VLAAMSE OVERHEID
VLAAMSE OVERHEID
Leefmilieu, Natuur en Energie
[C – 2008/36003]
Milieubeleidsovereenkomst betreffende de aanvaardingsplicht voor afgewerkte olie
Gelet op Richtlijn 75/439/EEG van de Raad van 16 juni 1975 inzake de verwijdering van afgewerkte olie; Gelet op het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen;
Gelet op het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer (VLAREA);
Gelet op artikel 3.1.1.4 van het VLAREA alsmede op het Verslag inzake het VLAREA aan de Vlaamse Regering, waarin bepaald is dat een milieubeleidsovereenkomst in uitvoering van het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten, een geëigend rechtsinstrument is om de in het VLAREA ingeschreven algemene basisregels en beoogde doelstellingen inzake de aanvaardingsplicht vast te stellen in meer specifieke, aanvullende regels;
Gelet op de bekendmaking van het ontwerp van milieubeleidsovereenkomst afgewerkte olie in het Belgisch Staatsblad van 8 februari 2008;
Gelet op het feit dat het ontwerp van milieubeleidsovereenkomst overeenkomstig artikel 6, @ 1, van het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten bij de OVAM ter inzage lag gedurende een termijn van 30 dagen na de publicatie van de samenvatting in het Belgisch Staatsblad;
Belgisch Staatsblad d.d. 29-08-2008
Gelet op de brief van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen van 20 februari 2008 waarin meegedeeld wordt dat geen advies over het ontwerp van milieubeleidsovereenkomst zal uitgebracht worden;
Gelet op het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen van 28 februari 2008;
Overwegende dat het Vlaams Parlement zich niet heeft verzet tegen de sluiting van onderhavige milieubeleids- overeenkomst;
Overwegende dat het van essentieel belang is dat alle economische actoren die betrokken zijn bij de levenscyclus van afgewerkte olie er meer van bewust worden in welke mate deze olie afval wordt en dat zij de gedeelde verantwoordelijkheid voor het globaal beheer van dergelijk afval aanvaarden;
Overwegende dat het nodig is om de sector en de consumenten te sensibiliseren en om de recyclage en de opwerking van de afgewerkte olie te bevorderen ter waarborging van een deugdelijke milieubescherming;
Overwegende dat de partijen de inzameling en verwerking van de afgewerkte olie wensen te optimaliseren zonder de economische en concurrentiële aspecten uit het oog te verliezen;
Overwegende dat de beleidsprincipes moeten leiden tot de verbetering van het milieu door de samenwerking van alle betrokken economische actoren,
De volgende partijen :
1° Het Vlaamse Gewest :
vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, zelf vertegenwoordigd door de xxxx Xxxx Xxxxxxx, Minister- President van de Vlaamse Regering, en door Mevr. Xxxxx Xxxxxxx, Vlaams minister van Openbare werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,
hierna genoemd het Vlaamse Gewest;
2° De volgende representatieve organisaties :
— vzw Belgische Petroleum Federatie, Kunstlaan 39/2 te 0000 Xxxxxxx, vertegenwoordigd door de heer Xxxxxx xxx xx Xxxxx, secretaris-generaal,
— vzw Lubricants Association Belgium, A. Reyerslaan 80 te 0000 Xxxxxxx, vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxxxx Xxxxxxx, voorzitter,
— vzw Belgische Federatie van de Distributie, X. Xxx Xxxxxxxxxxxxxxxx 8 te 0000 Xxxxxxx, vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxxxxxx Xxxxxx, afgevaardigd bestuurder,
— vzw Belgische Confederatie van de Autohandel en -reparatie en van de Aanverwante sectoren, Xxxxx Xxxxxxxxxx 164 te 0000 Xxxxxxx, vertegenwoordigd door de heer Xxxxxx Xxx xxx, voorzitter,
— vzw Valorlub, Kunstlaan 39/2 te 0000 Xxxxxxx, vertegenwoordigd door de xxxx Xxx Xxxxxxxx, voorzitter, verder genoemd de organisaties,
Komen overeen wat volgt :
HOOFDSTUK 1. — Algemene bepalingen
Artikel 1. Begrippen en definities
@ 1. De begrippen en definities vermeld in het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, in het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en –beheer (VLAREA) en in de besluiten van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende de vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM, Titel I) en van
1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake de milieuhygiëne (VLAREM, Titel II), zijn van toepassing op deze overeenkomst, onverminderd de aanvullende definities in deze overeenkomst omschreven.
@ 2. Voor de toepassing van onderhavige overeenkomst wordt verstaan onder :
1. Olie : alle soorten smeerolie en industriële olie, op minerale of synthetische basis, in het bijzonder oliën voor verbrandingsmotoren, van transmissiesystemen alsmede olie voor machines, turbines, warmteoverdracht en hydrau- lische systemen, met uitzondering van PCB-oliën.
2. Afgewerkte olie : alle soorten smeer- of industriële olie, op minerale of synthetische basis, die ongeschikt zijn geworden voor het gebruik waarvoor zij oorspronkelijk waren bestemd, in het bijzonder oliën voor verbrandingsmo- toren, van transmissiesystemen alsmede olie voor machines, turbines, warmteoverdracht en hydraulische systemen, met uitzondering van PCB-oliën.
3. Producent van afvalstoffen : elke natuurlijke persoon of rechtspersoon wiens activiteit afvalstoffen heeft voortgebracht, en/of elke natuurlijke of rechtspersoon die voorbehandelingen, vermengingen of andere bewerkingen heeft verricht die leiden tot wijziging in de aard of de samenstelling van die afvalstoffen.
4. Regeneratie van afgewerkte olie : elk procédé dat door middel van zuivering van afgewerkte olie, met name door afscheiding van verontreinigingen, oxidatieproducten en additieven, basisolie oplevert.
5. R9 : herraffinage van olie en ander hergebruik van olie.
6. Beheersorganisme Valorlub : vzw opgericht door de federaties die deze milieubeleidsovereenkomst onderteke- nen, conform artikel 3.1.1.4, @ 1, 1°, van het VLAREA en artikel 10, @ 1, van deze milieubeleidsovereenkomst.
7. OVAM : Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij, een instelling met rechtspersoonlijkheid, die is opgenomen in artikel 1, lettera A van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut.
8. Afvalstoffencodes : de codes zoals bepaald in het VLAREA ter inventarisering van de afvalstoffen, bijlage 1.2.1.
9. Programma : een set van acties en maatregelen, genomen door het beheersorganisme, die minstens volgende delen bevat :
— vaststelling van de hoeveelheid inzamelbare afgewerkte olie;
— een preventieplan;
— een overzicht van acties voor ondernemingen, tussenhandelaars en verbruikers;
— een overzicht van acties betreffende de inzameling en verwerking van de afgewerkte olie;
— een financieel plan;
— een methode van opvolging;
— een overzicht van de initiatieven ter bevordering van het gebruik van biologisch afbreekbare olie voor toepassingen in verloren smering.
Belgisch Staatsblad d.d. 29-08-2008
10. RVPR : rechtspersonen van publiek recht verantwoordelijk voor de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen.
11. Lid : elk lid van een van de organisaties, dat wegens zijn activiteiten onderworpen is aan de aanvaardingsplicht voor afgewerkte olie.
12. Deelnemer : elke producent van olie die een deelnemingsovereenkomst heeft afgesloten met het beheersorga- nisme Valorlub.
Art. 2. Doelstellingen
@ 1. Deze milieubeleidovereenkomst heeft tot doel de in het VLAREA ingeschreven algemene basisregels en beoogde doelstellingen inzake de aanvaardingsplicht vast te stellen in meer specifieke, aanvullende regels. Deze overeenkomst wordt derhalve afgesloten in uitvoering van artikel 3.1.1.4 van het VLAREA, waarin gestipuleerd is dat de wijze waarop aan de in artikel 3.1.1.1 en artikel 3.1.1.2 genoemde aanvaardingsplicht wordt voldaan, overeenkomstig artikel 10, @ 6, van het Afvalstoffendecreet o.a. vastgelegd kan worden in een milieubeleidsovereen- komst als bedoeld in het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten, die is afgesloten door de overkoepelende organisatie waarvan de aanvaardingsplichtige lid is.
@ 2. De overeenkomst heeft tot doel een verbetering van het beheer van afgewerkte olie door het stimuleren van de preventie, selectieve inzameling en passende verwerking van de afgewerkte olie, rekening houdend met de organisatorische, technische, economische en ecologische verplichtingen in verband met duurzame ontwikkeling.
@ 3. De overeenkomst heeft eveneens tot doel een harmonisering tussen de drie gewesten van de modaliteiten betreffende de uitvoering van de aanvaardingsplicht.
@ 4. De uitvoering van deze overeenkomst moet er toe leiden dat alle potentieel beschikbare afgewerkte olie wordt ingezameld.
@ 5. De doelstellingen inzake inzameling en verwerking van afgewerkte olie worden jaarlijks geëvalueerd en eventueel bijgestuurd conform de wettelijke voorziene procedure rekening houdend met onder meer :
— de resultaten die in uitvoering van deze overeenkomst worden bereikt;
— technologische evoluties.
Art. 3. Toepassingsgebied
@ 1. De milieubeleidsovereenkomst wordt tussen de voormelde partijen gesloten overeenkomstig het decreet van
15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten. Onderhavige overeenkomst bindt de ondertekenende partijen evenals hun leden en deelnemers. De lijst van de leden en deelnemers wordt ingediend bij de OVAM.
De partijen verbinden zich er toe om de leden en deelnemers in te lichten over de verplichtingen die voortvloeien uit onderhavige overeenkomst.
@ 2. De aanvaardingsplicht is slechts van toepassing op de afgewerkte olie die wordt teruggenomen onder de volgende codes van de afvalstoffenlijst in bijlage 1.2.1 B van het VLAREA :
08 03 19* Dispersieolie
12 01 06* Halogeenhoudende minerale machineolie (exclusief emulsies en oplossingen) 12 01 07* Halogeenvrije minerale machineolie (exclusief emulsies en oplossingen)
12 01 08* Halogeenhoudende emulsies en oplossingen voor machinale bewerking 12 01 09* Halogeenvrije emulsies en oplossingen voor machinale bewerking
12 01 10* Synthetische machineolie
12 01 19* Biologisch gemakkelijk afbreekbare machineolie 13 01 04* Gechloreerde emulsies
13 01 05* Niet-gechloreerde emulsies
13 01 09* Gechloreerde minerale hydraulische olie
13 01 10* Niet-gechloreerde minerale hydraulische olie 13 01 11* Synthetische hydraulische olie
13 01 12* Biologisch gemakkelijk afbreekbare hydraulische olie 13 01 13* Overige hydraulische olie
13 02 04* Gechloreerde minerale motor-, transmissie- en smeerolie
13 02 05* Niet gechloreerde minerale motor-, transmissie- en smeerolie 13 02 06* Synthetische motor-, transmissie- en smeerolie
13 02 07* Biologisch gemakkelijk afbreekbare motor-, transmissie- en smeerolie 13 02 08* Overige motor-, transmissie- en smeerolie
13 03 06* Niet onder 13 03 01 vallende gechloreerde minerale olie voor isolatie en warmteoverdracht 13 03 07* Niet-gechloreerde minerale olie voor isolatie en warmteoverdracht
13 03 08* Synthetische olie voor isolatie en warmteoverdracht
13 03 09* Biologisch gemakkelijk afbreekbare olie voor isolatie en warmteoverdracht 13 03 10* Overige olie voor isolatie en warmteoverdracht
13 08 02* Overige emulsies
13 08 99* Niet elders genoemd olieafval
20 01 26* Niet onder 20 01 25 vallende oliën en vetten
@ 3. De milieubeleidsovereenkomst is niet van toepassing op :
— frituurolie en frituurvetten of op andere voedingsolie;
— polychloorbifenylen (PCB’s) en polychloortrifenylen (PCT’s), oplosmiddelen, schoonmaakproducten, reinigings- middelen, antivries, remvloeistoffen, hydraulische vloeistoffen op basis van water en/of glycol, andere brandstoffen of niet elders genoemd olieafval.
Belgisch Staatsblad d.d. 29-08-2008
@ 4. De milieubeleidsovereenkomst is van toepassing op de afgewerkte olie van huishoudelijke en bedrijfsmatige oorsprong, afkomstig van het gebruik van nieuwe olie op de markt gebracht door de leden en deelnemers.
HOOFDSTUK 2. — Preventie en bewustmaking
Art. 4. @ 1. Het beheersorganisme Valorlub zal de nodige initiatieven nemen ter bevordering van de kwantitatieve en kwalitatieve preventie.
Deze initiatieven hebben onder meer betrekking op :
— het sensibiliseren van zowel de particuliere en de bedrijfsmatige gebruiker. De sensibilisering heeft tot doel een optimaal gebruik van olie en een correcte inzameling en verwijdering van afgewerkte olie te bevorderen. Zo handelt zij onder meer over het verbod tot het mengen van afgewerkte olie met PCB’s, water, solventen, reinigingsmiddelen, dierlijke of plantaardige oliën, detergenten, remvloeistoffen, brandstoffen en andere gevaarlijke afvalstoffen;
— het sensibiliseren van de inzamelaars en verwerkers met het oog op een verbetering van de doeltreffendheid en de veiligheid van de inzameling en verwerking van de afgewerkte olie.
Hierbij zal het beheersorganisme onderzoeken welke prioritaire acties nodig zijn ten aanzien van sensibilisatie en voorlichting en wat de optimale wijze is om de doelgroep te bereiken.
@ 2. Hiertoe bepaalt het beheersorganisme Valorlub de vereisten waaraan de inzamelaars en verwerkers moeten voldoen, en die vastgelegd worden in de samenwerkingsvoorwaarden. De samenwerkingsvoorwaarden vermelden onder meer de inzamel- en verwerkingsmogelijkheden, de opslag- en transportvoorwaarden, de omstandigheden voor het nemen en analyseren van stalen afgewerkte olie, de verplichting tot weging van de afgewerkte olie. Voor wat betreft de ophaling en verwerking van afgewerkte olie ingezameld door de RVPR worden deze vereisten gezamenlijk opgesteld door de VVSG en het beheersorganisme Valorlub en vastgelegd in een modellastenboek.
Het model van samenwerkingsovereenkomsten en het modellastenboek worden voor advies voorgelegd aan de OVAM. Als de OVAM deze onvoldoende acht, kan ze binnen de 30 dagen na de datum van voorlegging en mits motivering, verzoeken om een gedeeltelijke of volledige herziening ervan.
@ 3. Teneinde de recyclage van afgewerkte olie te bevorderen, onderzoekt het beheersorganisme Valorlub de noodzaak tot een gedeeltelijke of geheel gescheiden inzameling van afgewerkte oliën zoals hydraulische olie, motorolie, olie voor warmteoverdracht en andere oliën.
Het beheersorganisme Valorlub neemt initiatieven ter bevordering van het gebruik van biologisch afbreekbare olie voor toepassingen in verloren smering.
@ 4. Het beheersorganisme Valorlub biedt een forum aan de betrokken actoren om de problemen inzake gebruik, ophaling en verwerking te signaleren. Ook de impact van de samenstelling van nieuwe oliën op het behalen van de milieukwaliteitdoelstellingen moet hier besproken kunnen worden. Het beheersorganisme zal ook op vraag van de OVAM of de overkoepelende verenigingen van de betrokken actoren overleg met deze overkoepelende verenigingen van de betrokken actoren organiseren.
@ 5. Het beheersorganisme Valorlub werkt, als onderdeel van het programma, een preventieplan uit. Dit beschrijft de geplande initiatieven ter bevordering van de kwalitatieve en kwantitatieve preventie. Het preventieplan bepaalt eveneens de parameters en de evaluatiecriteria, nodig om het preventieplan doeltreffend te kunnen opvolgen.
Het preventieplan moet worden voorgelegd aan de OVAM. Als de OVAM het preventieplan onvoldoende acht, kan het mits motivering verzoeken om een gedeeltelijke of volledige herziening van het preventieplan. Het preventieplan wordt jaarlijks geëvalueerd en indien nodig aangepast.
HOOFDSTUK 3. — Selectieve inzameling en verwerking
DEEL 1. — Selectieve inzameling
Art. 5. @ 1. Onderhavige overeenkomst heeft tot doel de inzameling van alle inzamelbare afgewerkte olie, afkomstig van nieuwe olie op de markt gebracht door producenten en invoerders die lid of deelnemer zijn.
@ 2. De hoeveelheden inzamelbare afgewerkte olie worden jaarlijks bepaald in gemeenschappelijk overleg tussen de partijen, op basis van de hoeveelheden nieuwe olie op de markt gebracht door de producenten die lid of deelnemer zijn. Hierbij houdt men rekening, enerzijds met de weer uitgevoerde nieuwe olie en, anderzijds, met de verliezen tijdens het gebruik van de olie. De bepaling van de inzamelbare hoeveelheden afgewerkte olie maakt deel uit van het programma.
@ 3. Voor het eerste kalenderjaar van de uitvoering van onderhavige overeenkomst, worden de berekeningswijze en de hoeveelheden inzamelbare olie vermeld in een bijlage bij deze overeenkomst. Voor de daaropvolgende jaren wordt de berekeningswijze bepaald op basis van een objectieve studie uit te voeren door Valorlub. De resultaten van deze studie zullen via de website van het beheersorganisme bekendgemaakt worden.
@ 4. De berekeningswijze van de hoeveelheden inzamelbare olie kan worden herzien in overleg met alle partijen, in functie van de technologische evolutie. De herziening gebeurt jaarlijks, op basis van opgedane ervaringen en gegevens, verzameld gedurende het voorafgaande kalenderjaar.
Art. 6. Specifieke beschikkingen voor afgewerkte olie van huishoudelijke oorsprong
@ 1. De afgewerkte olie wordt door de RVPR op vraag van het beheersorganisme Valorlub op de containerparken, via wijkinzameling of huis-aan-huis ingezameld conform de bepalingen van het VLAREA.
@ 2. De volgens @ 1 ingezamelde afgewerkte olie wordt in opdracht van de RVPR afgehaald en verwerkt door operatoren die voldoen aan de vereisten zoals vermeld in artikel 4, @ 2. De ophaling gebeurt met recipiënten, eventueel gecompartimenteerd, met een lading van maximaal 5 kubieke meter per compartiment.
@ 3. Met het oog op de uitvoering van artikel 6, @ 1 en @ 2, en artikel 13, @ 11, @ 12, @ 13, @ 14 en @ 15 van deze milieubeleidsovereenkomst stelt het beheersorganisme Valorlub samen met de VVSG een modelovereenkomst op voor de RVPR. Deze modelovereenkomst regelt eveneens
— de praktische modaliteiten inzake de inzameling en de afhaling met het oog op de verwerking. Bijzondere aandacht gaat naar noodzakelijke maatregelen om te beletten dat de ingezamelde afgewerkte olie verontreinigd wordt en om de kwaliteit van de ingezamelde afgewerkte olie te verhogen. Meer bepaald moet verontreiniging met vloeistoffen zoals opgenomen in artikel 3, @ 3, vermeden worden. De gescheiden ophaling en verwerking van al deze stoffen komt de kwaliteit ten goede;
— de modaliteiten van de uitbetaling aan de RVPR van de forfaitaire vergoedingen zoals bepaald in artikel 13, @ 11 en @ 12, zodanig dat minstens één maal per jaar en uiterlijk op 30 september van elk kalenderjaar volgend op het jaar van inzameling de verschuldigde bedragen betaald worden;
Belgisch Staatsblad d.d. 29-08-2008
— de modaliteiten van de uitbetaling van de aan de RVPR verschuldigde bedragen zoals bepaald in artikel 13, @ 13, @ 14 en @ 15.
Het model van deze overeenkomst wordt ter goedkeuring aan de OVAM voorgelegd.
@ 4. Het Vlaamse Gewest verbindt zich tot ondersteuning van het principe van de gratis aanvaarding van afgewerkte olie afkomstig van particulieren ingezameld conform @ 1.
@ 5. In het kader van de aanvaardingsplicht, verbinden de leden en deelnemers zich ertoe om bij te dragen tot de bewustmaking van particulieren teneinde ze te stimuleren om de afgewerkte olie zonder bijmengingen naargelang het geval in te leveren bij de containerparken, of tijdens de wijkinzamelingen of de huis-aan-huis-ophalingen.
@ 6. De kleinhandelaars kwijten zich van hun aanvaardingsplicht door duidelijke affichering van een algemene kennisgeving die de particulieren verwijst naar de inzamelwijzen zoals opgesomd in dit artikel.
@ 7. Indien wordt vastgesteld dat de afgewerkte olie is verontreinigd met PCB’s wordt de meerkost van de verwerking van deze vloeistof, pro rata de hoeveelheid op de markt gebracht in het Vlaamse Gewest door de leden en deelnemers, als volgt gedragen :
— voor de eerste vier verontreinigde ladingen, van elk maximaal 5 m3, van elk kalenderjaar : voor 100 % door het beheersorganisme Valorlub;
— voor de volgende verontreinigde ladingen, van elk maximaal 5 m3, in elk kalenderjaar : voor 50 % door die RVPR’s waarbij in hetzelfde kalenderjaar een verontreiniging werd vastgesteld en voor 50 % door het beheersorga- nisme Valorlub.
Het beheersorganisme Valorlub en de VVSG zullen de modaliteiten van de uitvoering van deze paragraaf in de modelovereenkomst vastleggen.
Art. 7. Specifieke beschikkingen voor afgewerkte olie van bedrijfsmatige oorsprong
@ 1. De inzameling van afgewerkte olie afkomstig van bedrijfsmatige activiteiten vindt plaats conform het VLAREA. Teneinde de in VLAREA vastgelegde doelstellingen te bereiken zal het beheersorganisme Valorlub de noodzaak evalueren om afgewerkte olie van huishoudelijke en van bedrijfsmatige oorsprong, geheel of gedeeltelijk, gescheiden op te halen.
@ 2. Het programma moet een overzicht bevatten van de maatregelen die moeten worden getroffen ten aanzien van de ondernemingen en de andere tussenhandelaars en/of bedrijfsmatige verbruikers, en dit teneinde de doelstellingen van onderhavige overeenkomst te verwezenlijken. Tevens moet het een overzicht bevatten van de initiatieven voor het invoeren van een methode van opvolging voor de afgewerkte olie.
@ 3. Wanneer men vaststelt dat de afgewerkte olie werd vermengd met oplosmiddelen, PCB/PCT, reinigings- en schoonmaakmiddelen, antivries, remvloeistof, andere brandstoffen of andere stoffen, draagt de producent van de partij verontreinigde afgewerkte olie de kosten van verwerking van deze mengeling van afvalstoffen.
DEEL 2. — Verwerking
Art. 8. @ 1. De ingezamelde afgewerkte olie moet worden verwerkt overeenkomstig de geldende wetgevingen op regionaal, federaal en Europees niveau.
@ 2. De ingezamelde afgewerkte olie wordt verwerkt volgens de beste beschikbare technieken die geen overdreven kosten tot gevolg hebben.
@ 3. Prioriteit wordt gegeven aan de verwerking van afgewerkte olie via regeneratie, herraffinage of ander hergebruik. Het programma bevat maatregelen met het oog op het bereiken van de doelstelling om minstens 85 % van de ingezamelde afgewerkte olie te verwerken door middel van regeneratie, herraffinage of ander hergebruik en maximum 15 % te verbranden met terugwinning van energie.
DEEL 3. — Herziening van de doelstellingen
Art. 9. Het beheersorganisme Valorlub evalueert jaarlijks, samen met de OVAM, de doelstellingen betreffende de inzameling en de verwerking van de afgewerkte olie en past indien nodig haar strategie aan door rekening te houden met onder meer :
— de door de uitvoering van onderhavige overeenkomst bereikte resultaten;
— technologische evoluties;
— nieuwe wettelijke bepalingen.
HOOFDSTUK 4. — Het beheersorganisme Valorlub
Art. 10. Taken van het beheersorganisme Valorlub
@ 1. De organisaties richten een beheersorganisme op onder de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk overeenkomstig de geldende wetgeving.
Teneinde haar doelstellingen te verwezenlijken, heeft het beheersorganisme Valorlub tot taak het grootst mogelijke aantal natuurlijke of rechtspersonen die olie produceren of invoeren aan te moedigen deelnemer te worden van het beheersorganisme Valorlub.
@ 2. Het beheersorganisme Valorlub neemt onder meer voor haar rekening :
— het globale beheer van de financiële middelen overeenkomstig artikel 13 van de overeenkomst;
— de rapportering zoals bepaald in artikel 11 van onderhavige overeenkomst;
— de uitvoering van de acties bepaald in artikel 4 van onderhavige overeenkomst.
@ 3. Het beheersorganisme Valorlub stelt jaarlijks het programma op dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de OVAM, uiterlijk op 31 oktober van elk jaar voorafgaand aan het kalenderjaar van zijn uitvoering. De OVAM keurt dit, in onderling overleg met het beheersorganisme Valorlub, goed uiterlijk op 31 december.
In afwijking van de vorige alinea moet het eerste programma ingediend worden één maand na publicatie van onderhavige milieubeleidsovereenkomst in het Belgisch Staatsblad.
@ 4. Het beheersorganisme Valorlub staat in voor :
1. de opstelling en uitvoering van het programma;
Belgisch Staatsblad d.d. 29-08-2008
2. de informatiedoorstroming naar alle actoren die betrokken zijn bij de uitvoering van onderhavige overeenkomst;
3. de stimulering en evaluatie van de terugname van de afgewerkte olie overeenkomstig de artikelen 5 tot en met 7 van onderhavige overeenkomst en de evaluatie van de verwerking van de ingezamelde afgewerkte olie;
4. de opvolging van de inzameling, de voorverwerking en de verwerking van de afgewerkte olie;
5. de uitvoering van de controle van de bekomen resultaten en de uitvoering van de andere beschikkingen van onderhavige overeenkomst;
6. de financiering van de uitvoering van onderhavige overeenkomst door middel van een bijdrage van de deelnemers bij het op de markt brengen of het invoeren voor eigen gebruik binnen hun inrichtingen in het Vlaamse Gewest.
@ 5. Het beheersorganisme Valorlub zal de optimale harmonisatie van de administratieve procedures en van de logistiek nastreven. Alle betrokken partijen zullen om advies gevraagd worden aangaande de werkingsmodaliteiten van het beheersorganisme Valorlub.
@ 6. Het beheersorganisme Valorlub verbindt er zich toe haar doelstellingen in alle transparantie na te streven. @ 7. Het beheersorganisme Valorlub streeft naar het opzetten van een systeem waarbij het uitvoeren van de vereiste
controles mogelijk is.
@ 8. De OVAM moet als permanente waarnemer van het Vlaamse Gewest worden uitgenodigd op alle vergaderingen van de Raad van Bestuur van het beheersorganisme Valorlub, alsmede op de algemene vergaderingen en op elke andere vergadering ter voorbereiding van de beslissingen die moeten worden genomen door de Raad van Bestuur, zonder evenwel te beschikken over stemrecht. Verslagen van de Raad van Bestuur worden verzonden naar de OVAM.
Art. 11. — Informatieverplichtingen
@ 1. Het beheersorganisme Valorlub verstrekt aan de OVAM, met inachtneming van @ 5, alle informatie die deze nuttig acht ter evaluatie van de doelstellingen die overeenkomstig onderhavige overeenkomst moeten worden verwezenlijkt, en alle informatie die nuttig geacht wordt ter verwezenlijking van de algemene doelstellingen inzake controle van de uitvoering van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer.
@ 2. Het beheersorganisme Valorlub en het Vlaamse Gewest stellen zich garant voor de vertrouwelijkheid van de gegevens van de betrokken individuele ondernemingen (bij wijze van voorbeeld, zonder beperkend te zijn : handel in nieuwe olie, ondernemingen voor inzameling en verwerking van afgewerkte olie) met inachtneming van de regelgeving inzake openbaarheid van bestuur.
@ 3. Teneinde de doelstellingen van onderhavige overeenkomst te verwezenlijken, verbindt het beheersorganisme Valorlub zich tot de organisatie van een informatie- en bewustmakingscampagne. De intensiteit, de vorm en de inhoud van de informatie- en bewustmakingscampagne worden aangepast in functie van de bereikte resultaten.
De ontwerpen van de campagne worden voor advies voorgelegd aan de OVAM, die een uitspraak doet binnen een termijn van 40 dagen. Indien de voorlichtingscampagnes niet in overeenstemming zijn met de beschikkingen van onderhavige overeenkomst of nadelig voor de campagnes van algemeen nut die door het Vlaamse Gewest worden gevoerd, is het beheersorganisme Valorlub verplicht om zijn voorlichtingscampagnes overeenkomstig het advies van de OVAM aan te passen.
@ 4. Het beheersorganisme Valorlub moet vóór 1 juli van elk jaar aan de OVAM een jaarverslag overmaken dat de volgende gegevens vermeldt met betrekking tot het voorgaande jaar :
1. de totale hoeveelheid olie, uitgedrukt in kilogram, die binnen het Vlaamse Gewest door de leden en deelnemers op de markt wordt gebracht, alsmede van de olie die door hen werd geproduceerd of ingevoerd voor eigen gebruik binnen hun inrichtingen. De op de markt gebrachte hoeveelheid wordt geschat op basis van de in België op de markt gebrachte hoeveelheid olie en gebruik makend van een tussen het beheersorganisme Valorlub en de gewesten overeengekomen sleutel voor de verdeling van de landelijke hoeveelheid tussen de gewesten;
2. de totale hoeveelheid afgewerkte olie, uitgedrukt in kilogram, die binnen het Vlaamse Gewest wordt ingezameld, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de olie van huishoudelijke oorsprong en van bedrijfsmatige oorsprong;
3. de installaties waarin de ingezamelde afgewerkte olie werd verwerkt en hun verwerkingswijze;
4. de totale hoeveelheden afgewerkte olie, uitgedrukt in kilogram, die respectievelijk terechtkomt in de herraffinage, regeneratie, R9 en de energieopwekking;
5. de totale hoeveelheden, uitgedrukt in kilogram, basisolie en andere nuttige componenten, respectievelijk afkomstig van herraffinage, regeneratie en R9;
6. de totale hoeveelheid afvalstoffen, uitgedrukt in kilogram, afkomstig van de verwerking van afgewerkte olie, die verwijderd moet worden;
7. de evaluatie van de resultaten in functie van het behalen van de doelstellingen
8. de evaluatie van de naleving van de vereisten zoals vermeld in artikel 4;
9. het verslag van de controle uitgevoerd door een bedrijfsrevisor op de jaarrekening van het beheersorganisme Valorlub;
10. een nauwkeurig beeld van de wijze van financiering van het collectieve systeem;
11. de omrekeningsfactor die zal gebruikt worden om de hoeveelheid afgewerkte olie om te rekenen van volume naar massa (of omgekeerd), wordt bepaald in onderling overleg tussen de OVAM en het beheersorganisme Valorlub.
Het beheersorganisme Valorlub legt tegelijkertijd de bijgewerkte lijst voor van al de leden en deelnemers.
Belgisch Staatsblad d.d. 29-08-2008
@ 5. De in onderhavige overeenkomst vermelde commerciële gegevens worden ingezameld bij de leden en deelnemers door bemiddeling van een externe entiteit die wordt aangewezen door het beheersorganisme Valorlub. De aldus verkregen gegevens worden door de externe entiteit opgenomen in een globaal verslag dat al de leden en deelnemers bestrijkt, en wel op zo’n wijze dat het onmogelijk is om er marktgegevens -bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot : prijzen, kosten enz.- en/of marktaandelen van individuele ondernemingen uit af te leiden. Het beheersorganisme Valorlub ziet er op toe dat de externe entiteit die werd aangewezen om de voorvermelde inlichtingen in te zamelen, gepaste garanties biedt inzake vertrouwelijke verwerking van de overgemaakte gegevens. Daartoe wordt een vertrouwelijkheidovereenkomst ondertekend.
@ 6. Het beheersorganisme Valorlub laat, minstens één keer per jaar, door een onafhankelijk controleorganisme, de naleving van de samenwerkingsovereenkomst controleren, zoals opgenomen in artikel 4. Dit verslag moet opgenomen worden in het jaarverslag.
Art. 12. Deelnemen aan het beheersorganisme Valorlub
Het beheersorganisme Valorlub kan geen deelneming weigeren van een producent van olie, behalve indien er ernstige redenen zijn, die bijgevolg aan de OVAM moeten gemotiveerd worden.
Art. 13. Financiering
@ 1. Het beheersorganisme Valorlub wordt gefinancierd door de bijdragen van al de deelnemers. De jaarlijkse bijdrage wordt berekend door de vaste eenheidsbijdrage per kilogram of per liter te vermenigvuldigen met de hoeveelheid door de deelnemer op de markt gebrachte of voor eigen gebruik ingevoerde of geproduceerde olie.
@ 2. De eenheidsbijdrage is gedifferentieerd naar type olie en verpakking. De hoogte van de eenheidsbijdrage wordt vastgelegd door het beheersorganisme Valorlub derwijze dat zij de verbintenissen, aangegaan in deze milieubeleids- overeenkomst, kan nakomen. De berekening van de eenheidsbijdrage en de motivering dient voor advies te worden voorgelegd aan de OVAM, die overlegt met de andere gewesten. Het beheersorganisme Valorlub kan de eenheidsbijdrage jaarlijks aanpassen.
@ 3. De boekhouding van het beheersorganisme Valorlub moet ontworpen worden op een wijze die het mogelijk maakt om duidelijk en ondubbelzinnig de relatieve inkomsten en uitgaven te identificeren met betrekking tot enerzijds de olie van huishoudelijke oorsprong en anderzijds de olie van bedrijfsmatige oorsprong evenals de eigen werkingskosten.
@ 4. Alleen indien de regelgeving zulks oplegt :
1. rekenen al de deelnemers, wanneer zij de nieuwe olie op de markt brengen in het Vlaamse Gewest, het bedrag van hun bijdrage aan het beheersorganisme Valorlub door in hun verkoopsprijs en vermelden duidelijk dat het gaat om een milieubijdrage voor het toekomstige beheer van afgewerkte olie;
2. rekenen de tussenhandelaars en de garagehouders, en aldus de hele distributieketen, ditzelfde bedrag door in hun verkoopprijs;
3. gebeurt de vermelding van de bijdrage zichtbaar op de factuur tussen professionelen;
4. wordt ten aanzien van de consument de bijdrage van de consument zichtbaar gemaakt overeenkomstig de bepalingen van het VLAREA.
@ 5. Indien echter geen enkele bestaande reglementaire beschikking deze praktijk oplegt, bepaalt elk lid en deelnemer individueel, zonder raadpleging van noch overleg met andere leden en/of deelnemers en/of met het beheersorganisme Valorlub, en zonder beraadslaging met deze andere leden en/of deelnemers en/of het beheersor- ganisme Valorlub de wijze waarop de bijdragen een invloed zullen hebben op hun prijzen en/of andere verkoopsvoorwaarden.
@ 6. De eindverkoper moet op een goed zichtbare plaats, in elk van zijn verkooppunten, een bericht aanbrengen dat aanduidt op welke wijze hij voldoet aan de bepalingen van deze overeenkomst. Het sensibiliseringsmateriaal dat door het beheersorganisme Valorlub ter beschikking gesteld wordt van de eindverkoper, wordt voor advies voorgelegd aan de OVAM.
@ 7. In functie van de marktomstandigheden kan het beheersorganisme Valorlub aan de producenten van afgewerkte olie van bedrijfsmatige oorsprong een forfaitair bedrag betalen. Dit forfaitaire bedrag wordt bepaald in functie van de hoeveelheid en het soort olie, de marktvoorwaarden voor afgewerkte olie en de inzamelmethode. Daartoe dient de producent van de afgewerkte olie een attest van inzameling voor te leggen, afgeleverd door een operator waarmee het organisme een samenwerkingsovereenkomst heeft afgesloten.
@ 8. Het beheersorganisme Valorlub betaalt aan de operatoren waarmee het een overeenkomst heeft afgesloten, een forfaitair bedrag dat door Valorlub wordt bepaald in functie van de hoeveelheden en het soort ingezamelde afgewerkte olie en dat afhankelijk is van de inzamel- en verwerkingsmethode. Daartoe leveren de operatoren aan het beheersorganisme Valorlub informatie inzake de uitgevoerde inzameling en verwerking, dit overeenkomstig de voorschriften van artikel 11, @ 4.
@ 9. Het beheersorganisme Valorlub kan aan elke deelnemer, op diens expliciet verzoek, een bedrag terugbetalen voor de hoeveelheid nieuwe olie die hij heeft geproduceerd of ingevoerd en die hij heeft geleverd aan een handelaar die deze olie heeft uitgevoerd.
Het terug te betalen bedrag komt overeen met de bijdrage die de deelnemer hiervoor heeft betaald aan het beheersorganisme Valorlub naar aanleiding van het op de markt brengen van deze nieuwe olie. Daartoe informeert de deelnemer het beheersorganisme Valorlub over deze hoeveelheden middels een ″verklaring op erewoord″, verstrekt door de handelaar aan de deelnemer of via een door de deelnemer gemandateerde derde.
Het beheersorganisme Valorlub zal jaarlijks de terugbetaling regelen via een regularisatie op de jaarlijkse definitieve aangifte van de deelnemer.
@ 10. Het beheersorganisme Valorlub bepaalt jaarlijks de forfaitaire bedragen op een wijze dat de doelstellingen van de overeenkomst kunnen worden bereikt en dat de aanvaardingsplicht in haar geheel kan worden nageleefd.
@ 11. Jaarlijks betaalt het beheersorganisme Valorlub aan de betrokken RVPR een forfaitaire vergoeding uit voor de inzameling van de afgewerkte olie zoals bepaald in artikel 6, @ 1, van deze overeenkomst. Deze forfaitaire vergoeding wordt jaarlijks vastgelegd conform artikel 3.1.1.2, @ 4, van het VLAREA en het ministerieel besluit van 18 juli 2005 houdende vaststelling van nadere regels voor de aanrekening van de inzamelkosten op containerparken door producenten in het kader van de aanvaardingsplicht. De door het beheersorganisme Valorlub te betalen forfaitaire vergoeding is de volgens voormeld VLAREA-artikel aan te rekenen kost vermenigvuldigd met de pro rata van de door de deelnemers in het Vlaamse Gewest op de markt gebrachte hoeveelheden olie.
Belgisch Staatsblad d.d. 29-08-2008
@ 12. Jaarlijks betaalt het beheersorganisme Valorlub aan de betrokken RVPR een forfaitaire vergoeding uit voor de afhaling en de verwerking van de afgewerkte olie zoals bepaald in art 6, @ 2. Deze forfaitaire vergoeding moet gebaseerd zijn op een kostenefficiënte afhaling en verwerking van de afgewerkte olie en wordt jaarlijks als volgt berekend :
— tweejaarlijkse vastlegging van de referentiekost voor afhaling en verwerking per liter of kilogram afgewerkte olie; deze referentiekost wordt vastgelegd in onderling overleg tussen het beheersorganisme Valorlub en de VVSG. Voor de tussentijdse jaren wordt de referentiekost geïndexeerd;
— de forfaitaire vergoeding wordt bekomen door deze referentiekost te vermenigvuldigen met de afgehaalde hoeveelheden olie, vermenigvuldigd met de pro rata van de door de deelnemers in het Vlaamse Gewest op de markt gebrachte hoeveelheden olie.
@ 13. Met terugwerkende kracht betaalt het beheersorganisme Valorlub aan de RVPR een bedrag dat overeenstemt met de kosten vanaf 1 januari 2006 voor de inzameling van de afgewerkte olie zoals bepaald in artikel 6, @ 1, vermenigvuldigd met de pro rata van de door de deelnemers in het Vlaamse Gewest op de markt gebrachte hoeveelheden olie. De kosten voor inzameling worden berekend zoals vastgelegd in het ministerieel besluit van 18 juli 2005 houdende vaststelling van de nadere regels voor de aanrekening van de inzamelkosten op containerparken door producenten in het kader van de aanvaardingsplicht. De terugbetaling van het verschuldigde bedrag zal gebeuren in het jaar 2010.
@ 14. Met terugwerkende kracht betaalt het beheersorganisme Valorlub aan de RVPR een bedrag dat overeenstemt met de kosten vanaf 1 januari 2004 voor de afhaling en de verwerking van de afgewerkte olie zoals bepaald in artikel 6, @ 2, vermenigvuldigd met de pro rata van de door de deelnemers in het Vlaamse Gewest op de markt gebrachte hoeveelheden olie. Hierbij wordt rekening gehouden met de referentiekost voor de betrokken jaren. De terugbetaling van het verschuldigde bedrag zal gespreid worden over de jaren 2008, 2009 en 2010.
@ 15. Voor de jaren 2004, 2005 en 2006 wordt de pro rata vastgelegd op 0,90. Voor de jaren vanaf 2007 wordt de pro rata berekend als het quotiënt van de hoeveelheid in dat jaar op de markt gebracht door de deelnemers aan Valorlub, gedeeld door de som van de hoeveelheden op de markt gebracht door de deelnemers aan Valorlub en de hoeveelheden op de markt gebracht door producenten en invoerders die een individueel afvalbeheerplan indienen bij de overheid.
@ 16. Elk jaar laat het beheersorganisme Valorlub op zijn kosten de jaarrekening controleren door een bedrijfsrevisor.
@ 17. De financiële zekerheid, conform artikel 3.1.1.4, @ 2, 11°, van het VLAREA, wordt opgebouwd in de loop van de jaren 2007, 2008 en 2009, zodat ze eind 2009 het equivalent van 6 maand werking van het organisme in Vlaanderen bedraagt.
@ 18. Elk bedrijf dat een deelnemingsovereenkomst sluit met Valorlub, verbindt er zich toe alle verplichtingen zoals beschreven in deze milieubeleidsovereenkomst en die op dit bedrijf betrekking hebben, na te komen, met inbegrip van de verplichtingen eisbaar vóór de datum van deelneming aan Valorlub.
@ 19. Elk bedrijf dat een deelnemingsovereenkomst sluit met Valorlub, is de bijdrage, zoals beschreven in @ 1 van dit artikel, verschuldigd vanaf 1 januari 2007 of vanaf 1 januari van het eerste jaar waarvoor de deelnemer het bewijs niet kan leveren dat hij aan de aanvaardingsplicht heeft voldaan, terwijl hij daaraan onderworpen was.
HOOFDSTUK 5. — Verbintenissen van het gewest
Art. 14. @ 1. Het Vlaamse Gewest zal bij de andere gewestelijke autoriteiten pleiten voor een harmonisering van de regelgeving inzake aanvaardingsplicht voor afgewerkte olie van zowel huishoudelijke als bedrijfsmatige oorsprong binnen de drie gewesten.
@ 2. Het Vlaamse Gewest verbindt zich tot controle van de strikte toepassing door alle actoren van de aanvaardingsplicht en tot verbalisering van de overtredingen. Het Vlaamse Gewest verbindt zich er toe om de vereiste controles te laten uitvoeren bij alle actoren.
@ 3. Het Vlaamse Gewest engageert zich om bij de mogelijke goedkeuring van een individueel afvalbeheer- en preventieplan, principes te laten gelden welke gelijkaardig zijn aan deze uit onderhavige milieubeleidsovereenkomst.
@ 4. Teneinde de uitvoering van onderhavige overeenkomst mogelijk te maken en de initiatieven van het beheersorganisme Valorlub kracht bij te zetten, verbindt het Vlaamse Gewest zich er toe, in overleg met het beheersorganisme Valorlub, alle hiertoe vereiste aanvullende reglementaire voorschriften op zijn niveau aan te nemen.
HOOFDSTUK 6. — Slotbepalingen
Art. 15. Geschillencommissie
@ 1. In geval van een geschil over de uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst zal een geschillencommissie samengesteld worden. Deze commissie wordt ad hoc samengesteld (afhankelijk van de aard van het geschil) en bestaat altijd uit twee vertegenwoordigers van het Vlaamse Gewest en twee vertegenwoordigers van het beheersorganisme Valorlub. De voorzitter wordt in consensus aangeduid door de 4 vertegenwoordigers.
@ 2. De beslissingen van de geschillencommissie worden in consensus genomen. Bij gebrek aan consensus rapporteert de commissie aan de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu.
Art. 16. Duur en opzegging
@ 1. Deze overeenkomst wordt gesloten voor een termijn van maximum 5 jaar, met gelijkstelling in de drie gewesten (einddatum 27 juni 2012) en treedt in werking tien dagen na publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad.
@ 2. De partijen kunnen deze overeenkomst te allen tijde opzeggen, mits zij een opzeggingstermijn van 6 maanden in acht nemen. De kennisgeving van de opzeg gebeurt op straffe van nietigheid, hetzij bij een ter post aangetekende brief, hetzij bij deurwaardersexploot. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de kennisgeving. De opzegging wordt bekendgemaakt door publicatie in het Belgisch Staatsblad en op de website van de OVAM.
Art. 17. Wijzigingen en toevoegingen
Belgisch Staatsblad d.d. 29-08-2008
@ 1. De bepalingen van onderhavige milieuovereenkomst zullen worden aangepast aan een eventuele Europese of federale regelgeving op dit gebied of aan elke andere verplichting die voortvloeit uit het internationale en nationale recht.
@ 2. Tijdens de looptijd van de overeenkomst kunnen de partijen aan deze overeenkomst wijzigingen en/of toevoegingen aanbrengen, volgens de procedure vervat in het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleids- overeenkomsten.
Alle wijzigingen en toevoegingen aan deze overeenkomst zijn slechts geldig indien ze blijken uit een schriftelijk akkoord ondertekend door alle partijen, dat uitdrukkelijk verwijst naar deze overeenkomst.
Art. 18. Bevoegdheidsclausule
Elk geschil dat uit deze overeenkomst ontstaat of ermee verband houdt en waarvoor geen oplossing gevonden werd in de Geschillencommissie zoals bedoeld in artikel 15, wordt voorgelegd aan de Rechtbank van Eerste Aanleg van het gerechtelijk arrondissement van Brussel.
Art. 19. Slotbepalingen
De overeenkomst wordt afgesloten te Brussel op 25 april 2008 door de vertegenwoordigers van alle partijen. Elke partij erkent haar exemplaar van de overeenkomst te hebben ontvangen.
Voor het Vlaamse Gewest
De minister-president van de Vlaamse Regering,
X. XXXXXXX
De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,
X. Xxxxxxx
Voor de organisaties
Voor de vzw Belgische Petroleum Federatie Xxxxxx xxx xx Xxxxx
Voor de vzw Lubricants Association Belgium Xxxxxxx Xxxxxxx
Voor de vzw Belgische Federatie van de Distributie Xxxxxxxxx Xxxxxx
Voor de vzw Belgische Confederatie van de Autohandel en –reparatie en van de Aanverwante sectoren
Xxxxxx Xxx xxx
Voor de vzw Valorlub Xxx Xxxxxxxx