Omrekening valuta Voorbeeldclausules

Omrekening valuta. Omrekening van vreemde valuta in de polisvaluta geschiedt tegen de officiële middenkoers: a. voor de vaststelling van verliezen: op het moment van (vermoedelijke) insolventie, mits deze koers niet hoger is dan de koers op de datum waarop de vordering is ontstaan; b. voor betalingen en revenuen: op het moment van ontvangst; c. voor de vaststelling van de voor de premie in aanmerking te nemen omzet: de gemiddelde koers gedurende het verzekeringsjaar.

Related to Omrekening valuta

  • Verrekening van kosten Als wij rechtstreeks aan de zorgaanbieder betalen en meer vergoeden dan waartoe wij gehouden zijn op grond van uw zorgverzekering of de kosten komen anderszins voor uw rekening, dan bent u als verzekeringnemer de kosten verschuldigd aan ons. Deze bedragen brengen wij later bij u in rekening. U bent verplicht deze bedragen te betalen. Wij kunnen deze bedragen verrekenen met aan u verschuldigde bedragen.

  • Berekening van de vergoeding A. Bij een gedeeltelijk schadegeval vergoeden wij de volgende herstellingskosten: 1. de kosten voor het opsporen van de oorzaak van het schadegeval; 2. de loon- en verplaatsingskosten m.b.t. het demonteren, herstellen en opnieuw monteren; 3. de kosten van de gebruikte materialen en vervangingsstukken, alsook de kosten voor het vervoer ervan. 1. voor het informatica- en kantoormaterieel: de factuur van de herstelling; 2. voor elk ander verzekerde materieel: de factuur van de herstelling zonder toepassing van de slijtage behalve op de regelmatig te vervangen elementen waarvoor wij een forfaitaire slijtage van 50 % toepassen. B. Bij een volledig schadegeval vergoeden wij het beschadigde verzekerde materieel: 1. voor het informatica- en kantoormaterieel: wij vergoeden u in nieuwwaarde zonder de kost te overschrijden van vergelijkbaar nieuw materieel, met hetzelfde vermogen en dezelfde prestaties of, bij gebrek, indien het materieel niet meer beschikbaar is op de markt, het model van hetzelfde type dat dit onmiddellijkvervangt. 2. voor elk ander verzekerde materieel: wij vergoeden u in werkelijke waarde na aftrek van de waarde van de brokstukken en van de nog bruikbare stukken. C. Indien u beslist het beschadigde materieel niet te vervangen of niet te laten herstellen, vergoeden wij u voor: 1. het informatica- en kantoormaterieel: in nieuwwaarde met toepassing van een forfaitaire slijtage van 10 % per jaar te rekenen vanaf de aankoopdatum; 2. elk ander verzekerde materieel: in werkelijke waarde na aftrek van de waarde van de brokstukken en van de nog bruikbare stukken. D. Wij vergoeden de btw in de mate dat deze inbegrepen is in de aangegeven waarde en voor zover deze niet fiscaal recupereerbaar of aftrekbaar is. De vergoeding mag in geen geval de aangegeven waarde voor het verzekerde materieel overschrijden; E. In geval van onderverzekering van meer dan 10 %, passen wij de evenredigheidsregel toe. F. Wij dragen ook de reddingskosten; deze kosten zijn beperkt tot de aangegeven waarde met een maximum van 28.498.386,00 EUR. G. Indien een stuk of elk deel van het beschadigde materieel niet meer kan worden vervangen omdat het verzekerde materieel niet meer gemaakt wordt of de vervangingsstukken niet meer beschikbaar zijn op de markt, zijn wij enkel gehouden tot het bedrag, bij monde van de deskundige, van de kosten voor de vervanging of voor de herstelling van het stuk of het deel van het beschadigde verzekerde materieel. H. Het beschadigde verzekerde materieel wordt beschouwd als hersteld in zijn werkingstoestand van vóór het schadegeval wanneer het weer in gebruik gebracht wordt. Op dat ogenblik houden onze verplichtingen voor dat schadegeval op. I. Onder voorbehoud van artikel 6 B, heeft de verzekerde in geen geval het recht het beschadigde verzekerde materieel aan ons over te laten.

  • Aanwijzing van lastgever De koper heeft het recht om op eigen kosten een lastgever aan te wijzen in overeenstemming met de wettelijke bepalingen.

  • Bepaling van de omvang van de levering 9.1 Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, stelt de leverancier de omvang van de levering vast op basis van de gegevens verkregen met behulp van de meetinrichting die de netbeheerder de contractant ter beschikking heeft gesteld. 9.2 De leverancier is gerechtigd te beschikken over de gegevens, verkregen met behulp van de meetinrichting en deze verder te verwerken voorzover die noodzakelijk zijn voor de goede uitvoering van de leveringsovereenkomst, daaronder begrepen de vervulling van zijn wettelijke taken en/of verplichtingen. Meetgegevens per kwartier en per dag vallen hier in ieder geval niet onder. Indien de contractant het wenselijk acht dat de leverancier ook toegang tot deze gegevens heeft, dient dit aanvullend schriftelijk tussen de leverancier en de contractant te zijn overeengekomen. 9.3 Indien de leverancier niet tijdig kan beschikken over de voor hem relevante gegevens of indien bij het opnemen van de meter dan wel bij het verwerken van de meetgegevens een kennelijke fout is gemaakt, is de leverancier bevoegd de omvang van de levering te schatten naar de ter beschikking van de leverancier staande gegevens hieromtrent, onverminderd de plicht van de leverancier om, zo mogelijk, het werkelijk geleverde alsnog overeenkomstig het bepaalde in lid 1 vast te stellen en dat in rekening te brengen.

  • Afrekening en betaling 14.1 De klant is de in de horecaovereenkomst overeengekomen prijs verschuldigd. De prijzen worden vermeld op lijsten die door het horecabedrijf op een voor de gast zichtbare plaats zijn aangebracht of zijn opgenomen in een lijst die aan de klant, desnoods op diens verzoek, wordt overhandigd of die via digitale bronnen toeganke- lijk is voor de klant. Een lijst wordt geacht voor de klant zichtbaar aangebracht te zijn indien deze zichtbaar is in de normaal toegankelijke ruimten van het horecabedrijf. 14.2 Voor bijzondere diensten, zoals het gebruik van garderobe, garage, safe, wasserij of stomerij, telefoon, internet, wifi, roomservice, t.v.-huur e.d. kan door het horecabedrijf een extra vergoeding in rekening worden gebracht. 14.3 Alle rekeningen, daaronder mede begrepen rekeningen ter zake annulering of no-show, zijn door de klant verschuldigd op het moment dat ze aan hem worden gepresenteerd. De klant dient voor contante betaling of betaling per bank of giro zorg te dragen, tenzij anders overeengekomen. 14.4 De gast en de klant zijn hoofdelijk aansprakelijk voor alle bedragen die één van hen of beiden aan het hore- cabedrijf uit welken hoofde ook verschuldigd zijn. Horecaovereenkomsten worden behoudens andersluidend beding geacht mede namens elke gast gesloten te zijn. Door te verschijnen geeft de gast te kennen dat de klant bevoegd was hem bij het sluiten van de betreffende horecaovereenkomst te vertegenwoordigen. 14.5 Zolang de klant niet geheel aan al zijn verplichtingen jegens het horecabedrijf heeft voldaan is het horecabedrijf gerechtigd om alle goederen welke door de klant in het horecabedrijf zijn meegebracht onder zich te nemen en te houden, totdat de klant ten genoegen van het horecabedrijf aan al zijn verplichtingen jegens het horecabe- drijf heeft voldaan. Naast een retentierecht komt het horecabedrijf in voorkomend geval een pandrecht toe op de betreffende goederen. 14.6 Indien andere dan contante betaling is overeengekomen dienen alle facturen, voor welk bedrag ook, door de klant binnen veertien dagen na factuurdatum aan het horecabedrijf te worden voldaan. Indien een factuur wordt gezonden is het horecabedrijf te allen tijde bevoegd een kredietbeperkingstoeslag van 2% van het fac- tuurbedrag in rekening te brengen, welke vervalt indien de klant de factuur binnen veertien dagen voldoet. 14.7 Indien en voor zover tijdige betaling achterwege blijft, is de klant in gebreke zonder dat enige ingebrekestelling zal zijn vereist. Uitsluitend indien de klant een natuurlijk persoon (consument) is, stuurt het horecabedrijf bij achterwege blijven van betaling, eenmalig een ingebrekestelling met een termijn van tenminste 14 dagen om alsnog te betalen. 14.8 Indien de klant in gebreke is moet hij aan het horecabedrijf alle op de inning vallende kosten vergoeden. De buitengerechtelijke inningskosten worden in rekening gebracht volgens de wet. 14.9 Indien het horecabedrijf goederen als bedoeld in artikel 14.5 onder zich heeft en de klant van wie het horecabe- drijf de goederen onder zich heeft gekregen gedurende drie maanden in gebreke is, is het horecabedrijf gerech- tigd deze goederen publiekelijk dan wel onderhands te verkopen en zich op de opbrengst daarvan te verhalen. De aan de verkoop verbonden kosten komen eveneens ten laste van de klant en het horecabedrijf kan zich ook daarvoor op de opbrengst van de verkoop verhalen. Hetgeen na het verhaal van het horecabedrijf resteert, wordt aan de klant uitgekeerd. 14.10 Iedere betaling zal, ongeacht enige door de klant bij die betaling geplaatste aantekening dan wel gemaakte opmerking, worden geacht te strekken in mindering op de schuld van de klant aan het horecabedrijf in de na- volgende volgorde: • De kosten van executie • De gerechtelijke en buitengerechtelijke inningskosten • De rente • De schade • De hoofdsom 14.11 Betaling geschiedt in Euro’s. Indien het horecabedrijf buitenlandse betaalmiddelen accepteert dan geldt de op het moment van betaling geldende marktkoers. Het horecabedrijf kan daarbij bij wijze van administratiekosten een bedrag in rekening brengen dat overeenkomt met maximaal 10% van het bedrag dat in vreemde valuta wordt aangeboden. Het horecabedrijf kan dit bewerkstelligen door de geldende marktkoers met maximaal 10% aan te passen. 14.12 Het horecabedrijf is nimmer gehouden om andere betaalmiddelen dan contanten te accepteren en kan aan acceptatie van dergelijke andere betaalmiddelen voorwaarden verbinden.

  • Uitvoering van werkzaamheden a) Leverancier dient zich voordat met de uitvoering van de Overeenkomst een aanvang wordt gemaakt op de hoogte te stellen van de omstandigheden op de locatie (terreinen en/of gebouwen) waar de werkzaamheden moeten worden verricht. b) Kosten van vertraging in de uitvoering van de Overeenkomst veroorzaakt door omstandigheden zoals hiervoor bedoeld zijn voor rekening en risico van Leverancier. c) Indien er niet gewerkt kan worden als gevolg van onwerkbaar weer, bijvoorbeeld in geval van vorstverlet, zullen hieraan geen kosten voor Opdrachtgever zijn verbonden. d) Leverancier draagt er zorg voor dat zijn aanwezigheid en de aanwezigheid van zijn personeel op de locatie van uitvoering geen belemmering vormen voor een ongestoorde voortgang van de werkzaamheden van Opdrachtgever en derden. e) Leverancier en zijn personeel dienen zich voordat met de uitvoering van het werk van de overeenkomst een aanvang wordt gemaakt op de hoogte te stellen van de inhoud van de op de locatie van uitvoering geldende voorschriften en reglementen, onder andere inzake veiligheid, gezondheid en milieu, en dienen zich dienovereenkomstig te gedragen. f) Een exemplaar van voornoemde voorschriften en reglementen wordt Leverancier op zijn verzoek door Opdrachtgever of diens opdrachtgever ter beschikking gesteld. g) Leverancier is onder geen enkel beding gerechtigd de werkzaamheden op te schorten of af te breken. h) Indien er graafwerkzaamheden worden uitgevoerd houdt Leverancier zich aan de verplichtingen welke de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (WIBON) aan de in de wet bedoelde “grondroerder” oplegt en aan de Richtlijn “Schade voorkomen aan kabels en leidingen” opgesteld door XXXX. De door Opdrachtgever aan Leverancier ter beschikking gestelde informatie ontslaat Leverancier niet van de verplichting om deze informatie op juistheid en volledigheid te controleren en voorzorgsmaatregelen te nemen ter voorkoming van schade. i) Schades veroorzaakt door leverancier dienen door Leverancier zelf te worden gemeld bij en afgehandeld met de betreffende beheerder(s). De schade dient echter wel te allen tijde te worden gemeld bij Opdrachtgever. j) Indien Leverancier de afwikkeling van veroorzaakte schades aan voorzieningen, materiaal en individuen via Opdrachtgever laat verlopen, worden de door Opdrachtgever ontvangen facturen van derden bij Leverancier in rekening gebracht verhoogd met administratiekosten van vierhonderdvijftig euro per schade. k) Indien Leverancier verzuimt om de schade te melden bij Opdrachtgever, zal Opdrachtgever de schade op kosten van leverancier (laten) herstellen. Daarbij is Leverancier volledig aansprakelijk voor alle kosten voortvloeiend uit de schade. Tevens zal Opdrachtgever duizend euro administratiekosten in rekening brengen bij Leverancier. l) Indien er schade op het werk wordt geconstateerd tijdens of na de werkzaamheden, dan is Leverancier aansprakelijk voor die schade indien Opdrachtgever kan aantonen dat Leverancier op of in de directe nabijheid (acht meter) van die betreffende locatie werkzaamheden heeft verricht en de aard van de werkzaamheden van Leverancier de betreffende schade ook fysiek veroorzaakt kan hebben. Er is sprake van schade indien Opdrachtgever aannemelijk maakt dat er een schade is ontstaan, dit is in ieder geval het geval indien Opdrachtgever door een derde partij wordt aangesproken voor een schade. Leverancier is enkel niet aansprakelijk indien Leverancier kan bewijzen dat Leverancier niet voor de betreffende schade verantwoordelijk is. m) Uitvoering, vergoeding en verrekening van meer- en/of minderwerk vindt uitsluitend plaats indien Leverancier Opdrachtgever hier vooraf schriftelijk of telefonisch van in kennis heeft gesteld en Opdrachtgever het meer- en/of minderwerk uitdrukkelijk schriftelijk heeft goedgekeurd.

  • Leiding van het geschil Vanaf het ogenblik dat de verzekeraar tot tussenkomst is gehouden en voor zover deze wordt ingeroepen, is hij verplicht zich achter de verzekerde te stellen volgens de bepalingen van de overeenkomst. Ten aanzien van de burgerrechtelijke belangen en in zover de belangen van de verzekeraar en van de verzekerde samenvallen, heeft de verzekeraar het recht om, in de plaats van de verzekerde de vordering van de benadeelde te bestrijden. De verzekeraar kan deze laatste vergoeden indien daartoe grond bestaat.

  • Betaling van de uitkering 1. In geval van overlijden (rubriek A) Bij overlijden van een verzekerde binnen 3 jaar na een ongeval, keert de verzekeraar het voor hem verzekerde bedrag uit. Heeft de verzekeraar xxxxxxx van hetzelfde ongeval reeds uitkering verleend wegens blijvende invaliditeit, dan wordt laatstgenoemde uitkering in mindering gebracht op de uitkering bij overlijden. Is de reeds verleende uitkering wegens blijvende invaliditeit echter hoger dan de uitkering bij overlijden, dan zal de verzekeraar het verschil niet terugvorderen. De schade-uitkering wordt in geval van overlijden overgemaakt op rekening van verzekerde of diens executeur testamentair. 2. In geval van blijvende invaliditeit (rubriek B) De mate van blijvende invaliditeit wordt vastgesteld zodra naar medisch oordeel sprake is van een onveranderlijke toestand, doch uiterlijk binnen 3 jaar na melding van het ongeval. Na deze periode zal de mate van blijvende invaliditeit worden bepaald op basis van de dan bestaande invaliditeit, waarbij uitdrukkelijk wordt bepaald, dat nadien optredende wijzigingen géén aanleiding kunnen vormen om aanspraken te doen op aanvullende uitkeringen. De schade-uitkering wordt in geval van blijvende invaliditeit overgemaakt op rekening van verzekerde.

  • Levering van zaken 7.1. Levertijden – opleveringtijden daaronder verstaan - worden bij benadering vastgesteld. Levertijden worden niet beschouwd als fatale termijnen, tenzij schriftelijk anders overeengekomen. Bij levering in afwijking van de levertijd is Opdrachtnemer niet eerder in verzuim dan na daartoe in gebreke te zijn gesteld. Bij niet tijdige levering dient Opdrachtgever Opdrachtnemer aldus in gebreke te stellen. Een ingebrekestelling dient schriftelijk te geschieden bij aangetekende post met inachtneming van een termijn van tenminste 14 dagen. 7.2. Opdrachtgever staat er voor in dat de gekochte en door Opdrachtnemer af te leveren zaken kunnen worden afgeleverd op de overeengekomen plaats. Indien Opdrachtnemer niet op adequate wijze op de plaats van aflevering kan komen, dient Opdrachtgever de daaruit voortvloeiende schade aan Opdrachtnemer te vergoeden, behoudens in geval van overmacht aan de zijde van Opdrachtgever. De schade bestaat in elk geval uit door Opdrachtnemer tevergeefs aangewende kosten, vertragingsschade alsmede uit winstderving. 7.3. Ingeval vervoer plaatsvindt door een derde vrijwaart Opdrachtgever Opdrachtnemer voor eventuele aanspraken van de vervoerder jegens Opdrachtnemer, voortvloeiende uit en/of verband houdende met de overeenkomst tussen Opdrachtnemer en Opdrachtgever. 7.4. Vanaf de levering zijn de zaken geheel voor risico van Opdrachtgever. 7.5. Met betrekking tot de staat van de door Opdrachtnemer geleverde diensten en/of zaken komt Opdrachtgever, niet zijnde een consument, niet de rechten toe die de wet een consument uit dien hoofde geeft, zoals het recht ingevolge boek 7 Burgerlijk Wetboek dat de zaak bij aflevering aan de overeenkomst beantwoordt. De aansprakelijkheid van Opdrachtnemer is in dat geval beperkt tot hetgeen voortvloeit uit deze Algemene Voorwaarden. 7.6. Indien Opdrachtgever niet onverwijld nadat hij een gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijs had moeten ontdekken bij Opdrachtnemer ter zake schriftelijk heeft geprotesteerd, vervalt het recht op enige aanspraak.

  • Behandeling van geschillen 1. Geschillen, als bedoeld in artikel 54 van de CAO, worden door de meest gerede partij per e-mail aan het secretariaat van de commissie aanhangig gemaakt. 2. Het verzoek om een geschil in behandeling te nemen dient te zijn voorzien van een behoorlijke toelichting waarin is vermeld: - de naam, functie, (e-mail)adres van de verzoekende partij en de wederpartij; - de feiten en omstandigheden die tot het geschil aanleiding hebben gegeven; - de conclusies die daaruit naar de mening van de klager getrokken moeten worden; en - het advies dat op grond daarvan van de commissie wordt gevraagd. 3. Het secretariaat stelt terstond de wederpartij op de hoogte van het indienen van het verzoek, door toezending van de e-mail van de verzoekende partij. 4. De wederpartij is bevoegd binnen 14 dagen na verzending door het secretariaat van de in het voorgaande lid bedoelde e-mail, per e-mail van zijn of haar zienswijze kennis te geven, daarbij aangevende de gronden waarop het gevraagde advies wordt betwist. 5. Het secretariaat zendt terstond een afschrift van het in het voorgaande lid bedoelde verweerschrift aan de verzoekende partij. 6. Partijen in het geschil zijn bevoegd na de wisseling van de in het voorgaande lid bedoelde stukken nogmaals met inachtneming van de termijn van 14 dagen hun zienswijze aan het secretariaat kenbaar te maken, waarna de schriftelijke uiteenzetting van het wederzijdse standpunt wordt gesloten. 7. Elk van de geschil hebbende partijen heeft de mogelijkheid binnen 14 dagen na de beëindiging van de uitwisseling van de schriftelijke stukken aan de commissie mede te delen, dat hij of zij prijs stelt op een nadere mondelinge toelichting van het ingenomen standpunt. In dat geval stelt de commissie plaats, datum en uur voor de mondelinge behandeling vast. Het secretariaat geeft daarvan kennis aan beide partijen alsmede aan de leden van de commissie. 8. Elk van de partijen in het geschil is bevoegd een of meer getuigen en/of deskundigen bij de in lid 7 genoemde mondelinge behandeling van het geschil mee te brengen opdat deze(n) door de commissie worden gehoord. De naam, woonplaats en functie van de mee te brengen getuigen of deskundigen dienen tenminste 7 dagen tevoren aan het secretariaat te worden bericht. 9. De commissie is bevoegd, alvorens een advies te geven, nadere inlichtingen in te winnen van zowel partijen als derden. Zij is bevoegd partijen, getuigen en deskundigen ter nadere toelichting op te roepen om in haar vergadering te verschijnen. Een dergelijke oproep dient te geschieden met inachtneming van een termijn van een week. 10. Uit de weigering van partijen om gevraagde inlichtingen te verstrekken of om ter vergadering te verschijnen zal de commissie de conclusies trekken welke haar geraden voorkomen. 11. Een lid van de commissie dat rechtstreeks bij het geschil is betrokken neemt niet aan de behandeling van het geschil deel. 12. Bij staking van stemmen wordt de zaak verdaagd tot de volgende vergadering. Indien ook bij de dan te houden nadere beraadslaging geen besluit kan worden genomen, onthoudt de commissie zich van advies en hebben partijen bij het geschil de bevoegdheid het geschil aan de burgerlijke rechter ter beslissing voor te leggen. 13. De commissie is bevoegd afwijkingen toe te staan van de in de bovengenoemde termijnen.