Use it or lose it
Use it or lose it
Xxxxx Xxxxxxxx
Muziekuitgavecontracten, ook wel publishing contracten genoemd, worden doorgaans voor een bepaalde periode aangegaan. Wat nu als de muziekauteur tussentijds, ruim vóór het verstrijken van de initiële looptijd, van het contract af wil omdat hij of zij ontevreden is over de prestaties van de muziekuitgever? Is ontbinding dan gerechtvaardigd, en zo ja, wat zijn de rechtsgevolgen? In deze bijdrage staat de tussentijdse buitengerechtelijke ontbinding van muziekuitgavecontracten centraal en wordt aandacht besteed aan de speciale PALM/NMUV/BS-ontbindingsprocedure en de mogelijke consequenties voor de praktijk van de recente rechterlijke uitspraken in de zaak “Xxx Xxxxxx”.
Muziekuitgavecontracten en titeloverdrachtsakten Te beginnen met de essentiële onderdelen van een mu- ziekuitgavecontract. In zo’n contract verbindt een mu- ziekauteur – tekstdichter en/of componist – zich om ge- durende een bepaalde periode een bepaald aantal bestaande en/of toekomstige muziekwerken exclusief “in te brengen” of “onder te brengen” bij een muziek- uitgever, en om de daarop rustende uitgaverechten – als onderdeel van het auteursrecht op muziekwerken – voor de duur van het auteursrecht1 aan de muziekuitge- ver over te dragen. Zo’n rechtenoverdracht kan onder
vermelding van de concrete titels van de muziekwerken geëffectueerd worden door middel van speciale titel- overdrachtsakten2. De reeds bestaande of nog te sluiten overeenkomsten met collectieve rechtenorganisaties zoals Buma/Stemra worden daarbij in acht genomen.
Dit betekent dat de muziekuitgever de collectief uit te oefenen openbaarmakingsrechten (Buma) en mechani- sche reproductierechten (Stemra) respecteert (en an- dersom). Door verkrijging van de uitgaverechten kan de muziekuitgever via Buma/Stemra aanspraak maken op het uitgeversaandeel in de collectieve auteursrechtgel-
1 Het auteursrecht duurt in beginsel tot 70 jaar na het overlijden van de muziekauteur.
2 Deze “model” contracten worden overigens ook vaak “muziekuitgavecontracten” of “uitgavecontracten” genoemd. In dit artikel gebruik ik - tenzij expliciet anders aangegeven - de term “muziekuitgavecontracten” in de brede betekenis van het woord, inclusief titeloverdrachtsakten.
den van de betreffende muziekwerken. Dit aandeel komt ten laste van het oorspronkelijke aan de muziekau- teur toekomende aandeel in deze auteursrechtgelden.
De muziekuitgever komt daarnaast nog een aandeel in de overige, “niet-collectieve” exploitatieopbrengsten toe.
De muziekuitgever wenst op zijn beurt de ingebrachte muziekwerken van de auteurs uit te (doen) geven en de daarop rustende uitgaverechten te (doen) exploite- ren. Lang voor de digitale revolutie hoofdzakelijk in de vorm van bladmuziek. Tegenwoordig vooral door de muziekwerken te promoten en “aan de man” te bren- gen door koppeling aan films, commercials, televisie- programma’s en games, ook wel synchronisaties ge- noemd. Of door de muziekwerken beschikbaar te stellen voor covers en remixen. In muziekuitgavecon- tracten en titeloverdrachtsakten wordt meestal geen concrete “uitgave- of exploitatieverplichting” voor de muziekuitgever opgenomen. Hooguit een inspannings- verplichting waarbij de uitgever zich verbindt om zich naar beste kunnen in te spannen om de muziekwerken te promoten en uit te (doen) geven en de daarop rus- tende uitgaverechten te (doen) exploiteren. Daarnaast verbindt een uitgever zich tot (door)betaling van ver- goedingen aan de muziekauteurs voor de verdere ex- ploitatie van hun muziekwerken, al dan niet gecombi- neerd met een verrekenbare voorschotbetaling. Het is aan de muziekuitgever om op correcte wijze met de muziekauteurs af te rekenen en om statements af te geven.
Omdat genoemde contractuele verplichtingen van
de muziekauteur in verband staan met die van de mu- ziekuitgever en als zodanig een ruilkarakter hebben,
wordt ook wel gesproken van een “wederkerig” contract.
Ontbinding algemeen
Indien een van de contractspartijen bij een wederkerig contract wanprestatie pleegt, kan de ander de overeen- komst in beginsel geheel of gedeeltelijk ontbinden.
Voorwaarde is wel dat de wanpresterende partij in ver- zuim3 is dan wel dat correcte nakoming van de overeen- komst door die partij tijdelijk of blijvend onmogelijk is geworden. Verder is van belang dat de gepleegde wan- prestatie de ontbinding moet kunnen rechtvaardigen.
Ontbinding vindt plaats door een schriftelijke verkla- ring aan de wanpresterende partij of kan op vordering van de benadeelde door de rechter worden uitgespro- ken. In het eerste geval spreken we van buitengerech- telijke ontbinding. Ontbinding heeft geen terugwer- kende kracht maar bevrijdt de contractspartijen van de op hen rustende contractuele verplichtingen. Reeds ontvangen prestaties moeten ongedaan gemaakt (terug- gegeven) worden.
Gefaseerde PALM/NMUV/BS ontbindingsprocedure
Mede vanwege het speciale karakter van muziekuitga- vecontracten en titeloverdrachtsakten, is voor de tus- sentijdse (buitengerechtelijke) ontbinding van derge- lijke contracten een speciale procedure ontwikkeld, de PALM/NMUV/BS-ontbindingsprocedure. Het gaat om een gezamenlijke xxxxxxxx0 tussen de organisatie van Professionele Auteurs Lichte Muziek (PALM), de Nederlandse Muziek Uitgevers Vereniging (NMUV) en Buma/Stemra (BS) waarbij deze contracten gefaseerd kunnen worden ontbonden. In de voorfase informeert
3 In “verzuim” betekent dat de wanpresterende partij ofwel een fatale termijn (zoals een concrete) betalingstermijn heeft laten lopen ofwel een deugdelijke ingebrekestelling van de ander in de wind heeft geslagen.
4 Ook wel de Regeling voor de Buitengerechtelijke Ontbinding van Uitgavecontracten genoemd.
de partij die tot ontbinding wenst over te gaan de an- dere partij schriftelijk over de voorgenomen ontbin- ding, met uitleg en achtergronden. Buma/Stemra ont- vangt een kopie van deze brief. De andere partij dient minimaal drie maanden de tijd te krijgen om hierop te reageren. Is in deze voorfase geen regeling getroffen, dan kan de ontbindende partij de gewenste ontbinding uitroepen door middel van een schriftelijke verklaring aan de andere partij, wederom met inachtneming van een termijn van drie maanden. Is binnen deze nieuwe termijn nog steeds geen regeling getroffen dan wel is door de andere partij geen gerechtelijke procedure ge- start om de ontbinding aan te vechten, dan wordt het contract “voorlopig” als ontbonden beschouwd. Met als direct gevolg dat Buma/Stemra het betreffende uitge- versaandeel in de auteursrechtgelden gedurende een periode van drie maanden blokkeert. Is na drie maan- den geen regeling getroffen dan wel nog steeds geen gerechtelijke procedure gestart, dan zal Buma/Stemra het contract “definitief” als ontbonden beschouwen, het uitgeversaandeel uit haar systeem schrappen5 en tot deblokkering van de rest overgaan. De PALM/NMUV/ BS-ontbindingsprocedure laat genoemde algemene wettelijke regeling van buitengerechtelijke ontbinding overigens onverlet. Het gaat om alternatieve, “filte- rende” spelregels die moeten voorkomen dat al te snel en rigoureus aandelen in de collectieve auteursrecht- gelden ge(de)blokkeerd worden.
Xxx Xxxxxx versus Strengholt
De PALM/NMUV/BS-ontbindingsprocedure speelde
tevens een rol in de zaak van componist en tekstdichter Xxxx xxx Xxxxxx tegen muziekuitgever Strengholt6.
In die kwestie uitte Xxx Xxxxxx reeds in 2004 aan Xxxxxxxxxx schriftelijk zijn onvrede over de wijze waarop zijn muziekwerken door de muziekuitgever werden geëxploiteerd. Eind 2005 liet Xxx Xxxxxx aan Xxxxxxxxxx schriftelijk weten binnen een termijn van drie maanden bewijs te willen zien van de inspan-
ningen van de muziekuitgever aangaande de exploitatie van zijn muziekwerken. Zou dit bewijs achterwege blijven, dan zou Xxxxxxxxxx in de ogen van Xxx Xxxxxx wanpresteren en zou met betrekking tot de titelover- drachtsakten7 in kwestie door hem de PALM/NMUV/ BS ontbindingsprocedure in gang gezet worden. Nadat Xxx Xxxxxx in april 2006 Buma/Stemra over de kwes- tie inlichtte, werd het uitgeversaandeel van Xxxxxxxxxx in augustus 2006 voor een periode van drie maanden “bevroren”. Xxxxxxxxxx startte vervolgens bij de Rechtbank in Amsterdam een procedure om de rechts- geldigheid van de door Xxx Xxxxxx ingeroepen ontbin- ding aan te vechten.
Op 6 februari 2008 deed de Rechtbank uitspraak8. Xxx Xxxxxx stelde zich op het standpunt dat op muziekuit- gever Strengholt een contractuele exploitatieverplich- ting zou rusten, althans een afdwingbare verplichting om zich regelmatig of op eerste verzoek van de muziek- auteur in te spannen daar waar het gaat om de promo- tie en exploitatie van zijn muziekwerken. Xxxxxxxxxx verweerde zich met de stelling dat op haar een meer administratieve verplichting zou rusten en geen exploi-
5 Ook wel “het manuscript maken van muziekwerken” genoemd.
6 De zaak speelde formeel tussen Xxx Xxxxxx en Intersong Basart Publishing Group BV en Ananas Music BV. Laatstgenoemde vennootschappen maken onderdeel uit van de groep van vennootschappen van Strengholt. In het navolgende zal steeds van “Strengholt” uitgegaan worden.
7 Hoewel uit de rechterlijke uitspraken en de commentaren daarop niet eenduidig blijkt om wat voor “soort” muziekuitgavecontracten het hier ging, heb ik me laten informeren dat het titeloverdrachtsakten betrof.
8 Rb. Amsterdam 6 februari 2008, zaak/rolnummer 358492 HA ZA 06-4034, gepubliceerd op Xxxx0.xx onder nummer B9 5648 (Intersong Basart c.s./Xxx Xxxxxx).
tatieverplichting. Los hiervan voerde Xxxxxxxxxx nog aan dat zij in de praktijk wel degelijk voldoende exploi- tatieactiviteiten zou hebben verricht, onder andere in de vorm van het sluiten van synchronisatiedeals en het mogelijk maken van binnen- en buitenlandse covers.
Hoewel niet expliciet in de schriftelijke overeenkom- sten opgenomen, oordeelde de Rechtbank dat de con- tracten tóch een exploitatieverplichting voor Strengholt inhielden. Xxx Xxxxxx zou in alle redelijkheid mogen verwachten dat Xxxxxxxxxx zich inzet voor de exploitatie van de muziekwerken9. Zonder afgerekend te kunnen worden op concrete resultaten, gaat het om een inspan- ningsverbintenis voor de muziekuitgever om zich maxi- maal en voortdurend in te spannen om uit de muziek- werken het maximale rendement te halen. Het kunnen aangeven waaruit exploitatieactiviteiten bestaan en re- gelmatig overleg met de muziekauteur gelden daarbij als het absolute minimum. Zeker ingeval de muziekau- teur herhaaldelijk zijn beklag heeft gedaan. De Rechtbank achtte de inspanningen van Strengholt on- voldoende en concludeerde dat de titeloverdrachtsak- ten rechtsgeldig door Xxx Xxxxxx waren ontbonden.
De Rechtbank nam daarbij mede in overweging dat Xxx Xxxxxx voor zijn inkomen grotendeels afhankelijk is van de exploitatieopbrengsten die de muziekwerken voor hem genereren.
Xxxxxxxxxx ging in hoger beroep. Het Gerechtshof in Amsterdam wees op 23 december 2008 arrest10 en liet de uitspraak van de Rechtbank in stand. De in hoger beroep door Xxxxxxxxxx aangevoerde exploitatieactivi-
teiten werden door het Hof onvoldoende geacht om de rechtsgeldigheid van de door Xxx Xxxxxx ingeroepen ontbinding aan te tasten. Het Hof oordeelde dat de wanprestatie van Xxxxxxxxxx voldoende ernstig was om de ontbinding van de titeloverdrachtsakten te kunnen dragen. De door Xxx Xxxxxx voor de duur van het au- teursrecht aan Xxxxxxxxxx overgedragen muziekuitga- verechten zijn daarmee vanaf 2006 weer volledig ter beschikking van Xxx Xxxxxx komen te staan11.
De praktijk na “Van Hemert”
Hoewel “Xxx Xxxxxx” op zichzelf staat, kunnen mu- ziekuitgevers uit deze zaak belangrijke lessen trekken. Allereerst dat een klagende muziekauteur altijd serieus moet worden genomen. Verder dat het niet opnemen van “harde” promotie- of exploitatieverplichtingen in muziekuitgavecontracten en titeloverdrachtsakten hen geen waterdichte bescherming biedt tegen tussentijdse buitengerechtelijke ontbinding wegens wanprestatie. Onder de in de “Xxx Xxxxxxxxxx” benoemde omstan- digheden kan namelijk een “maximale” en “voortdu- rende” inspanningsverplichting ter exploitatie op mu- ziekuitgevers blijken te rusten. Als in de contracten niets geregeld is over de rechtsgevolgen van een moge- lijke ontbinding – bijvoorbeeld ongedaanmaking in de vorm van terugval van uitgaverechten – lopen muziek- uitgevers bovendien het risico dat zij met lege handen zullen achterblijven. Het huidige credo voor muziekuit- gaverechten luidt dan ook: use it or lose it!12
Xxxxx Xxxxxxxx is advocaat bij Bousie advocaten in Amsterdam