INSTANDHOUDING VAN HET ONDERPAND. 15.1 Het onderpand moet ten genoegen van geldgever in goede staat, behoorlijk en in overeenstemming met de geldende overheidsvoorschriften worden gehouden en 15.2 Het aanbrengen, gedogen of toestaan van een wijziging van het onderpand waardoor naar de mening van geldgever waardevermindering kan optreden, is niet toegestaan. Zonder toestemming van geldgever mogen de aard van het gebruik of de bestemming, inrichting en gedaante van het onderpand niet worden gewijzigd. Het onderpand mag niet geheel of gedeeltelijk worden afgebroken en, voor zover onbebouwd, niet worden vergraven of afgegraven. 15.3 Bestaande of toekomstige vorderingen wegens schade of anderszins en concessies het onderpand betreffende mogen zonder toestemming van geldgever niet worden vastgesteld, overeengekomen, ontvangen of afgekocht. 15.4 Bestanddelen van de onroerende zaak die tot onderpand dient, alsmede werken die duurzaam met de onroerende zaak zijn verenigd, mogen niet zonder schriftelijke toestemming van geldgever door afscheiding roerend worden gemaakt, ongeacht of deze bestanddeelvorming of vereniging vóór of na de hypotheekverlening heeft plaatsgevonden. 15.5 Alle veranderingen en toevoegingen aan het onderpand strekken tot zekerheid voor de schuld en mogen zonder toestemming van geldgever niet worden weggenomen. Roerende zaken die bestemd zijn het onderpand duurzaam te dienen en aan geldgever zijn verpand, mogen alleen worden vervangen door andere roerende zaken van dezelfde of betere kwaliteit. 15.6 Zonder toestemming van geldgever mag het onderpand niet worden vervreemd, gesplitst, verdeeld, verenigd of in huurkoop worden verkocht of worden bezwaard met een recht van hypotheek of pand, een erfdienstbaarheid, een kwalitatieve verplichting of enig ander beperkt recht. Het onderpand mag niet worden ontdaan van heersende erfdienstbaarheden of andere rechten. 15.7 Geldgever heeft het recht, voor rekening van schuldenaar al datgene te verrichten of ongedaan te maken of te (doen) vernietigen dat in strijd met het hiervoor in dit artikel 15 bepaalde is nagelaten of gedaan.
Appears in 2 contracts
Samples: Leningvoorwaarden Voor Een Hypotheek, Leningvoorwaarden Voor Een Hypotheek
INSTANDHOUDING VAN HET ONDERPAND. 15.1 Het onderpand moet ten genoegen van geldgever in goede staat, behoorlijk en in overeenstemming met de geldende overheidsvoorschriften worden gehouden en
15.2 Het aanbrengen, gedogen of toestaan van een wijziging van het onderpand waardoor naar de mening van geldgever waardevermindering kan optreden, is niet toegestaan. 1 Zonder voorafgaande toestemming van geldgever mogen de aard van het gebruik of de bestemming, inrichting en gedaante van het onderpand niet worden gewijzigd. Het onderpand mag niet geheel of gedeeltelijk worden afgebroken en, voor zover onbebouwd, niet worden vergraven of afgegraven.
15.3 Bestaande of toekomstige vorderingen wegens schade of anderszins en concessies het onderpand betreffende mogen zonder toestemming van geldgever niet worden vastgesteld, overeengekomen, ontvangen of afgekocht.
15.4 Bestanddelen van de onroerende zaak die tot onderpand dient, alsmede werken die duurzaam met de onroerende zaak zijn verenigd, mogen niet zonder schriftelijke toestemming van geldgever door afscheiding roerend worden gemaakt, ongeacht of deze bestanddeelvorming of vereniging vóór of na de hypotheekverlening heeft plaatsgevonden.
15.5 Alle veranderingen en toevoegingen aan het onderpand strekken tot zekerheid voor de schuld en mogen zonder toestemming van geldgever niet worden weggenomen. Roerende zaken die bestemd zijn het onderpand duurzaam te dienen en aan geldgever zijn verpand, mogen alleen worden vervangen door andere roerende zaken van dezelfde of betere kwaliteit.
15.6 Zonder toestemming van geldgever schuld- eiseres mag het onderpand niet noch geheel, noch gedeeltelijk worden vervreemd, gesplitst, verdeeld, verenigd of in huurkoop verdeeld. Een splitsing die heeft plaatsgevonden mag niet worden verkocht of worden bezwaard opgeheven.
2 Zonder voorafgaande toestemming van de schuld- eiseres mag het onderpand niet met een recht van hypotheek pand of pandhypotheek, een erfdienstbaarheiderfdienstbaarheden of andere zakelijke of persoonlijke rechten, een kwalitatieve verplichting of enig ander beperkt rechtniet-kwalitatieve verplichtingen worden bezwaard. Het onderpand Evenmin mag niet het worden ontdaan van heersende erfdienstbaarheden of andere zakelijke of persoonlijke rechten.
15.7 Geldgever 3 Het onderpand zal steeds overeenkomstig de aard of bestemming die het ten tijde van de hypotheekstelling heeft naar behoren moeten worden gebruikt.
4 De aard van het rechtgebruik, de exploitatie en de bestemming, de inrichting en de gedaante van het onderpand mogen zonder toestemming van de schuld- eiseres niet worden gewijzigd. Veranderingen of toevoegingen waardoor waardevermindering kan optreden zijn niet toegestaan.
5 Alle veranderingen of toevoegingen aan het onderpand zullen mede strekken tot zekerheid voor de nakoming van het verschuldigde. Zonder voorafgaande toestemming van de schuldeiseres mag de schuldenaar geen veranderingen of toevoegingen wegnemen.
6 Indien een recht van hypotheek is verleend op een recht van erfpacht zal de erfpachter: • zonder voorafgaande toestemming van de schuld- eiseres geen overeenkomst aangaan waarbij de erfpachtvoorwaarden worden gewijzigd; • het onderpand niet in een zodanige toestand brengen, dat daarvan een wijziging van erfpachtvoorwaarden het gevolg is of kan zijn; • geen handelingen verrichten of nalaten waardoor het recht van erfpacht kan komen te vervallen. Voor het geval zich vermenging van de eigendom en het recht van erfpacht voordoet, verplicht de schuldenaar zich reeds nu voor alsdan om, indien en op het tijdstip waarop de schuldeiseres dit wenselijk zal achten, op kosten van de schuldeiseres tot zekerheid voor de betaling van het verschuldigde een recht van eerste hypotheek te vestigen op de volle eigendom van het betreffende registergoed.
7 Indien het recht van erfpacht eindigt zonder dat het verschuldigde op dat tijdstip volledig is betaald, is de schuldenaar verplicht: • zijn medewerking te verlenen aan het vestigen van een nieuw recht van erfpacht; en • op het nieuwe recht van erfpacht een recht van hypotheek te verlenen ten behoeve van de schuld- eiseres. Dit recht van hypotheek moet van gelijke rang zijn als het recht van hypotheek op het geëindigde recht van erfpacht. De kosten die verbonden zijn aan bedoelde hypotheekverlening zijn voor rekening van schuldenaar al datgene te verrichten of ongedaan te maken of te (doen) vernietigen dat in strijd met het hiervoor in dit artikel 15 bepaalde is nagelaten of gedaande schuldenaar.
Appears in 1 contract
Samples: Hypotheekvoorwaarden
INSTANDHOUDING VAN HET ONDERPAND. 15.1 10.1 Het onderpand moet ten genoegen van geldgever zal in elk opzicht in goede staat, behoorlijk en in overeenstemming met de geldende overheidsvoorschriften staat worden gehouden en
15.2 Het aanbrengen, gedogen of toestaan van een wijziging van het onderpand waardoor naar de mening van geldgever waardevermindering kan optreden, is niet toegestaan. Zonder toestemming van geldgever mogen de aard van het gebruik of de bestemming, inrichting en gedaante van het onderpand niet worden gewijzigdgehouden. Het onderpand mag niet niet, noch door toedoen noch door louter gedogen van de schuldenaar, geheel of gedeeltelijk worden afgebroken en, of op andere wijze in waarde worden verminderd en - voor zover onbebouwd, ongebouwd - niet worden vergraven of afgegraven.
15.3 Bestaande 10.2 Het onderpand mag op generlei wijze worden misbruikt. Zonder schriftelijke toestemming van de geldgever mag het onderpand niet worden verdeeld, met enig recht of enige last bezwaard, van heersende erfdienstbaarheden of van andere rechten worden ontdaan, van aard, inrichting, gedaante of bestemming veranderd, verbouwd, met een ander perceel verenigd of in appartementsrechten worden gesplitst; evenmin mag de aard van het gebruik of van de exploitatie van het onderpand zonder schriftelijke toestemming van de geldgever worden gewijzigd, mag het onderpand al of niet tegen vergoeding in (mede)gebruik of (mede)genot worden afgestaan anders dan voor korte duur of mogen een bestaande of toekomstige vorderingen wegens schade of anderszins en concessies het onderpand betreffende mogen zonder toestemming van geldgever niet andere claims of vorderingen worden vastgesteld, overeengekomen, ontvangen of afgekocht.
15.4 10.3 Bestanddelen van de onroerende zaak die tot onderpand dient, alsmede werken die duurzaam met de onroerende zaak zijn verenigd, verenigd mogen niet zonder schriftelijke toestemming van de geldgever door afscheiding roerend worden gemaakt, ongeacht onverschillig of deze bestanddeelvorming of vereniging vóór voor of na de hypotheekverlening heeft plaatsgevonden.
15.5 10.4 Alle veranderingen en toevoegingen aan het onderpand na de vestiging van het hypotheekrecht strekken tot zekerheid voor de schuld en mogen zonder toestemming van geldgever kunnen niet worden weggenomen. Roerende zaken die , evenmin als de roerende veranderingen en toevoegingen die, als eigendom van de schuldenaar, bestemd zijn het onderpand duurzaam om tot blijvend gebruik van de onroerende zaak te dienen en aan geldgever zijn verpand, mogen alleen worden vervangen door andere roerende zaken van dezelfde of betere kwaliteitdienen.
15.6 Zonder toestemming van 10.5 De geldgever mag het onderpand niet worden vervreemd, gesplitst, verdeeld, verenigd of in huurkoop worden verkocht of worden bezwaard met een recht van hypotheek of pand, een erfdienstbaarheid, een kwalitatieve verplichting of enig ander beperkt recht. Het onderpand mag niet worden ontdaan van heersende erfdienstbaarheden of andere rechten.
15.7 Geldgever heeft het recht, recht voor rekening van de schuldenaar al datgene te verrichten of verrichten, ongedaan te maken of te (doen) doen vernietigen dat wat in strijd met het hiervoor in dit artikel 15 bepaalde is nagelaten of gedaan.
10.6 Indien de schuldenaar in ernstige mate tekort schiet in zijn verplichtingen tegenover de geldgever, is de geldgever bevoegd om het onderpand in beheer te nemen en dit beheer voort te zetten, mits de ter zake bevoegde President van de Rechtbank daartoe machtiging heeft verleend. Indien zulks met het oog op een executie vereist of dringend gewenst is, is de geldgever bevoegd het onderpand onder zich te nemen en te verlangen dat ontruiming plaatsvindt.
10.7 De geldgever heeft het recht te allen tijde het onderpand door een door hem aan te wijzen persoon te doen opnemen en zich te overtuigen of iets in strijd met dit artikel is geschied of nagelaten. De schuldenaar is verplicht aan de geldgever en/of zijn gevolmachtigden vrije toegang tot het onderpand te verlenen en/of te doen verlenen en er zorg voor te dragen dat al hetgeen waarop de geldgever op grond van het bepaalde in dit artikel recht heeft wordt uitgevoerd. Bij onbeheerd zijn van het onderpand is de geldgever bevoegd zichzelf de toegang te verschaffen.
10.8 De schuldenaar is verplicht te voldoen aan alle terzake van de lening en het onderpand toepasselijke wettelijke bepalingen en overheidsvoorschriften teneinde de aan de geldgever verleende rechten en acties op geen enkele wijze te korten.
Appears in 1 contract
Samples: Leningsvoorwaarden
INSTANDHOUDING VAN HET ONDERPAND. 15.1 Het onderpand moet ten genoegen van geldgever in goede staat, behoorlijk en in overeenstemming met de geldende overheidsvoorschriften worden gehouden en
15.2 Het aanbrengen, gedogen of toestaan van een wijziging van het onderpand waardoor naar de mening van geldgever waardevermindering kan optreden, is niet toegestaan. 1 Zonder voorafgaande toestemming van geldgever mogen de aard van het gebruik of de bestemming, inrichting en gedaante van het onderpand niet worden gewijzigd. Het onderpand mag niet geheel of gedeeltelijk worden afgebroken en, voor zover onbebouwd, niet worden vergraven of afgegraven.
15.3 Bestaande of toekomstige vorderingen wegens schade of anderszins en concessies het onderpand betreffende mogen zonder toestemming van geldgever niet worden vastgesteld, overeengekomen, ontvangen of afgekocht.
15.4 Bestanddelen van de onroerende zaak die tot onderpand dient, alsmede werken die duurzaam met de onroerende zaak zijn verenigd, mogen niet zonder schriftelijke toestemming van geldgever door afscheiding roerend worden gemaakt, ongeacht of deze bestanddeelvorming of vereniging vóór of na de hypotheekverlening heeft plaatsgevonden.
15.5 Alle veranderingen en toevoegingen aan het onderpand strekken tot zekerheid voor de schuld en mogen zonder toestemming van geldgever niet worden weggenomen. Roerende zaken die bestemd zijn het onderpand duurzaam te dienen en aan geldgever zijn verpand, mogen alleen worden vervangen door andere roerende zaken van dezelfde of betere kwaliteit.
15.6 Zonder toestemming van geldgever schuldeiseres mag het onderpand niet noch geheel, noch gedeeltelijk worden vervreemd, gesplitst, verdeeld, verenigd of in huurkoop verdeeld. Een splitsing die heeft plaatsgevonden mag niet worden verkocht of worden bezwaard opgeheven.
2 Zonder voorafgaande toestemming van de schuldeiseres mag het onderpand niet met een recht van hypotheek pand of pandhypotheek, een erfdienstbaarheiderfdienstbaarheden of andere zakelijke of persoonlijke rechten, een kwalitatieve verplichting of enig ander beperkt rechtniet-kwalitatieve verplichtingen worden bezwaard. Het onderpand Evenmin mag niet het worden ontdaan van heersende erfdienstbaarheden of andere zakelijke of persoonlijke rechten.
15.7 Geldgever 3 Het onderpand zal steeds overeenkomstig de aard of bestemming die het ten tijde van de hypotheekstelling heeft naar behoren moeten worden gebruikt.
4 De aard van het rechtgebruik, de exploitatie en de bestemming, de inrichting en de gedaante van het onderpand mogen zonder toestemming van de schuldeiseres niet worden gewijzigd. Veranderingen of toevoegingen waardoor waardevermindering kan optreden zijn niet toegestaan.
5 Alle veranderingen of toevoegingen aan het onderpand zullen mede strekken tot zekerheid voor de nakoming van het verschuldigde. Zonder voorafgaande toestemming van de schuldeiseres mag de schuldenaar geen veranderingen of toevoegingen wegnemen.
6 Indien een recht van hypotheek is verleend op een recht van erfpacht zal de erfpachter: • zonder voorafgaande toestemming van de schuldeiseres geen overeenkomst aangaan waarbij de erfpachtvoorwaarden worden gewijzigd; • het onderpand niet in een zodanige toestand brengen, dat daarvan een wijziging van erfpachtvoorwaarden het gevolg is of kan zijn; • geen handelingen verrichten of nalaten waardoor het recht van erfpacht kan komen te vervallen. Voor het geval zich vermenging van de eigendom en het recht van erfpacht voordoet, verplicht de schuldenaar zich reeds nu voor alsdan om, indien en op het tijdstip waarop de schuldeiseres dit wenselijk zal achten, op kosten van de schuldeiseres tot zekerheid voor de betaling van het verschuldigde een recht van eerste hypotheek te vestigen op de volle eigendom van het betreffende registergoed.
7 Indien het recht van erfpacht eindigt zonder dat het verschuldigde op dat tijdstip volledig is betaald, is de schuldenaar verplicht: • zijn medewerking te verlenen aan het vestigen van een nieuw recht van erfpacht; en • op het nieuwe recht van erfpacht een recht van hypotheek te verlenen ten behoeve van de schuldeiseres. Dit recht van hypotheek moet van gelijke rang zijn als het recht van hypotheek op het geëindigde recht van erfpacht. De kosten die verbonden zijn aan bedoelde hypotheekverlening zijn voor rekening van schuldenaar al datgene te verrichten of ongedaan te maken of te (doen) vernietigen dat in strijd met het hiervoor in dit artikel 15 bepaalde is nagelaten of gedaande schuldenaar.
Appears in 1 contract
Samples: Verhuurhypotheek
INSTANDHOUDING VAN HET ONDERPAND. 15.1 Het onderpand Onderpand moet ten genoegen van geldgever de Geldverstrekker in goede staat, behoorlijk en in overeenstemming met de geldende overheidsvoorschriften staat worden gehouden en
15.2 Het aanbrengenen eventuele beschadigingen moeten met bekwame spoed worden hersteld. De aard, gedogen de bestemming, het gebruik, de inrichting en de gedaante van het Onderpand mogen zonder voorafgaande toestemming van de Geldverstrekker niet worden veranderd, noch mag een waardevermindering worden veroorzaakt, gedoogd of toestaan toegestaan. In geval van een wijziging verbouwing zal Geldverstrekker zijn toestemming niet onthouden indien de verbouwing redelijkerwijs niet tot een waardevermindering van het onderpand waardoor naar Onderpand leidt. Indien de mening van geldgever waardevermindering kan optredenGeldverstrekker dat nodig acht, is niet toegestaande Schuldenaar verplicht het Onderpand op zijn kosten door een door de Geldverstrekker aan te wijzen taxateur te laten (her)taxeren. Zonder Het Onderpand mag zonder voorafgaande toestemming van geldgever mogen de Geldverstrekker niet worden verenigd, verdeeld, toegedeeld, gesplitst (ook niet in appartementsrechten) of met enig recht, daaronder begrepen een recht van pand of hypotheek anders dan ten gunste van de Geldverstrekker, of met retentierecht, of enige last of kwalitatieve verplichting worden bezwaard, het mag niet van heersende erfdienstbaarheden of van andere rechten worden ontdaan, noch mag de aard van het gebruik of de bestemming, inrichting en gedaante van het onderpand niet exploitatie worden gewijzigd. Het onderpand mag niet geheel of gedeeltelijk worden afgebroken en, voor zover onbebouwd, niet worden vergraven of afgegraven.
15.3 Bestaande of toekomstige claims of vorderingen wegens schade of anderszins en concessies uit welke hoofde ook ter zake van het onderpand betreffende Onderpand mogen zonder voorafgaande toestemming van geldgever de Geldverstrekker niet worden vastgesteld, overeengekomen, ontvangen afgekocht of afgekocht.
15.4 Bestanddelen van de onroerende zaak die tot onderpand dient, alsmede werken die duurzaam met de onroerende zaak zijn verenigd, mogen niet zonder schriftelijke toestemming van geldgever door afscheiding roerend worden gemaakt, ongeacht of deze bestanddeelvorming of vereniging vóór ontvangen. Zaken welke bij of na de hypotheekverlening heeft plaatsgevonden.
15.5 Alle verlening van pand of hypotheekrecht bestanddeel van het Onderpand zijn (geworden), vermengd zijn met het Onderpand of door het Onderpand worden nagetrokken, strekken mede tot Onderpand en mogen niet worden weggenomen. Door het van toepassing worden van de Voorwaarden heefl de Schuldenaar afstand gedaan van de bevoegdheid genoemd in artikel 3:266 van het Burgerlijk Wetboek om veranderingen en toevoegingen aan het onderpand strekken tot zekerheid voor de schuld en mogen zonder toestemming van geldgever niet worden weggenomen. Roerende zaken die bestemd zijn het onderpand duurzaam Onderpand weg te dienen en aan geldgever zijn verpand, mogen alleen worden vervangen door andere roerende zaken van dezelfde of betere kwaliteitnemen.
15.6 Zonder toestemming van geldgever mag het onderpand niet worden vervreemd, gesplitst, verdeeld, verenigd of in huurkoop worden verkocht of worden bezwaard met een recht van hypotheek of pand, een erfdienstbaarheid, een kwalitatieve verplichting of enig ander beperkt recht. Het onderpand mag niet worden ontdaan van heersende erfdienstbaarheden of andere rechten.
15.7 Geldgever heeft het recht, voor rekening van schuldenaar al datgene te verrichten of ongedaan te maken of te (doen) vernietigen dat in strijd met het hiervoor in dit artikel 15 bepaalde is nagelaten of gedaan.19.2 19.3
Appears in 1 contract
Samples: Geldlening en Zekerheidstelling
INSTANDHOUDING VAN HET ONDERPAND. 15.1 Het onderpand moet ten genoegen van geldgever in goede staat, behoorlijk en in overeenstemming met de geldende overheidsvoorschriften overheids- voorschriften worden gehouden enen onderhouden. Schuldenaar is verplicht te voldoen aan alle wettelijke bepalingen en overheidsvoorschriften die betrekking hebben op het onderpand en het gebruik daarvan. Beschadigingen moeten met bekwame spoed worden hersteld.
15.2 Het aanbrengen, gedogen of toestaan van een wijziging van het onderpand waardoor naar de mening van geldgever waardevermindering kan optreden, is niet toegestaan. Zonder toestemming van geldgever mogen de aard van het gebruik of de bestemming, inrichting en gedaante van het onderpand niet worden gewijzigd. Het onderpand mag niet geheel of gedeeltelijk worden afgebroken en, voor zover onbebouwd, niet worden vergraven of afgegraven.
15.3 Bestaande of toekomstige vorderingen wegens schade of anderszins en concessies het onderpand betreffende mogen zonder toestemming van geldgever niet worden vastgesteld, overeengekomen, ontvangen of afgekocht.mogen
15.4 Bestanddelen van de onroerende zaak die tot onderpand dient, alsmede werken die duurzaam met de onroerende zaak zijn verenigd, mogen niet zonder schriftelijke toestemming van geldgever door afscheiding roerend worden gemaakt, ongeacht of deze bestanddeelvorming of vereniging vóór of na de hypotheekverlening heeft plaatsgevonden.
15.5 Alle veranderingen en toevoegingen aan het onderpand strekken tot zekerheid voor de schuld en mogen zonder toestemming van geldgever niet worden weggenomen. Roerende zaken die bestemd zijn het onderpand duurzaam te dienen en aan geldgever zijn verpand, mogen alleen worden vervangen door andere roerende zaken van dezelfde of betere kwaliteit.
15.6 Zonder toestemming van geldgever mag het onderpand niet worden vervreemd, gesplitst, verdeeld, verenigd of in huurkoop worden verkocht of worden bezwaard met een recht van hypotheek of pand, een erfdienstbaarheid, een kwalitatieve verplichting of enig ander beperkt recht. Het onderpand mag niet worden ontdaan van heersende erfdienstbaarheden of andere rechten.
15.7 Geldgever heeft het recht, voor rekening van schuldenaar al datgene te verrichten of ongedaan te maken of te (doen) vernietigen dat in strijd met het hiervoor in dit artikel 15 bepaalde is nagelaten of gedaan.
Appears in 1 contract