PROTOCOLAKKOORD INZAKE GEZAMENLIJKE DIPLOMERING VOOR DE BACHELOR DIRECTIEASSISTENT
PROTOCOLAKKOORD INZAKE GEZAMENLIJKE DIPLOMERING VOOR DE BACHELOR DIRECTIEASSISTENT
Tussen de volgende instellingen voor hoger onderwijs van de inrichtende macht van de Stad Brussel, vertegenwoordigd door xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxx, Schepen van Franstalig Openbaar Onderwijs, Jeugd en Human Resources, en de xxxx Xxx Xxxxxxx, Stadssecretaris:
1. het Institut des Carrières Commerciales (ICC), met maatschappelijke zetel in de Fonteinstraat 4 te 0000 Xxxxxxx, en
2. de Haute Ecole Xxxxxxxxx Xxxxxx (HEFF), met maatschappelijke zetel in de Fonteinstraat 4 te 0000 Xxxxxxx,
hierna "de partnerinstellingen" genoemd; Wordt overeengekomen wat volgt:
Overwegende dat de partners gemachtigd zijn diploma's uit te reiken die leiden tot de academische graad van bachelor Directieassistent;
Overwegende dat de HEFF en het ICC het voornemen hebben geuit de bachelor Directieassistent in gezamenlijke diplomering in te richten, zodat de HEFF haar machtiging niet verliest als gevolg van het geringe aantal studenten dat afstudeert;
Gezien de wens van de partijen om synergieën tot stand te brengen, met behoud van de specifieke kenmerken van elke onderwijsvorm;
Verbinden de partnerinstellingen zich ertoe een overeenkomst voor gezamenlijke diplomering te ondertekenen die gebaseerd is op de volgende richtsnoeren:
1. De bacheloropleiding Directieassistent wordt georganiseerd in gezamenlijke diplomering door het Institut des Carrières Commerciales en de Haute École Xxxxxxxxx Xxxxxx (meer bepaald de economische en sociale afdeling).
Dit programma zal leiden tot een gezamenlijke diploma-uitreiking in de zin van artikel 82 §3 van het decreet van 7 november 2013 tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies (BS 18.12.2013), te weten:
• de leeractiviteiten worden gezamenlijk ingericht, beheerd en verstrekt;
• de partnerinstellingen nemen elk minstens 15% van het programma van de betrokken studiecyclus ten laste;
• de studenten volgen leeractiviteiten die door beide partners worden ingericht;
• het slagen wordt collegiaal bekrachtigd en kan leiden tot een dubbel diploma, volgens de instelling waar de studenten zijn ingeschreven.
2. Deze opleiding wordt collectief door de partnerinstellingen georganiseerd. Inkomsten en uitgaven worden verdeeld naar rato van het aantal studiepunten dat door elke ondertekenende instelling wordt verstrekt.
3. De referentie-instelling is het Institut des Carrières Commerciales.
4. De referentie-instelling is verantwoordelijk voor de inschrijving van de studenten, maar de studenten kunnen zelf kiezen bij welke instelling zij zich inschrijven. Dit zal het
studentenstatuut bepalen waaronder zij aan het programma deelnemen, op voorwaarde dat zij voldoen aan de noodzakelijke vereisten voor toelating tot het hoger onderwijs voor sociale promotie of hogeschool.
5. Studenten betalen alleen inschrijvingsgeld aan de referentie-instelling. Het bedrag wordt in overleg tussen de partnerinstellingen vastgesteld en vervolgens over de instellingen verdeeld naar rato van het aantal ECTS dat door elke instelling wordt georganiseerd. De berekening van het inschrijvingsgeld voor sociale promotie wordt
bepaald bij omzendbrief Circulaire 8040 van 29 maart 2021 betreffende de regelingen die vanaf het schooljaar 2021-2022 van toepassing zijn inzake inschrijvingsgeld in onderwijs voor sociale promotie. Deze berekening is gebaseerd op een vast bedrag per schooljaar + een bedrag vermenigvuldigd met het aantal door de student gevolgde
periodes. Werkzoekende studenten of studenten die een leefloon ontvangen, zijn vrijgesteld.
6. De studenten worden verzekerd door de verzekeringspolissen van de inrichtende macht van de Stad Brussel.
7. Overeenkomstig de geldende decretale normen kan elke persoon die voldoet aan de door de regering van de Federatie Wallonië-Brussel vastgestelde administratieve en financiële voorwaarden zich inschrijven. Studenten die niet in aanmerking komen voor financiering, kunnen zich inschrijven voor sociale promotie. Eventuele uitzonderingen op deze regel (ander diploma enz.) worden onderzocht door een toelatingscommissie die bestaat uit ten minste twee personen, waarvan elke partnerinstelling er een aanwijst, en die er met name op toeziet dat aan alle wettelijke en reglementaire verplichtingen wordt voldaan. Om een uitzondering te aanvaarden, moet de commissie zich met eenparigheid van stemmen uitspreken.
8. Studenten moeten zich houden aan het huishoudelijk reglement van elke partnerinstelling waar leeractiviteiten worden aangeboden.
9. De opleiding wordt vanaf het academiejaar 2022-2023 georganiseerd in de Lemonnierlaan 110 te 0000 Xxxxxxx en in de Fonteinstraat 4.
10. De organisatie van de stages wordt bepaald in onderling overleg tussen de partnerinstellingen.
11. De academische kalender is die van de instelling waar de opleiding wordt gegeven (cf. art. 9).
12. Het lesprogramma is uniek. Elke onderwijseenheid (OE) wordt beheerd door de inrichtende macht, die de verantwoordelijke en de docenten voor de betrokken OE('s) aanwijst en aanwerft. De OE's worden dusdanig over de partnerinstellingen verdeeld dat elke partnerinstelling van de gezamenlijke diplomering verantwoordelijk is voor ten minste 15% van het totaal aantal studiepunten (cf. art. 1).
13. De afstudeercommissie bestaat uit alle verantwoordelijken van de OE, overeenkomstig art. 26 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende algemene regeling van de studies in het hoger onderwijs voor sociale promotie, uit een secretaris aangeduid door de referentie-instelling, en uit een voorzitter collegiaal aangeduid door de academische autoriteiten van de
partnerinstellingen. Ze werkt volgens het studie- en examenreglement van de referentie-instelling.
14. De wijze van evaluatie wordt in de "studiefiches" van de OE gespecificeerd door de in artikel 13 bedoelde commissie. De fiches moeten worden goedgekeurd door de academische autoriteiten van de partnerinstellingen en vanaf het begin van het academiejaar op de website van elk van de partnerinstellingen beschikbaar zijn.
15. Elke HS is verantwoordelijk voor de bezoldiging van de docenten van de OE die het beheert. De inrichtende macht is, als werkgever, verantwoordelijk voor de correcte betaling van de werknemer.
16. Subsidies van de Franse Gemeenschap (deel van de globale jaarlijkse toelage voor deze bachelor) en alle ontvangsten (studiegelden enz.) worden geïnd door de inrichtende macht en vervolgens verdeeld naar rato van het aantal ECTS dat door elk van de partnerinstellingen wordt georganiseerd, na aftrek van de administratie- en verzekeringskosten (cf. art. 4, 5 en 6) die zo nauwkeurig mogelijk worden berekend.
17. De onderwijstaal is Frans. Sommige cursussen kunnen echter in andere talen worden gegeven, overeenkomstig de decreten.
18. De studenten ontvangen een dubbel diploma, met briefhoofd van de partnerinstellingen, waarvan het sjabloon in overeenstemming is met de door de Franse Gemeenschap opgelegde regels en de volgende titel draagt: "Bachelor Directieassistent".
19. Alle praktische regelingen moeten worden opgenomen in een overeenkomst die door de partnerinstellingen wordt opgesteld bij een positief antwoord van het ARES.
Gedaan te Brussel, in drie exemplaren, op 31 mei 2021.
Voor de Haute École Xxxxxxxxx Xxxxxx en het Institut des Carrières Commerciales
De Schepen van Openbaar onderwijs, Jeugd en Human Resources,
Faouzia HARICHE
Gemeentesecretaris, Xxx XXXXXXX