Klant definitie

Klant de natuurlijke- of rechtspersoon die handelt in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf;
Klant de opdrachtgever, en/of degene wiens verhuisgoederen onderwerp zijn van de verhuisovereenkomst;
Klant de bewaargever, degene die verhuisgoederen in bewaring geeft;

Examples of Klant in a sentence

  • Tevens liggen deze voorwaarden voor de Klant ter inzage bij Leverancier en zal Leverancier deze aan de Klant kosteloos op haar verzoek toezenden.

  • De Klant zal op eerste verzoek van Leverancier toegang tot haar gebouwen en systemen aan Leverancier verlenen.

  • De Klant is tevens verantwoordelijk voor de instructie aan en het gebruik door gebruikers, ongeacht of deze gebruikers in een gezagsverhouding tot de Klant staan.

  • De Klant aanvaardt de bedoelde voorwaarden van derden, welke door Leverancier ter hand zijn gesteld of op enige andere wijze aan Klant zijn verstrekt.

  • Het gebruiksrecht wordt slechts verleend voor gebruik door eigen medewerkers van de Klant.


More Definitions of Klant

Klant natuurlijke of rechtspersoon die een overeenkomst sluit met de ondernemer betreffende een vaartocht met gezagvoerder inclusief verblijf aan boord van een schip voor hem en/of zijn gasten.
Klant degene met wie Xxxxxxxxxxxx.xx een overeenkomst is aangegaan.
Klant. Consument die een Overeenkomst heeft gesloten met hollandsnieuwe.
Klant degene die het abonnement met de installateur heeft afgesloten;
Klant. De natuurlijke - of rechtspersoon, die met het dierenpension een pensionovereenkomst heeft gesloten.
Klant degene, die een Abonnement met het Bedrijf heeft afgesloten.
Klant elke persoon die van Ebem elektriciteit of gas afneemt.