PENSIOENOVEREENKOMST VITA VAPZ
PENSIOENOVEREENKOMST VITA VAPZ
Algemene Voorwaarden
DEFINITIES
A. Aangeslotene (Verzekeringsnemer/Verzekerde) De zelfstandige, de meewerkende echtgenoot of de helper die een pensioenovereenkomst hebben aangegaan en de gewezen
zelfstandige, meewerkende echtgenoot en helper die nog steeds actuele of uitgestelde rechten genieten overeenkomstig de pensioenovereenkomst. (Verzekeringstechnisch heeft de aangeslotene de hoedanigheid van verzekeringsnemer en verzekerde. Met verzekeringsnemer is bedoeld de persoon die het contract met de pensioeninstelling afsluit. Met verzekerde is bedoeld, de persoon op wiens hoofd het voorvallen van de verzekerde gebeurtenis (leven/overlijden) rust).
B. Begunstigde
De persoon ten gunste van wie de verzekeringsprestaties bedongen zijn. De prestatie bij leven is bedongen in het voordeel van de aangeslotene. Bij vooroverlijden van de aangeslotene wordt de prestatie bij overlijden uitgekeerd zoals voorzien in de begunstigingsclausule.
C. Pensioeninstelling (Verzekeringsonderneming) FEDERALE Verzekering, Vereniging van Onderlinge
Levensverzekeringen, Xxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx – België;
Nr. RPR 0408.183.324 Brussel;
financiële rekeningnummer BIC : BBRUBBEBB
IBAN : XX00 0000 0000 0000.
De aangeslotene belast de pensioen- instelling met de opbouw van het aanvullend pensioen en de uitkering van de prestaties.
(Verzekeringstechnisch is de pensioeninstelling een verzekeringsonderneming en zijn de prestaties verzekerd.)
D. Pensioenovereenkomst (contract/verzekeringscontract) Overeenkomst inzake aanvullend pensioen afgesloten tussen een pensioeninstelling en een aangeslotene met als doel een aanvullend pensioen op te bouwen conform de sociale wetgeving ter zake. (Verzekeringstechnisch zijn contract/verzekeringscontract bedoeld.)
E. Bijdrage en nettobijdrage (premie en nettopremie)
Bijdrage: bedrag betaald door de aangeslotene inclusief de taks en de instapkosten.
Nettobijdrage: bedrag betaald door de aangeslotene exclusief de taks en de instapkosten.
(Verzekeringstechnisch zijn de premie en de nettopremie bedoeld.)
F. Reserve leven
De reserve leven bestaat uit de gekapitaliseerde nettobijdragen. In voorkomend geval wordt de reserve leven verminderd met de risicopremie die het risicokapitaal overlijden financiert.
G. Gewaarborgd minimumkapitaal overlijden
Het gewaarborgd minimumkapitaal overlijden is vermeld in kerngegevens van de pensioenovereenkomst. Het omvat de reserve leven, de toegekende winstdeelname leven en de winstdeelname overlijden op het risicokapitaal overlijden.
H. Risicokapitaal overlijden
Het risicokapitaal overlijden wordt gevormd door het verschil tussen het
gewaarborgd minimumkapitaal overlijden en de som van de reserve leven, de toegekende winstdeelname leven en de winstdeelname overlijden op het risicokapitaal.
I. Risicopremie
Premie nodig om het risicokapitaal overlijden te verzekeren.
J. Afkoop
Opzegging van de pensioen- overeenkomst door de aangeslotene.
K. Verworven reserve (theoretische afkoopwaarde)
Met verworven reserve is de reserve leven, waaraan de winstdeelname leven wordt toegevoegd, bedoeld. (Verzekeringstechnisch is de theoretische afkoopwaarde bedoeld.)
L. Sociale wetgeving (WAPZ) Wetgeving die het aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ) regelt (WAPZ). Verwezen wordt naar de bepalingen rond aanvullende pensioenen in de Programmawet van 24 december 2002, de wijzigingen aan deze wetgeving en de betreffende
uitvoeringsbesluiten. Bij vervanging van de hier bedoelde wetgeving, wordt de pensioenovereenkomst uitgevoerd rekening houdend met de nieuwe sociale wetgeving ter zake.
Artikel 1 – Algemeen (onderschrijving – bijdragebetaling – beëindiging)
De pensioenovereenkomst VITA VAPZ, hierna telkens vermeld als pensioen- overeenkomst, kan onderschreven worden door een natuurlijke persoon met een hoofdverblijfplaats in België die de hoedanigheid van zelfstandige, meewerkende echtgenoot of helper van een zelfstandige heeft.
De pensioeninstelling stelt voor het onderschrijven van de pensioen- overeenkomst, een minimumbijdrage van 400 EUR op jaarbasis of van 100 EUR per kwartaal voorop.
Bijdragen kunnen betaald worden onder de voorwaarden van de sociale wetgeving. Door de bijdragebetaling bevestigt de
aangeslotene dat hij voldoet aan deze voorwaarden.
De frequentie van de bijdragebetaling wordt vermeld in de kerngegevens.
Tijdens de looptijd van de overeenkomst is de bijdragebetaling niet verplicht.
De pensioenovereenkomst eindigt op de eindleeftijd. Indien de aangeslotene voordien de pensioenovereenkomst wenst te beëindigen, is hij gebonden door de bepalingen inzake afkoop (artikel 8) of verandering van pensioeninstelling en overdracht (artikel 9).
Artikel 2 – Voorwerp van de pensioenovereenkomst
De pensioenovereenkomst omvat de prestaties leven en overlijden.
Zowel de prestatie bij leven als bij overlijden wordt onder de vorm van een kapitaal uitbetaald.
De pensioenovereenkomst waarborgt de uitkering aan de begunstigde, van de verworven reserve:
- op de eindeleeftijd ingeval de aangeslotene in leven is;
- op het ogenblik dat de aangeslotene overlijdt, indien dit gebeurt vóór het einde van de pensioenovereenkomst (standaarduitkering).
Indien een gewaarborgd minimumkapitaal overlijden voorzien is, wordt de standaarduitkering bij overlijden van de aangeslotene aangevuld tot het bedrag dat de aangeslotene vooropstelde. Voor de details over de omvang en werking van het gewaarborgd minimumkapitaal overlijden wordt verwezen naar de bijzondere voorwaarden in samenhang met de kerngegevens.
Zolang de aangeslotene een statuut als zelfstandige heeft waarop de sociale wetgeving (WAPZ) van toepassing is, kunnen bijdragen betaald worden. Er kunnen nooit bijdragen gestort worden die groter zijn dan de wettelijk bepaalde maximumbijdrage.
Artikel 3 – Grondslagen van de pensioenovereenkomst
Xxxxxxxxx xxxxx
De pensioenovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van de sociale wetgeving.
De algemene en de bijzondere voorwaarden in samenhang met de kerngegevens, vormen het geheel van bepalingen die van toepassing zijn.
De statuten van de pensioeninstelling, alsook de Belgische wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de levensverzekeringen in het algemeen, zijn eveneens van toepassing op de pensioenovereenkomst.
Technische grondslagen
De toeslagen (instapkost), de technische rentevoet (intrestvoet) en de voorvalswetten (tafels inzake sterftekansen) vormen het geheel van de technische grondslagen die gebruikt worden voor de vaststelling van de verworven reserve en in voorkomend geval het tarief van het overlijdensrisico.
De technische grondslagen zijn opgenomen in het technisch dossier, neergelegd bij de autoriteit belast met de (prudentiële) controle. Zij kunnen op elk ogenblik gewijzigd worden. De wijzigingen hebben uitwerking na kennisgeving ervan aan de aangeslotene. Voor wat de wijziging van de intrestvoet betreft, wordt verwezen naar hetgeen hierover vermeld staat in artikel 6.
Artikel 4 – Inwerkingtreding van de pensioenovereenkomst – opzegging van de pensioenovereenkomst
De pensioenovereenkomst wordt opgemaakt van zodra de pensioeninstelling over alle stukken die hiertoe nodig zijn beschikt.
Zij treedt in werking op de datum die vermeld wordt in de kerngegevens:
- voor zover de pensioeninstelling de eerste bijdrage ontvangt;
- voor zover het bedrag van de eerste bijdrage minstens overeenstemt met het door de pensioeninstelling vooropgestelde minimum.
Vanaf de datum van de inwerkingtreding is de pensioenovereenkomst onbetwistbaar.
De aangeslotene heeft het recht de pensioenovereenkomst op te zeggen binnen een termijn van 30 dagen vanaf de inwerkingtreding ervan. In dat geval stort de pensioeninstelling de betaalde bijdrage terug, na aftrek, in voorkomend geval, van de kost van het gewaarborgd minimumkapitaal overlijden en de eventuele belastingen.
De opzegging van de pensioen- overeenkomst moet door de aangeslotene met een gedateerde, ondertekende en aangetekende brief gevraagd worden.
Artikel 5 - Duur van de pensioenovereenkomst
De pensioenovereenkomst wordt gesloten tot de eindleeftijd die vermeld wordt in de kerngegevens.
Artikel 6 - Opbouw van de verworven reserve
De pensioeninstelling garandeert dat de op 1 januari uitstaande reserve leven alsook de nettobijdragen die in de loop van het kalenderjaar gestort worden, gedurende dat kalenderjaar of gedurende de tijdspanne in dat jaar waarin zij geïnvesteerd blijven, kapitaliseren aan de intrestvoet die van toepassing is:
- op 1 januari voor de uitstaande reserve leven;
- op het ogenblik van de storting voor de nettobijdragen.
De pensioeninstelling garandeert dat de op 1 januari uitstaande winstdeelname leven gedurende dat kalenderjaar of gedurende de tijdspanne in dat kalenderjaar waarin zij geïnvesteerd blijft, kapitaliseert aan de intrestvoet die van toepassing is:
- op 1 januari voor de uitstaande reserve leven.
De pensioeninstelling informeert de aangeslotene wanneer de intrestvoet wijzigt. Dit gebeurt schriftelijk, hetzij via een publieke aankondiging op haar website.
Elke nettobijdrage brengt intrest op vanaf de dag volgend op de dag van de ontvangst ervan op de financiële rekening van de pensioeninstelling.
Indien een gewaarborgd minimumkapitaal overlijden voorzien is, wordt de reserve leven verminderd met de risicopremie die het risicokapitaal overlijden financiert.
Voor meer details wordt verwezen naar de bijzondere voorwaarden.
Artikel 7 – Taksen en kosten
Op elke bijdrage die wordt gestort, wordt na aftrek van de jaarlijkse taks op de verzekeringscontracten (*), een instapkost afgehouden. De instapkost is vastgelegd in de bijzondere voorwaarden.
(*) Noteer dat op de opmaakdatum van de voorliggende algemene voorwaarden, de bedoelde taks niet verschuldigd is. Indien de wetgeving ter zake wijzigt, zal hij automatisch worden toegepast.
Alle taksen, belastingen, heffingen, … zowel de actuele als de toekomstige zijn naargelang het geval, voor rekening van de aangeslotene of van de begunstigde.
Kosten die tijdens de uitvoering van de pensioenovereenkomst omwille van nieuwe of gewijzigde wetgeving (“nieuwe kosten”) moeten gemaakt worden, mag de pensioeninstelling ten laste van de aangeslotene leggen.
Indien bijzondere kosten door toedoen van de aangeslotene veroorzaakt worden, mag de pensioeninstelling deze kosten supplementair aanrekenen. De pensioeninstelling kan deze kosten slechts aanrekenen mits voorafgaande kennisgeving aan de aangeslotene.
Bedoelde bijzondere kosten worden door de pensioeninstelling op redelijke en verantwoorde wijze toegepast.
Artikel 8 – Beschikbaarheid van de verworven reserve (afkoop en voorschot)
A. De verworven reserve is beschikbaar op de eindleeftijd.
Vóór de eindleeftijd kan de verworven reserve worden afgekocht vanaf het ogenblik van pensionering of vanaf het
ogenblik waarop de aangeslotene de leeftijd van 60 bereikt heeft én een statuut heeft waarop de sociale wetgeving niet meer van toepassing is.
Afkoop moet door de aangeslotene schriftelijk worden aangevraagd met een gedateerde en ondertekende brief.
De aangeslotene maakt bij die gelegenheid een kopie van zijn identiteitskaart over en een bewijsstuk dat aantoont dat hij zich in een situatie bevindt die afkoop toelaat (pensionering, stopzetting van zijn activiteit als zelfstandige, …). Indien er een aanvaardende begunstigde is moet eveneens zijn schriftelijke toestemming aan de pensioeninstelling worden overgemaakt.
Een gedeeltelijke afkoop is niet mogelijk.
Het opnemen van voorschotten of de pensioenovereenkomst in pand geven (zelfs in het kader van welbepaalde vastgoedverrichtingen), is niet toegestaan.
B. Uitstapkost - financiële afkoopvergoeding.
Er wordt een uitstapkost aangerekend die gelijk is aan een percentage van de verworven reserve. Dit percentage bedraagt:
- | 1% | het jaar van de eindleeftijd van de pensioenovereenkomst; |
- | 2% | het jaar voorafgaand aan het jaar van de eindleeftijd van de pensioenovereenkomst; |
- | 3% | bij afkoop in andere jaren dan hiervoor bedoeld. |
De minimale uitstapkost bedraagt steeds 75 EUR, geïndexeerd met het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen (basis 1988 = 100).
Wanneer de afkoop tijdens de eerste acht jaar van de pensioen- overeenkomst gebeurt, mag voor de toepassing van het eerste lid, de verworven reserve vervangen worden door de verworven reserve die wordt verkregen door de intrestvoet te vervangen door de spot rate die op het
ogenblik van de afkoop van toepassing is op de verrichtingen met een duurtijd gelijk aan het verschil tussen de totale duurtijd van de overeenkomst beperkt tot acht jaar en de reeds verlopen duurtijd van de overeenkomst.
Indien het voorgaande wordt toegepast, spreekt men van een “financiële afkoopvergoeding”.
De pensioeninstelling behoudt zich het recht voor om de financiële afkoop- vergoeding automatisch aan te passen indien de reglementering inzake levensverzekeringen hieromtrent zou gewijzigd worden.
In afwijking op het hiervoor vermelde, zal geen uitstapkost of financiële afkoopvergoeding verschuldigd zijn bij afkoop omwille van (vervroegde) pensionering.
C. Voor de berekening van de afkoop- vergoeding wordt de datum van de afkoopaanvraag in aanmerking genomen. De afkoop heeft uitwerking vanaf de datum waarop de aangeslotene de vereffeningskwitantie voor akkoord ondertekent. Vooraleer de afkoopwaarde wordt uitgekeerd moeten de stukken zoals bedoeld in artikel 14, punt a, evenals het origineel exemplaar van de pensioenovereenkomst en de eventuele bijvoegsels, aan de pensioeninstelling overgemaakt worden.
D. De afgekochte pensioenovereenkomst kan opnieuw in werking gesteld worden binnen een periode van 3 maanden die volgt op de afkoop.
De pensioenovereenkomst wordt dan opnieuw in werking gesteld na de terugstorting aan de pensioeninstelling van de afkoopwaarde.
Het opnieuw in werking stellen van het gewaarborgd minimumkapitaal overlijden, kan afhankelijk gemaakt worden van medische formaliteiten.
Artikel 9 – Verandering van pensioeninstelling en overdracht
De aangeslotene kan, conform de sociale wetgeving, zijn pensioenovereenkomst
stopzetten met de bedoeling de verworven reserve over te dragen naar een nieuwe pensioeninstelling.
Voor zover geen wettelijke bepalingen dit verbieden, zal de uitstapkost/financiële afkoopvergoeding als bedoeld in artikel 8, toegepast worden.
De overdracht wordt aangevraagd met een gedateerde en ondertekende brief. De pensioeninstelling deelt uiterlijk binnen de dertig dagen na de vraag tot overdracht, schriftelijk of langs elektronische weg het bedrag van de verworven reserve mee alsook de uitstapkost/financiële afkoopvergoeding en de manier waarop deze zal aangerekend worden.
Artikel 10 – De prestatie overlijden: algemeen
Bij overlijden van de aangeslotene zal de pensioeninstelling aan de begunstigde de op datum van het overlijden verworven reserve storten.
Wanneer een gewaarborgd minimum- kapitaal overlijden voorzien is, wordt de verworven reserve aangevuld tot dit bedrag.
De aangeslotene is verplicht bij het sluiten van de pensioenovereenkomst alle door hem gekende omstandigheden, waarvan hij redelijkerwijs moet weten dat zij de beoordeling van het overlijdensrisico door de pensioeninstelling kunnen beïnvloeden, nauwkeurig mee te delen.
De pensioenovereenkomst wordt te goeder trouw opgesteld op basis van de inlichtingen verstrekt door de aangeslotene.
Wanneer het verzwijgen en/of de onjuiste mededeling van gegevens opzettelijk/onopzettelijk gebeurt, zijn, wat de gevolgen hiervan betreft, de wettelijke bepalingen ter zake van toepassing.
In geval van onjuiste geboortedatum van de aangeslotene worden de verplichtingen van elke partij aan de hand van de correcte geboortedatum aangepast.
Artikel 11 – De prestatie overlijden: draagwijdte
a. Welke is de territoriale draagwijdte?
Het overlijden van de aangeslotene, waar ook ter wereld, is gedekt.
b. Is er tussenkomst bij zelfmoord?
Zelfmoord is niet gedekt in het jaar dat volgt op de inwerkingtreding van de pensioenovereenkomst of het opnieuw in werking stellen ervan (artikel 8 D).
Zelfmoord is niet gedekt voor het gedeelte van het gewaarborgd minimumkapitaal overlijden dat gedurende minder dan één jaar een verhoging van de voordien onderschreven prestatie uitmaakt.
Met zelfmoord wordt gelijkgesteld euthanasie buiten de terminale fase en dit voor zover de gebeurtenis zich voordoet tijdens het eerste jaar na de datum van inwerkingtreding van de pensioenovereenkomst of het opnieuw inwerking stellen ervan (artikel 8 d).
c. Zijn luchtvaartrisico’s gedekt?
Het overlijden van de aangeslotene is gedekt als passagier van een luchtvaartuig (vliegtuig, helikopter, luchtballon) behalve:
- wanneer het toestel gebruikt wordt bij competities, demonstraties, snelheidstesten, raids, trainings- vluchten, records of recordpogingen en proefvluchten;
- wanneer het toestel een prototype is of een militair toestel dat niet voor transport wordt gebruikt;
- wanneer het gaat om een toestel van het type zweefvliegtuig, ULM of deltaplane.
d. Is het oorlogsrisico gedekt?
Het overlijden dat te wijten is aan een oorlogsfeit is niet gedekt.
Nochtans, indien het overlijden zich voordoet tijdens een verblijf in het buitenland, moet er onderscheid gemaakt worden tussen twee gevallen:
- indien het conflict uitbreekt tijdens een verblijf in het buitenland is het risico gedekt voor zover de aangeslotene niet actief aan de vijandelijkheden deelneemt;
- indien de aangeslotene zich begeeft naar een land waar een gewapend conflict gaande is dan kan hij gedekt worden voor zover hij niet actief aan de vijandelijkheden deelneemt. Deze dekking vereist een bijpremie en zal in een bijvoegsel aan de pensioen- overeenkomst vermeld worden.
Wanneer de aangeslotene deel uitmaakt van een macht die door de overheid wordt ingezet, kan het oorlogsrisico met een bijzondere overeenkomst en volgens de (wettelijke) bepalingen ter zake, gedekt worden.
e. Zijn oproerrisico’s gedekt?
Het overlijden dat te wijten is aan oproer, burgerlijke onlusten of collectieve gewelddaden met politieke, ideologische of maatschappelijke inslag, al dan niet gepaard gaande met opstand tegen de overheid of de gevestigde macht, is niet gedekt.
Het oproerrisico is echter wel gedekt indien de begunstigde aantoont dat de aangeslotene:
- ofwel er niet actief aan heeft deelgenomen;
- ofwel zich in een toestand van wettige zelfverdediging bevond;
- ofwel tussenkwam als lid van een ordemacht in opdracht van de overheid.
f. Is terrorisme gedekt?
Wanneer het overlijden te wijten is aan terrorisme zoals gedefinieerd in de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme, dan zijn de volgende bepalingen en limieten van toepassing:
- de pensioeninstelling is toegetreden tot de rechtspersoon (VZW TRIP) die is opgericht overeenkomstig artikel 4 van de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen
schade veroorzaakt door terrorisme.Bijgevolg valt de dekking van het schadegeval onder de wettelijk voorziene beperking per kalenderjaar, voor de uitvoering van alle verbintenissen van alle verzekeringsondernemingen die lid zijn van de VZW, wat betreft de schade die veroorzaakt is door alle gebeurtenissen die erkend zijn als terrorisme;
- de jaarlijkse beperking bedraagt 1 miljard euro. Dat bedrag wordt op 1 januari van elk jaar aangepast aan de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen, met als basis het indexcijfer van december 2005. In geval van wettelijke of reglementaire aanpassing van dat basisbedrag, zal het gewijzigde bedrag van toepassing zijn vanaf de eerstvolgende vervaldag na de wijziging, behalve als de wetgever expliciet een andere overgangsregeling heeft voorzien;
- indien het totaal van de berekende of geraamde bedragen het hiervoor vermelde bedrag overschrijdt, wordt er een evenredigheidsregel toegepast: de uit te keren schadevergoedingen worden beperkt ten belope van de verhouding van het bedrag zoals hiervoor aangehaald of de nog beschikbare middelen voor dat kalenderjaar en de uit te keren schadevergoedingen toegerekend aan dat kalenderjaar;
- de toepassing van de wet van 1 april 2007, de hoogte van de verbintenissen van de verzekeringsondernemingen alsook de termijnen en de percentages van de schadevergoedingen zijn onderworpen aan de beslissingen van het Comité opgericht overeenkomstig de artikelen 5 en volgende van de wet van 1 april 2007.
De voorgaande bepalingen verhinderen niet dat de verworven reserve wordt uitgekeerd.
Indien de wetgeving zou wijzigen in die zin dat de schade veroorzaakt door terrorisme niet meer verplicht moet
gedekt worden, neemt deze waarborg een einde en is er geen terrorisme- dekking meer vanaf het ogenblik waarop, volgens de wettelijke bepalingen ter zake, terrorisme niet meer verplicht gedekt moet worden.
De verzekeringsonderneming behoudt zich eveneens het recht voor om elke andere bepaling met betrekking tot het terrorismerisico automatisch aan te passen indien de betreffende wetgeving zou wijzigen.
g. Zijn er nog andere uitsluitingen?
Alle overige risico’s zijn gedekt behalve:
- het overlijden opzettelijk veroorzaakt door de begunstigde of op zijn aanstoken;
- het overlijden dat het gevolg is van de tenuitvoerlegging van rechterlijke veroordeling tot de doodstraf;
- het overlijden als gevolg van of dat onmiddellijk veroorzaakt wordt door een opzettelijk door de aangeslotene als dader of mededader gepleegde misdaad of gepleegd wanbedrijf en waarvan de gevolgen door hem konden voorzien worden;
- het overlijden als gevolg van een sprong met een valscherm/parapente zonder dat die sprong door over-macht te verantwoorden is;
- het overlijden als gevolg van elastiekspringen zoals Xxxxx e.a.
h. Welk bedrag wordt uitbetaald wanneer een risico niet gedekt is?
Wanneer het overlijden opzettelijk veroorzaakt werd door de begunstigde of op zijn aanstoken, wordt de prestatie bij overlijden aan de andere begunstigden uitbetaald.
Indien de aangeslotene overlijdt als gevolg van een ander uitgesloten risico, betaalt de pensioeninstelling de begunstigde de verworven reserve op de datum van het overlijden.
Eveneens betaalt de pensioeninstelling de opbrengst terug van de kapitalisatie van de premies die betrekking hebben
op de periode na de datum van het overlijden.
Artikel 12 - Aanvaardende begunstigde
De begunstigde bij vooroverlijden van de aangeslotene mag het voordeel van de pensioenovereenkomst aanvaarden.
Xxxxxx de aangeslotene in leven is, kan de aanvaarding enkel gebeuren via een bijvoegsel ondertekend door de begunstigde, de aangeslotene en de pensioeninstelling.
Na het overlijden van de aangeslotene kan de aanvaarding stilzwijgend of uitdrukkelijk zijn. Zij is echter alleen geldig, wanneer zij met een gedateerde, ondertekende en aangetekende brief aan de pensioeninstelling betekend is.
Bij aanvaarding van de begunstiging zijn de aanwijzing van een nieuwe begunstigde, de afkoop en de stopzetting van de pensioenovereenkomst die gepaard gaat met een overdracht van de verworven reserve naar een andere pensioeninstelling, ondergeschikt aan het geschreven akkoord van de aanvaardende begunstigde.
Artikel 13 – Winstdeelname
Jaarlijks beslist de algemene vergadering van de pensioeninstelling over de winstdeelname in functie van de resultaten van het vorige boekjaar.
De winstdeelname wordt toegekend volgens de voorwaarden en modaliteiten vastgelegd in het winstdeelnameplan dat de pensioeninstelling elk jaar voorlegt aan de autoriteit belast met de (prudentiële) controle.
De winstdeelname van een boekjaar wordt toegekend aan de pensioenovereen- komsten die op 31 december van dat boekjaar in voege zijn.
Wanneer de winstdeelname van het vorige boekjaar nog niet bepaald is bij beëin- diging van de pensioenovereenkomst, wordt de winstdeelname van dat boekjaar geraamd in functie van de toekenning voor de vorige boekjaren en de economische conjunctuur.
Winstdeelname is niet gegarandeerd.
Indien specifieke regels gelden om winstdeelname te genieten, dan worden deze vermeld in de bijzondere voorwaarden.
Artikel 14 - Uitbetaling van de prestaties – omvorming in rente
a. In geval van leven van de aangeslotene:
Op het einde van de pensioenovereenkomst wordt de verworven reserve aan de begunstigde gestort na overmaking van de volgende documenten:
1. het ingevulde en ondertekende vereffeningsdocument;
2. een kopie recto/verso van de identiteitskaart van de aangeslotene;
3. een kopie van de SIS-kaart om het INSZ-nr te kennen;
4. een bewijs van leven van de aangeslotene;
5. in voorkomend geval een kopie van de notificatie van de beslissing van het (vervroegd) wettelijk pensioen (document dat bij het RSVZ (Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen)/de RVP (Rijksdienst voor Pensioenen) kan gevraagd worden.
b. In geval van overlijden van de aangeslotene:
De verworven reserve of indien daarin voorzien is, het gewaarborgd minimumkapitaal overlijden, worden aan de begunstigde gestort na overmaking van de volgende documenten:
1. het ingevulde en ondertekende vereffeningsdocument;
2. een uittreksel uit de overlijdensakte van de aangeslotene;
3. een medisch attest met vermelding van de overlijdensoorzaak;
4. een kopie recto/verso van de identiteitskaart van de begunstigde.
Wanneer de begunstigde(n) niet individueel is (zijn) aangewezen, niet
identificeerbaar is (zijn) of vooroverleden is (zijn): een akte/attest van erfopvolging.
c. Omvorming van de prestatie in een rente
De begunstigde heeft het recht om de prestatie te laten omvormen in een rente. De vraag om omzetting in rente is slechts ontvankelijk indien het jaarbedrag van de aanvangsrente voor de begunstigde hoger is dan het wettelijk vastgelegde drempelbedrag. Wanneer er geen wettelijk drempel- bedrag werd vastgelegd, geldt het drempelbedrag zoals bepaald in de sociale wetgeving (WAPZ).
Deze rente zal berekend worden aan de hand van het tarief dat op het ogenblik van de aanvraag tot omvorming van kracht is, waarbij eveneens rekening zal gehouden worden met de wettelijke regels die op dat ogenblik gelden voor de pensioen- overeenkomst.
Indien geopteerd wordt voor de omvorming in rente, kan de pensioen- instelling het vestigingskapitaal volgens de wettelijke bepalingen ter zake overmaken aan een andere pensioeninstelling die de wettelijk vastgelegde regels inzake rente- uitkering eerbiedigt.
Artikel 15 – Fiscaliteit – Parafiscaliteit
Noteer dat het fiscale en para-fiscale regime in de loop van de tijd kan wijzigen en dat de pensioeninstelling gehouden is de wettelijke bepalingen, zoals die zich op elk ogenblik voordoen, toe te passen.
De pensioeninstelling kan op geen enkele wijze aansprakelijk worden gesteld indien verwachte belastingvoordelen niet zouden (kunnen) genoten worden of indien op de pensioenovereenkomst een (para-)fiscale druk zou rusten die niet verwacht werd.
a. Fiscaal regime van toepassing op de bijdragen
De bijdragen hebben het karakter van sociale bijdragen en zijn aftrekbaar als beroepskost. Hierdoor kan er een fiscaal voordeel aan de marginale
aanslagvoet genoten worden. Doorgaans geldt als regel dat de maximaal aftrekbare bijdrage gelijk is aan 8,17% van het belastbaar geïndexeerd beroepsinkomen van drie jaar terug, dat in voorkomend geval begrensd wordt.
b. (Para-) Fiscaal regime van toepassing op de prestaties
De prestaties zijn belastbaar volgens het regime van de fictieve rente.
Winstdeelname die deel uitmaakt van de prestatie die wordt uitgekeerd, wordt niet belast.
Gemeentelijke en andere opcentiemen zijn mogelijk.
Indien de aangeslotene aantoont dat hij conform de wettelijke bepalingen ter zake effectief actief was op 65 jaar, is een verlaging van de prestatie die omgezet wordt naar een fictieve rente, voorzien.
De begunstigde is gehouden de fictieve rente die de pensioeninstelling hem bij de uitkering van de prestatie meedeelt, gedurende de periode waarover deze fictieve rente zich uitstrekt, spontaan op te nemen in zijn belastingaangifte.
Noteer dat de pensioeninstelling zelf niet belast maar enkel de wettelijk opgelegde bedrijfsvoorheffing inhoudt op de eerste fictieve rente en dit bij gelegenheid van de uitkering van de prestatie.
Prestaties uit een pensioen- overeenkomst als de pensioen- overeenkomst VITA VAPZ ondergaan een sociale zekerheidsbijdrage die gekend is onder de naam RIZIV- bijdrage. Deze bijdrage is op de prestatie in zijn geheel (dus ook op het onderdeel winstdeelname) verschuldigd. De afhouding van de RIZIV-bijdrage gebeurt vóór de omzetting van de prestatie naar fictieve rente.
Artikel 16 – Wijziging Algemene Voorwaarden
Indien de pensioeninstelling de algemene voorwaarden om gegronde redenen en binnen de perken van de goede trouw
wenst te wijzigen, stelt zij bij een gewone brief de aangeslotene voor om de gewijzigde algemene voorwaarden toe te passen vanaf een door haar bepaalde datum.
Artikel 17 – Administratieve bepalingen
a. Woonplaats – Briefwisseling
Elke schriftelijke kennisgeving van de ene partij aan de andere wordt geacht te zijn gedaan op de datum van de postafgifte en gebeurt geldig op hun laatst onderling meegedeelde adres.
Er wordt overeengekomen dat een aangetekende brief als ingebrekestelling voldoende is.
De verzending van een aangetekende brief wordt bewezen door het ontvangstbewijs van de post.
Bij gebrek aan voorlegging van het origineel exemplaar van enige briefwisseling, geldt het afschrift ervan in de dossiers van de pensioeninstelling als bewijs.
b. Bescherming van de persoonlijke levenssfeer
Conform de Algemene Verordening voor de gegevensbescherming verzoeken wij u kennis te nemen van de onderstaande informatie.
De informatie die hierna volgt heeft betrekking op wet- en regelgeving inzake persoonsgegevensbescherming. Onder “persoonsgegevens” worden verstaan alle gegevens betreffende een natuurlijke persoon die de pensioeninstelling (verzekerings- onderneming) rechtstreeks van de aangeslotene (betrokkene) verkrijgt of die met betrekking tot de aangeslotene aan de pensioeninstelling zijn verstrekt). Deze gegevens kunnen al dan niet automatisch worden verwerkt.
Doeleinden van de gegevensverwerking - Rechtsgrond - Ontvangers van de gegevens
Doeleinden
De persoonsgegevens worden door de pensioeninstelling, verwerkings-
verantwoordelijke, verwerkt voor de volgende doeleinden:
de aansluiting bij en de uitvoering van de pensioenovereenkomst (*)
de berekening van de prestaties en de technische voorzieningen (*)
de naleving van wettelijke en prudentiële verplichtingen (*)
de opvolging van fiscale controlemaatregelen, de verplichte inhoudingen bij de uitkering van prestaties (*)
de behandeling van klachten en mogelijke geschillen (**)
de opsporing en het voorkomen van fraude, witwaspraktijken en terrorisme (***)
het genereren van statistieken (***)
direct marketingdoeleinden (***)
Indien de vereiste persoonsgegevens niet verstrekt zouden worden, kan noch de vraag om een simulatie, noch de onderschrijving en uitvoering van de overeenkomst door de pensioeninstelling worden opgevolgd.
Rechtsgrond
De persoonsgegevens worden verwerkt:
(*) om te voldoen aan wettelijke verplichtingen;
(**) in het kader van de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst;
(***) ter behartiging van gerechtvaardigde belangen.
Bij elk doeleinde dat onder de vorige titel voorkomt, werd de rechtsgrond voor de verwerking aangeduid via de hiervoor vermelde steraanduiding.
Ontvangers van de gegevens
Binnen de hierboven opgesomde doeleinden, kunnen de persoonsgegevens gecommuniceerd worden aan ondernemingen die deel uitmaken van de groep Federale Verzekering, aan natuurlijke personen of ondernemingen die als
dienstverlener of verwerker optreden voor rekening van de pensioeninstelling evenals aan andere betrokken derde partijen zoals een mede- of herverzekeringsonderneming, een bevoegde overheidsdienst, een advocaat of bemiddellaar in het kader van geschillenbeslechting.
Onrechtstreekse gegevensoverdracht
Wanneer de aangeslotene aan de pensioeninstelling persoonsgegevens van begunstigden meedeelt, vraagt de pensioeninstelling hen te informeren over deze gegevensoverdracht, de verwerking en de daarmee verband houdende rechten.
Vertrouwelijkheid
Technische en organisatorische maatregelen werden genomen om de vertrouwelijkheid en de veiligheid van de persoonsgegevens te garanderen. De toegang wordt beperkt tot de medewerkers die deze beroepshalve verwerken of nodig hebben.
Bewaring van de verwerkte gegevens
De verwerkte gegevens worden door de pensioeninstelling bewaard gedurende de tijd die nodig is om het doeleinde te realiseren. Deze duurtijd zal verlengd worden door de verjaringstermijn alsook door elke bewaartermijn die wordt opgelegd door wet- of regelgeving.
Rechten van de aangeslotene
De aangeslotene van wie persoons- gegevens verwerkt worden kan:
inzage vragen van die gegevens;
onjuiste gegevens laten rectificeren;
gegevens laten wissen;
een beperking van de verwerking verkrijgen;
gegevens verkrijgen en/of laten overdragen naar een andere verwerkingsverantwoordelijke;
bezwaar maken tegen de verwerking.
Voor de omvang en de draagwijdte van de hiervoor vermelde rechten wordt verwezen naar het Privacybeleid op de website van de verwerkings- verantwoordelijke. Indien de persoons- gegevens gebruikt worden voor Direct Marketing, kan de aangeslotene zich hiertegen steeds verzetten.
Elke vraag over de hiervoor vermelde rechten kan worden ingediend:
via een gedateerde en ondertekende brief aan: de Data Protection Officer
- Xxxxxxxxxxx 00 - 0000 Xxxxxxx
via e-mail aan: xxxxxxx@xxxxxxxx.xx
Vereist is dat de aangeslotene bij zijn vraag een recto-verso kopie van zijn identiteitskaart voegt.
Contactgegevens
Meer informatie is terug te vinden op xxx.xxxxxxxx.xx of kan bekomen worden via e-mail aan xxxxxxx@xxxxxxxx.xx of via brief aan Federale Verzekering t.a.v. de Data Protection Officer - Xxxxxxxxxxx 00 - 0000 Xxxxxxx.
Eventuele klachten met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens kunnen gericht worden naar de Gegevensbeschermingsautoriteit.
c. Klachten
Elke mogelijke klacht in verband met deze pensioenovereenkomst kan gericht worden aan:
- Federale Verzekering, Dienst Klachtenbeheer, Stoofstraat 12 te 0000 Xxxxxxx - Fax: 00.000.00.00 xxxxxxxx.xxxxxx@xxxxxxxx.xx;
- of de Ombudsman van de Verzekeringen, de Meeûssquare 35 te 0000 Xxxxxxx - Fax 00.000.00.00 xxxx@xxxxxxxxx.xx
zonder dat dit afbreuk doet aan het recht van de aangeslotene om een rechtsvordering in te stellen.
d. Rechtsbevoegdheid
De betwistingen tussen partijen betreffende de uitvoering van de pensioenovereenkomst vallen onder de
bevoegdheid van de Belgische rechtbanken. Is één van de partijen gedomicilieerd buiten België, dan is enkel de rechtbank van het arrondissement van de zetel van de pensioeninstelling bevoegd.