Bijwerkingen Voorbeeldclausules

Bijwerkingen. Therapietrouw Andere: ………………………………………………………………………………………….. Je wordt aangeraden om: De mond te spoelen; Een voorzetkamer te gebruiken Een medicatieschema te volgen Reserve aan noodmedicatie in huis te houden Andere: ………………………………………………………………………………………… Je raadpleegt best je arts omwille van ……………………………………………………………. Persoonlijke nota’s ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………..….. Gegevens van de apotheek : Handtekeningen apotheker en patiënt CNK – 5520390 Neem dit document mee bij uw volgende artsbezoek Astma is een longziekte waarbij je luchtwegen voortdurend ontstoken zijn. Door deze ontsteking gaat het slijmvlies aan de binnenkant van de luchtpijptakken zwellen en gaan de spieren rond de luchtpijptakken samentrekken. Hierdoor kan er minder lucht doorheen je longen en gaat het ademen moeilijker. Tijdens een astma-aanval treedt een plotse verslechtering op. De typische verschijnselen zijn hoest, een piepende ademhaling en/of kortademigheid. Op lange termijn leidt de ontsteking tot een blijvende beschadiging van je luchtwegen. De ernst van astma is verschillend van patiënt tot patiënt. Sommigen hebben slechts zelden klachten; bij anderen kan astma de dagelijkse activiteiten beperken. Astma is meestal goed te behandelen. Geneesmiddelen kunnen de aandoening echter niet genezen. Met een juiste behandeling kan je de ziekte wel onder controle houden en de klachten verminderen. Om de klachten te verhelpen zijn er twee soorten geneesmiddelen: - middelen die de luchtwegen openen (luchtwegverwijders) - middelen die de ontsteking in de luchtwegen remmen (ontstekingsremmers). Je dokter kan de behandeling stap voor stap opbouwen. De juiste behandeling is immers afhankelijk van de ernst van de astma. Inhalatiecorticosteroïden zijn ontstekingsremmers die je moet inademen. Bij dagelijks gebruik verminderen ze de zwelling van het slijmvlies en zorgen ze ervoor dat de spiertjes rond de luchtwegen minder samentrekken. Inhalatiecorticosteroïden maken je dus minder kortademig. Omdat ze de ontsteking tegengaan zorgen ze er ook voor dat er op lange termijn minder longbeschadiging optreedt. Een inhalatiecorticosteroïd moet je dagelijks gebruiken. Het duurt immers enkele dagen vooraleer het geneesmiddel effect heeft. Het maximale effect laat zelfs enkele weken op zich wachten. Als je dit middel enkele maanden met succes gebruikt, kan je arts je voorstellen om de dosis te verlagen.
Bijwerkingen. Cortico’s: Orale candidose, heesheid, keelpijn,… => mond spoelen/ goede inhalatietechniek Aandacht voor corticofobie Benadruk dat geïnhaleerde doses: Zeer laag zijn: grootte orde microgram. 1000 keer minder dan milligram ! Een lokaal effect hebben en de opname zeer laag is Geen risico voor osteoporose bij dergelijke lage doses Geen groeiachterstand bij kinderen met deze lage doses Combinatie met B2 agonisten: tremor (van de handen), hoofdpijn, hartkloppingen, verhoogde bloeddruk patiënten met hartaritmie: arts contacteren bij hartkloppingen of verhoogde bloeddruk Stel oplossingen voor aangepast aan de patiënt voor de therapietrouw en het bewaken van zijn aandoening Afronden van het gesprek Ga na of de patiënt alles begrepen heeft Overhandig algemene informatie (cfr. Bijlage 7) Licht het belang van een 2de opvolggesprek toe aan de patiënt en maak een nieuwe afspraak Overhandig de patiënt een samenvatting van het gesprek (cfr. Bijlage 4) Vraag of er nog vragen zijn
Bijwerkingen. Sommige mensen hebben last van slechte smaak, heesheid, hoestbuien na inhalatie. Is dit bij u ook het geval? NB: Combipreparaten: trillende handen, hoofdpijn, hartkloppingen Wat doe je als je je geneesmiddel vergeet te inhaleren? Hoe vaak gebruikt u uw noodmedicatie?
Bijwerkingen. Inhalatiecorticosteroïden veroorzaken nauwelijks nevenwerkingen. Door het gebruik van een inhalator komt het geneesmiddel immers rechtstreeks in de longen, de enige plek waar het nodig is. Op die manier heb je maar een lagere dosis nodig dan wanneer je het als een tablet om in te slikken zou moeten nemen. Een mogelijke nevenwerking is een schimmelinfectie in de mond of in de keel. Ook heesheid en keelpijn kunnen voorkomen. Je kan deze bijwerkingen in veel gevallen voorkomen door na het inhaleren de mond goed te spoelen en het spoelwater uit te spuwen. Zo blijft er geen geneesmiddel in je mond en keel achter. - als je klachten toenemen. - als je sneller buiten adem bent. - als je het gevoel hebt dat de geneesmiddelen minder goed werken. - als je een geneesmiddel vaker gebruikt dan je met de dokter hebt afgesproken. - als je last hebt van bijwerkingen. Hoe vaak in de afgelopen 4 weken heeft u door uw astma op het werk, op school/de universiteit of thuis minder kunnen doen dan normaal?
Bijwerkingen. De volgende afspraken zijn gebruikt voor de classificatie van de frequentie: Zeer vaak (≥ 1/10) Vaak (≥1/100 - < 1/10) Soms (≥ 1/1000 - < 1/100) Zelden (≥ 1/10000 - < 1/1000) Zeer zelden (< 1/10000) Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald) Neoplasmata benigne, maligne en niet-gespecificeerd (inclusief cysten en poliepen) Niet bekend secundaire acute myeloïde leukemie en myelodysplastisch syndroom (zie rubriek 4.4) tweede primaire maligniteit (zie rubriek 4.4) Bloed- en lymfestelselaandoeningen Zeer vaak beenmergdepressie leidend tot neutropenie, trombocytopenie en anemie Zelden hemolytische anemie Immuunsysteemaandoeningen Zelden overgevoeligheid1 (zie ook Huid-en onderhuidaandoeningen)
Bijwerkingen ademfrequentie kan toenemen; - bij honden: hypotensie, tachycardie, miosis, tranenvloed, ataxie; - bij katten: hypotensie, beven, lethargie, spierslapte, verdwijnen van oprichtreflexen, tremoren. Indien u ernstige bijwerkingen of andersoortige reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter worden vermeld, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
Bijwerkingen. Samenvatting van het veiligheidsprofiel Samenvatting van de bijwerkingen in tabelvorm
Bijwerkingen. Voor veel gemelde bijwerkingen is het onduidelijk of ze gerelateerd zijn aan abacavir, de vele andere geneesmiddelen die worden gebruikt bij de behandeling van hiv-infectie of het resultaat zijn van het onderliggende ziekteproces. Veel van in de onderstaande tabel genoemde bijwerkingen komen vaak voor (misselijkheid, braken, diarree, koorts, lethargie, huiduitslag) bij patiënten die overgevoelig zijn voor abacavir. Daarom moeten patiënten met één van deze symptomen nauwgezet worden beoordeeld op de aanwezigheid van deze overgevoeligheid (zie rubriek 4.4). Zeer zeldzame gevallen van erythema multiforme, Xxxxxxx-Xxxxxxx syndroom en toxische epidermale necrolyse zijn gemeld in gevallen waarin overgevoeligheid voor abacavir niet kon worden uitgesloten. In dergelijke gevallen moet het gebruik van geneesmiddelen die abacavir bevatten definitief worden gestaakt. Veel bijwerkingen zijn geen reden geweest om de behandeling te staken. De volgende overeenkomst is gebruikt voor de classificatie: zeer vaak (1≥10), vaak (≥1/100, <1/10), soms (≥1/1.000, <1/100), zelden (≥1/10.000, <1/1.000), zeer zelden (<1/10.000).
Bijwerkingen. Inhalatiecorticosteroïden veroorzaken nauwelijks nevenwerkingen. Door het gebruik van een inhalator komt het geneesmiddel immers rechtstreeks in de longen, de enige plek waar het nodig is. Op die manier heb je maar een lagere dosis nodig dan wanneer je het als een tablet om in te slikken zou moeten nemen. Een mogelijke nevenwerking is een schimmelinfectie in de mond of in de keel. Ook heesheid en keelpijn kunnen voorkomen. Je kan deze bijwerkingen in veel gevallen voorkomen door na het inhaleren de mond goed te spoelen en het spoelwater uit te spuwen. Zo blijft er geen geneesmiddel in je mond en keel achter. - als je klachten toenemen. - als je sneller buiten adem bent. - als je het gevoel hebt dat de geneesmiddelen minder goed werken. - als je een geneesmiddel vaker gebruikt dan je met de dokter hebt afgesproken. - als je last hebt van bijwerkingen. NIET-MEDICAMENTEUZE MAATREGELEN De luchtwegen van iedereen kunnen geprikkeld worden door bijvoorbeeld rook en stof. Mensen met astma hebben echter luchtwegen die extra prikkelbaar of overgevoelig zijn. Allerlei prikkels kunnen hun luchtwegen irriteren, waardoor ze gaan hoesten of het benauwd krijgen. Bovendien reageren astmapatiënten verschillend op die prikkels: sommige patiënten reageren op de ene prikkel niet en op de andere juist heel sterk. Allerlei factoren, zoals het weer of de seizoenen, kunnen de overgevoelige reactie beïnvloeden. We kunnen deze prikkels onderverdelen in allergische en niet-allergische prikkels.
Bijwerkingen. Bijwerkingen worden gerangschikt in volgorde van frequentie, de meest frequente eerst, gebruik makend van de volgende overeenkomst: Zeer vaak (1/10), vaak (1/100, <1/10), soms (1/1.000, <1/100), zelden (1/10.000, <1/1.000), zeer zelden (<1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Tabel van bijwerkingen per orgaansysteem