Omstandigheden tijdens de verzekeringsperiode Voorbeeldclausules

Omstandigheden tijdens de verzekeringsperiode. De uitloopdekking geldt niet voor aanspraken die voortvloeien uit omstandigheden die tijdens de verzekeringsperiode schriftelijk aan verzekeraar zijn gemeld. Dergelijke aanspraken zijn verzekerd conform artikel 3.3.

Related to Omstandigheden tijdens de verzekeringsperiode

  • Verzekeringsperiode De periode vanaf de ingangsdatum van de verzekering tot de einddatum van de verzekering.

  • Op het einde van elke verzekeringsperiode De verzekeringnemer kan op het einde van elke verzekeringsperiode de overeenkomst opzeggen ten minste drie maanden vóór haar vervaldag. De opzegging gaat in op die vervaldag.

  • Algemene bepalingen inzake kosten voor alle gewesten – lastens de verkoper De verkoper dient het saldo van de kosten en erelonen van de verkoop te dragen, evenals de kosten van de overschrijving, de kosten van de ambtshalve inschrijving, van een eventuele grosse en van de akten van kwijting, opheffing en eventuele rangregeling.

  • Overlijden van de verzekeringnemer De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen na het overlijden van de verzekeringnemer binnen drie maanden te rekenen vanaf de dag waarop de verzekeraar kennis kreeg van het overlijden.

  • Waar geldt de verzekering? In alle landen op de groene kaart.

  • Einde van de verzekering ARTIKEL 5.1

  • Einde verzekering Naast de redenen genoemd in de Algemene Voorwaarden van CompleetVerzekerd Mijn bedrijf geldt dat:

  • Aanvang Duur en Einde Van De Verzekering 4.1 De verzekerde risico’s zijn gedekt vanaf de ingangsdatum van de verzekering die op het polisblad staat vermeld, doch nooit eerder dan de datum waarop de eerste premie is voldaan.

  • Grondslag van de verzekering De verzekeringsovereenkomst is gebaseerd op de door u aan ons verstrekte informatie en verklaringen, in welke vorm dan ook. Deze informatie en verklaringen vormen één geheel met de verzekeringsovereenkomst.

  • Wie zijn de verzekerden? Verzekeringnemer = u. De eigenaar van het motorrijtuig. De houder van het motorrijtuig. De bestuurder van het motorrijtuig. De passagiers.