Rentepercentage. Het rentepercentage waartegen de lening is verstrekt en de periode waarvoor een rentepercentage geldt (de rentevaste periode), worden in de offerte genoemd. De rente wordt door u schuldig erkend en vast- gesteld door ondertekening van de akte. De rente wordt voor het eerst vanaf de feitelijke ingangsdatum tot het einde van het desbetreffende jaar naar het overeengekomen percentage berekend over de schuld. Voor ieder volgend kalenderjaar wordt de rente naar het overeengekomen percentage berekend over de schuld per het einde van het daaraan voorafgaande jaar. Voor de berekening van de rente wordt de maand op 30 dagen en het jaar op 360 dagen gesteld. Na afloop van een rentevaste periode of telkens per een overeengekomen datum, wordt het voor de lening geldende rentepercentage opnieuw door het Restauratiefonds voor een nieuwe periode vastgesteld. Een renteherziening gaat in op de eerste van de maand waarin de ingangsdatum van de renteberekening is gelegen (de renteherzieningsdatum). Het nieuwe rentepercentage wordt vastgesteld aan de hand van de dan bij het Restauratiefonds geldende rente voor nieuwe soortgelijke leningen met hetzelfde rentetype. Als voor de betreffende rentevaste periode op dat moment door het Restauratiefonds geen rentenotering wordt gevoerd, geldt de rentenotering behorend bij de rentevaste periode die in lengte het meest overeenkomt met de gevraagde rentevaste periode. Als de resterende looptijd van de lening korter is dan de op dat moment aflopende rentevaste periode, wordt de rente voor de resterende looptijd van de lening vastgesteld aan de hand van de rentenotering behorend bij de rentevaste periode die in lengte het meest overeenkomt met de gevraagde rentevaste periode. Als het Restauratiefonds aan het rentepercentage opslagen heeft toegevoegd, bijvoorbeeld in verband met het risico en/of de hoogte van de lening, blijven deze opslagen bij de renteherziening gehandhaafd. Als het Restauratiefonds aan het rentepercentage een extra rentekorting heeft toegekend, dan blijft deze korting bij een (tussentijdse) renteherziening niet gehandhaafd. Als de op dat moment geldende rente op de herzieningsdatum lager is dan in het voorstel, wordt de lagere rente gehanteerd. Bij een hogere geldende rente op de herzieningsdatum dan in het voorstel wordt de rente uit het voorstel gehanteerd. Drie maanden voor afloop van de rentevaste periode krijgt u een voorstel van het nieuwe rentepercentage. Daarna krijgt u van het nieuwe rentepercentage en het nieuwe maandbedrag een schriftelijke bevestiging. Ook als het rentepercentage voor een volgende periode niet wordt gewijzigd, bericht het Restauratiefonds dat schriftelijk aan u. Het nieuwe rentepercentage gaat in op de renteherzieningsdatum.
Appears in 4 contracts
Samples: Financiering Nationaal Restauratiefonds, Voorwaarden Financiering Nationaal Restauratiefonds, Financiering Nationaal Restauratiefonds
Rentepercentage. Het rentepercentage waartegen De rente die u verschuldigd bent wordt door Lloyds Bank vastgesteld. Hiervoor is onder meer de lening is verstrekt verhouding van de hoogte van uw totale leningsbedrag tot de waarde van uw woning (tariefklasse) of, bij NHG leningen, de NHG categorie, de door u gekozen rentevastperiode en de periode waarvoor door u gekozen hypotheekvorm relevant. Zowel voor de vaste als voor de maandvariabele rente is het rentepercentage onder meer afhankelijk van factoren zoals het basistarief, de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt, de kapitaalkosten, individuele en algemene risico opslagen, doorlopende kosten en de winstmarge van Lloyds Bank. Gedurende de eerste rentevastperiode bent u de rente verschuldigd die in het hypotheekaanbod is vermeld, tenzij hiervan in deze Aanvullende Leningvoorwaarden is afgeweken. Bij een lening met een vaste rente blijft het rentepercentage geldt (voor de rentevaste periode)overeengekomen rentevastperiode gelijk, worden tenzij hiervan in deze Aanvullende Leningvoorwaarden is afgeweken. Aan het einde van de offerte genoemdrentevastperiode wordt door Lloyds Bank de rente opnieuw vastgesteld, wat kan leiden tot een hogere of lagere rente en het maandelijks door u te betalen bedrag aan rente en, indien van toepassing, aflossing. De Bij een lening met maandvariabele rente wordt door u schuldig erkend en vast- gesteld door ondertekening van de akte. De rente wordt voor het eerst vanaf de feitelijke ingangsdatum tot het einde van het desbetreffende jaar naar het overeengekomen percentage berekend over de schuld. Voor ieder volgend kalenderjaar wordt Lloyds Bank de rente naar maandelijks opnieuw vastgesteld, wat kan leiden tot een maandelijkse hogere of lagere rente en - het overeengekomen percentage berekend over de schuld per het einde maandelijks door u te betalen bedrag aan rente en, indien van het daaraan voorafgaande jaar. Voor de berekening van de rente wordt de maand op 30 dagen en het jaar op 360 dagen gesteld. Na afloop van een rentevaste periode of telkens per een overeengekomen datumtoepassing, wordt het voor de lening geldende rentepercentage opnieuw door het Restauratiefonds voor een nieuwe periode vastgesteld. Een renteherziening gaat in op de eerste van de maand waarin de ingangsdatum van de renteberekening is gelegen (de renteherzieningsdatum). Het nieuwe rentepercentage wordt vastgesteld aan de hand van de dan bij het Restauratiefonds geldende rente voor nieuwe soortgelijke leningen met hetzelfde rentetypeaflossing. Als voor de betreffende rentevaste periode op dat moment door het Restauratiefonds geen rentenotering wordt gevoerdgehele lening NHG is verstrekt, geldt de rentenotering behorend bij de rentevaste periode die in lengte het meest overeenkomt met de gevraagde rentevaste periode. Als de resterende looptijd van de lening korter is dan de op dat moment aflopende rentevaste periode, wordt de rente voor de resterende looptijd van de lening vastgesteld aan de hand van de rentenotering behorend bij de rentevaste periode die in lengte het meest overeenkomt met de gevraagde rentevaste periode. Als het Restauratiefonds aan het rentepercentage opslagen heeft toegevoegd, bijvoorbeeld in verband met het risico en/of de hoogte van de lening, blijven deze opslagen bij de renteherziening gehandhaafd. Als het Restauratiefonds aan het rentepercentage een extra rentekorting heeft toegekend, dan blijft deze korting bij een (tussentijdse) renteherziening niet gehandhaafd. Als de op dat moment geldende rente op de herzieningsdatum lager is dan in het voorstel, wordt de lagere rente gehanteerd. Bij een hogere geldende rente op de herzieningsdatum dan in het voorstel wordt de rente uit het voorstel gehanteerd. Drie maanden voor afloop van de rentevaste periode krijgt u een voorstel van het nieuwe rentepercentage. Daarna krijgt u van het nieuwe rentepercentage en het nieuwe maandbedrag een schriftelijke bevestiging. Ook als daarvoor het rentepercentage voor een volgende periode leningen met NHG. Is er geen NHG verstrekt of komt deze door het niet wordt gewijzigdvervullen van gestelde opschortende voorwaarden niet tot stand of vervalt de NHG, bericht dan is het Restauratiefonds dat schriftelijk aan u. Het nieuwe rentepercentage gaat in op voor leningen zonder NHG van toepassing, behorende bij de renteherzieningsdatumbetreffende tariefklasse.
Appears in 4 contracts
Samples: Hypotheek, Hypotheek, Hypotheekaanbod
Rentepercentage. 1. Het rentepercentage waartegen de lening geldlening is verstrekt en verstrekt, alsmede de (eerste) periode waarvoor een rentepercentage geldt (de rentevaste perioderentevastperiode), worden in de kredietovereenkomst/offerte en de hypotheekakte genoemd. De rente wordt door u schuldig erkend en vast- gesteld door ondertekening schuldeiser is bevoegd telkens op de renteher- zieningsdatum zijn rentevoorwaarden te wijzigen. De schuldeiser zal daartoe tijdig voor het eindigen van de akte. De rente wordt voor het eerst vanaf betreffende rentevastperiode aan de feitelijke ingangsdatum schuldenaar een voorstel doen met betrekking tot het einde renteper- centage en de daarbijbehorende rentevastperiode. Bij deze renteherziening bestaat geen mogelijkheid tot neerwaartse aanpassing in het geval dat de rente daalt nadat het voorstel tot wijziging van de rentevoorwaar- den aan de schuldenaar is uitgebracht.
2. Het rentepercentage blijft gedurende de rentevast- periode in stand ongeacht waardemutaties van het desbetreffende jaar naar onderpand en/of (vervroegde) aflossingen.
3. Indien de schuldenaar het overeengekomen percentage berekend over door de schuld. Voor ieder volgend kalenderjaar wordt schuldeiser gedane renteherzieningsvoorstel niet heeft geaccepteerd en/ of geretourneerd binnen de rente naar het overeengekomen percentage berekend over in de schuld per het einde van het daaraan voorafgaande jaar. Voor de berekening van de rente wordt de maand op 30 dagen en het jaar op 360 dagen gesteld. Na afloop van een rentevaste periode of telkens per een overeengekomen datum, wordt het voor de lening geldende rentepercentage opnieuw door het Restauratiefonds voor een nieuwe periode vastgesteld. Een renteherziening gaat in op de eerste van de maand waarin de ingangsdatum van de renteberekening is gelegen (de renteherzieningsdatum). Het nieuwe rentepercentage wordt vastgesteld aan de hand van de dan bij het Restauratiefonds geldende rente voor nieuwe soortgelijke leningen met hetzelfde rentetype. Als voor de betreffende rentevaste periode op dat moment door het Restauratiefonds geen rentenotering wordt gevoerd, geldt de rentenotering behorend bij de rentevaste periode die in lengte het meest overeenkomt met de gevraagde rentevaste periode. Als de resterende looptijd van de lening korter is dan de op dat moment aflopende rentevaste perioderenteherzienings- voorstel genoemde termijn, wordt de rente voor renteherzie- ningsperiode met het daarvoor in het wijzigingsvoor- stel opgenomen rentepercentage vastgesteld door de resterende looptijd schuldeiser.
4. Tussentijdse verlaging van het rentepercentage waartegen de geldlening is verstrekt is op schriftelijk verzoek van de lening vastgesteld aan schuldenaar mogelijk. Een dergelijke verlaging kan uitsluitend geschieden op een rente- vervaldag. De schuldeiser behoudt zich het recht voor, onder opgaaf van redenen, het verzoek niet in te willigen. Indien de hand schuldeiser het verzoek inwilligt is de schuldenaar de contante waarde van het door de rentenotering behorend bij de rentevaste periode die in lengte het meest overeenkomt schuldeiser te lijden renteverlies verschuldigd, ver- meerderd met de gevraagde rentevaste periodeadministratiekosten. Als het Restauratiefonds aan het rentepercentage opslagen heeft toegevoegd, bijvoorbeeld in verband met het risico en/of de hoogte van de lening, blijven deze opslagen bij de renteherziening gehandhaafd. Als het Restauratiefonds aan het rentepercentage een extra rentekorting heeft toegekend, dan blijft deze korting bij een (tussentijdse) renteherziening niet gehandhaafd. Als de op dat moment geldende rente Gemelde contante waarde wordt berekend op de herzieningsdatum lager is dan wijze zoals vermeld in het voorstel, wordt de lagere rente gehanteerd. Bij een hogere geldende rente op de herzieningsdatum dan in het voorstel wordt de rente uit het voorstel gehanteerd. Drie maanden voor afloop van de rentevaste periode krijgt u een voorstel van het nieuwe rentepercentage. Daarna krijgt u van het nieuwe rentepercentage en het nieuwe maandbedrag een schriftelijke bevestiging. Ook als het rentepercentage voor een volgende periode niet wordt gewijzigd, bericht het Restauratiefonds dat schriftelijk aan u. Het nieuwe rentepercentage gaat in op de renteherzieningsdatumartikel 7 lid 3.
Appears in 1 contract
Rentepercentage. Het rentepercentage waartegen de lening is verstrekt en de periode waarvoor een rentepercentage geldt (de rentevaste periode), worden in de offerte genoemd. De rente wordt door u schuldig erkend en vast- gesteld door ondertekening van de akte. De rente wordt voor het eerst vanaf de feitelijke ingangsdatum tot het einde van het desbetreffende jaar naar het overeengekomen percentage berekend over de schuld. Voor ieder volgend kalenderjaar wordt de rente naar het overeengekomen percentage berekend over de schuld per het einde van het daaraan voorafgaande jaar. Voor de berekening van de rente wordt de maand op 30 dagen en het jaar op 360 dagen gesteld. Na afloop van een rentevaste periode of telkens per een overeengekomen datum, wordt het voor de lening geldende rentepercentage opnieuw door het Restauratiefonds voor een nieuwe periode vastgesteld. Een renteherziening gaat in op de eerste van de maand waarin de ingangsdatum van de renteberekening is gelegen (de renteherzieningsdatum). Het nieuwe rentepercentage wordt vastgesteld aan de hand van de dan bij het Restauratiefonds geldende rente voor nieuwe soortgelijke leningen met hetzelfde rentetype. Als voor de betreffende rentevaste periode op dat moment door het Restauratiefonds geen rentenotering wordt gevoerd, geldt de rentenotering behorend bij de rentevaste periode die in lengte het meest overeenkomt met de gevraagde rentevaste periode. Als de resterende looptijd van de lening korter is dan de op dat moment aflopende rentevaste periode, wordt de rente voor de resterende looptijd van de lening vastgesteld aan de hand van de rentenotering behorend bij de rentevaste periode die in lengte het meest overeenkomt met de gevraagde rentevaste periode. Als het Restauratiefonds aan het rentepercentage opslagen heeft toegevoegd, bijvoorbeeld in verband met het risico en/of de hoogte van de lening, blijven deze opslagen bij de renteherziening gehandhaafd. Als het Restauratiefonds aan het rentepercentage een extra rentekorting heeft toegekend, dan blijft deze korting bij een (tussentijdse) renteherziening niet gehandhaafd. Als de op dat moment geldende rente op de herzieningsdatum lager is dan in het voorstel, wordt de lagere rente gehanteerd. Bij een hogere geldende rente op de herzieningsdatum dan in het voorstel wordt de rente uit het voorstel gehanteerd. Als er sprake is van een minimum maandbedrag (zie de betreffende lening in de bijlage van deze Voorwaarden), dan blijft deze ook bij de renteherziening van toepassing. Hierdoor kan de looptijd van de lening bij de renteherziening verplicht verkort worden. Drie maanden voor afloop van de rentevaste periode krijgt u een voorstel van het nieuwe rentepercentage. Daarna krijgt u van het nieuwe rentepercentage en het nieuwe maandbedrag een schriftelijke bevestiging. Ook als het rentepercentage voor een volgende periode niet wordt gewijzigd, bericht het Restauratiefonds dat schriftelijk aan u. Het nieuwe rentepercentage gaat in op de renteherzieningsdatum.
Appears in 1 contract