Omvang van de waarborgen. In het kader van de waarborgen beschreven in de artikelen 8, 9 en10: 16.1. Worden bij uitbreiding met ongevallen gelijkgesteld: - ontwrichtingen, verstuikingen, spierverrekkingen en -scheuren veroorzaakt door een plotse krachtinspanning; - onvrijwillige verdrinking; - hydrocutie; - beten en steken van dieren; - fysieke uitputting en ondervoeding ten gevolge van daden van piraterij, schipbreuk en overstroming; - gevallen van hondsdolheid, miltvuur en tetanus. 16.2. Zijn uitdrukkelijk gedekt: aandoeningen door bevriezing, door felle zon, grote hitte of zonnesteek alsook aantasting van de gezondheid door ultravioletstralen ten gevolge van een gedekt ongeval. 16.3. De ongevallen ingevolge sportbeoefening als onbezoldigd liefhebber zijn gedekt. 16.4. De waarborg strekt zich uit tot het gebruik als passagier, van alle luchtvaarttoestellen, geldig toegelaten voor personenvervoer, voor zover de verzekerde geen deel uitmaakt van de bemanning of tijdens de vlucht geen enkele beroepsbedrijvigheid of andere activiteit uitoefent, met betrekking tot het toestel of de vlucht. 16.5. De dekking wordt verleend tot beloop van 50% van de verzekerde sommen voor het gebruik als bestuurder of passagier van een vervoermiddel zoals gedefinieerd in het Koninklijk Besluit van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen. (B.S. 16/11/1974). 16.6. Clausules De verzekering wordt uitgebreid tot de ongevallen in het ‘privé-leven’ van de in het kader van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 verzekerde personen, wanneer zij in opdracht zijn in het buitenland. De waarborgen gaan in om 0 u van de dag van hun vertrek in opdracht en stopt wanneer de verzekerde naar zijn woonplaats, zijn verblijfplaats of zijn werkplaats is teruggekeerd. Als het ongeval niet wordt erkend als een arbeidsongeval, dan zal de schadevergoeding worden betaald conform de definitie van het ongeval ‘privé-leven’, de bewijsregeling hiervoor, en de hierop betrekking hebbende uitsluitingen en vervalbedingen, die zijn voorzien in de algemene voorwaarden van de Collectieve verzekering voor Lichamelijke Ongevallen “ Privé-leven” van de verzekeringsmaatschappij. De vergoedingen worden berekend op basis van de formule ‘type-wet’ zonder toepassing van het KB nr. 530, in functie van de reële bezoldiging beperkt tot het wettelijk plafond per persoon en per jaar. In geval van Blijvende Invaliditeit en Overlijden worden de rentes gestort aan het slachtoffer of aan de rechthebbende in de vorm van een niet-geïndexeerd kapitaal, volgens het barema F, bijlage van het KB van 21.12.1971. In geval van overlijden wordt de vergoeding gestort aan de rechthebbende en/of de samenwonende partner. Deze laatste is de persoon, die op het moment van het ongeval privé-leven, tijdens zijn opdracht in het buitenland wettelijk samenwoonde met de verzekerde in de zin van artikel 1475 van het Burgerlijk wetboek, ofwel aantoont, door inschrijving in het bevolkingsregister dat hij sinds meer dan 1 jaar op dezelfde woonplaats met de verzekerde samenwoont in een relatie vergelijkbaar met die van gehuwde personen, maar zonder dat ze effectief gehuwd zijn of een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd. De vergoedingen worden slechts toegekend na elke wettelijke tussenkomst. De in deze clausule bepaalde vergoedingen kunnen niet worden gecumuleerd met een dekking tegen ongevallen van het ‘privé-leven’ die is onderschreven door de werkgever bij de maatschappij en waarop het slachtoffer aanspraak zou kunnen maken. Met samenwonende partner xxxxxxx men de persoon die op het moment van het arbeidsongeval of van het arbeidswegongeval wettelijk samenwoonde met de verzekerde in de zin van artikel 1475 van het Burgerlijk wetboek ofwel aantoont, door inschrijving in het bevolkingsregister, dat hij sinds meer dan 1 jaar op dezelfde woonplaats met de verzekerde samenwoont in een relatie vergelijkbaar met die van gehuwde personen, maar zonder dat ze effectief gehuwd zijn of een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd. De vergoeding in geval van overlijden wordt berekend op basis van de formule ‘type-wet’ zonder toepassing van het KB nr. 530, in functie van de reële bezoldiging beperkt tot het wettelijk plafond per persoon en per jaar. De rente wordt aan de rechthebbende gestort in de vorm van een niet-geïndexeerd kapitaal, volgens het barema F, bijlage van het KB van 21.12.1971. De vergoedingen worden slechts toegekend na elke wettelijke tussenkomst. Toegelaten prestaties op de woon- of verblijfplaats – Privé-leven. De maatschappij neemt akte van het feit dat bepaalde aangestelden (de werknemer die toegelaten is om op zijn woon - of verblijfplaats te werken, de telewerker en de thuiswerker) die onderworpen zijn aan de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 van de verzekeringnemer de toestemming krijgen om te werken op hun woon- of verblijfplaats, met uitsluiting van sportieve en manuele activiteiten. Bij eventuele ongevallen op de woon- of verblijfplaats van de verzekerde tijdens een activiteit voor rekening van hun werkgever, maar die niet kunnen beschouwd worden als arbeidsongevallen, zal de vergoeding worden betaald conform de definitie van het ongeval ‘privé-leven’, de bewijsregeling hiervoor, en de hierop betrekking hebbende uitsluitingen en vervalbedingen, die zijn voorzien in de algemene voorwaarden van de verzekering ‘ Collectieve verzekering voor Lichamelijke Ongevallen “ Privé- Leven” van de verzekeringsmaatschappij. De waarborgen zijn verworven voor de verzekerde, met uitzondering van de telewerker, tijdens de trajecten voorzien in artikel 8, §1, lid 2, 2° en §2, lid 1, 1°van de wet van 10 april 1971 op de Arbeidsongevallen en dit indien de notie van arbeidswegongeval van de betreffende Wet niet van toepassing is. Echter, enkel tijdens deze 2 trajecten, is de dekking privé- leven van toepassing. De vergoeding zal betaald worden conform de definitie van het ongeval ‘privé-leven’, de bewijsregeling hiervoor, en de hierop betrekking hebbende uitsluitingen en vervalbedingen, die zijn voorzien in de algemene voorwaarden van de verzekering ‘ Collectieve verzekering voor Lichamelijke Ongevallen “ Privé-leven” van de verzekeringsmaatschappij. Bijgevolg zijn enkel de verplaatsingen van de verzekerde gedekt wanneer hij in het kader van werk op de woon- of verblijfplaats : - zijn kinderen vanuit zijn woon-of verblijfplaats naar de kinderopvang, crèche, onderwijsinstelling, universiteit of enig ander persoon die op hen past vervoert en omgekeerd; - zich vanuit zijn woon- of verblijfplaats naar de plaats begeeft waar hij zijn maaltijden neemt of aanschaft en omgekeerd. De vergoedingen worden berekend op basis van de formule ‘type-wet’ zonder toepassing van het KB nr. 530, in functie van de reële bezoldiging beperkt tot het het wettelijk plafond per persoon en per jaar. In geval van Blijvende Ongeschiktheid en Overlijden worden de rentes gestort aan het slachtoffer of aan de rechthebbende in de vorm van een niet-geïndexeerd kapitaal, volgens het barema F, bijlage van het KB van 21.12.1971. In geval van overlijden worden de vergoedingen gestort aan de rechthebbende en/of de samenwonende partner. Deze laatste is de persoon die, op het moment van het ongeval privé-leven overkomen in zijn woon- of verblijfplaats, of op het traject dat betrekking heeft op de twee hierboven vermelde uitbreidingen (in verband met de verplaatsingen), wettelijk samenwoonde met de verzekerde in de zin van artikel 1475 van het Burgerlijk wetboek ofwel aantoont, door inschrijving in het bevolkingsregister, dat hij sinds meer dan 1 jaar op dezelfde woonplaats met de verzekerde samenwoont in een relatie vergelijkbaar met die van gehuwde personen, maar zonder dat ze effectief gehuwd zijn of een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd. De vergoedingen worden slechts toegekend na elke wettelijk tussenkomst. De in deze clausule bepaalde vergoedingen kunnen niet worden gecumuleerd met een dekking tegen ongevallen van het ‘privé- leven’ die is onderschreven door de werkgever bij de maatschappij en waarop het slachtoffer aanspraak zou kunnen maken. De verzekering wordt uitgebreid tot de eventuele ongevallen van de personeelsleden van de verzekeringnemer die onderworpen zijn aan de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, ter gelegenheid van sportieve, culturele of recreatieve activiteiten die worden georganiseerd door een personeelsvereniging of door een personeelslid met uitdrukkelijke of impliciete toestemming van de werkgever en indien het ongeval erkend is als een ongeval tijdens het privé-leven. De verzekering wordt uitgebreid tot de ongevallen die kunnen gebeuren in kleedkamers of andere gebruikte lokalen, en wordt daarenboven ook nog uitgebreid - volgens de criteria die van toepassing zijn op de arbeidswegongevallen - tot de ongevallen die kunnen gebeuren op de ‘heen- en terugweg’, hetzij tussen de verblijfplaats van de verzekerde personen of hun werkplaats en de plaats waar de verzekerde activiteit moet plaatsvinden. De schadevergoeding zal worden betaald conform de definitie van het ongeval ‘privéleven’, de bewijsregeling hiervoor, en de hierop betrekking hebbende uitsluitingen en vervalbedingen, die zijn voorzien in de algemene voorwaarden van de polis Collectieve verzekering voor Lichamelijke Ongevallen “ Privé-Leven” van de verzekeringsmaatschappij. De vergoedingen worden berekend op basis van de formule ‘type-wet’ zonder toepassing van het KB nr. 530, in functie van de reële bezoldiging beperkt tot het wettelijk plafond per persoon en per jaar. In geval van Blijvende Ongeschiktheid en Overlijden worden de rentes gestort aan het slachtoffer of aan de rechthebbende in de vorm van een niet-geïndexeerd kapitaal, volgens het barema F, bijlage van het KB van 21.12.1971. In geval van overlijden worden de vergoedingen gestort aan de rechthebbende en/of de samenwonende partner. Deze laatste is de persoon die, op het moment van het ongeval privé-leven overkomen naar aanleiding van de in de 1e alinea vermelde activiteiten, op de in de 2e alinea gespecifieerde plaatsen en trajecten, ofwel wettelijk samenwoonde met de verzekerde in de zin van artikel 1475 van het Burgerlijk wetboek ofwel aantoont, door inschrijving in het bevolkingsregister, dat hij sinds meer dan 1 jaar op dezelfde woonplaats met de verzekerde samenwoont in een relatie vergelijkbaar met die van gehuwde personen, maar zonder dat ze effectief gehuwd zijn of een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd. De vergoedingen worden slechts toegekend na elke wettelijk tussenkomst. De in deze clausule bepaalde vergoedingen kunnen niet worden gecumuleerd met een dekking tegen ongevallen van het ‘privé- leven’ die is onderschreven door de werkgever bij de maatschappij en waarop het slachtoffer aanspraak zou kunnen maken. 16.7. De verzekering is geldig in de hele wereld.
Appears in 1 contract
Omvang van de waarborgen. In het kader van de waarborgen beschreven beschre- ven in de artikelen 8, 9 en108 tot 10:
16.1. Worden bij uitbreiding met ongevallen ongeval- len gelijkgesteld: - ontwrichtingen, verstuikingenverwringingen, spierverrekkingen en -scheuren spierver- rekkingen of -scheuringen veroorzaakt door een plotse krachtinspanning; - onvrijwillige verdrinking; - hydrocutie; - beten en steken van dieren; - fysieke uitputting en ondervoeding ten gevolge van daden van piraterij, schipbreuk schip- breuk en overstroming; - gevallen van hondsdolheid, miltvuur en tetanus.
16.2. Zijn uitdrukkelijk gedekt: aandoeningen door bevriezing, door felle zon, grote hitte of zonnesteek alsook aantasting van de gezondheid door ultravioletstralen ten gevolge van een gedekt ongeval.
16.3. De ongevallen ingevolge sportbeoefening sportbeoe- fening als onbezoldigd liefhebber zijn gedekt. De verzekering strekt zich evenwel niet uit tot: - gevechts- en verdedigingssporten, alle luchtsporten, alpinisme, bobsleigh, skele- ton, skisprongen van xxxxxxxxxxxxxx, speleologie, rugby; - deelname, training en voorbereidende proeven inbegrepen, aan paardenwedstrij- den en –wedrennen; - diepzeeduiken met autonoom ademha- lingstoestel; - alle wielerwedstrijden, wedstrijden met motorrijtuigen en gemotoriseerde vaartui- gen (andere dan toeristische rally’s waar- voor geen enkele tijd- of snelheidsnorm werd opgelegd) training en proeven inbe- grepen.
16.4. De waarborg strekt zich uit tot het gebruik als passagier, van alle luchtvaarttoestellenluchtvaart- toestellen, geldig toegelaten voor personenvervoerperso- nenvervoer, voor zover de verzekerde geen deel uitmaakt van de bemanning of tijdens de vlucht geen enkele beroepsbedrijvigheid beroepsbe- drijvigheid of andere activiteit uitoefent, met betrekking tot het toestel of de vlucht.
16.5. De dekking wordt verleend tot beloop van 5050 % van de verzekerde sommen som- men voor het gebruik als bestuurder of passagier van een vervoermiddel zoals gedefinieerd in elke brom- of motorfiets. De waarborg strekt zich niet uit tot het Koninklijk Besluit gebruik als bestuurder of als passagier van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement elke brom- of motorfiets die op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen. het ogen- blik van het ongeval niet meer conform is met het proces-verbaal van goedkeuring (B.S. 16/11/1974gelijkvormigheidattest).
16.6. Clausules De verzekering wordt uitgebreid dekking strekt zich niet uit tot de ongevallen in het ‘privé-leven’ van de in het kader van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 verzekerde personen, wanneer zij in opdracht zijn in het buitenland. De waarborgen gaan in om 0 u van de dag van hun vertrek in opdracht constructiewerkzaamheden en stopt wanneer de verzekerde naar zijn woonplaats, zijn verblijfplaats of zijn werkplaats is teruggekeerd. Als het ongeval niet wordt erkend als een arbeidsongeval, dan zal de schadevergoeding worden betaald conform de definitie van het ongeval ‘privé-leven’, de bewijsregeling hiervoor, en de hierop betrekking hebbende uitsluitingen en vervalbedingen, die zijn voorzien in de algemene voorwaarden van de Collectieve verzekering voor Lichamelijke Ongevallen “ Privé-leven” van de verzekeringsmaatschappij. De vergoedingen worden berekend op basis van de formule ‘type-wet’ zonder toepassing van het KB nr. 530, in functie van de reële bezoldiging beperkt tot het wettelijk plafond per persoon en per jaar. In geval van Blijvende Invaliditeit en Overlijden worden de rentes gestort aan het slachtoffer of aan de rechthebbende in de vorm van een niet-geïndexeerd kapitaal, volgens het barema F, bijlage van het KB van 21.12.1971. In geval van overlijden wordt de vergoeding gestort aan de rechthebbende en/of de samenwonende partner. Deze laatste is de persoon, die op het moment van het ongeval privé-leven, tijdens zijn opdracht in het buitenland wettelijk samenwoonde met de verzekerde in de zin van artikel 1475 van het Burgerlijk wetboek, ofwel aantoont, door inschrijving in het bevolkingsregister dat hij sinds meer dan 1 jaar op dezelfde woonplaats met de verzekerde samenwoont in een relatie vergelijkbaar met die van gehuwde personen, maar zonder dat ze effectief gehuwd zijn of een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd. De vergoedingen worden slechts toegekend na elke wettelijke tussenkomst. De in deze clausule bepaalde vergoedingen kunnen niet worden gecumuleerd met een dekking tegen ongevallen van het ‘privé-leven’ die is onderschreven door de werkgever bij de maatschappij en waarop het slachtoffer aanspraak zou kunnen maken. Met samenwonende partner xxxxxxx men de persoon die op het moment van het arbeidsongeval of van het arbeidswegongeval wettelijk samenwoonde met de verzekerde in de zin van artikel 1475 van het Burgerlijk wetboek ofwel aantoont, door inschrijving in het bevolkingsregister, dat hij sinds meer dan 1 jaar op dezelfde woonplaats met de verzekerde samenwoont in een relatie vergelijkbaar met die van gehuwde personen, maar zonder dat ze effectief gehuwd zijn of een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd. De vergoeding in geval van overlijden wordt berekend op basis van de formule ‘type-wet’ zonder toepassing van het KB nr. 530, in functie van de reële bezoldiging beperkt tot het wettelijk plafond per persoon en per jaar. De rente wordt aan de rechthebbende gestort in de vorm van een niet-geïndexeerd kapitaal, volgens het barema F, bijlage van het KB van 21.12.1971. De vergoedingen worden slechts toegekend na elke wettelijke tussenkomst. Toegelaten prestaties op de woon- of verblijfplaats – Privé-leven. De maatschappij neemt akte van het feit dat bepaalde aangestelden (de werknemer die toegelaten is om op zijn woon - of verblijfplaats te werken, de telewerker en de thuiswerker) die onderworpen zijn aan de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 van de verzekeringnemer de toestemming krijgen om te werken op hun woon- of verblijfplaats, met uitsluiting van sportieve en manuele activiteiten. Bij eventuele ongevallen op de woon- of verblijfplaats van de verzekerde tijdens een activiteit voor rekening van hun werkgever, maar die niet kunnen beschouwd worden als arbeidsongevallen, zal de vergoeding worden betaald conform de definitie van het ongeval ‘privé-leven’, de bewijsregeling hiervoor, en de hierop betrekking hebbende uitsluitingen en vervalbedingen, die zijn voorzien in de algemene voorwaarden van de verzekering ‘ Collectieve verzekering voor Lichamelijke Ongevallen “ Privé- Leven” van de verzekeringsmaatschappij. De waarborgen zijn verworven voor de verzekerde, met uitzondering van de telewerker, tijdens de trajecten voorzien in artikel 8, §1, lid 2, 2° en §2, lid 1, 1°van de wet van 10 april 1971 op de Arbeidsongevallen en dit indien de notie van arbeidswegongeval van de betreffende Wet niet van toepassing is. Echter, enkel tijdens deze 2 trajecten, is de dekking privé- leven van toepassing. De vergoeding zal betaald worden conform de definitie van het ongeval ‘privé-leven’, de bewijsregeling hiervoor, en de hierop betrekking hebbende uitsluitingen en vervalbedingen, die zijn voorzien in de algemene voorwaarden van de verzekering ‘ Collectieve verzekering voor Lichamelijke Ongevallen “ Privé-leven” van de verzekeringsmaatschappij. Bijgevolg zijn enkel de verplaatsingen van de verzekerde gedekt wanneer hij in het kader van werk op de woon- of verblijfplaats : - zijn kinderen vanuit zijn woon-of verblijfplaats naar de kinderopvang, crèche, onderwijsinstelling, universiteit of enig ander persoon die op hen past vervoert en omgekeerd; - zich vanuit zijn woon- of verblijfplaats naar de plaats begeeft waar hij zijn maaltijden neemt of aanschaft en omgekeerd. De vergoedingen worden berekend op basis van de formule ‘type-wet’ zonder toepassing van het KB nr. 530, in functie van de reële bezoldiging beperkt tot het het wettelijk plafond per persoon en per jaar. In geval van Blijvende Ongeschiktheid en Overlijden worden de rentes gestort aan het slachtoffer of aan de rechthebbende in de vorm van een niet-geïndexeerd kapitaal, volgens het barema F, bijlage van het KB van 21.12.1971. In geval van overlijden worden de vergoedingen gestort aan de rechthebbende en/of de samenwonende partner. Deze laatste is de persoon die, op het moment van het ongeval privé-leven overkomen in zijn woon- of verblijfplaats, of op het traject dat betrekking heeft op de twee hierboven vermelde uitbreidingen (in verband met de verplaatsingen), wettelijk samenwoonde met de verzekerde in de zin van artikel 1475 van het Burgerlijk wetboek ofwel aantoont, door inschrijving in het bevolkingsregister, dat hij sinds meer dan 1 jaar op dezelfde woonplaats met de verzekerde samenwoont in een relatie vergelijkbaar met die van gehuwde personen, maar zonder dat ze effectief gehuwd zijn of een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd. De vergoedingen worden slechts toegekend na elke wettelijk tussenkomst. De in deze clausule bepaalde vergoedingen kunnen niet worden gecumuleerd met een dekking tegen ongevallen van het ‘privé- leven’ die is onderschreven door de werkgever bij de maatschappij en waarop het slachtoffer aanspraak zou kunnen maken. De verzekering wordt uitgebreid tot de eventuele ongevallen van de personeelsleden van de verzekeringnemer die onderworpen zijn aan de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, ter gelegenheid van sportieve, culturele of recreatieve activiteiten die worden georganiseerd door een personeelsvereniging of door een personeelslid met uitdrukkelijke of impliciete toestemming van de werkgever en indien het ongeval erkend is als een ongeval tijdens het privé-leven. De verzekering wordt uitgebreid tot de ongevallen die kunnen gebeuren in kleedkamers of andere gebruikte lokalen, en wordt daarenboven ook nog uitgebreid - volgens de criteria die van toepassing zijn op de arbeidswegongevallen - tot de ongevallen die kunnen gebeuren op de ‘heen- en terugweg’, hetzij tussen de verblijfplaats van de verzekerde personen of hun werkplaats en de plaats waar de verzekerde activiteit moet plaatsvinden. De schadevergoeding zal worden betaald conform de definitie van het ongeval ‘privéleven’, de bewijsregeling hiervoor, en de hierop betrekking hebbende uitsluitingen en vervalbedingen, die zijn voorzien in de algemene voorwaarden van de polis Collectieve verzekering voor Lichamelijke Ongevallen “ Privé-Leven” van de verzekeringsmaatschappij. De vergoedingen worden berekend op basis van de formule ‘type-wet’ zonder toepassing van het KB nr. 530, in functie van de reële bezoldiging beperkt tot het wettelijk plafond per persoon en per jaar. In geval van Blijvende Ongeschiktheid en Overlijden worden de rentes gestort aan het slachtoffer of aan de rechthebbende in de vorm van een niet-geïndexeerd kapitaal, volgens het barema F, bijlage van het KB van 21.12.1971. In geval van overlijden worden de vergoedingen gestort aan de rechthebbende en/of de samenwonende partner. Deze laatste is de persoon die, op het moment van het ongeval privé-leven overkomen naar aanleiding van de in de 1e alinea vermelde activiteiten, op de in de 2e alinea gespecifieerde plaatsen en trajecten, ofwel wettelijk samenwoonde met de verzekerde in de zin van artikel 1475 van het Burgerlijk wetboek ofwel aantoont, door inschrijving in het bevolkingsregister, dat hij sinds meer dan 1 jaar op dezelfde woonplaats met de verzekerde samenwoont in een relatie vergelijkbaar met die van gehuwde personen, maar zonder dat ze effectief gehuwd zijn of een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd. De vergoedingen worden slechts toegekend na elke wettelijk tussenkomst. De in deze clausule bepaalde vergoedingen kunnen niet worden gecumuleerd met een dekking tegen ongevallen van het ‘privé- leven’ die is onderschreven door de werkgever bij de maatschappij en waarop het slachtoffer aanspraak zou kunnen makendakwer- ken.
16.7. De verzekering is geldig in de hele wereld.
Appears in 1 contract
Omvang van de waarborgen. In het kader van de waarborgen beschreven beschre- ven in de artikelen 8, 9 en108 tot 10:
16.1. Worden bij uitbreiding met ongevallen ongeval- len gelijkgesteld: - ontwrichtingen, verstuikingenverwringingen, spierverrekkingen en -scheuren spierver- rekkingen of -scheuringen veroorzaakt door een plotse krachtinspanning; - onvrijwillige verdrinking; - hydrocutie; - beten en steken van dieren; - fysieke uitputting en ondervoeding ten gevolge van daden van piraterij, schipbreuk schip- breuk en overstroming; - gevallen van hondsdolheid, miltvuur en tetanus.
16.2. Zijn uitdrukkelijk gedekt: aandoeningen door bevriezing, door felle zon, grote hitte of zonnesteek alsook aantasting van de gezondheid door ultravioletstralen ten gevolge van een gedekt ongeval.
16.3. De ongevallen ingevolge sportbeoefening sportbeoe- fening als onbezoldigd liefhebber zijn gedekt. De verzekering strekt zich evenwel niet uit tot: - gevechts- en verdedigingssporten, alle luchtsporten, alpinisme, bobsleigh, ske- leton, skisprongen van xxxxxxxxxxxxxx, speleologie, rugby; - deelname, training en voorbereidende proeven inbegrepen, aan paardenwedstrij- den en –wedrennen; - diepzeeduiken met autonoom ademha- lingstoestel; - alle wielerwedstrijden, wedstrijden met motorrijtuigen en gemotoriseerde vaartui- gen (andere dan toeristische rally’s waar- voor geen enkele tijd- of snelheidsnorm werd opgelegd) training en proeven inbe- grepen.
16.4. De waarborg strekt zich uit tot het gebruik als passagier, van alle luchtvaarttoestellenluchtvaart- toestellen, geldig toegelaten voor personenvervoerperso- nenvervoer, voor zover de verzekerde geen deel uitmaakt van de bemanning of tijdens de vlucht geen enkele beroepsbedrijvigheid beroepsbe- drijvigheid of andere activiteit uitoefent, met betrekking tot het toestel of de vlucht.
16.5. De dekking wordt verleend tot beloop van 5050 % van de verzekerde sommen som- men voor het gebruik als bestuurder of passagier van een vervoermiddel zoals gedefinieerd in elke brom- of motorfiets. De waarborg strekt zich niet uit tot het Koninklijk Besluit gebruik als bestuurder of als passagier van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement elke brom- of motorfiets die op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen. het ogen- blik van het ongeval niet meer conform is met het proces-verbaal van goedkeuring (B.S. 16/11/1974gelijkvormigheidattest).
16.6. Clausules De verzekering wordt uitgebreid dekking strekt zich niet uit tot de ongevallen in het ‘privé-leven’ van de in het kader van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 verzekerde personen, wanneer zij in opdracht zijn in het buitenland. De waarborgen gaan in om 0 u van de dag van hun vertrek in opdracht constructiewerkzaamheden en stopt wanneer de verzekerde naar zijn woonplaats, zijn verblijfplaats of zijn werkplaats is teruggekeerd. Als het ongeval niet wordt erkend als een arbeidsongeval, dan zal de schadevergoeding worden betaald conform de definitie van het ongeval ‘privé-leven’, de bewijsregeling hiervoor, en de hierop betrekking hebbende uitsluitingen en vervalbedingen, die zijn voorzien in de algemene voorwaarden van de Collectieve verzekering voor Lichamelijke Ongevallen “ Privé-leven” van de verzekeringsmaatschappij. De vergoedingen worden berekend op basis van de formule ‘type-wet’ zonder toepassing van het KB nr. 530, in functie van de reële bezoldiging beperkt tot het wettelijk plafond per persoon en per jaar. In geval van Blijvende Invaliditeit en Overlijden worden de rentes gestort aan het slachtoffer of aan de rechthebbende in de vorm van een niet-geïndexeerd kapitaal, volgens het barema F, bijlage van het KB van 21.12.1971. In geval van overlijden wordt de vergoeding gestort aan de rechthebbende en/of de samenwonende partner. Deze laatste is de persoon, die op het moment van het ongeval privé-leven, tijdens zijn opdracht in het buitenland wettelijk samenwoonde met de verzekerde in de zin van artikel 1475 van het Burgerlijk wetboek, ofwel aantoont, door inschrijving in het bevolkingsregister dat hij sinds meer dan 1 jaar op dezelfde woonplaats met de verzekerde samenwoont in een relatie vergelijkbaar met die van gehuwde personen, maar zonder dat ze effectief gehuwd zijn of een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd. De vergoedingen worden slechts toegekend na elke wettelijke tussenkomst. De in deze clausule bepaalde vergoedingen kunnen niet worden gecumuleerd met een dekking tegen ongevallen van het ‘privé-leven’ die is onderschreven door de werkgever bij de maatschappij en waarop het slachtoffer aanspraak zou kunnen maken. Met samenwonende partner xxxxxxx men de persoon die op het moment van het arbeidsongeval of van het arbeidswegongeval wettelijk samenwoonde met de verzekerde in de zin van artikel 1475 van het Burgerlijk wetboek ofwel aantoont, door inschrijving in het bevolkingsregister, dat hij sinds meer dan 1 jaar op dezelfde woonplaats met de verzekerde samenwoont in een relatie vergelijkbaar met die van gehuwde personen, maar zonder dat ze effectief gehuwd zijn of een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd. De vergoeding in geval van overlijden wordt berekend op basis van de formule ‘type-wet’ zonder toepassing van het KB nr. 530, in functie van de reële bezoldiging beperkt tot het wettelijk plafond per persoon en per jaar. De rente wordt aan de rechthebbende gestort in de vorm van een niet-geïndexeerd kapitaal, volgens het barema F, bijlage van het KB van 21.12.1971. De vergoedingen worden slechts toegekend na elke wettelijke tussenkomst. Toegelaten prestaties op de woon- of verblijfplaats – Privé-leven. De maatschappij neemt akte van het feit dat bepaalde aangestelden (de werknemer die toegelaten is om op zijn woon - of verblijfplaats te werken, de telewerker en de thuiswerker) die onderworpen zijn aan de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 van de verzekeringnemer de toestemming krijgen om te werken op hun woon- of verblijfplaats, met uitsluiting van sportieve en manuele activiteiten. Bij eventuele ongevallen op de woon- of verblijfplaats van de verzekerde tijdens een activiteit voor rekening van hun werkgever, maar die niet kunnen beschouwd worden als arbeidsongevallen, zal de vergoeding worden betaald conform de definitie van het ongeval ‘privé-leven’, de bewijsregeling hiervoor, en de hierop betrekking hebbende uitsluitingen en vervalbedingen, die zijn voorzien in de algemene voorwaarden van de verzekering ‘ Collectieve verzekering voor Lichamelijke Ongevallen “ Privé- Leven” van de verzekeringsmaatschappij. De waarborgen zijn verworven voor de verzekerde, met uitzondering van de telewerker, tijdens de trajecten voorzien in artikel 8, §1, lid 2, 2° en §2, lid 1, 1°van de wet van 10 april 1971 op de Arbeidsongevallen en dit indien de notie van arbeidswegongeval van de betreffende Wet niet van toepassing is. Echter, enkel tijdens deze 2 trajecten, is de dekking privé- leven van toepassing. De vergoeding zal betaald worden conform de definitie van het ongeval ‘privé-leven’, de bewijsregeling hiervoor, en de hierop betrekking hebbende uitsluitingen en vervalbedingen, die zijn voorzien in de algemene voorwaarden van de verzekering ‘ Collectieve verzekering voor Lichamelijke Ongevallen “ Privé-leven” van de verzekeringsmaatschappij. Bijgevolg zijn enkel de verplaatsingen van de verzekerde gedekt wanneer hij in het kader van werk op de woon- of verblijfplaats : - zijn kinderen vanuit zijn woon-of verblijfplaats naar de kinderopvang, crèche, onderwijsinstelling, universiteit of enig ander persoon die op hen past vervoert en omgekeerd; - zich vanuit zijn woon- of verblijfplaats naar de plaats begeeft waar hij zijn maaltijden neemt of aanschaft en omgekeerd. De vergoedingen worden berekend op basis van de formule ‘type-wet’ zonder toepassing van het KB nr. 530, in functie van de reële bezoldiging beperkt tot het het wettelijk plafond per persoon en per jaar. In geval van Blijvende Ongeschiktheid en Overlijden worden de rentes gestort aan het slachtoffer of aan de rechthebbende in de vorm van een niet-geïndexeerd kapitaal, volgens het barema F, bijlage van het KB van 21.12.1971. In geval van overlijden worden de vergoedingen gestort aan de rechthebbende en/of de samenwonende partner. Deze laatste is de persoon die, op het moment van het ongeval privé-leven overkomen in zijn woon- of verblijfplaats, of op het traject dat betrekking heeft op de twee hierboven vermelde uitbreidingen (in verband met de verplaatsingen), wettelijk samenwoonde met de verzekerde in de zin van artikel 1475 van het Burgerlijk wetboek ofwel aantoont, door inschrijving in het bevolkingsregister, dat hij sinds meer dan 1 jaar op dezelfde woonplaats met de verzekerde samenwoont in een relatie vergelijkbaar met die van gehuwde personen, maar zonder dat ze effectief gehuwd zijn of een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd. De vergoedingen worden slechts toegekend na elke wettelijk tussenkomst. De in deze clausule bepaalde vergoedingen kunnen niet worden gecumuleerd met een dekking tegen ongevallen van het ‘privé- leven’ die is onderschreven door de werkgever bij de maatschappij en waarop het slachtoffer aanspraak zou kunnen maken. De verzekering wordt uitgebreid tot de eventuele ongevallen van de personeelsleden van de verzekeringnemer die onderworpen zijn aan de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, ter gelegenheid van sportieve, culturele of recreatieve activiteiten die worden georganiseerd door een personeelsvereniging of door een personeelslid met uitdrukkelijke of impliciete toestemming van de werkgever en indien het ongeval erkend is als een ongeval tijdens het privé-leven. De verzekering wordt uitgebreid tot de ongevallen die kunnen gebeuren in kleedkamers of andere gebruikte lokalen, en wordt daarenboven ook nog uitgebreid - volgens de criteria die van toepassing zijn op de arbeidswegongevallen - tot de ongevallen die kunnen gebeuren op de ‘heen- en terugweg’, hetzij tussen de verblijfplaats van de verzekerde personen of hun werkplaats en de plaats waar de verzekerde activiteit moet plaatsvinden. De schadevergoeding zal worden betaald conform de definitie van het ongeval ‘privéleven’, de bewijsregeling hiervoor, en de hierop betrekking hebbende uitsluitingen en vervalbedingen, die zijn voorzien in de algemene voorwaarden van de polis Collectieve verzekering voor Lichamelijke Ongevallen “ Privé-Leven” van de verzekeringsmaatschappij. De vergoedingen worden berekend op basis van de formule ‘type-wet’ zonder toepassing van het KB nr. 530, in functie van de reële bezoldiging beperkt tot het wettelijk plafond per persoon en per jaar. In geval van Blijvende Ongeschiktheid en Overlijden worden de rentes gestort aan het slachtoffer of aan de rechthebbende in de vorm van een niet-geïndexeerd kapitaal, volgens het barema F, bijlage van het KB van 21.12.1971. In geval van overlijden worden de vergoedingen gestort aan de rechthebbende en/of de samenwonende partner. Deze laatste is de persoon die, op het moment van het ongeval privé-leven overkomen naar aanleiding van de in de 1e alinea vermelde activiteiten, op de in de 2e alinea gespecifieerde plaatsen en trajecten, ofwel wettelijk samenwoonde met de verzekerde in de zin van artikel 1475 van het Burgerlijk wetboek ofwel aantoont, door inschrijving in het bevolkingsregister, dat hij sinds meer dan 1 jaar op dezelfde woonplaats met de verzekerde samenwoont in een relatie vergelijkbaar met die van gehuwde personen, maar zonder dat ze effectief gehuwd zijn of een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd. De vergoedingen worden slechts toegekend na elke wettelijk tussenkomst. De in deze clausule bepaalde vergoedingen kunnen niet worden gecumuleerd met een dekking tegen ongevallen van het ‘privé- leven’ die is onderschreven door de werkgever bij de maatschappij en waarop het slachtoffer aanspraak zou kunnen makendakwer- ken.
16.7. De verzekering is geldig in de hele wereld.
Appears in 1 contract
Omvang van de waarborgen. In het kader van de waarborgen beschreven in de artikelen 8, 9 en10:
16.1. Worden bij uitbreiding met ongevallen gelijkgesteld: - ontwrichtingen, verstuikingen, spierverrekkingen en -scheuren veroorzaakt door een plotse krachtinspanning; - onvrijwillige verdrinking; - hydrocutie; - beten en steken van dieren; - fysieke uitputting en ondervoeding ten gevolge van daden van piraterij, schipbreuk en overstroming; - gevallen van hondsdolheid, miltvuur en tetanus.
16.2. Zijn uitdrukkelijk gedekt: aandoeningen door bevriezing, door felle zon, grote hitte of zonnesteek alsook aantasting van de gezondheid door ultravioletstralen ten gevolge van een gedekt ongeval.
16.3. De ongevallen ingevolge sportbeoefening als onbezoldigd liefhebber zijn gedekt.
16.4. De waarborg strekt zich uit tot het gebruik als passagier, van alle luchtvaarttoestellen, geldig toegelaten voor personenvervoer, voor zover de verzekerde geen deel uitmaakt van de bemanning of tijdens de vlucht geen enkele beroepsbedrijvigheid of andere activiteit uitoefent, met betrekking tot het toestel of de vlucht.
16.5. De dekking wordt verleend tot beloop van 50% van de verzekerde sommen voor het gebruik als bestuurder of passagier van een vervoermiddel zoals gedefinieerd in het Koninklijk Besluit van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen. (B.S. 16/11/1974).
16.6. Clausules De verzekering wordt uitgebreid tot de ongevallen in het ‘privé-leven’ van de in het kader van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 verzekerde personen, wanneer zij in opdracht zijn in het buitenland. De waarborgen gaan in om 0 u van de dag van hun vertrek in opdracht en stopt wanneer de verzekerde naar zijn woonplaats, zijn verblijfplaats of zijn werkplaats is teruggekeerd. Als het ongeval niet wordt erkend als een arbeidsongeval, dan zal de schadevergoeding worden betaald conform de definitie van het ongeval ‘privé-leven’, de bewijsregeling hiervoor, en de hierop betrekking hebbende uitsluitingen en vervalbedingen, die zijn voorzien in de algemene voorwaarden van de Collectieve verzekering voor Lichamelijke Ongevallen “ Privé-leven” van de verzekeringsmaatschappij. De vergoedingen worden berekend op basis van de formule ‘type-wet’ zonder toepassing van het KB nr. 530, in functie van de reële bezoldiging beperkt tot het wettelijk plafond per persoon en per jaar. In geval van Blijvende Invaliditeit en Overlijden worden de rentes gestort aan het slachtoffer of aan de rechthebbende in de vorm van een niet-geïndexeerd kapitaal, volgens het barema F, bijlage van het KB van 21.12.1971. In geval van overlijden wordt de vergoeding gestort aan de rechthebbende en/of de samenwonende partner. Deze laatste is de persoon, die op het moment van het ongeval privé-leven, tijdens zijn opdracht in het buitenland wettelijk samenwoonde met de verzekerde in de zin van artikel 1475 van het Burgerlijk wetboek, ofwel aantoont, door inschrijving in het bevolkingsregister dat hij sinds meer dan 1 jaar op dezelfde woonplaats met de verzekerde samenwoont in een relatie vergelijkbaar met die van gehuwde personen, maar zonder dat ze effectief gehuwd zijn of een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd. De vergoedingen worden slechts toegekend na elke wettelijke tussenkomst. De in deze clausule bepaalde vergoedingen kunnen niet worden gecumuleerd met een dekking tegen ongevallen van het ‘privé-privé- leven’ die is onderschreven door de werkgever bij de maatschappij en waarop het slachtoffer aanspraak zou kunnen makenmaken Samenwonende partner - arbeidsongeval. Met samenwonende partner xxxxxxx men de persoon die op het moment van het arbeidsongeval of van het arbeidswegongeval wettelijk samenwoonde met de verzekerde in de zin van artikel 1475 van het Burgerlijk wetboek ofwel aantoont, door inschrijving in het bevolkingsregister, dat hij sinds meer dan 1 jaar op dezelfde woonplaats met de verzekerde samenwoont in een relatie vergelijkbaar met die van gehuwde personen, maar zonder dat ze effectief gehuwd zijn of een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd. De vergoeding in geval van overlijden wordt berekend op basis van de formule ‘type-wet’ zonder toepassing van het KB nr. 530, in functie van de reële bezoldiging beperkt tot het wettelijk plafond per persoon en per jaar. De rente wordt aan de rechthebbende gestort in de vorm van een niet-geïndexeerd kapitaal, volgens het barema F, bijlage van het KB van 21.12.1971. De vergoedingen worden slechts toegekend na elke wettelijke tussenkomst. Toegelaten prestaties op de woon- of verblijfplaats – Privé-leven. De maatschappij neemt akte van het feit dat bepaalde aangestelden (de werknemer die toegelaten is om op zijn woon - of verblijfplaats te werken, de telewerker en de thuiswerker) die onderworpen zijn aan de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 van de verzekeringnemer de toestemming krijgen om te werken op hun woon- of verblijfplaats, met uitsluiting van sportieve en manuele activiteiten. Bij eventuele ongevallen op de woon- of verblijfplaats van de verzekerde tijdens een activiteit voor rekening van hun werkgever, maar die niet kunnen beschouwd worden als arbeidsongevallen, zal de vergoeding worden betaald conform de definitie van het ongeval ‘privé-leven’, de bewijsregeling hiervoor, en de hierop betrekking hebbende uitsluitingen en vervalbedingen, die zijn voorzien in de algemene voorwaarden van de verzekering ‘ Collectieve verzekering voor Lichamelijke Ongevallen “ Privé- Privé-Leven” van de verzekeringsmaatschappij. De waarborgen zijn verworven voor de verzekerde, met uitzondering van de telewerker, tijdens de trajecten voorzien in artikel 8, §1, lid 2, 2° en §2, lid 1, 1°van de wet van 10 april 1971 op de Arbeidsongevallen en dit indien de notie van arbeidswegongeval van de betreffende Wet niet van toepassing is. Echter, enkel tijdens deze 2 trajecten, is de dekking privé- leven van toepassing. De vergoeding zal betaald worden conform de definitie van het ongeval ‘privé-leven’, de bewijsregeling hiervoor, en de hierop betrekking hebbende uitsluitingen en vervalbedingen, die zijn voorzien in de algemene voorwaarden van de verzekering ‘ Collectieve verzekering voor Lichamelijke Ongevallen “ Privé-leven” van de verzekeringsmaatschappij. Bijgevolg zijn enkel de verplaatsingen van de verzekerde gedekt wanneer hij in het kader van werk op de woon- of verblijfplaats : - zijn kinderen vanuit zijn woon-of verblijfplaats naar de kinderopvang, crèche, onderwijsinstelling, universiteit of enig ander persoon die op hen past vervoert en omgekeerd; - zich vanuit zijn woon- of verblijfplaats naar de plaats begeeft waar hij zijn maaltijden neemt of aanschaft en omgekeerd. De vergoedingen worden berekend op basis van de formule ‘type-wet’ zonder toepassing van het KB nr. 530, in functie van de reële bezoldiging beperkt tot het het wettelijk plafond per persoon en per jaar. In geval van Blijvende Ongeschiktheid en Overlijden worden de rentes gestort aan het slachtoffer of aan de rechthebbende in de vorm van een niet-geïndexeerd kapitaal, volgens het barema F, bijlage van het KB van 21.12.1971. In geval van overlijden worden de vergoedingen gestort aan de rechthebbende en/of de samenwonende partner. Deze laatste is de persoon die, op het moment van het ongeval privé-leven overkomen in zijn woon- of verblijfplaats, of op het traject dat betrekking heeft op de twee hierboven vermelde uitbreidingen (in verband met de verplaatsingen), wettelijk samenwoonde met de verzekerde in de zin van artikel 1475 van het Burgerlijk wetboek ofwel aantoont, door inschrijving in het bevolkingsregister, dat hij sinds meer dan 1 jaar op dezelfde woonplaats met de verzekerde samenwoont in een relatie vergelijkbaar met die van gehuwde personen, maar zonder dat ze effectief gehuwd zijn of een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd. De vergoedingen worden slechts toegekend na elke wettelijk tussenkomst. De in deze clausule bepaalde vergoedingen kunnen niet worden gecumuleerd met een dekking tegen ongevallen van het ‘privé- leven’ die is onderschreven door de werkgever bij de maatschappij en waarop het slachtoffer aanspraak zou kunnen maken. Extraprofessionele evenementen. De verzekering wordt uitgebreid tot de eventuele ongevallen van de personeelsleden van de verzekeringnemer die onderworpen zijn aan de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, ter gelegenheid van sportieve, culturele of recreatieve activiteiten die worden georganiseerd door een personeelsvereniging of door een personeelslid met uitdrukkelijke of impliciete toestemming van de werkgever en indien het ongeval erkend is als een ongeval tijdens van het privé-leven. De verzekering wordt uitgebreid tot de ongevallen die kunnen gebeuren in kleedkamers of andere gebruikte lokalen, en wordt daarenboven ook nog uitgebreid - volgens de criteria die van toepassing zijn op de arbeidswegongevallen - tot de ongevallen die kunnen gebeuren op de ‘heen- en terugweg’, hetzij tussen de verblijfplaats van de verzekerde personen of hun werkplaats en de plaats waar de verzekerde activiteit moet plaatsvinden. De schadevergoeding zal worden betaald conform de definitie van het ongeval ‘privéleven’, de bewijsregeling hiervoor, en de hierop betrekking hebbende uitsluitingen en vervalbedingen, die zijn voorzien in de algemene voorwaarden van de polis Collectieve verzekering voor Lichamelijke Ongevallen “ Privé-Leven” van de verzekeringsmaatschappij. De vergoedingen worden berekend op basis van de formule ‘type-wet’ zonder toepassing van het KB nr. 530, in functie van de reële bezoldiging beperkt tot het wettelijk plafond per persoon en per jaar. In geval van Blijvende Ongeschiktheid en Overlijden worden de rentes gestort aan het slachtoffer of aan de rechthebbende in de vorm van een niet-geïndexeerd kapitaal, volgens het barema F, bijlage van het KB van 21.12.1971. In geval van overlijden worden de vergoedingen gestort aan de rechthebbende en/of de samenwonende partner. Deze laatste is de persoon die, op het moment van het ongeval privé-leven overkomen naar aanleiding van de in de 1e alinea vermelde activiteiten, op de in de 2e alinea gespecifieerde plaatsen en trajecten, ofwel wettelijk samenwoonde met de verzekerde in de zin van artikel 1475 van het Burgerlijk wetboek ofwel aantoont, door inschrijving in het bevolkingsregister, dat hij sinds meer dan 1 jaar op dezelfde woonplaats met de verzekerde samenwoont in een relatie vergelijkbaar met die van gehuwde personen, maar zonder dat ze effectief gehuwd zijn of een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd. De vergoedingen worden slechts toegekend na elke wettelijk tussenkomst. De in deze clausule bepaalde vergoedingen kunnen niet worden gecumuleerd met een dekking tegen ongevallen van het ‘privé- leven’ die is onderschreven door de werkgever bij de maatschappij en waarop het slachtoffer aanspraak zou kunnen maken.
16.7. De verzekering is geldig in de hele wereld.
Appears in 1 contract
Omvang van de waarborgen. In het kader van de waarborgen beschreven beschre- ven in de artikelen 8, 9 en108 tot 10:
16.1. Worden bij uitbreiding met ongevallen gelijkgesteld: - ontwrichtingen, verstuikingenverwringingen, spierverrekkingen en -scheuren spierver-rekkingen of - scheuringen veroorzaakt door een plotse krachtinspanning; - onvrijwillige verdrinking; - hydrocutie; - beten en steken van dieren; - fysieke uitputting en ondervoeding ten gevolge van daden van piraterij, schipbreuk schip-breuk en overstroming; - gevallen van hondsdolheid, miltvuur en tetanus.
16.2. Zijn uitdrukkelijk gedekt: aandoeningen door bevriezing, door felle zon, grote hitte of zonnesteek alsook aantasting van de gezondheid door ultravioletstralen ten gevolge van een gedekt ongeval.
16.3. De ongevallen ingevolge sportbeoefening als onbezoldigd liefhebber zijn gedekt. De verzekering strekt zich evenwel niet uit tot: - gevechts- en verdedigingssporten, alle luchtsporten, alpinisme, bobsleigh, skele-ton, skisprongen van xxxxxxxxxxxxxx, speleologie, rugby; - deelname, training en voorbereidende proeven inbegrepen, aan paardenwedstrijden en –wedrennen; - diepzeeduiken met autonoom ademhalingstoestel; - alle wielerwedstrijden, wedstrijden met motorrijtuigen en gemotoriseerde vaartuigen (andere dan toeristische rally’s waarvoor geen enkele tijd- of snelheidsnorm werd opgelegd) training en proeven inbe-grepen.
16.4. De waarborg strekt zich uit tot het gebruik als passagier, van alle luchtvaarttoestellen, geldig toegelaten voor personenvervoer, voor zover de verzekerde geen deel uitmaakt van de bemanning of tijdens de vlucht geen enkele beroepsbedrijvigheid of andere activiteit uitoefent, met betrekking tot het toestel of de vlucht.
16.5. De dekking wordt verleend tot beloop van 5050 % van de verzekerde sommen voor het gebruik als bestuurder of passagier van een vervoermiddel zoals gedefinieerd in elke brom- of motorfiets. De waarborg strekt zich niet uit tot het Koninklijk Besluit gebruik als bestuurder of als passagier van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement elke brom- of motorfiets die op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen. het ogen-blik van het ongeval niet meer conform is met het proces-verbaal van goedkeuring (B.S. 16/11/1974gelijkvormigheidattest).
16.6. Clausules De verzekering wordt uitgebreid dekking strekt zich niet uit tot de ongevallen in het ‘privé-leven’ van de in het kader van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 verzekerde personen, wanneer zij in opdracht zijn in het buitenland. De waarborgen gaan in om 0 u van de dag van hun vertrek in opdracht constructiewerkzaamheden en stopt wanneer de verzekerde naar zijn woonplaats, zijn verblijfplaats of zijn werkplaats is teruggekeerd. Als het ongeval niet wordt erkend als een arbeidsongeval, dan zal de schadevergoeding worden betaald conform de definitie van het ongeval ‘privé-leven’, de bewijsregeling hiervoor, en de hierop betrekking hebbende uitsluitingen en vervalbedingen, die zijn voorzien in de algemene voorwaarden van de Collectieve verzekering voor Lichamelijke Ongevallen “ Privé-leven” van de verzekeringsmaatschappij. De vergoedingen worden berekend op basis van de formule ‘type-wet’ zonder toepassing van het KB nr. 530, in functie van de reële bezoldiging beperkt tot het wettelijk plafond per persoon en per jaar. In geval van Blijvende Invaliditeit en Overlijden worden de rentes gestort aan het slachtoffer of aan de rechthebbende in de vorm van een niet-geïndexeerd kapitaal, volgens het barema F, bijlage van het KB van 21.12.1971. In geval van overlijden wordt de vergoeding gestort aan de rechthebbende en/of de samenwonende partner. Deze laatste is de persoon, die op het moment van het ongeval privé-leven, tijdens zijn opdracht in het buitenland wettelijk samenwoonde met de verzekerde in de zin van artikel 1475 van het Burgerlijk wetboek, ofwel aantoont, door inschrijving in het bevolkingsregister dat hij sinds meer dan 1 jaar op dezelfde woonplaats met de verzekerde samenwoont in een relatie vergelijkbaar met die van gehuwde personen, maar zonder dat ze effectief gehuwd zijn of een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd. De vergoedingen worden slechts toegekend na elke wettelijke tussenkomst. De in deze clausule bepaalde vergoedingen kunnen niet worden gecumuleerd met een dekking tegen ongevallen van het ‘privé-leven’ die is onderschreven door de werkgever bij de maatschappij en waarop het slachtoffer aanspraak zou kunnen maken. Met samenwonende partner xxxxxxx men de persoon die op het moment van het arbeidsongeval of van het arbeidswegongeval wettelijk samenwoonde met de verzekerde in de zin van artikel 1475 van het Burgerlijk wetboek ofwel aantoont, door inschrijving in het bevolkingsregister, dat hij sinds meer dan 1 jaar op dezelfde woonplaats met de verzekerde samenwoont in een relatie vergelijkbaar met die van gehuwde personen, maar zonder dat ze effectief gehuwd zijn of een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd. De vergoeding in geval van overlijden wordt berekend op basis van de formule ‘type-wet’ zonder toepassing van het KB nr. 530, in functie van de reële bezoldiging beperkt tot het wettelijk plafond per persoon en per jaar. De rente wordt aan de rechthebbende gestort in de vorm van een niet-geïndexeerd kapitaal, volgens het barema F, bijlage van het KB van 21.12.1971. De vergoedingen worden slechts toegekend na elke wettelijke tussenkomst. Toegelaten prestaties op de woon- of verblijfplaats – Privé-leven. De maatschappij neemt akte van het feit dat bepaalde aangestelden (de werknemer die toegelaten is om op zijn woon - of verblijfplaats te werken, de telewerker en de thuiswerker) die onderworpen zijn aan de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 van de verzekeringnemer de toestemming krijgen om te werken op hun woon- of verblijfplaats, met uitsluiting van sportieve en manuele activiteiten. Bij eventuele ongevallen op de woon- of verblijfplaats van de verzekerde tijdens een activiteit voor rekening van hun werkgever, maar die niet kunnen beschouwd worden als arbeidsongevallen, zal de vergoeding worden betaald conform de definitie van het ongeval ‘privé-leven’, de bewijsregeling hiervoor, en de hierop betrekking hebbende uitsluitingen en vervalbedingen, die zijn voorzien in de algemene voorwaarden van de verzekering ‘ Collectieve verzekering voor Lichamelijke Ongevallen “ Privé- Leven” van de verzekeringsmaatschappij. De waarborgen zijn verworven voor de verzekerde, met uitzondering van de telewerker, tijdens de trajecten voorzien in artikel 8, §1, lid 2, 2° en §2, lid 1, 1°van de wet van 10 april 1971 op de Arbeidsongevallen en dit indien de notie van arbeidswegongeval van de betreffende Wet niet van toepassing is. Echter, enkel tijdens deze 2 trajecten, is de dekking privé- leven van toepassing. De vergoeding zal betaald worden conform de definitie van het ongeval ‘privé-leven’, de bewijsregeling hiervoor, en de hierop betrekking hebbende uitsluitingen en vervalbedingen, die zijn voorzien in de algemene voorwaarden van de verzekering ‘ Collectieve verzekering voor Lichamelijke Ongevallen “ Privé-leven” van de verzekeringsmaatschappij. Bijgevolg zijn enkel de verplaatsingen van de verzekerde gedekt wanneer hij in het kader van werk op de woon- of verblijfplaats : - zijn kinderen vanuit zijn woon-of verblijfplaats naar de kinderopvang, crèche, onderwijsinstelling, universiteit of enig ander persoon die op hen past vervoert en omgekeerd; - zich vanuit zijn woon- of verblijfplaats naar de plaats begeeft waar hij zijn maaltijden neemt of aanschaft en omgekeerd. De vergoedingen worden berekend op basis van de formule ‘type-wet’ zonder toepassing van het KB nr. 530, in functie van de reële bezoldiging beperkt tot het het wettelijk plafond per persoon en per jaar. In geval van Blijvende Ongeschiktheid en Overlijden worden de rentes gestort aan het slachtoffer of aan de rechthebbende in de vorm van een niet-geïndexeerd kapitaal, volgens het barema F, bijlage van het KB van 21.12.1971. In geval van overlijden worden de vergoedingen gestort aan de rechthebbende en/of de samenwonende partner. Deze laatste is de persoon die, op het moment van het ongeval privé-leven overkomen in zijn woon- of verblijfplaats, of op het traject dat betrekking heeft op de twee hierboven vermelde uitbreidingen (in verband met de verplaatsingen), wettelijk samenwoonde met de verzekerde in de zin van artikel 1475 van het Burgerlijk wetboek ofwel aantoont, door inschrijving in het bevolkingsregister, dat hij sinds meer dan 1 jaar op dezelfde woonplaats met de verzekerde samenwoont in een relatie vergelijkbaar met die van gehuwde personen, maar zonder dat ze effectief gehuwd zijn of een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd. De vergoedingen worden slechts toegekend na elke wettelijk tussenkomst. De in deze clausule bepaalde vergoedingen kunnen niet worden gecumuleerd met een dekking tegen ongevallen van het ‘privé- leven’ die is onderschreven door de werkgever bij de maatschappij en waarop het slachtoffer aanspraak zou kunnen maken. De verzekering wordt uitgebreid tot de eventuele ongevallen van de personeelsleden van de verzekeringnemer die onderworpen zijn aan de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, ter gelegenheid van sportieve, culturele of recreatieve activiteiten die worden georganiseerd door een personeelsvereniging of door een personeelslid met uitdrukkelijke of impliciete toestemming van de werkgever en indien het ongeval erkend is als een ongeval tijdens het privé-leven. De verzekering wordt uitgebreid tot de ongevallen die kunnen gebeuren in kleedkamers of andere gebruikte lokalen, en wordt daarenboven ook nog uitgebreid - volgens de criteria die van toepassing zijn op de arbeidswegongevallen - tot de ongevallen die kunnen gebeuren op de ‘heen- en terugweg’, hetzij tussen de verblijfplaats van de verzekerde personen of hun werkplaats en de plaats waar de verzekerde activiteit moet plaatsvinden. De schadevergoeding zal worden betaald conform de definitie van het ongeval ‘privéleven’, de bewijsregeling hiervoor, en de hierop betrekking hebbende uitsluitingen en vervalbedingen, die zijn voorzien in de algemene voorwaarden van de polis Collectieve verzekering voor Lichamelijke Ongevallen “ Privé-Leven” van de verzekeringsmaatschappij. De vergoedingen worden berekend op basis van de formule ‘type-wet’ zonder toepassing van het KB nr. 530, in functie van de reële bezoldiging beperkt tot het wettelijk plafond per persoon en per jaar. In geval van Blijvende Ongeschiktheid en Overlijden worden de rentes gestort aan het slachtoffer of aan de rechthebbende in de vorm van een niet-geïndexeerd kapitaal, volgens het barema F, bijlage van het KB van 21.12.1971. In geval van overlijden worden de vergoedingen gestort aan de rechthebbende en/of de samenwonende partner. Deze laatste is de persoon die, op het moment van het ongeval privé-leven overkomen naar aanleiding van de in de 1e alinea vermelde activiteiten, op de in de 2e alinea gespecifieerde plaatsen en trajecten, ofwel wettelijk samenwoonde met de verzekerde in de zin van artikel 1475 van het Burgerlijk wetboek ofwel aantoont, door inschrijving in het bevolkingsregister, dat hij sinds meer dan 1 jaar op dezelfde woonplaats met de verzekerde samenwoont in een relatie vergelijkbaar met die van gehuwde personen, maar zonder dat ze effectief gehuwd zijn of een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd. De vergoedingen worden slechts toegekend na elke wettelijk tussenkomst. De in deze clausule bepaalde vergoedingen kunnen niet worden gecumuleerd met een dekking tegen ongevallen van het ‘privé- leven’ die is onderschreven door de werkgever bij de maatschappij en waarop het slachtoffer aanspraak zou kunnen makendakwerken.
16.7. De verzekering is geldig in de hele wereld.
Appears in 1 contract
Samples: General Terms and Conditions