, joyriding of oplichting / verduistering.
2.7.2 Revindicatie
Verzekerde heeft aangifte van de gebeurtenis bij de politie gedaan en kan binnen een termijn van 30 dagen na de dag van aangifte niet feitelijk weer over het motorrijtuig beschikken.
Gedurende deze termijn is verzekeraar door verzekeringnemer gemachtigd namens deze het motorrijtuig terug te vorderen van degene bij wie dit mocht worden aangetroffen.
Deze verplichting geldt alleen indien sprake is van schade door diefstal, joyriding of oplichting / verduistering.
2.7.3 Kentekenbewijs / sleutels
Verzekeringnemer heeft de hierna genoemde zaken, als behorend bij het motorrijtuig, aan verzekeraar overgedragen.
a. Het gehele kentekenbewijs (alle delen).
b. Alle sleutels.
c. Alle andere zaken die zijn bestemd voor het bedienen van sloten en/of starten van het motorrijtuig.
Deze verplichting geldt ook indien sprake is van totaal verlies in economische of technische zin.
2.7.4 Eigendomsrecht
Verzekeringnemer heeft de eigendomsrechten met betrekking tot het motorrijtuig overgedragen aan verzekeraar of, naar keuze van verzekeraar, aan een andere instantie.
Artikel 2.8 Beperking uitkeringsverplichting
De uitkeringsverplichting van verzekeraar is beperkt indien sprake is van schade die verband houdt met het terrorismerisico overeenkomstig de Clausule terrorisme-dekking, zoals vermeld in Hoofdstuk Terrorisme.
Artikel 2.9 Uitkering
2.9.1 Vergoeding in natura
Verzekeraar heeft het recht vergoeding van (een deel van) de schade in natura te voldoen, en wel zodanig dat verzekerde redelijkerwijs geacht kan worden (voor dat deel van de schade) schadeloos te zijn gesteld.
Indien verzekeraar van dit recht gebruikmaakt, is hij gemachtigd om daartoe een (herstel)bedrijf aan te wijzen en dit namens verzekerde in te schakelen.
2.9.2 Vergoeding in geld
Vergoeding van (het deel van) de schade waarvoor verzekeraar geen gebruik maakt van zijn recht deze in natura te vergoeden, vindt plaats door die schadevergoeding in één termijn uit te keren.
DEKKING SVI
Deze dekking geldt alleen indien hiernaar in de polis wordt verwezen.
Artikel 2.10 Omvang van de dekking
Gedekt is schade door een hierna vermelde gedekte gebeurtenis. Deze dekking geldt per gebeurtenis voor alle verzekerde personen samen tot maximaal de verzekerde som.
Indien met het motorrijtuig meer personen worden vervoerd dan op grond van het aantal aanwezige zitplaatsen is toegestaan, geldt de dekking
• naar verhouding van het aantal aanwezige zitplaatsen, en
• tijdens het rijden alleen voor de personen die op één eigen zitplaats zitten.
2.10.1 Schade
Onder schade wordt verstaan personenschade en zaakschade zoals hieronder omschreven.
2.10.2 Personenschade
Letsel of benadeling van de gezondheid van een verzekerde persoon die
• medisch zijn vast te stellen, en
• al dan niet de dood tot gevolg hebben.
2.10.3 Zaakschade
Beschadiging, verlies, vernietiging of verdwijning van roerende zaken van een verzekerde persoon die zich aan, op, of in het motorrijtuig bevinden.
Onder zaakschade wordt niet verstaan:
1. schade aan motorrijtuigen, aanhangwagens en vaartuigen;
2. gevolgschade van materiële schade.
2.10.4 Gedekte gebeurtenis
a. Onvoorzien, plotseling, onverwacht van buitenaf op het lichaam inwerkend geweld waaruit rechtstreeks in een ogenblik een medisch vast te stellen lichamelijk letsel is ontstaan, hierna te noemen ‘ongeval’, door deelname aan het verkeer met het motorrijtuig door een verzekerde persoon. Deze dekking geldt ook indien het ongeval plaatsvindt:
• tijdens in- en uitstappen;
• gedurende aanwezigheid in of bij het motorrijtuig bij pech onderweg;
• gedurende aanwezigheid in of bij het motorrijtuig in een tankstation voor kortstondig verblijf onderweg, zoals voor het bijvullen van brandstof in het motorrijtuig.
b. Een onvoorziene, plotselinge, onverwachte gebeurtenis die van buitenaf inwerkt op de roerende zaken, zoals hiervóór onder ‘Zaakschade’ genoemd, door deelname aan het verkeer met het motorrijtuig door een verzekerde persoon.
Artikel 2.11 Aanvullende dekkingen
Dit artikel geldt alleen met inachtneming van Artikel Omvang van de dekking. De in dit artikel genoemde dekkingen gelden ook indien de totale schadevergoeding hierdoor boven de verzekerde som uitkomt.
2.11.1 Beredding
Redelijke kosten van beredding en materiële schade aan zaken die bij de beredding zijn ingezet. Deze dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal de verzekerde som.
2.11.2 Postwhiplashsyndroom en/of postcommotioneel syndroom
Postwhiplashsyndroom en/of postcommotioneel syndroom als gevolg van onvoorzien, plotseling, onverwacht van buitenaf op het lichaam van een verzekerde persoon inwerkend geweld door deelname aan het verkeer met het motorrijtuig door die verzekerde persoon.
Deze dekking geldt per gebeurtenis tot maximaal € 5.000,- per verzekerde persoon.
Artikel 2.12 Vaststelling schadeomvang
De omvang van de door een gedekte gebeurtenis veroorzaakte schade wordt vastgesteld zoals hierna genoemd.
2.12.1 Expertise
Verzekeraar heeft het recht de omvang van de schade te laten vaststellen door een deskundige.
2.12.2 Vaststelling schade aan personen
De omvang van de schade wordt vastgesteld overeenkomstig Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, Titel 1, Afdeling 10 (Wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding). Artikel Artikel 6:107a blijft hierbij buiten beschouwing.
Het daarin genoemde vorderingsrecht beperkt zich daarbij tot;
• verzekerden die rechtstreeks bij het ongeval zijn betrokken en hierdoor zijn benadeeld, of
• de nagelaten betrekkingen van die verzekerden.
De beperking van de schadevergoedingsplicht van verzekeraar overeenkomstig artikel 6:101 geldt alleen indien verzekerde tijdens de gebeurtenis geen gebruik maakte van de wettelijk voorgeschreven beveiligingsmiddelen, zoals de in het motorrijtuig gemonteerde veiligheidsgordels.
2.12.3 Vaststelling schade aan zaken
De omvang van de schade wordt vastgesteld door een hierna genoemde deskundige, naar keuze van verzekeraar.
a. Een door verzekeraar aan te wijzen (herstel)bedrijf dat zich bij vaststelling baseert op vergoeding in natura.
b. Een door verzekeraar te benoemen expert die zich bij vaststelling baseert op vaststelling in bedragen.
2.12.3.1 Herstel
Indien herstel mogelijk is, wordt de omvang van de schade vastgesteld op het bedrag van de herstelkosten.
Indien de aldus vastgestelde schade hoger blijkt te zijn dan het bedrag waarop de schade zou zijn vastgesteld indien herstel niet mogelijk zou zijn, wordt de schade vastgesteld alsof herstel niet mogelijk is.
2.12.3.2 Geen herstel
Indien herstel niet mogelijk is, wordt de omvang van de schade vastgesteld op een bedrag waarmee benadeelde redelijkerwijs geacht kan worden schadeloos te zijn gesteld.
Artikel 2.13 Beperking uitkeringsverplichting
De uitkeringsverplichting van verzekeraar is beperkt indien sprake is van schade die verband houdt met het terrorismerisico overeenkomstig de Clausule terrorismedekking, zoals vermeld in Hoofdstuk Terrorisme.
Artikel 2.14 Uitkering
Verzekeraar heeft de keuze om de schade te vergoeden in natura en/of in geld.
2.14.1 Vergoeding in natura
Verzekeraar heeft het recht vergoeding van (een deel van) de schade in natura te voldoen, en wel zodanig dat verzekerde redelijkerwijs geacht kan worden schadeloos te zijn gesteld.
Indien verzekeraar van dit recht gebruikmaakt, is hij gemachtigd om daartoe een (herstel)bedrijf aan te wijzen en dit namens verzekerde in te schakelen.
2.14.2 Vergoeding in geld
Vergoeding van (het deel van) de schade waarvoor verzekeraar geen gebruik maakt van zijn recht deze in natura te vergoeden, wordt in één termijn uitgekeerd.
2.14.3 Vergoeding op WAM-verzekering
Indien voor de gebeurtenis aanspraak kan worden gemaakt op een WAM-verzekering (Wet Aansprakelijkheids- verzekering Motorrijtuigen) bij verzekeraar, vindt vergoeding van de schade plaats ten laste van die WAM-verzekering.
HULPVERLENING
Artikel 2.15 Recht op hulpverlening
Gedekt is het recht op hulp met betrekking tot
a. het in de polis omschreven voertuig;
b. het vervangende voertuig, dat aan een ander dan verzekeringnemer toebehoort en gelijkwaardig is aan het in de polis omschreven voertuig, gedurende de tijd waarin het in de polis omschreven voertuig voor reparatie en/of onderhoud tijdelijk buiten gebruik is;
c. de aanhangwagen die aan een van de hiervóór bedoelde voertuigen is gekoppeld,zoals omschreven onder ‘Hulpverlening binnen Nederland’ en ‘Hulpverlening in het buitenland’, met inachtneming van het hierna bepaalde.
Het recht op hulp geldt ook voor de in of op het vervoermiddel aanwezige zaken.
2.15.1 Inroepen van hulp
De hulp kan worden ingeroepen indien sprake is van materiële schade door een onvoorziene, plotselinge, onverwachte gebeurtenis die van buitenaf op het desbetreffende voertuig of een aangekoppelde aanhangwagen inwerkt (niet een mechanisch defect als gevolg van eigen gebrek), als gevolg waarvan:
• dit voertuig of de aanhangwagen niet meer kan rijden en/of
• de bestuurder niet meer in staat is dit voertuig te besturen, terwijl geen van de inzittenden bevoegd of in staat is het besturen van dit voertuig (met aanhangwagen) over te nemen.
2.15.2 Verlenen van hulp
De hulp wordt alleen verleend indien sprake is van de hierna genoemde omstandigheden.
a. Hulpverlening kan worden uitgeoefend.
b. Recht op hulp is aangetoond aan de hand van de Verzekeraarshulpkaart, die onderdeel is van het Internationaal Motorrijtuigenverzekeringsbewijs (groene kaart).
c. Hulpverlening is tot stand gekomen en/of kosten zijn / worden gemaakt met instemming van de hulpdienst die op de Verzekeraarshulpkaart is vermeld.
d. Bestuurder en passagiers verlenen volledige medewerking.
Artikel 2.16 Hulpverlening binnen Nederland
2.16.1 Berging
Berging en vervoer van het beschadigde voertuig en/of de aanhangwagen naar één door de bestuurder te bepalen adres in Nederland.
2.16.2 Taxivervoer
Vervoer per taxi van bestuurder en passagiers met hun persoonlijke bezittingen naar één door de bestuurder te bepalen adres in Nederland.
Artikel 2.17 Hulpverlening in het buitenland
Deze dekking geldt buiten Nederland maar binnen het dekkingsgebied, zoals in de polis omschreven.
2.17.1 Berging
Noodzakelijk bergen en slepen van het beschadigde voertuig en/of de aanhangwagen naar de dichtstbijzijnde garage waar de schade of het defect kan worden beoordeeld en/of hersteld.
Indien het bergen / slepen wordt verricht door een hulpdienst die niet is ingeroepen met instemming van de op de Verzekeraarshulpkaart vermelde hulpdienst, worden de kosten daarvan tot een maximum van € 125,- vergoed.
2.17.2 Transport
Vervoer van het beschadigde voertuig en/of de aanhangwagen naar één door de bestuurder te bepalen adres in Nederland, indien sprake is van de hierna genoemde omstandigheden.
a. Het beschadigde voertuig kan niet binnen vier werkdagen, eventueel door middel van een noodreparatie, zodanig worden gerepareerd dat de (terug)reis op technisch verantwoorde wijze kan plaatsvinden.
b. De kosten van dit vervoer zijn lager dan de dagwaarde van het beschadigde voertuig / de aanhangwagen.
c. Indien de kosten van het vervoer hoger zijn, zijn gedekt de kosten van invoer / vernietiging ter plaatse van het gestrande object. In dat geval is tevens gedekt vervoer naar het door de bestuurder opgegeven adres in Nederland van de reisbagage die zich in het voertuig / de aanhangwagen bevond.
2.17.3 Terugreiskosten
Terugreiskosten van bestuurder en passagiers indien niet met het voertuig kan worden teruggereisd, zoals hieronder nader omschreven.
a. Taxivervoer naar het dichtstbijzijnde spoorwegstation.
b. Trein (2e klas) naar het spoorwegstation in Nederland dat het dichtst bij de plaats van bestemming ligt.
c. Taxivervoer van dat station in Nederland naar de plaats van bestemming.
HOOFDSTUK 3 UITSLUITINGEN
Artikel 3.1 Algemene uitsluitingen
De algemene uitsluitingen zijn vermeld in Hoofdstuk Uitsluitingen van de polisvoorwaarden Collectieve contract- voorwaarden wagenpark.
Artikel 3.2 Uitsluitingen Dekkingen Bestelautoverzekering wagenpark
3.2.1 Vordering overheid
Schade gedurende de tijd dat het motorrijtuig door een burgerlijke of militaire overheid was gevorderd.
3.2.2 Vervoer tegen betaling / les / verhuur
Schade terwijl het motorrijtuig werd gebruikt voor de hierna genoemde doeleinden en dekking van deze doeleinden niet uit de polis blijkt.
a. Vervoer van personen en/of zaken tegen betaling (waaronder niet wordt verstaan privévervoer tegen een tegemoetkoming in de kosten).
b. Les.
c. Verhuur aan derden, waaronder begrepen leasing, waaronder niet wordt verstaan onderlinge verhuur tussen werkmaatschappijen die in de polis zijn vermeld.
Deze uitsluiting geldt niet voor een verzekerde (rechts)persoon die aantoont, dat deze voorvallen / omstandigheden / gebeurtenissen die zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.
3.2.3 Rijbevoegdheid
Schade terwijl de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig:
a. niet de overeenkomstig de Nederlandse wetgeving geldende wettelijke bevoegdheid tot het besturen daarvan bezit en/of
b. niet heeft voldaan aan de overige eisen voor rijbevoegdheid, zoals het in bezit hebben van een chauffeursdiploma en/of voor het feitelijk verrichte vervoer verplichte aanvullende certificaten.
Deze uitsluiting geldt niet voor een verzekerde (rechts)persoon die aantoont, dat deze voorvallen / omstandigheden / gebeurtenissen zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.
3.2.4 Ongemachtigde bestuurder
Schade veroorzaakt door een niet door verzekeringnemer gemachtigde bestuurder van het motorrijtuig.
Deze uitsluiting geldt niet voor een verzekerde (rechts)persoon die aantoont, dat deze voorvallen / omstandigheden / gebeurtenissen zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.
3.2.5 Bestuurder onder invloed
Schade waarvan aannemelijk is dat het gebruik van alcohol of enige andere bedwelmende, opwekkende of soortgelijke stof door de bestuurder van het motorrijtuig, verband houdt met het ontstaan van die schade.
Behoudens tegenbewijs is van bedoelde aannemelijkheid in elk geval sprake indien in verband met het gebruik van de alcohol en/of van de andere stoffen, deelname aan het verkeer ten tijde van de gebeurtenis naar Nederlandse normen wettelijk verboden was. Weigering om medewerking te verlenen aan een door politie / justitie gevorderde proef of test om een eventuele overtreding van de geldende normen te kunnen vaststellen, wordt voor de toepassing van deze uitsluiting als een overtreding van die normen aangemerkt.
Deze uitsluiting geldt niet voor een verzekerde (rechts)persoon die niet als bestuurder van het motorrijtuig bij de schade is betrokken en van wie in redelijkheid niet kan worden gezegd dat hij rekening diende te houden met verminderde rijvaardigheid van de bestuurder ten gevolge van het gebruik van alcohol en/of andere genoemde stoffen.
Deze uitsluiting geldt niet ten opzichte van derden, indien verzekeraar de schade krachtens de WAM moet vergoeden. In dat geval heeft verzekeraar het recht om de schadevergoeding op de bestuurder te verhalen.
3.2.6 Snelheidswedstrijden
Schade tijdens deelname aan snelheids-, regelmatigheids- en behendigheidswedstrijden/ ritten of carbage runs.
Deze uitsluiting geldt niet voor een verzekerde (rechts)persoon die aantoont, dat deze voorvallen / omstandigheden / gebeurtenissen zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.
3.2.7 Opzet
Schade die ontstaan is door, of verband houdt met het opzettelijk handelen of nalaten of de (al dan niet bewuste) roekeloosheid van;
a. een verzekerde persoon of
b. een of meer personen die behoren tot een groep personen waartoe ook een verzekerde persoon behoort, ook ingeval die verzekerde persoon niet zelf zodanig heeft gehandeld of nagelaten. Met roekeloosheid bedoelen wij gedrag dat objectief gezien zo’n grote kans op schade met zich meebrengt dat:
• u zich daarvan bewust had moeten zijn; en
• u dit gedrag daarom niet had moeten vertonen.
Aan het opzettelijke karakter van handelen of nalaten door genoemde personen doet niet af of zij zodanig onder invloed van alcohol of enige andere bedwelmende, opwekkende of soortgelijke stof verkeren, dat zij niet in staat zijn hun wil te bepalen.
Deze uitsluiting geldt niet voor de Dekking WA
Artikel 3.3 Uitsluitingen Dekking WA
3.3.1 Opzet
Er is geen dekking als verzekerde in strijd met het recht met opzet iets doet of niet doet waardoor schade ontstaat. De in feite toegebrachte schade is hierbij een te verwachten of normaal gevolg van wat hij doet of niet doet. Is er geen dekking? Dan is dat ook niet voor de schade die mogelijk later nog ontstaat.
In welke gevallen geldt de opzetuitsluiting?
De uitsluiting geldt als verzekerde zich maatschappelijk ongewenst of crimineel gedraagt. Dat is in ieder geval zo bij gedragingen die een gevaar voor personen of zaken kunnen opleveren, zoals:
a. brandstichting, vernieling en beschadiging;
b. afpersing, bedrog, oplichting, bedreiging, beroving, verduistering, diefstal en inbraak. Ook als u dat met een computer of ander (technisch) hulpmiddel doet;
c. geweldpleging, mishandeling, doodslag en moord.
Er is sprake van opzet, als verzekerde iets doet of niet doet waarbij:
a. het de bedoeling is schade te veroorzaken (opzet als oogmerk);
b. het niet de bedoeling is schade te veroorzaken, maar verzekerde zeker weet dat er schade ontstaat (opzet met zekerheidsbewustzijn);
c. het niet de bedoeling is schade te veroorzaken, maar verzekerde de aanmerkelijke kans dat er schade ontstaat voor lief neemt. En zo toch handelt (niet voorwaardelijk opzet).
d. Opzet wordt objectief uit de feiten, omstandigheden en/of uw gedragingen afgeleid.
Deze opzetuitsluiting geldt ook bij:
a. Groepsaansprakelijkheid. Als verzekerde niet zelf maar wel iemand in een groep waarvan hij deel uitmaakt iets doet of niet doet;
b. Alcohol en drugs. Als verzekerde zoveel alcohol, drugs of andere (bedwelmende) stoffen heeft gebruikt dat hij zijn eigen wil niet meer kon bepalen. Of als iemand in een groep waarvan verzekerde deel uitmaakt zoveel alcohol, drugs of andere (bedwelmende) stoffen heeft gebruikt dat hij of zij de eigen wil niet meer kon bepalen.
Artikel 3.4 Uitsluitingen Dekkingen Casco en Beperkt casco
3.4.1 Communicatie- / computerapparatuur
Schade aan mobiele / autotelefoons, mobilofoons, semafoons, 27 mc-installaties, lasershields en radardetectoren.
Deze uitsluiting geldt niet voor een verzekerde (rechts)persoon die aantoont, dat de apparatuur oorspronkelijk is afgeleverd door fabriek of importeur als geïntegreerd onderdeel van het motorrijtuig.
3.4.2 Diefstal uit open voertuig
Schade door diefstal of verduistering van accessoires en hulpmaterialen uit een open of met dekzeil(en) afgesloten voertuig.
3.4.3 Geleidelijk ontstane schade
Schade als gevolg van een gebeurtenis die niet onvoorzien, plotseling en/of onverwacht op de verzekerde zaken inwerkt, maar die geleidelijk is ontstaan, zoals door slijtage, verkleuring, veroudering, vervorming, verrotting en corrosie (roestvorming).
Artikel 3.5 Uitsluitingen Dekking SVI
3.5.1 Ongemachtigde inzittende
Schade aan en/of veroorzaakt door een niet door verzekeringnemer gemachtigde bestuurder of inzittende van het motorrijtuig.
3.5.2 Passagier in laadruimte
Schade aan en/of veroorzaakt door een persoon die wordt vervoerd in de laadruimte van het motorrijtuig.
3.5.3 Waagstuk
Schade aan een verzekerde persoon als gevolg van een waagstuk waarbij die persoon zijn leven of lichaam roekeloos in gevaar heeft gebracht, tenzij dit waagstuk redelijkerwijs noodzakelijk was bij rechtmatige zelfverdediging of bij een poging zichzelf, anderen, dieren of zaken te redden.