Continuïteit van maatschappelijke ondersteuning - lid 1‌ Voorbeeldclausules

Continuïteit van maatschappelijke ondersteuning - lid 1‌. Risico’s voor continuïteit maatschappelijke ondersteuning terugdringen - niet-vrijblijvende initiatieven ter verbetering - aanspreekbaar op nakoming afspraken - bevorderen vertrouwen tussen contractpartners De Aanbieder garandeert de continuïteit van de maatschappelijke ondersteuning. Niet-vrijblijvende afspraken over continuïteitsrisico’s‌ Aanbieders beperken de risico’s op discontinuïteit van maatschappelijke ondersteuning in het belang van de cliënten. Wanneer continuïteitsrisico’s ontstaan, is het van belang om deze vroegtijdig te signaleren en om ze te beheersen wanneer de ernst ervan toeneemt. Convenantpartijen maken daarom afspraken over het beheersen van continuïteitsrisico’s, om de continuïteit van zorg hiermee zoveel mogelijk te herstellen voor betrokken cliënten. Om de mate van urgentie van de continuïteitsrisico’s te kunnen duiden kunnen de zes treden van urgentie uit het model van Kruger3 als basis worden gebruikt. Hoe hoger de trede, hoe groter de urgentie en de dreiging voor de continuïteit: - Trede 1 – generiek: de aanbieder wordt gemonitord op solvabiliteit, rentabiliteit en liquiditeit, waarbij geen risico’s worden gezien. - Trede 2 – risicovol: de solvabiliteit, rentabiliteit en/of liquiditeit van de aanbieder zijn afnemend. - Trede 3 – zorgelijk: de solvabiliteit van de aanbieder komt onder de 20% en/of de rentabiliteit is circa break-even en/of er bestaat een lichte druk op de liquiditeit. - Trede 4 – problematisch: de solvabiliteit van de aanbieder komt onder de 10% en/of de rentabiliteit is verlieslatend en/of er ontstaan achterstanden op de liquiditeit. - Trede 5 – zeer problematisch: de aanbieder heeft een negatief eigen vermogen en/of is al langer dan een jaar verlieslatend en/of heeft een structurele liquiditeitsachterstand. - Trede 6 – faillissement: de aanbieder dreigt acuut failliet te gaan. Naast financiële problemen zijn er ook andere oorzaken voor het ontstaan van zorgelijke continuïteitsrisico’s (trede 3). In het samenspel tussen opdrachtgever en opdrachtnemer blijkt dat de situatie rond de continuïteit van hulp ook zorgelijk (trede 3) of (zeer) problematisch (treden 4 en 5) kan worden bij bijvoorbeeld het wegvallen van bestuur, het verliezen van (nadere) opdrachten, een daling van instroom of uitstroom (die leidt tot onder- of overproductie), een hoge ongevalideerde productie, het niet verkrijgen van een kwaliteitscertificaat, een significant verschil van mening over tarieven/aanbesteding en het voeren van rechtszaken, gr...