Wijzigingen in de Algemene Voorwaarden. In het 1e artikel dat gaat over “Opschortingsrecht”: - worden in lid 2 sub a. en lid 2 sub b. “zekerheid” of “bankgarantie” vervangen door “aan het depot gelijkwaardige zekerheid” - wordt lid 3 t/m 6 genummerd als lid 4 t/m 7 en wordt een nieuw lid 3 ingevoegd, luidende als volgt: “De Ondernemer stelt de Verkrijger uiterlijk twee (2) maanden na het tijdstip van oplevering, doch niet eerder dan één (1) maand na dat tijdstip, schriftelijk in de gelegenheid aan te geven of hij van de in artikel 6:262 BW3) toegekende aanhangsel modelovereenkomsten inwerkingtreding Wkb 1 / 4 - wordt in (het nieuwe) lid 4 vóór “…, tenzij de Verkrijger” ingevoegd “indien hij het afschrift, bedoeld in het derde lid, heeft ontvangen” - wordt in (het nieuwe) lid 5 “vervangende zekerheid” vervangen door “een aan het depot gelijkwaardige zekerheid” - wordt in (het nieuwe) lid 6 “vervangende zekerheid” vervangen door “aan het depot gelijkwaardige zekerheid” - wordt in (het nieuwe) lid 6 de verwijzing naar “lid 3” gewijzigd in “lid 4” - wordt lid 7 als volgt gewijzigd: “De Verkrijger kan het depot dan wel een aan het depot gelijkwaardige zekerheid alleen uitwinnen op basis van een beslissing die partijen bindt.” - In het 2e artikel dat gaat over “Opschortingsrecht”: - wordt “bankgarantie” gewijzigd in “aan het depot gelijkwaardige zekerheid” - wordt sub a. als volgt gewijzigd: “drie (3) maanden zijn verstreken na het tijdstip van oplevering, tenzij ofwel de Verkrijger de Notaris voordien schriftelijk meedeelt dat hij van de in artikel 6:262 BW3) toegekende bevoegdheid wenst gebruik te maken (in dat geval deelt de Verkrijger aan de Notaris tevens mee tot welk bedrag de aan het depot gelijkwaardige zekerheid moet worden gehandhaafd) ofwel één of beide van de in het vorige artikel van deze Algemene Voorwaarden onder lid 3 bedoelde kennisgevingen niet zijn verstuurd (in dat geval blijft een aan het depot gelijkwaardige zekerheid gehandhaafd totdat óf de Verkrijger schriftelijk heeft ingestemd met vrijval daarvan óf in een voor partijen bindende uitspraak tot vrijval is beslist);” - In het artikel dat gaat over “Onderhoudsperiode met garantie en aansprakelijkheid van de Ondernemer” wordt in lid 4 de definitie van een verborgen gebrek als volgt gewijzigd: “Een gebrek als bedoeld in lid 2 van dit artikel onder c. is als verborgen gebrek aan te merken, indien het gebrek bij de oplevering niet is ontdekt, tenzij het gebrek niet aan de Ondernemer is toe te rekenen.” - In voetnoot 3 wordt de tekst van artikel 7:768 BW als volgt gewijzigd: “Artikel 7:768 BW 1. De opdrachtgever kan, zonder beroep te doen op artikel 262 van Boek 6 en onder behoud van zijn recht op oplevering, maximaal 5% van de aanneemsom inhouden op de laatste termijn of laatste termijnen en dit bedrag in plaats van aan de aannemer te betalen, in depot storten bij een notaris. 2. De aannemer stelt de opdrachtgever uiterlijk twee maanden na het tijdstip van oplevering, doch niet eerder dan één maand na dat tijdstip, schriftelijk in de gelegenheid aan te geven of hij van de in artikel 262 van Boek 6 toegekende bevoegdheid gebruik wenst te maken. De aannemer stuurt hiervan een afschrift aan de notaris. 3. De notaris brengt het bedrag in de macht van de aannemer nadat drie maanden zijn verstreken na het tijdstip van oplevering, indien hij het afschrift, bedoeld in het tweede lid, heeft ontvangen, tenzij de opdrachtgever van de in artikel 262 van Boek 6 toegekende bevoegdheid wenst gebruik te maken. In dat geval deelt de opdrachtgever aan de notaris mee tot welk bedrag het depot moet worden gehandhaafd. 4. De notaris brengt het bedrag voorts in de macht van de aannemer voor zover de opdrachtgever daarin toestemt, de aannemer een aan het depot gelijkwaardige zekerheid stelt of bij een uitspraak die partijen bindt, is beslist dat een depot niet of niet langer gerechtvaardigd is. 5. Indien de opdrachtgever aan de aannemer schadevergoeding verschuldigd is wegens de in lid 1 bedoelde depotstorting of de door de aannemer gestelde gelijkwaardige zekerheid, wordt deze gesteld op de wettelijke rente bedoeld in artikel 119 van Boek 6. Gedurende de drie maanden bedoeld in lid 3, is zij niet verschuldigd, zelfs niet indien geen gebreken worden geconstateerd.”
Appears in 3 contracts
Samples: Aannemingsovereenkomst, Aannemingsovereenkomst, Aannemingsovereenkomst
Wijzigingen in de Algemene Voorwaarden. In het 1e artikel dat gaat over “Opschortingsrecht”: - worden in lid 2 sub a. en lid 2 sub b. “zekerheid” of “bankgarantie” vervangen door “aan het depot gelijkwaardige zekerheid” - wordt lid 3 t/m 6 genummerd als lid 4 t/m 7 en wordt een nieuw lid 3 ingevoegd, luidende als volgt: “De Ondernemer stelt de Verkrijger uiterlijk twee (2) maanden na het tijdstip van oplevering, doch niet eerder dan één (1) maand na dat tijdstip, schriftelijk in de gelegenheid aan te geven of hij van de in artikel 6:262 BW3) toegekende aanhangsel modelovereenkomsten inwerkingtreding Wkb 1 / 4 - wordt in (het nieuwe) lid 4 vóór “…, tenzij de Verkrijger” ingevoegd “indien hij het afschrift, bedoeld in het derde lid, heeft ontvangen” - wordt in (het nieuwe) lid 5 “vervangende zekerheid” vervangen door “een aan het depot gelijkwaardige zekerheid” - wordt in (het nieuwe) lid 6 “vervangende zekerheid” vervangen door “aan het depot gelijkwaardige zekerheid” - wordt in (het nieuwe) lid 6 de verwijzing naar “lid 3” gewijzigd in “lid 4” - wordt lid 7 als volgt gewijzigd: “De Verkrijger kan het depot dan wel een aan het depot gelijkwaardige zekerheid alleen uitwinnen op basis van een beslissing die partijen bindt.” - In het 2e artikel dat gaat over “Opschortingsrecht”: - wordt “bankgarantie” gewijzigd in “aan het depot gelijkwaardige zekerheid” - wordt sub a. als volgt gewijzigd: “drie (3) maanden zijn verstreken na het tijdstip van oplevering, tenzij ofwel de Verkrijger de Notaris voordien schriftelijk meedeelt dat hij van de in artikel 6:262 BW3) toegekende bevoegdheid wenst gebruik te maken (in dat geval deelt de Verkrijger aan de Notaris tevens mee tot welk bedrag de aan het depot gelijkwaardige zekerheid moet worden gehandhaafd) ofwel één of beide van de in het vorige artikel van deze Algemene Voorwaarden onder lid 3 bedoelde kennisgevingen niet zijn verstuurd (in dat geval blijft een aan het depot gelijkwaardige zekerheid gehandhaafd totdat óf de Verkrijger schriftelijk heeft ingestemd met vrijval daarvan óf in een voor partijen bindende uitspraak tot vrijval is beslist);” - In het artikel dat gaat over “Onderhoudsperiode met garantie en aansprakelijkheid van de Ondernemer” wordt in lid 4 de definitie van een verborgen gebrek als volgt gewijzigd: “Een gebrek als bedoeld in lid 2 van dit artikel onder c. is als verborgen gebrek aan te merken, indien het gebrek bij de oplevering niet is ontdekt, tenzij het gebrek niet aan de Ondernemer is toe te rekenen.” - In voetnoot 3 wordt de tekst van artikel 7:768 BW als volgt gewijzigd: “Artikel 7:768 BW
1. De opdrachtgever kan, zonder beroep te doen op artikel 262 van Boek 6 en onder behoud van zijn recht op oplevering, maximaal 5% van de aanneemsom inhouden op de laatste termijn of laatste termijnen en dit bedrag in plaats van aan de aannemer te betalen, in depot storten bij een notaris.
2. De aannemer stelt de opdrachtgever uiterlijk twee maanden na het tijdstip van oplevering, doch niet eerder dan één maand na dat tijdstip, schriftelijk in de gelegenheid aan te geven of hij van de in artikel 262 van Boek 6 toegekende bevoegdheid gebruik wenst te maken. De aannemer stuurt hiervan een afschrift aan de notaris.
3. De notaris brengt het bedrag in de macht van de aannemer nadat drie maanden zijn verstreken na het tijdstip van oplevering, indien hij het afschrift, bedoeld in het tweede lid, heeft ontvangen, tenzij de opdrachtgever van de in artikel 262 van Boek 6 toegekende bevoegdheid wenst gebruik te maken. In dat geval deelt de opdrachtgever aan de notaris mee tot welk bedrag het depot moet worden gehandhaafd.
4. De notaris brengt het bedrag voorts in de macht van de aannemer voor zover de opdrachtgever daarin toestemt, de aannemer een aan het depot gelijkwaardige zekerheid stelt of bij een uitspraak die partijen bindt, is beslist dat een depot niet of niet langer gerechtvaardigd is.
5. Indien de opdrachtgever aan de aannemer schadevergoeding verschuldigd is wegens de in lid 1 bedoelde depotstorting of de door de aannemer gestelde gelijkwaardige zekerheid, wordt deze gesteld op de wettelijke rente bedoeld in artikel 119 van Boek 6. Gedurende de drie maanden bedoeld in lid 3, is zij niet verschuldigd, zelfs niet indien geen gebreken worden geconstateerd.”
Appears in 1 contract
Wijzigingen in de Algemene Voorwaarden. In het 1e artikel dat gaat over “Opschortingsrecht”: - worden in lid 2 sub a. en lid 2 sub b. “zekerheid” of “bankgarantie” vervangen door “aan het depot gelijkwaardige zekerheid” - wordt lid 3 t/m 6 genummerd als lid 4 t/m 7 en wordt een nieuw lid 3 ingevoegd, luidende als volgt: “De Ondernemer stelt de Verkrijger uiterlijk twee (2) maanden na het tijdstip van oplevering, doch niet eerder dan één (1) maand na dat tijdstip, schriftelijk in de gelegenheid aan te geven of hij van de in artikel 6:262 BW3) toegekende aanhangsel modelovereenkomsten inwerkingtreding Wkb 1 / 4 Paraaf de Ondernemer: Paraaf de Verkrijger: bevoegdheid gebruik wenst te maken. De Ondernemer stuurt hiervan een afschrift aan de Notaris.” - wordt in (het nieuwe) lid 4 vóór “…, tenzij de Verkrijger” ingevoegd “indien hij het afschrift, bedoeld in het derde lid, heeft ontvangen” - wordt in (het nieuwe) lid 5 “vervangende zekerheid” vervangen door “een aan het depot gelijkwaardige zekerheid” - wordt in (het nieuwe) lid 6 “vervangende zekerheid” vervangen door “aan het depot gelijkwaardige zekerheid” - wordt in (het nieuwe) lid 6 de verwijzing naar “lid 3” gewijzigd in “lid 4” - wordt lid 7 als volgt gewijzigd: “De Verkrijger kan het depot dan wel een aan het depot gelijkwaardige zekerheid alleen uitwinnen op basis van een beslissing die partijen bindt.” - In het 2e artikel dat gaat over “Opschortingsrecht”: - wordt “bankgarantie” gewijzigd in “aan het depot gelijkwaardige zekerheid” - wordt sub a. als volgt gewijzigd: “drie (3) maanden zijn verstreken na het tijdstip van oplevering, tenzij ofwel de Verkrijger de Notaris voordien schriftelijk meedeelt dat hij van de in artikel 6:262 BW3) toegekende bevoegdheid wenst gebruik te maken (in dat geval deelt de Verkrijger aan de Notaris tevens mee tot welk bedrag de aan het depot gelijkwaardige zekerheid moet worden gehandhaafd) ofwel één of beide van de in het vorige artikel van deze Algemene Voorwaarden onder lid 3 bedoelde kennisgevingen niet zijn verstuurd (in dat geval blijft een aan het depot gelijkwaardige zekerheid gehandhaafd totdat óf de Verkrijger schriftelijk heeft ingestemd met vrijval daarvan óf in een voor partijen bindende uitspraak tot vrijval is beslist);” - In het artikel dat gaat over “Onderhoudsperiode met garantie en aansprakelijkheid van de Ondernemer” wordt in lid 4 de definitie van een verborgen gebrek als volgt gewijzigd: “Een gebrek als bedoeld in lid 2 van dit artikel onder c. is als verborgen gebrek aan te merken, indien het gebrek bij de oplevering niet is ontdekt, tenzij het gebrek niet aan de Ondernemer is toe te rekenen.” - In voetnoot 3 wordt de tekst van artikel 7:768 BW als volgt gewijzigd: “Artikel 7:768 BW
1. De opdrachtgever kan, zonder beroep te doen op artikel 262 van Boek 6 en onder behoud van zijn recht op oplevering, maximaal 5% van de aanneemsom inhouden op de laatste termijn of laatste termijnen en dit bedrag in plaats van aan de aannemer te betalen, in depot storten bij een notaris.
2. De aannemer stelt de opdrachtgever uiterlijk twee maanden na het tijdstip van oplevering, doch niet eerder dan één maand na dat tijdstip, schriftelijk in de gelegenheid aan te geven of hij van de in artikel 262 van Boek 6 toegekende bevoegdheid gebruik wenst te maken. De aannemer stuurt hiervan een afschrift aan de notaris.
3. De notaris brengt het bedrag in de macht van de aannemer nadat drie maanden zijn verstreken na het tijdstip van oplevering, indien hij het afschrift, bedoeld in het tweede lid, heeft ontvangen, tenzij de opdrachtgever van de in artikel 262 van Boek 6 toegekende bevoegdheid wenst gebruik te maken. In dat geval deelt de opdrachtgever aan de notaris mee tot welk bedrag het depot moet worden gehandhaafd.Paraaf de Ondernemer: Paraaf de Verkrijger:
4. De notaris brengt het bedrag voorts in de macht van de aannemer voor zover de opdrachtgever daarin toestemt, de aannemer een aan het depot gelijkwaardige zekerheid stelt of bij een uitspraak die partijen bindt, is beslist dat een depot niet of niet langer gerechtvaardigd is.
5. Indien de opdrachtgever aan de aannemer schadevergoeding verschuldigd is wegens de in lid 1 bedoelde depotstorting of de door de aannemer gestelde gelijkwaardige zekerheid, wordt deze gesteld op de wettelijke rente bedoeld in artikel 119 van Boek 6. Gedurende de drie maanden bedoeld in lid 3, is zij niet verschuldigd, zelfs niet indien geen gebreken worden geconstateerd.”
Appears in 1 contract
Samples: Aannemingsovereenkomst
Wijzigingen in de Algemene Voorwaarden. In het 1e artikel dat gaat over “Opschortingsrecht”: - worden in lid 2 sub a. en lid 2 sub b. “zekerheid” of “bankgarantie” vervangen door “aan het depot gelijkwaardige zekerheid” - wordt lid 3 t/m 6 genummerd als lid 4 t/m 7 en wordt een nieuw lid 3 ingevoegd, luidende als volgt: “De Ondernemer stelt de Verkrijger uiterlijk twee (2) maanden na het tijdstip van oplevering, doch niet eerder dan één (1) maand na dat tijdstip, schriftelijk in de gelegenheid aan te geven of hij van de in artikel 6:262 BW3) toegekende aanhangsel modelovereenkomsten inwerkingtreding Wkb 1 / 4 bevoegdheid gebruik wenst te maken. De Ondernemer stuurt hiervan een afschrift aan de Notaris.” - wordt in (het nieuwe) lid 4 vóór “…, tenzij de Verkrijger” ingevoegd “indien hij het afschrift, bedoeld in het derde lid, heeft ontvangen” - wordt in (het nieuwe) lid 5 “vervangende zekerheid” vervangen door “een aan het depot gelijkwaardige zekerheid” - wordt in (het nieuwe) lid 6 “vervangende zekerheid” vervangen door “aan het depot gelijkwaardige zekerheid” Contractnummer 340.040001003.@@@ - wordt in (het nieuwe) lid 6 de verwijzing naar “lid 3” gewijzigd in “lid 4” - wordt lid 7 als volgt gewijzigd: “De Verkrijger kan het depot dan wel een aan het depot gelijkwaardige zekerheid alleen uitwinnen op basis van een beslissing die partijen bindt.” - In het 2e artikel dat gaat over “Opschortingsrecht”: - wordt “bankgarantie” gewijzigd in “aan het depot gelijkwaardige zekerheid” - wordt sub a. als volgt gewijzigd: “drie (3) maanden zijn verstreken na het tijdstip van oplevering, tenzij ofwel de Verkrijger de Notaris voordien schriftelijk meedeelt dat hij van de in artikel 6:262 BW3) toegekende bevoegdheid wenst gebruik te maken (in dat geval deelt de Verkrijger aan de Notaris tevens mee tot welk bedrag de aan het depot gelijkwaardige zekerheid moet worden gehandhaafd) ofwel één of beide van de in het vorige artikel van deze Algemene Voorwaarden onder lid 3 bedoelde kennisgevingen niet zijn verstuurd (in dat geval blijft een aan het depot gelijkwaardige zekerheid gehandhaafd totdat óf de Verkrijger schriftelijk heeft ingestemd met vrijval daarvan óf in een voor partijen bindende uitspraak tot vrijval is beslist);” - In het artikel dat gaat over “Onderhoudsperiode met garantie en aansprakelijkheid van de Ondernemer” wordt in lid 4 de definitie van een verborgen gebrek als volgt gewijzigd: “Een gebrek als bedoeld in lid 2 van dit artikel onder c. is als verborgen gebrek aan te merken, indien het gebrek bij de oplevering niet is ontdekt, tenzij het gebrek niet aan de Ondernemer is toe te rekenen.” - In voetnoot 3 wordt de tekst van artikel 7:768 BW als volgt gewijzigd: “Artikel 7:768 BW
1. De opdrachtgever kan, zonder beroep te doen op artikel 262 van Boek 6 en onder behoud van zijn recht op oplevering, maximaal 5% van de aanneemsom inhouden op de laatste termijn of laatste termijnen en dit bedrag in plaats van aan de aannemer te betalen, in depot storten bij een notaris.
2. De aannemer stelt de opdrachtgever uiterlijk twee maanden na het tijdstip van oplevering, doch niet eerder dan één maand na dat tijdstip, schriftelijk in de gelegenheid aan te geven of hij van de in artikel 262 van Boek 6 toegekende bevoegdheid gebruik wenst te maken. De aannemer stuurt hiervan een afschrift aan de notaris.
3. De notaris brengt het bedrag in de macht van de aannemer nadat drie maanden zijn verstreken na het tijdstip van oplevering, indien hij het afschrift, bedoeld in het tweede lid, heeft ontvangen, tenzij de opdrachtgever van de in artikel 262 van Boek 6 toegekende bevoegdheid wenst gebruik te maken. In dat geval deelt de opdrachtgever aan de notaris mee tot welk bedrag het depot moet worden gehandhaafd.
4. De notaris brengt het bedrag voorts in de macht van de aannemer voor zover de opdrachtgever daarin toestemt, de aannemer een aan het depot gelijkwaardige zekerheid stelt of bij een uitspraak die partijen bindt, is beslist dat een depot niet of niet langer gerechtvaardigd is.
5. Indien de opdrachtgever aan de aannemer schadevergoeding verschuldigd is wegens de in lid 1 bedoelde depotstorting of de door de aannemer gestelde gelijkwaardige zekerheid, wordt deze gesteld op de wettelijke rente bedoeld in artikel 119 van Boek 6. Gedurende de drie maanden bedoeld in lid 3, is zij niet verschuldigd, zelfs niet indien geen gebreken worden geconstateerd.”
Appears in 1 contract
Samples: Aannemingsovereenkomst
Wijzigingen in de Algemene Voorwaarden. In het 1e artikel dat gaat over “Opschortingsrecht”: - worden in lid 2 sub a. en lid 2 sub b. “zekerheid” of “bankgarantie” vervangen door “aan het depot gelijkwaardige zekerheid” - wordt lid 3 t/m 6 genummerd als lid 4 t/m 7 en wordt een nieuw lid 3 ingevoegd, luidende als volgt: “De Ondernemer stelt de Verkrijger uiterlijk twee (2) maanden na het tijdstip van oplevering, doch niet eerder dan één (1) maand na dat tijdstip, schriftelijk in de gelegenheid aan te geven of hij van de in artikel 6:262 BW3) toegekende aanhangsel modelovereenkomsten inwerkingtreding Wkb 1 / 4 bevoegdheid gebruik wenst te maken. De Ondernemer stuurt hiervan een afschrift aan de Notaris.” - wordt in (het nieuwe) lid 4 vóór “…, tenzij de Verkrijger” ingevoegd “indien hij het afschrift, bedoeld in het derde lid, heeft ontvangen” - wordt in (het nieuwe) lid 5 “vervangende zekerheid” vervangen door “een aan het depot gelijkwaardige zekerheid” - wordt in (het nieuwe) lid 6 “vervangende zekerheid” vervangen door “aan het depot gelijkwaardige zekerheid” - wordt in (het nieuwe) lid 6 de verwijzing naar “lid 3” gewijzigd in “lid 4” - wordt lid 7 als volgt gewijzigd: “De Verkrijger kan het depot dan wel een aan het depot gelijkwaardige zekerheid alleen uitwinnen op basis van een beslissing die partijen bindt.” - In het 2e artikel dat gaat over “Opschortingsrecht”: - wordt “bankgarantie” gewijzigd in “aan het depot gelijkwaardige zekerheid” - wordt sub a. als volgt gewijzigd: “drie (3) maanden zijn verstreken na het tijdstip van oplevering, tenzij ofwel de Verkrijger de Notaris voordien schriftelijk meedeelt dat hij van de in artikel 6:262 BW3) toegekende bevoegdheid wenst gebruik te maken (in dat geval deelt de Verkrijger aan de Notaris tevens mee tot welk bedrag de aan het depot gelijkwaardige zekerheid moet worden gehandhaafd) ofwel één of beide van de in het vorige artikel van deze Algemene Voorwaarden onder lid 3 bedoelde kennisgevingen niet zijn verstuurd (in dat geval blijft een aan het depot gelijkwaardige zekerheid gehandhaafd totdat óf de Verkrijger schriftelijk heeft ingestemd met vrijval daarvan óf in een voor partijen bindende uitspraak tot vrijval is beslist);” - In het artikel dat gaat over “Onderhoudsperiode met garantie en aansprakelijkheid van de Ondernemer” wordt in lid 4 de definitie van een verborgen gebrek als volgt gewijzigd: “Een gebrek als bedoeld in lid 2 van dit artikel onder c. is als verborgen gebrek aan te merken, indien het gebrek bij de oplevering niet is ontdekt, tenzij het gebrek niet aan de Ondernemer is toe te rekenen.” - In voetnoot 3 wordt de tekst van artikel 7:768 BW als volgt gewijzigd: “Artikel 7:768 BW
1. De opdrachtgever kan, zonder beroep te doen op artikel 262 van Boek 6 en onder behoud van zijn recht op oplevering, maximaal 5% van de aanneemsom inhouden op de laatste termijn of laatste termijnen en dit bedrag in plaats van aan de aannemer te betalen, in depot storten bij een notaris.
2. De aannemer stelt de opdrachtgever uiterlijk twee maanden na het tijdstip van oplevering, doch niet eerder dan één maand na dat tijdstip, schriftelijk in de gelegenheid aan te geven of hij van de in artikel 262 van Boek 6 toegekende bevoegdheid gebruik wenst te maken. De aannemer stuurt hiervan een afschrift aan de notaris.
3. De notaris brengt het bedrag in de macht van de aannemer nadat drie maanden zijn verstreken na het tijdstip van oplevering, indien hij het afschrift, bedoeld in het tweede lid, heeft ontvangen, tenzij de opdrachtgever van de in artikel 262 van Boek 6 toegekende bevoegdheid wenst gebruik te maken. In dat geval deelt de opdrachtgever aan de notaris mee tot welk bedrag het depot moet worden gehandhaafd.
4. De notaris brengt het bedrag voorts in de macht van de aannemer voor zover de opdrachtgever daarin toestemt, de aannemer een aan het depot gelijkwaardige zekerheid stelt of bij een uitspraak die partijen bindt, is beslist dat een depot niet of niet langer gerechtvaardigd is.
5. Indien de opdrachtgever aan de aannemer schadevergoeding verschuldigd is wegens de in lid 1 bedoelde depotstorting of de door de aannemer gestelde gelijkwaardige zekerheid, wordt deze gesteld op de wettelijke rente bedoeld in artikel 119 van Boek 6. Gedurende de drie maanden bedoeld in lid 3, is zij niet verschuldigd, zelfs niet indien geen gebreken worden geconstateerd.”
Appears in 1 contract
Samples: Model Agreement
Wijzigingen in de Algemene Voorwaarden. In het 1e artikel dat gaat over “Opschortingsrecht”: - worden in lid 2 sub a. en lid 2 sub b. “zekerheid” of “bankgarantie” vervangen door “aan het depot gelijkwaardige zekerheid” - wordt lid 3 t/m 6 genummerd als lid 4 t/m 7 en wordt een nieuw lid 3 ingevoegd, luidende als volgt: “De Ondernemer stelt de Verkrijger uiterlijk twee (2) maanden na het tijdstip van oplevering, doch niet eerder dan één (1) maand na dat tijdstip, schriftelijk in de gelegenheid aan te geven of hij van de in artikel 6:262 BW3) toegekende aanhangsel modelovereenkomsten inwerkingtreding Wkb 1 / 4 - bevoegdheid gebruik wenst te maken. De Ondernemer stuurt hiervan een afschrift aan de Notaris.” wordt in (het nieuwe) lid 4 vóór “…, tenzij de Verkrijger” ingevoegd “indien hij het afschrift, bedoeld in het derde lid, heeft ontvangen” - wordt in (het nieuwe) lid 5 “vervangende zekerheid” vervangen door “een aan het depot gelijkwaardige zekerheid” - wordt in (het nieuwe) lid 6 “vervangende zekerheid” vervangen door “aan het depot gelijkwaardige zekerheid” - wordt in (het nieuwe) lid 6 de verwijzing naar “lid 3” gewijzigd in “lid 4” - wordt lid 7 als volgt gewijzigd: “De Verkrijger kan het depot dan wel een aan het depot gelijkwaardige zekerheid alleen uitwinnen op basis van een beslissing die partijen bindt.” - In het 2e artikel dat gaat over “Opschortingsrecht”: - wordt “bankgarantie” gewijzigd in “aan het depot gelijkwaardige zekerheid” - wordt sub a. als volgt gewijzigd: “drie (3) maanden zijn verstreken na het tijdstip van oplevering, tenzij ofwel de Verkrijger de Notaris voordien schriftelijk meedeelt dat hij van de in artikel 6:262 BW3) toegekende bevoegdheid wenst gebruik te maken (in dat geval deelt de Verkrijger aan de Notaris tevens mee tot welk bedrag de aan het depot gelijkwaardige zekerheid moet worden gehandhaafd) ofwel één of beide van de in het vorige artikel van deze Algemene Voorwaarden onder lid 3 bedoelde kennisgevingen niet zijn verstuurd (in dat geval blijft een aan het depot gelijkwaardige zekerheid gehandhaafd totdat óf de Verkrijger schriftelijk heeft ingestemd met vrijval daarvan óf in een voor partijen bindende uitspraak tot vrijval is beslist);” - In het artikel dat gaat over “Onderhoudsperiode met garantie en aansprakelijkheid van de Ondernemer” wordt in lid 4 de definitie van een verborgen gebrek als volgt gewijzigd: “Een gebrek als bedoeld in lid 2 van dit artikel onder c. is als verborgen gebrek aan te merken, indien het gebrek bij de oplevering niet is ontdekt, tenzij het gebrek niet aan de Ondernemer is toe te rekenen.” - In voetnoot 3 wordt de tekst van artikel 7:768 BW als volgt gewijzigd: “Artikel 7:768 BW
1. De opdrachtgever kan, zonder beroep te doen op artikel 262 van Boek 6 en onder behoud van zijn recht op oplevering, maximaal 5% van de aanneemsom inhouden op de laatste termijn of laatste termijnen en dit bedrag in plaats van aan de aannemer te betalen, in depot storten bij een notaris.
2. De aannemer stelt de opdrachtgever uiterlijk twee maanden na het tijdstip van oplevering, doch niet eerder dan één maand na dat tijdstip, schriftelijk in de gelegenheid aan te geven of hij van de in artikel 262 van Boek 6 toegekende bevoegdheid gebruik wenst te maken. De aannemer stuurt hiervan een afschrift aan de notaris.
3. De notaris brengt het bedrag in de macht van de aannemer nadat drie maanden zijn verstreken na het tijdstip van oplevering, indien hij het afschrift, bedoeld in het tweede lid, heeft ontvangen, tenzij de opdrachtgever van de in artikel 262 van Boek 6 toegekende bevoegdheid wenst gebruik te maken. In dat geval deelt de opdrachtgever aan de notaris mee tot welk bedrag het depot moet worden gehandhaafd.
4. De notaris brengt het bedrag voorts in de macht van de aannemer voor zover de opdrachtgever daarin toestemt, de aannemer een aan het depot gelijkwaardige zekerheid stelt of bij een uitspraak die partijen bindt, is beslist dat een depot niet of niet langer gerechtvaardigd is.
5. Indien de opdrachtgever aan de aannemer schadevergoeding verschuldigd is wegens de in lid 1 bedoelde depotstorting of de door de aannemer gestelde gelijkwaardige zekerheid, wordt deze gesteld op de wettelijke rente bedoeld in artikel 119 van Boek 6. Gedurende de drie maanden bedoeld in lid 3, is zij niet verschuldigd, zelfs niet indien geen gebreken worden geconstateerd.”
Appears in 1 contract
Samples: Model Agreement