Invoering van UDI in Nederland Voorbeeldclausules

Invoering van UDI in Nederland. Omdat de UDI aan het begin van de logistieke keten wordt aangebracht en vervolgens door diverse partijen in de keten wordt gebruikt tot het hulpmiddel bij de patiënt komt, beginnen we met de afspraken die nodig zijn voor de leverancier. Daarna volgen de afspraken die nodig zijn voor het ziekenhuis om de UDI in de zorg- en administratieve processen te integreren.
Invoering van UDI in Nederland. 17 3.2 Doelen 17 3.3 Invoering en toezicht 18

Related to Invoering van UDI in Nederland

  • Uitvoering van werkzaamheden a) Leverancier dient zich voordat met de uitvoering van de Overeenkomst een aanvang wordt gemaakt op de hoogte te stellen van de omstandigheden op de locatie (terreinen en/of gebouwen) waar de werkzaamheden moeten worden verricht. b) Kosten van vertraging in de uitvoering van de Overeenkomst veroorzaakt door omstandigheden zoals hiervoor bedoeld zijn voor rekening en risico van Leverancier. c) Indien er niet gewerkt kan worden als gevolg van onwerkbaar weer, bijvoorbeeld in geval van vorstverlet, zullen hieraan geen kosten voor Opdrachtgever zijn verbonden. d) Leverancier draagt er zorg voor dat zijn aanwezigheid en de aanwezigheid van zijn personeel op de locatie van uitvoering geen belemmering vormen voor een ongestoorde voortgang van de werkzaamheden van Opdrachtgever en derden. e) Leverancier en zijn personeel dienen zich voordat met de uitvoering van het werk van de overeenkomst een aanvang wordt gemaakt op de hoogte te stellen van de inhoud van de op de locatie van uitvoering geldende voorschriften en reglementen, onder andere inzake veiligheid, gezondheid en milieu, en dienen zich dienovereenkomstig te gedragen. f) Een exemplaar van voornoemde voorschriften en reglementen wordt Leverancier op zijn verzoek door Opdrachtgever of diens opdrachtgever ter beschikking gesteld. g) Leverancier is onder geen enkel beding gerechtigd de werkzaamheden op te schorten of af te breken. h) Indien er graafwerkzaamheden worden uitgevoerd houdt Leverancier zich aan de verplichtingen welke de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (WIBON) aan de in de wet bedoelde “grondroerder” oplegt en aan de Richtlijn “Schade voorkomen aan kabels en leidingen” opgesteld door XXXX. De door Opdrachtgever aan Leverancier ter beschikking gestelde informatie ontslaat Leverancier niet van de verplichting om deze informatie op juistheid en volledigheid te controleren en voorzorgsmaatregelen te nemen ter voorkoming van schade. i) Schades veroorzaakt door leverancier dienen door Leverancier zelf te worden gemeld bij en afgehandeld met de betreffende beheerder(s). De schade dient echter wel te allen tijde te worden gemeld bij Opdrachtgever. j) Indien Leverancier de afwikkeling van veroorzaakte schades aan voorzieningen, materiaal en individuen via Opdrachtgever laat verlopen, worden de door Opdrachtgever ontvangen facturen van derden bij Leverancier in rekening gebracht verhoogd met administratiekosten van vierhonderdvijftig euro per schade. k) Indien Leverancier verzuimt om de schade te melden bij Opdrachtgever, zal Opdrachtgever de schade op kosten van leverancier (laten) herstellen. Daarbij is Leverancier volledig aansprakelijk voor alle kosten voortvloeiend uit de schade. Tevens zal Opdrachtgever duizend euro administratiekosten in rekening brengen bij Leverancier. l) Indien er schade op het werk wordt geconstateerd tijdens of na de werkzaamheden, dan is Leverancier aansprakelijk voor die schade indien Opdrachtgever kan aantonen dat Leverancier op of in de directe nabijheid (acht meter) van die betreffende locatie werkzaamheden heeft verricht en de aard van de werkzaamheden van Leverancier de betreffende schade ook fysiek veroorzaakt kan hebben. Er is sprake van schade indien Opdrachtgever aannemelijk maakt dat er een schade is ontstaan, dit is in ieder geval het geval indien Opdrachtgever door een derde partij wordt aangesproken voor een schade. Leverancier is enkel niet aansprakelijk indien Leverancier kan bewijzen dat Leverancier niet voor de betreffende schade verantwoordelijk is. m) Uitvoering, vergoeding en verrekening van meer- en/of minderwerk vindt uitsluitend plaats indien Leverancier Opdrachtgever hier vooraf schriftelijk of telefonisch van in kennis heeft gesteld en Opdrachtgever het meer- en/of minderwerk uitdrukkelijk schriftelijk heeft goedgekeurd.

  • Uitvoering van de werkzaamheden 15.1 Leverancier zal de computerservice met zorg verrichten overeenkomstig de met Cliënt schriftelijk vastgelegde procedures en afspraken. 15.2 Alle door Leverancier te verwerken gegevens zullen overeenkomstig de door Leverancier te stellen voorwaarden door Cliënt worden geprepareerd en worden aangeleverd. Tenzij anders is overeengekomen, zal Cliënt de te verwerken gegevens brengen naar en de resultaten van de verwerking ophalen van de plaats waar Leverancier de computerservice uitvoert. Transport geschiedt voor rekening en risico van Cliënt, ook indien dit door Leverancier wordt uitgevoerd of verzorgd. 15.3 Cliënt staat er voor in dat alle door hem aan Leverancier ter uitvoering van de computerservice ter beschikking gestelde materialen, gegevens, programmatuur, procedures en instructies steeds juist en volledig zijn en dat alle aan Leverancier verstrekte informatiedragers voldoen aan de specificaties van Leverancier. 15.4 Alle door Leverancier bij de computerservice te gebruiken apparatuur, programmatuur en andere materialen blijven het eigendom respectievelijk voorwerp van intellectuele en industriële eigendom van Leverancier, ook indien Cliënt een vergoeding betaalt voor het ontwikkelen of aanschaffen ervan door Leverancier. Leverancier kan de van Cliënt ontvangen produkten en gegevens en de resultaten van de verwerking onder zich houden totdat Cliënt alle aan Leverancier verschuldigde bedragen betaald heeft. 15.5 Leverancier kan wijzigingen in de inhoud of omvang van de computerservice aanbrengen. Indien dergelijke wijzigingen een verandering van de bij Cliënt geldende procedures tot gevolg hebben, zal Leverancier Cliënt hierover zo tijdig mogelijk inlichten en komen de kosten van deze verandering voor rekening van Cliënt. In zodanig geval kan Cliënt de overeenkomst schriftelijk door opzegging beëindigen tegen de datum waarop de wijziging in werking treedt, tenzij deze wijziging verband houdt met wijzigingen in relevante wetgeving of andere door bevoegde instanties gegeven voorschriften of Leverancier de kosten van deze wijziging voor zijn rekening neemt. 15.6 Leverancier zal zich er naar beste kunnen voor inspannen dat de door hem bij de uitvoering van de computerservice gebruikte programmatuur voor zover mogelijk wordt aangepast aan wijzigingen in relevante wetgeving of andere door bevoegde instanties gegeven voorschriften. Desverzocht zal Leverancier tegen de bij hem gebruikelijke tarieven Cliënt adviseren over de gevolgen van deze aanpassingen voor Cliënt.

  • Wijziging van het risico 7.1 De premie en voorwaarden gelden voor de activiteiten van verzekerde(n) binnen de in de polis omschreven hoedanigheid. 7.2 Indien deze activiteiten in belangrijke mate worden gewijzigd zijn verzekeraars bevoegd een verandering van premie en/of voorwaarden aan de orde te stellen. 7.3 Verzekeringnemer dient verzekeraars binnen een redelijke termijn over de wijziging te informeren; de dekking blijft echter onverminderd van kracht. 7.4 Indien deze wijziging een zodanige verzwaring van het risico met zich meebrengt dat verzekeraars niet dan wel tegen gewijzigde premie en/of voorwaarden deze verzekering wensen voort te zetten, zullen verzekeraars zulks binnen dertig (30) dagen na ontvangst van de in artikel 7.3 bedoelde kennisgeving aan verzekeringnemer meedelen, met dien verstande dat: 7.4.1 Indien de premie en/of voorwaarden worden gewijzigd verzekeringnemer gedurende dertig (30) dagen na kennisgeving daarvan het recht heeft deze wijziging te weigeren. De dekking voor de nieuwe activiteiten vervalt dan met ingang van de dag dat verzekeraars de kennisgeving van die weigering hebben ontvangen. 7.4.2 Indien verzekeraars aan verzekeringnemer meedelen de nieuwe activiteiten niet onder de verzekering te willen dekken, heeft verzekeringnemer gedurende dertig (30) dagen na kennisgeving daarvan het recht de verzekering te beëindigen. De verzekering vervalt dan met ingang van de dag dat verzekeraars de kennisgeving daarvan hebben ontvangen. 7.5 Indien verzuimd is aan verzekeraars mededeling te doen als bedoeld in artikel 7.3. zijn verzekeraars slechts gehouden die schade te vergoeden, welke ook ten laste van verzekeraars zou zijn gekomen als de activiteiten van verzekerde(n) binnen de in de polis omschreven hoedanigheid niet waren gewijzigd.

  • Inschakeling van derden Leverancier is gerechtigd bij de uitvoering van de Overeenkomst derden in te schakelen. Zij is tevens gerechtigd rechten en verplichtingen welke voortvloeien uit de Overeenkomst aan derden over te dragen.

  • Uitvoering van het werk Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, is opdrachtgever, op straffe van vergoeding van schade en kosten, verplicht te zorgen: a) dat de plaats, waar de te monteren zaken, materialen en/of gereedschappen opgeborgen moeten worden of waar de aflevering moet geschieden, zodanig is, dat beschadiging, in welke vorm en op welke wijze dan ook, of ontvreemding niet zal kunnen plaatsvinden; b) dat de toegang tot de plaats, waar de aflevering en/of montage moet geschieden, onbelemmerd en toereikend is en verder alle medewerking verleend wordt om een vlotte aflevering, montage en/of afwerking mogelijk te doen zijn; c) dat, indien een takel, lift of een ander transportmiddel gebruikt moet worden, deze met bediening door en voor rekening van de opdrachtgever ter beschikking wordt gesteld. Het te gebruiken instrument dient te voldoen aan de op het moment van gebruik geldende overheidsvoorschriften. Schade daarbij ontstaan is voor rekening van opdrachtgever, tenzij schuld van de zijde van de opdrachtnemer komt vast te staan; d) dat (onder)vloeren vrij zijn van kalk-, cement- en vuilresten en van losse gedeelten, zo nodig, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, volledig vlak en waterpas zijn en bezemschoon ter beschikking worden gesteld; e) dat in de ruimte, waarin gewerkt moet worden, is gezorgd voor elektriciteit, voldoende ventilatie, water en zo nodig verwarming; f) dat, indien ook anderen in de betreffende ruimte werkzaamheden moeten verrichten, die anderen en de opdrachtnemer bij gelijktijdige uitvoering ongehinderd hun werkzaamheden kunnen verrichten; g) dat, in het geval van verbouwingswerkzaamheden en/of vernieuwing van het interieur, de bedrijfsruimte gedurende het verrichten van de werkzaamheden voor het publiek gesloten is.

  • Betaling van de uitkering 1. In geval van overlijden (rubriek A) Bij overlijden van een verzekerde binnen 3 jaar na een ongeval, keert de verzekeraar het voor hem verzekerde bedrag uit. Heeft de verzekeraar xxxxxxx van hetzelfde ongeval reeds uitkering verleend wegens blijvende invaliditeit, dan wordt laatstgenoemde uitkering in mindering gebracht op de uitkering bij overlijden. Is de reeds verleende uitkering wegens blijvende invaliditeit echter hoger dan de uitkering bij overlijden, dan zal de verzekeraar het verschil niet terugvorderen. De schade-uitkering wordt in geval van overlijden overgemaakt op rekening van verzekerde of diens executeur testamentair. 2. In geval van blijvende invaliditeit (rubriek B) De mate van blijvende invaliditeit wordt vastgesteld zodra naar medisch oordeel sprake is van een onveranderlijke toestand, doch uiterlijk binnen 3 jaar na melding van het ongeval. Na deze periode zal de mate van blijvende invaliditeit worden bepaald op basis van de dan bestaande invaliditeit, waarbij uitdrukkelijk wordt bepaald, dat nadien optredende wijzigingen géén aanleiding kunnen vormen om aanspraken te doen op aanvullende uitkeringen. De schade-uitkering wordt in geval van blijvende invaliditeit overgemaakt op rekening van verzekerde.

  • Behandeling van geschillen 1. Geschillen, als bedoeld in artikel 54 van de CAO, worden door de meest gerede partij per e-mail aan het secretariaat van de commissie aanhangig gemaakt. 2. Het verzoek om een geschil in behandeling te nemen dient te zijn voorzien van een behoorlijke toelichting waarin is vermeld: - de naam, functie, (e-mail)adres van de verzoekende partij en de wederpartij; - de feiten en omstandigheden die tot het geschil aanleiding hebben gegeven; - de conclusies die daaruit naar de mening van de klager getrokken moeten worden; en - het advies dat op grond daarvan van de commissie wordt gevraagd. 3. Het secretariaat stelt terstond de wederpartij op de hoogte van het indienen van het verzoek, door toezending van de e-mail van de verzoekende partij. 4. De wederpartij is bevoegd binnen 14 dagen na verzending door het secretariaat van de in het voorgaande lid bedoelde e-mail, per e-mail van zijn of haar zienswijze kennis te geven, daarbij aangevende de gronden waarop het gevraagde advies wordt betwist. 5. Het secretariaat zendt terstond een afschrift van het in het voorgaande lid bedoelde verweerschrift aan de verzoekende partij. 6. Partijen in het geschil zijn bevoegd na de wisseling van de in het voorgaande lid bedoelde stukken nogmaals met inachtneming van de termijn van 14 dagen hun zienswijze aan het secretariaat kenbaar te maken, waarna de schriftelijke uiteenzetting van het wederzijdse standpunt wordt gesloten. 7. Elk van de geschil hebbende partijen heeft de mogelijkheid binnen 14 dagen na de beëindiging van de uitwisseling van de schriftelijke stukken aan de commissie mede te delen, dat hij of zij prijs stelt op een nadere mondelinge toelichting van het ingenomen standpunt. In dat geval stelt de commissie plaats, datum en uur voor de mondelinge behandeling vast. Het secretariaat geeft daarvan kennis aan beide partijen alsmede aan de leden van de commissie. 8. Elk van de partijen in het geschil is bevoegd een of meer getuigen en/of deskundigen bij de in lid 7 genoemde mondelinge behandeling van het geschil mee te brengen opdat deze(n) door de commissie worden gehoord. De naam, woonplaats en functie van de mee te brengen getuigen of deskundigen dienen tenminste 7 dagen tevoren aan het secretariaat te worden bericht. 9. De commissie is bevoegd, alvorens een advies te geven, nadere inlichtingen in te winnen van zowel partijen als derden. Zij is bevoegd partijen, getuigen en deskundigen ter nadere toelichting op te roepen om in haar vergadering te verschijnen. Een dergelijke oproep dient te geschieden met inachtneming van een termijn van een week. 10. Uit de weigering van partijen om gevraagde inlichtingen te verstrekken of om ter vergadering te verschijnen zal de commissie de conclusies trekken welke haar geraden voorkomen. 11. Een lid van de commissie dat rechtstreeks bij het geschil is betrokken neemt niet aan de behandeling van het geschil deel. 12. Bij staking van stemmen wordt de zaak verdaagd tot de volgende vergadering. Indien ook bij de dan te houden nadere beraadslaging geen besluit kan worden genomen, onthoudt de commissie zich van advies en hebben partijen bij het geschil de bevoegdheid het geschil aan de burgerlijke rechter ter beslissing voor te leggen. 13. De commissie is bevoegd afwijkingen toe te staan van de in de bovengenoemde termijnen.

  • VERGADERING VAN OBLIGATIEHOUDERS 12.1 Een vergadering van Obligatiehouders (“Vergadering van Obligatiehouders”) zal worden gehouden (i) indien de Stichting dit wenselijk acht, (ii) op schriftelijk verzoek van de Uitgevende Instelling, (iii) op schriftelijk verzoek van de houders van ten minste 30% (dertig procent) van het totale nominale bedrag aan uitstaande Obligaties of (iv) ingeval zich een omstandigheid als bedoeld in Artikel 10.1 heeft voorgedaan. Een schriftelijk verzoek als hiervoor bedoeld, moet de te behandelen onderwerpen bevatten. 12.2 De Vergadering van Obligatiehouders zal in beginsel worden uitgeschreven door de Uitgevende Instelling. De Uitgevende Instelling roept de Vergadering van Obligatiehouders uiterlijk binnen één (1) maand, na ontvangst van het schriftelijke verzoek daartoe, bijeen. Obligatiehouders zullen ten minste vijftien (15) dagen voor de dag waarop de vergadering wordt gehouden een oproepingsbrief voor de Vergadering van Obligatiehouders ontvangen. De oproepingsbrief moet de te bespreken onderwerpen bevatten, de plaats waar de Vergadering van Obligatiehouders zal worden gehouden alsmede een begeleidende toelichting daarop. 12.3 In spoedeisende gevallen (waaronder mede wordt verstaan in geval zich een omstandigheid als bedoeld in Artikel 10.1 heeft voorgedaan), zulks ter beoordeling van de Uitgevende Instelling of de Stichting, kan de oproepingstermijn ten aanzien van de Vergadering van Obligatiehouders worden teruggebracht tot vijf (5) dagen, de dag van de vergadering en van de oproeping niet meegerekend. 12.4 Indien de Uitgevende Instelling in gebreke blijft met het bijeenroepen van een Vergadering van Obligatiehouders, als bedoeld in artikel 12.1, heeft de Stichting casu quo hebben de verzoekende Obligatiehouders zelf het recht een Vergadering van Obligatiehouders uit te schrijven met inachtneming van de hiervoor in Artikel 12.1 tot en met 12.3 omschreven termijnen en formaliteiten. 12.5 De Vergadering van Obligatiehouders wordt voorgezeten door een door de Uitgevende Instelling aan te wijzen persoon. Indien de door de Uitgevende Instelling aangewezen persoon niet ter vergadering aanwezig is of de Uitgevende Instelling geen persoon heeft aangewezen, wordt de Vergadering van Obligatiehouders voorgezeten door een door de vergadering uit haar midden aan te wijzen persoon. 12.6 Op een Vergadering van Obligatiehouders zal door middel van stembriefjes worden gestemd. Elke Obligatie geeft de houder ervan recht op één stem in de vergadering van Obligatiehouders. 12.7 Tenzij het een Gekwalificeerd Besluit (als gedefinieerd in Artikel 12.8 hierna) betreft, worden besluiten in de Vergadering van Obligatiehouders genomen met een absolute meerderheid van stemmen. 12.8 In het geval dat de besluiten van de Vergadering van Obligatiehouders betrekking hebben op onderwerpen zoals hieronder beschreven, kunnen deze slechts genomen worden met een meerderheid van drie/vierde (3/4) gedeelte van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste drie/vierde (3/4) gedeelte van het totaal aantal uitstaande Obligaties aanwezig of vertegenwoordigd is (“Gekwalificeerd Besluit”). Deze onderwerpen hebben betrekking op: (a) het veranderen van de Looptijd en/of het veranderen van de Rentebetalingsdatum; of (b) het verminderen van de uitstaande Hoofdsom anders dan door Aflossing en/of het verminderen van de Rente; (c) het veranderen van de Obligatievoorwaarden die betrekking hebben op het onmiddellijk betalen van Hoofdsom en Rente door de Uitgevende Instelling op een manier die nadelig is voor de Obligatiehouders; (d) het aantrekken van andere financieringen dan de Obligatielening (waaronder begrepen maar niet beperkt tot bancaire financieringen en niet-bancaire geldleningen van derden) voor welke financieringen zekerheden worden gegeven; of 12.9 Behoudens ingeval er sprake is van een noodsituatie (waarmee wordt bedoeld een omstandigheid als bedoeld in Artikel 12.3 of waarbij het voortbestaan van de Uitgevende Instelling onmiddellijk wordt bedreigd) zal in een Vergadering van Obligatiehouders ten minste 2/3 (twee/derde) gedeelte van het aantal uitstaande Obligaties aanwezig of vertegenwoordigd moeten zijn om rechtsgeldige besluiten te kunnen nemen. Ingeval het quorum niet wordt gehaald zal –met inachtneming van dezelfde oproepingsformaliteiten als van de eerste vergadering van Obligatiehouders – binnen vier (4) weken daarna een tweede Vergadering van Obligatiehouders moeten worden gehouden, waarin opnieuw een Gekwalificeerd Besluit kan worden genomen, ongeacht het aanwezige quorum. 12.10 Besluiten van de Vergadering van Obligatiehouders kunnen buiten vergadering worden genomen, mits (a) met medeweten van de Stichting, (b) schriftelijk en (c) met unanieme stemmen, waarbij iedere Obligatiehouder zijn stem heeft kunnen uitbrengen of heeft medegedeeld daarvan af te zien.

  • Uitvoering van de opdracht 5.1 Opdrachtnemer bepaalt de wijze waarop en door welke perso(o)n(en) de Opdracht wordt uitgevoerd, maar neemt daarbij de door Opdrachtgever kenbaar gemaakte wensen zoveel mogelijk in acht. 5.2 Opdrachtnemer heeft het recht bepaalde werkzaamheden, zonder kennisgeving aan en uitdrukkelijke toestemming van Opdrachtgever, te laten verrichten door een door Opdrachtnemer aan te wijzen persoon of derde, als dat naar het oordeel van Opdrachtnemer wenselijk is. Opdrachtnemer is in dat kader voorts gerechtigd de voor deze werkzaamheden relevante van Opdrachtgever afkomstige (persoons)gegevens aan deze derde door te geven. De ingeschakelde derde wordt voor wat betreft de wetgeving in de zin van de geldende privacyregelgeving als (sub)verwerker aangemerkt. Opdrachtnemer staat er voor in dat de verplichtingen die op grond van artikel 10 van de Overeenkomst op Opdrachtnemer rusten zoveel mogelijk ook op deze derde komen te rusten. 5.3 Opdrachtnemer zal de werkzaamheden naar beste vermogen en als een zorgvuldig handelend beroepsbeoefenaar uitvoeren; Opdrachtnemer kan evenwel niet instaan voor het bereiken van enig beoogd resultaat. 5.4 De Opdracht wordt uitgevoerd met inachtneming van de toepasselijke (beroeps)regelgeving en hetgeen bij of krachtens de wet wordt geëist. Opdrachtgever verleent telkens en volledig medewerking aan de verplichtingen die hieruit voor Opdrachtnemer voortvloeien. 5.5 Opdrachtgever is ermee bekend dat Opdrachtnemer op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft): a) verplicht kan zijn om een onderzoek naar de identiteit van Opdrachtgever en/of cliënt te doen; b) verplicht kan zijn om bepaalde transacties te melden aan de daarvoor van overheidswege ingestelde autoriteiten. 5.6 Onder (beroeps)regelgeving wordt in ieder geval verstaan het Reglement Beroepsuitoefening van het Register Belastingadviseurs. 5.7 Opdrachtnemer sluit iedere aansprakelijkheid uit voor schade die ontstaat ten gevolge van het voldoen door Opdrachtnemer aan de voor hem geldende wet- en (beroeps)regelgeving. 5.8 Opdrachtnemer houdt ter zake van de Opdracht een werkdossier aan met daarin kopieën van relevante stukken, dat eigendom is van Opdrachtnemer. 5.9 Opdrachtnemer kan gebruik maken van elektronische communicatiemiddelen. Als gevraagd stemt Opdrachtgever in met het gebruik door Opdrachtnemer van een elektronische handtekening als bedoeld in artikel 3:15a Burgerlijk Wetboek. Tijdens de uitvoering van de Opdracht kunnen Opdrachtgever en Opdrachtnemer door middel van elektronische middelen met elkaar communiceren en/of gebruik maken van elektronische opslag (zoals cloud-toepassingen). Behoudens voor zover schriftelijk anders is overeengekomen, mogen partijen ervan uitgaan dat verzending van correct geadresseerde faxberichten, e-mails (met inbegrip van e-mails die via internet worden verstuurd) en voicemailberichten ongeacht of deze vertrouwelijke informatie of stukken bevatten die op de Opdracht betrekking hebben, over en weer worden aanvaard. Hetzelfde geldt voor andere door de andere partij gebruikte of aanvaarde communicatiemiddelen. 5.10 Opdrachtgever en Opdrachtnemer zijn jegens elkaar niet aansprakelijk voor schade die eventueel bij één of ieder van hen voortvloeit uit het gebruik van elektronische middelen van communicatie, netwerken, applicaties, elektronische opslag, of overige systemen waaronder – maar niet beperkt tot – schade ten gevolge van niet-aflevering of vertraging bij de aflevering van elektronische communicatie, omissies, vervorming, onderschepping of manipulatie van elektronische communicatie door derden of door programmatuur/apparatuur gebruikt voor verzending, ontvangst of verwerking van elektronische communicatie, overbrenging van virussen en het niet of niet goed functioneren van het telecommunicatienetwerk of andere voor elektronische communicatie benodigde middelen, behoudens voor zover de schade het gevolg is van opzet of grove schuld. Het voorgaande geldt eveneens voor het gebruik dat Opdrachtnemer daarvan maakt in haar contacten met derden. 5.11 In aanvulling op het vorige lid aanvaardt Opdrachtnemer geen aansprakelijkheid voor enige schade ontstaan door of in verband met het elektronisch verzenden van (elektronische) jaarstukken en het digitaal deponeren daarvan bij de Kamer van Koophandel. 5.12 Zowel Opdrachtgever als Opdrachtnemer zullen al hetgeen redelijkerwijs van ieder van hen verwacht mag worden doen of nalaten ter voorkoming van het optreden van voornoemde risico’s. 5.13 De data-uittreksels uit de computersystemen van Opdrachtnemer zijn bepalend en leveren dwingend bewijs op van (de inhoud van) de door Opdrachtnemer verzonden elektronische communicatie en (de inhoud van) de door Opdrachtnemer van of namens Opdrachtgever ontvangen elektronische communicatie, een en ander behoudens tegenbewijs door Opdrachtgever.

  • Aanwijzing van lastgever De koper heeft het recht om op eigen kosten een lastgever aan te wijzen in overeenstemming met de wettelijke bepalingen.