Algemene Voorwaarden voor Pleegzorg De Rading
Algemene Voorwaarden voor Pleegzorg De Rading
Inleiding
De Algemene Voorwaarden regelen de formele en juridische afspraken tussen pleegouder1 en De Rading. Hierin zijn zaken en uitgangspunten vastgesteld die voor alle pleegouders en alle plaatsingen gelden. De Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle vormen van pleegzorg.
Erkende pleegzorg moet voldoen aan de eisen zoals die gesteld worden in de Jeugdwet en specifiek hoofdstuk 5. Hierin worden regels gesteld over het pleegouderschap, de vergoeding en het bijbehorende pleegcontract.
In het pleegcontract staan zaken vermeld die betrekking hebben op een concrete pleegzorgsituatie tussen een jeugdige en pleegouder gedurende de plaatsing, zoals de aanvangsdatum en de aard van de plaatsing. Hierin staat eveneens het juridisch kader van de plaatsing en de verantwoordelijkheden van pleegouder en De Rading. Het pleegcontract vormt één geheel met deze Algemene Voorwaarden. Een pleegouder die voor erkenning in aanmerking wil komen, verklaart zich in de onderzoeksfase akkoord met deze Algemene Voorwaarden.
De Rading
a. Stichting De Rading is een instelling voor Jeugd- en Opvoedhulp met als werkgebied Midden Nederland.
b. De Rading speelt een centrale rol in de uitvoer van het pleegzorgbeleid in de gemeenteregio’s in Midden Nederland. Zij is onder andere verantwoordelijk voor werving, voorbereiding en selectie van nieuwe pleeggezinnen en de ondersteuning van pleeggezinnen en pleegkinderen gedurende een pleegzorg plaatsing.
c. Het voorbereidingstraject staat beschreven in het document "Op weg naar het pleegouderschap".
d. De gemeente is volgens wettelijke bepalingen en richtlijnen verantwoordelijk voor het afgeven van een besluit waarin een voorziening voor jeugdhulp wordt getroffen. De gemeente kan deze bevoegdheid overdragen aan een verwijzer. In het besluit wordt aangegeven welke hulp wordt ingezet.
Hulpverleningsplan De Rading
a. De Rading stelt voorafgaand aan de pleeggezinplaatsing, maar uiterlijk binnen 6 weken na plaatsing, een eerste hulpverleningsplan op.
b. Het hulpverleningsplan van De Rading is gebaseerd op de informatie uit het besluit van de gemeente.
c. Vooraf wordt overleg gevoerd tussen De Rading, pleegouder, ouder(s) en de jeugdige (vanaf 12 jaar) en de verwijzer over het hulpverleningsplan van De Rading. Een pleegouder heeft instemmingsrecht over dat deel van het plan dat de rol van de pleegouder betreft.
d. Het hulpverleningsplan bestaat uit twee delen. Het eerste gedeelte van het hulpverleningsplan heeft betrekking op de jeugdige, diens ouder(s) en op dat wat in opvoedkundige en verzorgende zin van de pleegouder verwacht wordt en overeengekomen is. Dit gedeelte wordt besproken met jeugdige en ouder(s), pleegouder en verwijzer.
e. Het tweede gedeelte van het hulpverleningsplan (pleeggezinbegeleidingsplan) kan specifieke begeleidingspunten voor het pleeggezin zelf bevatten. I.v.m. de privacy van de pleegouder wordt dit gedeelte niet besproken met verwijzer, jeugdige en ouder(s) .
f. Het hulpverleningsplan bevat minimaal doelstellingen van de pleeggezinplaatsing, doel en inhoud van de begeleiding en duidelijke afspraken tussen jeugdige, ouder(s), pleegouder, en De Rading. Indien er afspraken zijn met verwijzer en/of andere organisaties worden deze ook opgenomen.
g. De evaluatie van het hulpverleningsplan is afhankelijk van de termijn die gesteld is in het indicatiebesluit, maar ten minste één keer per jaar. Daar waar nodig worden er nieuwe afspraken vastgesteld.
h. Wanneer er wijzigingen in het hulpverleningsplan van De Rading worden aangebracht stelt De Rading (pleeg)ouder(s) en de jeugdige (12 jaar en ouder) in de gelegenheid zich hierover uit te spreken.
1 Dit kan ook pleegouders betreffen. In verband met de leesbaarheid wordt de term pleegouder gehanteerd.
i. Indien (pleeg)ouder(s) en/of jeugdige het niet eens zijn met de voorgestelde wijzigingen in het hulpverleningsplan en gesprekken leiden niet tot overeenstemming over het hulpverleningsplan, kan dit in het uiterste geval consequenties hebben voor de voortgang van het contract.
Pleegzorgbegeleiding
a. De begeleiding vanuit de Rading wordt standaard verzorgd door een pleegzorgbegeleider. Deze voert regelmatig gesprekken met de (pleeg)ouder en de jeugdige. Als dit nodig wordt geacht, kan er na onderling overleg extra ondersteuning worden ingezet. De Rading biedt tijdig adequate hulp t.b.v. pleegkind en/of pleeggezin en/of ouders aan.
b. Een pleegouder heeft recht op professionele begeleiding vanuit De Rading.
c. Bij De Rading zijn gekwalificeerde en geregistreerde pleegzorgbegeleiders in dienst die de pleegouder ondersteunt overeenkomstig het opgestelde hulpverleningsplan en pleeggezinbegeleidingsplan. Ook afgesproken scholing van de pleegouder wordt in het pleeggezinbegeleidingsplan opgenomen.
d. De pleegzorgbegeleider maakt met de pleegouder afspraken over de frequentie en inhoud van de begeleiding.
e. In het geval van pleegoudervoogdij wordt de begeleiding terug gebracht tot één gesprek/bezoek per jaar tenzij de pleegoudervoogd meer begeleiding wenst.
f. De pleegzorgmedewerker heeft (minstens eenmaal per jaar een) gesprek(ken) met het pleegkind alleen.
g. Het pleegkind ontvangt bij start van de plaatsing de contactgegevens van de pleegzorgmedewerker en wordt erover geïnformeerd dat hij zelfstandig contact met diegene op kan nemen.
h. De Rading zorgt ervoor dat de pleegouder de beschikking krijgt over gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de taak van de pleegouder (art. 5.4 Jeugdwet).
i. De Rading heeft de intentie pleeggezinnen een vaste pleegzorgbegeleider toe te wijzen, ook bij plaatsingen van meer kinderen, tenzij de specifieke hulpvraag van de jeugdige of het pleeggezin dit onmogelijk maakt.
j. De pleegouder hoort bij de aanvang van de plaatsing hoe de vervanging van de pleegzorgbegeleider is geregeld. Tevens is de naam van de teamcoördinator van de pleegzorgbegeleider bekend.
k. De Rading draagt, voor zover dat binnen haar mogelijkheden ligt, bij aanvang van de plaatsing zorg voor alle belangrijke documenten (zoals paspoort, vaccinatiepapieren en schoolrapporten) en persoonlijke bezittingen van de jeugdige.
Bereikbaarheid De Rading
De pleegzorgmedewerker is op diens werktijden telefonisch bereikbaar. De Rading is iedere werkdag tussen 9.00 en 17.00 uur telefonisch te bereiken.
De pleegouder en jeugdige worden adequaat en klantvriendelijk te woord gestaan. Er wordt overlegd over de urgentie van de vraag en de mogelijkheden van de pleegzorgmedewerker.
Bij de receptie is bekend wanneer de pleegzorgmedewerker bereikbaar is, zodat het duidelijk is wanneer overlegd kan worden met de pleegzorgmedewerker of, indien nodig, diens vervanger/teamcoördinator.
a. (Pleeg)ouder en jeugdige kunnen, buiten kantooruren, met vragen en problemen die niet kunnen wachten tot de volgende werkdag, gebruik maken van een 24-uurs bereikbaarheidsdienst. Dit houdt in dat telefonisch contact opgenomen kan worden met de dienstdoende begeleider. Het telefoonnummer van De Rading is 030 272 43 53 waarin buiten kantoortijden wordt verwezen naar de bereikbaarheidsdienst.
b. Pleegzorgbegeleiders zijn bereid om, aansluitend op de hulpvraag, buiten reguliere kantoortijden te werken voor consultatie- en/of bezoeken aan het pleeggezin.
c. De Rading beschikt over een deskundige financiële afdeling waar de pleegouder terecht kan met hun declaraties en financiële vragen. Deze afdeling is in ieder geval iedere werkdag tussen 10.30 en 12.00 uur telefonisch te bereiken.
Financiële regelingen
a. De Rading verstrekt (informatie over) de pleegzorgvergoeding aan de pleegouder. Informatie hierover is onder andere te vinden op de pleegzorgwijzer op xxx.xxxxxx.xx
b. De pleegouder is verplicht eventueel teveel ontvangen pleegzorgvergoeding terug te storten.
c. De pleegzorgvergoeding is bedoeld als compensatie voor de kosten die voor de opvoeding van het pleegkind gemaakt worden. De pleegouder kan gevraagd worden informatie te verstrekken over de wijze waarop de vergoeding is, of wordt besteed.
d. Opgebouwd spaargeld van de jeugdige en ontvangen cadeaus blijven, ook bij vertrek uit het pleeggezin, eigendom van de jeugdige.
e. Bij justitiële plaatsingen en pleegoudervoogdij verstrekt De Rading voor bepaalde kosten een vergoeding voor bijzondere kosten. De regeling is te vinden op de pleegzorgwijzer op xxx.xxxxxx.xx Bij vrijwillige plaatsingen geldt dat ouders als onderhoudsplichtige aangesproken worden voor bijzondere kosten.
Beslissingsbevoegdheid
Het juridische kader van een pleeggezinplaatsing is relevant in verband met de rechtspositie van de pleegouder, jeugdige en ouders:
a. Bij een vrijwillige pleeggezinplaatsing berust het gezag bij de wettelijke vertegenwoordiger(s) van de jeugdige (meestal ouder(s)).
b. Bij een plaatsing in het kader van een voogdijmaatregel berust de gehele beslissende bevoegdheid bij een Gecertificeerde Instelling/ (pleegouder)voogd/gezagsdrager.
c. Bij een plaatsing in het kader van een (voorlopige) ondertoezichtstelling berust de beslissende bevoegdheid bij ouder(s) en gezinsvoogd gezamenlijk. Bij verschil van inzicht tussen de Gecertificeerde Instelling en ouder(s) kunnen de Gecertificeerde Instelling of ouder(s) de Kinderrechter om een uitspraak vragen.
d. De Rading is, samen met de pleegouder, in alle situaties verantwoordelijk voor een veilige en goede opvoedingssituatie voor het kind. Daarover legt De Rading verantwoording af aan diegene met het (gedeeld) gezag. De Rading zal in alle situaties pas na overleg en goed gemotiveerd besluiten nemen en alle in geding zijnde belangen daarin meewegen. Het belang van een optimale ontwikkeling van het kind staat hierin centraal.
Contact ouder(s)/ belangrijke betrokkenen met de jeugdige
a. Bij pleegzorg hoort omgang tussen de jeugdige en de eigen ouder(s) en andere belangrijke betrokkenen bij de jeugdige. Zowel De Rading als de pleegouder erkennen het belang daarvan voor het kind. De omgang moet plaatsvinden in een frequentie en op een wijze die past bij de ontwikkeling en het belang van de jeugdige. Daarnaast spelen de behoefte van ouders, mogelijkheden van (pleeg)ouder(s) en de reden en het doel van de pleegzorgplaatsing een rol.
b. Bij een plaatsing in het kader van de hulpverleningsvariant is het de bedoeling dat het kind binnen afzienbare tijd terugkeert naar de eigen ouders. Het doel van het contact is dan ook om de eigen ouders bij de ontwikkeling en opvoeding van het kind betrokken te houden, om de terugkeer mogelijk te maken. Vlak voor de definitieve terugkeer van het kind naar zijn ouders zal de omgangsfrequentie opgevoerd kunnen en moeten worden. De omgang met de eigen ouder(s) zal in deze situatie intensiever zijn dan bij plaatsingen van langdurige aard.
c. Bij een plaatsing in het kader van de opvoedingsvariant is er sprake van een langdurig verblijf in het pleeggezin. Terugkeer naar de eigen ouder(s) is daarbij geen doel. Aard en frequentie van de omgang moeten hierop zijn aangepast.
d. Het is in het belang van het kind als alle betrokkenen (inclusief het kind zelf) in goed overleg tot een evenwichtige omgangsregeling komen. De pleegouder is verplicht om aan een zorgvuldig vastgestelde regeling mee te werken.
e. In het hulpverleningsplan wordt vastgelegd hoe de omgang met de familie en andere belangrijke betrokkenen van het kind bij de aanvang wordt vastgesteld. Wijzigingen worden bij voorkeur schriftelijk of via mail bevestigd.
f. Bij conflicten over de frequentie van de omgangsregeling wordt soms de rechter ingeschakeld, met name door de ouder(s)/wettelijke vertegenwoordigers. In sommige gevallen kan de (pleeg)ouder of pleegzorgorganisatie aan de rechter om een toetsing en een vervangende beslissing vragen.
Taken en verantwoordelijkheden pleegouder
a. De pleegouder stelt zich open en samenwerkingsgericht op t.o.v. De Rading.
b. De pleegouder informeert de pleegzorgbegeleider over alle relevante gebeurtenissen in hun gezin. Zij overleggen - indien mogelijk vooraf - met de pleegzorgbegeleider over zaken die van grote invloed kunnen zijn op het pleegkind en de pleegzorgsituatie. Te denken valt hierbij aan wijzigingen in de gezinssamenstelling, justitiële contacten van een lid van het pleeggezin of pleegkind, verblijf van het pleegkind buiten het pleeggezin van meer dan een paar dagen, ernstige ziekte of ongeval van het pleegkind of andere gezinsleden, het door het pleegkind aangaan van een (arbeids)contract, ernstige problemen thuis, op school of op het werk of weglopen.
M.b.t. ingrijpende keuzes zoals schoolkeuze en het inschakelen van specialistische hulp mag geen besluit worden genomen zonder overleg met de Rading en de wettelijke vertegenwoordiger(s). In een geval van nood beslist de pleegouder zelfstandig en informeert De Rading en wettelijk vertegenwoordiger achteraf.
c. De pleegouder aanvaardt de dagelijkse opvoedingsverantwoordelijkheid over de jeugdige. Zij biedt verzorging en opvoeding, aan de hand van het eerder genoemde hulpverleningsplan en behartigt daarmee de geestelijke en lichamelijke belangen van de jeugdige.
d. Indien er sprake is van seksuele contacten, fysiek of verbaal geweld tussen de jeugdige en overige leden van het pleeggezin, dan rust op de pleegouder altijd de verantwoordelijkheid dit te melden bij en te bespreken met De Rading.
e. De pleegouder is binnen de grenzen van redelijkheid en billijkheid verantwoordelijk voor vriendschappen en relaties van de jeugdige buiten het gezin. Dit houdt onder meer in dat de pleegouder duidelijk negatieve relaties op eigen initiatief overlegt met De Rading. Te denken valt dan aan contacten in het criminele circuit of aan ongelijkwaardige seksuele relaties.
f. De Rading beschikt over een Protocol Kindermishandeling en huiselijk geweld. In dit Protocol is vastgelegd wat de handelswijze van De Rading is bij beschuldigingen van mishandeling en welke rechten de pleegouder heeft in een dergelijke situatie.
g. Het is voor de jeugdige van groot belang dat persoonlijke eigendommen zoals foto’s, diploma’s, schoolrapporten etc. in diens bezit blijven. De pleegouder draagt er zorg voor dat deze voor de jeugdige beschikbaar blijven.
S l o t b e p a l i n g e n
a. Op de pleegsituatie toegespitste afspraken tussen De Rading en de pleegouder kunnen nader in het pleegcontract worden vastgelegd of uitgewerkt. Als deze afspraken echter afwijken van de Algemene Voorwaarden of van andere bepalingen uit het contract, is uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van het afdelingshoofd van De Rading vereist.
b. De verplichtingen van de pleegouder, de Rading, die in de Algemene Voorwaarden genoemd staan, kunnen niet zonder meer overgedragen worden aan een andere persoon of instelling. Daarvoor zijn nadere schriftelijke afspraken nodig.
c. Van alle betrokkenen mag worden verwacht dat zij zich bij de uitvoering van pleegzorg naar redelijkheid en billijkheid zullen gedragen. Goed overleg en tijdige wederzijdse informatie en communicatie zijn de beste garantie voor een goed verlopende plaatsing.
d. (Pleeg)ouders en pleegkinderen hebben te maken met wetgeving zoals de jeugdwet en de wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen. Relevante thema’s hier zijn o.a. blokkaderecht, inzage dossier, onderwerpen waarop de (kinder)rechter kan worden ingeschakeld, rol van (pleeg)ouders en pleegkinderen in geval van een rechtszaak etc.. Actuele informatie hierover is te vinden op xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xx/xxxx-xxxxxxxxxxx/
e. De Rading en pleegouder zetten zich samen in om vergaande conflicten met elkaar, of met eventueel andere belanghebbenden, te voorkomen. Het is in de meeste gevallen in het belang van het pleegkind om een beroep op de rechter, waar mogelijk, te voorkomen. Wanneer het er naar uitziet dat de pleegouder niet samen met de Rading en/of andere partijen tot overeenstemming kan komen, kan zij een beroep doen op een bemiddelaar, zoals een vertrouwenspersoon van het Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg, om de gang naar de kinderrechter te voorkomen. De pleegouder en De Rading hebben in sommige gevallen een eigen rechtsingang m.b.t. een pleegzorgplaatsing. In het belang van de samenwerking is het gewenst dat partijen overleggen c.q. meedelen aan elkaar dat de rechter ingeschakeld wordt.