Contract
Sectorconvenant 2021 - 2022 afgesloten tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van sector voor de erkende ondernemingen die buurtwerken of
-diensten leveren (PsC 322.01)
Tussen de VLAAMSE REGERING,
hierbij vertegenwoordigd door:
- Xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxx, De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw,
- De heer Xxx Xxxxx, De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand,
hierna de “Vlaamse Regering” genoemd,
en de SOCIALE PARTNERS VAN SECTOR voor de erkende ondernemingen die buurtwerken of - diensten leveren,
met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
- Xxxxxxx Xxx Xxxxxxxxx, Algemeen directeur Federgon;
- De xxxx Xxxxx Xxxxx,'Vlaams Platform DCO vzw';
met als vertegenwoordigers voor de werknemers:
- De xxxx Xxxxx Xxxxxx, Xxxxxxxx secretaris ABVV;
- Xxxxxxx Xxx Xxxxxxxxx, Voorzitter ACV Voeding & diensten;
- De xxxx Xxxxx Xxxxxxxxxx, Nationaal Sectoraal verantwoordelijke ACLVB;
hierna “de sector” genoemd,
WORDT OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT:
Verbintenissen van de Vlaamse Regering
Artikel 1. De Vlaamse Regering verbindt er zich toe in het kader van voorliggende overeenkomst tijdens de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022 een maximale toelage van 294.000,00 EUR uit te betalen aan het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Vorming voor de Erkende Ondernemingen die Buurtwerk- of diensten leveren, Xxxxxxxxx 00X xxx 000, xx 0000 Xxxxxxx (ondernemingsnummer: 0812.078.456 - bankrekeningnummer: XX00 0000 0000 0000) ter financiering van 3 VTE sectorconsulenten.
Artikel 2. De Vlaamse Regering stimuleert en ondersteunt de uitvoering van voorliggende overeenkomst door het organiseren van :
1. ad hoc-overleg met de sociale partners, op vraag van de sectoren;
2. klankbordvergaderingen waarbij knelpunten worden besproken en desgevallend beleidsaanbevelingen kunnen worden geformuleerd, op vraag van de sectoren;
3. netwerkbijeenkomsten met de sectorconsulenten die fungeren als doorgeefluik van informatie en die in het teken staan van onder meer ervaringsuitwisseling, opbouw van expertise, en sectoroverschrijdende samenwerking.
Verbintenissen van de sector
Artikel 3. De sector verbindt zich ertoe om conform artikel 4 van het decreet van 29 maart 2019 betreffende het kwaliteits- en registratiemodel van dienstverleners in het beleidsdomein werk en sociale economie een kwaliteitsregistratie op organisatieniveau aan te tonen. De wettelijke verplichtingen op het vlak van de kwaliteitsregistratie dient uiterlijk op 31 maart 2021 vervuld te zijn.
Artikel 4. De sector voor de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren verbindt zich ertoe om, op basis van het door de VESOC-partners goedgekeurde, inhoudelijke kader voor de sectorconvenants 2021-2022, een sectorale omgevingsanalyse en visie te ontwikkelen en vanuit deze visie prioriteiten te bepalen en er doelgerichte acties aan te koppelen. De sectorspecifieke maatregelen geformuleerd in dit convenant zijn verbintenissen die betrekking hebben op het ondersteunen en uitvoeren van:
- de afstemming tussen onderwijs en de arbeidsmarkt;
- een competentiebeleid, waaronder leven lang leren;
- het beleid van evenredige arbeidsdeelname en diversiteit, vermeld in het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt.
Artikel 5. De sector verbindt er zich toe de werkingssubsidie uitsluitend aan te wenden ter uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen. Hiertoe worden effectief 3 VTE sectorconsulenten ingezet. Zij zijn tewerkgesteld in een paritair beheerde organisatie en werken onder paritair toezicht. Ze zijn belast met het geheel van coördinerende, rapporterende en ondersteunende taken ter uitvoering van het sectorconvenant.
De loon- en werkingskosten van deze sectorconsulenten komen in aanmerking als subsidiabele kosten voor zover zij betrekking hebben op de uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen en voor zover ze uitgevoerd worden binnen de looptijd van het sectorconvenant. Bij ziekte of
ongeval van de sectorconsulent komt de periode van arbeidsongeschiktheid die door het gewaarborgd loon wordt vergoed in aanmerking voor de subsidie. De subsidie wordt in mindering gebracht wanneer de werkgever de afwezige sectorconsulent niet vervangt na afloop van de periode die is gedekt door het gewaarborgde loon. Periodes van tijdskrediet, loopbaanonderbreking of moederschapsverlof komen niet in aanmerking voor financiering, tenzij wordt aangetoond dat de functie van de sectorconsulent(e) tijdelijk tijdens zijn of haar afwezigheid door een vervang(st)er afdoende wordt uitgeoefend.
De maximale werkingssubsidie wordt toegekend voor de inzet van 3 VTE op jaarbasis. Indien de sectorconsulent tijdens zijn of haar afwezigheid niet afdoende vervangen wordt voor het continueren van de inspanningen in het kader van het sectorconvenant, vermindert de maximale werkingssubsidie. De werkingssubsidie wordt dan berekend per consulent per dag van de looptijd. Dit bedrag wordt vermenigvuldigd met het aantal dagen waarop geen/te weinig consulenten tewerkgesteld waren en in mindering gebracht.
De sector zal de naam van de sectorconsulenten aan het departement Werk en Sociale Economie bezorgen en wijzigingen melden.
Artikel 6. Ter verantwoording en ter evaluatie van deze overeenkomst bezorgt de sector ten laatste op 31 januari 2022 een voortgangsrapport en ten laatste op 31 januari 2023 een eindrapport aan het departement Werk en Sociale Economie. Het voortgangs- en eindrapport omvatten:
- de rapportering over de verschillende initiatieven ter realisering van het actieplan;
- de toetsing van de realisaties aan de resultaatsverbintenissen en de doelstellingen vermeld in het sectorconvenant;
- de verantwoording van de aanwending van de ontvangen subsidiebedragen (enkel voor het eindrapport).
Het departement Werk en Sociale Economie bezorgt de richtlijnen inzake de rapportering tijdig aan de sector.
Omgevingsanalyse
1. Sector in cijfers en trends
Voor het tweede convenant op rij sinds 2004 ondervindt de sector van de dienstencheques een stagnatie en een daling in de tewerkstelling alsook een daling van het aantal erkende ondernemingen. Het aantal ondernemingen daalde in functie van schaalvergroting en door de impact van de coronacrisis. Aan de gebruikerszijde constateren we ook een lagere vraag omwille van de coronacrisis.
Vanuit de groepssectorfoto zien we een aantal trends die ook reeds vroeger in de sector gekend waren.
1. Evolutie vacatures en tewerkstelling:
De groepssectorfoto geeft een vrij stabiel beeld wat betreft de ontvangen en openstaande vacatures. Wel merken we dat de bedrijven vaker grijpen naar alternatieve manieren van aanwerven zoals vb. social media kanalen. Mond aan mond reclame van mensen die in de sector werken en zo kennissen aanbrengen bij de werkgevers is ook een veelgebruikte manier van rekruteren onder groepen met een migratieachtergrond.
2. Cijfers werknemers dienstencheques:
We nemen hier niet de tabellen over uit de groepssectorfoto, zoals gevraagd door het departement Werk. Wel kunnen we vermelden dat de cijfers uit de groepssectorfoto representatief zijn voor de sector. De eigen werkbaarheidsstudie uitgevoerd door IDEA consult vertonen sterk vergelijkbare cijfers.
De sector wordt voornamelijk bevolkt door een kortgeschoold publiek 55.8% (sectorfoto) 46% lager secundair (Idea studie). Daarbij constateren we ook een oververtegenwoordiging van vrouwen, bijna 98% (sectorfoto en Idea studie).
Ook is diversiteit heel sterk aanwezig in onze sector met maar liefst 49.6% mensen met een buitenlandse herkomst. Vanuit onze Idea studie is dit minder duidelijk aangezien we niet op herkomst hebben gemeten, toch bedraagt in de studie dit 24%. Dit is wel terug te vinden in het jaarrapport 2017-2018 van de dienstencheques opgemaakt door de Vlaamse overheid. Geen enkele sector zorgt dan ook voor een betere arbeidsparticipatie van vrouwen met een migratieachtergrond. Er is in die groep ook een duidelijke oververtegenwoordiging van Oost - Europese herkomst 39,6%, enkel duidelijk vanuit de groepsectorfoto.
Ook in onze sector slaat de vergrijzing toe, uit de cijfers van de groepssectorfoto is 31.2% 50+ in onze sector. De Idea studie komt hier op 30%. Deze cijfers zijn dus vergelijkbaar
Wat betreft mensen met een arbeidshandicap scoren we met 8% in de middenmoot van alle sectoren. Deze 8% bestaat vooral uit mensen met een bijzonder onderwijs diploma. Hier werden in onze Idea studie geen cijfers rond verzameld.
Wat betreft het KMO gehalte van de sector kunnen we vrij duidelijk zijn dat wij deze voor een groot stuk ontgroeid zijn. Zeker wat betreft de kleine ondernemingen waar het hebben van minder dan 50 werknemers niet langer als rendabel wordt ervaren. Zelfs de middelgrote ondernemingen evolueren steeds meer naar een schaalvergroting, door te fusioneren met collega bedrijven. We zien dan ook een duidelijke schaalvergroting met een aantal bedrijven van 1000 en meer HHH.
2. Sterkte-zwakte analyse
STRENGTHS
• Maatschappellijke rol
• Work-life balans voor de werknemers en
voor de gebruikers,
• Weinig tot geen drempels tot instap als werknemer
• Zelfstandigheid in taakuitvoering
• Sociaal contact met klanten (die thuis zijn)
• Fysische job, in beweging zijn
• Afwisseling door variatie in klanten
• Na 3 maanden contract onbepaalde duur
• Meerwaarde voor de gebruiker
• Grote diversiteit onder werknemers
WEAKNESSES
• Imago
• Beperkt tot geen taakvariatie
• Beperkte leermogelijkheden
• Sociaal isolement
• Vereenzaming, fysisch zwaar
• beperkte toegang tot stage, werkplekleren en duaal leren
• Zwak NL taalniveau bij deel van werknemers
• Vaak deeltijdse job, zeker bij start
SWOT
OPPORTUNITIES
• Digitalisering (communicatie
klant/bedrijf/HHH /collega’s)
• Coaching en meter/peterschap
• Buurtwerking/ integrale buurtzorg
• Kruisbestuiving met andere sectoren
• Nauwere samenwerking met scholen en werkzoekendenorganisaties/ arbeidsmarktorganisaties
• Beste praktijk: Interesse van Europese Commissie en andere EUlanden voor Belgisch systeem
THREATS
• Afhankelijk van politieke wil/initiatief
• Verouderende personeelsbestand
• Marges onder druk
• Te trage aanpassingen van subsidiëring, regelgeving en regionalisering zaaien verdeeldheid en zorgen voor druk op het systeem, klant als werkgever
• Gezondheidsrisico’s (gebruik onveilige producten en materialen, Covid, …)
Op een heel aantal vlakken binnen deze analyse heeft het sectorfonds samen met de sociale partners reeds stappen gezet. We vermelden hier wel heel duidelijk dat dit gaat om initiatieven genomen in de schoot van het sPC 322.01 dat niet de hele dienstenchequesector vertegenwoordigd.
WEAKNESSES
Zo werden op het gebied van de zwaktes acties ondernomen om het imago van de sector te versterken bij zowel jongeren als klanten. Ook biedt het sectorfonds meer opleidingen aan dan ooit tevoren en ondersteunen we ook de job en taalcoaching door VDAB.
Een facet waar we sinds de start geen vooruitgang hebben geboekt zijn de mogelijkheden inzake stage, werkplek leren en duaal leren. Hierbij speelt het facet van de toegelaten activiteiten voor een HHH een cruciale rol. We noteren de vraag van de Vlaamse regering aan de sociale partners om de toepassing van werkplekleren of duaal leren in de sector te onderzoeken. We zullen deze dan ook opnemen.
OPPORTUNITIES
De digitalisering is zeker een feit in onze sector. De HHH maken gebruik van een smartphone om hun uren te registreren op de Sodexo app of om te communiceren met klant en het bureau. Op heden hebben we nog geen aanbod in die richting, maar dit kan nog komen, wanneer de sociale partners hier een akkoord over bereiken.
Coaching en peter/meterschap hangt een stuk samen met de zwakte van de stages en het werkplekleren. Sinds een 5-tal jaren leiden we HHH op tot coach voor hun collega HHH, maar door diffuse regelgeving zorgt dit voor terughoudendheid bij zowel bedrijven als HHH om hier in te stappen. We zien hier dus nog mooie opportuniteiten om dit verder uit te breiden in de sector.
Kruisbestuiving met andere sectoren is er de laatste jaren zeker al geweest, dit met Gezinszorg, Cevora en een 20-tal andere sectoren inzake Diversiteit. We zien in de nieuwe convenantperiode zeker mogelijkheden om hiermee verder te gaan, zeker inzake diversiteit waar er ondertussen een platform is waar een 20-tal sectoren rond dit thema op regelmatige basis samenwerken.
THREATHS
Het DC systeem is ondertussen een aantal jaar regionaal georganiseerd. Deze regionalisering heeft ervoor gezorgd dat de regelgeving complexer werd voor de bedrijven. Ook de onzekerheid inzake een lange termijn perspectief zorgen voor instabiliteit.
Door het verouderende personeelsbestand zal het werkbaar houden van de functie als HHH nog aan belang winnen in de toekomst. De sociale partners hebben daarom in de schoot van het sectoraal fonds het Werkbaarheidsfonds opgericht. Dit fonds buigt zich over de uitdagingen inzake Werkbaar werk in de sector.
Gezondheidsrisico’s als HHH: op het eerste zicht lijkt de job van HHH zich af te spelen in de veilige werkomgeving van een huis, met alledaagse huishoudproducten. Alleen is de langdurige blootstelling aan deze mogelijks een probleem. Daarom werd er samen met de KUL een onderzoek gestart dat eind 2021 dient afgerond te zijn. Het sectoraal fonds en zijn sociale partners spelen hier een actieve rol in de ontwikkeling van de onderzoeksmethodieken.
3. Sectorale uitdagingen
• Korte termijn
Op korte termijn zien we vooral uitdagingen in de heropstart na de Coronacrisis. Meeste bedrijven hebben hun activiteiten hervat, maar dat wil allerminst zeggen dat het “business as usual” is. We zien veel vragen bij huishoudhulpen over hoe ze moeten omgaan met deze nieuwe werksituatie. Ze werken namelijk niet op een traditionele werkvloer maar veranderen soms meermaals per dag van werkvloer. Verder zien we ook een terughoudendheid bij klanten om huishoudhulpen terug toe te laten in hun woningen. Het zal er dus voor de bedrijven op aan komen om op een gedegen manier om te gaan met deze bezorgdheden van zowel huishoudhulpen en klanten.
2de uitdaging zijn de deelname aan opleiding en vorming.
We blijven inzetten op onze startersopleidingen waar we op jaarbasis om en bij de 20.000 cursisten in opleiden en de promotie van het regionale opleidingsbudget voor de dienstenchequebedrijven
Bijkomend willen we de opleidingsparticipatie verder optrekken met bijkomende middelen vanuit het werkbaarheidsfonds, hoofdzakelijk voor ervaren werknemers ook middelen vanuit ESF waar we de komende 2 jaar 2500 opleidingssessies van 4 uur beogen, voor een totaal van 25000 cursisten.
• Lange termijn
Op lange termijn zien we nog steeds opportuniteiten voor mensen met een lage scholingsgraad om aan de slag te gaan in de sector. Ook de vervanging van ouder wordende huishoudhulpen zal ervoor zorgen dat er een blijvende vraag is naar nieuwe huishoudhulpen. Dit zal op zijn beurt weer leiden tot meer opleidingen in de sector om al deze mensen op het juiste competentieniveau te brengen. Communicatie tussen huishoudhulp en klant blijft ook op lange termijn een aandachtspunt, waarbij we dienen te blijven investeren in coaching op gebied van de job maar ook van de taal.
Ook de digitalisering blijft een aandachtspunt voor onze sector. Door de fysieke afstand tussen leidinggevende en huishoudhulp gebeurt de communicatie vaak via digitale kanalen, hier liggen zeker nog opportuniteiten om als sector verder te groeien.
Samen met de sociale partners wordt in de schoot van het sectorale vormingsfonds dan ook onderzocht of we HHH een opleidingsperspectief kunnen bieden doorheen hun loopbaan. De vorm hiervan wordt onderzocht in een werkgroep met de sociale partners in 2021.
Intersectorale toets | Samen met de sector van de gezinszorg (social profit) hebben we het op ons genomen om inzake werkbaar werk verder inspanning te leveren. Er is een ESF project ingediend waarbij we samen met sociale partners een lerend netwerk vormen om een visie op de toekomst te creëren. Verder werken we ook samen met Cevora om opleidingen tot bij onze consulenten te brengen dit is een uitdaging om dat strikt genomen deze medewerkers onder een ander paritair comité vallen. Toch willen we ons hier blijvend engageren om deze mensen op te leiden. |
Relancetoets | De meeste bedrijven hebben hun activiteiten hervat, maar dat wil allerminst zeggen dat het “business as usual” is. We zien veel vragen bij huishoudhulpen over hoe ze moeten omgaan met deze nieuwe werksituatie. Ze werken namelijk niet op een traditionele werkvloer maar veranderen soms meermaals per dag van werkvloer. Verder zien we ook een terughoudendheid bij klanten om huishoudhulpen terug toe te laten in hun woningen. Samen met Cevora werden zo een aantal digitale opleidingen gecreëerd voor consulenten die HHH en Klanten van op afstand dienen te ondersteunen. |
Partnerschappen op het snijvlak leren, werken en innoveren als middel om de complexe en maatschappelijke uitdagingen aan te gaan | Dit blijft nog steeds een hele moeilijke opdracht voor de sector aangezien stages, ibo en duaal leren niet kunnen binnen de activiteiten van een HHH. De sociale partners zullen, op vraag van de Vlaamse overheid, de toepassing van werkplekleren of duaal leren in de sector onderzoeken. |
Competentie- en loopbaangericht werken | We blijven inzetten op de opleiding van startende huishoudhulpen via onze startersopleiding. Bijkomend zetten we nu ook volop in, in de opleiding van ervaren HHH in het kader van het Werkbaarheidsfonds. Ook binnen dat Werkbaarheidsfonds hebben we in 2021/2022 een ESF project voorzien voor opleiding. (in afwachting van goedkeuring door ESF Vlaanderen) De sectorconsulenten zijn bij de uitrol van deze projecten het eerste aanspreekpunt van de bedrijven. Zij zorgen voor de “verkoop” van het project bij elke onderneming van klein tot groot. |
Visie – prioriteiten
Het is belangrijk om naast de visie ook de structuur en mandaten die het sectoraal vormingsfonds opnemen binnen de sector te schetsen. Het sectoraal vormingsfonds maakt integraal deel uit van de dienstenchequesector, maar vertegenwoordigd niet de dienstenchequesector. Het sectoraal vormingsfonds neemt vooral initiatieven inzake vorming, instroom, diversiteit en sinds een aantal jaar ook werkbaar werk.
We doen dit in Vlaanderen met een team van 4 sectorconsulenten (waarvan 3 gedeeltelijk betaald via het sectorconvenant) een teamleader, een directeur en een administratief bediende. Alle initiatieven die verder worden genomen worden integraal betaald uit eigen middelen van de sector of via projectmiddelen. De middelen van het sectorconvenant vertegenwoordigen hier slechts 3% van het jaarlijkse budget.
De functie van sectorconsulent is bij ons die van een basismedewerker. Hij/zij dient van alle markten thuis te zijn en houdt nauw contact met zijn/haar bedrijven. Ze zijn de voelsprieten van het sectoraal vormingsfonds. Dit doen ze onder meer door veelvuldige bezoeken bij de bedrijven. We streven hier naar een 50-tal bedrijfsbezoeken per jaar per VTE sectorconsulent. Ten tijde van Xxxxxx is dit niet langer mogelijk en hebben we de fysieke bezoeken vervangen door virtuele bezoeken via Teams, Zoom, Webinars en online infosessies. Hieronder kan u het organigram van het sectoraal vormingsfonds terugvinden.
Inhoudelijk zorgt de sectorconsulent voor de verspreiding van de verschillende projecten, tools en acties die worden uitgewerkt binnen het sectoraal vormingsfonds. Deze zijn hieronder opgenomen in de prioriteiten
Overzicht prioriteiten en acties
1. Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt | Prioriteit 1: instroom • Actie: Bijzondere toeleidingsprojecten in provinciesteden ondersteunen, organiseren en stimuleren • Actie: de job van HHH promoten in scholen door middel van de ontwikkeling van educatief materiaal voor leerkrachten |
Prioriteit 2: onderwijs • Actie: Promotie maken voor de job van HHH binnen onderwijs |
• Actie: Aangepaste tools ontwikkelen | |
2. Levenslang leren en werkbaar werk | Prioriteit 1: werkbaar werk • Actie: maken van een nieuwe werkbaarheidsscan • Actie: opleidingen werkbaar werk • Actie: lerend netwerk • Actie: Werkbaarheidsfonds |
Prioriteit 2: Levenslang leren • Actie: opleidingen • Actie: Specifiek aanbod voor startende medewerkers • Actie: Ontwikkelen en uitdragen van initiatieven inzake competentieontwikkeling voor huishoudhulpen • Actie: Ondersteunen en uitdragen van initiatieven inzake competentie-ontwikkeling voor werkgevers en omkaderend personeel | |
3. Non- discriminatie en inclusie | Voor 2021 – 2022 sluit de sector een addendum af voor sensibiliserende, informerende en ondersteunende acties. |
1. Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt
Visie
Er bestaat geen specifieke (schoolse) vooropleiding voor een functie als dienstenchequewerknemer. Bovendien sluit de wetgever enkele zaken uit die niet te vereenzelvigen zijn met de regelgeving in het kader van de dienstencheques. Zo zijn stages, IBO en werkplekleren moeilijk combineerbaar met de bestaande regelgeving. DWSE zal onderzoeken hoe werkplekleren in de sector dienstencheques kan worden vormgegeven. Eenmaal dit verduidelijkt is en hieromtrent een adequaat kader voorhanden is, zal de sector mee aan de kar trekken om werkplekleren ingang te laten vinden in de sector. Het beroep spreekt jongeren in het algemeen en schoolverlaters in het bijzonder niet echt aan. 17,6% van de werknemers in de sector is jonger dan 30 jaar.
Gezien de toegenomen krapte op de arbeidsmarkt is de sector genoodzaakt om optimaal in te zetten op de beschikbare arbeidskrachten door zich, onder andere, te focussen op de (jonge) werkzoekende. De verdere tewerkstelling van kortgeschoolden en het benutten van het potentieel van de kansengroepen vormt hier de inzet. De sector zal aldus blijven(d) inzetten op de verdere ontwikkeling van de basiscompetenties bij werkzoekenden.
Resultaatsverbintenis: 2021-2022 Als sector willen we 10 kennismakingsworkshops organiseren doorheen de hele convenantperiode. Betrokken partners |
Binnen het thema arbeidsmarkt en onderwijs zijn de scholen, overheid, bedrijven.
Prioriteiten en acties
Prioriteit 1: Instroom | |
Actie: kenbaar maken en | Omschrijving: |
ondersteunen van (mobiele) | De arbeidsmarkt blijft krap. Huishoudhulp of het werken als |
opleidingen schoonmaak bij | dienstenchequewerknemer bij particulieren blijft een |
particulieren en jobdates in | knelpuntberoep. De instroom in de sector blijft echter van |
de Vlaamse gemeentes. | essentieel belang voor het voortbestaan van de vele |
ondernemingen. Samen met externe partners zetten we verder | |
in op het toeleiden van goed opgeleide en gemotiveerde | |
medewerkers via lokale en mobiele opleidingen. Dit neemt de | |
vorm aan van informatiesessies naar werkzoekenden en | |
xxxxxxxx x.x.x. arbeidsmarktactoren zoals VDAB en | |
tenderpartners. |
• Werkzoekenden en begeleiders een duidelijk beeld geven van de sector. • Instroom genereren via arbeidsmarktactoren (VDAB- en/of VDAB- competentiecentra, tenderpartners, CVO’s en andere relevante derden). • Opleidingsaanbod van VDAB en derden kenbaar maken voor werkzoekenden via de communicatiekanalen van het Sectoraal Vormingsfonds. • Aanbieden van alternatieve instroomkanalen aan dienstenchequebedrijven , zoals ESF activatieprojecten vanuit steden en gemeenten. | |
Timing: 2021 en 2022 Hele convenant periode. | |
Betrokken partners: VDAB, tenderpartners, derden, onderwijsinstellingen en lokale besturen. | |
Inspanningsverbintenissen: Hier voorzien we een 10-tal informatiesessies gedurende de convenantperiode voor werkzoekenden. Deze kunnen in begeleiding zijn bij VDAB, OCMW, Derdenpartners of andere organisaties die werkzoekenden en leerlingen naar werk begeleiden. Inhoudelijk zorgen we voor een aangepast programma voor de verschillende doelgroepen. Een samenvatting van de inhoud van deze sessies kan u hier terugvinden onder de vorm van een video. Deze video vormt het uitgangspunt voor de informatiesessie. | |
Actie: Bijzondere toeleidingsprojecten in provinciesteden ondersteunen, organiseren en stimuleren | Omschrijving: De sector wil inzetten op alternatieve instroom via bijzondere toeleidingsprojecten gericht op kansengroepen, vluchtelingen, kortgeschoolden, schoolverlaters en/of allochtonen. Samen met gemotiveerde DCO’s en lokale besturen zet de sector periodiek toeleidingsprojecten op met relevante partners, vaak in een stedelijke context. • Werkzoekenden en begeleiders een duidelijk beeld geven van de sector. • Instroom genereren via alternatieve arbeidsmarktactoren (OCMW, specifieke tenderpartners, basiseducatie, …). Onderzoek naar de instroom via de diversiteitsmonitoring. |
Timing: Hele convenant periode. | |
Betrokken partners: VDAB, tenderpartners, ocmw’s, lokale besturen, DCO’s, derden. | |
Inspanningsverbintenissen: We willen via deze projecten een 20-tal personen begeleiden naar een tewerkstelling in de sector. |
Prioriteit 2: Onderwijs | |
Actie: Aangepaste tools ontwikkelen | Omschrijving: Binnen deze actie ontwikkelen we 3 tools die uitmonden in 1 sollicitatiebox (of deze echt fysiek is of digitaal dienen we nog te analyseren) 1. Hallo Huishoudhulp 2. Voorstellingstool 3. Video CV tool Deze tools zullen dan gebruikt worden in de actie 2 van deze prioriteit. |
Timing: 2021/2022. | |
Betrokken partners: Vorm dc, onderwijs en bedrijven. | |
Inspanningsverbintenissen: De creatie van 3 bovenstaande tools. | |
Actie: Promotie maken voor de job van HHH binnen onderwijs | Omschrijving: Op heden zijn er finaliteitsopleidingen binnen het regulier onderwijs (waar wij weet van hebben). Toch krijgen wij vragen van leerkrachten die bv zorg geven om hen didactisch materiaal ter beschikking te stellen inzake het onderwerp “Poetsen bij mensen thuis”. Zij hebben namelijk ook lln. die minder interesse hebben voor het zorgluik van de opleiding, maar wel perfect kunnen functioneren in onze sector als HHH. Vorig jaar werd zo de website “My perfect day” voorgesteld bij een 50-tal leerkrachten. Deze focust vooral op de competenties die men nodig heeft om de job te kunnen uitoefenen. Dit als digitale aanvulling op onze papieren schoonmaakgidsen waar we er 5.000 gratis verspreiden binnen het onderwijs. In het nieuwe federale risicogroep project gaan we nu een stap verder en gaan we voor leerkrachten tools ontwikkelen waarmee ze jongeren kunnen klaarstomen om te solliciteren in de sector. Dit onder de vorm van een sollicitatiebox waar onder andere onderstaande thema’s aan bod kunnen komen: • inhoud en arbeidsvoorwaarden job: voorstellingstool + Hallo Huishoudhulp-tool • hoe solliciteren op een innoverende manier (sollicitatietraining en video CV) • innoverende xxxxxxxx • Xxxxxxxxxxx en invoeren van ’ambassadeurschap’ in de sector (Ambassador-project) Dit pakket wordt voorgesteld en beschikbaar gesteld aan scholen , maar ook aan arbeidsmarktpartners en uiteraard ook aan DCO’s. Dit is een tool voor leerkrachten, trajectbegeleiders, opleiders, arbeidsbemiddelaars, bedrijven. We gaan hiervoor |
kennismakingsworkshops organiseren in de verschillende provincies. De sectorconsulenten kunnen bij scholengroepen deze info gaan geven. We verspreiden dit ook via de koepels, die op hun beurt dit kunnen verspreiden naar hun leerkrachten. | |
Timing: 2021 en 2022 Gedurende de hele convenantperiode. | |
Betrokken partners: Bedrijven, arbeidsmarkactoren en onderwijs. | |
Inspanningsverbintenissen: Kennismakingsworkshops over de sollicitatiebox in scholen en voor werkzoekenden Aantal: 10 per convenantsperiode. |
2. Levenslang leren en werkbaar werk
Visie
Werkbaar werk blijft voor de sector in 2021 en 2022 een absolute prioriteit. De sociale partners hebben in de vorige convenantperiode (2020) een sectoraal akkoord gesloten waarin ze de uitbouw van het “Werkbaarheidsfonds” verderzetten. Dit fonds zet in op zowel de huishoudhulpen, het ondersteunde personeel, de klanten en het management. We lichten dit toe in de verschillende acties.
De cijfers van oktober 2020 verkregen via de Vlaamse overheid tonen dat er 759 dienstenchequebedrijven zijn met een maatschappelijke zetel in Vlaanderen. Het profiel van deze bedrijven is heel uiteenlopend, toch zien we steeds minder kleine ondernemingen en middelgrote ondernemingen. Om min of meer rendabel te kunnen werken heb je al gauw meer dan 250 HHH nodig. Dit is ook te merken aan het groot aantal fusies en overnames de laatste jaren. Het aantal dienstenchequekantoren in de Vlaamse regio is een veelvoud van het aantal maatschappelijke zetels. Tot vorige convenantperiode was het de taak van de sectorconsulenten om zoveel mogelijk kantoren uit hun regio individueel te bezoeken, met de bedoeling om hen kennis te laten maken met de integrale werking van Vorm DC. Door de coronacrisis werden de sectorconsulenten genoodzaakt om hun aanpak te wijzigingen en worden er nu meer virtuele bedrijfsbezoeken georganiseerd. We zien deze evolutie dan ook als een integraal deel van onze aanpak voor de volgende jaren.
Sinds een 3-tal jaar is daar ook het thema Werkbaar Werk bijgekomen onder de vorm van het Werkbaarheidsfonds. Het WB fonds heeft geen eigen personeel maar maakt gebruik van de sectorconsulenten als contactpersonen bij de bedrijven. De middelen die binnen het WB fonds werden vrijgemaakt komen integraal van de bedrijven en vanaf 1 november 2020 ook van 3 ESF projecten.
Levenslang leren is het tweede deel van deze prioriteit. Dit zit integraal verwerkt in de dagdagelijkse werking van Vorm DC en het WB fonds. Vanuit Vorm DC ondersteunen we de startende HHH’en in hun opleidingstraject. Dit onder de vorm van een subsidie van minimaal 9 uur en maximaal 18 uur binnen de eerste 9 maanden na aanwerving. Daarna komen meer ervaren HHH’en in aanmerking voor trajecten binnen het WB fonds.
Resultaatsverbintenis: De sectorconsulenten hebben een doel van 50 bedrijfsbezoeken per VTE per jaar. Concreet 150 bedrijfbezoeken per jaar voor de 3 VTE (fysiek of virtueel) |
Betrokken partners
Externe opleiders, ESF Vlaanderen, bedrijven, Sector Gezinszorg, VDAB
Prioriteiten en acties
Prioriteit 1: Werkbaar werk | |
Actie: maken van een nieuwe werkbaarheidsscan = ESF project | Omschrijving: In het kader van de ESF oproep nr 504: Werkbaarheidsscan en Werkbaarheidsconsulent zal de sector zijn oude werkbaarheidsscan vernieuwen. Door middel van werkgroepen met bedrijven en sociale partners zal er een nieuwe up to date tool gecreëerd worden. |
Timing: 2021 en 2022 Hele convenant periode. | |
Betrokken partners: Sociale partners, bedrijven, sectorconsulenten, Serv, externe experten inzake werkbaar werk. | |
Inspanningsverbintenissen: Gedurende 2021 zal er voornamelijk gewerkt worden rond wat de scan dient te meten, dat zal de vorm aannemen van een 4- tal werkgroepen onder leiding van een externe expert. Vanaf 2022 zal dan de ontwikkeling van de tool gebeuren om eind 2022/begin 2023 gelanceerd te worden bij de bedrijven. In het tweede luik van het project zal met een expertengroep een blueprint gemaakt worden wat de functie, taken en meerwaarde kan zijn van een werkbaarheidsconsulent. We gaan hier dus geen werkbaarheidsconsulenten aanwerven, maar een onderzoek voeren naar wat de best mogelijk manier van werken is. | |
Actie: opleidingen werkbaar werk = ESF project | Omschrijving: In het kader van het werkbaarheidsfonds en de ESF oproep 505: opleidingen Werkbaar werk werden er voor ervaren huishoudhulpen extra middelen vrijgemaakt door de sociale partners en ESF Vlaanderen. De doelstelling is om in 2021 en 2022 bedrijven op een snelle manier opleidingen te laten organiseren voor deze huishoudhulpen rond thema’s in het kader van Werkbaar werk. Thema’s die aan bod komen zijn: - Ergonomie - Omgaan met stress |
- Veiligheid in tijden van corona - Assertieve communicatie - EHBO. | |
Timing: Gehele convenant periode. | |
Betrokken partners: Externe opleiders, ESF Vlaanderen, bedrijven. | |
Inspanningsverbintenissen: We wensen hier voor de hele convenantperiode minimaal 5000 HHH opleiden. | |
Actie: lerend netwerk = ESF project | Omschrijving: Samen met sector van de gezinszorg wensen we een lerend netwerk te creëren waarbij sociale partners en bedrijven een visie op lange termijn ontwikkelen inzake het thema werkbaar werk. Dit lerend netwerk zal onder de vorm van een aantal werkgroepen een lange termijn plan opmaken tegen het einde van de convenantperiode. |
Timing: Gehele convenant periode. | |
Betrokken partners: Sector Gezinszorg, sociale partners, bedrijven. | |
Inspanningsverbintenissen: Een uitgeschreven lange termijn plan inzake werkbaar werk voor de dienstenchequemedewerkers. | |
Actie: Werkbaarheidsfonds | Omschrijving: Het WB fonds maakt integraal deel uit van het sectoraal vormingsfonds maar heeft als specifieke opdracht de werkbaarheid binnen de sector verder uit te bouwen. Dit door middel van 4 actiepunten bepaald door de sociale partners. 1. Studies inzake Werkbaar werk 2. Coaching 3. Sensibilisering en opleiding 4. Campagne naar het grote publiek Studies inzake Werkbaar werk: Binnen dit onderdeel van het WB fonds werd er in 2018 een studie gemaakt over de toenmalige situatie binnen de sector. Deze dient nog steeds als uitgangspunt voor de andere actiepunten binnen het WB fonds. In 2020 werd er gestart met een studie rond de effecten van producten op de gezondheid van de HHH. Door de coronacrisis kon de KUL deze niet afwerken en wordt deze verdergezet in 2021. Coaching: De sociale partners vinden het cruciaal dat ervaren HHH hun kennis kunnen doorgeven aan andere HHH. Dit zorgt voor een continuïteit in de sector, maar ook voor een jobafwisseling voor mensen met een langere staat van dienst. Op heden zijn er ongeveer een 300 coaches opgeleid door het WB fonds, maar omwille van de beperking van taken binnen sPC 322.01 zijn een |
heel aantal bedrijven nog niet ingestapt in dit project. Zoals eerder reeds vermeld is het dan ook van groot belang dat er duidelijkheid wordt gecreëerd over het al dan niet toelaten van het begeleiden van een HHH op de werkvloer door een collega HHH. Sensibilisering en opleiding: Het WB fonds kreeg ook de opdracht van de sociale partners om opleidingen te voorzien voor HHH, consulenten van bedrijven en het management. Zo voorzien we de komende jaren bijkomende opleidingen voor HHH rond thema’s als soft skills, ergonomie, welzijn, … . Voor de consulenten is er een samenwerking waarbij WB fonds zorgt voor de promotie van de door Cevora aangeboden opleidingen. Verder voorziet het WB fonds ook in een tegemoetkoming in de kosten voor consulenten die niet ressorteren onder PC 200. Als laatste organiseren we jaarlijks een 3-tal opleiding voor bedrijfsleiders, HR-managers, preventieadviseurs rond relevante thema’s voor de sector. In 2020 was dit “Hoe uw medewerkers ondersteunen ten tijde van Xxxxxx?” Campagne naar het grote publiek Daar een goede bewustmaking van de klanten onontbeerlijk is om de doelstellingen inzake werkbaar werk in onze sector te bereiken die door de sociale partners zijn vastgesteld, zal het Werkbaarheidsfonds een aantrekkelijke inlichtingscampagne uitwerken rond het welzijn van de huishoudhulp met aandacht voor volgende thema’s: In 2019 en 2020 werden thema’s van “degelijk materiaal” en “ respect” aangekaart. In 2021 en 2022 zal er werk gemaakt worden van een of twee nieuwe campagnes. Mogelijke thema’s zijn hier: - kwaliteit van de arbeid - respect voor de huishoudhulp - diversiteit - ergonomie - strijd tegen passief roken - verscheidenheid van de taken - goede producten. | |
Timing: Voorjaar 2021 en 2022. | |
Betrokken partners: Bedrijven, derden. | |
Inspanningsverbintenissen: We voorzien hier een campagne naar analogie van de 2 vorige “Zoals alle professionals heeft jouw huishoudhulp degelijk materiaal nodig” en “Niks hocus pokus, dit is het werk van een professional”. |
Prioriteit 2 : Levenslang leren | |
Actie: opleidingen | Omschrijving: LLL is noodzakelijk, voor iedere werknemer i.h.k.v. ‘aan het werk blijven’; dit laatste op een gezonde manier te doen met aandacht voor evoluties op vlak van producten, materialen, digitalisering maar ook over het omgaan met situaties zoals Covid-19. Daarom ziet Vorm DC het als haar missie om opleidingen te organiseren en te subsidiëren (Werkbaarheidsfonds, starters, jongerenprojecten) die aansluiten bij de noden van HHH met aandacht voor methodieken die hen aanspreken. Onderwerpen opleidingen: • Onderwerpen starters: preventie & veiligheid, ergonomie, organisatie van het werk, kennis van de producten en materialen, strijken, klantgericht werken. • Onderwerpen WBF: Assertieve communicatie in moeilijke werksituaties, Welzijn op de werkvloer, Xxxxxxxxx, EHBO. • Soft skills opleidingen: grenzen kunnen en durven aangeven, duidelijk communiceren, oplossingsgericht handelen, luisteren en empathisch reageren, zich kunnen aanpassen, motivatie, positiviteit, omgaan met ongepast gedrag. |
Timing: 2021 en 2022 Hele convenant periode. | |
Betrokken partners: VDAB en andere externe opleiders, sectorale sociale partners. | |
Inspanningsverbintenissen: Opleiden van 5000 HHH gedurende de convenant periode. | |
Actie: Specifiek aanbod voor startende medewerkers | Omschrijving: Deze actie is deels overlappend met de vorige acties, maar verdient extra aandacht omdat het gros van de middelen van Vorm DC hier naar toe gaat. Dit is een engagement van de sociale partners en beoogt de opleiding van startende werknemers binnen de sector blijvend te verplichten en bedrijven hierin te ondersteunen. Zo wenst men de startende werknemers de nodige competenties vanaf het begin van hun tewerkstelling in de sector mee te geven. Deze actie impliceert: • Het bekendmaken van deze vormingsverplichting door middel van bedrijfsbezoeken, gerichte mailingsacties en informatie via de website. • Een doorgedreven communicatiestrategie (sensibilisering en ondersteuning van bedrijven). • Het verder uitbouwen en aanbieden van een aangepast opleidingsaanbod over heel Vlaanderen. |
• Ondersteunende rol van het Sectoraal Vormingsfonds en haar sectorconsulenten voor bedrijven inzake vorming en competentieontwikkeling. | |
Timing: 2021 en 2022 Hele convenant periode. | |
Betrokken partners: VDAB en andere externe opleiders, sectorale sociale partners. | |
Inspanningsverbintenissen: Realiseren van 300 opleidingsplannen in het kader van de startersopleidingen. | |
Actie: Ontwikkelen en uitdragen van initiatieven inzake competentieontwikkeling voor huishoudhulpen. | Omschrijving: Uit studies blijkt dat er heel wat generieke en technische competentietekorten bestaan bij nieuwe en bestaande werknemers. De doelstelling van de sector is naast een waaier aan opleidingsinitiatieven aan te bieden ook nieuwe instrumenten te ontwikkelen die de werkgever en werknemer kunnen bijstaan in de ontwikkeling van hun competenties. Dit vertaalt zich in: • Verspreiding van cursusmateriaal onder de vorm van de schoonmaakgidsen. • Geletterdheid: ondersteunen, informeren en sensibiliseren van bedrijven m.b.t. het thema. • Het gericht ondersteunen van de huishoudhulpen middels de T.O.P. (Taal Ondersteunende Werkplanner). • Sensibilisering van werkgevers i.k.v. taalcoaching op de werkvloer d.m.v. de T.O.P.. • Informeren over onze digitale omgeving: My perfect Day • Coachopleidingen blijven voorzien. Opleiding tot nieuwe coaches 45+. • jaarlijkse verdiepingsopleidingen voor actieve door ons opgeleide coaches. + subsidies voorzien voor coachingstrajecten die ze uitvoeren. • Informeren rond de VDAB job- en taalcoaching trajecten. Alle bovenstaande acties komen tot bij de bedrijven via bedrijfsbezoeken, nieuwsbrief, de website, social media en ad hoc evenementen georganiseerd door Vorm DC en zijn partners. |
Timing: Gehele convenant periode. | |
Betrokken partners: externe opleiders, VDAB, de werkplekarchitecten, onderwijs en andere partners. | |
Inspanningsverbintenissen: We verspreiden hier gedurende de convenantperiode 10.000 schoonmaakgidsen. | |
Actie: Ondersteunen en uitdragen van initiatieven inzake competentie- | Omschrijving: Naast het opleiden van huishoudhulpen blijft het van primordiaal belang dat ook werkgevers en omkaderend |
ontwikkeling voor werkgevers en omkaderend personeel. | personeel blijvend geïnformeerd, opgeleid en ondersteund worden. Het omkaderend personeel moet beschikken over de nodige kennis en vaardigheden om (opleidings)noden, tekortkomingen of problemen bij huishoudhulpen te detecteren. De sector zal dan ook flankerend werken om door middel van ondersteuning van deze personen ervoor te zorgen dat de huishoudhulpen hun competenties kunnen versterken. Concreet zal dit zich vertalen in: • Het verderzetten van de samenwerking met CEVORA voor opleidingen voor consulenten van Dienstenchequeondernemingen. • Het bijkomend ondersteunen en informeren van omkaderend personeel (in spe) in kader van de werkzoekendenopleiding (tot consulent in de dienstenchequesector) van derden (bv. VDAB en Cevora, …). • Het informeren van bedrijven over bestaande en nieuwe regionale initiatieven rond competentieontwikkeling? • Het informeren van nieuw opgestarte bedrijven door deelname aan de WSE-infosessies voor nieuwe erkende bedrijven in de sector. • Infosessies i.s.m. VDAB voor consulenten en werkgevers – regionaal : aandacht voor het psychosociaal welzijn van HHH in moeilijke tijden zoals nu bv. Corona (Xxxxx Xxxxxxx voor dag van de diensten i.s.m. VDAB). |
Timing: Gehele convenant periode. | |
Betrokken partners: Cevora, VDAB, Departement WSE, Basiseducatie, Regionale Vormingsfondsen. | |
Inspanningsverbintenissen: Aanbieden van opleidingen voor consulenten via CEVORA, via de open opleidingskalender van CEVORA. |
3. Non-discriminatie en inclusie
Visie
Deze visie wordt gekopieerd in het addendum non-discriminatie & inclusie
Naast de heterogeniteit in werkgevers kent de sector eveneens een grote verscheidenheid in haar werknemers. Met een heel divers palet van huishoudhulpen kan men stellen dat de dienstenchequesector kansen biedt aan iedereen op de arbeidsmarkt. De cijfers uit de sectorfoto geven duidelijk aan dat we aan de top staan van de meest diverse sectoren.
Bovendien kenmerkt de sector zich door een laagdrempelige instap naar werk. Specifieke doelgroepen, zoals, kortgeschoolden, anderstaligen krijgen in onze sector vaak hun eerste kansen
op de arbeidsmarkt. Mannen, zijn daarentegen ondervertegenwoordigd in onze sector, met een aandeel van slechts 2.5%.
De unieke driehoeksrelatie tussen klant, huishoudhulp en Dienstenchequeonderneming, en in het bijzonder de reciproke relatie tussen de klant en de DCO, leveren vaak de bron van (mogelijke) discriminatie op.
Onze sector staat dus garant voor een diverse personeelsbezetting en kansen voor iedereen op de arbeidsmarkt. We willen dan ook blijvend een voorbeeld zijn naar andere sectoren ervoor zorgen dat iedereen zijn/haar kansen krijgt op de arbeidsmarkt.
We willen dit bereiken door in de andere thema’s uit het sectorconvenant waakzaam te blijven dat we geen mensen onbewust of bewust uitsluiten uit acties, opleidingen, informatiesessies die we als Vorm DC ter beschikking stellen. Dit is te merken aan bijvoorbeeld de T.O.P of de laagtaligheid van onze gidsen.
Resultaatsverbintenis: 2021: uitvoering van sensibiliserende, informerende en ondersteunende acties 2022: uitvoering van sensibiliserende, informerende en ondersteunende acties |
Prioriteiten en acties
Zie addendum 2021 – 2022
Rode draden
Intersectorale toets | Levenslang leren en werkbaar werk Prioriteit 1: Actie: lerend netwerk Prioriteit 2: Actie: Ondersteunen en uitdragen van initiatieven inzake competentie-ontwikkeling voor werkgevers en omkaderend personeel in samenwerking met Cevora De sector draagt ook actief bij aan de werking van de intersectorale adviseurs |
Relancetoets | Levenslang leren en werkbaar werk Prioriteit 2: Actie: Ontwikkelen en uitdragen van initiatieven inzake competentieontwikkeling voor huishoudhulpen Prioriteit 2: Actie: Ondersteunen en uitdragen van initiatieven inzake competentie-ontwikkeling voor werkgevers en omkaderend personeel |
Partnerschappen op het snijvlak leren, werken en innoveren als middel om de complexe en maatschappelijke uitdagingen aan te gaan | Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt Prioriteit 1: Actie: Bijzondere toeleidingsprojecten in provinciesteden ondersteunen Prioriteit 1: Actie: Aangepaste tools ontwikkelen Levenslang leren en werkbaar werk Prioriteit 1: Actie: lerend netwerk |
Competentie- en loopbaangericht werken | Xxxxxxxxxx leren en werkbaar werk Prioriteit 1: Actie1: lerend netwerk Prioriteit 1: Actie: maken van een nieuwe werkbaarheidsscan Prioriteit 1: Actie: opleidingen werkbaar werk Prioriteit 2: Actie: opleidingen Prioriteit 2: Actie: Specifiek aanbod voor startende medewerkers Prioriteit 2: Actie: Ontwikkelen en uitdragen van initiatieven inzake competentieontwikkeling voor huishoudhulpen Prioriteit 2: Actie: Ondersteunen en uitdragen van initiatieven inzake competentie-ontwikkeling voor werkgevers en omkaderend personeel |
Algemene bepalingen inzake financiering, beëindiging, wijziging, evaluatie, controle en toezicht van de overeenkomst
Financiering
Twintig procent van het in artikel 1 vermelde bedrag wordt uitbetaald in zoverre de resultaatsverbintenis per decretaal thema is behaald. Als een resultaatsverbintenis niet wordt behaald, wordt de twintig procent a rato van het aantal behaalde resultaatsverbintenissen betaald.
Beëindiging
- Het sectorconvenant wordt afgesloten voor een periode van 2 jaar. Het sectorconvenant kan niet stilzwijgend worden verlengd.
- Het sectorconvenant eindigt hetzij bij het verstrijken van de looptijd, hetzij bij onderlinge overeenkomst tussen de partijen, hetzij door opzegging. De partijen kunnen op elk moment het sectorconvenant opzeggen, mits ze een opzegtermijn van 6 maanden in acht nemen. De kennisgeving van de opzegging gebeurt per aangetekende brief. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste werkdag na de kennisgeving. Het sectorconvenant kan door de Vlaamse Regering worden beëindigd zonder inachtname van een opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding als het algemeen belang dat in buitengewone omstandigheden vereist. Als bij de evaluatie door het departement Werk en Sociale Economie wordt vastgesteld dat de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties op ernstige wijze tekortschieten in de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen, kan de Vlaamse Regering het sectorconvenant eenzijdig beëindigen zonder opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding.
Wijzigbaarheid
- De Vlaamse Regering bepaalt na voorafgaand overleg tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners in het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité, de wijze waarop bijsturingen of wijzigingen van het actieplan of van de verbintenissen in het sectorconvenant tijdens de looptijd worden doorgevoerd.
Evaluatie
- Het departement Werk en Sociale Economie voorziet richtlijnen voor de inhoudelijke en financiële rapportage. Bij de opvolgingsmomenten en evaluaties wordt nagegaan of de aangegane verbintenissen ook effectief zijn bereikt.
Controle en toezicht
- De sociaalrechtelijke inspecteurs van de administratie zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van het decreet op de sectorconvenants en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan in het geval van een vastgestelde inbreuk het sectorconvenant opschorten.
Opgemaakt in drie originele exemplaren waarvan elke partij een exemplaar ontvangt te Brussel op
Namens de Vlaamse Regering,
De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw,
Xxxxx XXXXXXX
De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand,
Xxx XXXXX
Namens de sociale partners van de sector voor de erkende ondernemingen die buurtwerken of diensten leveren,
met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
Xxxxxxx Xxx XXXXXXXXX, Algemeen directeur Federgon
De xxxx Xxxxx XXXXX, 'Vlaams Platform DCO vzw'
en met als vertegenwoordigers voor de werknemers:
De xxxx Xxxxx XXXXXX, Xxxxxxxx secretaris ABVV
Xxxxxxx Xxx XXXXXXXXX, Voorzitter ACV Voeding & diensten
De xxxx Xxxxx XXXXXXXXXX, Nationaal Sectoraal verantwoordelijke ACLVB