Beoordelingsreglement voor de opleiding
Beoordelingsreglement voor de opleiding
Getuigschrift Vervolmaking in de pedagogische wetenschappen
Vooraf
Dit beoordelingsreglement bevat de algemene bepalingen die van toepassing zijn op de opleiding Vervolmaking in de pedagogische wetenschappen.
De aanvullingen en bijzondere bepalingen werden goedgekeurd door de vicedecaan onderwijs van de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen op 15 juni 2016.
Artikel 1 Door de inschrijving ontstaat een contract
Door de centrale inschrijving aan de KU Leuven voor deze permanente vormingsopleiding met getuigschrift te voltooien, accepteert de cursist de voorwaarden waaronder deze opleiding wordt georganiseerd en die in dit beoordelingsreglement zijn opgenomen.
Dit beoordelingsreglement geldt voor alle cursisten die door hun inschrijving hiermee instemmen en voor de duur van de opleiding waarvoor ze zijn ingeschreven.
Artikel 2 Vrijstellingen voor onderdelen van de opleiding
Er worden geen vrijstellingen verleend voor onderdelen van de opleiding, tenzij in de aanvullingen anders is bepaald.
Artikel 3 Afwijkingen op basis van functiebeperking of ernstige medische reden
Aan cursisten die een functiebeperking of een ernstige medische reden hebben, kunnen afwijkingen worden toegestaan op de uitdrukkelijk verplicht gestelde aanwezigheden en/of de gebruikte evaluatievorm. Het aanvragen van afwijkingen verloopt volgens de afspraken in de extra informatie over de opleiding.
Artikel 4 Evaluatie en evaluatieresultaten
§1. De evaluator gaat na of een cursist de leerresultaten heeft behaald van een bepaald onderdeel. Deze beoordeling kan slechts plaatsvinden wanneer de cursist regelmatig is ingeschreven en het inschrijvingsgeld heeft betaald. In het geval evaluatie-opdrachten moeten worden beoordeeld door iemand die bloed- of aanverwant is tot en met de vierde graad, wordt na overleg met de voorzitter van de beoordelingscommissie het examen/de evaluatie afgenomen door een andere medewerker van de opleiding.
§2. Er zijn geen bijkomende voorwaarden om deel te nemen aan examens /evaluatie, tenzij anders bepaald in de aanvullingen.
AANVULLINGEN
Voor de opleiding Vervolmaking in de pedagogische wetenschappen geldt een aanwezigheidsplicht van 100%, in de vorm van 36 weken stage (5 werkdagen/week) tijdens één academiejaar (max. studiebelasting van 1800 uren). Bij uitzondering kan de stage ook deeltijds plaatsvinden (45 weken van 4 werkdagen tijdens één academiejaar). Tijdens de stage wordt een actieve inzet verwacht van de student. Vakantie wordt niet meegerekend. De student mag maximum 4 dagen ziekteverlof opnemen. Indien deze 4 dagen ziekteverlof worden overschreden, dient de student de bijkomende dagen in te halen. De precieze aanwezigheidsplicht wordt voor de start van de opleiding in overleg tussen de ZAP-supervisor(en), de student en eventueel de praktijkbegeleider vastgelegd.
Gedurende het permanente vormingsjaar vinden er minstens twee evaluatiegesprekken plaats tussen de ZAP-supervisor(en), de student en eventueel de praktijkbegeleider, namelijk tussentijds en aan het einde van de opleiding. De evaluatie gebeurt rekening houdend met de volgende aspecten: basiscompetenties, vakinhoudelijk handelen, functioneren als een professional in een organisatie, denken en handelen vanuit het perspectief van een scientist-practitioner, persoonlijke ontwikkeling. Meer bepaald wordt het bereiken van een voldoende niveau en kwaliteit aan competenties door de student beoordeeld. Op het einde van het permanente vormingsjaar (uiterlijk een week voor het eind-evaluatiegesprek en ten laatste op 15 juni of 15 augustus) dient de cursist een eindverslag in.
Het eindverslag wordt geëvalueerd door de ZAP-supervisor(en) en een collega-ZAP-supervisor.
Wanneer een cursist niet voldoet aan de aanwezigheidsplicht of aan het tijdig indienen van het eindverslag, is de sanctie als volgt: het onderdeel wordt beschouwd als NA.
In de opleiding Vervolmaking in de pedagogische wetenschappen worden geen graden van verdienste toegekend.
§3. De cursisten worden geëvalueerd in de evaluatieperiode en volgens de evaluatiewijze zoals bepaald in de aanvullingen.
AANVULLINGEN
In de opleiding Vervolmaking in de pedagogische wetenschappen geldt permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode.
Precieze plaats en tijdstip van de examens/evaluaties worden ten laatste 3 weken vóór de start van de evaluatie gepreciseerd.
§4. Evaluatie vindt plaats in de taal waarin de opleiding is onderwezen, tenzij anders is meegedeeld in de aanvullingen.
§5. De resultaten van de evaluatie worden weergegeven via een formule geslaagd/niet-geslaagd (pass/fail) tenzij anders is bepaald in de aanvullingen.
Artikel 5 Werking van de beoordelingscommissie
§1. De beoordelingscommissie voor de opleiding bestaat uit een voorzitter, secretaris en ten minste één andere evaluator of lesgever binnen de opleiding. De academisch verantwoordelijke voor de opleiding is voorzitter van de beoordelingscommissie, tenzij dit in de aanvullingen anders bepaald is. Als de opleiding een formele ombudspersoon heeft aangesteld, neemt die als waarnemer deel aan de beraadslagingen.
AANVULLINGEN
De beoordelingscommissie bestaat uit volgende leden: Xxxx Xxxxx (voorzitter), Xxx Xxxxxxxxxx, Xxxx Xxxxxxxxx (secretaris)
§2. Leden van de beoordelingscommissie nemen geen deel aan de beraadslaging over beslissingen ten aanzien van bloed- en aanverwanten tot en met de vierde graad.
§3. Alle leden van de beoordelingscommissie zijn stemgerechtigd.
§4. Als bepaalde cursisten zich tijdens de beraadslaging ter beschikking van de beoordelingscommissie moeten houden, worden zij hiervan op initiatief van de voorzitter op voorhand verwittigd.
§5. De leden van de beoordelingscommissie en alle andere personen die aanwezig zouden zijn om de beraadslaging efficiënt te doen verlopen, zijn gehouden tot absolute discretie omtrent de inhoud en het verloop van de beraadslaging.
Artikel 6 (beslissing van de beoordelingscommissie)
§1. Na elke evaluatieperiode, zoals bepaald in de aanvullingen voor de opleiding bij artikel 4§3, legt de beoordelingscommissie voor elke cursist definitief de resultaten vast. Na afloop van alle evaluatiemomenten beslist zij – van zodra resultaten voor alle onderdelen voorliggen – over het slagen voor het geheel van de opleiding.
§2. De beoordelingscommissie beslist als college bij consensus en kan geldig vergaderen van zodra de helft van de leden aanwezig is. Elk lid van de deliberatiecommissie kan een stemming vragen. Bij stemmingen volstaat een eenvoudige meerderheid waarbij onthoudingen niet worden meegerekend. Bij staking van stemmen geldt het voor de cursist meest gunstige resultaat als eindbeslissing.
§3. De beoordelingscommissie kan uitzonderlijk, indien zij oordeelt dat het door de evaluator voorgestelde cijfer voor een onderdeel kennelijk onredelijk is, het voorstel van de evaluator voor een cursist of een groep cursisten aanpassen.
§4. Een cursist is geslaagd voor een onderdeel als hij volgens de bepaling van artikel 4§5 geslaagd is.
§5. Een cursist is geslaagd voor de gehele opleiding als hij voor elk van de onderdelen is geslaagd.
§6. Van de beraadslaging wordt een beraadslagingsverslag opgesteld en bewaard. Dit document bevat in elk geval de aanwezige leden, de finale resultaten voor de cursisten, of er in voorkomend geval is gestemd en met welk resultaat, en de motivering wanneer voor een cursist wordt beslist tot slagen hoewel de cursist niet slaagde voor elk van de individuele onderdelen.
Artikel 7 (mededeling en bespreking van de resultaten)
§1. Na elke evaluatieperiode worden de resultaten voor volledig afgewerkte onderdelen en – in voorkomend geval – het geheel van de opleiding schriftelijk aan de cursisten meegedeeld ten laatste 3 weken na de beraadslaging. Deelresultaten verworven buiten de formele evaluatieperiodes van art. 4§3 worden aan de cursisten meegedeeld volgens de afspraken in de extra informatie over de opleiding.
§2. De cursisten krijgen een mogelijkheid tot inzage van hun evaluatie en tot een nabespreking over de resultaten volgens de afspraken en binnen de termijnen vastgelegd in de extra informatie over de opleiding.
Artikel 8 Herkansingen
§1. Cursisten die zijn geslaagd voor een opleiding of een onderdeel daarvan, krijgen geen mogelijkheid om te herkansen met het oog op het behalen van een hoger resultaat.
§2. Cursisten die niet zijn geslaagd voor een opleiding of een onderdeel daarvan, krijgen geen herkansingsmogelijkheid tenzij anders bepaald in de aanvullingen.
Artikel 9 Fraude
Als fraude wordt beschouwd elk gedrag van de cursist in het kader van een evaluatie waardoor de cursist het vormen van een juist oordeel omtrent de kennis, het inzicht en/of de vaardigheden van hemzelf of van andere cursisten geheel of gedeeltelijk onmogelijk maakt of poogt te maken. Op grond van fraude kan de beoordelingscommissie bij de beraadslaging of in een vervroegde bijeenkomst een sanctie opleggen aan de cursist, gaande van onder andere het verplicht opnieuw afleggen van het onderdeel tot en met een formele uitsluiting zonder mogelijkheid her in te schrijven.
Bij zeer ernstige fraude kan de universiteit een genomen gunstige beslissing juridisch als onbestaande beschouwen en ongeacht het moment waarop de onregelmatigheid wordt vastgesteld, beslissen dat de behaalde resultaten nietig zijn en de eventueel afgeleverde attesten voor onderdelen en/of getuigschriften voor de opleiding terugvorderen.
Artikel 10 Klacht ten aanzien van de vastgelegde resultaten
§1. Een klacht kan worden ingediend via mail bij de voorzitter van de beoordelingscommissie binnen een termijn van 15 kalenderdagen na de mededeling van het resultaat volgens art. 6§1. In het verzoek tot heroverweging wordt ten minste gemeld: identiteit, nummer van studentenkaart, mailadres voor verdere communicatie, omschrijving en datum van de genomen beslissing en omschrijving van de ingeroepen bezwaren.
§2. De voorzitter van de beoordelingscommissie beoordeelt de ingeroepen bezwaren en beslist tot:
- ongegrondheid. Hij brengt in dat geval zijn gemotiveerde beslissing binnen een termijn van 15 kalenderdagen ter kennis van de cursist.
- voorlegging van de overwegingen aan de beoordelingscommissie. De beslissing tot bevestiging of wijziging van de oorspronkelijke beslissing wordt de cursist ter kennis gebracht overeenkomstig art. 7§1.
§3. Wanneer de cursist na deze vraag tot heroverweging meent nog altijd gegronde redenen te hebben om de beslissing aan te vechten, kan hij bij de decaan van de faculteit, tenzij anders bepaald in de aanvullingen, beroep instellen. Deze neemt een definitieve beslissing waartegen geen verder intern verhaal mogelijk is.
Voor externe klachten betreffende de totstandkoming en uitvoering van de overeenkomst tussen cursist en de onderwijsinstelling, zijn uitsluitend de rechtbanken van Leuven bevoegd.