Common use of Het verzoek Clause in Contracts

Het verzoek. Het verzoek met bijlagen is op 30 juni 2020 ingediend en nadere informatie werd op 1 en 6 juli 2020 ontvangen. Op de laatstgenoemde datum is de aanvraag volledig bevonden en in behandeling genomen. De gronden van het verzoek kunnen als volgt worden samengevat: - De functie van de werknemer, ‘Medewerker Aanvraagbehandeling D’ voor 0,94 fte, is per 1 november 2018 opgeheven, als gevolg van een vermindering van werkzaamheden door o.a. digitalisering en het onderbrengen van werkzaamheden bij andere werknemers. - Binnen het generieke functieprofiel van ‘Medewerker Aanvraagbehandeling D’ was de werknemer als enige belast met een specifiek samenstel van werkzaamheden, bestaande uit administratieve taken voor het team ‘Fysiek Beheer’ (18 u/w) en werkzaamheden voor het team ‘Werk en Inkomen’ (16 u/w). Dit laatste betrof administratieve taken ten behoeve van de peuteropvang en postverwerking. - De taken voor het team ‘Fysiek Xxxxxx’ zijn in de loop der jaren steeds verder in omvang afgenomen. Dit leidde in 2015 reeds tot vermindering van de uren van de werknemer van 36 naar 18 uur, waarna aanvullende taken bij het team ‘Werk en Inkomen’ werden gezocht, naar aanleiding van een Van Werk Naar Werk-traject (hierna: VWNW-traject). Na 2015 volgde een verdere afname van werkzaamheden, tot op het punt dat dat deze geen zelfstandige (parttime) fte meer rechtvaardigden; - Teneinde tot een adequate bedrijfsvoering te komen zijn de werkzaamheden voor de peuteropvang overgeheveld van team ‘Werk en Inkomen’ naar het ‘Gebiedsteam’ en daar over twee reeds aanwezige medewerkers verdeeld. Dat omdat het werk rechtstreeks aansluit bij de reeds door hen verrichte werkzaamheden. Binnen het laatstgenoemde team heeft als gevolg van deze overdracht geen uitbreiding van medewerkers plaatsgevonden; - De voor de werknemer overgebleven taak van handmatige postverwerking is in de loop der tijd volledig gedigitaliseerd zodat ook deze werkzaamheden zijn komen te vervallen. De digitale verwerking van post is thans binnen een samenwerkingsverband tussen de gemeenten [naam gemeente 1], [naam gemeente 2] en [naam werkgever] ([afkorting]) georganiseerd. - Op 9 oktober 2018 hebben partijen besproken dat de kans dat er voor de werknemer intern een passende functie zou worden gevonden uitgesloten werd geacht. Partijen hebben op basis van artikel 10d:13 CAR-UWO afgesproken dat het VWNW-traject zich, met instemming van beide partijen, uitsluitend op externe mogelijkheden zou richten. - Voorafgaand en na de start van het VWNW traject zijn er gesprekken met de loopbaanadviseur gevoerd. Samen met de werkgever zijn er afspraken gemaakt over de re-integratie inspanningen van de werknemer. Op 19 juni 2020 is een loopbaanadvies door de loopbaanadviseur opgesteld over het al dan niet verlengen van het VWNW traject en daarmee de kans van slagen op het vinden van werk. Uit dit advies volgt dat er geen concrete vooruitzichten zijn voor een passende of geschikte functie op korte termijn en dat een verlenging van het VWNW-traject de kans hierop niet zal vergroten. Een en ander is met de werknemer doorgenomen en zij kan zich vinden in het opgestelde advies.

Appears in 1 contract

Samples: www.caogemeenten.nl

Het verzoek. Het verzoek met bijlagen is op 30 juni 27 augustus 2020 ingediend en nadere informatie werd op 1 en 6 juli 3 september 2020 ontvangen. Op de laatstgenoemde datum is de aanvraag volledig bevonden en in behandeling genomen. De gronden van het verzoek kunnen als volgt worden samengevat: - De Werknemer is op 1 januari 2019 boventallig geworden in de functie van Adviseur Financiën, ICT en interne controle, vanwege een inkrimping van de werknemer, ‘Medewerker Aanvraagbehandeling D’ werkzaamheden van werkgever. - Werkgever is een gemeenschappelijke regeling van de gemeenten [namen gemeenten]. Daarnaast werkt de werkgever voor 0,94 fte, een groot aantal gemeenten op basis van dienstverleningsovereenkomsten (DVO’s). De veranderingen in het sociaal domein en de schuldhulpverlening hebben voor de werkgever geleid tot een afname en verschuiving van de dienstverlening. Daarnaast zijn tegenvallende financiële prestaties in 2015/2016 en toekomstige financiële risico’s reden geweest voor het bestuur om eind 2017 tot de strategische herijking 2018- 2021 te besluiten. De komende jaren zullen de DVO’s gaandeweg worden beëindigd en zal de werkgever alleen nog werken voor de drie gemeenten waarvan de werkgever een gemeenschappelijke regeling is. Hierdoor zal de krimp geleidelijk plaatsvinden en de reorganisatie gefaseerd uitgevoerd worden. De herijking was/is per 1 november 2018 opgeheven, als nodig om de werkgever weer financieel gezond te maken. Het gevolg van de strategische herijking is een vermindering afname van werkzaamheden door o.ade dienstverlening over de gehele organisatie heen. digitalisering en het onderbrengen Op alle afdelingen zal gekrompen moeten worden. De herijking voorziet in een krimp van werkzaamheden bij andere werknemers110 fte naar 80 fte gedurende een periode van vier jaren. - Binnen het generieke functieprofiel van ‘Medewerker Aanvraagbehandeling D’ was In 2018 is gestart met de werknemer als enige belast met een specifiek samenstel van werkzaamheden, bestaande uit administratieve taken voor het team ‘Fysiek Beheer’ (18 ureorganisatie/w) en werkzaamheden voor het team ‘Werk en Inkomen’ (16 u/w). Dit laatste betrof administratieve taken ten behoeve krimp van de peuteropvang en postverwerkingoverhead, aangevangen met het Bedrijfsbureau. - De taken voor het team ‘Fysiek Xxxxxx’ zijn in Voor de loop der jaren steeds verder in omvang afgenomen. Dit leidde in 2015 reeds tot vermindering functie van de uren Preventiemedewerker is 0,89 fte (van de werknemer van 36 naar 18 uur, waarna aanvullende taken bij het team ‘Werk en Inkomen’ werden gezocht, naar aanleiding van een Van Werk Naar Werk-traject (hierna: VWNW-traject). Na 2015 volgde een verdere afname van werkzaamheden, tot op het punt dat dat deze geen zelfstandige (parttime2,67 fte) fte meer rechtvaardigden; - Teneinde tot een adequate bedrijfsvoering te komen zijn de werkzaamheden voor de peuteropvang overgeheveld van team ‘Werk en Inkomen’ naar het ‘Gebiedsteam’ en daar over twee reeds aanwezige medewerkers verdeeld. Dat omdat het werk rechtstreeks aansluit bij de reeds door hen verrichte werkzaamheden. Binnen het laatstgenoemde team heeft als gevolg van deze overdracht geen uitbreiding van medewerkers plaatsgevonden; - De voor de werknemer overgebleven taak van handmatige postverwerking is in de loop der tijd volledig gedigitaliseerd zodat ook deze werkzaamheden zijn komen te vervallen. Voor de betrokken medewerker was een passende andere functie beschikbaar. De digitale verwerking daaropvolgende herstructurering van post de bedrijfseenheid Financiën, Control, ICT, KV, betekende naast de boventalligheid van werknemer eveneens een krimp van 0,11 fte voor de functie van Financieel Medewerker Bedrijfsvoering per 1 oktober 2018. Door een urenwijziging van een collega binnen de afdeling per 1 januari 2019, is thans binnen de 0,11 fte weer beschikbaar gekomen voor de betreffende medewerker. Hierdoor is nu geen ontslagaanvraag noodzakelijk voor deze 0, 11 fte. Doordat nog niet alle DVO’s zijn beëindigd, is de reorganisatie nog niet afgerond en zal het traject de komende jaren voortgezet worden. - De vervallen functie van werknemer valt in schaal 10. De persoonlijke schaal van werknemer is schaal 12, gebaseerd op zijn eerdere functie van (regio)manager die in 2014 niet meer passend voor hem bleek. In dit schaalbereik kent de werkgever weinig andere functies, die ten tijde van de begindatum van de boventalligheid als passende (of geschikte) functie aangemerkt kunnen worden. De boventalligheid van werknemer kon hierdoor niet voorkomen worden. - De ondernemingsraad heeft een samenwerkingsverband tussen de gemeenten advies gegeven over het voorgenomen besluit tot reorganisatie. - Werknemer heeft in 2019 begeleiding gekregen bij zijn VWNW-traject van het externe bureau [naam gemeente 1externe organisatie], m.b.t. beroepskeuze- en werk-denkniveau testen, sollicitatietechnieken/CV, gedrag en coaching. In maart 2020 heeft werknemer aangegeven geen behoefte te hebben aan verdere begeleiding door [naam gemeente 2externe organisatie] en [naam werkgever] ([afkorting]) georganiseerdde activiteiten zelf voort te zetten. - Op 9 oktober 2018 hebben partijen besproken dat de kans dat er Werknemer is gedurende 2 jaar (2019-2020) 30% van zijn uren beschikbaar gesteld voor de werknemer intern een passende functie zou worden gevonden uitgesloten werd geacht. Partijen hebben op basis van artikel 10d:13 CAR-UWO afgesproken dat het VWNW-traject zich, met instemming van beide partijen, uitsluitend traject. Het VWNW-contract eindigt op externe mogelijkheden zou richten31 december 2020. - Voorafgaand en na In november 2019 is er een verkennend gesprek geweest over een eventuele geschikte tijdelijke functie binnen de start organisatie. De uitkomst van het VWNW traject zijn er gesprekken met gesprek was dat werknemer niet de loopbaanadviseur gevoerdjuiste persoon was voor deze tijdelijke functie. Samen met De werkgever heeft onderzoek gedaan naar de werkgever zijn er afspraken gemaakt over de re-integratie inspanningen van de werknemer. Op 19 juni 2020 is een loopbaanadvies door de loopbaanadviseur opgesteld over het al dan niet verlengen van het VWNW traject en daarmee de kans van slagen op het vinden van werk. Uit dit advies volgt dat er geen concrete vooruitzichten zijn mogelijkheden voor een passende of geschikte functie op korte termijn en dat mobiliteitsdienstverband, helaas was dit financieel geen optie. - Bovenstaande activiteiten hebben niet geleid naar ander werk, waardoor werkgever genoodzaakt is om een verlenging van het VWNW-traject de kans hierop niet zal vergroten. Een en ander is met de werknemer doorgenomen en zij kan zich vinden ontslagaanvraag in het opgestelde advieste dienen.

Appears in 1 contract

Samples: www.caogemeenten.nl

Het verzoek. Het verzoek met bijlagen is op 30 juni 3 april 2020 ingediend en nadere informatie werd op 1 en 6 juli 2020 ontvangen. Op de laatstgenoemde deze datum is de aanvraag volledig bevonden en in behandeling genomen. De gronden van het verzoek kunnen als volgt worden samengevat: - De werkgever heeft de werknemer op 10 maart 2020 bericht dat zij, in overeenstemming met artikel 9.15 lid 4 cao Gemeenten een ontslagaanvraag bij de cao Ontslagcommissie in zal dienen, teneinde tot een beëindiging van haar arbeidsovereenkomst te komen. Conform artikel 11.3 van de Aanpassingswet Wnra onderbouwt de werkgever de ontslagaanvraag met de regelgeving die op de werknemer van toepassing was op 1 februari 2018, het moment dat zij boventallig is geworden. Het betreft hier artikel 8:3 van de gemeentelijke rechtspositieregeling CAR-UWO (hierna: CAR-UWO) en het Sociaal Statuut van [naam werkgever] (hierna: Sociaal Statuut); - Op 22 maart 2016 heeft het college besloten tot een organisatieontwikkeling, deze moest leiden tot meer bestuurlijke slagvaardigheid, eenduidige structuur van taken en verantwoordelijkheden en een ontwikkeling van kwaliteit, leiderschap, cultuur, vertrouwen en op de verbinding met de samenleving. Er was een nadrukkelijke behoefte in de organisatie aan een aantal verbeteringen. Hierbij ging het om de kwaliteit van het werk, de interne samenwerking / relaties / omgangsvormen / gedrag en de behoefte om mee te groeien in de maatschappelijke ontwikkelingen. Er moest veel geïnvesteerd gaan worden in het leiderschap in de organisatie. Een aantal vraagstukken waren niet op te lossen in het oude model. Het college wilde een directie van drie directeuren onder leiding van een gemeentesecretaris/algemeen directeur die rechtstreeks eindverantwoordelijk en aanspreekbaar is, zowel op taakuitvoering als op de bedrijfsvoering. In de organisatie zijn drie domeinen ingericht, waarvan het Sociaal domein er één is. Elk domein kreeg een directeur en een aantal teammanagers. Op 16 januari 2018 heeft het college in een besluit de nieuwe hoofdstructuur als gevolg van de gemeente brede organisatieontwikkeling en inrichting vastgesteld. Dientengevolge is de organisatie heringericht in een andere structuur; - De functie van de werknemer, ‘Medewerker Aanvraagbehandeling D’ voor 0,94 fteIntegraal Manager Sociale Zaken, is per 1 november 2018 opgeheventen gevolge van de nieuwe hoofdstructuur vervallen. Dit gold voor alle integrale managers. De managementlaag bestaat nu uit een gemeentesecretaris/algemeen directeur, als gevolg van een vermindering van werkzaamheden door o.a. digitalisering en het onderbrengen van werkzaamheden bij andere werknemers. - Binnen het generieke functieprofiel van ‘Medewerker Aanvraagbehandeling D’ was de werknemer als enige belast met een specifiek samenstel van werkzaamheden, bestaande uit administratieve taken voor het team ‘Fysiek Beheer’ directeur vakgebied (18 u/wschaal 14) en werkzaamheden voor het team ‘Werk en Inkomen’ teammanager (16 u/wschaal 12). Dit laatste betrof administratieve taken ten behoeve van de peuteropvang en postverwerking. - De taken voor het team ‘Fysiek Xxxxxx’ zijn in de loop der jaren steeds verder in omvang afgenomen. Dit leidde in 2015 reeds tot vermindering van de uren functie van de werknemer zat ’tussen de laatste twee functies in’; - De werknemer was aangemerkt als herplaatsingskandidaat voor de functie van 36 naar 18 uurteammanager en had herplaatst kunnen worden in deze functie, waarna aanvullende taken bij maar zij heeft zelf de keuze gemaakt om af te zien van de belangstellingsregistratieprocedure. Reden hiervoor is dat zij niet herplaatst wenste te worden in de nieuwe en gewijzigde functie als teammanager Sociaal Domein; - De werknemer is vanwege het team ‘Werk en Inkomen’ werden gezochtvoorgaande met ingang van 1 februari 2018 boventallig verklaard. Er is geen bezwaar gemaakt tegen dit besluit, naar aanleiding van een Van Werk Naar de boventalligheidsstatus is tussen partijen niet in het geding; - Op 1 februari 2018 is de werknemer gestart met het Van-Werk-Naar-Werk-traject (hierna: VWNW-‘VWNW- traject), conform de hiervoor geldende procedures zoals vastgelegd in het Sociaal Statuut. Na 2015 volgde een verdere afname Er is intensieve begeleiding geweest door de werkgever en Regio Effect (voortgezet tot 1 maart 2020) bij het vinden van werkzaamheden, tot op het punt dat dat deze geen zelfstandige (parttime) fte meer rechtvaardigden; - Teneinde tot een adequate bedrijfsvoering te komen zijn de werkzaamheden voor de peuteropvang overgeheveld van team ‘Werk en Inkomen’ naar het ‘Gebiedsteam’ en daar over twee reeds aanwezige medewerkers verdeeld. Dat omdat het werk rechtstreeks aansluit bij de reeds door hen verrichte werkzaamheden. Binnen het laatstgenoemde team heeft als gevolg van deze overdracht geen uitbreiding van medewerkers plaatsgevondenander intern of extern werk; - De voor werknemer heeft gesolliciteerd op diverse functies, maar deze hebben niet geleid tot een nieuwe functie. In sommige gevallen is de werknemer overgebleven taak afgewezen als kandidaat, in andere gevallen koos de werknemer ervoor om af te zien van handmatige postverwerking is in voortzetting van de loop der tijd volledig gedigitaliseerd zodat ook deze werkzaamheden zijn komen te vervallensollicitatieprocedure omdat zij van mening was dat de functies niet goed aansloten bij haar wensen en profiel. De digitale verwerking van post is thans binnen een samenwerkingsverband tussen werkgever neemt het standpunt in dat alle functie waarop de gemeenten [naam gemeente 1], [naam gemeente 2] en [naam werkgever] ([afkorting]) georganiseerd. werknemer gesolliciteerd heeft aangemerkt kunnen worden als passende functies; - Op 9 oktober 2018 hebben partijen besproken dat de kans dat er voor de werknemer intern een passende functie zou worden gevonden uitgesloten werd geacht. Partijen hebben op basis van artikel 10d:13 CAR-UWO afgesproken dat het VWNW-traject zich, met instemming van beide partijen, uitsluitend op externe mogelijkheden zou richten. - Voorafgaand en na de start van het VWNW traject zijn er gesprekken met de loopbaanadviseur gevoerd. Samen met de werkgever zijn er afspraken gemaakt over de re-integratie inspanningen van de werknemer. Op 19 juni 1 februari 2020 is een loopbaanadvies door de loopbaanadviseur opgesteld over het al dan niet verlengen periode van het VWNW traject en daarmee de kans van slagen op het vinden van werk. Uit dit advies volgt dat er geen concrete vooruitzichten zijn voor een passende of geschikte functie op korte termijn en dat een verlenging twee jaar van het VWNW-traject de kans hierop niet zal vergrotenverstreken. Een en ander De werkgever is met de werknemer doorgenomen en in gesprek gegaan over het beëindigen van de arbeidsovereenkomst. De werkgever heeft voorgesteld de arbeidsovereenkomst te beëindigen met wederzijds goedvinden door middel van een vaststellingsovereenkomst. De werknemer heeft echter aangegeven dat zij kan zich vinden in het opgestelde advieser de voorkeur aan geeft dat de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd door opzegging na verkregen toestemming van de cao-ontslagcommissie.

Appears in 1 contract

Samples: www.caogemeenten.nl

Het verzoek. Het verzoek met bijlagen is op 30 juni 10 maart 2020 ingediend en nadere informatie werd op 1 en 6 juli 16 maart 2020 ontvangen. Op de laatstgenoemde datum is de aanvraag volledig bevonden en in behandeling genomen. De gronden van het verzoek kunnen als volgt worden samengevat: - Op 1 januari 2018 is [naam werkgever] heringedeeld met de [naam gemeente 2]. De werknemer was werkzaam als gemeentesecretaris bij [naam werkgever] en heeft ervoor gekozen niet te solliciteren naar de functie van gemeentesecretaris/algemeen directeur van de werknemer, ‘Medewerker Aanvraagbehandeling D’ voor 0,94 fte, nieuwe gemeente [naam werkgever] na de herindeling. Met ingang van 1 januari 2018 is per 1 november 2018 opgeheven, als gevolg van een vermindering van werkzaamheden door o.a. digitalisering en het onderbrengen van werkzaamheden bij andere werknemers. - Binnen het generieke functieprofiel van ‘Medewerker Aanvraagbehandeling D’ was de werknemer als enige belast met een specifiek samenstel van werkzaamheden, bestaande uit administratieve taken voor het team ‘Fysiek Beheer’ (18 u/w) en werkzaamheden voor het team ‘Werk en Inkomen’ (16 u/w). Dit laatste betrof administratieve taken ten behoeve op basis van de peuteropvang Wet algemene regels herindeling (hierna: ‘Wet Arhi’) eervol ontslagen uit haar functie van gemeentesecretaris en postverwerkingmet ingang van 1 januari 2018 op haar verzoek door Gedeputeerde Staten [naam provincie] voorlopig aangesteld in algemene dienst bij [naam werkgever]. Hiermee viel zij onder de werking van het Sociaal Plan [naam sociaal plan] (hierna: ‘Sociaal Plan’); - De taken voor het team ‘Fysiek Xxxxxx’ zijn in de loop der jaren steeds verder in omvang afgenomen. Dit leidde in 2015 reeds tot vermindering van de uren van Partijen hebben afgesproken dat er samen gezocht zou worden naar een geschikte functie en dat bij gebreke daarvan de werknemer van 36 naar 18 uur, waarna aanvullende taken bij het team ‘Werk mogelijk boventallig zou worden verklaard en Inkomen’ werden gezocht, naar aanleiding van waarbij zij aanspraak zou hebben op een Van Werk Naar Van-Werk-Naar-Werk-traject (hierna: VWNW-traject). Na 2015 volgde een verdere afname gezamenlijk onderzoek van werkzaamheden, tot op het punt dat dat deze partijen bleek er geen zelfstandige (parttime) fte meer rechtvaardigden; - Teneinde tot een adequate bedrijfsvoering andere passende of geschikte functie beschikbaar te komen zijn de werkzaamheden voor de peuteropvang overgeheveld van team ‘Werk en Inkomen’ naar het ‘Gebiedsteam’ en daar over twee reeds aanwezige medewerkers verdeeld. Dat omdat het werk rechtstreeks aansluit bij de reeds door hen verrichte werkzaamheden. Binnen het laatstgenoemde team heeft als gevolg van deze overdracht geen uitbreiding van medewerkers plaatsgevonden; - De voor de werknemer overgebleven taak binnen de organisatie, noch binnen het gezagsbereik van handmatige postverwerking is in de loop der tijd volledig gedigitaliseerd zodat ook deze werkzaamheden zijn komen te vervallen. De digitale verwerking van post is thans binnen een samenwerkingsverband tussen de gemeenten [naam gemeente 1], [naam gemeente 2] en [naam werkgever] ([afkorting]) georganiseerd. - Op 9 oktober Bij besluit van 30 maart 2018 hebben partijen besproken dat de kans dat er voor is de werknemer intern een passende functie zou worden gevonden uitgesloten werd geachtmet ingang van 1 april 2018 als boventallig aangemerkt. Partijen hebben op basis Conform artikel 4.14 van artikel 10d:13 het Sociaal Plan in samenhang met hoofdstuk 10d van de gemeentelijke rechtspositieregeling CAR-UWO afgesproken dat (hierna: ‘CAR-UWO’), zoals van toepassing ten tijde van het nemen van het besluit, is met ingang van 1 april 2018 het VWNW-traject zich, met instemming gestart. Op grond van beide partijen, uitsluitend op externe mogelijkheden zou richten. - Voorafgaand artikel 8.3 en artikel 10d:21 lid 2 van de CAR-UWO kan 24 maanden na de start van het VWNW VWNW-traject zijn er gesprekken met ontslag worden verleend; - Sinds 1 januari 2018 is de loopbaanadviseur gevoerd. Samen met de werkgever zijn er afspraken gemaakt over de re-integratie inspanningen van de werknemer. Op 19 juni 2020 is een loopbaanadvies door de loopbaanadviseur opgesteld over het al dan niet verlengen werknemer vrijgesteld van het VWNW traject verrichten van werkzaamheden en daarmee de kans van slagen kon zij zich volledig richten op het vinden van werkeen andere baan. Uit dit advies volgt dat er geen concrete vooruitzichten zijn voor een passende of geschikte functie Hierin werd zij tijdens het VWNW-traject begeleid door haar loopbaancoach; - Met het oog op korte termijn en dat een verlenging het naderende einde van het VWNW-traject heeft de kans hierop werkgever conform artikel 10d:20 van de CAR-UWO in januari jl., zijnde de 21ste maand sinds de start van het VWNW-traject, een advies gevraagd aan de loopbaancoach van de werknemer. Nadat deze aanvankelijk adviseerde het traject te verlengen, is op 16 januari 2020 aan de werkgever medegedeeld dat er onvoldoende basis was het VWNW-traject voort te zetten. De werkgever heeft daarop besloten het advies over te nemen en het VWNW-traject niet zal vergroten. Een te verlengen; - De werkgever heeft zich gehouden aan de afspraken uit het VWNW-traject en ander is met de werknemer doorgenomen en zij kan zich vinden in het opgestelde adviesaldus voldoende herplaatsingsinspanningen verricht.

Appears in 1 contract

Samples: www.caogemeenten.nl

Het verzoek. Het verzoek met bijlagen is op 30 juni 23 december 2020 ingediend en nadere informatie werd op 1 en 6 juli 2020 ontvangeningediend. Op de laatstgenoemde datum 11 januari 2021 is de aanvraag volledig bevonden en in behandeling genomen. De gronden van het verzoek kunnen als volgt worden samengevat: - De functie Er is onderzoek gedaan naar de toekomst van de werknemer, ‘Medewerker Aanvraagbehandeling D’ voor 0,94 fte, is per 1 november 2018 opgehevenStichting [naam stichting], als gevolg van ontwikkelingen binnen het vervoersdomein, de wens van de provincie om het stichtingsbestuur te verlaten en de kwetsbaarheid van de stichting. Op 30 januari 2018 is besloten de stichting [naam stichting] per 1 januari 2019 te ontbinden, met als gevolg dat een vermindering deel van werkzaamheden door o.ade taken terugvloeit naar de afzonderlijke deelnemers, waaronder ook de [naam werkgever]. digitalisering en Andere taken houden op te bestaan, omdat deze onlosmakelijk verbonden zijn met het onderbrengen bestaan van werkzaamheden bij andere werknemersde stichting, met name afstemmingstaken. Over deze besluitvorming heeft de OR op 20 september 2018 positief geadviseerd. - Binnen het generieke functieprofiel van ‘Medewerker Aanvraagbehandeling D’ was Vanuit de gemeente werd 1,37 fte gedetacheerd aan de stichting, waarvan 0,7fte voor de zwaardere taken als projectleider. De werknemer als enige belast vervulde deze taken, welke met een specifiek samenstel van werkzaamheden, bestaande uit administratieve taken voor het team ‘Fysiek Beheer’ (18 u/w) en werkzaamheden voor het team ‘Werk en Inkomen’ (16 u/w). Dit laatste betrof administratieve taken ten behoeve de opheffing van de peuteropvang en postverwerking. - De taken voor het team ‘Fysiek Xxxxxx’ zijn in de loop der jaren steeds verder in omvang afgenomen. Dit leidde in 2015 reeds tot vermindering van de uren van de werknemer van 36 naar 18 uur, waarna aanvullende taken bij het team ‘Werk en Inkomen’ werden gezocht, naar aanleiding van een Van Werk Naar Werk-traject (hierna: VWNW-traject). Na 2015 volgde een verdere afname van werkzaamheden, tot op het punt dat dat deze geen zelfstandige (parttime) fte meer rechtvaardigden; - Teneinde tot een adequate bedrijfsvoering te komen zijn de werkzaamheden voor de peuteropvang overgeheveld van team ‘Werk en Inkomen’ naar het ‘Gebiedsteam’ en daar over twee reeds aanwezige medewerkers verdeeld. Dat omdat het werk rechtstreeks aansluit bij de reeds door hen verrichte werkzaamheden. Binnen het laatstgenoemde team heeft als gevolg van deze overdracht geen uitbreiding van medewerkers plaatsgevonden; - De voor de werknemer overgebleven taak van handmatige postverwerking is in de loop der tijd volledig gedigitaliseerd zodat ook deze werkzaamheden stichting zijn komen te vervallen. Het betreft een unieke functie. - Vanaf oktober 2018 is de interne begeleiding naar een andere functie gestart en zijn afspraken gemaakt voor aansluitende begeleiding door een extern bureau. De digitale verwerking looptijd van post het traject dat door het externe bureau werd verzorgd was van januari 2019 tot eind oktober 2019. Het externe traject is thans in oktober 2019 beëindigd, omdat de werknemer middels dit traject voldoende begeleiding en vaardigheden had opgedaan om de arbeidsmarkt te benaderen. Vanaf oktober 2019 is de begeleiding intern voortgezet. Tot op heden vinden intern periodieke gesprekken plaats, waarin de voortgang van sollicitatieactiviteiten wordt besproken en waar nodig ondersteuning wordt geboden. Daarnaast wordt de stand van zaken besproken over de tijdelijke inzet op tijdelijke taken binnen een samenwerkingsverband tussen de gemeenten [naam gemeente 1], [naam gemeente 2] en [naam werkgever] ([afkorting]) georganiseerd. - Op 9 oktober 2018 hebben partijen besproken dat Intern is de kans dat er werknemer voor twee vacatures voorgedragen, te weten voor de functie van Vrijwilligersadviseur en voor de functie van Beleidsmedewerker Xxxxxxx Xxxxxx. Voor beide functies is de werknemer intern na een passende functie zou worden gevonden uitgesloten werd geachteerste gesprek niet verder opgenomen in de procedure, beide functies zijn onvoldoende passend gebleken. Partijen hebben Extern is de werknemer drie keer uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek, waarbij de reden van afwijzing was gelegen in de urenomvang en/of kandidaten die beter aansloten op basis het gevraagde profiel. In september 2019 is een scholingsverzoek ingediend en gehonoreerd ten behoeve van artikel 10d:13 CAR-UWO afgesproken dat het VWNW-traject zich, met instemming van beide partijen, uitsluitend op externe mogelijkheden zou richten. - Voorafgaand de ontwikkeling en na de start doorgroei van het VWNW traject zijn er gesprekken met de loopbaanadviseur gevoerd. Samen met de werkgever zijn er afspraken gemaakt over de re-integratie inspanningen eigen bedrijf van de werknemer, kosten: € 1.150,-. Op 19 juni 2020 is Dit betrof een loopbaanadvies door cursus waarmee de loopbaanadviseur opgesteld over het al dan niet verlengen van het VWNW traject werknemer haar expertise verder kon uitbouwen en daarmee de kans van slagen op het vinden van werk. Uit dit advies volgt dat er geen concrete vooruitzichten zijn voor een passende of geschikte functie op korte termijn en dat een verlenging van het VWNW-traject de kans hierop niet zal vergroten. Een en ander is met de werknemer doorgenomen en zij kan zich vinden in het opgestelde adviesook haar klantenkring.

Appears in 1 contract

Samples: www.caogemeenten.nl

Het verzoek. Het verzoek met bijlagen is op 30 juni 8 december 2020 ingediend en nadere informatie werd op 1 en 6 juli 2020 ontvangeningediend. Op de laatstgenoemde datum 22 december 2020 is de aanvraag volledig bevonden en in behandeling genomen. De gronden van het verzoek kunnen als volgt worden samengevat: - In 2017 heeft de werkgever een veranderplan opgesteld, gericht op de doorontwikkeling van het functioneren van de organisatie. Daarbij is onder meer gekeken naar de bestaande structuur van diensten en afdelingen, gericht op het versterken van de samenhang en slagkracht van de organisatie in relatie tot de opgaven in [naam arbeidsplaats]. De structuur van diensten is opgeheven en er is een wijziging aangebracht in de sturing in de top van de organisatie. In februari 2018 zijn hiertoe uitgangspunten vastgesteld, hetgeen heeft geleid tot een andere indeling van taken tussen afdelingen en een andere inrichting van de sturing binnen die afdelingen. Uitgangspunt was een ‘platte’ organisatie’ en zo min mogelijk leidinggevende rollen. Het aantal afdelingen is gereduceerd van 27 naar 19, waarbij 12 functies van adjunct afdelingsmanagers, teamleiders en coördinatoren zijn gewijzigd of vervallen. - De functie van de werknemer, ‘Medewerker Aanvraagbehandeling D’ voor 0,94 fteTeamleider Inkoop en Aanbesteding, is per 1 november 2018 opgeheven, als gevolg van een vermindering de veranderingen gewijzigd. Een uitspraak van werkzaamheden door o.ade [naam rechtbank] van 27 februari 2020 heeft bevestigd dat deze besluitvorming op goede gronden is genomen. digitalisering en het onderbrengen van werkzaamheden bij andere werknemers. - Binnen het generieke functieprofiel van ‘Medewerker Aanvraagbehandeling D’ was In de herplaatsingsprocedure is de werknemer als enige belast met een specifiek samenstel van werkzaamheden, bestaande uit administratieve taken niet geschikt bevonden voor het team ‘Fysiek Beheer’ (18 u/w) en werkzaamheden voor het team ‘Werk en Inkomen’ (16 u/w)de gewijzigde functie. Dit laatste betrof administratieve taken ten behoeve van de peuteropvang en postverwerking. - De taken voor het team ‘Fysiek Xxxxxx’ zijn in de loop der jaren steeds verder in omvang afgenomen. Dit leidde in 2015 reeds tot vermindering van de uren van Omdat er geen andere passende functies voorhanden waren is de werknemer van 36 naar 18 uur, waarna aanvullende taken bij het team ‘Werk per 1 mei 2019 boventallig verklaard en Inkomen’ werden gezocht, naar aanleiding van is een Van Werk Naar Van- Werk-Naar-Werk-traject (hierna: VWNW-traject)) gestart. Na 2015 volgde een verdere afname van werkzaamheden, tot op het punt dat dat deze geen zelfstandige (parttime) fte meer rechtvaardigden; - Teneinde tot een adequate bedrijfsvoering te komen zijn Het tegen de werkzaamheden voor de peuteropvang overgeheveld van team ‘Werk en Inkomen’ naar het ‘Gebiedsteam’ en daar over twee reeds aanwezige medewerkers verdeeld. Dat omdat het werk rechtstreeks aansluit bij de reeds boventalligheid gerichte bezwaarschrift is door hen verrichte werkzaamheden. Binnen het laatstgenoemde team heeft als gevolg van deze overdracht geen uitbreiding van medewerkers plaatsgevonden; - De voor de werknemer overgebleven taak van handmatige postverwerking is in de loop der tijd volledig gedigitaliseerd zodat ook deze werkzaamheden zijn komen te vervallen. De digitale verwerking van post is thans binnen een samenwerkingsverband tussen de gemeenten [naam gemeente 1], [naam gemeente 2] en [naam werkgever] ([afkorting]) georganiseerdop 3 maart 2020 ingetrokken. - Op 9 oktober 2018 hebben partijen besproken dat de kans dat er voor de werknemer intern een passende functie zou worden gevonden uitgesloten werd geacht. Partijen hebben op basis van artikel 10d:13 CAR-UWO afgesproken dat het VWNW-traject zich, met instemming van beide partijen, uitsluitend op externe mogelijkheden zou richten. - Voorafgaand en na Vanaf de start van het VWNW traject zijn er gesprekken met de loopbaanadviseur gevoerd. Samen met de werkgever zijn er afspraken gemaakt over de re-integratie inspanningen van de werknemer. Op 19 juni 2020 is een loopbaanadvies door de loopbaanadviseur opgesteld over het al dan niet verlengen van het VWNW traject en daarmee de kans van slagen op het vinden van werk. Uit dit advies volgt dat er geen concrete vooruitzichten zijn voor een passende of geschikte functie op korte termijn en dat een verlenging van het VWNW-traject de kans hierop niet zal vergroten. Een en ander is met heeft de werknemer doorgenomen aangegeven dat hij zich wil richten op een nieuwe functie buiten de organisatie van de werkgever. Daarom is hij in juli 2019 gestart met externe begeleiding van bureau ‘50+ Carrière’, voor de duur van zes maanden en zij kan zich vinden in later verlengd met drie maanden, waarbij de focus met name lag op activiteiten gericht op arbeidsmarktbenadering. De werknemer heeft daarnaast toegang gehouden tot interne vacatures en heeft de opleiding ‘Masterclass Verandermanagement’ gevolgd. Van 1 december 2019 tot medio mei 2020 heeft hij 24 uur per week werkzaamheden verricht als projectleider bij ‘Voedselloket [naam arbeidsplaats]’. In het opgestelde advieskader van het VWNW-traject is driemaandelijks de voortgang geëvalueerd en is na 18 maanden een advies uitgebracht door de interne loopbaanadviseur. De werknemer heeft diverse externe sollicitaties verricht en gesprekken gevoerd, maar tot op heden hebben zijn inspanningen nog niet tot een (structurele) passende nieuwe functie geleid.

Appears in 1 contract

Samples: www.caogemeenten.nl

Het verzoek. Het verzoek met bijlagen is op 30 juni 17 augustus 2020 ingediend en nadere informatie werd op 1 en 6 juli 2020 ontvangeningediend. Op de laatstgenoemde datum 21 augustus 2020 is de aanvraag volledig bevonden en in behandeling genomen. De gronden van het verzoek feiten kunnen als volgt worden samengevat: - De werknemer is sinds [datum indiensttreding]in dienst bij de werkgever, aanvankelijk in de functie van medewerker Werk en Inkomen bij de afdeling Sociale Zaken. Bij brief van 19 april 2012 heeft de werkgever aan de werknemer voorgesteld de werknemer in een ontwikkelfunctie te plaatsen om hem op te leiden tot manager. Het voorstel behelsde een plaatsing in de functie van ‘medewerker algemene dienst’ met specifieke functioneel leidinggevende taken voor de duur van vier jaar. Blijkens de bijlage betreft de taakopdracht het vervullen van de functie van ‘coördinator Bureau Werk en Inkomen’. In de brief is aangegeven dat als de taakopdracht wegvalt, er sprake is van vermindering van taken of onvoldoende groei, de werknemer dan terug zou vallen in de functie van algemeen adviseur Concernzaken of doorstroomt in een gelijkwaardige functie bij de [naam werkgever] (en zal worden belast met een takenpakket passend bij zijn kennis en ervaring) of een andere organisatie. De werknemer heeft deze brief voor akkoord getekend. - Bij besluit van 30 mei 2013 is de werknemer per 1 juni 2013 ontheven uit de functie Coördinator bureau Werk en Inkomen, vanwege samenvoeging van een tweetal afdelingen. Met ingang van 1 juni 2013 is de werknemer benoemd in de functie van adviseur in algemene dienst bij de afdeling Concernzaken. In overleg tussen de werkgever en de werknemer is een takenpakket samengesteld. Nadien werd de afdeling Concernzaken opgeheven en werd de werknemer per 1 december 2013 overgeplaatst naar het bureau ‘Facilitaire Zaken’ van de afdeling ‘Staf’ in de hoedanigheid van adviseur in algemene dienst, met behoud van zijn taken. Opgemerkt is dat de werknemer in overleg met zijn nieuwe leidinggevende afspraken zou maken over de invulling van zijn takenpakket, waarbij werd beoogd dat deze werkzaamheden voor een periode van drie jaar bij het Bureau Facilitaire Zaken zouden worden uitgevoerd. De werknemer verrichtte bij dit bureau taken op het gebied van informatiebeveiliging en privacy; - Op 15 januari 2016 heeft de werknemer zich ziek gemeld. Vanwege van de re-integratie van de werknemer werd hij na 1 december 2016 niet belast met een nieuwe taakopdracht, maar met enkele tijdelijke taken in het kader van de re-integratie. De werknemer solliciteerde nadien op een tweetal functies (respectievelijk Bureauhoofd Werk, Inkomen en Zorg en PO-adviseur), maar werd daarvoor niet de geschikte kandidaat geacht. Tegen deze afwijzingen werden geen rechtsmiddelen ingesteld. - Op 13 juni 2017 volgde een betermelding, maar op 31 juli 2017 meldde de werknemer zich opnieuw ziek. Begin 2018 stelde de bedrijfsarts vast dat de werknemer geen arbeidsbeperkingen meer had. Na de betermelding is de werknemer echter niet meer belast met interne werkzaamheden. Wel verrichtte de werknemer op dat moment extern werkzaamheden voor [naam externe organisatie] en zette hij zich vier uur per week in voor de ondernemingsraad. Nadien volgde nog een sollicitatie en afwijzing; - Bij voorgenomen besluit van 25 juni 2018 heeft de werkgever het voornemen geuit de werknemer buitengewoon verlof te verlenen, op grond van het feit dat hij sinds 1 december 2016 functieloos ambtenaar was en daarmee bovenformatief. Er wordt opgemerkt dat het niet mogelijk is gebleken de werknemer te plaatsen in een passende functie of met passende werkzaamheden te belasten. De werkgever ziet geen mogelijkheid meer de werknemer binnen de organisatie passend werk op te dragen. In een zienswijze van 6 juli 2018 schrijft de werknemer dat hij het niet eens is met de buitengewoon verlof-verlening en nog immer de functie van adviseur in algemene dienst bekleedt. Hij meent dat het mogelijk moet zijn dat voor hem een passend takenpakket wordt samengesteld. - Bij besluit van 11 juli 2018 heeft de werkgever de werknemer buitengewoon verlof verleend. De werknemer heeft bezwaar aangetekend. - Op 11 oktober 2018 heeft de werkgever het voornemen geuit de functie van de werknemer, ‘Medewerker Aanvraagbehandeling D’ voor 0,94 fte, is werknemer per 1 november 2018 opgehevenop te heffen en hem boventallig te verklaren. Ter motivering stelt de werkgever dat de functie adviseur in algemene dienst inhoudsloos is geworden, als gevolg van een vermindering van werkzaamheden door o.a. digitalisering en het onderbrengen van werkzaamheden bij andere werknemers. - Binnen het generieke functieprofiel van ‘Medewerker Aanvraagbehandeling D’ was omdat de werknemer als enige niet meer is dan wel kon worden belast met een specifiek samenstel van concrete werkzaamheden, bestaande uit administratieve taken voor het team ‘Fysiek Beheer’ (18 u/w) en werkzaamheden voor het team ‘Werk en Inkomen’ (16 u/w). Dit laatste betrof administratieve taken ten behoeve van Na de peuteropvang en postverwerking. - De taken voor het team ‘Fysiek Xxxxxx’ zijn in de loop der jaren steeds verder in omvang afgenomen. Dit leidde in 2015 reeds tot vermindering van de uren zienswijze van de werknemer op 17 oktober 2018 heeft de werkgever bij primair besluit van 36 naar 18 uur, waarna aanvullende taken bij 23 oktober 2018 de functie van adviseur in algemene dienst opgeheven en de werknemer boventallig verklaard per 1 november 2018. Ook hiertegen tekende de werknemer bezwaar aan. Bij beslissing op bezwaar van 22 januari 2019 verklaarde de werkgever de bezwaren van de werknemer tegen het team ‘Werk besluit van 11 juli 2018 en Inkomen’ werden gezocht, naar aanleiding het besluit van 23 oktober 2018 ongegrond. Op 12 februari 2019 heeft de werknemer hiertegen beroep ingesteld; - Eind maart 2019 hebben partijen een Van Werk Naar Werk-contract getekend. De begeleiding van de werknemer heeft plaatsgevonden door [naam begeleidingsbureau]. De werkgever heeft in dit verband een opleiding contract- en leveranciersmanagement voor de werknemer bekostigd. - Op 10 juli 2020 heeft de loopbaanadviseur van [naam begeleidingsbureau] een loopbaanadvies in de zin van artikel 10d:20 CAR-UWO uitgebracht en geadviseerd het traject met [naam begeleidingsbureau] na 1 afloop van de Van Werk Naar Werk-periode per 1 november 2020 niet voort te zetten. - De werkgever onderbouwt zijn verzoek – samengevat – als volgt: - Op grond van artikel 8:3 van de gemeentelijke rechtspositieregeling CAR-UWO (hierna: VWNWCAR-traject)UWO) kan een ambtenaar reorganisatie-ontslag worden verleend vanwege opheffing van zijn functie. Hoewel het besluit tot opheffing van de functie nog niet rechtens onaantastbaar is, staat dat niet in de weg aan de zelfstandige bevoegdheid die de commissie heeft om het bestaan van een redelijke grond voor ontslag te toetsen. Van belang is dat de functie van adviseur in algemene dienst ooit in het leven is geroepen voor medewerkers die boven de formatie belast werden met tijdelijke werkzaamheden. Deze functie werd voor de werknemer gecreëerd tot 1 december 2016, toen hij per 1 juni 2013 werd ontheven uit zijn formatieve functie van coördinator bureau Werk en Inkomen vanwege de organisatieverandering van destijds. Getracht is invulling te geven aan de functie van de werknemer, echter is dit – los van enkele tijdelijke taken op het gebied van informatievoorziening en privacy – niet gelukt. Toen de werknemer zich begin januari 2016 ziek meldde, zijn deze taken bij een collega belegd. Nadien werden, vooruitlopend op het structureel inrichten van informatieveiligheid en privacy, een drietal functies gecreëerd. Op een van deze functies solliciteerde de werknemer, maar zonder succes. Een van de redenen daarbij was dat de werknemer geen toestemming gaf het resultaat van een assessment in de procedure te betrekken. De collega die eerder tijdelijk werd ingezet is per 1 november 2017 definitief aangesteld en wel als ‘Medewerker Informatieveiligheid’. Na 2015 volgde het herstel van de werknemer op 30 januari 2018 is het niet mogelijk gebleken hem te belasten met andere tijdelijke taken dan wel hem te plaatsen in een verdere afname passende functie. Omdat plaatsing in de functie van werkzaamhedenadviseur in algemene dienst was beoogd slechts tijdelijk te zijn, is de werkgever tot op het punt de slotsom gekomen dat dat deze geen zelfstandige (parttime) fte meer rechtvaardigden; - Teneinde een doelmatige bedrijfsvoering noodzaakt tot een adequate bedrijfsvoering te komen zijn de werkzaamheden voor de peuteropvang overgeheveld van team ‘Werk en Inkomen’ naar het ‘Gebiedsteam’ en daar over twee reeds aanwezige medewerkers verdeeld. Dat omdat het werk rechtstreeks aansluit bij de reeds door hen verrichte werkzaamheden. Binnen het laatstgenoemde team heeft als gevolg opheffing van deze overdracht geen uitbreiding van medewerkers plaatsgevondenfunctie; - De voor de werknemer overgebleven taak van handmatige postverwerking is in de loop der tijd volledig gedigitaliseerd zodat ook deze werkzaamheden zijn komen te vervallen. De digitale verwerking van post is thans binnen een samenwerkingsverband tussen de gemeenten [naam gemeente 1]werkgever stelt dat zij nadien aan haar herplaatsingsverplichtingen heeft voldaan, [naam gemeente 2] en [naam werkgever] ([afkorting]) georganiseerd. - Op 9 oktober 2018 hebben partijen besproken dat de kans dat er voor de werknemer intern een passende functie zou worden gevonden uitgesloten werd geacht. Partijen hebben gelet op basis van artikel 10d:13 CAR-UWO afgesproken dat het gedegen VWNW-traject zich, met instemming en daarmee is aan alle wettelijke vereisten voor het verlenen van beide partijen, uitsluitend op externe mogelijkheden zou richten. - Voorafgaand en na de start van het VWNW traject zijn er gesprekken met de loopbaanadviseur gevoerd. Samen met de werkgever zijn er afspraken gemaakt over de re-integratie inspanningen toestemming voor opzegging van de werknemer. Op 19 juni 2020 is een loopbaanadvies door de loopbaanadviseur opgesteld over het al dan niet verlengen van het VWNW traject en daarmee de kans van slagen op het vinden van werk. Uit dit advies volgt dat er geen concrete vooruitzichten zijn voor een passende of geschikte functie op korte termijn en dat een verlenging van het VWNW-traject de kans hierop niet zal vergroten. Een en ander is met de werknemer doorgenomen en zij kan zich vinden in het opgestelde adviesarbeidsovereenkomst voldaan.

Appears in 1 contract

Samples: www.caogemeenten.nl