Wijzigingen en verlengingen. Wijzigingen Wijzigingen dienen vóór de einddatum van het project gemotiveerd aangevraagd te worden. De managementautoriteit kan aanvullingen op de motivering vragen. Het aanvragen van wijzigingen is onderhavig aan volgende beperkingen: Het aantal wijzigingen per project is beperkt tot maximum één wijziging per uitvoeringsjaar. Uit kostenlijnen waarin een onregelmatigheid werd vastgesteld na certificering, kan het bedrag van de onregelmatigheid niet meer worden verschoven. Indicatoren kunnen niet aangepast worden. Als de gevraagde wijziging een verschuiving in het kostenplan tot gevolg heeft, maar de verschuivingen tussen de kostenrubrieken bedragen niet meer dan 200.000 euro (per kostenrubriek waar naartoe wordt verschoven) op partnerniveau, dan kan de managementautoriteit beslissen over de gevraagde wijziging. De managementautoriteit kan ook beslissen over een wijziging aangaande de keuze van een partner om al dan niet het forfaitair percentage van 40% op de personeelskosten toe te passen. In andere gevallen beslist het Comité van Toezicht over de gevraagde wijziging. Verschuivingen van geraamde bedragen binnen een kostenrubriek in een kostenplan van een projectpartner vormen geen wijzigingen, zolang het totaalbedrag van de kostenrubriek niet wijzigt. Als er een uitgave wordt voorzien binnen een bepaalde kostenrubriek die niet kan worden ondergebracht in een bestaande omschrijving van een uitgave, dan vraagt dit een wijziging, tenzij het een kleine uitgave betreft (cfr. paragraaf 2.2.C). De managementautoriteit stelt de projectverantwoordelijke binnen 10 werkdagen na de besluitvorming op de hoogte van het besluit over de aangevraagde wijziging. Verlenging A. Op vraag van het project Aanvragen tot verlenging van de projectduur dienen steeds goed gemotiveerd voorgelegd te worden aan de managementautoriteit. Deze kan aanvullingen op de motivering vragen. Een verlengingsaanvraag wordt ten vroegste twaalf maanden en ten laatste twee maanden voor de einddatum van het project ingediend. Deze wordt niet meegeteld bij de controle op ‘maximum één wijziging per uitvoeringsjaar’, maar mag wel samen met de wijziging van het laatste uitvoeringsjaar worden ingediend. Een project kan slechts één keer verlengen. In principe is dit voor maximaal één jaar. Indien een project bij uitzondering meer dan één jaar wil verlengen, is dit een beslissing van het Comité van Toezicht. De managementautoriteit kan zelf beslissen over wijzigingen met een verlengingsaanvraag. Enkel wanneer een verlenging langer is dan één jaar, dient de gevraagde wijziging aan het Comité van Toezicht voorgelegd te worden. De projectverantwoordelijke wordt binnen 10 werkdagen na de besluitvorming op de hoogte gebracht van het besluit over de aangevraagde wijziging. B.
Appears in 1 contract
Samples: cleantechflanders.com
Wijzigingen en verlengingen. Wijzigingen Wijzigingen dienen vóór de einddatum van het project gemotiveerd aangevraagd te worden. De managementautoriteit kan aanvullingen op de motivering vragen. Het aanvragen van wijzigingen is onderhavig aan volgende beperkingen: Het aantal wijzigingen per project is beperkt tot maximum één wijziging per uitvoeringsjaar. Uit kostenlijnen waarin een onregelmatigheid werd vastgesteld na certificering, kan het bedrag van de onregelmatigheid niet meer worden verschoven. Indicatoren kunnen niet aangepast worden. Als de gevraagde wijziging een verschuiving in het kostenplan tot gevolg heeft, maar de verschuivingen tussen de kostenrubrieken bedragen niet meer dan 200.000 euro (per kostenrubriek waar naartoe wordt verschoven) op partnerniveau, dan kan de managementautoriteit beslissen over de gevraagde wijziging. De managementautoriteit kan ook beslissen over een wijziging aangaande de keuze van een partner om al dan niet het forfaitair percentage van 40% op de personeelskosten toe te passen. In andere gevallen beslist het Comité van Toezicht over de gevraagde wijziging. Verschuivingen van geraamde bedragen binnen een kostenrubriek in een kostenplan van een projectpartner vormen geen wijzigingen, zolang het totaalbedrag van de kostenrubriek niet wijzigt. Als er een uitgave wordt voorzien binnen een bepaalde kostenrubriek die niet kan worden ondergebracht in een bestaande omschrijving van een uitgave, dan vraagt dit een wijziging, tenzij het een kleine uitgave betreft (cfr. paragraaf 2.2.C). De managementautoriteit stelt de projectverantwoordelijke binnen 10 werkdagen na de besluitvorming op de hoogte van het besluit over de aangevraagde wijziging. Verlenging A. Op vraag van het project Aanvragen tot verlenging van de projectduur dienen steeds goed gemotiveerd voorgelegd te worden aan de managementautoriteit. Deze kan aanvullingen op de motivering vragen. Een verlengingsaanvraag wordt ten vroegste twaalf maanden en ten laatste twee maanden voor de einddatum van het project ingediend. Deze wordt niet meegeteld bij de controle op ‘maximum één wijziging per uitvoeringsjaar’, maar mag wel samen met de wijziging van het laatste uitvoeringsjaar worden ingediend. Een project kan slechts één keer verlengen. In principe is dit voor maximaal één jaar. Indien een project bij uitzondering meer dan één jaar wil verlengen, is dit een beslissing van het Comité van Toezicht. De managementautoriteit kan zelf beslissen over wijzigingen met een verlengingsaanvraag. Enkel wanneer een verlenging langer is dan één jaar, dient de gevraagde wijziging aan het Comité van Toezicht voorgelegd te worden. De projectverantwoordelijke wordt binnen 10 werkdagen na de besluitvorming op de hoogte gebracht van het besluit over de aangevraagde wijziging. B.B. Op initiatief van de managementautoriteit De managementautoriteit kan in uitzonderlijke omstandigheden (bv. de corona-crisis) ook zelf besluiten tot een proportioneleverlenging van de projectperiode. In functie van de omstandigheden is dit herhaalbaar. De managementautoriteit kan een dergelijk besluit ook nemen ten aanzien van een project dat al eerder op vraag van het project is verlengd. De projectverantwoordelijke wordt binnen 10 werkdagen na de besluitvorming op de hoogte gebracht. g.
Appears in 1 contract
Samples: www.stimulus.nl
Wijzigingen en verlengingen. Wijzigingen Wijzigingen dienen vóór de einddatum van het project gemotiveerd aangevraagd te worden. De managementautoriteit kan aanvullingen op de motivering vragen. Het aanvragen van wijzigingen is onderhavig aan volgende beperkingen: Het aantal wijzigingen per project is beperkt tot maximum één wijziging per uitvoeringsjaar. Uit kostenlijnen waarin een onregelmatigheid werd vastgesteld na certificering, kan het bedrag van de onregelmatigheid niet meer worden verschoven. Indicatoren kunnen niet aangepast worden. Als de gevraagde wijziging een verschuiving in het kostenplan tot gevolg heeft, maar de verschuivingen tussen de kostenrubrieken bedragen niet meer dan 200.000 euro (per kostenrubriek waar naartoe wordt verschoven) op partnerniveau, dan kan de managementautoriteit beslissen over de gevraagde wijziging. De managementautoriteit kan ook beslissen over een wijziging aangaande de keuze van een partner om al dan niet het forfaitair percentage van 40% op de personeelskosten toe te passen. In andere gevallen beslist het Comité van Toezicht over de gevraagde wijziging. Verschuivingen van geraamde bedragen binnen een kostenrubriek in een kostenplan van een projectpartner vormen geen wijzigingen, zolang het totaalbedrag van de kostenrubriek niet wijzigt. Als er een uitgave wordt voorzien binnen een bepaalde kostenrubriek die niet kan worden ondergebracht in een bestaande omschrijving van een uitgave, dan vraagt dit een wijziging, tenzij het een kleine uitgave betreft (cfr. paragraaf 2.2.C). De managementautoriteit stelt de projectverantwoordelijke binnen 10 werkdagen na de besluitvorming op de hoogte van het besluit over de aangevraagde wijziging. Verlenging A. Op vraag van het project Aanvragen tot verlenging van de projectduur dienen steeds goed gemotiveerd voorgelegd te worden aan de managementautoriteit. Deze kan aanvullingen op de motivering vragen. Een verlengingsaanvraag wordt ten vroegste twaalf maanden en ten laatste twee maanden voor de einddatum van het project ingediend. Deze wordt niet meegeteld bij de controle op ‘maximum één wijziging per uitvoeringsjaar’, maar mag wel samen met de wijziging van het laatste uitvoeringsjaar worden ingediend. Een project kan slechts één keer verlengen. In principe is dit voor maximaal één jaar. Indien een project bij uitzondering meer dan één jaar wil verlengen, is dit een beslissing van het Comité van Toezicht. De managementautoriteit kan zelf beslissen over wijzigingen met een verlengingsaanvraag. Enkel wanneer een verlenging langer is dan één jaar, dient de gevraagde wijziging aan het Comité van Toezicht voorgelegd te worden. De projectverantwoordelijke wordt binnen 10 werkdagen na de besluitvorming op de hoogte gebracht van het besluit over de aangevraagde wijziging. B.B. Op initiatief van de managementautoriteit De managementautoriteit kan in uitzonderlijke omstandigheden (bv. de corona-crisis) ook zelf besluiten tot een proportionele verlenging van de projectperiode. In functie van de omstandigheden is dit herhaalbaar. De managementautoriteit kan een dergelijk besluit ook nemen ten aanzien van een project dat al eerder op vraag van het project is verlengd. De projectverantwoordelijke wordt binnen 10 werkdagen na de besluitvorming op de hoogte gebracht. g. Promotie en publiciteit (zie Xxxxx XXX van Verordening nr.1303/2013 en art. 4 van Uitvoeringsverordening nr. 821/2014) Om het publiek beter bekend te maken met de rol die de Europese Unie speelt bij de financiering van projecten en activiteiten, ligt bij de projectverantwoordelijke en de projectpartners de plicht die rol op een efficiënte wijze duidelijk te maken in alle op het publiek gerichte activiteiten (in de sfeer van promotie en publiciteit). Tot dit doel wordt bij alle genomen voorlichtings- en communicatiemaatregelen duidelijk gemaakt dat voor het project steun is verleend met Europese middelen. Dit gebeurt verplicht door weergave van het logo van Interreg Vlaanderen-Nederland (versie a of b, zie bijlage 1), waarin het embleem van de Europese Unie en verwijzingen naar de ‘Europese Unie’ en het ‘Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling’ zijn opgenomen. Het logo wordt steeds duidelijk zichtbaar en op een prominente plaats aangebracht. De plaats en grootte ervan zijn passend met betrekking tot de omvang van het gebruikte materiaal of document. Indien behalve dit verplichte logo nog andere logo’s worden afgebeeld (bv. van projectpartner(s) en/of cofinancier(s)) moet het embleem van de Europese Unie (de ‘vlag’) steeds ten minste even groot zijn, gemeten in de hoogte of de breedte, als het grootste van de andere logo’s. Met het oog op het voldoen aan deze verplichting is het toegestaan dit embleem eventueel bijkomend op te nemen, bovenop het embleem dat reeds in het verplichte logo is opgenomen. Enkel voor klein promotiemateriaal mag de versie van het verplichte logo worden gebruikt waarin de verwijzing naar het ‘Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling’ niet is opgenomen. Het verplichte logo en in voorkomend geval het bijkomend opgenomen embleem van de Europese Unie worden op websites steeds in de originele kleur weergegeven. In alle andere media wordt waar mogelijk de originele kleur gebruikt en mag een ‘monochrome versie’ alleen in gerechtvaardigde gevallen worden gebruikt. Daarnaast gelden volgende specifieke regels: - Projectaffiche: Alle projectpartners moeten gedurende de projectperiode een affiche (minimaal A3-formaat) met informatie over het project en vermelding van de steun door de Europese Unie ophangen op een voor het publiek goed zichtbare plek. De bovenvermelde algemene regels met betrekking tot het gebruik van het verplichte logo zijn integraal van toepassing. - Website: Iedere projectpartner dient gedurende de projectperiode op haar eigen website (voor zover deze bestaat) een korte projectbeschrijving met het doel en de resultaten van het project op te nemen. Hierbij wordt de nadruk gelegd op de financiële steun door de Europese Unie. Het verplichte logo in kleur moet duidelijk en onmiddellijk zichtbaar zijn bij het openen van de desbetreffende pagina (zonder dat daarbij naar beneden hoeft gescrold te worden). Daarnaast zijn de bovenvermelde algemene regels met betrekking tot het gebruik van het verplichte logo integraal van toepassing. - Steunvermelding tijdens evenementen: De projectpartners stellen de deelnemers aan activiteiten georganiseerd in het kader van het project, op de hoogte van de Europese steun. Daarbij zijn de bovenvermelde algemene regels met betrekking tot het gebruik van het verplichte logo van toepassing. - Borden en plaquettes: Als de publieke financiering op projectniveau (Interreg-middelen + publieke cofinanciering) groter is dan 500.000 euro en het project voorziet in de bouw van infrastructuur of bouwwerken, dient voor de duur van de uitvoering op het bouwterrein een tijdelijk bord opgesteld te worden. Na afsluiting van het project, uiterlijk drie maanden na einddatum van het project, wordt het bord vervangen door een permanente plaquette. Het tijdelijke bord en de permanente plaquette, beide van aanzienlijk formaat, dienen op een voor het publiek goed zichtbare plek aangebracht te worden. Op het bord moet de naam en het hoofddoel van het project vermeld worden. De naam, de tekst en het verplichte logo moeten samen ten minste 25% van het bord uitmaken. Daarnaast zijn de hierboven vermelde algemene regels met betrekking tot het gebruik van het verplichte logo van toepassing. Ook wanneer het gaat om de aankoop van een fysiek object of de combinatie van verschillende fysieke objecten waarbij op projectniveau de publieke financiering groter is dan 500.000 euro, moet een permanente plaquette worden geplaatst, met de hierboven beschreven specificaties. Wanneer het niet mogelijk is om een permanente informatieplaquette aan te brengen bij een fysiek object dienen andere passende maatregelen genomen te worden om bekendheid te geven. Alle kosten verbonden aan de promotie en publiciteit kunnen in het kostenplan worden opgevoerd. Wel geldt dat de kosten aantoonbaar en verifieerbaar moeten zijn. Indien de projectverantwoordelijke of de projectpartners onvoldoende gevolg geven aan de voorschriften rond promotie en publiciteit, kan de managementautoriteit beslissen (een deel van) de projectkosten als niet subsidiabel te verklaren (zie bijlage 2: Sanctioneringsbeleid bij niet-naleving voorschriften publiciteit). De managementautoriteit is verantwoordelijk voor de communicatie rondom het programma Interreg Vlaanderen-Nederland. Hiervoor doet zij beroep op het programmasecretariaat waar de specifieke functie van PR- en communicatiemedewerker voorzien werd. Aanvaarding van de EFRO-bijdrage impliceert dat de namen van projectpartners worden opgenomen op een door de managementautoriteit te publiceren projectenlijst. Elk project kan verder vernoemd worden in persberichten, op internet enz. Verder dient de projectverantwoordelijke zijn medewerking te verlenen aan communicatie-uitingen die voortvloeien uit de communicatiestrategie van het programma. h.
Appears in 1 contract
Samples: www.grensregio.eu
Wijzigingen en verlengingen. Wijzigingen Wijzigingen dienen vóór de einddatum van het project gemotiveerd aangevraagd te worden. De managementautoriteit kan aanvullingen op de motivering vragen. Het aanvragen van wijzigingen is onderhavig aan volgende beperkingen: Het aantal wijzigingen per project is beperkt tot maximum één wijziging per uitvoeringsjaar. Uit kostenlijnen waarin een onregelmatigheid werd vastgesteld na certificering, kan het bedrag van de onregelmatigheid niet meer worden verschoven. Indicatoren kunnen niet aangepast worden. Als de gevraagde wijziging een verschuiving in het kostenplan tot gevolg heeft, maar de verschuivingen tussen de kostenrubrieken bedragen niet meer dan 200.000 euro (per kostenrubriek waar naartoe wordt verschoven) op partnerniveau, dan kan de managementautoriteit beslissen over de gevraagde wijziging. De managementautoriteit kan ook beslissen over een wijziging aangaande de keuze van een partner om al dan niet het forfaitair percentage van 40% op de personeelskosten toe te passen. In andere gevallen beslist het Comité van Toezicht over de gevraagde wijziging. Verschuivingen van geraamde bedragen binnen een kostenrubriek in een kostenplan van een projectpartner vormen geen wijzigingen, zolang het totaalbedrag van de kostenrubriek niet wijzigt. Als er een uitgave wordt voorzien binnen een bepaalde kostenrubriek die niet kan worden ondergebracht in een bestaande omschrijving van een uitgave, dan vraagt dit een wijziging, tenzij het een kleine uitgave betreft (cfr. paragraaf 2.2.C). De managementautoriteit stelt de projectverantwoordelijke binnen 10 werkdagen na de besluitvorming op de hoogte van het besluit over de aangevraagde wijziging. Verlenging A. Op vraag van het project Aanvragen tot verlenging van de projectduur dienen steeds goed gemotiveerd voorgelegd te worden aan de managementautoriteit. Deze kan aanvullingen op de motivering vragen. Een verlengingsaanvraag wordt ten vroegste twaalf maanden en ten laatste twee maanden voor de einddatum van het project ingediend. Deze wordt niet meegeteld bij de controle op ‘maximum één wijziging per uitvoeringsjaar’, maar mag wel samen met de wijziging van het laatste uitvoeringsjaar worden ingediend. Een project kan slechts één keer verlengen. In principe is dit voor maximaal één jaar. Indien een project bij uitzondering meer dan één jaar wil verlengen, is dit een beslissing van het Comité van Toezicht. De managementautoriteit kan zelf beslissen over wijzigingen met een verlengingsaanvraag. Enkel wanneer een verlenging langer is dan één jaar, dient de gevraagde wijziging aan het Comité van Toezicht voorgelegd te worden. De projectverantwoordelijke wordt binnen 10 werkdagen na de besluitvorming op de hoogte gebracht van het besluit over de aangevraagde wijziging. B.B. Op initiatief van de managementautoriteit De managementautoriteit kan in uitzonderlijke omstandigheden (bv. de corona-crisis) ook zelf besluiten tot een proportioneleverlenging van de projectperiode. In functie van de omstandigheden is dit herhaalbaar. De managementautoriteit kan een dergelijk besluit ook nemen ten aanzien van een project dat al eerder op vraag van het project is verlengd. De projectverantwoordelijke wordt binnen 10 werkdagen na de besluitvorming op de hoogte gebracht. g. Promotie en publiciteit (zie Xxxxx XXX van Verordening nr.1303/2013 en art. 4 van Uitvoeringsverordening nr. 821/2014) Om het publiek beter bekend te maken met de rol die de Europese Unie speelt bij de financiering van projecten en activiteiten, ligt bij de projectverantwoordelijke en de projectpartners de plicht die rol op een efficiënte wijze duidelijk te maken in alle op het publiek gerichte activiteiten (in de sfeer van promotie en publiciteit). Tot dit doel wordt bij alle genomen voorlichtings- en communicatiemaatregelen duidelijk gemaakt dat voor het project steun is verleend met Europese middelen. Dit gebeurt verplicht door weergave van het logo van Interreg Vlaanderen-Nederland (versie a of b, zie bijlage 1), waarin het embleem van de Europese Unie en verwijzingen naar de ‘Europese Unie’ en het ‘Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling’ zijn opgenomen. Het logo wordt steeds duidelijk zichtbaar en op een prominente plaats aangebracht. De plaats en grootte ervan zijn passend met betrekking tot de omvang van het gebruikte materiaal of document. Indien behalve dit verplichte logo nog andere logo’s worden afgebeeld (bv. van projectpartner(s) en/of cofinancier(s)) moet het embleem van de Europese Unie (de ‘vlag’) steeds ten minste even groot zijn, gemeten in de hoogte of de breedte, als het grootste van de andere logo’s. Met het oog op het voldoen aan deze verplichting is het toegestaan dit embleem eventueel bijkomend op te nemen, bovenop het embleem dat reeds in het verplichte logo is opgenomen. Enkel voor klein promotiemateriaal mag de versie van het verplichte logo worden gebruikt waarin de verwijzing naar het ‘Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling’ niet is opgenomen. Het verplichte logo en in voorkomend geval het bijkomend opgenomen embleem van de Europese Unie worden op websites steeds in de originele kleur weergegeven. In alle andere media wordt waar mogelijk de originele kleur gebruikt en mag een ‘monochrome versie’ alleen in gerechtvaardigde gevallen worden gebruikt. Daarnaast gelden volgende specifieke regels: - Projectaffiche: Alle projectpartners moeten gedurende de projectperiode een affiche (minimaal A3-formaat) met informatie over het project en vermelding van de steun door de Europese Unie ophangen op een voor het publiek goed zichtbare plek. De bovenvermelde algemene regels met betrekking tot het gebruik van het verplichte logo zijn integraal van toepassing. - Website: Iedere projectpartner dient gedurende de projectperiode op haar eigen website (voor zover deze bestaat) een korte projectbeschrijving met het doel en de resultaten van het project op te nemen. Hierbij wordt de nadruk gelegd op de financiële steun door de Europese Unie. Het verplichte logo in kleur moet duidelijk en onmiddellijk zichtbaar zijn bij het openen van de desbetreffende pagina (zonder dat daarbij naar beneden hoeft gescrold te worden). Daarnaast zijn de bovenvermelde algemene regels met betrekking tot het gebruik van het verplichte logo integraal van toepassing. - Steunvermelding tijdens evenementen: De projectpartners stellen de deelnemers aan activiteiten georganiseerd in het kader van het project, op de hoogte van de Europese steun. Daarbij zijn de bovenvermelde algemene regels met betrekking tot het gebruik van het verplichte logo van toepassing. - Borden en plaquettes: Als de publieke financiering op projectniveau (Interreg-middelen + publieke cofinanciering) groter is dan 500.000 euro en het project voorziet in de bouw van infrastructuur of bouwwerken, dient voor de duur van de uitvoering op het bouwterrein een tijdelijk bord opgesteld te worden. Na afsluiting van het project, uiterlijk drie maanden na einddatum van het project, wordt het bord vervangen door een permanente plaquette. Het tijdelijke bord en de permanente plaquette, beide van aanzienlijk formaat, dienen op een voor het publiek goed zichtbare plek aangebracht te worden. Op het bord moet de naam en het hoofddoel van het project vermeld worden. De naam, de tekst en het verplichte logo moeten samen ten minste 25% van het bord uitmaken. Daarnaast zijn de hierboven vermelde algemene regels met betrekking tot het gebruik van het verplichte logo van toepassing. Ook wanneer het gaat om de aankoop van een fysiek object of de combinatie van verschillende fysieke objecten waarbij op projectniveau de publieke financiering groter is dan 500.000 euro, moet een permanente plaquette worden geplaatst, met de hierboven beschreven specificaties. Wanneer het niet mogelijk is om een permanente informatieplaquette aan te brengen bij een fysiek object dienen andere passende maatregelen genomen te worden om bekendheid te geven. Alle kosten verbonden aan de promotie en publiciteit kunnen in het kostenplan worden opgevoerd. Wel geldt dat de kosten aantoonbaar en verifieerbaar moeten zijn. Indien de projectverantwoordelijke of de projectpartners onvoldoende gevolg geven aan de voorschriften rond promotie en publiciteit, kan de managementautoriteit beslissen (een deel van) de projectkosten als niet subsidiabel te verklaren (zie bijlage 2: Sanctioneringsbeleid bij niet-naleving voorschriften publiciteit). De managementautoriteit is verantwoordelijk voor de communicatie rondom het programma Interreg Vlaanderen-Nederland. Hiervoor doet zij beroep op het programmasecretariaat waar de specifieke functie van PR- en communicatiemedewerker voorzien werd. Aanvaarding van de EFRO-bijdrage impliceert dat de namen van projectpartners worden opgenomen op een door de managementautoriteit te publiceren projectenlijst. Elk project kan verder vernoemd worden in persberichten, op internet enz. Verder dient de projectverantwoordelijke zijn medewerking te verlenen aan communicatie-uitingen die voortvloeien uit de communicatiestrategie van het programma. h.
Appears in 1 contract
Samples: www.stimulus.nl