BERAADSLAGING NR. 20/011 VAN 15 MEI 2020 BETREFFENDE DE MEDEDELING VAN GEPSEUDONIMISEERDE PERSOONSGEGEVENS DOOR DE FOD FINANCIEN AAN HET CENTRUM VOOR DEMOGRAFIE, FAMILIE EN GEZONDHEID VAN DE UNIVERSITEIT ANTWERPEN MET TUSSENKOMST VAN DE KRUISPUNTBANK...
Informatieveiligheidscomité kamer federale overheid
BERAADSLAGING NR. 20/011 VAN 15 MEI 2020 BETREFFENDE DE MEDEDELING VAN GEPSEUDONIMISEERDE PERSOONSGEGEVENS DOOR DE FOD FINANCIEN AAN HET CENTRUM VOOR DEMOGRAFIE, FAMILIE EN GEZONDHEID VAN DE UNIVERSITEIT ANTWERPEN MET TUSSENKOMST VAN DE KRUISPUNTBANK VAN DE SOCIALE ZEKERHEID VOOR EEN ANALYSE VAN DE SOCIO- ECONOMISCHE DIFFERENTIATIE INZAKE DE GEZINSVORMING
Gelet op de wet van 15 augustus 2012 houdende oprichting en organisatie van een federale dienstenintegrator, in het bijzonder artikel 35/1;
Gelet op de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit, in het bijzonder artikel 114;
Gelet op de wet van 5 september 2018 tot oprichting van het informatieveiligheidscomité en tot wijziging van diverse wetten betreffende de uitvoering van verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG, in het bijzonder artikel 98;
Gelet op de aanvraag van het Centrum voor Demografie Familie en Gezondheid van de Universiteit Antwerpen;
Gelet op de beraadslaging nr. 20/089 van 7 april 2020 van de afdeling sociale zekerheid over de mededeling van gespeudonimiseerde persoonsgegevens door de Kruispuntbank van sociale zekerheid aan het Centrum voor demografie, familie en gezondheid van de Universiteit Antwerpen voor een analyse van de socio-economische differentiatie inzake de gezinsvorming
Gelet op het rapport van de federale overheidsdienst Beleid en Ondersteuning; Gelet op het verslag van de voorzitster.
A. ONDERWERP VAN DE AANVRAAG
1. Voor een analyse van de socio-economische differentiatie inzake de gezinsvorming op basis van longitudinale administratieve persoonsgegevens voor België wil het Centrum voor Demografie Familie en Gezondheid van de Universiteit Antwerpen bepaalde gepseudonimiseerde persoonsgegevens afkomstig uit het netwerk van de sociale zekerheid,
van de FOD Financiën en van de Algemene Directie Statistiek – Statistics Belgium (hierna: “Statbel”) ontvangen en verwerken.
2. De aanvrager beoogt met dit onderzoeksproject project i) de continuering van onderzoek naar patronen van gezinsvorming dat eerder werd uitgevoerd op basis van de volkstellingen en data van het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale bescherming en ii) de uitbreiding van dit onderzoek aan de hand van de verdere mogelijkheden die de koppeling van het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming aan andere administratieve gegevens (Census, FOD Financiën, contextuele informatie) biedt, met name gedetailleerde informatie omtrent opleidingsniveau, het gebruik van kinderopvang en dienstencheques, en de mogelijkheid om de invloed van contextuele karakteristieken op patronen van gezinsvorming in detail te onderzoeken.
3. De onderzoekspopulatie wordt als volgt bepaald. De gevraagde persoonsgegevens hebben betrekking op de vrouwen van 15 tot en met 50 jaar oud die wettelijk in België verbleven in de periode van 1 januari 2005 tot 31 december 2017. Eerst wordt een representatieve steekproef getrokken van de betrokkenen die tussen 15 en 50 jaar oud waren op 1 januari 2005 (zij worden longitudinaal opgevolgd tot en met de leeftijd van 50 jaar, tot hun vertrek uit België, tot hun overlijden of tot het eind van de observatieperiode op 31 december 2017). De basissteekproef wordt aangevuld met een jaarlijkse steekproef van 15-jarigen en een jaarlijkse steekproef van personen van 16 tot en met 50 jaar oud die zich het voorgaande jaar in België gevestigd hebben. De basissteekproef en de aanvullende steekproeven worden disproportioneel gestratificeerd naar herkomst1, waarbij de bevolking van buitenlandse herkomst enigszins oververtegenwoordigd wordt (voor de personen met Belgische herkomst geldt een steekproeffractie van één vijfenveertigste, voor de personen met buitenlandse herkomst geldt een steekproeffractie van één vijfentwintigste). In totaal gaat het om ongeveer
120.000 steekproefpersonen. Per geselecteerde worden voor elk jaar van de observatieperiode ook persoonsgegevens met betrekking tot de socio-economische positie van de gezinsleden verwerkt (zij worden slechts opgevolgd zolang ze deel uitmaken van het gezin van een geselecteerde steekproefpersoon).
4. Per betrokkene (steekproefpersoon of gezinslid van een steekproefpersoon) zouden de volgende persoonsgegevens uit het netwerk van de sociale zekerheid worden verwerkt.
Persoons- en gezinskenmerken: het uniek volgnummer, de geboortedatum (jaar en maand), de overlijdensdatum (jaar en maand), het geslacht, de hoedanigheid (steekproefpersoon of gezinslid), de herkomst (Belgisch of niet-Belgisch), het uniek volgnummer van de referentiepersoon, het geslacht van de referentiepersoon, het uniek volgnummer van elk van de beide ouders, het aantal gezinsleden, de relatie met de referentiepersoon, de LIPRO- gezinspositie, het gezinstype, de nationaliteit (in klassen), de eerste nationaliteit (in klassen), de eerste nationaliteit van elk van de beide ouders (in klassen), het geboorteland (in klassen), het geboorteland van elk van de beide ouders (in klassen), de burgerlijke staat, de datum van de wijziging van de burgerlijke staat (jaar en maand), de datum van de inschrijving in het Rijksregister (jaar en maand), de verblijfsreden, de datum van de regularisatie of erkenning als asielzoeker (jaar en kwartaal), de geboortedatum van elk van de kinderen (jaar en maand),
1 De herkomst wordt bepaald aan de hand van de huidige nationaliteit van de betrokkene, de eerste nationaliteit van de betrokkene en de eerste nationaliteit van zijn ouders.
de wettelijke samenwoning, de begindatum van de wettelijke samenwoning (jaar en maand), de einddatum van de wettelijke samenwoning (jaar en maand) en het uniek volgnummer van de partner in geval van wettelijke samenwoning.
Socio-economische positie en arbeidsprestaties: de nomenclatuurcode van de socio- economische positie, het beroep, de aard van de tewerkstelling, de werknemersklasse, de bijdragecategorie van de zelfstandige, de hoedanigheidscode van de zelfstandige, de activiteitensector van de zelfstandige, het gecumuleerd percentage deeltijdse arbeid, de werknemerscode, de belangrijkheidscode van de arbeidsprestaties, het percentage van een voltijdse job dat de deeltijdse werknemer presteert, de voornaamste activiteitensector van de werkgever, de verhouding tussen het aantal uren volgens het contract en het aantal uren van de maatman (=modelpersoon), het arbeidsregime op de laatste dag van het kwartaal, de dimensieklasse van de werkgever, het uniek volgnummer van de werkgever, het gemiddeld aantal te presteren uren per week van de maatman, het gemiddeld aantal uren per week van de voltijdse maatman, de sector, de werkintensiteit op gezinsniveau, de combinatie van een arbeidsmarktpositie als persoon in loopbaanonderbreking of tijdskrediet (deeltijds of volledig) met werk, recht op leefloon of financiële hulp of een ziekenfondsdossier, de activiteitensector en de reden, het statuut, het stelsel en de aard van de loopbaanonderbreking of het tijdskrediet.
Inkomen (bedragen in klassen): het fiscaal jaarinkomen van de zelfstandige, de gewone bezoldiging in het kwartaal, het gemiddeld dagloon, het bruto-inkomen op jaarbasis, het inkomen uit zelfstandige arbeid op jaarbasis, het vervangingsinkomen, het type uitkering, de aanvangsdatum van de betalingsperiode bij invaliditeit (jaar en maand), de einddatum van de betalingsperiode bij invaliditeit (jaar en maand), het aantal betaalde uitkeringsdagen voor de vermelde periode, het bedrag van de ontvangen uitkeringen, de aanduiding van het zwangerschapsverlof, het statuut van rechtgevend kind, de aanduiding dat het rechtgevend kind al dan niet werkt, de aanduiding dat het rechtgevend kind al dan niet leefloon of financiële hulp van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn ontvangt, de brutogezinsbijslag in het stelsel van de zelfstandigen, de hoedanigheid van de bijslagtrekkende ten opzichte van de rechthebbende, de hoedanigheid van elke actor in het kinderbijslagdossier (rechtgevend kind, rechthebbende of bijslagtrekkende), de begindatum van de betaling van de kinderbijslagen voor elk rechtgevend kind (jaar en maand) en de einddatum van de betaling van de kinderbijslagen voor elk rechtgevend kind (jaar en maand).
Opleiding: het ISCED-studiegebied (International Standard Classification of Education), het ISCED-studieniveau, de datum waarop het bewijs werd uitgereikt (jaar en maand), het studiedomein, het hoogste opleidingsniveau, het academiejaar waarin het diploma werd uitgereikt, het jaar waarin de student zijn diploma van hoger secundair onderwijs heeft behaald, het jaar waarin de student zijn diploma van de hogeschool heeft behaald, de door de student gevolgde studiecyclus, de studiecategorie in geval van niet-universitair onderwijs en het door de student gekozen studiedomein.
Situatie van werklozen en werkzoekenden: de activering, de tewerkstelling in een plaatselijk werkgelegenheidsagentschap, het als zelfstandige of helper in bijberoep ontvangen van een uitkering als volledig uitkeringsgerechtigde werkloze, de vrijstelling van inschrijving als werkzoekende ingevolge de beroepsopleiding of het recht op leefloon of financiële hulp, het als werkzoekende gekend zijn bij een gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling, de
inschrijvingsduur, de referentiemaand, het bedrag van de ontvangen uitkeringen (in klassen), het aantal maanden werkloosheid en de categorie van werkzoekende.
Inkomensgarantieuitkeringen en tussenkomsten van openbare centra voor maatschappelijk welzijn: het combineren van een arbeidsmarktpositie als werkende met een inkomensgarantie-uitkering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, het combineren van een arbeidsmarktpositie als werkende met het recht op maatschappelijke integratie of maatschappelijke hulp vanwege een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en het combineren van een arbeidsmarktpositie als werkzoekende met het recht op leefloon of financiële hulp vanwege een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
Uittrede (pensionering) en vervroegde uittrede (brugpensioen of stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag) uit de arbeidsmarkt: het combineren van een arbeidsmarktpositie als werkende met een halftijds brugpensioen of een halftijds stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, het combineren van een arbeidsmarktpositie als werkende met een voltijds brugpensioen of een voltijds stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en het combineren van een arbeidsmarktpositie als werkende met het statuut van gepensioneerde sociaal verzekerde.
Invaliditeit: het combineren van een arbeidsmarktpositie als werkende of pensioentrekkende met een invaliditeitsuitkering of een ziekenfondsdossier, het combineren van een uitkering ingevolge een beroepsziekte met het statuut van werkende, werkzoekende, vrijgestelde werkzoekende, persoon in volledige loopbaanonderbreking of volledig tijdskrediet, persoon met recht op leefloon of financiële hulp, gepensioneerde, volledig bruggepensioneerde of kind dat recht op kinderbijslag geeft en de aanduiding dat het kind met een invaliditeitsuitkering recht op kinderbijslag geeft.
Demografische en socio-economische karakteristieken op het niveau van de gemeente van de woonplaats van de betrokkene: het gewest van de woonplaats, de provincie van de woonplaats, het aantal inwoners van de gemeente van de woonplaats per jaar en kwartaal (het bevolkingsaantal in klassen), het aantal inwoners per vierkante kilometer van de gemeente van de woonplaats per jaar en kwartaal (de bevolkingsdichtheid in klassen) en het aantal werklozen van de gemeente van de woonplaats per jaar en kwartaal (de werkloosheidsgraad in klassen).
De bevoegdheid om zich uit te spreken over de mededeling van deze gepseudonimiseerde persoonsgegevens uit het netwerk van de sociale zekerheid komt toe aan de kamer sociale zekerheid en gezondheid van het Informatieveiligheidscomité, dewelke bij beraadslaging van beraadslaging nr. 20/089 van 7 april 2020 effectief een toelating voor deze mededeling heeft verleend.
5. De onderzoekers willen ook gebruik maken van persoonsgegevens over het opleidingsniveau (STATBEL, census 2011: het hoogst behaalde opleidingsniveau dat met succes voltooid werd, het hoogst behaalde studiedomein, het onderwijsniveau van de opleiding en het studiedomein van de opleiding) en persoonsgegevens over de fiscale inkomsten (federale overheidsdienst Financiën, IPCAL-databank: persoonskenmerken en gezinslasten, wedden
en lonen, uitgaven die recht geven op belastingverminderingen, inkomsten van onroerende goederen en intresten en kapitaalaflossingen die recht op een belastingvoordeel geven).
De bevoegdheid om zich over de mededeling van persoonsgegevens door de FOD Financiën uit te spreken komt toe aan de kamer federale overheid van het Informatieveiligheidscomité.
6. De persoonsgegevens uit de diverse bronnen zouden na de koppeling door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid worden gepseudonimiseerd – door het vervangen van elk eigenlijk identificatienummer door een uniek betekenisloos volgnummer en door het vervangen van bepaalde criteriumwaarden (in het bijzonder deze met betrekking tot datums en bedragen) door de klasse waartoe zij behoren – en ter beschikking gesteld van de onderzoekers.
7. Het Centrum voor Demografie Familie en Gezondheid van de Universiteit Antwerpen deelt de gepseudonimiseerde persoonsgegevens niet mee aan derden. Het houdt ze bij tot 31 december 2030 en ze vernietigt ze daarna. De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van haar kant zou de gepseudonimiseerde persoonsgegevens gedurende tien jaar bijhouden met het oog op de verdere follow-up van het administratief panel.
II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG
A. ONTVANKELIJKHEID EN BEVOEGDHEID VAN HET COMITE
8. Krachtens artikel 35/1 van de wet van 15 augustus 2012 houdende oprichting en organisatie van een federale dienstenintegrator vergt de mededeling van persoonsgegevens door overheidsdiensten en openbare instellingen van de federale overheid aan andere derden dan instellingen van sociale zekerheid bedoeld in artikel 2, eerste lid, 2° van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, een voorafgaande beraadslaging van de kamer federale overheid van het informatieveiligheidscomité voor zover de verwerkingsverantwoordelijken van de meedelende instantie en de ontvangende instanties, in uitvoering van artikel 20 van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, niet tot een akkoord komen over de mededeling of minstens één van de verwerkingsverantwoordelijken om een beraadslaging verzoekt en de andere verwerkingsverantwoordelijken daarvan in kennis heeft gesteld. Het Comité neemt akte van het feit dat er geen akkoord over de mededeling werd bekomen.
9. In voorliggend geval wordt de mededeling beoogd van gepseudonimiseerde persoonsgegevens afkomstig van de FOD Financiën uit de IPCAL-databank. Het Comité is derhalve bevoegd.
B. TEN GRONDE
B.1. VERANTWOORDINGSPLICHT
10. Overeenkomstig artikel 5, §2, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming2 (hierna ‘AVG’ genoemd) is het Centrum voor demografie, familie en gezondheid van de
2 Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG.
Universiteit Antwerpen als verwerkingsverantwoordelijke verantwoordelijk voor het naleven van de beginselen van de AVG en moet het in staat zijn dit aan te tonen.
11. Het Comité wijst erop dat de verantwoordelijke voor de verwerking register van de verwerkingsactiviteiten die onder zijn verantwoordelijkheid plaatsvindt, moeten bijhouden overeenkomstig de voorwaarden opgenomen in artikel 30 AVG.
B.2. RECHTMATIGHEID
12. Overeenkomstig art. 5, §1, a), AVG moeten persoonsgegevens worden verwerkt op een wijze die ten aanzien van de betrokkene rechtmatig is. Dit houdt in dat de beoogde verwerking een basis moet vinden in één van de rechtmatigheidsgronden vermeld in artikel 6 AVG.
13. Het Comité stelt vast dat de verwerking overeenkomstig art. 6, §1, e), AVG noodzakelijk is voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is opgedragen. De Universiteit Antwerpen vervult immers overeenkomstig artikel II. 18 Codex Hoger Onderwijs een drievoudige opdracht van algemeen belang op het gebied van hoger onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en maatschappelijke en wetenschappelijke dienstverlening. De mededeling van de beoogde gepseudonimiseerde persoonsgegevens is noodzakelijk in het kader van een wetenschappelijk onderzoek dat door een onderzoeksinstelling verbonden aan de Universiteit Antwerpen zal worden uitgevoerd.
B.3. DOELBINDING
14. Artikel 5, §1, b), van de Algemene verordening gegevensbescherming (hierna “de AVG”) laat de verwerking van persoonsgegevens slechts toe voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden (principe van doelbinding). De gegevens mogen bovendien niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met die doeleinden. De verdere verwerking met het oog op wetenschappelijk onderzoek wordt niet als onverenigbaar met de oorspronkelijke doeleinden beschouwd als voldaan wordt aan de voorwaarden van artikel 89, §1, van de AVG. Hierna onderzoekt het Comité in welke mate deze voorwaarden voldaan zijn.
15. Dit project beoogt een gedetailleerde analyse van i) recente trends in vruchtbaarheid naar natuurlijke rang van de geboorte, ii) de analyse van socio-economische verschillen in de manier waarop gezin en arbeid worden gecombineerd, iii) de implicaties van deze socio- economische verschillen voor de te verwachten evolutie van vruchtbaarheid en het beleid en
iv) de effecten van sociaal beleid en context op de wederkerige relatie tussen sociaal- economische positie en gezinsvorming. Concreet worden 4 mechanismen onderzocht:
- het effect van socio-economische positie (arbeidsmarktpositie, inkomen,…) op de transitie naar ouderschap;
- het effect van de transitie naar ouderschap op de socio-economische positie en gebruik van ouderschapsverlof;
- het effect van de socio-economische positie na ouderschap op verdere gezinsuitbreiding.
- het effect van sociaal beleid en context op de wederkerige relatie tussen socio-economische positie enerzijds en gezinsvorming en –uitbreiding anderzijds.
Voor elk van deze mechanismen wordt tot slot onderzocht in hoeverre de dynamiek verschilt naar gelang de herkomst van de betrokkene.
16. Het Comité is van oordeel dat dit welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden betreft. Het brengt in herinnering dat de gevraagde gegevens enkel met het oog op deze doeleinden mogen worden verwerkt.
17. Wat de verdere verwerking voor wetenschappelijke doeleinden betreft, vereist artikel 89, §1, van de AVG passende waarborgen in overeenstemming met de AVG voor de rechten en vrijheden van de betrokkenen. Die waarborgen moeten ervoor zorgen dat er technische en organisatorische maatregelen worden getroffen om de inachtneming van het beginsel van minimale gegevensverwerking te garanderen. Deze maatregelen kunnen pseudonimisering omvatten, mits aldus die doeleinden in kwestie kunnen worden verwezenlijkt. Wanneer die doeleinden kunnen worden verwezenlijkt door verdere verwerking die de identificatie van betrokkenen niet of niet langer toelaat, moeten zij aldus worden verwezenlijkt.
18. Het Comité stelt vast dat het voor de aanvrager niet mogelijk is om in het kader van dit onderzoek met anonieme gegevens te werken, omdat hij over gedetailleerde informatie dient te beschikken om de situatie van individuele personen te kunnen analyseren en het risico op onrechtstreekse identificatie aldus niet volledig kan worden uitgesloten. Het Comité stelt vast dat de aanvrager erin voorziet dat de persoonsgegevens worden gekoppeld en gepseudonimiseerd door een derde vertrouwenspersoon (trusted third party), meer bepaald de Kruispuntbank voor de sociale zekerheid die hiertoe de wettelijke opdracht heeft gekregen
19. Het Comité wijst erop dat de derde vertrouwenspersoon ertoe gehouden is om, naast de pseudonimisering, een small cell risk analyse uit te voeren en in voorkomend geval bewerkingen op de gegevens uit te voeren (zoals aggregatie van gegevens). Dit heeft tot doel om te verzekeren dat de betrokkenen niet kunnen worden geheridentificeerd aan de hand van het voorkomen van een te beperkt aantal gevallen per gegevenscategorie.
20. Tot slot constateert het Comité dat de betrokkenen in principe op grond van artikel 14, §1, AVG zouden moeten worden geïnformeerd vooraleer de gegevens aan de aanvrager worden overgemaakt. Gelet op de omvang van de steekproef (meer dan 120.000 steekproefpersonen vermeerderd met hun gezinsleden) en het feit dat geen exacte gegevens worden verkregen (de bedragen worden per klasse van 50 euro doorgegeven en de KSZ zorgt voor een afdoende pseudonimisering, inclusief een small cell risk analyse), is het Comité van oordeel dat een kennisgeving onevenredig veel inspanning zou kosten. De partijen zijn dan ook in uitvoering van artikel 14, §5, b), AVG vrijgesteld van een voorafgaandelijke individuele kennisgeving aan de betrokkenen. Desalniettemin acht het Comité het aangewezen dat in een algemene transparantie wordt voorzien, door bijvoorbeeld op de respectieve websites informatie te verschaffen omtrent de finaliteit en de modaliteiten van de doorgifte van persoonsgegevens.
B.4. PROPORTIONALITEITSBEGINSEL
B.4.1. Minimale gegevensverwerking
21. Artikel 5, §1, b), AVG stelt dat persoonsgegevens ter zake dienend en beperkt tot wat noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt (“minimale gegevensverwerking”), moeten zijn.
22. De aanvrager vraagt toegang tot volgende (gepseudonimiseerde) persoonsgegevens van de FOD Financiën uit de databank met aangiftes van de inkomstenbelasting (IPCAL-databank) betreffende de steekproef van 120.000 personen en hun gezinsleden.
• VAK II. Persoonlijke gegevens en gezinslasten
Benaming gegeven | Beschrijving gegeven | |
1030-37 | Aantal kinderen fiscaal ten laste | |
1038-29 | Aantal kinderen vermeld in 1, a die op 1.1.xxxx nog geen 3 jaar waren en voor wie in vak X, B geen belastingvermindering voor een kinderoppas wordt gevraagd | |
1034-33 | Aantal kinderen fiscaal ten laste, helft belastingvoordeel voor partner (co-ouderschap) | |
1054-13 | Aantal kinderen vermeld in 2, a die op 1.1.xxxx nog geen 3 jaar waren en voor wie in vak X, B geen belastingvermindering voor een kinderoppas wordt gevraagd | |
1036-31 | Aantal kinderen fiscaal ten laste van de ander partner met helft belastingvoordeel voor de aangifte- indiener (co-ouderschap) | |
1058-09 | Aantal kinderen vermeld in 3, a die op 1.1.xxxx nog geen 3 jaar waren en voor wie in vak X, B geen belastingvermindering voor een kinderoppas wordt gevraagd |
• VAK IV. Wedden, lonen, etc.
Benaming gegeven | Beschrijving gegeven | Mogelijke waarden |
1250-11/2250- 78 | Totaal van wedden, lonen, enz. | Bedrag – in klassen van 50 euro |
• VAK X. (Uitgaven die recht geven op) belastingverminderingen
• Uitbesteding huishoudelijke taken
Benaming gegeven | Beschrijving Gegeven | Mogelijke Waarden |
IPCAL A3840 (2005-2012) IPCAL A7444 (2005-2012) IPCAL B7444 (2005-2012) IPCAL A8062 (2013) IPCAL B8062 (2013) IPCAL 1384-71 (2014) | Voor belastingvermindering in aanmerking komend bedrag van de uitgaven voor kinderoppas/voor opvang van kinderen jonger dan 3 jaar | Bedrag – in klassen van 50 euro |
1384-71 | Voor belastingvermindering in aanmerking komend bedrag van de uitgaven voor kinderoppas | Bedrag – in klassen van 50 euro |
IPCAL A3890 (2005-2012) IPCAL A7448 (2005-2012) IPCAL B7448 (2005-2012) IPCAL A3890 (2013) IPCAL A8063 (2013) IPCAL B8063 (2013) IPCAL 1389-66 (2014) | Voor belastingvermindering in aanmerking komend bedrag van de uitgaven voor bezoldigingen van een huisbediende | Bedrag – in klassen van 50 euro |
1389-66 | Bezoldigingen van een huisbediende | Bedrag – in klassen van 50 euro |
IPCAL A7913 (2005-2013) IPCAL B7913 (20052013) IPCAL A7953 (2005-2013) IPCAL B7953 (2005-2013) IPCAL A3365-30 (2014) IPCAL B4365-97 (2014) | Betaling gedaan voor prestaties in het kader van plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (PWA-Cheques) | Bedrag – in klassen van 50 euro |
3365-30/4365-97 | Betaling gedaan voor prestaties in het kader van plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (PWA-Cheques) | Bedrag – in klassen van 50 euro |
IPCAL A7914 (2005-2013) IPCAL B7914 (2005-2013) IPCAL A7954 (2005-2013) IPCAL B7954 (2005-2013) IPCAL A3364-31 (2014) IPCAL B4364-01 (2014) | Betalingen gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques | Bedrag – in klassen van 50 euro |
3364-31/4363-01 | Betalingen gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques | |
3366-29/4366-96 | Aantal dienstencheques |
Motivering: De mogelijkheid tot uitbesteding van huishoudelijke taken en de hieraan gekoppelde belastingaftrek speelt mogelijk een belangrijke rol in de wisselwerking tussen socio-economische positie en gezinsvorming.
• VAK III. Inkomsten van onroerende goederen
• VAK IX. Interesten en kapitaalaflossingen van leningen schulden, …, die recht geven op een
belastingvoordeel
• Bezit onroerend goed
Benaming gegeven | Beschrijving Gegeven | Gegevensbron | Mogelijke Waarden |
IPCAL A1000 (2005 – 2013) | Kadastraal inkomen onderworpen aan de onroerende voorheffing | Aangifte persoonsbelasting | Bedrag – in klassen van 50 euro |
IPCAL A1010 (2005– 2013) | Kadastraal inkomen niet onderworpen aan de onroerende voorheffing | Aangifte persoonsbelasting | Bedrag – in klassen van 50 euro |
3100-04 (2014- heden) | Kadastraal inkomen | Aangifte persoonsbelasting | Bedrag – in klassen van 50 euro |
Motivering: Ook het bezit van onroerend goed is een indicator van socio-economische positie
23. Het Comité wijst er op dat de kamer sociale zekerheid en gezondheid zich positief heeft uitgesproken over de persoonsgegevens die uit het netwerk van de sociale zekerheid zullen worden meegedeeld en die zullen worden gekoppeld aan de gegevens afkomstig van de FOD Financiën. Gelet op de opgegeven motivatie wat de mededeling van persoonsgegevens door
de FOD Financiën betreft, is het Comité van oordeel dat de gegevens toereikend zijn, ter zake dienend en beperkt tot wat noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt.
B.4.2. Opslagbeperking
24. Aangaande de bewaringstermijn herinnert het Comité er aan dat persoonsgegevens niet langer mogen worden bewaard in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren dan voor de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens worden verwerkt noodzakelijk is. Persoonsgegevens mogen voor langere perioden worden opgeslagen voor zover de persoonsgegevens louter met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden worden verwerkt overeenkomstig artikel 89, lid 1, mits de bij de AVG passende technische en organisatorische maatregelen worden getroffen om de rechten en de vrijheden van de betrokkene te beschermen (art. 5, §1, e), AVG).
25. De aanvrager voorziet in de aanvraag een bewaartermijn van 10 jaar (tot 31 december 2030). De aanvrager stelt dat onderzoeksprojecten pas ontwikkeld kunnen worden wanneer de gegevensinfrastructuur operationeel is, en nieuwe projecten lopen typisch 4 jaar. Een bewaartermijn van 5 jaar zou dus krap zijn, aangezien afwerking van publicaties typisch plaatsvindt tot enkele jaren na afronding van een project. Het Comité is evenwel van oordeel dat een bewaartermijn van 10 jaar onredelijk lang is. Een bewaartermijn dient beperkt te worden tot 5 jaar. Indien er specifieke redenen zouden zijn om deze bewaartermijn van vijf jaar te verlengen, moet de aanvrager te gepasten tijde tijdig een gemotiveerd verzoek tot verlenging bij het Informatieveiligheidscomité indienen. Mocht het doeleinde reeds vóór het vervallen van de vijfjarige termijn zijn bereikt, dienen de gegevens nog voor afloop van deze termijn door de aanvrager en door de KSZ te worden bewaard onder een vorm die het niet mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren.
B.5. RECHTEN EN VRIJHEDEN VAN DE BETROKKENE
26. De verwerking met het oog op archivering voor het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden is onderworpen aan passende waarborgen in overeenstemming met de AVG voor de rechten en vrijheden van de betrokkene (art. 89, §1, AVG) .
27. In uitvoering van artikel 89, §2, AVG bepaalt Titel 4 van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van de natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens het uitzonderingsregime ten aanzien van de rechten van de betrokkenen bedoeld in de artikel 15 (recht van inzage), 16 (recht op rectificatie), 18 (recht op beperking) en 21 (recht van bezwaar) AVG.
28. Voor zover de aanvrager zich wenst te beroepen op het uitzonderingsregime voorzien in Titel 4 van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens (WVP) omdat de uitoefening van voormelde rechten het wetenschappelijk onderzoek onmogelijk dreigen te maken of ernstig dreigen te belemmeren, en afwijkingen noodzakelijk zijn om die doeleinden te bereiken, moeten de afwijkingen worden toegepast onder de voorwaarden vermeld in titel 4 WVP:
- in voorkomend geval het aanstellen van een functionaris voor de gegevensbescherming
- het aanvullen van het register van de verwerkingsactiviteiten
- het bijkomend informeren van de betrokkene indien de gegevens bij de betrokkene worden verzameld (quod non);
- het afsluiten van een overeenkomst tussen de verwerkingsverantwoordelijke en de verantwoordelijke voor de oorspronkelijke verwerking (in casu huidige beraadslaging);
- het toepassen van de cascade van anonieme, gepseudonimiseerde of niet- gepseudonimiseerde gegevens al naar gelang de doeleinden van de verwerking, en overeenkomstig de voorwaarden vermeld in titel 4, zoals in casu het geval is;
- niet-verspreiden van gepseudonimiseerde gegevens, behoudens de voorziene uitzonderingen.
B.6. BEVEILIGING
29. Persoonsgegevens moeten door het nemen van passende technische of organisatorische maatregelen op een dusdanige manier worden verwerkt dat een passende beveiliging ervan gewaarborgd is, en dat zij onder meer beschermd zijn tegen ongeoorloofde of onrechtmatige verwerking en tegen onopzettelijk verlies, vernietiging of beschadiging („integriteit en vertrouwelijkheid”).
30. De kamer federale overheid van het Informatieveiligheidscomité neemt akte van het feit dat de technische en organisatorische maatregelen reeds positief werden beoordeeld door de kamer sociale zekerheid en gezondheid in haar beraadslaging nr. 20/086 van 7 april 2020. De kamer federale overheid neemt akte van het feit dat de onderzoekers zich er contractueel toe verbinden om alle mogelijke middelen in te zetten om te vermijden dat de identiteit van de betrokkenen zou worden achterhaald. Het is hun in elk geval verboden om handelingen te stellen die ertoe strekken om de ter beschikking gestelde gepseudonimiseerde persoonsgegevens in niet-gepseudonimiseerde persoonsgegevens om te zetten. De kamer federale overheid neemt verder akte van het feit dat de onderzoekers bij de verwerking van de persoonsgegevens de onderzoekers de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en elke andere reglementering tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer na, in het bijzonder de Verordening (EU) nr. 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG en de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens dienen na te leven.
31. Het Comité wijst erop dat de informatieveiligheid slechts wordt verzekerd, indien de voorziene maatregelen ook effectief worden geïmplementeerd.
Om deze redenen besluit
de kamer federale overheid van het informatieveiligheidscomité
dat de mededeling van de hogervermelde gepseudonimiseerde persoonsgegevens door de FOD Financiën aan het Centrum voor Demografie Familie en Gezondheid van de Universiteit Antwerpen met tussenkomst van de Kruispuntbank van sociale zekerheid voor een longitudinale analyse van de socio-economische differentiatie inzake de gezinsvorming, zoals in deze beraadslaging beschreven, is toegestaan mits wordt voldaan aan de vastgestelde maatregelen ter waarborging van de gegevensbescherming, in het bijzonder de maatregelen op het vlak van doelbinding, minimale gegevensverwerking, opslagbeperking en informatieveiligheid en voor zover de gepseudonimiseerde persoonsgegevens slechts voor een termijn van vijf jaar (tot 31 december 2025) worden bewaard.
M. SALMON voorzitster
De zetel van de kamer federale overheid van het Informatieveiligheidscomité is gevestigd in de kantoren van de FOD Beleid en Ondersteuning, op volgend adres: Xxxxx Xxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx.