Verplichtingen van de vervoerders. 1. De exploitant van geregeld vervoer moet, behalve in geval van overmacht, tot aan het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning, alle maat regelen nemen om een vervoerdienst te garanderen die voldoet aan de normen op het vlak van continuïteit, regelmaat en capaciteit alsook aan de overige door de bevoegde instantie overeenkomstig artikel 2, lid 3, van deze bijlage vast gestelde voorwaarden.