De beoordeling Welke vraag moet de commissie beantwoorden? 3.1 Alhoewel het partijdebat zich met name heeft toegespitst op de externe registraties, vat de commissie de klacht van de consument ook zo op dat zij ook de vraag moet beantwoorden of de verzekeraar de persoonsgegevens van de consument in de interne registers mocht registreren.1 Daarmee hangt ook samen de vraag of de verzekeraar de verschillende verzekeringen mocht beëindigen en daarvan melding mocht maken in de verschillende registers. 3.2 De commissie is van oordeel dat de verzekeraar de persoonsgegevens van de consument ten onrechte in de verschillende registers heeft opgenomen. Dat betekent dat de verzekeraar de registraties uit de registers moet verwijderen. Het oordeel van de commissie zal hierna worden toegelicht. Eerst zal het juridisch kader worden geschetst waarna de zaak aan de hand van dit toetsingskader zal worden beoordeeld. 3.3 Omdat deze registraties grote gevolgen hebben voor consumenten, is de commissie van oordeel dat verzekeraars niet zonder goede reden persoonsgegevens mogen opnemen in de genoemde registers. Er worden dan ook terecht hoge eisen gesteld aan die reden(en). De eisen voor registratie in het Incidentenregister en het EVR zijn opgenomen in het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen 2021 (hierna: ‘het Protocol’, zie bijlage). 3.4 Artikel 5.2.1 van het Protocol bepaalt onder welke voorwaarden persoonsgegevens mogen worden opgenomen in het EVR. Vereist is dat er een zwaardere verdenking tegen de consument bestaat dan alleen maar een redelijk vermoeden van schuld aan de fraude, in die zin dat de te verwerken strafrechtelijke persoonsgegevens in voldoende mate moeten vaststaan. Een strafrechtelijke veroordeling van de betrokkene is niet vereist.2 Het uitgangspunt is dat de verzekeraar moet kunnen aantonen dat in voldoende mate vaststaat dat de gedraging van de consument de kwalificatie strafbaar feit kan dragen. Dit betekent dat alleen een verdenking van fraude niet genoeg is, hier moet ook enig bewijs voor zijn. De verzekeraar moet dus goede redenen hebben de gegevens te registreren en hij moet dat ook voldoende kunnen onderbouwen. Het is aan de verzekeraar te bewijzen dat hiervan sprake is. 1 Er is bij het invullen van het klachtformulier immers geen sprake van ‘het formuleren van een vordering’. Door het indienen van dat formulier wordt een klacht in volle omvang aan de Geschillencommissie voorgelegd, zie HR 17 november 1995, NJ 0000/000 (Xxxxx/Xxxxx) en art. 47 lid 2 onder h van het reglement. 2 Zie Hoge Raad 29 mei 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH4720, overweging 4.4 (te vinden op xxx.xxxxxxxxxxx.xx). 3.5 De verzekeraar stelt zich op het standpunt dat de consument hem opzettelijk heeft misleid door te proberen een dubbele uitkering te verkrijgen voor het verlies van één en dezelfde verlovingsring, terwijl hij daar geen recht op had. De consument heeft een uitvoerige verklaring gegeven, zoals weergegeven bij de nummers 2.5 t/m 2.12, voor de door de verzekeraar geconstateerde merkwaardigheden. De consument ontkent dat hij betrokken is geweest bij het indienen van de claim bij de reisverzekeraar. 3.6 De verzekeraar is er op basis van de aangevoerde argumenten niet in geslaagd de commissie ervan te overtuigen dat de consument heeft geprobeerd ter zake de verlovingsring een dubbele uitkering te krijgen. De commissie is van oordeel dat de verzekeraar onvoldoende naar voren heeft gebracht om vast te kunnen stellen dat de consument wist dat zijn verloofde al een claim bij de reisverzekeraar had ingediend. Evenmin is vast komen te staan dat de consument zelf de claim bij de reisverzekeraar heeft ingediend. In het licht van de consistente verklaringen van de consument, met name daar waar het gezamenlijke gebruik van de computer en de periode van ziekte en rouw betreft, acht de commissie niet in voldoende mate vaststaan dat de consument betrokken was bij of wetenschap had van de eerdere claim. De commissie neemt daarbij mee dat de consument ook ter zitting desgevraagd het een en ander op een consistente wijze heeft opgehelderd, niet is gebleken dat de consument tegenstrijdig heeft verklaard en niet valt uit te sluiten dat het is gegaan zoals de consument heeft verklaard. 3.7 Dat de consument in eerste instantie stellig heeft verklaard dat hij aan het sterfbed van zijn vader de verlovingsring had gezien, maakt het voorgaande niet anders. Gelet op de situatie waarin de consument zich destijds bevond, is het denkbaar dat hij ook daadwerkelijk in die veronderstelling verkeerde. De commissie kan zich voorts voorstellen dat de houding van de verzekeraar in deze kwestie voor de consument reden is geweest om zijn verloofde geen verklaring te laten afleggen. Niet weersproken is dat dit ook het advies is geweest van zijn rechtsbijstandsverzekeraar. Daarbij acht de commissie van belang dat de consument ter zitting heeft aangegeven bereid te zijn om erover na te denken zijn verloofde alsnog een verklaring te laten afleggen. 3.8 De verzekeraar stelt zich tot slot op het standpunt dat de consument bij e-mail van 14 januari 2022 heeft erkend dat hij heeft gefraudeerd. Gelet op de context waarin voornoemde e-mail door de consument is verstuurd, is de commissie echter van oordeel dat hierin geen erkenning van de consument besloten ligt. 3.9 De commissie is dan ook van oordeel dat niet is vast komen te staan dat de consument heeft gefraudeerd. Dit brengt mee dat niet is voldaan aan de vereisten die het Protocol stelt om tot registratie in het EVR over te gaan. De verzekeraar is dan ook onterecht overgegaan tot het registreren van de persoonsgegevens van de consument in het EVR en dient die registratie te verwijderen. 3.10 Vervolgens is de vraag aan de orde of de registratie in het Incidentenregister wel mag worden gehandhaafd. De commissie oordeelt dat ook de registratie in het Incidenten- register moet worden doorgehaald. Er is niet langer voldaan aan artikel 3.1.1 van het Protocol. Nu niet is vast komen te staan dat de consument heeft gefraudeerd, zijn de geregistreerde gegevens niet langer ter zake dienend. De registratie draagt niet langer bij aan het onderkennen, voorkomen, onderzoeken en bestrijden van strafbare gedragingen, en ook niet kan worden gezegd dat de registratie anderszins nog kan bijdragen aan de in artikel 4.1.1 Protocol omschreven doelen. 3.11 Op grond van artikel 4.2.3 van het Protocol worden de gegevens in het Incidenten- register uitgewisseld met functionarissen werkzaam bij de daartoe ingerichte coördinatiefuncties van het Verbond van Verzekeraars, te weten het fraudeloket. Dit is het CBV. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen dient de verzekeraar de melding van de incidentenregistratie aan het CBV in te trekken.
De beslissing De commissie wijst de vordering af.
De betaling 1. De schulden van de koper/opdrachtgever aan de verkoper/reparateur zijn brengschulden. Xxxxxxxx dient contant te geschieden bij aflevering van de auto of de onderdelen of na de verrichte diensten. Onder contante betaling wordt mede verstaan bijschrijving van het verschuldigde bedrag op een door de verkoper/reparateur aangegeven bank- of girorekening op het tijdstip van levering. 2. Indien uitdrukkelijk schriftelijk een ander moment van betaling is overeengekomen, is de verkoper/reparateur gerechtigd over de niet betaalde bedragen maandelijks de wettelijke rente in rekening te brengen. Hierbij wordt het resterende gedeelte van de maand vanaf het moment waarop betaling had moeten plaatsvinden als gehele maand aangemerkt. Deze verhoging van het verschuldigde bedrag wordt beschouwd als een voorwaarde waaronder door de verkoper/reparateur uitstel van betaling is verleend zonder dat daarmee de verplichting van de koper/opdrachtgever tot contante betaling komt te vervallen. De verhoging gaat één maand na de verzending van de factuur in. 3. Indien partijen hebben afgezien van contante betaling en niet uitdrukkelijk schriftelijk een moment van betaling zijn overeengekomen, geldt een betalingstermijn van één maand. De koper/opdrachtgever is dan de wettelijke rente verschuldigd, waarbij een gedeelte van een maand als gehele maand wordt aangemerkt vanaf twee weken nadat hij bij aangetekende brief door de verkoper/reparateur is aangemaand om te betalen. 4. Indien de koper/opdrachtgever na sommatie in gebreke blijft het verschuldigde bedrag te betalen, is de verkoper/reparateur gerechtigd dit bedrag met de incassokosten te verhogen. Deze incassokosten omvatten zowel de gerechtelijke als de buitengerechtelijke kosten. Buitengerechtelijke kosten zijn alle kosten die de verkoper/reparateur in rekening worden gebracht door advocaten, procureurs, deurwaarders en ieder ander van wie zij zich bedienen voor de invordering van het verschuldigde bedrag. De buitengerechtelijke kosten worden vastgesteld op 15% van het verschuldigde bedrag, tenzij de koper aannemelijk maakt dat de verkoper minder schade lijdt.
De begunstigde Een uitkering bij het overlijden van u of een mede- verzekerde kan worden uitbetaald aan een begunstigde, voor zover dat mag volgens de wet. U kunt meer dan 1 begunstigde benoemen. De overheid kan geen begunstigde zijn.
Verzekerde bedragen A. Behoudens anders bepaald in de bijzondere voorwaarden moeten de verzekerde bedragen onder de verantwoordelijkheid van de verzekeringnemer worden vastgesteld. Om de toepassing van de evenredigheidsregel op de bedragen te voorkomen, moeten de verzekerde bedragen, die alle belastingen omvatten in zoverre deze niet kunnen worden afgetrokken, op ieder ogenblik gelijk zijn aan de waarde van de verzekerde goederen*, geschat met inachtneming van de volgende bepalingen, ongeacht enige boekwaarde: 1) het gebouw*: volgens de werkelijke waarde* of, als de bijzondere voorwaarden dit vermelden, volgens de nieuwwaarde*; 2) de inboedel*: volgens de nieuwwaarde*; Niettemin: a) worden xxxxxxxxxx en kleding volgens de werkelijke waarde* geschat; b) worden stijlmeubelen, kunstvoorwerpen en verzamelobjecten, juwelen en in het algemeen alle zeldzame of kostbare voorwerpen volgens hun verkoopwaarde* geschat; c) worden fietsen, bromfietsen en motorfietsen, elektrische toestellen (met inbegrip van elektronische toestellen) geschat volgens hun werkelijke waarde*, zonder dat deze hoger mag zijn dan de vervangingsprijs van nieuwe goederen met vergelijkbare prestaties; 3) het materieel*: volgens de werkelijke waarde* of, als de bijzondere voorwaarden het vermelden, volgens de nieuwwaarde*; Niettemin: a) mag het materieel* niet geschat worden volgens een waarde die hoger is dan de vervangingsprijs van nieuw materieel met vergelijkbare prestaties; b) worden originelen en kopieën van archieven, documenten, handelsboeken, plannen, modellen en informatiedragers* geschat volgens de materiële wedersamenstellingswaarde, met uitsluiting van de kosten voor onderzoek en studie; c) worden motorrijtuigen en aanhangwagens volgens de verkoopwaarde* geschat; d) worden de onderdelen die blootstaan aan snelle slijtage en herhaalde vervangingen zoals bijvoorbeeld kabels, kettingen, riemen, pakkingen, dichtingen, buigzame leidingen, luchtbanden en andere rubberbanden, pantser- en slijtplaten, graaf- en grijptanden, zeven, accumulatorbatterijen, volgens hun werkelijke waarde* geschat; 4) koopwaar*; - bevoorradingen, grondstoffen, eetwaren, verpakkingen, afval betreft: volgens de dagwaarde*; - producten in fabricatie of afgewerkte maar niet verkochte producten: door bij de prijs van de grondstoffen volgens de dagwaarde* de rechtstreekse en onrechtstreekse kosten te voegen die gemaakt zijn om hun fabricatiegraad te bereiken; - de afgewerkte en verkochte, maar niet geleverde producten: volgens de verkoopprijs, verminderd met de niet gemaakte kosten; - de goederen die aan de cliënteel toebehoren en bij de verzekerde zijn opgeslagen: op basis van de werkelijke waarde* tenzij het motorrijtuigen of hun aanhangwagens betreft: in dat geval gebeurt de schatting volgens de verkoopwaarde*; 5) dieren: volgens hun dagwaarde*, zonder rekening te houden met hun tentoonstellings- of wedstrijdwaarde; 6) de huurdersaansprakelijkheid* of de aansprakelijkheid als gebruiker*; - indien de verzekerde* huurder of gebruiker is van het hele gebouw*: volgens de werkelijke waarde* van dat gebouw*; - indien de verzekerde* huurder of gebruiker is van een gedeelte van het gebouw*: volgens de werkelijke waarde*, zowel van dit deel van het gebouw* als van de andere delen, in zoverre de verzekerde* er contractueel aansprakelijk voor kan worden gesteld. B. Tijdens de duur van het contract kan de verzekeringnemer te allen tijde verzoeken de verzekerde bedragen te wijzigen om ze in overeenstemming te brengen met de waarden van de omschreven goederen waarop ze betrekking hebben.
De betaling / Niet-tijdige betaling 1. De Ouder betaalt op basis van een Schriftelijke factuur en uiterlijk op de factuur vermelde betalingsdatum. Een eventueel beroep op een gestelde borg staat gelijk aan een betaling. De factuur wordt kosteloos verstrekt. 2. Indien een Ouder betaalt aan een door de Ondernemer aangewezen derde geldt dit voor de Ouder als bevrijdende betaling. De aanwijzing door de Ouder van een derde die voor het doen van betalingen dient zorg te dragen, staat niet aan de aansprakelijkheid van de Ouder voor (tijdige) betaling in de weg. Een eventuele betaling door een derde voor de Ouder geldt wel als een bevrijdende betaling door die Ouder. 3. Bij gebreke van volledige en tijdige betaling is de Ouder van rechtswege in verzuim. 4. De Ondernemer zendt na het verstrijken van de betalingsdatum een Schriftelijke betalingsherinnering en geeft de Ouder de gelegenheid binnen 14 dagen na ontvangst van deze betalingsherinnering alsnog te betalen. Verder waarschuwt de Ondernemer de Ouder in deze betalingsherinnering voor de opzeggingsbevoegdheid van de Ondernemer op grond van 10 lid 3 sub a. Deze betalingsherinnering moet minimaal 14 dagen vóór de datum waarop die bevoegdheid ontstaat zijn verzonden. 5. Als na het verstrijken van de termijn genoemd in de betalingsherinnering nog steeds niet is betaald, brengt de ondernemer rente in rekening vanaf het verstrijken van de in de factuur genoemde uiterste betalingsdatum. Deze rente is gelijk aan de wettelijke rente. 6. Door de Ondernemer gemaakte buitengerechtelijke kosten om betaling van een schuld van de Ouder af te dwingen, kunnen aan de Ouder in rekening worden gebracht. De hoogte van de buitengerechtelijke incassokosten is onderworpen aan wettelijke grenzen. 7. Een gedane betaling strekt in de eerste plaats ter voldoening van de verschuldigde kosten en rente en vervolgens ter voldoening van de oudst openstaande schulden.
Diefstal van het verzekerde motorrijtuig De schade die voortvloeit uit de betrokkenheid van het verzekerde motorrijtuig nadat personen door diefstal, geweldpleging of heling de macht erover hebben verkregen, is uitgesloten.
Aanvullende bepalingen Buiten de 13 artikelen van deze standaardset algemene voorwaarden van ICTWaarborg kunnen wij aanvullende of afwijkende bepalingen hanteren. Deze worden dan aan deze voorwaarden toegevoegd onder de kop “Aanvullende bepalingen”.
Afwijkende bepalingen Afwijkingen van het in het hoofd van deze akte genoemde model van de aannemingsovereenkomst en van de daarin van toepassing verklaarde Algemene Voorwaarden, die ten nadele van de Verkrijger zijn, zijn nietig behoudens voorafgaande uitdrukkelijke toestemming verleend door Woningborg. Bij het ontbreken van deze toestemming geldt de oorspronkelijke in het model opgenomen bepaling.
Dekking boven het verzekerd bedrag 1. Tot een bedrag ter hoogte van het verzekerd bedrag voor elk onderdeel afzonderlijk, wordt ook boven het verzekerd bedrag vergoed: a. kosten van beredding, waaronder worden verstaan kosten van maatregelen die tijdens de geldigheidsduur van de verzekering door of vanwege u of een verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden waarvoor - indien gevallen - de verzekering dekking biedt, of om die schade te beperken. Onder kosten van maatregelen wordt in dit verband mede verstaan schade aan zaken die bij het nemen van de hier bedoelde maatregelen worden ingezet; b. kosten en salaris van experts en deskundigen, met dien verstande, dat het salaris en de kosten van de door de u benoemde expert en deskundigen voor rekening van ons zijn tot het bedrag, dat aan de door ons benoemde expert en deskundigen moet worden betaald; c. salvagekosten. 2. Tot ten hoogste 20% van het verzekerd bedrag wordt ook boven het verzekerd bedrag vergoeding verleend voor de kosten van: a. tuinaanleg als gevolg van schade door brand, blikseminslag, ontploffing, luchtvaartuigen, aanrijding en aanvaring; b. huurdersbelang. 3. Tot ten hoogste 10% van het verzekerd bedrag voor elk onderdeel afzonderlijk, wordt ook boven het verzekerd bedrag vergoeding verleend voor: a. schade door het verloren gaan van geld, geldswaardig papier (waaronder mede te verstaan blanco cheques, betaalkaarten, betaalpassen, chipcards), zowel in eigendom van u als onder uw berusting, aanwezig in het gebouw van u als gevolg van een gedekte gebeurtenis, echter met een maximum van € 1.250,-. Buiten het gebouw is diefstal van geld uitsluitend gedekt indien er sprake is van gewelddadige beroving of afpersing tot een maximum van € 1.250,-. Vergoeding wordt verleend indien en voorzover de betrokken bancaire instelling geen schade vergoedt en wordt uitsluitend verleend indien u de voorschriften, die door de uitgevende instantie zijn gesteld voor het gebruik daarvan, heeft nageleefd; b. de kosten, voorzover deze voor rekening zijn van u, van herstel of vervanging van apparaten en/of installaties van openbare nutsbedrijven in het gebouw als gevolg van een gedekte schade; c. de kosten van noodvoorzieningen; d. kosten van opslag en vervoer indien de inboedel als gevolg van een in de polis gedekte gebeurtenis tijdelijk elders moet worden opgeslagen; e. de extra kosten voor tijdelijke huisvesting in een hotel of pension, door u en de met u in duurzaam gezinsverband samenwonende personen te maken, in geval van het onbewoonbaar worden van uw woning door een van de onder deze verzekering gedekte gebeurtenissen. De uitkering wordt verstrekt totdat het gebouw is hersteld of een andere woning kan worden betrokken, echter tot maximaal 52 weken; f. opruimingskosten; x. xxxxxx als gevolg van één van de gebeurtenissen zoals hierboven omschreven aan in de woning aanwezige gehuurde zaken. Voorwaarde hiervoor is dat deze zaken, indien deze aan u in eigendom zouden toebehoren, onder de begripsom-schrijving inboedel vallen en de schade voor rekening van u komt. Schadevergoeding geschiedt op basis van dagwaarde en wij hebben het recht de schade rechtstreeks met de verhuurder af te wikkelen.