OVEREENKOMST
OVEREENKOMST
betreffende de bouw en exploitatie van een EUROPESE SYNCHROTRONSTRALINGSINSTALLATIE
De Regering van het Koninkrijk België
De Regering van het Koninkrijk Denemarken De Regering van de Bondsrepubliek Duitsland De Regering van de Republiek Finland
De Regering van de Republiek Frankrijk De Regering van de Republiek Italië
De Regering van het Koninkrijk Noorwegen De Regering van het Koninkrijk Spanje
De Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland
De Regering van het Koninkrijk Zweden
De Regering van de Zwitserse Confederatie
hierna te noemen de "Overeenkomstsluitende Partijen", met dien verstande dat de Regeringen van het Koninkrijk Denemarken, de Republiek Finland, het Koninkrijk Noorwegen en het Koninkrijk Zweden gezamenlijk als één enkele Overeenkomstsluitende Partij optreden.
2
verlangend de plaats van Europa in de wereld op het gebied van het onderzoek verder te consolideren en de wetenschappelijke samen- werking te intensiveren over de disciplines en landsgrenzen heen
Erkennend dat synchrotronstraling in de toekomst van grote betekenis zal zijn op talrijke verschillende gebieden en voor industriële toepassingen
Hopend dat andere Europese landen zullen meewerken aan de activiteiten die ze voornemens zijn gezamenlijk te ondernemen krachtens deze Overeenkomst
Xxxxxxx op de succesvolle samenwerking van Europese wetenschapslui in het kader van de Europese Wetenschappelijke Stichting en het voorbereidende werk dat is uitgevoerd onder haar auspiciën en ter uitvoering van het "Memorandum of Understanding" (Princiepsover- eenkomst) ondertekend in Brussel op 10 december 1985 en gelet op het Protocol van 22 december 1987
Beslist hebbend de bouw en exploitatie te bevorderen van een Europese Synchrotronstralingsinstallatie waarin een zeer krachtige röntgen-stralenbron is ondergebracht bestemd om te worden gebruikt door hun wetenschapslui
ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT :
Artikel OPRICHTING VAN DE
1
INSTALLATIE
De bouw en exploitatie van de Europese Synchrotronstralings- installatie worden toevertrouwd aan een Burgerlijke Vennootschap, hierna te noemen "de Vennootschap" naar Frans recht, voor zover hiervan niet wordt afgeweken in de Overeenkomst en de daaraan gehechte Statuten. De Vennootschap verricht uitsluitend activiteiten van vredelievende aard. De toetredende leden van de Vennootschap, hierna te noemen "de Leden", zijn rechtspersonen, en wel de geëigende instellingen die met dat doel aangewezen worden door elke Overeenkomstsluitende Partij.
3
Artikel 2
BENAMING EN MAATSCHAPPELIJK ZETEL
De Vennootschap draagt de benaming "Europese Synchrotronstra- lingsinstallatie" (European Synchrotron Radiation Facility), in het kort ESRF, en de maatschappelijke zetel is gevestigd te Grenoble.
Artikel 3 ORGANEN
1. De organen van de Vennootschap zijn de Raad en de Directeur- generaal.
2. Vertegenwoordigers bij de Raad worden benoemd en van hun mandaat ontheven overeenkomstig een procedure die zal worden vastgelegd door elke betrokken Overeenkomstsluitende Partij. Deze procedure moet waarborgen dat de Raad kan optreden als de algemene vergadering van de Leden van de Vennootschap. Elke Overeenkomstsluitende Partij doet het nodige om het Secre- tariaat van de Raad schriftelijk in kennis te stellen van elke benoeming of ontheffing van mandaat.
3. Een eminent wetenschapper wordt door de Raad benoemd tot Directeur-generaal van de Vennootschap.
Artikel 4
VERKEER VAN PERSONEN EN WETENSCHAPPELIJKE UITRUSTING
1 . Met inachtneming van de vereisten inzake openbare orde en vei- ligheid, verbindt elke Overeenkomstsluitende Partij er zich toe op haar rechtsgebied het verkeer en verblijf te Vergemak- kelijken van onderdanen uit de landen van de Overeenkomst-
4
sluitende Partijen, die zijn tewerkgesteld of gedetacheerd bij de Vennootschap of die voor hun onderzoek gebruik maken van de installaties van de Vennootschap.
2. Elke Overeenkomstsluitende Partij verbindt er zich toe op haar rechtsgebied de aflevering te vergemakkelijken van documenten nodig voor de tijdelijke invoer van wetenschappelijke uit- rusting en monsters voor onderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van de installaties van de Vennootschap.
Artikel 5 FINANCIERING
1. Elke Overeenkomstsluitende Partij verbindt er zich toe de Leden voor wie ze verantwoordelijk is een jaarlijkse toelage beschik- baar te stellen die hun bijdrage in de uitgaven van de Vennootschap dekt.
2. De bouwkosten, zoals bepaald in punt 3 hieronder, betreffen een installatie met dertig bundellijnen waarvan de specifieke ken- merken worden uiteengezet in Bijlage 2. De bouwperiode is in twee fases verdeeld. Tijdens de eerste fase bouwt en stelt de Vennootschap de synchrotronstralingsbron en minstens zeven bundellijnen in werking. Tijdens de tweede fase exploiteert de Vennootschap de bron en stelt geleidelijk de overige bundel- lijnen in werking. De eerste fase mag normaal niet meer dan zes en een half jaar in beslag nemen, te rekenen vanaf de begindatum van de bouwwerken. Ze zal eindigen op de datum vastgelegd door de Raad, overeenkomstig de specificaties die zijn uiteengezet in Bijlage 2, of op de datum waarop de maximumuitgaven zijn bereikt waarvan sprake in punt 4(a) hieronder naargelang welke datum het eerst voorkomt. De tweede fase moet normaal nog eens vier en een half jaar duren, te rekenen vanaf het einde van de eerste fase.
5
3. De "bouwkosten" vormen de som van
(a) alle uitgaven tijdens de eerste fase
(b) dat gedeelte van de uitgaven tijdens de tweede fase die verschuldigd zijn ingevolge de voltooiing van de inwer- kingstelling van de bron, de bouw van de overige bundellijnen en de hiermee samenhangende aanpassing van de bron.
4. De bouwkosten mogen, gerekend tegen de op 1 januari 1987 geldende prijzen, niet meer bedragen dan :
(a) 2,2 miljard Franse franken tijdens de eerste fase
(b) 400 miljoen Franse franken tijdens de tweede fase.
5. In Bijlage 3 is een tabel opgenomen met de begrote jaarlijkse uitgaven.
6. De Raad evalueert ten minste eenmaal per jaar de reële en geplande bouwkosten. Indien op onverschillig welk ogenblik de Raad meent dat de bron en de bundellijnen mogelijkerwijs niet naar behoren zullen zijn voltooid, rekening houdend met de maximumuitgaven gedefinieerd in punt 4 en de specifieke kenmerken uiteengezet in Bijlage 2, moet de Raad, op advies van de Directeur-generaal, kostenbeperkende maatregelen nemen om zeker te zijn dat aldus deze maximumuitgaven niet worden overschreden.
7. In uitzonderlijke omstandigheden mag de Raad eenparig een wijziging goedkeuren van de bouwkosten.
Artikel 6 BIJDRAGEN
1. De Overeenkomstsluitende Partij Frankrijk stelt het terrein in Grenoble, zoals aangegeven op het plan opgenomen in Bijlage 4, volledig kosteloos en bouwrijp ter beschikking van de Vennootschap.
6
2. De Leden dragen bij in de bouwkosten, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde, in volgende verhoudingen :
34 percent voor Leden van Frankrijk (inclusief een terrein- premie van 10 percent)
24 percent voor Leden van de Bondsrepubliek Duitsland 14,5 percent voor Leden van Italië
12,5 percent voor Leden van het Verenigd Koninkrijk
4 percent voor Leden van Spanje
4 percent voor Leden van de Noordse landen
4 percent voor Leden van Zwitserland
3 percent voor Leden van België.
Verhogingen in de bijdragen van Overeenkomstsluitende Partijen of bijdragen van Regeringen die tot dit Overeenkomst toetreden conform Artikel 12, moeten worden gebruikt om de bijdrage van Leden van iedere Overeenkomstsluitende Partij welke meer dan 4 percent bedraagt te verminderen met een bedrag naar rata van hun bijdrage op dat ogenblik, afgezien van de terreinpremie van
10 percent.
3. De Leden dragen bij in de exploitatiekosten, exclusief de
belasting over de verhoudingen :
28,5 percent voor terreinpremie van 26,5 percent voor
toegevoegde waarde, in volgende
Leden van Frankrijk (inclusief een 2 %)
Leden van de Bondsrepubliek Duitsland
15 percent voor Leden van Italië
14 percent voor Leden van het Verenigd Koninkrijk
4 percent voor Leden van België
4 percent voor Leden van Spanje
4 percent voor Leden van de Xxxxxxx Xxxxxx
0 percent voor Leden van Zwitserland.
7
Verhogingen in de bijdragen van Overeenkomstsluitende Partijen of bijdragen van Regeringen die tot dit Overeenkomst toetreden conform Artikel 12, worden gebruikt om gelijkmatig de bijdragen te verminderen van de Franse Leden tot 26 % en van de Duitse Leden tot 25 % en, eens dat deze niveaus bereikt zullen zijn, om de bijdragen te verminderen van de Leden van iedere Overeenkomstsluitende Partij met een bedrag naar rata van hun bijdrage op dat ogenblik, zonder dat de bijdrage van Xxxxx van gelijk welke Overeenkomstsluitende Partij kleiner mag worden dan 4 %.
4. Als de Raad van oordeel is dat er een permanent en duidelijk gebrek aan evenwicht is tussen de bezettingsgraad van de installatie door de wetenschappers van een bepaalde Overeen- komstsluitende Partij en de bijdrage van de Leden van die Partij, dan kan de Raad maatregelen nemen om het gebruik van de installatie te beperken, tenzij de Overeenkomstsluitende Partijen het eens worden over een gepaste herschikking van de in bovenvermeld punt 3 vastgestelde bijdragen.
Artikel 7 BELASTINGEN
1. De Vennootschap is onderworpen aan het Franse BTW-stelsel. Bijdragen van buiten Frankrijk gevestigde Leden, zijn niet onderworpen aan het Franse BTW-stelsel. Deze ontheffing ont- zegt de Xxxxxxxxxxxx echter het recht op aftrek niet.
2. Goederen door de Vennootschap ingevoerd uit andere landen, genieten vrijstelling van douanerechten overeenkomstig de voorschriften van de Europese Gemeenschap.
8
Artikel 8
REGELINGEN M ET ANDERE GEBRUIKERS
Overeenkomsten betreffende het langdurig gebruik van synchrotron- straling door niet tot deze Overeenkomst toetredende Regeringen of groepen van Regeringen of instellingen of organisaties ervan, mogen gesloten worden door de Vennootschap, met de unanieme goedkeuring van haar Raad.
Artikel 9
SCHOOL
1 . De Franse Overeenkomstsluitende Partij richt geleidelijk een school of scholen op en stelt deze gratis ter beschikking en verstrekt hierbij gratis onderwijs aan kinderen "anderen dan Fransen" dat hen in staat moet stellen zich opnieuw te integreren in het onderwijssysteem van hun land van herkomst.
2. Te dien einde zullen de andere betrokken Overeenkomstsluitende Partijen de mogelijkheid hebben om niet-Franse leerkrachten ter beschikking te stellen van de Franse Overeenkomstsluitende Partij.
3. Als de Raad beslist dat bovenvermelde regelingen op onvol- doende wijze in de behoeften van kinderen "andere dan Fransen" voorzien, zullen de Overeenkomstsluitende Partijen de nodige maatregelen treffen om een volledig bevredigend alternatief te vinden.
Artikel 10 GESCHILLEN
1 . De Overeenkomstsluitende Partijen streven ernaar om door onder- handelingen elk geschil betreffende de interpretatie of de
9
2. Als de Overeenkomstsluitende Partijen er niet in slagen het eens te worden over het oplossen van een geschil, zal ieder van de betrokken Overeenkomstsluitende Partijen het geschil voor beslissing kunnen voorleggen aan een scheidsgerecht.
3. Elke partij in het geschil stelt een scheidsrechter aan. Als het echter om een geschil gaat tussen een Overeenkomstslui- tende Partij en twee of meer andere Overeenkomstsluitende Partijen, zullen deze laatste gezamenlijk een scheidsrechter aanstellen. De aldus aangewezen scheidsrechters kiezen een hoofdscheidsrechter, onderdaan uit een andere Staat dan de Staten van de bij het geschil betrokken Overeenkomstsluitende Partijen, om de functie van hoofdscheidsrechter en van Voor- zitter van het scheidsgerecht waar te nemen ; in geval van staking van stemmen van de scheidsrechters zal de hoofdscheids- rechter over een beslissende stem beschikken. De scheids- rechters moeten worden aangesteld binnen twee maanden te rekenen vanaf de datum van het neerleggen van het verzoek het
geschil te beslechten door arbitrage, en de Voorzitter binnen drie maanden vanaf die datum. .
4. Als de in voorgaand punt gepreciseerde termijnen niet worden nageleefd en er geen andere regeling is getroffen, kan elke bij het geschil betrokken partij de Voorzitter van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzoeken de nodige aanstellingen te doen.
5. Het scheidsgerecht beslist bij gewone meerderheid.
6. Het scheidsgerecht neemt zijn beslissingen op basis van paragraaf 1 van Artikel 38 van het Statuut van het Inter- nationaal Hof van Justitie. Zijn beslissingen zijn bindend.
7. Het scheidsgerecht stelt zijn procedureregels vast overeen- komstig de bepalingen van Hoofdstuk III - Titel IV van het Verdrag van Den Haag van 18 oktober 1907 met betrekking tot de Vreedzame Regeling van Internationale Geschillen.
10
8. Elke partij in het geschil draagt haar eigen kosten en een gelijk deel in de kosten van de arbitrageprocedures.
9. De bepalingen van dit Artikel, behalve die van bovenstaand punt 6, gelden ook voor alle geschillen die rijzen tussen de
Leden betreffende de werkzaamheden van de Vennootschap en welke volgens Artikel 26 van de Statuten voorgelegd moeten worden
aan de Overeenkomstsluitende Partijen. Het scheidsgerecht beslist op basis van de rechtsregels die van toepassing zijn op het aan zijn oordeel onderworpen geschil.
Artikel 11
INWERKINGTREDING
1. Deze Overeenkomst treedt in werking één maand nadat alle onder- tekenende Regeringen de Regering van de Republiek Frankrijk in kennis hebben gesteld van de beëindiging van" de nodige grond- wettelijke procedures of twee maanden nadat de ondertekenende Regeringen die samen ten minste 80 % van de bouwkosten zoals gespecificeerd in Artikel 5 dragen, de Regering van de Republiek Frankrijk hebben in kennis gesteld van de beslissing het Overeenkomst tussen hen in werking te laten treden.
2. De Regering van de Republiek Frankrijk moet onmiddellijk aan alle ondertekenende Regeringen de datum meedelen van elke in voorafgaand punt bepaalde kennisgeving en de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst.
3. V ó ó r de inwerkingtreding van deze Overeenkomst, kan elke Overeenkomstsluitende Partij de bepalingen van artikelen 1 en
3 betreffende de aanwijzing van de Leden van de Vennootschap en de benoeming van hun vertegenwoordigers bij de Raad in werking stellen.
11
Artikel 12
TOETREDING
Na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst, kan elke Regering of groep van samen optredende Regeringen tot deze Overeenkomst toetre- den met toestemming van alle Overeenkomstsluitende Partijen. De voorwaarden van toetreding zijn onderwerp van een akkoord tussen de Overeenkomstsluitende Partijen en de toetredende Regering of groep van Regeringen.
Artikel 13
DUUR
1. Deze Overeenkomst wordt initieel gesloten voor een periode die eindigt op 31 december 2007 en zal na deze datum van kracht blijven. De Overeenkomst kan worden opgezegd met een opzeg- gingstermijn van drie jaar, aan te zeggen aan de Regering van de Republiek Frankrijk. Een terugtrekking kan slechts vanaf
31 december 2007 of na het einde van elke opeenvolgende periode van drie jaar uitwerking hebben.
12
2. De voorwaarden en gevolgen van het terugtrekken uit of het stopzetten van de Vennootschap, in het bijzonder de kosten van ontmanteling van de installatie en de gebouwen van de Vennoot- schap en ter voldoening voor eventuele verliezen, moeten vóór deze terugtrekking of stopzetting worden geregeld in onderling overleg tussen de Overeenkomstsluitende Partijen.
TEN GETUIGE WAARVAN de ondertekenende vertegenwoordigers, die daartoe door hun respectieve Regeringen behoorlijk gemachtigd zijn, deze Overeenkomst hebben ondertekend.
GEDAAN te Parijs op 16 december 1988 in de Franse, Engelse, Duitse, Italiaanse, Spaanse en Nederlandse taal, alle teksten gelijkelijk rechtsgeldig zijnde, in één enkel origineel dat neergelegd wordt in het archief van de Regering van de Republiek Frankrijk, die een eensluidend afschrift ervan stuurt naar alle Overeenkomstsluitende Partijen en toetredende Regeringen en hen nadien op de hoogte brengt van elke amendering.
TEN GETUIGE WAARVAN de ondertekenende vertegenwoordigers, die daartoe door hun respectieve Regeringen gemachtigd zijn, deze Overeenkomst hebben ondertekend.
GEDAAN te Parijs op 16 december 1988 in de Franse, Engelse, Duitse, Italiaanse, Spaanse en Nederlandse taal, alle teksten gelijkelijk rechtsgeldig zijnde, in één enkel origineel dat neergelegd wordt in het archief van de Regering van de Republiek Frankri jk, die een eensluidend afschrift ervan stuurt naar alle Overeenkomstsluitende Partijen en toetredende Regeringen en hen nadien op de hoogte brengt van elke amendering.
Voor de Regering van het Koninkrijk Be
Voor de Regering van het Koninkrijk
Voor de Regering van de
Voor de Regering van de
Voor de Regering van de
Bondsrepubliek Duit
sland
Republiek Finland
Republiek k
Voor de Regering van de Republiek Italië
Voor de Regering van het Koninkrijk Noorwegen
Voor de Regering van het Koninkrijk Spanje
Noord-Ierland
van het Verenigd Koninkrijk van
en
Voor de Regering van de Zwitserse Confederatie
Bijlage 1 de Overeenkomst
VAN DB
EUROPESE SYNCHROTRONSTRALINGSINSTALLATIE
Burgerlijke Vennootschap
DE ONDERGETEKENDEN
Het "Centre national de la Recherche scientifique"
15 quai Xxxxxxx Xxxxxx, F-75700 PARIS vertegenwoordigd door zijn Directeur-generaal
Het "Commissariat à 1'Energie Atomique"
00-00 xxx xx xx Xxxxxxxxxx, F-75752 PARIS Cedex 15 vertegenwoordigd door zijn Administrateur-generaal
Het "Kernforschungsanlage Jülich GmbH"
Xxxxxxxx 0000, X-0000 XXXXXX
vertegenwoordigd door zijn Raad van Bestuurders
Het "Consiglio Nazionale delle Ricerche" Piazzale Xxxx Xxxx 7, 1-00185 ROMA vertegenwoordigd door zijn Voorzitter
Het " Istituto Nazionale di Fisica Nucleare" Casella postale 56, 1-00044 FRASCATI vertegenwoordigd door zijn Voorzitter
Het "Consorzio Interuniversitario Nazionale per la Fisica della Materia"
Xxx Xxxxxxxxxx 00, 0-00000 XXXXXX vertegenwoordigd door zijn Directeur
2
De Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Secretaris- generaal van de Diensten voor Programmatie van het Wetenschapsbeleid
Wetenschapsstraat 3, X-0000 XXXXXXX Het NORDSYNC consortium gevormd door
"Statens Naturvidenskabelige Xxxxxxxxxxxxx"
Xxxxxxx Xxxxx 0, XX-0000 XXXXXXXXX X.
Xxxxxxxxxx
vertegenwoordigd door zijn Voorzitter
Xxxxxx Xxxxxxxx
XX 00, XX-00000 XXXXXXXX
Xxxxxxx
vertegenwoordigd door haar Voorzitter
Norges Allmennvitenskapelige Xxxxxxxxxxxxx 00, X-0000 XXXX
Xxxxxxxxx
vertegenwoordigd door zijn Voorzitter
Xxxxxxxxxxxxxxxxxx Xxx 0000, X-000 00 XXXXXXXXX
Xxxxxx
vertegenwoordigd door zijn Secretaris-generaal
Het Koninkrijk Spanje, vertegenwoordigd door de Voorzitter van de "Comisión Interministerial de Xxxxxxx x Xxxxxxxxxx"
Xxxxxxx Xxxx 00-00, X-00000 XXXXXX
De Zwitserse Confederatie, vertegenwoordigd door de Directeur van de "Federal Office for Education and Science"
PO Box 2732, CH-3001 BERN
De "Science and Engineering Research Council".
Xxxxxxx Xxxxx, XXXXXXX XX0 vertegenwoordigd door zijn Voorzitter
hierna te noemen de “Leden"
3
Er akte van nemend dat de vier Noordse organisaties een NORDSYNC consortium hebben gevormd voor hun deelneming in de Vennootschap en dat, hoewel ze alle deze Statuten hebben ondertekend, alleen het NORDSYNC consortium, vertegenwoordigd door Statens Natur- videnskabelige Forskningsräd, lid is van de Vennootschap
Verwijzend naar de Overeenkomst, hierna te noemen "de Over- eenkomst", betreffende de bouw en exploitatie van een Europese Synchrotronstralingsinstallatie, ondergetekend in Parijs op
16 december 1988, tussen de Overeenkomstsluitende Partijen vermeld in de aanhef van de Overeenkomst en hierna te noemen de "Overeen- komstsluitende Partijen"
KOMEN HIERBIJ OVEREEN een Burgerlijke Vennootschap naar Frans recht op te richten volgens artikelen 1832 tot 1873 van het Franse Burgerlijk Wetboek, hierna te noemen "de Vennootschap", die onderworpen zal zijn aan de Overeenkomst en deze Statuten.
HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel1
BENAMING EN MAATSCHAPPELIJKE ZETEL
1. De Vennootschap draagt de benaming "Europese Synchrotron- stralingsinstallatie" (European Synchrotron Radiation Facility - ESRF).
2. De maatschappelijke zetel van de Vennootschap is gevestigd in Grenoble, Frankrijk, Avenue des Martyrs.
Artikel 2 DOELSTELLINGEN
De Vennootschap heeft, conform de Overeenkomst, tot doel :
(a) een Synchrotronstralingsbron en de daarmee samenhangende instrumenten te gebruiken door de wetenschappers van de Overeenkomstsluitende Partijen te ontwerpen, bouwen, exploiteren en ontwikkelen,
(b)
(c)
(d)
(e)
het gebruik van de installatie door de wetenschappers van de Overeenkomstsluitende Partijen te ondersteunen,
programma's voor wetenschappelijk onderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van synchrotronstraling op te stellen en uit te voeren,
alle nodige R&D-werk inzake.technieken die gebruik maken van synchrotronstraling te verrichten,
elke taak met betrekking tot het bereiken van voorgaande doel- stellingen tot een goed einde te brengen.
HOOFDSTUK II - BESTUUR VAN DE VENNOOTSCHAP
Artikel 3
ORGANEN
De organen van de Vennootschap zijn de Raad en de Directeur- generaal.
Artikel 4
DB RAAD
1. Vertegenwoordigers bij de Raad worden benoemd en van hun mandaat ontheven overeenkomstig de voorschriften die worden vastgelegd door elke betrokken Overeenkomstsluitende Partij in overeenstemming met artikel 3 van de Overeenkomst.
5
De Raad treedt op als de Algemene Vergadering van de Leden van de Vennootschap zoals voorzien bij artikel 1853 van het Franse Burgerlijk Wetboek.
2. De Raad stelt zijn reglement van inwendige orde op, met inacht- neming van de bepalingen van de Overeenkomst en van deze Statuten.
3. Elke Overeenkomstsluitende Partij wijst voor de Raad een ver-
tegenwoordiging aan bestaande uit ten hoogste 3 vertegen- woordigers.
4. De vertegenwoordigers mogen zich laten bijstaan door experts
overeenkomstig het reglement van inwendige orde van de Raad.
Artikel 5
VOORZITTER EN ONDERVOORZITTER VAN DE RAAD
De Raad kiest een Voorzitter en een Ondervoorzitter voor een periode van maximum twee jaar. De Voorzitter en Ondervoorzitter moeten behoren tot verschillende vertegenwoordigingen.
Artikel 6 SECRETARIAAT VAN DE RAAD
De Raad benoemt, met het akkoord van de Directeur-generaal, een secretaris die gekozen wordt onder de personeelsleden van de Vennootschap.
Artikel 7 VERGADERINGEN VAN DE RAAD
1 . De Raad komt ten minste tweemaal per jaar bijeen.
2. De vergaderingen van de Raad zi jn niet openbaar. Tenzij de Raad er anders over beslist, mogen de Directeur-generaal en de door de Raad benoemde Voorzitters van de Comités en Commissies de vergaderingen bijwonen zonder stemrecht'.
Artikel8 BEVOEGDHEDEN VAN DE RAAD
1. De Raad beslist over belangrijke kwesties aangaande de alge- mene beleidslijnen van de Vennootschap. De Raad mag instructies geven aan de Directeur-generaal.
2. De volgende aangelegenheden vereisen de unanieme goedkeuring van de Raad :
(a) de toelating van nieuwe Leden
(b) de regelingen zoals voorzien in artikel 8 van de Overeenkomst
(c) de overdracht van aandelen onder Leden van verschillende Overeenkomstsluitende Partijen en de kapitaalsverhogingen
(d) het reglement van inwendige orde van de Raad
(e) de geldelijke regels
(f) de Statutenwijzigingen
(g) de verhogingen van de bouwkosten zoals uiteengezet in artikel 5 van de Overeenkomst.
3. De volgende aangelegenheden vereisen de goedkeuring van de Raad met een gekwalificeerde meerderheid :
(a) de verkiezing van de Voorzitter en de Ondervoorzitter
(b) het wetenschappelijk programma op middellange termijn
(c) de jaarlijkse begroting en de financiële ramingen op middellange termijn
(d) het sluiten van de jaarlijkse rekeningen
(e) de benoeming en de ontheffing uit hun mandaat van de Directeur-generaal en de Directeurs
(f) de oprichting en de bevoegdheden van de advies- of andere comités en commissies met name een Comité voor Administratie
en Financiën
(g) de benoeming van de Voorzitter en de Ondervoorzitter van elk advies- of ander comité en commissie
(h) de bevoegdheden en de werkwijze van de Controlecommissie
7
(i) het beleid inzake de verdeling van stralingstijd
(j) regelingen op korte of middellange termijn voor het gebruik van de ESRF door nationale of internationale wetenschap- pelijke organisaties
(k) de "Convention d'Entreprise" (Bedrijfsovereenkomst over de arbeidsvoorwaarden van het personeel).
4. De Raad beslist over de andere aangelegenheden met een gewone meerderheid.
Artikel 9
STEMMINGSPROCEDURE
1. Elke Overeenkomstsluitende Partij beschikt over slechts een enkele ondeelbare stem die uitgebracht wordt door de vertegenwoordiger die voor dit doel door de Leden is aangewezen.
2. Een "gewone meerderheid*' betekent de helft van het kapitaal, waarbij het aantal ongunstige stemmen niet hoger is dan de helft van de Overeenkomstsluitende Partijen.
3. Een "gekwalificeerde betekent twee derde (2/3) van het kapitaal, waarbij het aantal ongunstige stemmen niet hoger is dan de helft van de Overeenkomstsluitende Partijen.
4. "Unanimiteit" betekent ten minste twee derde (2/3) van het kapitaal zonder een enkele tegenstem van enige Overeenkomst- sluitende Partij, waarbij alle Overeenkomstsluitende Partijen gelegenheid tot stemmen hebben gehad.
5. Bij hoogdringendheid of op verzoek van welke legt de Voorzitter een dringend voorstel ter beslissing voor aan de Raad door de vertegenwoordigers individueel per brief te raadplegen. Het voorstel zal zijn goedgekeurd als de vereiste meerderheid van de vertegenwoordigingen haar schriftelijke toestemming geeft. Als echter een vertegenwoordiger er onmiddellijk om verzoekt, zal het probleem worden uitgesteld tot de volgende vergadering van de Raad.
Artikel 10
DIRECTEUR-GENERAAL
1. De Directeur-generaal neemt de leiding waar van de Vennootschap en is haar wettelijk vertegenwoordiger. De Directeur-generaal wordt bijgestaan door de Directeurs. De Directeur-generaal betrekt de Directeurs van nabij in alle aspecten van zijn werk.
2. De Directeur-generaal en, na'raadpleging van de Directeur- generaal, de Directeurs worden door de Raad benoemd voor een periode van ten hoogste vijf jaar. Hun arbeidsovereenkomst moet worden goedgekeurd door de Raad en wordt namens de Vennootschap door de Voorzitter van de Raad ondertekend.
Artikel 11
VERSLAGEN EN FINANCIELE
7. Het boekjaar van de Vennootschap kalenderjaar.
valt samen met het
2. De Directeur-generaal legt het volgende regelmatig aan de Raad voor :
een jaarverslag over de werkzaamheden van de Vennootschap de rekeningen over het voorbije boekjaar met een verslag over de geografische verdeling van de contracten
een raming van de resultaten van het lopende boekjaar
en een staat van de thesauriepositie van de Vennootschap een voorgesteld begrotings- en personeelsplan voor het komende boekjaar in overeenstemming met de financiële regels
een wetenschappelijk programma en een financieel en personeelsplan op middellange termijn.
9
Artikel 12 PERSONEEL
1. Het door de Vennootschap tewerkgestelde personeel ontvangt een salaris dat overeenkomt met dat van het Franse "Commissariat à 1'Energie Atomique" en daarenboven de ontheemdings- of andere toelagen analoog aan die van het "Institut Xxx xxx Xxxx -Xxxx Xxxxxxxx". Tijdens de bouwperiode kan de Raad in uitzonderlijke individueel te bepalen gevallen extra toelagen toekennen. De organisaties die deze Statuten hebben ondertekend, kunnen ook bij hen in dienst zijnd personeel naar de Vennootsohap detacheren.
2. Wetenschappers die deelnemen aan het experimentele programma, mogen voor niet langer dan vijf jaar door de Vennootschap aangeworven of ernaar gedetacheerd worden, tenzij de Raad anders beslist. .
3. Ander hooggekwalificeerd personeel kan bij uitzondering voor een beperkte periode aangeworven worden.
4. De detachering van personeel wordt geregeld door een overeen- komst tussen de Vennootschap en de organisatie die personeel detacheert. Deze overeenkomst moet, in het bijzonder, bepalen dat het naar de Vennootschap gedetacheerde personeel onderworpen is aan haar reglementen betreffende discipline, veiligheid en beveiliging.
5. Bovendien mag de Vennootschap al dan niet door de Leden voorgestelde gastonderzoekers uitnodigen ; deze onderzoekers zijn eveneens onderworpen aan de reglementen van de Ven- nootschap betreffende discipline, veiligheid en beveiliging. De uitnodiging van ieder van deze onderzoekers is onderwerp
van een schriftelijke overeenkomst met de Vennootschap.
10
Artikel 13 CONTRACTEN
1. De Raad stelt een Aanbestedinqscommissie in, samengesteld uit ten hoogste twee door elke Overeenkomstsluitende Partij aangewezen experts.
2. De procedure voor het sluiten van contracten met een waarde van meer dan 300.000 FF of elk ander bedrag waartoe door de Raad beslist wordt, is de volgende :
(a) beslissingen betreffende het toekennen van contracten worden slechts genomen na evaluatie van de offertes waarvan er normaliter ten minste drie afkomstig zijn van op het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partijen gevestigde leveranciers. De Leden van de Aanbestedings- commissie worden ingelicht over aanstaande offerte- aanvragen en mogen zelf leveranciers voorstellen die worden verzocht om offertes in te dienen,
(b) de contracten worden toegekend aan de leverancier die de
gunstigste offerte heeft ingediend welke beantwoordt aan de technische en leverinqsvereisten.
3. Geen enkel contract met een waarde van meer dan 3 miljoen FF of elk ander bedrag waartoe door de Raad beslist wordt, wordt zonder de voorafgaande goedkeuring van de Aanbestedings- commissie toegekend. Geen enkel contract met een waarde van meer dan 30 miljoen FF of elk ander bedrag waartoe door de Raad beslist wordt, wordt zonder de voorafgaande goedkeuring van de Raad zelf toegekend.
4. In uitzonderlijke gevallen kan de Raad een afwijking van voor-
afgaande procedure toestaan. De Directeur-generaal moet regelmatig verslag uitbrengen aan de Aanbestedinqscommissie en de Raad over de verdeling van de contracten. In geval van een duidelijk gebrek aan evenwicht in de waarde van de contracten tussen de landen van de Overeenkomstsluitende Partijen in
11
verhouding tot hun bijdrage, moet de Raad, op verzoek van welke Overeenkomstsluitende Partij ook, passende maatregelen in over- weging nemen, die door de Aanbestedingscommissie en de
Directeur-generaal ten uitvoer moeten worden gelegd, rekening houdend met het principe van de "juste retour".
Artikel 14 INTELLECTUELE EIGENDOM
1. De Vennootschap is eigenaar van alle rechten die voortvloeien uit de resultaten die door het personeel van de Vennootschap worden bereikt in het kader van zijn werkzaamheden. Als deze resultaten uitvindingen betreffen, mag de Vennootschap in eigen naam, voor eigen rekening en in eigen voordeel, intellectuele eigendomsrechten aanvragen in alle landen waar ze zulke bescherming nodig acht.
2. Als de Vennootschap beslist geen bescherming aan te vragen in een of meer landen, kan of kunnen de uitvinder(s), met toestemming van de Vennootschap, in eigen naam, voor eigen rekening en in eigen voordeel, dergelijke bescherming aanvragen. In voorkomend geval zal de eventueel toegekende octrooibescherming niet tegenstelbaar zijn aan de Vennootschap of aan haar Leden.
3. Door de Vennootschap tewerkgestelde personeelsleden die aan de basis liggen van een uitvinding kunnen een gratificatie ontvangen, waarvan het bedrag bepaald zal worden door de Directeur-generaal in overeenstemming met de door de Raad aangenomen regels.
4. Elk Lid heeft het recht de Vennootschap te verzoeken een
-licentie 'te krijgen voor onderzoek of voor andere doeleinden dan onderzoek. Deze licentie is kosteloos voor door dat Lid uitgevoerde onderzoekactiviteiten. Voor andere doeleinden dan onderzoek, kan de licentie toegekend worden tegen gunstiger voorwaarden dan die voor aan derde partijen toegekende licenties.
12
Onder voorbehoud van het voorafgaande akkoord van het betrokken Lid, kent de Vennootschap aan iedere natuurlijke of rechts- persoon in het land of de landen van dat Lid tegen billijke en redelijke voorwaarden een licentie toe voor andere doeleinden dan onderzoek, behalve wanneer de Raad beslist dat de toekenning van een dergelijke licentie niet gewettigd is.
5. In het geval van personeel dat door een Lid naar de Vennootschap wordt gedetacheerd, zijn de volgende bepalingen van toepassing :
(a) Onder voorbehoud van de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn op DE uitvindingen gedaan door werknemers, is het Lid tot wie het gedetacheerde personeel behoort eigenaar van alle rechten op de resultaten die alleen door de onderzoeker bereikt zijn in de loop van zijn werk bij de Vennootschap. Als deze resultaten uitvindingen behelzen, zal het Lid tot wie het gedetacheerde personeel behoort het recht hebben om in elk land in eigen naam, voor eigen rekening en in eigen voordeel, de octrooien aan te vragen die nodig zijn voor de bescherming van dergelijke uitvindingen. Wat deze resultaten betreft, hebben de Vennootschap en de andere Leden het recht op gratis gebruik ervan, maar enkel voor onderzoekdoeleinden. De andere Leden hebben ook het recht op een licentie voor andere doeleinden dan onderzoek tegen gunstiger voorwaarden dan die voor aan derden toegekende licenties. Bovendien mag het Lid dat de rechten beiit niet weigeren een licentie voor andere doeleinden dan onderzoek tegen billijke en redelijke voorwaarden toe te kennen aan een natuurlijke of rechtspersoon in het land of de landen van de Leden op verzoek van een ander Lid.
(b) De Vennootschap ontvangt een deel van de netto-opbrengsten van alle door de bezitter van de rechten toegekende licenties voor andere doeleinden dan onderzoek ; dit deel wordt bepaald met inachtneming van de respectieve bijdragen aan de uitvindingen van de Vennootschap en van de gedetacheerde persoon.
13
(c) Voor het aanvragen van de intellectuele eigendomsrechten en het toekennen van licenties, raadplegen de Vennootschap en de Leden elkaar in geval van twijfel en onthouden zich elke daad te stellen die de Vennootschap of de Leden schade zou kunnen berokkenen.
6. De voorwaarden voor het aanvragen van intellectuele eigendoms- rechten en het eventueel verlenen van rechten op het gebruik van de informatie en van door ander gedetacheerd personeel tijdens de periode van detachering gedane uitvindingen, worden vastgelegd in schriftelijke overeenkomsten met dit personeel of de instellingen ter zake. Deze overeenkomsten zullen in overeenstemming zijn met de beginselen uiteengezet in punt 5 hierboven. In geval van resultaten die gezamenlijk bereikt zijn door een gastonderzoeker en een of meer gastonderzoekers van verschil- lende organisaties of met de medewerking van het personeel waarvan sprake in bovenstaande punten 1 en 5, worden de bepalingen die van toepassing zijn op de eigendom en het gebruik van dergelijke resultaten geval per geval door de Raad vastgelegd.
7. De beginselen van bovenstaand punt 5 zijn van toe-
passing op door de Vennootschap met derden gesloten overeen- komsten betreffende de uitvoering van studies of R&D-werk.
Artikel 15 WETENSCHAPPELIJK ADVIESCOMITE
1. De Raad stelt een Wetenschappelijk Adviescomité in. De Leden van elke Overeenkomstsluitende Partij die samen ten minste 10 % van het in artikel 18 hieronder bepaalde kapitaal bezitten; mogen twee wetenschappers in het Comité benoemen. De Leden van elke Overeenkomstsluitende Partij die samen minder dan 10 % van het in artikel 18 hieronder bepaalde kapitaal bezitten, mogen één wetenschapper in het Comité benoemen. De Raad benoemt daarenboven tien wetenschappers in het Comité met het doel de wetenschappelijke thema's van de Vennootschap naar behoren te bestrijken.
14
Vertegenwoordigers bij de Raad of andere door de Raad aange- wezen personen kunnen als waarnemers de vergaderingen van het Wetenschappelijk Adviescomité bijwonen.
2. Na beraadslaging met het Wetenschappelijk Adviescomité benoemt de Raad de voorzitter en de ondervoorzitter van het comité overeenkomstig de in artikel 8 uiteengezette procedure.
3. Op verzoek van de Raad of de Directeur-generaal, of op eigen initiatief, geeft het Wetenschappelijke Adviescomité haar advies over relevant wetenschappelijk werk.
Artikel 16
MACHINE-ADVIESCOMMISSIE
1 . De Raad stelt voor de bouwperiode een uit ten hoogste 15 personen samengestelde Machine-Adviescommissie in.
2. Na beraadslaging met de Machine-Adviescommissie, benoemt de Raad de voorzitter en de ondervoorzitter van de Commissie overeenkomstig de in artikel 8 uiteengezette procedure.
3. Op verzoek van de Raad of de Directeur-generaal, of op eigen initiatief, geeft de Machine-Adviescommissie haar advies over relevante technische aangelegenheden.
Artikel 17 CONTROLE
dE rekeningen van de Vennootschap worden gecontroleerd door een door de Raad aanvaarde audit firma Haar verslag wordt aan een door de Raad ingestelde Controlecommissie voorgelegd. In de Controlecommissie zal ten minste één door elke Overeenkomst- sluitende Partij voorgedragen persoon zitting hebben.
15
HOOFDSTUK 111 - LIDMAATSCHAP VA N DE VENNOOTSCHAP
Artikel 18 KAPITAAL
Het maatschappelijk kapitaal bedraagt minimum 100.000 FF, verdeeld over 10 . 00 0 aandelen van elk 10 FF. De Leden onderschrijven het
volgende aantal aandelen op basis van hun bijdrage aan de exploitatiekosten :
Centre National de la Recherche scientifique | 1425 |
Commissariat à 1'Energie atomique | |
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxx XxxX | 0000 |
Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx delle Ricerche Consorzio Interuniversitario Nazionale | 500 |
per la Fisica della Materia | 500 |
Istituto Narionale di Fisica Nucleare | 500 |
De Belgische Staat, vertegenwoordigd | |
door de Secretaris-generaal van de Diensten | |
voor Programmatie van het Wetenschapsbeleid NORDSMC, vertegenwoordigd door Statens Natur- | 400 |
videnskabelige Het Koninkrijk Spanje, vertegenwoordigd door de | 400 |
Voorzitter van de Comisión Interministerial | |
de Ciencia y Tecnología | 400 |
De Zwitserse Confederatie, vertegenwoordigd door | |
de Directeur van de Federal Office for Education | |
and Science | 400 |
Science and Engineering Research Council | 0000 |
XXXXXXXXXX
Artikel 19
VAN AANDELEN EN KAPITAALSVERHOGING
1 . He t aan t al aandelen van het Lid of de Leden van een Overeen- komstsluitende Partij stemt overeen met haar financiële bijdrage aan de exploitatiekosten. Elk Lid bezit ten minste 4 % van de aandelen.
16
2. In geval van welke wijziging ook in de financiële bijdragen, moet het betrokken Lid of moeten de betrokken Leden het overeenstemmend aantal aandelen overdragen.
3. De overdracht van aandelen onder Xxxxx van verschillende Overeenkomstsluitende partijen, en elke kapitaalsverhoging, vereisen de unanieme goedkeuring van de Raad. Goedkeuring wordt verondersteld verkregen te zijn in geval van een overdracht van alle of sommige aandelen onder Leden van dezelfde Overeenkomstsluitende Partij of in geval van een overdracht van aandelen van een Lid aan een van overheidswege gefinancierd orgaan van dezelfde Overeenkomstsluitende Partij.
Artikel 20 TOETREDING VAN NIEUWE
1. De Vennootschap staat open voor de toetreding van nieuwe Leden, onder voorbehoud van de unanieme goedkeuring door de Raad. Xxxxxxxxxxx wordt verondersteld verkregen te zijn in geval van een nieuw Lid van een Overeenkomstsluitende Partij.
2. De toetreding van een nieuw Lid is ondergeschikt aan de toe- treding tot de Overeenkomst door de betrokken Regering of groep van Regeringen. Een nieuw li d verwerft aandelen van de bestaande Leden.
Artikel 21 VERPLICHTINGEN VAN DE LEDEN
Het kapitaal en de lopende uitgaven die nodig zijn voor het verwezen- lijken van de doelstellingen van de Vennootschap, worden gedragen door ieder van de Leden in overeenstemming met de begroting volgens de in artikel 6 van de Overeenkomst vastgelegde verhoudingen.
Wanneer tussen de Vennootschap en bepaalde Leden overeenkomsten worden gesloten voor de levering van goederen en diensten, verbinden de betrokken Leden er zich toe de goederen en diensten
zonder winst voor henzelf te leveren.
17
Artikel 22
Als een Overeenkomstsluitende Partij zich terugtrekt in overeen- stemming met artikel 13 van de Overeenkomst, moeten ook haar Leden zich uit de Vennootschap terugtrekken en zijn ze op verzoek van de resterende Leden gehouden op passende wijze bij te dragen aan de toekomstige kosten voor de ontmanteling van de installaties en de gebouwen van de Vennootschap.
HOOFDSTUK IV - DUUR, LIQUIDATIE, GESCHILLEN
Artikel 23
DUUR
De Vennootschap wordt voor een periode van 99 jaar opgericht. Ze zal echter ontbonden worden in geval van een vroegtijdige beëindiging van de Overeenkomst.
Artikel 24 LIQUIDATIE VAN DE VENNOOTSCHAP
1. De Leden verbinden zich ertoe bij ontbinding de installaties en gebouwen van de Vennootschap te laten ont-
mantelen en de desbetreffende kosten in verhouding tot hun aandeel in het kapitaal te dragen.
2. Tijdens de liquidatie verbinden de Leden er zich ook toe de
Vennootschap verder te ondersteunen en in verhouding tot hun aandeel in het kapitaal de uitgaven voor onderhoud te dragen gedurende de periode dat de Installatie niet gebruikt wordt.
3. De Raad beslist over de te volgen procedure.
18
Artikel 25 TOEPASBARE WET
Alle aangelegenheden die niet uitdrukkelijk door de Overeenkomst en deze Statuten geregeld worden, vallen onder de toepassing van de Franse wet.
Artikel 26 GESCHIILEN
1 . De Leden trachten zoveel mogelijk geschillen bij de inter- pretatie of toepassing van deze Statuten in der minne te regelen.
2. Als geen minnelijke schikking kan worden bereikt, verbinden de Leden er zich toe het geschil ter regeling voor te leggen aan de Overeenkomstsluitende Partijen conform artikel 10 van de Overeenkomst.
Artikel 27 INWERKINGTREDING
Deze Statuten treden in werking na ondertekening door alle Leden.
Opgemaakt te Parijs op 16 december 1988 in vier originele exemplaren in het Frans en in een origineel exemplaar in het Enqels, Duits, Italiaan, Nederlands en het Spaans. Bij strijdigheid heeft de Franse versie voorrang.
Centre National de la Recherche Scientifique
Commissariat à 1'Energie Atomique
Kernforschungsanlage Jülich GmbH
Consiglio Nazionale delle Ricerche
Instituto Nazionale di Fisica Nucleare
Consorzio Fisica delle Materia
Diensten voor Programmatie van het Wetenschapsbeleid
n3 naturvidenskabeli e For
State
Akatemia
⚫
Forskningsräd
Naturvetenskapliga Forskningsrädet
Interministerial de Ciencia y Tecnologia
Science and Research
Bijlage 2 bij de Overeenkomst SPECIFICATIES VOOR FASE 1
1. Een positronen- of elektronenopslagring met een omtrek van 845 meter en met 32 rechtlijnige secties met voor elk een tussen- ruimte tussen de quadrupolen van meer dan 6 meter.
2. Een experimenteerhal die de gehele opslagring omvat en plaats biedt aan afgesplitste bundellijnen tot 75 meter lengte.
3. Bij 6 GeV, een stroomsterkte van ongeveer 100 mA bij werking met meerdere deeltjespakketten, en van 5 mA bij werking met een enkelvoudig pakket.
4. Een tijdsinterval van ongeveer 8 uur (of meer) gedurende welke de stroomsterkte van de bundel geleidelijk afneemt tot l/e
van de aanvangswaarde van ongeveer 100 mA, zodat de machine ononderbroken kan werken gedurende ongeveer één ploeg. De be- nodigde tijd voor het voorbereiden en het opbouwen van een bundel en de geschikte werkingsparameters zal in normale ge- vallen slechts een klein gedeelte van een normale ploeg in be- slag mogen nemen.
5. Een lichtsterkte voor de ondulatoren van ten minste 1 x fotonen mm-2 per bandbreedte en per
meter ondulator bij een fotonenergie van ongeveer 14
6. Uit de afbuigmagneten een flux van ten minste 8 x fotonen per % bandbreedte bij de karakte-
ristieke energie van de afbuigmagneten, wat zou moeten overeen- komen met ongeveer 19 in het hart van de magneten en met ongeveer aan de "zachte uiteinden".
21
.
7. Een X-stralenbundel waarvan de positie reproduceerbaar is van vulling tot vulling en die stabiel is gedurende een ploeg tot op ongeveer een tiende van zijn afmetingen en dit ten opzichte van de bundellijnen.
8. De afwerking van een eerste groep van ten minste zeven bundel- lijnen tot en met de controle op de calibratie van de optische elementen en de detectoren.
Bijlage 3 bij het Overeenkomst
Miljoenen FF, Prijzen van januari 1987, belastingen niet inbegrepen
Jaar Bouw- Exploitatie- Totaal kosten kosten
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
Eerste helft
105 105
313 313
369 369
394 394
424 424
410 410
185 185
FASE 1 2200 2200
88
Tweede helft | ||
1995 113 | 205 | 318 |
1996 | 235 | 323 |
1997 | 260 | 319 |
1998 | 285 | 313 |
FASE II 398 | 1060 | 1458 |
TOTAAL 2598 | 1060 | 3658 |
Huisvesting wetenschappers-Optie | 17 |
1994
110 75 185
Noot :
1. De "exploitatiekosten" omvatten exploitatie, onderhoud en lopende investeringen (kleine aankopen). Na het einde van Fase II worden de exploitatiekosten geraamd op 340 miljoen FF per jaar, tegen prijzen van 1 januari 1987.
2. De "bouwkosten" omvatten 153 miljoen FF voorzieningsreserve. Om de raming te vergemakkelijken, is deze reserve pro rata in de jaarlijkse kapitaaluitgaven opgenomen.
Bijlage 4 bij het Overeenkomst
Op 77 mei 1988 werd een gemeenschappelijke huurovereenkomst gesloten voor de terreinen van de Vennootschap en het "Institut Xxx xxx Xxxx-Xxxx Xxxxxxxx (ILL)".
Het gearceerde gebied zal beschikbaar worden-gesteld voor gebruik door de Vennootschap of het "Institut Xxx xxx Xxxx - Xxxx Xxxxxxxx ( I LL ) " door middel van een overeenkomst tussen de Vennootschap
en het