Feestdagen definitie

Feestdagen. Nieuwjaarsdag, Eerste en Tweede Paasdag, Koningsdag, 5 mei in lustrumjaren, Hemelvaartsdag, Eerste en Tweede Pinksterdag, Eerste en Tweede Kerstdag.
Feestdagen. Nieuwjaarsdag, de beide Paasdagen, Koningsdag, 5 mei als viering van de nationale bevrijding in de lustrumjaren (om de 5 jaar), Hemelvaartsdag, de beide Pinksterdagen, de beide Kerstdagen en de door de overheid aangewezen nationale feestdagen.
Feestdagen. Nieuwjaarsdag, de beide paasdagen, Koningsdag, 5 mei als viering van de nationale bevrijding in de lustrumjaren (om de 5 jaar), hemelvaartsdag, de beide pinksterdagen en de beide kerstdagen en de door de overheid aangewezen nationale feestdagen. De werknemer die conform zijn arbeidsovereenkomst 152 uur per loonperiode arbeid verricht. Voor een toelichting verwijzen wij u naar de toelichting bij artikel 20 van de cao.

Examples of Feestdagen in a sentence

  • Vakantiebijslag wordt berekend over het feitelijk loon over: • De gewerkte dagen • Vakantiedagen • Feestdagen • Dagen waarop je eventueel arbeidsongeschikt bent • Compensatie uren • De uren waarover je bij het wegvallen van werk op grond van artikel 22 recht hebt op loondoorbetaling De vakantietoeslag wordt gereserveerd boven op je gewerkte uren.


More Definitions of Feestdagen

Feestdagen. Nieuwjaarsdag, Eerste en Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Eerste en Tweede Pinksterdag, Eerste en Tweede Kerstdag, Koningsdag en eens per 5 jaar bevrijdingsdag. Desgewenst kan de werknemer feest- en gedenkdagen inwisselen voor de voor zijn levensovertuiging geldende feest- en gedenkdagen.
Feestdagen. Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, de beide Kerstdagen, Koningsdag en 5 mei (eerstvolgende in 2020)
Feestdagen. Nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, eerste en tweede kerstdag en de nationale feestdag (27 april).
Feestdagen de algemeen erkende christelijke feestdagen zijn: Nieuwjaarsdag, 2e Paasdag, Hemelvaartsdag, 2e Pinksterdag, beide Kerstdagen; de nationale feestdag is Koningsdag. 5 mei wordt in de jubileumjaren die eindigen op 0 en 5 als betaalde feestdag aangemerkt.
Feestdagen. De nationaal erkende feestdagen waarop medewerkers recht hebben op verlof met behoud van salaris: Nieuwjaarsdag, eerste en tweede paasdag, Koningsdag, Hemelvaartsdag, eerste en tweede pinksterdag, eerste en tweede kerstdag.
Feestdagen. Nieuwjaarsdag, 2e Paasdag, Hemelvaartsdag, 2e Pinksterdag, beide Kerstdagen, Koninginnedag en de dagen waarop krachtens aanwijzing van de overheid extra vrijaf met behoud van loon mag worden gegeven.
Feestdagen. Onder feestdagen worden de navolgende dagen verstaan: Nieuwjaarsdag, beide Paasdagen, Hemelvaartsdag, beide Pinksterdagen, beide Kerstdagen, Koningsdag en Bevrijdingsdag in de zogenaamde lustrumjaren. De werkgever streeft ernaar zo min mogelijk op feestdagen te werken. Indien op een maandag tot en met vrijdag vallende feestdag niet wordt gewerkt terwijl dit wel een dag in de roosterdienst betreft, wordt het inkomen voor die dag doorbetaald.