Wet van 16 februari 1994 tot regeling van het contract tot reisorganisatie en reisbemiddeling,
Wet van 16 februari 1994 tot regeling van het contract tot reisorganisatie en reisbemiddeling,
B.S. 1 april 1994
Hoofdstuk I. Definities en toepassingsgebied Art. 1
Voor de toepassing van deze wet moet worden verstaan onder:
1° Contract tot reisorganisatie: de overeenkomst waarbij een persoon zich in eigen naam jegens een andere verbindt, om tegen betaling van een totaalprijs, ten minste twee van de volgende drie diensten:
a) vervoer,
b) logies,
c) andere niet met vervoer of logies verband houdende toeristische diensten die niet bijkomstig zijn ten opzichte van het vervoer of het logies,in een door hem en/of door een derde van tevoren georganiseerde combinatie te leveren, voor zover de diensten een overnachting behelzen of zich uitstrekken over een tijdsspanne van meer dan vierentwintig uur.
Afzonderlijke facturering van diverse onderdelen van eenzelfde combinatie bevrijdt de reisorganisator of -bemiddelaar niet van de verplichtingen vervat in deze wet;
2° Contract tot reisbemiddeling: elke overeenkomst waarbij een persoon zich verbindt tot het verstrekken aan een andere, tegen betaling van een prijs, hetzij van een contract tot reisorganisatie, hetzij van een of meer afzonderlijke prestaties die enigerlei reis of verblijf mogelijk maken;
3° Reisorganisator : elke persoon die als verkoper in de betekenis van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument de sub 1° omschreven combinatie rechtstreeks of door bemiddeling van een reisbemiddelaar verkoopt of ten verkoop aanbiedt;
4° Reisbemiddelaar: elke persoon die als verkoper in de betekenis van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument de sub 2° bedoelde verbintenis aangaat;
5° Reiziger: elke persoon die het voordeel geniet van de verbintenis bedoeld sub 1° of 2°, ongeacht of het contract gesloten of de prijs betaald is door hem of voor hem.
Art. 2
§ 1.
Deze wet is van toepassing op de in België verkochte of ten verkoop aangeboden contracten tot reisorganisatie en reisbemiddeling.
§ 2.
Zo een reisbemiddelaar optreedt als tussenpersoon voor een niet in België gevestigde reisorganisator , wordt hij tegenover de reiziger als reisorganisator beschouwd.
Art. 3
Onverminderd de bepalingen van de artikelen 19 en 28 is elk met deze wet strijdig beding nietig, voor zover het ertoe strekt de rechten van de reiziger te beperken of zijn verplichtingen te verzwaren.
Hoofdstuk II. Reispromotie Art. 4
De beschrijving van de diensten vermeld in artikel 1, 1° en 2°, die aan de reiziger wordt verstrekt, alsmede de prijs en alle andere voorwaarden die op het contract van toepassing zijn, mogen geen misleidende elementen bevatten.
Art. 5
Indien aan de reiziger een brochure wordt verstrekt, moet deze nauwkeurig, leesbaar, ondubbelzinnig en goed zichtbaar de prijs vermelden, evenals de relevante gegevens over:
1° de bestemming, de te gebruiken vervoermiddelen, de kenmerken en de categorieën van deze vervoermiddelen;
2° de huisvesting, de ligging, de categorie of het comfort en de belangrijkste kenmerken ervan, alsmede de goedkeuring en de toeristische indeling ervan, overeenkomstig de voorschriften van het ontvangende land, waarbij de reiziger gewezen moet worden op het verschil tussen deze klassering en de normen die toepasselijk zijn in België;
3° de aard en het aantal inbegrepen maaltijden; 4° de routebeschrijving;
5° de algemene informatie betreffende paspoorten en visa en de formaliteiten op het gebied van gezondheidszorg die voor reis en verblijf noodzakelijk zijn;
6° het als voorschot te betalen bedrag of percentage van de prijs en de termijn voor de betaling van het saldo;
7° de aanduiding of voor de uitvoering van de reis een minimum aantal personen is vereist, en zo ja, de uiterste datum waarop de reiziger in kennis zal worden gesteld van een eventuele annulering;
8° de nuttige informatie met betrekking tot het aangaan van een annulatie- en/of bijstandsverzekering;
9° de aard van de reis en de doelgroep tot wie ze zich richt.
Art. 6
De gegevens in de reisbrochure binden de reisorganisator of de reisbemiddelaar die de brochure hebben uitgegeven, tenzij:
– wijzigingen in deze gegevens duidelijk, schriftelijk en vóór het afsluiten van het contract ter kennis van de reiziger zijn gebracht; de brochure moet daarvan uitdrukkelijk melding maken;
– er zich naderhand wijzigingen voordoen ingevolge een schriftelijk akkoord tussen partijen bij het contract.
Hoofdstuk III. Informatie Art. 7
De reisorganisator en/of reisbemiddelaar zijn verplicht:
1° vóór het sluiten van het contract tot reisorganisatie of tot reisbemiddeling aan de reizigers schriftelijk mede te delen:
a) de algemene informatie betreffende paspoorten en visa en de formaliteiten op het gebied van gezondheidszorg die voor reis en verblijf noodzakelijk zijn;
b) de op het contract toepasselijke contractvoorwaarden;
c) informatie over het aangaan en de inhoud van een annulatie- en/of bijstandsverzekering;
2° vóór de aanvang van de reis, en ten laatste zeven kalenderdagen vóór de vertrekdatum, de volgende inlichtingen aan de reizigers schriftelijk te verstrekken:
a) dienstregelingen en tussenstops en aansluitingen alsook de door de reiziger in te nemen
plaats;
b) naam, adres en telefoon- en faxnummer van de plaatselijke vertegenwoordiging van de reisorganisator en/of bemiddelaar, of bij het ontbreken daarvan, naam, adres en telefoon- en faxnummer van de plaatselijke instanties die de reiziger bij moeilijkheden kunnen helpen. Zo deze instanties niet bestaan, moet de reiziger beschikken over een telefoon- of faxnummer waardoor hij zo spoedig mogelijk in contact kan treden met de reisbemiddelaar of de reisorganisator ;
c) voor reizen en verblijven van minderjarigen in het buitenland, de informatie waardoor rechtstreeks contact mogelijk is met het kind of met de persoon die ter plaatse voor diens verblijf verantwoordelijk is.
De hierboven onder 2° vermelde termijn van zeven kalenderdagen is niet van toepassing in geval van laattijdig gesloten contract.
Art. 8
De reiziger moet aan de reisorganisator en/of reisbemiddelaar alle nuttige inlichtingen verstrekken die hem uitdrukkelijk gevraagd worden.
Hoofdstuk IV. Het contract tot reisorganisatie Afdeling 1. Tot stand komen van het contract Onderafdeling 1. Vorm en inhoud van het contract Art. 9
Bij het boeken van de reis zijn de reisbemiddelaar of de reisorganisator ertoe gehouden een bestelbon aan de reiziger te overhandigen conform de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument. Het contract tot reisorganisatie ontstaat op het ogenblik dat de reiziger, al dan niet via de namens de reisorganisator optredende reisbemiddelaar, van de reisorganisator de schriftelijke bevestiging van de geboekte reis ontvangt.
Wijkt de inhoud van de bestelbon af van die van de reisbevestiging of gebeurt de bevestiging niet binnen uiterlijk 21 dagen na de ondertekening van de bestelbon, dan mag de reiziger ervan uitgaan dat de reis niet werd geboekt en heeft de reiziger recht op de onmiddellijke terugbetaling van alle reeds betaalde bedragen.
Art. 10
§ 1.
De bestelbon en het contract vermelden ten minste:
1° de plaats en de datum van de ondertekening;
2° de naam en het adres van de reisorganisator en/of reisbemiddelaar;
3° de naam en het adres van de instantie die garant staat voor de diensten van de reisorganisator en/of van de reisbemiddelaar;
4° de naam en het adres van de reiziger en, in voorkomend geval, de derde begunstigde(n);
5° de plaatsen en de data van begin en einde van de reis en van de verblijven en, indien deze onderscheiden periodes van verblijf omvatten, de verschillende periodes en data;
6° de te gebruiken vervoermiddelen, kenmerken en categorieën van deze vervoermiddelen, data, tijdstippen en plaatsen van vertrek en terugkeer;
7° de totaalprijs die al de in het contract vastgestelde prestaties dekt;
8° de gegevens met betrekking tot een eventuele herziening van de prijs en de precieze berekeningswijze ervan;
9° de termijn en de wijze van betaling van de prijs;
10° de bijzondere wensen die de reiziger bij het boeken van de reis aan de reisorganisator of de reisbemiddelaar kenbaar heeft gemaakt;
11° de voorwaarden om het contract over te dragen;
12° de voorwaarden om het contract te verbreken in hoofde van de reiziger en in hoofde van de reisorganisator en/of bemiddelaar;
13° de wijze waarop en de termijnen waarbinnen de reiziger een eventuele klacht moet indienen in verband met het niet of slecht uitvoeren van de overeenkomst;
14° de voorwaarden van een annulatie-, bijstands- en/of elke andere verzekering en naam en adres van de verzekeraar of een uitdrukkelijke verwijzing naar de brochure met aanduiding van de bladzijde waarop deze informatie is vermeld.
§ 2.
Indien zij relevant zijn voor het betrokken contract, dient het contract bijkomend de volgende gegevens te vermelden:
1° indien logies in de reisovereenkomst is opgenomen, de ligging, de categorie of het comfort en de belangrijkste kenmerken ervan, alsmede de overeenstemming ervan met de voorschriften van het ontvangende land, waarbij de reiziger gewezen moet worden op het verschil tussen deze klassering en de normen die toepasselijk zijn in België;
2° de aard en het aantal inbegrepen maaltijden;
3° het minimum aantal personen dat voor de uitvoering van het reiscontract is vereist en de uiterste datum waarop de reiziger in kennis zal worden gesteld van een eventuele annulering; deze uiterste annuleringsdatum is ten laatste 15 dagen vóór het vertrek;
4° de routebeschrijving;
5° de bezoeken, excursies of andere diensten, die begrepen zijn in de overeengekomen totale prijs; 6° de bijzondere wensen van de reiziger die door de reisorganisator zijn aanvaard.
§ 3.
In zoverre de gegevens vervat in § 1 en § 2 geheel of gedeeltelijk voorkomen op een aan de reiziger afgegeven programma, reisbrochure of op de bestelbon, mag het contract een eenvoudige verwijzing naar dat programma, reisbrochure of bestelbon bevatten; elke wijziging van het programma of de reisbrochure moet in het reiscontract vermeld worden.
Het contract moet uitdrukkelijk vermelden dat de reiziger het programma of de brochure heeft ontvangen.
Onderafdeling 2. De prijs Art. 11
§ 1.
De in het contract overeengekomen prijs kan niet worden herzien, tenzij dit uitdrukkelijk in het contract is voorzien samen met de precieze berekeningswijze ervan, en voor zover de herziening het gevolg is van een wijziging in:
a) de op de reis toegepaste wisselkoersen en/of
b) de vervoerskosten, met inbegrip van de brandstofkosten en/of
c) de voor bepaalde diensten verschuldigde heffingen en belastingen.
Er moet dan wel aan de voorwaarde worden voldaan dat bedoelde wijzigingen ook aanleiding zullen geven tot een verlaging van de prijs.
§ 2.
De in het contract vastgestelde prijs kan tijdens de 20 kalenderdagen die aan de datum van het vertrek voorafgaan, in geen geval nog worden verhoogd.
§ 3.
Zo de verhoging 10% van de totaalprijs te boven gaat, kan de reiziger het contract zonder vergoeding verbreken. In dit geval heeft de reiziger recht op onmiddellijke terugbetaling van al de bedragen die hij aan de reisorganisator heeft betaald.
§ 4.
De betaling van het saldo van de prijs kan van de reiziger slechts geëist worden op voorwaarde dat de reiziger vooraf of terzelfdertijd de schriftelijke reisbevestiging en/of de reisdocumenten ontvangt.
Onderafdeling 3. Overdraagbaarheid van de boeking Art. 12
De reiziger kan, vóór de aanvang van de reis zijn reis overdragen aan een derde, die wel moet voldoen aan alle voorwaarden van het contract tot reisorganisatie. De overdrager dient tijdig vóór het vertrek de reisorganisator en, in voorkomend geval de reisbemiddelaar, van deze overdracht op de hoogte te brengen.
De overdragende reiziger en de overnemer zijn hoofdelijk gehouden tot de betaling van de totaalprijs van de reis en de kosten van de overdracht.
Afdeling 2. Uitvoering van het contract tot reisorganisatie
Onderafdeling 1. Niet-uitvoering van de reis of wijziging op een wezenlijk punt door de reisorganisator
Art. 13
Indien, vóór de aanvang van de reis, een van de wezenlijke punten van het contract niet kan worden uitgevoerd, dient de reisorganisator de reiziger zo spoedig mogelijk, en in elk geval vóór de afreis, daarvan op de hoogte te brengen en hem in te lichten over de mogelijkheid het contract te verbreken zonder kosten, tenzij hij de door de reisorganisator voorgestelde wijziging aanvaardt.
De reiziger dient zo spoedig mogelijk, en in elk geval vóór de afreis, de reisbemiddelaar of de reisorganisator van zijn beslissing in kennis te stellen.
Zo de reiziger de wijziging aanvaardt, dient er een nieuw contract of een bijvoegsel bij het contract te worden opgesteld waarin de aangebrachte wijzigingen en de invloed daarvan op de prijs worden medegedeeld.
Zo de reiziger de wijziging niet aanvaardt, mag hij de toepassing vragen van artikel 14.
Art. 14
§ 1.
Indien de reisorganisator , vóór de aanvang van de reis, het contract verbreekt wegens een niet aan de reiziger toe te rekenen omstandigheid, heeft de reiziger de keuze tussen:
1° ofwel de aanvaarding van een nieuw aanbod van een reis van gelijke of betere kwaliteit, zonder dat hij een supplement dient te betalen; zo de reis die ter vervanging wordt aangeboden van mindere kwaliteit is, moet de reisorganisator het verschil in prijs zo spoedig mogelijk terugbetalen;
2° ofwel de terugbetaling, zo spoedig mogelijk, van alle door hem op grond van het contract betaalde bedragen.
§ 2.
De reiziger kan eveneens, in voorkomend geval, aanspraak maken op een schadeloosstelling voor het niet-uitvoeren van de overeenkomst, tenzij:
a) de reisorganisator de reis annuleert omdat het minimum aantal reizigers, voorzien in het contract en nodig voor de uitvoering van de reis, niet werd bereikt en de reiziger, binnen de in het contract vermelde termijn en ten minste 15 kalenderdagen vóór de vertrekdatum hiervan schriftelijk op de hoogte werd gebracht;
b) de annulering het gevolg is van overmacht, waaronder overboeken niet is begrepen. Onder overmacht wordt verstaan abnormale en onvoorzienbare omstandigheden die onafhankelijk zijn van de wil van degene die zich erop beroept en waarvan de gevolgen ondanks alle voorzorgsmaatregelen niet konden worden vermeden.
Art. 15
Indien tijdens de reis blijkt dat een belangrijk deel van de diensten waarop de overeenkomst betrekking heeft, niet zal kunnen worden uitgevoerd, neemt de reisorganisator alle nodige maatregelen om de reiziger passende en kosteloze alternatieven aan te bieden met het oog op de voortzetting van de reis.
Zo er een verschil is tussen de voorgenomen en daadwerkelijk verleende diensten, stelt hij de reiziger schadeloos ten belope van dit verschil.
Indien dergelijke regeling onmogelijk blijkt of indien de reiziger deze alternatieven om deugdelijke redenen niet aanvaardt, moet de reisorganisator hem een gelijkwaardig vervoermiddel ter beschikking stellen dat hem terugbrengt naar de plaats van het vertrek, en, in voorkomend geval, de reiziger schadeloos stellen.
Onderafdeling 2. Verbreking door de reiziger Art. 16
De reiziger kan te allen tijde het contract geheel of gedeeltelijk verbreken.
Indien de reiziger het contract verbreekt wegens een aan hem toe te rekenen omstandigheid, vergoedt hij de schade die de reisorganisator en reisbemiddelaar lijden ten gevolge van de verbreking. De schadevergoeding kan ten hoogste eenmaal de prijs van de reis bedragen.
Onderafdeling 3. Aansprakelijkheid van de reisorganisator Art. 17
De reisorganisator is aansprakelijk voor de goede uitvoering van het contract, overeenkomstig de verwachtingen die de reiziger op grond van de bepalingen van het contract tot reisorganisatie redelijkerwijs mag hebben, en voor de uit het contract voortvloeiende verplichtingen, ongeacht of deze verplichtingen zijn uit te voeren door hemzelf dan wel door andere verstrekkers van diensten en zulks onverminderd het recht van de reisorganisator om deze andere verstrekkers van diensten aan te spreken.
De reisorganisator is voor de daden en nalatigheden van zijn aangestelden en vertegenwoordigers, handelend in de uitoefening van hun functie, evenzeer aansprakelijk als voor zijn eigen daden en nalatigheden.
Art. 18
§ 1.
De reisorganisator is aansprakelijk voor alle schade die de reiziger oploopt wegens de gehele of gedeeltelijke niet-naleving van zijn verplichtingen.
§ 2.
Hij is niet aansprakelijk ingeval:
1° de tekortkomingen in de uitvoering van het contract toe te schrijven zijn aan de reiziger;
2° deze tekortkomingen, die niet te voorzien waren of niet konden worden vermeden, toe te schrijven zijn aan een derde die vreemd is aan de in het contract bedoelde prestaties;
3° deze tekortkomingen te wijten zijn aan overmacht, zoals gedefinieerd in artikel 14, § 2, b);
4° deze tekortkomingen te wijten zijn aan een gebeurtenis die de reisorganisator zelfs met inachtneming van de grootste zorgvuldigheid niet kon voorzien of verhelpen, waaronder overboeken niet is begrepen.
§ 3.
In de gevallen, bedoeld in § 1 en § 2 is de reisorganisator tijdens de uitvoering van het contract verplicht al het mogelijke te doen om de in moeilijkheden verkerende reiziger bijstand en hulp te verlenen.
De reisorganisator kan in de gevallen bedoeld in § 2, in voorkomend geval, de door hem gemaakte kosten ten laste leggen van de reiziger.
Art. 19
§ 1.
De reisorganisator kan zijn aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dood of letsel van de reiziger niet uitsluiten of beperken.
§ 2.
De reisorganisator kan zijn aansprakelijkheid voor andere dan lichamelijke schade die voortvloeit uit zijn eigen handelen of nalaten, uit het opzet de schade te veroorzaken of uit een grove fout, niet uitsluiten of beperken.
§ 3.
Indien op een in het reiscontract begrepen dienst een internationaal verdrag van toepassing is, kan de reisorganisator zich beroepen op een uitsluiting of beperking van zijn aansprakelijkheid overeenkomstig het internationaal verdrag dat deze dienst regelt.
§ 4.
De reisorganisator is, zo hem een tekortkoming in de nakoming van een van zijn verplichtingen kan worden toegerekend, eveneens gehouden tot een billijke vergoeding van de derving van het reisgenot.
§ 5.
Voor zover de reisorganisator niet zelf de in het reiscontract begrepen diensten verleent, kan hij zijn aansprakelijkheid voor stoffelijke schade en de vergoeding van de derving van het reisgenot beperken tot tweemaal de reissom.
Onderafdeling 4. Verplichtingen van de reiziger Art. 20
De reiziger dient elke tekortkoming in de uitvoering van het contract, die hij ter plaatse vaststelt, onmiddellijk schriftelijk of in een andere passende vorm mee te delen aan de betrokken dienstverleners ter plaatse. Hij moet in elk geval zijn klacht, bij een ter post aangetekende brief, aan de reisorganisator en/of reisbemiddelaar bevestigen, ten laatste één maand na het beëindigen van de reis. Hij kan daarvoor het geëigende formulier gebruiken dat hem samen met de reisdocumenten werd overhandigd of dat ter plaatse beschikbaar is en hem op het eerste verzoek wordt overhandigd.
Hoofdstuk V. Het contract tot reisbemiddeling Art. 21
Elk contract door de reisbemiddelaar gesloten met een reisorganisator of met personen die afzonderlijke prestaties verstrekken, wordt geacht gesloten te zijn door de reiziger.
Art. 22
De reisbemiddelaar heeft naast de informatieverplichting opgenomen in de hoofdstukken II en III van deze wet, een algemene raadgevingsverplichting.
Afdeling 1. Het tot stand komen van het contract tot reisbemiddeling Art. 23
§ 1.
Voor elke verkoop door een reisbemiddelaar van een reis- en/of verblijfprestatie of andere prestatie moet een reisovereenkomst worden opgesteld, tenzij het uitsluitend vervoerbiljetten betreft.
De reisbemiddelaar moet een exemplaar van het contract aan de reiziger overhandigen.
§ 2.
Dit contract vermeldt ten minste:
1° de plaats en de datum van ondertekening;
2° de naam en het adres van de reisbemiddelaar;
3° de naam en het adres van de instantie die garant staat voor de diensten van de reisbemiddelaar; 4° de naam en het adres van de reiziger en, in voorkomend geval, de derde begunstigde(n);
5° de plaatsen en de data van begin en einde van de reis en van de verblijven en, indien deze onderscheiden periodes van verblijf omvatten, de verschillende periodes en data;
6° de te gebruiken vervoermiddelen, de kenmerken en de categorieën van deze vervoermiddelen, de data, de tijdstippen en de plaatsen van vertrek en terugkeer;
7° de totaalprijs die al de in het contract vastgestelde prestaties dekt;
8° de gegevens met betrekking tot een eventuele herziening van de prijs en de precieze berekeningswijze ervan;
9° de termijn en de wijze van betaling van de prijs;
10° de bijzondere wensen die de reiziger bij het boeken van de reis aan de reisbemiddelaar kenbaar heeft gemaakt en waarop door beiden is ingegaan;
11° de voorwaarden om het contract over te dragen;
12° de voorwaarden om het contract te verbreken in hoofde van de reiziger en in hoofde van de reisbemiddelaar;
13° de wijze waarop en de termijnen waarbinnen de reiziger een eventuele klacht moet indienen in verband met het niet of slecht uitvoeren van de overeenkomst;
14° de voorwaarden van een annulatie-, bijstands- en/of andere verzekering en de naam en het adres van de verzekeraar of een uitdrukkelijke verwijzing naar de brochure met aanduiding van de bladzijde waarop deze informatie is vermeld.
§ 3.
Indien zij relevant zijn voor het betrokken contract, dient het contract bijkomend de volgende gegevens te vermelden:
1° indien logies in de reisovereenkomst is opgenomen: de ligging, de categorie of het comfort en de belangrijkste kenmerken ervan, alsmede de overeenstemming ervan met de voorschriften van het ontvangende land, waarbij de reiziger gewezen moet worden op het verschil tussen deze klassering en de normen die toepasselijk zijn in België;
2° de aard en het aantal inbegrepen maaltijden; 3° de routebeschrijving;
4° de bezoeken, excursies of andere diensten die begrepen zijn in de overeengekomen totale prijs.
In zoverre deze gegevens geheel of gedeeltelijk voorkomen op een aan de reiziger afgegeven programma, reisbrochure of bestelbon, mag het contract een eenvoudige verwijzing naar dat programma, reisbrochure of bestelbon bevatten; elke wijziging aan het programma of de reisbrochure moet in het contract vermeld worden.
Het contract moet uitdrukkelijk vermelden dat de reiziger het programma of de brochure heeft ontvangen.
§ 4.
Wanneer het contract tot reisbemiddeling betrekking heeft op een contract tot reisorganisatie valt het onder de toepassing van de artikelen 9 en 10; benevens de naam en het adres van de reisorganisator worden dan ook de naam en het adres van de reisbemiddelaar en zijn optreden namens de reisorganisator vermeld.
Zo de reisbemiddelaar deze verplichting niet naleeft, wordt hij als reisorganisator beschouwd.
Art. 24
De artikelen 11 (prijsherziening) en 12 (overdraagbaarheid van de boeking) zijn van toepassing op het contract tot reisbemiddeling.
Afdeling 2. Uitvoering van het contract tot reisbemiddeling Onderafdeling 1. Verbreking van het contract door de reisbemiddelaar Art. 25
Indien de reisbemiddelaar, vóór de aanvang van de reis, het contract verbreekt wegens een niet aan de reiziger toe te rekenen omstandigheid, heeft de reiziger de keuze tussen:
1° ofwel de aanvaarding van een nieuw aanbod van gelijke of betere kwaliteit, zonder dat hij een supplement dient te betalen.
Zo het aanbod van mindere kwaliteit is, moet de reisbemiddelaar het verschil in prijs zo spoedig mogelijk terugbetalen;
2° ofwel de terugbetaling, zo spoedig mogelijk, van alle door hem op grond van het contract betaalde bedragen.
Onderafdeling 2. Verbreking door de reiziger Art. 26
De reiziger kan te allen tijde het contract geheel of gedeeltelijk verbreken.
Indien de reiziger het contract verbreekt wegens een aan hem toe te rekenen omstandigheid, vergoedt hij de schade die de reisbemiddelaar lijdt ten gevolge van de verbreking. De schadevergoeding kan ten hoogste eenmaal de reissom bedragen.
Onderafdeling 3. Aansprakelijkheid van de reisbemiddelaar
Art. 27
De reisbemiddelaar is aansprakelijk voor de goede uitvoering van het contract, overeenkomstig de verwachtingen die de reiziger op grond van het contract tot reisbemiddeling redelijkerwijs mag hebben.
De reisbemiddelaar is aansprakelijk voor elke fout die hij bij de uitvoering van zijn verplichtingen begaat.
Hij is niet aansprakelijk ingeval:
1° de tekortkomingen in de uitvoering van het contract toe te schrijven zijn aan de reiziger;
2° de tekortkomingen, die niet te voorzien waren of niet konden worden vermeden, toe te schrijven zijn aan een derde die vreemd is aan de in het contract bedoelde prestaties;
3° deze tekortkomingen te wijten zijn aan overmacht, zoals gedefinieerd in artikel 14, § 2, b);
4° deze tekortkomingen te wijten zijn aan een gebeurtenis die de reisbemiddelaar zelfs met inachtneming van de grootste zorgvuldigheid niet kon voorzien of verhelpen, waaronder overboeken niet is inbegrepen.
In al deze gevallen is de reisbemiddelaar verplicht al het mogelijke te doen om de in moeilijkheden verkerende reiziger bijstand en hulp te verlenen.
De reisbemiddelaar kan, in voorkomend geval, de door hem gemaakte kosten, ten laste leggen van de reiziger.
Art. 28
Artikel 19 is mede van toepassing op het contract tot reisbemiddeling.
Onderafdeling 4. Verplichtingen van de reiziger Art. 29
Artikel 20 is mede van toepassing op het contract tot reisbemiddeling.
Hoofdstuk VI. Rechtsvorderingen Art. 30
1.
De vorderingen waartoe een reiscontract waarop deze wet toepasselijk is, aanleiding kunnen geven, uit hoofde van het overlijden, de verwondingen of enige andere aantasting van de fysieke of geestelijke integriteit van een reiziger, verjaren na een termijn van twee jaar; deze termijn begint te lopen vanaf de datum die in het contract bepaald is voor het einde van de prestatie die aanleiding heeft gegeven tot het geschil.
In geval van verwondingen of andere aantasting van de fysieke of geestelijke integriteit die het overlijden van de reiziger tot gevolg heeft na de datum bepaald voor het einde van de prestatie die aanleiding heeft gegeven tot het geschil, begint de termijn evenwel te lopen vanaf de datum van het overlijden, zonder dat die termijn meer mag bedragen dan drie jaar te rekenen van de datum bepaald voor het einde van de prestatie.
2.
De vorderingen waartoe een contract waarop deze wet toepasselijk is aanleiding kan geven, andere dan die vermeld in het eerste lid, verjaren na een termijn van een jaar; deze termijn begint te lopen vanaf de datum die in het contract bepaald is voor het einde van de prestatie die aanleiding heeft gegeven tot het geschil.
Hoofdstuk VII. Sancties
Afdeling 1. Vordering tot staking Art. 31
De voorzitter van de rechtbank van koophandel stelt het bestaan vast en beveelt de staking van zelfs onder het strafrecht vallende daden die een inbreuk op de bepalingen van deze wet uitmaken. De bepalingen van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument houdende de vordering tot staking, zijn op deze wet van toepassing.
Afdeling 2. Waarschuwingsprocedure
Art. 32
Wanneer is vastgesteld dat een handeling een inbreuk vormt op deze wet of dat zij aanleiding kan geven tot een vordering tot staking op initiatief van de Minister van Economische Zaken, kan deze of de door hem met toepassing van artikel 34 aangestelde ambtenaar een waarschuwing richten tot de overtreder waarbij die tot stopzetting van de handeling wordt aangemaand, overeenkomstig de bepalingen van de wetgeving op de handelspraktijken houdende de waarschuwingsprocedure.
De waarschuwing wordt de overtreder ter kennis gebracht binnen een termijn van drie weken volgend op de vaststelling van de feiten, bij een ter post aangetekende brief met ontvangstmelding of door de overhandiging van een afschrift van het proces-verbaal waarin de feiten zijn vastgesteld.
De waarschuwing vermeldt:
a) de ten laste gelegde feiten en de geschonden wetsbepaling of -bepalingen;
b) de termijn waarbinnen zij dienen te worden stopgezet;
c) dat, indien aan de waarschuwing geen gevolg wordt gegeven, ofwel de Minister een vordering tot staking zal instellen, ofwel de met toepassing van de artikelen 34 en 35 aangestelde ambtenaren respectievelijk de procureur des Konings kunnen inlichten of de regeling in der minne bepaald in artikel 35 kunnen toepassen.
Afdeling 3. Strafbepalingen
Art. 33
Zij die de bepalingen overtreden van de artikelen 5, 7, 9, eerste lid, 10, 11, 12 en 23, evenals de bepalingen van de besluiten die genomen zijn ter uitvoering van de artikelen 39 en 41 van deze wet, worden gestraft met geldboete van 250 [euro] tot 10.000 [euro].
Met geldboete van 500 [euro] tot 20.000 [euro] worden gestraft, zij die te kwader trouw de bepalingen van artikel 4 van deze wet overtreden.
Hoofdstuk VIII. Opsporing en vaststelling van inbreuken Art. 34
Onverminderd de plichten van de officieren van gerechtelijke politie, zijn de door de Minister van Economische Zaken aangestelde ambtenaren bevoegd om de door deze wet bepaalde inbreuken op te sporen en vast te stellen.
De processen-verbaal welke door die ambtenaren worden opgesteld, hebben bewijskracht tot het tegendeel is bewezen.
De bepalingen met betrekking tot de opsporing en de vaststelling van de inbreuken van de wetgeving op de handelspraktijken zijn eveneens van toepassing op deze wet.
Art. 35
De ambtenaren die in het kader van de wetgeving op de handelspraktijken daartoe zijn aangesteld, kunnen op inzage van de processen-verbaal die een inbreuk op de bepalingen bedoeld in artikel 33 vaststellen en opgemaakt zijn door de ambtenaren bedoeld in artikel 34, eerste lid, aan de overtreders een som voorstellen waarvan de betaling de strafvordering doet vervallen. De tarieven alsook de regels voor de betaling en de inning zijn die welke door de Koning zijn vastgesteld in het kader van de wetgeving betreffende de handelspraktijken.
Hoofdstuk IX. Slotbepalingen Art. 36
De reisorganisator en/of de reisbemiddelaar die partij zijn bij het contract, dienen aan te tonen dat zij over voldoende garanties beschikken, om in geval van financieel onvermogen, hun verplichtingen jegens de reizigers verder na te komen.
Zij dienen ervoor te zorgen dat de reeds voldane bedragen aan de reiziger kunnen worden terugbetaald en, indien de reis reeds een aanvang heeft genomen, moeten zij zorgen voor de repatriëring van de reiziger.
De Koning kan de vorm en de voorwaarden bepalen waaraan deze garanties moeten voldoen.
Art. 37
De reisorganisator en de reisbemiddelaar moeten een verzekering voor hun mogelijke professionele aansprakelijkheid jegens de reiziger afsluiten.
De Koning bepaalt aan welke voorwaarden deze verzekering moet voldoen en wie de controle mag uitoefenen.
Art. 38
De Koning kan een geschillencommissie oprichten waarvan Hij de organisatie, de werkwijze en de samenstelling bepaalt.
Art. 39
De Koning kan een modelcontract en een model van algemene voorwaarden opstellen en er ook het gebruik van opleggen.
Art. 40
De wet van 30 maart 1973 houdende goedkeuring van de Internationale Overeenkomst betreffende het reiscontract, opgemaakt op 23 april 1970 (CCV), wordt opgeheven nadat de Belgische Staat de Internationale Overeenkomst betreffende het reiscontract van 23 april 1970, overeenkomstig haar artikel 37 heeft opgezegd, en deze opzegging uitwerking zal hebben.
Zolang de wet van 30 maart 1973 houdende goedkeuring van de Internationale Overeenkomst betreffende het reiscontract van kracht blijft, bepaalt de Koning de categorieën van reizigers waarop deze wet van toepassing is.
Art. 41
De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit de maatregelen nemen die noodzakelijk blijken omdat België in gebreke is gebleven bij de omzetting van de Europese richtlijn van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten.
Art. 42
De bepalingen van deze wet treden in hun geheel in werking op de datum die de Koning bepaalt.