Common use of Plaatsingsvoorwaarden tenten Clause in Contracts

Plaatsingsvoorwaarden tenten. Richtlijnen van de Stad Mechelen (brandweer) met betrekking tot de brandveiligheid en veiligheid bij het opstellen van tenten moeten volledig opgevolgd worden. • Het tentzeil dient van brandklasse M2 (of M1) te zijn. • De minimale vrije doorgang om de tent in en uit te gaan dient 1 cm per persoon te bedragen. • Het minimumaantal uitgangen is twee of één indien er een hele zijde van de tent open blijft staan. • De uitgangen dienen aangeduid te zijn met een pictogram behalve indien een hele zijde van de tent openblijft. • In de tent zijn minstens 2 blustoestellen met elk 6kg ABS-poeder of 6 liter schuim aanwezig. Deze dienen jaarlijks gekeurd te zijn en worden ook aangeduid met een pictogram. • Enkele uren voor de activiteit dient er een keuring te gebeuren door de Brandweer Mechelen. Een afgevaardigde van PSRC De Nekker en van de organisatie moet hierop aanwezig zijn. • De huurder verbindt er zich toe in geval van sneeuwval onmiddellijk één of meerdere verwarmingstoestellen in werking te stellen, teneinde zowel overdag als ’s nachts een volledige ontdooiing van de op de zeilen aanwezige sneeuw of ijs te verzekeren. • De verhuurder wordt in kennis gesteld van een instortingsgevaar vanaf de aanwezigheid van drie centimeter sneeuw. In geval deze voorschriften niet stipt worden nageleefd, is de huurder volledig aansprakelijk, ook voor de schade aan de materialen van de verhuurder. • De huurder dient de verhuurder onmiddellijk te verwittigen van omstandigheden of feiten die de stabiliteit van de gehuurde goederen ook maar in het gevaar kunnen brengen. In deze gevallen dient te huurder op eigen kosten alle maatregelen te nemen teneinde de instandhouding van de gehuurde goederen te verzekeren. • De huurder is aansprakelijk voor alle schade bij niet-naleving van deze verbintenissen. • Het is de huurder niet toegelaten iets aan het materiaal te wijzigen of er van weg te nemen. • Alle tenten worden in overleg met de verhuurder geplaatst. De plaats waar de tent wordt geplaatst moet voldoende waterpas en verhard zijn. IJzeren pinnen mogen in de grond en dienen voldoende afgedekt te worden. Alle schade berokkend door het plaatsen van de tent, worden verhaald op de huurder door middel van inhouding van de waarborg. • De bijzondere brandbeveiligingsvoorschriften kunnen al naar gelang de aard van de inrichting verschillend zijn en worden in overleg met de inrichters bepaald door de stedelijke brandweer. Hiervoor wenden de inrichters zich vooraf tot de stedelijke brandweer, Xxxxxxxxxxxxxxxx 00 xx Xxxxxxxx. • De opstelling van de tenten en andere tijdelijke gebouwen dient zodanig te zijn dat geen hinder kan ontstaan voor de interventie met brandweerwagens en of andere hulpwagens, dit zowel wat de tijdelijke manifestatie zelf als de omliggende gebouwen betreft. • Doorgaand verkeer, op de openbare weg, dient volledig te worden vrijgehouden, gezien anders geen zekerheid van goede doorgang en werking voor hulpwagens kan gegarandeerd worden. • Tussen de tenten onderling en de aanpalende gebouwen dient, behoudens de onderlinge doorgangen, een afstand van ten minste 6 meter te worden voorzien om, in geval van brand, mogelijke brandoverslag te verhinderen. • De tenten dienen uit onontvlambare materialen te zijn vervaardigd. Een attest hierover dient aan het stadsbestuur te worden overhandigd VOOR DE OPBOUW van het geheel. • In het bijzonder dient gelet op de totale breedte van uitgangen en nooduitgangen en de breedte van de gangen in elke tent. Dit overeenkomstig het A.R.A.B., artikel 52, en de richtlijnen van december 1967 (0,6 personen/m² en minimum l cm./persoon doorgangsbreedte voorzien). • In geval er trappen worden voorzien dienen deze eveneens in overeenstemming te zijn met de hierboven vernoemde reglementering. • De volledige elektrische installatie dient te worden goedgekeurd door een erkend keuringsorganisme. Dit goedkeuringsattest dient overgemaakt aan PSRC De Nekker, alvorens tot de OPENING mag worden overgegaan. • In tegenstelling tot gelijk welke andere voorschriften, is voor de verwarming en het koken het gebruik van open vuren in de tent verboden. • Warme luchtblazers of andere gelijkaardige systemen dienen opgesteld buiten de tenten. De opstelling van deze houders dient van die aard te zijn dat zij geen gevaar vormen voor brand. Alle brandbare materialen in de onmiddellijke omgeving dienen te worden verwijderd. De brandstofhouders mogen niet uitgevoerd zijn in plastiek, maar in metalen recipiënten. • Volgende brandbestrijdingsmiddelen dienen minimum te worden voorzien: Poederblustoestellen met zes kilogram ABC - poeder conform EN-3 à 1 toestel per 150 m² vloeroppervlakte met een minimum van twee toestellen. • Alle blusmiddelen dienen goed zichtbaar en bereikbaar te worden opgehangen in gebruiksklare toestand. Ze dienen op ondubbelzinnige wijze te worden gesignaleerd. • De stoelen of banken die zijn voorzien moeten stevig op de vloer bevestigd zijn. Dit geldt niet voor de verbruikerslokalen. • De hydranten in de omgeving dienen steeds vrijgehouden en toegankelijk te zijn voor de brandweerdiensten. • In de tenten mogen geen brandbare versieringen en zeker geen horizontale doeken worden opgehangen. • Met het oog op melding van brand of ongeval dient indien enigszins mogelijk, een communicatiemiddel te worden voorzien met aanduiding van de oproepnummers van de brandweer (100), politie (101) en eventuele andere hulpdiensten. • De nodige maatregelen dienen te worden genomen om brandrisico ten gevolge van roken te vermijden.

Appears in 4 contracts

Samples: Huishoudelijk Reglement, Huishoudelijk Reglement, Huishoudelijk Reglement