Overeenkomst) gaat in op 1 januari 2015 en loopt van rechtswege af op 1 januari 2016.
Datum: 10 sept 2014 2014
Deze Deelovereenkomst voor het leveren van een Maatwerk Begeleiding Overgang (de
Overeenkomst) gaat in op 1 januari 2015 en loopt van rechtswege af op 1 januari 2016.
- Gemeenten Houten, Lopik, Nieuwegein, Vianen en IJsselstein (de Gemeenten), publiekrechtelijke rechtspersonen, Houten gevestigd en kantoorhoudend aan Onderdoor 25 te Houten, Lopik gevestigd en kantoorhoudend aan Raadhuisplein 1 te Lopik, Nieuwegein gevestigd en kantoorhoudend aan Xxxxxxxxxx 0 te Nieuwegein, Vianen gevestigd en kantoorhoudend aan Xxxxxxxxxx 00 xx Xxxxxx xx XXxxxxxxxxx gevestigd en kantoorhoudend aan Overtoom 1 te IJsselstein, Houten rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J.C.H. Xxxxxx, wethouder, daartoe gemachtigd door de burgemeester xxx Xxxxxx, de xxxx X.X. xx Xxxx, bij zijn besluit d.d. dd-mm-2014, zulks ter uitvoering van het besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van Houten d.d. dd-mm-2014, Lopik rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer X.X.X. xxx Xxxxxxxxxx Msc, wethouder, daartoe gemachtigd door de burgemeester van Lopik, mevrouw R.G. Westerlaken-Loos, bij haar besluit d.d. dd-mm-2014, zulks ter uitvoering van het besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van Lopik d.d. dd-mm- 2014, Nieuwegein rechtsgeldig vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxxx, wethouder, daartoe gemachtigd door de burgemeester van Nieuwegein, de heer
F.T.J.M. Xxxxxxxxx, bij zijn besluit d.d. dd-mm-2014, zulks ter uitvoering van het besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van Nieuwegein d.d. dd-mm-2014, Vianen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer M.F.M. Xxxxxxx, wethouder, daartoe gemachtigd door de burgemeester van Vianen, de heer W.G. Xxxxxxxxx, bij zijn besluit d.d. dd-mm-2014, zulks ter uitvoering van het besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van Vianen d.d. dd- mm-2014, IJsselstein rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw X.X.X.X. xxx
Xxxxxxxxx-Xxxxxxxxxx, wethouder, daartoe gemachtigd door de burgemeester van IJsselstein, de heer X.X. xxx xxx Xxxxx, bij zijn besluit d.d. dd-mm-2014, zulks ter uitvoering van het besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van IJsselstein d.d. dd-mm-2014.
en
- Dienstverleners genoemd in bijlage 1.
De Overeenkomst noemt de Gemeenten en Dienstverleners gezamenlijk Partijen en ook separaat van elkaar een Partij.
De Overeenkomst noemt Dienstverleners ook separaat van elkaar Dienstverlener. Partijen overwegen bij het aangaan van deze Overeenkomst als volgt:
A. De Gemeenten stellen op dd-mm-jjjj een Basisovereenkomst voor ondertekening open voor Dienstverleners en de Dienstverleners hebben deze ondertekend. De Basisovereenkomst heeft als doel de samenwerking te regelen tussen de Gemeenten en de Dienstverleners die tot een permanente dialoog moet leiden om de dienstverlening richting de burger te optimaliseren. Onder de ondertekende
Basisovereenkomst komen een aantal Deelovereenkomsten te vallen die de verdere inhoud van de dienstverlening regelen.
B. Deze Deelovereenkomst ziet toe op de uitvoering van een verantwoorde transitie en transformatie van onderdelen uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), te weten: individuele begeleiding (inclusief gekoppelde Persoonlijke Verzorging), dagbesteding (inclusief Vervoer) en kortdurend verblijf naar de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) door de Gemeenten en Dienstverleners tezamen, waarbij het gaat om Inwoners die op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 in aanmerking komen voor het overgangsrecht. 2015).
C. Onderdeel van de Overeenkomst is het in de gemeenten Houten, Lopik, Nieuwegein, Vianen en IJsselstein in samenspraak van de Gemeenten met Dienstverleners komen tot een nieuwe invulling van de onderdelen die uit de AWBZ overgeheveld worden naar de Wmo, zoals genoemd onder B.
D. Deze nieuwe invulling van diensten AWBZ moet voldoen aan de door Partijen onderschreven visie waarbij participatie en zelfredzaamheid het doel zijn, eigen kracht van Inwoners en hun omgeving het vertrekpunt zijn, mogelijkheden van Inwoners centraal staan, Partijen vraaggericht en resultaatgericht werken in plaats van claim- en aanbodgericht, Partijen oog hebben voor de totale context en niet alleen voor individuen daarbinnen en Partijen streven naar ontschotting en vermindering van administratieve lasten.
E. Het gezegde onder D. laat onverlet dat Inwoners die onder het overgangsrecht van 2015 vallen van rechtswege in aanmerking blijven komen van de inhoudelijke ondersteuning op grond van een geldende indicatie. Daar waar in 2015 de betreffende Inwoner (op)nieuw geïndiceerd wordt op grond van een aflopende indicatie, dan wel uit eigen keuze, zal een ondersteuningsarrangement opgesteld worden conform de nieuwe uitgangspunten van de Wmo 2015 en bijbehorende beleidsinvulling door de Gemeente. De dienstverlening aan de betreffende Inwoner komt vanaf dat moment onder de Overeenkomst voor Maatwerkvoorziening Begeleiding Nieuw te vallen.
F. De Gemeenten krijgen aanzienlijk minder middelen dan er nu omgaan in de onder deze Overeenkomst vallende diensten waardoor er een bezuinigingstaak- stelling gerealiseerd moet worden.
G. De Maatwerkvoorziening zorgt ervoor dat Inwoners zo zelfredzaam mogelijk kunnen (blijven) meedoen, op het moment dat dit (even) niet (geheel) zelfstandig lukt en/of het Sociaal netwerk en/of algemene voorzieningen dit niet (volledig) kunnen bereiken. Daarnaast zorgt deMaatwerkvoorziening ervoor dat Inwoners zo lang mogelijk zelfstandig kunnen (blijven) wonen. Hierbij staat voorop dat er een verdere verandering komt in de houding van de professionals ten opzichte van de dienstverlening: primair dienen burgers ondersteund te worden in de groei naar maximale zelfredzaamheid – van “zorgen voor” naar “zorgen dat”.
Partijen verklaren als volgt overeen te zijn gekomen:
Artikel 1: Begrippen
1) Besluit: een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, conform art.1:3 Awb, afgegeven door de Gemeenten aan een Inwoner, waarmee die Inwoner in aanmerking komt voor Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht.
2) Dienstverlener: een organisatie of ZZP’er die zorg, maatschappelijke en/of vergelijkbare dienstverlening aanbiedt aan Inwoners van de Gemeenten.
3) Gemeenten: de gemeenten Houten, Lopik, Nieuwegein, Vianen en IJsselstein;
4) Inwoner: een burger met als woonplaats de gemeenten Houten, Lopik, Nieuwegein, Vianen of IJsselstein, waarbij woonplaats wordt gedefinieerd zoals in de Wmo.
5) Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht: op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een Inwoner die al over een Besluit beschikt voor levering onder de AWBZ afgestemd geheel van diensten:
a. ten behoeve van zelfredzaamheid, daaronder begrepen kortdurend verblijf in een instelling ter ontlasting van de mantelzorger en het daarvoor noodzakelijke vervoer;
b. ten behoeve van participatie, daaronder begrepen het daarvoor noodzakelijke vervoer.
6) Deelovereenkomst: deze Overeenkomst met daarin afspraken tussen de Gemeenten en een of meer Dienstverleners over de invulling van een of meer te behalen Resultaten;
7) Resultaat: de Partijen streven met deze Deelovereenkomst de beoogde resultaten uit het Plan van aanpak na, evenals de taken uit de Wmo 2015, te weten:
a. De sociale samenhang, de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking te bevorderen, de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente te bevorderen, alsmede huiselijk geweld te voorkomen en te bestrijden;
b. de verschillende categorieën van mantelzorgers, en vrijwilligers, zoveel mogelijk in staat te stellen hun taken als mantelzorger of vrijwilliger uit te voeren;
c. vroegtijdig vast te stellen of ingezetenen maatschappelijke ondersteuning behoeven;
d. te voorkomen dat ingezetenen op maatschappelijke ondersteuning aangewezen zullen zijn;
e. algemene voorzieningen te bieden aan ingezetenen die maatschappelijke ondersteuning behoeven;
f. maatwerkvoorzieningen te bieden ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en participatie aan ingezetenen van de gemeente die daartoe op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit hun sociale netwerk niet of onvoldoende in staat zijn;
g. maatwerkvoorzieningen te bieden aan personen die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving en beschermd wonen of opvang behoeven in verband met psychische of psychosociale problemen of omdat zij de thuissituatie hebben verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld.
h.
8) Toegang: de weg die een Inwoner bewandelt om een Algemene voorziening of Maatwerkvoorziening geleverd te krijgen. In de Gemeenten is de Toegang georganiseerd voor het gehele sociale domein.
9) Sociale (Wijk)team1: een team van professionals met generalistische én waar mogelijk specialistische kennis die, in samenspraak met de Inwoner en zijn sociaal netwerk, de Toegang tot het sociale domein organiseert voor Inwoners van de Gemeenten en die regie houdt op de uitvoering van de Algemene voorzieningen en Maatwerkvoorzieningen door Partijen;
10) Regionaal Specialistisch Team: een op verzoek van een der Gemeenten in te zetten team, bestaande uit gespecialiseerde professionals die in individuele casussen waar nodig op verzoek van het Sociale (Wijk)team middels hun specialisatie bijdragen aan diagnose Inwoner.
11) Plan van aanpak2: een door een Inwoner en Sociaal (Wijk)team gezamenlijk opgesteld afsprakenkader over de inzet van Inwoner, zijn sociaal netwerk, Algemene voorzieningen en Maatwerkvoorzieningen door Partijen om de Inwoner zo zelfredzaam mogelijk te laten participeren. Het Plan van aanpak biedt op het gebied van Maatwerkvoorzieningen ruimte zodat Partijen bij hun inzet flexibel kunnen inzetten naar behoefte. Als nodig of wenselijk wordt bij het opstellen van een Plan van aanpak de expertise van een Regionaal Specialistisch Team ingebracht.
12) Regie: de coördinatie van Algemene voorzieningen en Maatwerkvoorzieningen voor de Inwoner en zijn sociaal netwerk. De regie op het proces ligt bij de gemeenten (het Sociale (Wijk)team) en kan gedelegeerd worden naar een aanbieder. De Inwoner is eigenaar van de situatie.
Artikel 2: Voorwerp van de Overeenkomst
Dienstverlener is verplicht om in opdracht van de Gemeenten het Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht te verrichten zoals weergegeven in bijlage 2 bij deze Overeenkomst in overeenstemming met de bepalingen van deze Overeenkomst.
Artikel 3: Algemene voorwaarden
1. Op deze Overeenkomst zijn de algemene inkoopvoorwaarden zoals opgesteld door de VNG van toepassing, behalve waar deze eventueel strijdig zijn met de inhoud van deze Overeenkomst contracten.
2. Op deze Overeenkomst zijn de algemene leveringsvoorwaarden van de Dienstverlener niet van toepassing.
3. In het geval van tegenstrijdigheden geldt de navolgende rangorde in documenten:
- deze Overeenkomst;
- de algemene inkoopvoorwaarden zoals opgesteld door de VNG en van toepassing verklaard op de Basisovereenkomst en bijbehorende Deelovereenkomsten.
-
Artikel 4: Duur van de Overeenkomst
Deze Overeenkomst gaat in op 1 januari 2015 en loopt van rechtswege af op 1 januari 2016.
1 Waar “Sociaal (Wijk)team” staat kan ook sprake zijn van een gelijksoortig team die de toegang bepaalt. Dit kan per Gemeente verschillend zijn. Denk aan het Wmo-loket oid.
2 Kan ook (afhankelijk van de gemeente) “Ondersteuningsplan” heten.
Artikel 5: Opzegging van de Overeenkomst
1. Partijen hebben het recht om deelname aan deze Overeenkomst tussentijds per aangetekende brief te beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van zes kalendermaanden. De opzegtermijn gaat in op de eerste dag van de kalendermaand volgend op de kalendermaand waarin de aangetekende brief door de andere Partij is ontvangen. De Overeenkomst wordt voortgezet door de overige Partijen, tenzij de Gemeente de opzeggende Partij is, waarna de Overeenkomst voor alle Partijen eindigt.
2. Als een Dienstverlener gebruik maakt van zijn mogelijkheid tot opzegging is deze verplicht om per direct in overleg te treden met de resterende Dienstverleners over de (mogelijke) overname van verplichtingen, zoals personeel en dienstverlening aan Inwoners, voortvloeiende uit deze Overeenkomst. De Dienstverlener verplicht zich tot volledige medewerking bij voornoemde overname.
3. De Gemeenten hebben verder het recht om deze Overeenkomst tussentijds per aangetekende brief (buitengerechtelijke verklaring) per direct te beëindigen:
- als een fusie of overname van de Dienstverlener aantoonbaar negatieve gevolgen heeft voor de Gemeenten of voor een of meer Inwoners;
- als de Dienstverlener niet (meer) voldoet aan de in deze Overeenkomst of de bovenliggende Basisovereenkomst gestelde voorwaarden.
De Overeenkomst blijft geldig na uittreding van een of meerdere partijen.
Artikel 6: Toetreding
Nieuwe Dienstverleners kunnen zich tussentijds aanmelden bij de Gemeenten. Zij kunnen alleen deelnemen aan deze Overeenkomst als zij gelijktijdig deelnemen aan de Basisovereenkomst. Als de Gemeenten besluiten tot toelating sluiten zij namens alle Partijen deze Overeenkomst inclusief de conform de Basisovereenkomst tussen Partijen overeengekomen wijzigingen, met de Dienstverlener, waarvoor Dienstverleners voor zover nodig de Gemeenten machtigen.
Artikel 7: Eisen aan het Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht
1. Dienstverleners hebben zonder aanziens des persoons een acceptatieplicht als de Inwoner die gebruik maakt van een Maatwerkvoorziening voor de betreffende Dienstverlener kiest; de Dienstverlener kan de opdracht tot levering niet weigeren op grond van logistieke overwegingen..
2. Dienstverlener voldoet bij het uitvoeren van het Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht aan de van toepassing zijnde wet- en regelgeving en voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in de bijlage 2 bij deze Overeenkomt.
Artikel 8: Prijsstelling
Dienstverlener die een opdracht tot levering van Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht ontvangt van de Gemeenten, ontvangt voor die levering een vergoeding zoals opgenomen op bijlage 2.
Artikel 9: Levering
Dienstverlener levert Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht in overeenstemming met de zorgvuldigheidsmaatstaven zoals die worden gehanteerd in de zorg- en welzijnssector.
Artikel 10: Aansprakelijkheid
De Dienstverlener is ten opzichte van de Gemeenten aansprakelijk voor alle door de Gemeenten geleden schade die het gevolg is van een toerekenbare tekortkoming of een onrechtmatige daad van Dienstverlener onder deze Overeenkomst.
Artikel 11: Overmacht
In afwijking van hetgeen in de wet is bepaald ter zake van overmacht geldt onder deze Overeenkomst dat de navolgende situaties, voor zover zij de nakoming van de Overeenkomst door de Dienstverlener verhinderen, voor rekening van de Dienstverlener dienen te komen: werkstaking (zowel georganiseerd als ongeorganiseerd) en personeelstekorten als gevolg van ziekte.
Artikel 12: Gedeeltelijke nietigheid
Indien deze Overeenkomst of enige bepaling daarin nietig is of vernietigd wordt, dan tast dit de geldigheid van de overige bepalingen niet aan. Partijen zullen vervolgens met elkaar in overleg treden om te trachten overeenstemming te bereiken over aanpassing van de Overeenkomst zodanig dat deze niet langer nietig of vernietigbaar is dan wel om overeenstemming te bereiken over en bepaling, ter vervanging van de nietige of vernietigde bepaling, die voor wat betreft aard en strekking zo dicht mogelijk aansluit bij de nietige of vernietigde bepaling.
Artikel 13: Evalueren en wijzigingen
1. De Partijen bespreken in het Inkoopnetwerk, zoals georganiseerd onder de bovenliggende Basisovereenkomst, zo vaak als de Partijen noodzakelijk achten, de bepalingen en de uitvoering van de Overeenkomst.
2. De Gemeenten kunnen deze Overeenkomst wijzigen per aangetekende brief na het doorlopen van de procedure beschreven in de Basisovereenkomst. De wijzigingen gaan in direct na ondertekening van een geheel nieuwe Overeenkomst, voorzien van bijlage(n). Als bijlagen bij deze Overeenkomst wijzigen, is het voldoende de gewijzigde bijlage(n) te vervangen. Mondelinge afspraken kennen geen rechtskracht.
Artikel 14: Overgangsbepalingen
1. Bij aanvang van deze Overeenkomst kunnen zich vanwege de grote veranderingen voor Gemeenten, Dienstverleners en Inwoners ongewenste situaties voordoen. Deze situaties kunnen zowel voorzienbaar als niet voorzienbaar zijn.
a. Voorzienbare risico’s worden tijdig aangegeven richting de Gemeenten zodat in onderling overleg passende actie ondernomen kan worden.
b. In het geval van zich voordoende niet voorzienbare risico’s neemt de Dienstverlener onverwijld contact op met de Gemeenten zodat in onderling overleg passende actie ondernomen kan worden.
2. Gemeenten en Dienstverleners stemmen bij informatieverstrekking de wijze van en de inhoud van de communicatie onderling af.
Artikel 15: Social Return on Investement
1. De opdrachtnemer heeft de inspanningsverplichting om 5% van de gefactureerde omzet naar aanleiding van de opdracht aan te wenden aan social return inspanningen, conform de nadere uitwerking in Bijlage 3.
2. Voor het bepalen van de waarde van de inspanningen in Social Return, worden minimaal de waarden uit, in dit document opgenomen, tabel bouwblokken gehanteerd, eventueel aangevuld met door het Bureau Social Return (BSR) vastgestelde waarde voor een maatschappelijke activiteit.
3. De opdrachtnemer neemt binnen 1 week na gunning contact met het BSR (xxxx@xxxx-xxxxxxxxx.xx) op om een afspraak in te plannen om een start te maken met het opstellen van het plan van aanpak. Het BSR adviseert en faciliteert de opdrachtnemer, indien gewenst, bij het opstellen van het plan van aanpak.
4. Opdrachtnemer levert aan het BSR (xxxx@xxxx-xxxxxxxxx.xx) een goedgekeurd plan op binnen 6 weken na gunning opdracht, hoe aan de Social Return- verplichting te voldoen. Deze termijn kan, door het BSR worden verlengd, tot maximaal 12 weken.
5. Het BSR zal zich, indien gewenst, inspannen de aanlevering van kandidaten aan de opdrachtnemer te bevorderen. Deze inspanningen doen niets af aan de eigen eindverantwoordelijkheid van de opdrachtnemer om aan de Social Return- verplichting te voldoen.
6. Gedurende de looptijd van de overeenkomst levert opdrachtnemer, de in het plan van aanpak opgenomen, rapportage(s) aan het BSR inclusief bewijsstukken, conform de afspraken die hierover in het plan van aanpak, inclusief de eventuele wijzigingen hierop, zijn gemaakt.
7. De definitieve berekening van 5% van de gefactureerde omzet geschiedt aan het einde van de looptijd van de overeenkomst.
8. Uiterlijk binnen 2 (twee) maanden, of zoveel eerder als in het plan van aanpak is afgesproken, na het einde van de looptijd van de overeenkomst levert de opdrachtnemer een eindrapportage (inclusief bewijsstukken) aan het BSR conform de afspraken in het plan van aanpak.
9. De gemeente Nieuwegein heeft de bevoegdheid de rapportages te verifiëren. Opdrachtnemer verleent daartoe zijn volledige medewerking. De eventuele kosten voorvloeiend uit deze medewerking kunnen niet bij de opdrachtgever verhaald worden.
10. Het BSR is bevoegd om inspanningen die niet vooraf zijn goedgekeurd, niet mee te rekenen in het kader van de Social Return-verplichting. De bewijslast om deze goedkeuring achteraf te verkrijgen berust bij de opdrachtnemer.
Artikel 16: Geschillen
In geval van geschillen maken Partijen gebruik van de geschillenregeling zoals opgenomen in de Basisovereenkomst.
Artikel 17: Klachtenregeling, medezeggenschap en meldcode
Op basis van de Wmo 2015 zijn de volgende punten op deze overeenkomst van toepassing:
1. Klachten:Indien Dienstverleners onder de deelovereenkomst vallende maatwerkvoorzieningen leveren, is ten aanzien van deze voorzieningen een regeling voor de afhandeling van klachten van cliënten vereist.
2. Medezeggenschap: Ook is een regeling vereist voor medezeggenschap van cliënten over voorgenomen besluiten van de Dienstverleners die voor de gebruikers van belang zijn.
3. Meldcode: De Dienstverleners stellen een meldcode vast waarin stapsgewijs wordt aangegeven hoe met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling
wordt omgegaan en die er redelijkerwijs aan bijdraagt dat zo snel en adequaat mogelijk hulp kan worden geboden. De Dienstverleners bevorderen de kennis en het gebruik van de meldcode. Gedetailleerde afspraken over de elementen waaruit de meldocode moet bestaan kunnen gemaakt worden wanneer dit voortvloeit uit een AMvB vanuit rijkswetgeving.
Artikel 17: Rechtskeuze
Op deze Overeenkomst is het Nederlandse recht van toepassing.
OP DEZE WIJZE kwamen de Partijen tot de Overeenkomst, getekend op [datum].
Gemeenten Houten, Lopik, Naam aanbieder: Nieuwegein, Vianen en IJsselstein
De heer J.C.H. Rensen De heer/mevrouw:
Wethouder gemeente Houten Functie:
Plaats: Plaats:
Datum: Datum:
De heer X.X.X. xxx Xxxxxxxxxx De xxxx X. Xxxxxxx
Wethouder gemeente Lopik Wethouder gemeente Nieuwegein Plaats: Plaats:
Datum: Datum:
De heer M.F.M. Verweij Mevrouw X.X.X.X. xxx Xxxxxxxxx-Xxxxxxxxxx Wethouder gemeente Vianen Wethouder gemeente IJsselstein
Plaats: Plaats:
Datum: Datum:
Bijlage 1: Etalage
Deze bijlage is dynamisch en wordt beheerd door de Gemeenten. Aangesloten Dienstverleners die deze Overeenkomst hebben ondertekend:
Nr. | Naam Dienstverlener: | Voert de volgende activiteiten en resultaten uit (zie bijlage 2, punt 3): | Producten: |
Bijlage 2: Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht
1. Xxxxx xxx xxxxxxxxxxx van individuele opdrachten voor de levering van Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht
Een Inwoner komt in aanmerking voor Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht op grond van deze Deelovereenkomst indien hij onder het overgangsrecht valt op grond van artikel 8.3 van de Wmo 2015.
De Inwoner die in aanmerking komt voor Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht heeft keuzevrijheid voor wat betreft de in te zetten Dienstverlener(s). Dit geldt bijvoorbeeld indien hij een geldende indicatie wenst te verzilveren in 2015 op grond van artikel 8.3 lid 4. De Gemeente neemt in dat geval een publiekrechtelijk besluit, conform art.1:3 Awb. Samen met het Sociale (Wijk)team komt de Inwoner tot een keuze voor deze Dienstverleners, opgenomen in bijlage 1 (Etalage). De Dienstverlener naar keuze van de Inwoner, levert conform de geldende indicatie en het afgegeven Besluit.
Voor Dienstverleners geldt een acceptatieplicht, zoals genoemd in art.7 lid 1 van deze Deelovereenkomst. Als een Dienstverlener op korte termijn niet beschikt over voldoende capaciteit om Inwoners te bedienen, is hij verplicht om dit terstond aan te geven bij de Gemeenten. Inwoners kunnen, tot het moment dat de Dienstverlener aangeeft weer over voldoende capaciteit te beschikken, niet voor deze Dienstverlener kiezen. Als de Dienstverlener de genoemde melding niet doet of hij doet deze te laat, dan verbeurt de Dienstverlener een boete van ter hoogte van € 1.000 per keer. De boete is gesteld op het niet of te laat doen van de genoemde mededeling en laat daarmee het recht van de Gemeenten om nakoming of volledige schadevergoeding te vorderen, onaangetast.
Onderaannemerschap en combinatievorming zijn mogelijk. Voor de deelnemende Dienstverleners geldt dat zij allen deze Overeenkomst en de bovenliggende Innovatieovereenkomst moeten ondertekenen.
De Gemeenten gaan uit van vier integrale beleidsdoelstelling die zijn uitgewerkt in prestatie- en effectindicatoren. Gedurende de uitvoering van het Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht in deze Deelovereenkomst zal gemonitord worden of daarmee tegemoet gekomen wordt aan de prestatie- en effectindicatoren zoals opgenomen in Bijlage 4.
2. Wijze van leveren van de Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht en eisen daaraan
De Dienstverlener of combinatie van Dienstverleners die Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht uitvoert, doet dit in overeenstemming met de geldende indicatie en (indien van toepassing) het besluit van de Gemeenten.
Dienstverleners werken bij het uitvoeren van hun werkzaamheden systematisch en relationeel, zoals omschreven in de bij de Basisovereenkomst onderschreven visiedocumenten.
Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht kan alleen bestaan uit resultaten en activiteiten genoemd onder punt 3 van deze bijlage. De Dienstverleners hanteren bij het uitvoeren van Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht de CAO VVT, GGZ, Gehandicaptenzorg of
Welzijn, afhankelijk van welke en mits er een CAO van toepassing is. Zij zetten personeel in dat beschikt over de gangbare competenties
en vaardigheden die nodig zijn om de benodigde activiteiten uit te voeren. Deze eis geldt zowel voor medewerkers in vaste dienst als voor ingehuurd personeel als voor ZZP’ers. Dit laat onverlet dat een gecombineerde inzet van professionals en vrijwilligers gewenst is, zonder dat dit afbreuk doet aan de kwaliteit zoals die geleverd wordt en dient te worden.
Inwoners hebben de mogelijkheid om van Dienstverlener of combinatie van Dienstverleners te wisselen. Zij moeten daarvoor een opzegtermijn van een kalendermaand in acht nemen. Deze opzegtermijn gaat in op de eerste dag van de kalendermaand volgend op de kalendermaand waarin de opzegging is gedaan. De coördinatie bij opzegging en wisselen van Dienstverlener of combinatie van Dienstverleners ligt bij het Sociale (Wijk)team.
Een Dienstverlener heeft ook de mogelijkheid met redenen omkleed (bijvoorbeeld geweld) om de samenwerking met een Inwoner op te zeggen. Daarvoor zal het Sociale (Wijk)team (in een zo vroeg mogelijk stadium) worden ingeschakeld.
3. Resultaten en activiteiten die deel kunnen uitmaken van Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht
Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht is gericht op het zo zelfredzaam mogelijk kunnen (blijven) meedoen van Inwoners, op het moment dat dit (even) niet (geheel) zelfstandig lukt en/of het sociaal netwerk en/of algemene voorzieningen dit niet (volledig) kunnen bereiken. Daarnaast zorgt de Maatwerkvoorziening ervoor dat Inwoners zo lang mogelijk zelfstandig kunnen (blijven) wonen. Evengoed wordt met nadruk gesteld dat bij de inzet van welke activiteit dan ook er maximaal gestuurd dient te worden op, waar mogelijk, tijdelijke inzet en primair op het maximaliseren van (via coaching en ondersteuning) de eigen kracht.
1. Het oefenen of ondersteunen bij het oefenen met vaardigheden of handelingen zoals gebruik geleidestok en gebruik hulpmiddelen voor communicatie, stimuleren van wenselijk gedrag, inslijpen van gedrag. Het kan hierbij gaan om:
(a) Hulp bij uitvoeren of overnemen van eenvoudige of complexe taken/activiteiten, of bij oplossen van praktische problemen die buiten de dagelijkse routine vallen.
(b) Hulp bij uitvoeren van vaardigheden die geleerd zijn tijdens eerdere behandeling.
(c) Hulp bij het beheren van (huishoud)geld.
(d) Hulp bij de administratie (alleen in de zin van oefenen).
(e) Hulp bij openbaar vervoer gebruik (alleen in de zin van oefenen).
(f) Hulp bij of overnemen van post openmaken, voorlezen en regelen afhandeling praktische zaken.
(g) Hulp bij of overnemen van oppakken, aanreiken, verplaatsen van dagelijks noodzakelijke dingen zoals het oppakken van dingen die op de grond zijn gevallen als een leesbril, het aanreiken van dingen die buiten bereik zijn geraakt zoals een kussen, het verplaatsen van een boek, telefoon e.d.
(h) Hulp bij plannen en stimuleren van contact in persoonsgebonden sociale omgeving.
(i) Hulp bij communicatie in de persoonsgebonden omgeving bij bijvoorbeeld afasie.
2. Oefenen van de mantelzorger/gebruikelijke zorger hoe om te gaan met de gevolgen van de aandoening, stoornis of beperking van de Inwoner.
3. Het oefenen of ondersteunen bij het oefenen met het aanbrengen van (dag)structuur of het voeren van regie. Het kan hierbij gaan om:
(a) Hulp bij initiëren of compenseren van eenvoudige of complexe taken, besluiten nemen en gevolgen daarvan wegen.
(b) Xxxx bij het regelen van randvoorwaarden op het gebied van wonen, onderwijs, werk, inkomen, iets kopen/betalen, het stimuleren tot en voorbereiden van een gesprek met dit type instanties.
(c) Hulp bij plannen, stimuleren en voorbespreken van activiteiten.
(d) Hulp bij het initiëren of compenseren van op/bijstellen van dag/weekplanning, dagelijkse routine.
(e) Inzicht geven in (mogelijke) gevolgen van besluiten.
(f) Hulp bij zich aan regels, afspraken houden, corrigeren van besluiten of gedrag.
4. Het overnemen van toezicht en het aansturen van gedrag ten gevolge van een stoornis, thuis of elders (bijvoorbeeld tijdens onderwijs).
5. Het overnemen van toezicht gericht op het bieden van fysieke zorg, zodat tijdig in kan worden gegrepen bij bijvoorbeeld valgevaar, of complicaties bij een ziekte.
6. Het aansturen van gedrag.
7. Het begeleiden in verband met ernstig tekortschietende vaardigheden in het zelfregelend vermogen (dagelijkse bezigheden regelen, besluiten nemen, plannen en uitvoeren van taken, beheerszaken regelen, communicatie, sociale relaties) Het begeleiden bij sociaal-emotionele problematiek die samenhangt met de stoornis.
8. Het begeleiden bij de mogelijke integratie in de samenleving en de sociale participatie (bijvoorbeeld hulp bij de opbouw van een sociaal netwerk) met als doel zelfredzaamheid.
9. Het begeleiden bij de mogelijke integratie in de samenleving, met extra aandacht voor ontwikkeltrajecten op het vlak van wonen, werken, sociaal netwerk (doelgericht toepassen van methoden van casemanagement).
10. Het begeleiden van of consultatie aan een andere Dienstverlener. Dit kan alleen op verzoek van de behandelende arts van de andere Dienstverlener plaatsvinden (outreaching).
11. Communicatietraining aan auditief gehandicapten of leden van het sociale netwerk.
12. Leveren van Persoonlijke Verzorging, aansluitend op en passend bij de geleverde Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht.3
13. Het stimuleren en ondersteunen in de organisatie van het huishouden.
14. In het geval van kinderen: met nadruk het stimuleren van zelfredzaamheid.
15. Het gedurende maximaal 72 uur via Kortdurend Verblijf in een instelling verblijven, ten behoeve van die Inwoners die permanent toezicht hebben en ten behoeve van de ontlasting van de mantelzorger.
16. Vervoer van en naar Dagbesteding.
17. Inloopmogelijkheid GGZ.
4. Wijze van monitoren van de Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht
De Dienstverlener is verplicht om in risicovolle situaties die de continuïteit van Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht voor een of meer Inwoners op wat voor manier dan ook (kunnen) bedreigen, in het bijzonder maar niet uitsluitend op financieel en inhoudelijk gebied, de Gemeenten terstond van die situaties schriftelijk dan wel via email in kennis te stellen. Hierbij geeft de Dienstverlener de Gemeenten inzicht in alle relevante stukken die betrekking hebben op de problematiek. De Gemeenten hebben het recht om een extern (accountants)onderzoek in te stellen.
3 Persoonlijke verzorging
Vanuit de AWBZ komt 5% van de doelgroep die nu persoonlijke verzorging ontvangt, naar de gemeente. Het gaat om de volgende om schrijving in de wet: ‘activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging in verband met een psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid’. In de brief aan de Kamer blijkt: “dat verzorging ook kan samenhangen met begele iding in plaats van met verpleging. Verzorging wordt dan meer in het verlengde van begeleiding geleverd. Voor deze mensen geldt dat er over het algemeen geen sprake is van een somatische aandoening en/of primaire medische problematiek, maar in de regel behoefte aan ondersteuning bij ADL, in plaats van het overnemen er van. Dit komt met name voor bij mensen met een verstandelijke beperking, zintuiglijke beperking en psychiatrische problematiek. Deze ondersteuning bij ADL positioneer ik onder de Wmo.
Van alle mensen die gebruik maken van persoonlijke verzorging wordt minder dan 1% geleverd aan mensen met een zintuiglijke beperking, ongeveer 2% aan mense n met een verstandelijke beperking en ook 2% aan mensen met psychiatrische problematiek. Het gaat in totaal om 5% van het budget va n persoonlijke verzorging dat wordt gedecentraliseerd naar gemeenten. De afgesproken taakstelling in het Regeerakkoord geldt ook voor het bedrag dat naar gemeenten wordt gedecentralise erd.”
Deze vorm van persoonlijke verzorging hangt dus samen met de begeleiding. Om deze reden is het logisch om deze vorm van persoonlijke verzorging onder te brengen in de maatwerkvoorziening ondersteuning zelfredzaamheid. Het gaat om ondersteuning bij de ADL en niet om het overnemen ervan. De pe rsoonlijke verzorging is benoemd als een resultaat bij de hierboven genoemde maatwerkvoorzieningen.
De continuïteit van Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht voor een of meer Inwoners wordt in ieder geval beschouwd als risicovol indien:
(a) er sprake is van (het ontstaan van) negatieve reserves;
(b) er gedurende de laatste 3 jaar sprake is (geweest) van materiële negatieve exploitatieresultaten; en/of
(c) er sprake is van (het ontstaan van) liquiditeitsproblemen.
De Dienstverlener verschaft op verzoek van de Gemeenten nader inzicht in de financiële vermogenspositie (inclusief solvabiliteit, rentabiliteit, liquiditeit) en bedrijfsvoering van de eigen onderneming, de in groepsverband verbonden ondernemingen en de door de Dienstverleners gecontracteerde onderaannemer(s). De Gemeenten bewaken de vertrouwelijkheid van eventuele bedrijfsgevoelige en concurrentiegevoelige gegevens die aan haar verstrekt worden.
De Dienstverleners leveren in januari 2016 een totaalrapportage van ontvangen klachten over geboden Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht naar aard en oorzaak, inclusief een overzicht van afwikkeling en op basis van klachten getroffen maatregelen.
De Dienstverleners laten door een externe onafhankelijke partij een ervaringsonderzoek doen. Het meest recente ervaringsonderzoek moet openbaar worden gemaakt, inclusief de hieruit voortvloeiende verbeterplannen. Zij worden beschikbaar gesteld aan de Gemeenten. De uitgevoerde onderzoeken moeten zowel kwantitatief als kwalitatief (met narratief onderzoek) plaatsvinden.
Partijen beschouwen Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht als succesvol als geen van de kritische faalfactoren zoals hierna opgenomen zich voordoen en als alle hierna genoemde kritische succesfactoren zich voordoen. In deze situatie kunnen Partijen geen wijzigingsvoorstellen inbrengen met betrekking tot deze Overeenkomst conform de procedure genoemd in de Basisovereenkomst, met uitzondering van wijzigingsvoorstellen over prijzen en tariefstellingen. De kritische succesfactoren zijn:
(a) Inwoners ontvangen het juiste Maatwerk en uiten hun tevredenheid hierover op een nader te bepalen wijze in de ervaringsonderzoeken van toepassing op deze Overeenkomst bij zowel Gemeenten als Dienstverleners.
(b) De Gemeenten kunnen Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht budgetneutraal uitvoeren.
(c) Alle Dienstverleners kunnen de Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht uitvoeren op een bedrijfsmatig verantwoorde wijze.
Partijen bespreken in ieder geval Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht en passen deze eventueel inhoudelijk aan via de procedure genoemd in de Basisovereenkomst, bij de volgende, niet limitatieve opsomming van kritische faalfactoren:
(a) gedwongen ontslagen bij Dienstverleners, aantoonbaar veroorzaakt door deze Overeenkomst. Aan te tonen door welke Partij dan ook.
(b) een belemmering op de markt voldoende gekwalificeerd personeel te vinden voor het uitvoeren van de Overeenkomst, aantoonbaar veroorzaakt door de inhoudelijke bepalingen van deze Overeenkomst.
5. Wijze van administreren, verantwoorden, bekostigen en declareren van Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht
De afspraken over prestaties, verantwoording en betaling verloopt in het overgangsjaar volgens productiebekostiging per inwoner (p x q). De Dienstverlener factureert de geleverde productie. De prijzen voor begeleiding individueel en begeleiding groep volgen de in 2014 geldende Nza-tarieven/geleverde tarieven per uur voor begeleiding individueel en per dagdeel voor begeleiding groep (en vervoer). Op de tarieven voor 2014 wordt een korting toegepast van XX%.
Dienstverlener mag het bedrag dat Gemeente betaalt alleen gebruiken voor direct aan de Maatwerkvoorziening Begeleiding Overgangsrecht gerelateerde kosten. Dienstverlener mag het bedrag dus niet gebruiken voor compensatie van kosten zoals voedsel, abonnementskosten, kosten verbonden aan het uitoefenen van een hobby of sport, et cetera, voor zover deze zijn aan te merken als algemeen gebruikelijk
De Dienstverlener stuurt per maand een factuur. De Gemeenten betalen de factuur binnen dertig kalenderdagen.
De Dienstverleners die Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht uitvoeren, genereren en leveren gegevens op Inwonerniveau om de eigen bijdrageregeling van de Gemeenten op juiste wijze te kunnen laten uitvoeren. Dienstverleners moeten daarbij rekening houden met de rol van het CAK.
Tegelijk met het sturen van de facturen aan de Gemeenten, leveren de Dienstverleners gegevens aan bij het CAK voor de vaststelling van de eigen bijdrage. De Dienstverleners leveren binnen de daarvoor geldende termijnen de gegevens aan bij het CAK volgens de eisen zoals die door het CAK worden gesteld. Als een Dienstverlener hier niet aan kan voldoen zoekt hij hierover afstemming met het CAK en informeert hij hierover tijdig de Gemeenten.
De Gemeenten beoordelen of de Dienstverlener de voor de bijdrageheffing benodigde gegevens bij het CAK heeft aangeleverd. Indien de Dienstverlener niet aan deze verplichting voldoet, kunnen de Gemeenten besluiten de geleverde Maatwerk Begeleiding Overgangsrecht waarover geen eigen bijdrage is opgelegd niet te betalen. De Gemeenten hebben bovendien het recht om het door de Dienstverlener ten onrechte in rekening gebrachte geld terug te vorderen.
De Dienstverleners leveren vóór 1 juli 2016 een specifiek voor de Gemeenten opgestelde verantwoording met bijbehorende controleverklaring, gericht op de juistheid en de rechtmatigheid van de verantwoorde bedragen en prestaties.
Bijlage 3 – verdere uitleg inzake Social Return on Investement
In 2013 is besloten om in iedere aanbesteding Social Return als bijzondere uitvoeringsvoorwaarde op te nemen. Gekozen is voor de bouwblokken methode voor de invulling van Social Return. Kenmerkend voor deze aanpak is de “bouwblokken”-structuur met een
transparante waardebepaling. Dit heeft voor u als voordeel dat u kunt kiezen uit meerdere manieren om uw Social Return verplichting in te vullen en dat u van iedere activiteit vooraf weet wat de waarde hiervan is.
De aanbieder verplicht zich om bij gunning 5% van de gefactureerde opdrachtsom aan te wenden voor Social Return activiteiten. De activiteiten mogen in de opdracht worden uitgevoerd maar ook in de bedrijfsvoering van de opdrachtnemer of bij een onderaannemer of toeleverancier. Voorwaarde is wel dat het een nieuwe, aanvullende activiteit betreft en dat deze activiteit alleen bij de Gemeenten wordt opgegeven. Bestaande of reeds eerder uitgevoerde activiteiten worden niet meegenomen.
De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor het nakomen van zijn Social Return-verplichtingen (ook indien de activiteiten bij bijv. een toeleverancier worden uitgevoerd).
Het Bureau Social Return (xxxx@xxxx-xxxxxxxxx.xx) adviseert en faciliteert de opdrachtnemer bij de invulling van Social Return. De opdrachtnemer kan zelf, in samenspraak met het BSR, de verschillende Social Return-inspanningen combineren in een voor hem optimale mix. De opdrachtnemer weet vooraf welke waarde aan de verschillende inspanningen wordt toegekend.
Om de waarde van de inspanningen met betrekking tot de Social Return-verplichting te kunnen meten, wordt de gerealiseerde Social Return-inspanning uitgedrukt in een “relatieve inspanningswaarde”. Deze inspanningswaarde is gebaseerd op de relatieve afstand van de uitkeringsgroep en de inspanning die geleverd moet worden om deze medewerker een jaar in dienst te nemen.
Tabel: Bouwblokken
Soort en evt. duur van de uitkering | Waarde Social Return (op basis van een jaarcontract fulltime) |
WWB < 2 jaar | € 30.000,= |
WWB > 2 jaar | € 40.000,= |
WW < 1 jaar | € 10.000,= |
WW > 1 jaar | € 15.000,= |
WIA / WAO | € 30.000,= |
Wajong | € 35.000,= |
55+ | € 5.000,= extra op bovenstaand bedrag |
BBL traject* | € 10.000,= |
BOL traject* | € 5.000,= |
WSW inzet | Betaalde rekeningen aan SW-bedrijf |
MVO activiteiten | P.M. (€ 100,= per besteed uur) |
Bouwblokken v1-1-2013
* Deze activiteit kan alleen worden opgenomen indien de duur van de arbeidsovereenkomst overeenkomt met de eisen die de opleiding aan een overeenkomst stelt
Een voorbeeld:
De gefactureerde opdrachtsom van een opdracht is bijvoorbeeld € 300.000,=. 5% hiervan is € 15.000,=. De Opdrachtnemer kan voor dit
bedrag een “<2 jaar in WWB” voor een half jaar aan het werk zetten of een “> 1 jaar in WW” één jaar aan het werk zetten om te voldoen aan de Social Return-verplichting binnen de overeenkomst.
Het proces na gunning
De opdrachtnemer neemt na gunning, binnen 1 week contact op met het Bureau Social Return (xxxx@xxxx-xxxxxxxxx.xx). In samenspraak met het BSR wordt door de opdrachtnemer een plan van aanpak opgesteld op welke wijze de verplichting wordt ingevuld. Het plan bestaat uit de navolgende onderdelen:
1. Opdracht som, of in het geval dat deze nog niet bekend is de verwachtte opdrachtsom
2. Keuze welke bouwblokken worden ingezet
3. Indien door de opdrachtgever maatschappelijke activiteiten worden ingezet zal vooraf een waarde door het Bureau Social Return worden bepaald.
4. Eventueel tussen evaluaties, inclusief eventuele bewijsstukken
5. Eind evaluatie, inclusief eventuele bewijsstukken
6. Akkoord Bureau Social Return
Het resultaat van deze fase is een plan wat concreet en realiseerbaar is. Dit plan is gereed en goedgekeurd door het BSR binnen 6 weken na gunning opdracht. Het Bureau Social Return kan deze termijn verlengen tot maximaal 12 weken.
Tussen- en eindevaluatie
Conform het goedgekeurde plan levert de opdrachtnemer op de afgesproken tijdstippen de tussen en eindevaluaties op dit inclusief de opgenomen bewijsstukken. In samenspraak met Bureau Social Return zal gekeken worden naar de voortgang en indien noodzakelijk zal het plan van aanpak worden aangepast. Alle wijzigingen dienen goedgekeurd te worden door het BSR.
Tips
Werkt u met onderaannemers?
Neem dan in uw contracten met onderaannemers ook een Social Return verplichting op.
Het aanbod is breder dan (vaak) wordt gedacht.
Het idee heerst dat de gemeenten en het UWV alleen mensen bemiddelen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Natuurlijk zijn wij altijd op zoek naar die werkgever die voor deze mensen de juiste plek hebben maar voor de invulling van Social Return kunt u ook denken aan mensen die pas werkloos zijn geworden of aan die leerling die een BBL plek nodig heeft om zijn/haar opleiding te kunnen afronden.
Wees creatief
Denk voor de invulling van uw Social Return verder dan de opdracht. Xxxx u nog op zoek naar de juiste kracht op uw administratie of in de catering? Of heeft uw schoonmaakbedrijf nog mensen nodig? Door wie wordt het onderhoud van uw tuin gedaan? Is een van uw leveranciers of opdrachtgevers op zoek naar personeel? Dit zijn allemaal kansen om uw Social Return verplichting in te vullen.
Check haalbaarheid
Alhoewel er op dit moment veel mensen werkloos zijn, is dit geen garantie dat wij voor iedere functie (met name bij functies met specifieke eisen bijv. ten aanzien van de gevolgde opleidingen) de juiste kandidaat hebben. Aarzel dan ook niet om het Bureau Social Return te contacteren bij de planvorming
Bijlage 4: P&C indicatoren transities sociaal domein
Inleiding:
De beleidsdoelstellingen, prestatie- en effectindicatoren zijn integraal benoemd voor de domeinen Werk, Jeugd en Zorg (maar voor Werk zijn de gegevens van WIL toegevoegd, omdat deze al in een ver stadium gevormd zijn).
Onderstaand betreft vaak nog een wat abstracte beschrijving van prestaties en effecten. Dit is een bewuste keuze. Veel indicatoren zijn nog in ontwikkeling. Denk bijvoorbeeld aan de beoogde indicatoren van een landelijk instrument als de “Gemeentelijke Monitor Sociaal Beleid” (hieronder aangegeven met “(VNG)” achter een indicator. Het is verstandig om zoveel mogelijk bij deze indicatoren aan te sluiten (eenmalige uitvraag, meervoudig gebruik). Voorliggend moet dan ook worden gezien als een eerste stap in het proces van regionale afstemming m.b.t. verantwoording in P&C cyclus aan de hand van indicatoren. Uitgaande van de kracht van de beperking, is vooralsnog uitgegaan van maximaal 3 prestatie- en effectindicatoren per doelstelling. Enkele eerder geformuleerde indicatoren zijn daarbij op
“reserve” gezet.
We gaan uit van vier integrale beleidsdoelstellingen:
1) Eigen kracht versterken
2) Transformatie van de 2e, 1e, naar de 0e lijn (en zo kort mogelijke zorg)
3) Iedereen doet mee naar eigen vermogen
4) Niemand valt buiten de boot4
Gehanteerde definities:
Beleidsdoelstellingen/maatschappelijk beoogde effecten = Wat willen we bereiken?
Prestatie-indicatoren = Wat gaan we doen of regelen om de beoogde maatschappelijke doelstelling te realiseren, oftewel wat moet gedaan worden om het doel te bereiken?
Effectindicatoren = Wat is het resultaat van het gevoerde beleid, zijn deze gerealiseerde effecten overeenkomstig de streefdoelen? Wat zijn de gewenste effecten en in hoeverre zijn deze bereikt?
Beleidsdoelstellingen beoogd maatschappelijk effect | Domein | Prestatie-indicator | Effectindicator |
Overkoepelende doelstelling Sociaal Domein: |
4 Volgens het gehanteerde begrippenkader is de eerder geformuleerde doelstelling (“Mensen krijgen laagdrempelig en in de eigen omgeving ondersteuning bij het formuleren van de hulpvraag en bij de realisering van de oplossing”) meer gericht op proces en prestatie en niet op een beoogd maatschappelijk effect. De beoogde laagdrempeligheid en nabijheid komt nu tot uitdrukking in de effectindicatoren.
Bevorderen van zelfredzaamheid en participatie en het voorkomen van eenzaamheid binnen de gestelde financiële kaders | |||
Eigen kracht versterken | Integraal | - Preventieprogramma’s van gemeenten om de eigen kracht van mensen te versterken. - Mensen meer gebruik laten maken van hun eigen netwerk door een zorgaanbod dat de eigen kracht aanboort/aanleren van eigen kracht en vaardigheden. - Integrale vraagverheldering (gekantelde gesprekken, de hulpvraag op een andere manier benaderen). | - Toename aantal hulpvragen dat met eigen kracht/ eigen netwerk wordt opgelost - Toename aantal Mantelzorgers - Meer bewonersinitiatieven - Meer ondernemersinitiatieve n. (Reserve) - Toename aantal vrijwilligers (Reserve) PS: Onderstaande transitiedoelstelling met bijbehorende indicatoren m.b.t. doelmatigheid (transformatie van 2e,,1e naar de 0e lijn) heeft ook betrekking op het versterken van eigen kracht.) |
Transformatie van de 2e,,1e naar de 0e lijn (en zo kort mogelijke zorg) | Integraal | - Aansturing van zorgaanbieders bij inkoop - Inrichten en organiseren toegang i.v.m. sturing | - Minder mensen maken gebruik van duurdere zorg/voorzieningen. (verschuiving gebruik van 2e, 1e, naar 0e lijns |
instroom (maatwerk)voorzieninge n (w.o. gekantelde gesprekken) - Versterken van lokale basisvoorzieningen/vrij willige inzet. | voorzieningen (VNG) - Gelijke of hogere klanttevredenheid (VNG) - (Afname) van de gemiddelde duur van trajecten die succesvol zijn verlopen. | ||
Beleidsdoelstellingen beoogd maatschappelijk effect | Domein | Prestatie-indicator | Effectindicator |
Iedereen doet mee naar eigen vermogen | Integraal | - Mensen ondersteunen die kwetsbaar zijn. - Ondersteuning op maat. | - Maatschappelijke participatie - Participatie door werk: toename aantal mensen met reguliere baan, werkervaringsplaats, vrijwilligerswerk, mantelzorg, beschut werk en tegenprestatie. - Minder eenzaamheid/ meer sociale contacten (GGD/ VNG) |
Niemand valt buiten de boot | Integraal | - Inrichting van sociaal loket. - Inrichting Sociaal Team - Eén gezin één plan - Zorgcontinuïteit (w.o. bestaande klanten AWBZ) | - Vindbaarheid en nabijheid van de ondersteuning als de burger er op eigen kracht niet uitkomt, neemt toe. - De snelheid waarmee de hulp ingezet kan worden neemt toe. |
- Afname van de uitval/terugval/stoppe n van een traject. |
Indicatoren WIL | |||
Beleidsdoelstellingen beoogd maatschappelijk effect | Domein | Prestatie-indicator | Effectindicator |
Participatie door werk 1. In brede zin 2. In het kader van Social Return on Investment (SROI). 3. Op eigen kracht 4. In samenhang met zo gering mogelijke uitkerings- afhankelijkheid. | Werk (WIL Meerjare nbeleids plan 2014- 2018 | (1) Een aanpak gericht op het plaatsen van klanten bij werkgevers op regulier werk, werkervaringsplaatsen, participatieplaatsen, tegenprestatie en beschut werk. | (1) Het aantal plaatsingen van klanten bij werkgevers op regulier werk, werkervaringsplaats, participatieplaats, tegenprestatie en beschut werk. |
(2) Maken van afspraken over het opnemen van SROI in de aanbestedingen. | (2) Het aantal plaatsingen van klanten in het kader van Social Return on Investment | ||
(3) Preventiequote | |||
(3) - Versterken van de eigen kracht, motivatie en verantwoordelijkheid van klanten en werkgevers. - Ondersteuning van werkgevers. (4) Werk en Inkomen benadering. Hierdoor kunnen klanten worden voorgedragen voor en geplaatst op werk- en | (4) % uitstroom uit WWB uitkering naar zelfstandig beroep of bedrijf, regulier werk, of gesubsidieerd werk (verdeeld naar klantgroep). |
participatieplekken. |
Beleidsdoelstellingen beoogd maatschappelijk effect | Domein | Prestatie-indicator | Effectindicator |
Inkomen (1) Voorkomen van onnodig beroep op een uitkering of voorziening (2) Minder armoede. Ook inwoners met een laag inkomen, kunnen naar vermogen meedoen. | Werk (WIL Meerjare nbeleids plan 2014- 2018 | (1) Programma Poort & Schouw invoeren dat gericht is op het voorkomen van een onnodig beroep op een uitkering of voorziening. (2) - Preventieve maatregelen, integrale aanpak van de oorzaken en het voorkomen van terugval (nazorg). - % afgehandelde en openstaande aanvragen Bijzondere Bijstand met doorlooptijd < 8 weken. - Effectieve schuldhulpverlening. | (1) - Instroompercentage: het aantal aanvragen dat wordt toegekend afgezet tegen het totaal aantal aanvragen. - Gemiddelde duur van een uitkering naar doelgroep. (2) - Gebruik minimaregelingen (te meten aan de hand van het percentage bereik). - Wachttijd tot het eerste gesprek schuldhulpverlening. (conform de wet) - Succesvolle uitstroom uit Schuldhulpverlening/ op totaal aantal cliënten. |