ALGEMENE VOORWAARDEN
ALGEMENE VOORWAARDEN
ALLE BOUWPLAATSRISICO’S
INHOUDSOPGAVE DEFINITIE: 1
AFDELING 1: ZAAKVERZEKERINGEN
(SCHADE EN VERLIEZEN) 1
Art. 1: Verzekerbare goederen – verzekeringstermijnen 1
Art. 2: Waarborgen 2
Art. 3: Uitsluitingen 2
Art. 4: Aangegeven waarden 2
Art. 5: Bepaling van de vergoedingen 3
AFDELING 2: XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX 0
Art. 6: Waarborgen 3
Art. 7: Uitsluitingen 4
GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN EIGEN AAN
DE AFDELINGEN 1 EN 2 4
Art. 8: Algemene uitsluitingen 4
Art. 9: Verplichtingen van de verzekeringsnemer 5
Art. 10: Premie 5
Art. 11: Totstandkoming van het contract 5
Art. 12: Opzegging van het contract 5
Art. 13: Verplichtingen bij schadegeval 5
Art. 14: Subrogatie en verhaal 6
Art. 15: Scheidsgerecht en toepasselijke wet 6
Art. 16: Woonplaats en briefwisseling 6
Art. 17: Collectief contract 6
DEFINITIE
Wie zijn de verzekeraars?
De verzekeringsmaatschappijen, vermeld op de bijzondere voorwaarden van de polis, vertegenwoordigd door B.D.M. NV.
AFDELING 1: ZAAKVERZEKERINGEN
(SCHADE EN VERLIEZEN)
Art. 1: Verzekerbare goederen - Verzekeringstermijnen.
A. 1. de goederen, op te richten ten definitieve titel, die het voorwerp uitmaken van de aannemingen, d.w.z.:
- de bouwwerken, met inbegrip van de erin te verwerken bouwmaterialen en -elementen;
- hun uitrustingen: machines, toestellen en installaties; alsook:
2. de voorlopige bouwwerken, die voorzien zijn in deze aannemingen of nodig zijn voor de uitvoering ervan;
3. de bouwplaatsketen;
4. het materieel en de bouwplaatsuitrusting;
5. de werftoestellen;
6. het bestaand goed, eigendom van de bouwheer, op voorwaarde dat vóór de aanvang van de werken een plaatsbeschrijving op tegenspraak werd opgemaakt.
B. Zijn verzekerd onder de goederen beschreven in A, deze vermeld in de bijzondere voorwaarden tijdens de erin aangegeven bouw-montage-testtermijn en onderhoudstermijn
Binnen de grenzen van deze termijnen:
1. begint de waarborg inzake de bouw-montage-testtermijn op de aanvangsdatum van onderhavig contract en eindigt:
a. voor de goederen opgericht ten definitieve titel, bij de eerste van volgende gebeurtenissen: de voorlopige oplevering, de ingebruikname of de indienststelling, het einde van de in de bijzondere voorwaarden voorziene duur van de werken;
b. voor de voorlopige bouwwerken, bij het einde van hun gebruik maar evenwel uiterlijk bij de eerste van de gebeurtenissen vermeld in a.;
c. voor de bouwplaatsketen, het materieel, de bouwplaats- uitrusting en de werftoestellen, bij het verlaten van de bouwplaats en uiterlijk bij de eerste van de gebeurtenissen vermeld in a.;
d. voor het bestaand goed, bij de eerste van de gebeurtenissen vermeld in a.;
2. Begint de waarborg inzake de onderhoudstermijn voor de goederen opgericht ten definitieve titel, bij het einde van hun
bouw-montage-testtermijn en eindigt op de einddatum van onderhavig contract.
Art. 2: Waarborgen
A. Waarborgen tijdens de bouw-, montage- en proeftermijn. De verzekeraars verbinden er zich toe de verzekeringsnemer of ieder andere door de verzekeringsnemer aangeduide verzekerde te vergoeden:
1. voor iedere beschadiging en ieder verlies van de verzekerde goederen bedoeld in Art. 1.A.1.,
2. alleen voor de in de bijzondere voorwaarden vermelde beschadigingen van de andere eventueel verzekerde goederen, voor zover deze beschadigingen zich op de werf tijdens deze termijn hebben voorgedaan en vastgesteld werden.
B. Waarborgen tijdens de onderhoudstermijn.
De verzekeraars verbinden er zich toe de verzekeringsnemer te vergoeden:
1. voor beschadigingen van de blijvend opgerichte verzeker- de goederen (bouwwerken, gedeelten ervan en uitrustingen die het voorwerp van de aannemingen uitmaken) die zich voordoen tijdens de uitvoering door de verzekerden van de werken waartoe zij na de voorlopige oplevering krachtens hun aannemingscontract verplicht zijn, en voor zover deze beschadigingen voortvloeien uit deze uitvoering,
2. op voorwaarde van uitdrukkelijke overeenkomst, voor beschadigingen aan de blijvend opgerichte verzekerde goederen (bouwwerken, gedeelten ervan en uitrustingen die het voorwerp van de aannemingen uitmaken) die tijdens deze termijn vastgesteld werden en te wijten zijn aan een schade- verwekkend feit dat zich op de bouwplaats heeft voorgedaan tijdens de bouw-, montage- of proeftermijn.
Art. 3: Uitsluitingen
A. Uitgesloten van de verzekering zijn de verliezen of schaden:
1. te wijten aan een fout, een gebrek of een leemte in het ontwerp, in de berekeningen of in de plannen alsook aan het eigen gebrek van de materialen.
Deze uitsluiting is evenwel beperkt tot het deel van de goederen aangetast door deze fout, gebrek, leemte of eigen gebrek.
De accidentele gevolgschade aan andere verzekerde goederen of delen van de verzekerde werken blijft verzekerd.
2. aan of van:
- documenten of om het even welke waarden,
- voortbewegingsmiddelen (te land, in de lucht of te water), drijvende toestellen en materieel;
3. door verdwijning of tekort die pas bij het opmaken van een periodieke inventaris ontdekt worden;
4. veroorzaakt door het in gebruik houden of weer in gebruik nemen van een beschadigd goed voordat het definitief hersteld is of voordat de normale werking ervan hersteld is;
5. aan vuurvaste of gelijkaardige bekledingen die recht- streeks door de proeven veroorzaakt zijn;
6. aan het materieel, de bouwplaatsuitrustingen en werftoe- stellen door een breuk, defect of elektrische en/of mecha- nische storing.
B. Zijn evenwel uitgesloten:
1. het defect, de mechanische of elektrische storing,
2. de slijtage, de vermoeidheid, de progressieve beschadi- ging of aantasting, het onvoldoende gebruik en de veroude- ring.
C. Er wordt verduidelijkt dat deze verzekering geen waarborg verleent voor verlies of schade zoals gebruiksderving, vaste algemene kosten, winstderving, genotsderving, esthetische of technische waardevermindering, onvoldoende prestaties, verlies van klanten, contractuele boeten, strafsommen voor laattijdige voltooiing van het verzekerde werk en alle niet- stoffelijke schade van om het even welke aard.
Art. 4: Aangegeven waarden
A. De aangegeven waarden worden door de verzekerings- nemer onder zijn verantwoordelijkheid vastgesteld.
B. Om iedere onderverzekering te voorkomen mogen ze niet lager zijn dan:
1. voor de bouwwerken of gedeelten ervan (uitrusting inbegrepen): het totaal van de in de aannemingscontracten voorziene bedragen vermeerderd met de honoraria van de architecten, adviserend ingenieurs, studiebureaus en met de belastingen inclusief de belasting over de toegevoegde waarde, in zoverre deze niet teruggevorderd kan worden;
2. voor de bouwketen, materiaal en bouwuitrusting: de werkelijke waarde ervan, d.w.z. tegen de nieuwvervangings- waarde ervan bij het sluiten van de verzekering na aftrek van de waardevermindering door veroudering en van de technische waardevermindering;
3. voor de werftoestellen: de nieuwvervangingswaarde ervan, d.w.z. de prijs zonder korting van een in alle opzichten volkomen gelijk en afzonderlijk gekocht nieuw toestel vermeerderd met de verpakkings-, vervoer- en montage- kosten, alsook met de eventuele taksen en rechten en de belasting over de toegevoegde waarde, in zoverre ze niet teruggevorderd kan worden.
C. In geval van schade aan een verzekerd goed wordt de aangegeven waarde die in de bijzondere voorwaarden voor het voornoemde goed vermeld is, verminderd met de door de verzekeraars betaalde schadevergoeding.
De verzekeringsnemer verbindt er zich toe de aangegeven waarde tot het aanvankelijke bedrag weer samen te stellen door de betaling van een evenredig premiegedeelte, dat berekend wordt op basis van het vergoedingsbedrag en de nog overblijvende verzekeringstermijn te rekenen vanaf de dag van het schadegeval.
Art. 5: Bepaling van de vergoeding
A. De vergoeding wordt bepaald door:
1. de normale kosten B. en C. (hieronder) in aanmerking te nemen om het verloren goed te vervangen of om het beschadigde goed in zijn toestand van vóór de schade te brengen;
2. het in 1. verkregen bedrag voor elk goed te beperken tot de werkelijke waarde van onmiddellijk vóór het schadegeval,
d.w.z. de nieuwvervangingswaarde op de dag van het scha- degeval na aftrek van de waardevermindering door verou- dering en technische waardevermindering;
3. door van het in 2. verkregen bedrag af te trekken, de waarde op de dag en de plaats van het schadegeval van het schroot en de stukken die op enige wijze nog bruikbaar zijn;
4. door van het in 3. verkregen bedrag de overeenkomstige vrijstelling af te trekken die in de bijzondere voorwaarden is bepaald, met dien verstande dat indien verschillende goederen door eenzelfde schadegeval getroffen zijn, alleen de hoogste vrijstelling in aanmerking genomen zal worden;
5. door in geval van onderverzekering op het in 4) verkregen bedrag de verhouding toe te passen tussen de aangegeven waarden voor de beschadigde goederen en de waarden die aangegeven hadden moeten zijn.
In ieder geval mag de aldus berekende vergoeding voor ieder van de verzekerde goederen niet groter zijn dan de overeenkomstige aangegeven waarde die in de bijzondere voorwaarden vermeld is. De verzekeraars verbinden er zich bovendien toe aan de verzekeringsnemer de opruimings- en afbraakkosten terug te betalen ten belope van het in de bijzondere voorwaarden vermelde bedrag, voorzover deze voortvloeien uit een gedekt schadegeval.
De verzekeraars betalen de reddingskosten wanneer deze gemaakt werden als goede huisvader zelfs indien de aangewende pogingen zonder resultaat zijn.
Deze kosten zijn beperkt tot de aangegeven waarde met een maximum van 18.592.014 €.
Deze beperking is verbonden met index 113,77 van de consumptieprijzen van november 1992 (basis 1988 = 100).
B. Onder normale kosten wordt verstaan:
1. de uitgaven voor arbeidsloon rekening houdend met de gebruikelijke lonen voor werk tijdens de normale arbeidsuren;
2. de prijs van de vervangingsstukken en de gebruikte materialen;
3. de vervoerkosten op de wijze die in aanmerking genomen werd bij de berekening van de aangegeven waarden;
4. de honoraria van architecten, adviserend ingenieurs en/of studiebureaus noodzakelijk voor het heropbouwen of weder- samenstellen van de verzekerde goederen en berekend vol- gens de barema's van de beroepsvereniging van architecten of adviserend ingenieurs;
5. de rechten en taksen met inbegrip van de belasting over de toegevoegde waarde in zoverre ze niet teruggevorderd kan worden.
C. Worden niet als normale kosten beschouwd en blijven dus ten laste van de verzekeringsnemer:
1. de bijkomende kosten die gemaakt zijn ter gelegenheid van het herstellen of het heropbouwen voor het uitvoeren van revisies of correcties of voor het aanbrengen van wijzigingen of verbeteringen van welke aard ook;
2. de bijkomende kosten om het werk sneller uit te voeren dan die welke bij de berekening van de aangegeven waarden in aanmerking werden genomen, zoals versneld vervoer, overuren, nachtwerk, enz. tenzij zulks uitdrukkelijk overeen- gekomen is;
3. de kosten voor het verwijderen en het terugplaatsen van stoffen in bewerking of van enig andere product dat zich in de machines, leidingen of tanks bevindt;
4. de kosten voor het opsporen of het ramen van de schade;
5. de kosten om de verzekerde goederen in overeenstem- ming te brengen met de contractuele specifieke bepalingen of met de eisen van een eventuele controle-instelling.
AFDELING 2: AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING
Art. 6: Waarborgen
A. Waarborg tijdens de bouw-, montage-, proeftermijn
1. Voor zover de bijzondere voorwaarden zulks bepalen en binnen de grenzen van de verzekerde bedragen, waarborgen de verzekeraars de verzekerden de geldelijke vergoeding waartoe ze krachtens de artikelen 1382 tot 1386 van het Burgerlijk Wetboek gehouden zouden kunnen zijn voor aan derden veroorzaakte schade die te wijten is aan de uitvoering op de bouwplaats van de verzekerde werken. Deze waarborg geldt slechts voor de lichamelijke letsels alsook voor de materiële schade en de rechtstreekse gevolgen van deze schade.
2. Voor zover de bijzondere voorwaarden zulks bepalen en binnen de grenzen van de verzekerde bedragen, waarborgen de verzekeraars aan de bouwheer de geldelijke vergoeding van de schade aan derden die te wijten is aan het gebruik van zijn eigendomsrecht en die het gevolg is van de uitvoering van de verzekerde werken (Art. 544 van het Burgerlijk Wetboek). Deze waarborg geldt slechts voor de lichamelijke letsels, voor de schade aan de gebouwen van
derden alsook voor de schade die het rechtstreekse gevolg is van de schade aan deze gebouwen. In het kader van deze uitbreiding wordt de in Art. 7.B.1. vermelde uitsluiting opgeheven.
3. Onder derde wordt verstaan iedere andere persoon dan:
a. de bouwheer,
b. de deelnemers aan de verzekerde werken,
x. xx xxxxxxxx, bestuurders, zaakvoerders, commissaris- sen, mandatarissen en aangestelden van de verzekerden wanneer ze hun functies uitoefenen,
d. de echtgenoot en, voor zover ze het onder hetzelfde dak wonen en door de verzekerde onderhouden worden, de ouders en verwanten wanneer deze verzekerde om gelijk welke reden persoonlijk aansprakelijk gesteld kan worden.
4. Gekruiste aansprakelijkheid
Voor zover de bijzondere voorwaarden zulks bepalen en binnen de grenzen van paragraaf 1., is elke natuurlijke of rechtspersoon die als verzekerde vermeld is, een derde t.o.v. de anderen zodat de aansprakelijkheid van ieder van deze personen gedekt is voor de schade die aan de andere verzekerden toegebracht wordt.
De verzekeraars dekken echter niet:
x. xx xxxxxxxxxxxx letsels van de aangestelden van de verzekerden, in zoverre hun vergoeding geregeld is door de wetgeving betreffende de vergoeding van arbeidsongevallen;
b. de immateriële schade geleden door de bouwheer;
c. de schade aan de goederen die in het kader van Afdeling 1 van dit contract verzekerd zijn alsook de gevolgen van deze schade, ook als de afgesloten waarborg het voorwerp van een uitsluiting of een vrijstelling was geweest;
d. de schade aan de werken en/of de uitrusting ervan die het voorwerp zijn van aannemingen door of met de verzekerings- nemer en waarvan het bedrag niet in de aangegeven waarden inbegrepen is.
e. de gevolgen van iedere onderbreking of vertraging in de uitvoering van de verzekerde werken.
B. De in de bijzondere voorwaarden aangegeven waarborg- bedragen vormen de maximale verbintenis van de verzeke- raars per gebeurtenis of reeks van gebeurtenissen, te wijten aan eenzelfde schadeverwekkend feit.
De reddingskosten worden beperkt boven de verzekerde bedragen tot 20 % van deze waarborgbedragen met een minimum van 495.787 € (verbonden aan de evolutie van de consumptieprijzen met basis 113,77 van november 1992 - basis 1988 = 100).
Hetzelfde geldt voor de interesten en de kosten.
Art. 7: Uitsluitingen
A. De volgende schade is van de verzekering uitgesloten:
1. immateriële schade als gevolg van alle schade aan de leidingen en kabels;
2. schade ten gevolge van het gebruik van motorrijtuigen. Deze uitsluiting geldt echter niet voor de niet ingeschreven voertuigen, de werftoestellen en de werktuigen;
3. schade ten gevolge van het gebruik van luchtvaartuigen, zee- of binnenschepen of van elk drijvend toestel;
4. veroorzaakt door een verzekerde aan de goederen waarvan hij huurder, gebruiker, bewaker of houder is alsook aan de goederen waaraan hij rechtstreeks werkt;
5. aan de naburige goederen, tenzij er vóór de aanvang van de werken een plaatsbeschrijving op tegenspraak en na de beëindiging van de werken een proces verbaal van vergelij- king met deze plaatsbeschrijving zijn opgemaakt.
B. Tenzij anders is overeengekomen is de volgende schade ook van de verzekering uitgesloten:
1. ten gevolge van trillingen, van verlaging van de grond- waterstand, van afwezigheid, van verwijdering of van verzwakking van de steun;
2. ten gevolge van het gebruik van springstoffen.
GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN EIGEN AAN DE
AFDELIGEN 1 EN 2.
Art. 8: Algemene uitsluitingen
A. Zijn uitgesloten de verliezen en de schade:
1. die normaal te voorzien of onvermijdelijk zijn;
2. door verzwaring of door xxxxxxxxx;
3. die het resultaat is van het gedeeltelijk of totaal achterlaten van de werken.
4. te wijten aan het niet naleven van:
- de regels van de kunst,
- de wettelijke, administratieve of contractuele bepalingen,
- de veiligheidsvoorschriften met betrekking tot de activiteit van de verzekerde ondernemingen,
- de milieubeschermingsvoorschriften,
voor zover de inbreuken erop getolereerd werden of waarvan iedere verzekerde of iedere persoon die met leidinggevende bevoegdheid voor de verzekerde werden, namelijk de technische werf verantwoordelijken, niet onwetend mocht zijn;
5. te wijten aan niet accidentele verontreinigingen.
Door verontreiniging verstaat men: de aantasting ten gevolge van de wijziging van de bestaande kenmerken van de kwaliteit van lucht, water of bodem door het toevoegen of onttrekken van substanties of energie.
B. Zijn eveneens uit de verzekering gesloten, de verliezen en de schade die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staan met één van de hiernavolgende gevallen:
1. oorlog of gelijkaardig feit en burgeroorlog;
2. arbeidsconflicten en ieder collectief (politiek, sociaal, economisch of ideologisch) geïnspireerde daad van geweld, al dan niet gepaard gaande met rebellie tegen de autoriteiten met inbegrip van aanslagen alsook collectief geïnspireerde daden van vandalisme en kwaadwilligheid.
- Onder arbeidsconflict verstaat men elke collectieve betwisting in welke vorm die zich ook voordoet in het kader
van de arbeidsverhoudingen met inbegrip van staking en oproer hetzij:
• staking: door een vereniging van loontrekkenden, bedien- den, ambtenaren of zelfstandigen stilleggen van het werk;
• lock-out: voorlopige sluiting waartoe door een onderneming besloten is om het personeel tot een vergelijk te dwingen in een arbeidsconflict.
- Onder aanslag verstaat men de begrippen oproer, volks- beweging, daden van terrorisme of van sabotage, namelijk:
• oproer: gewelddadige manifestatie, zelfs als ze niet beraamd is, van een groep personen, die met opgehitste gemoederen plaatsvindt en gekenmerkt wordt door ongeregeldheden of onwettige daden, alsook door verzet tegen de diensten zonder dat een dergelijke beweging noodzakelijk tot doel heeft openbare machten omver te werpen;
• volksbeweging: gewelddadige beweging zelfs als ze niet beraamd is, van een groep personen die, zonder dat er opstand is tegen de gevestigde orde, toch plaatsvindt met gemoederen en gekenmerkt wordt door ongeregeldheden of onwettige daden;
• daden van terrorisme of van sabotage: clandestien georga- niseerde actie met ideologische, politieke, economische of sociale bedoelingen, individueel of groepsgewijs uitgevoerd, waarbij geweld gepleegd wordt op personen of goederen vernield worden:
• hetzij om indruk te maken op het publiek en een klimaat van onveiligheid te scheppen (terrorisme),
• hetzij om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te hinderen (sabotage),
3. opeising in welke vorm ook, gehele of gedeeltelijke bezetting van de plaatsen waar de verzekerde goederen zich bevinden door een leger- of politiemacht, of door geregelde of ongeregelde strijders;
4. een gerechtelijke of administratieve beslissing of een beslissing van enige rechterlijke of feitelijke overheid;
5. elk feit of opeenvolging van feiten van dezelfde oorsprong die schade berokkenden voor zover dat feit of die feiten of een deel van de berokkende schade ontstaan is uit of het gevolg is van de radioactieve producten of afvalstoffen, alsmede enige ioniserende stralingsbron. Deze uitsluiting geldt niet voor meet- en controleapparaten die op de bouwplaats worden gebruikt.
Art. 9: Verplichtingen van de verzekeringsnemer
A. Bij het sluiten van het contract.
Hij is ertoe gehouden alle hem bekende omstandigheden juist mee te delen waarvan hij redelijkerwijze moet oordelen dat ze voor de verzekeraars gegevens zijn voor de beoordeling van het risico.
B. Tijdens de duur van het contract.
Hij is ertoe gehouden de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen in omstandigheden aan te geven die van dien aard zijn dat ze een aanzienlijke en duurzame verzwaring van het risico dat de verzekerde gevaren zich voordoen, met zich
brengen, met name in geval van ongebruikelijke stopzetting van de werkzaamheden of van iedere essentiële wijziging in de inlichtingen die hij bij het sluiten van het contract verstrekt heeft.
C. Hij moet de verzekeraars en zijn mandatarissen op ieder moment toegang tot de bouwplaats verlenen.
Art. 10: Premie
A. De verzekeringsnemer betaalt bij de uitgifte van het contract een voorlopige premie die op de waarde van de aangegeven waarden berekend is.
De premie zal aangepast worden volgens het eindbedrag van de contracten zonder lager dan 85% van de voorlopige premie te mogen zijn.
Daartoe verbindt de verzekeringsnemer er zich toe iedere verhoging van de waarde van de verzekerde goederen aan te geven; de daaruit voortvloeiende verhoging van de verbinte- nis van de verzekeraars is slechts bij uitdrukkelijke overeen- komst verworven.
B. Zijn eveneens ten laste van de verzekeringsnemer alle kosten, taksen en andere lasten toegepast of toe te passen uit hoofde van dit contract. Ze worden samen met de premie geïnd.
C. De verzekeraars zijn niet tot vergoeding gehouden indien de voorlopige premie niet betaald is.
In geval van niet-betaling van de eventuele latere premies, wordt de waarborg geschorst of het contract opgezegd na het verstrijken van een termijn van twee weken te rekenen vanaf de dag die volgt op de dag dat de verzekeringsnemer door gerechtsdeurwaarderexploot of door een ter post aangete- kende brief in gebreke werd gesteld.
Art. 11: Totstandkoming van het contract
Het contract ontstaat bij ondertekening door de partijen.
De verzekeringsnemers die eenzelfde contract ondertekenen, zijn hoofdelijk en onverdeelbaar verbonden.
Art. 12: Opzegging van het contract
De verzekeraars kunnen het hele of een deel van het contract opzeggen:
1. in de gevallen bedoeld in Art. 9. betreffende de beschrijving en wijziging van het risico;
2. in geval van niet-betaling van de premie overeenkomstig Art. 10.C.;
3. in geval van faillissement van de verzekeringsnemer.
In de gevallen 1. en 3. gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van één maand te rekenen vanaf de dag die op de kennisgeving volgt.
Art. 13: Verplichtingen bij schadegeval
A. Bij een schadegeval moet de verzekerde:
1. alle middelen in zijn bereik aanwenden om de omvang van de schade te beperken. Daartoe moet hij, in voorkomend geval, de aanwijzingen van de verzekeraars opvolgen;
2. de verzekeraars daarvan onmiddellijk per telefoon, telex of fax op de hoogte brengen; een telefonische verwittiging moet binnen vijf dagen na het schadegeval schriftelijk bevestigd worden.
Bij diefstal of opzettelijk toegebrachte schade, onmiddellijk klacht indienen bij de gerechtelijke overheid;
3. afzien van elke wijziging aan de beschadigde goederen die de vaststelling van de oorzaak of de omvang van de schade nadelig kan beïnvloeden, behalve de dringende maatregelen tot vrijwaring;
4. alle goederen waarvan hij beweert dat ze beschadigd zijn, tonen of toegang tot de bouwplaats verlenen, zodra de verzekeraars hierom verzoeken;
5. aan de verzekeraars alle inlichtingen en bijstand verstrekken waardoor deze elke eis kan regelen of betwisten, of een geding kan instellen;
6. zodra hij ze ontvangt, alle stukken betreffende een klacht of vervolging tegen hem aan de verzekeraars bezorgen;
7. afzien van elke aansprakelijkheidserkenning, transactie, betaling of belofte van betaling. De materiële of medische eerste hulp of de loutere erkenning van de werkelijkheid van het gebeurde zijn echter geen reden tot verlies van aanspraken.
B. Indien de verzekerde deze verplichtingen niet nakomt:
- weigeren de verzekeraars hun dekking wanneer de tekortkoming aan bedrieglijk opzet te wijten is,
- in de andere gevallen beperken of recupereren ze de vergoeding ten belope van het nadeel dat ze geleden hebben.
Art. 14: Subrogatie en verhaal
A. De verzekeraars behouden zich uitdrukkelijk hun rechten en die van de verzekerde voor op alle veroorzakers van het schadegeval die niet door dit contract verzekerd zijn, op borgen of aansprakelijke personen in welke hoedanigheid ook, zelfs op alle verzekeraars.
Daartoe treden de verzekeraars, louter door het bestaan van de overeenkomst, in alle rechten, vorderingen en verhaal van de verzekerde. De verzekeraars stellen zich in de plaats tot beloop van de uitgekeerde vergoeding.
De verzekerde ziet ervan af andere verhaalsafstanden toe te staan dan die welke in de overeenkomst zijn vermeld.
B. De verzekeraars zien, behalve in geval van kwaad opzet, af van ieder verhaal op:
- alle verzekerden
- de descendenten, ascendenten, de echtgenoot, de verwan- ten van de verzekerde in rechtstreekse lijn, de bij hem in- wonenden en zijn personeelsleden;
- de vennoten, bestuurders, zaakvoerders, commissarissen en mandatarissen van een verzekerde, wanneer ze hun functie uitoefenen.
- de leveranciers van elektrische stroom, gas, water, stoom via leidingen jegens wie en in zoverre de verzekerde afstand van verhaal heeft moeten doen.
Art. 15: Scheidsgerecht en toepasselijke wet
A. Iedere betwisting tussen partijen, uitgenomen die over inning van de premies, belastingen en kosten, wordt voor- gelegd aan een scheidsgerecht samengesteld uit drie scheidsrechters, de ene gekozen door de verzekerings- nemer, de tweede door de verzekeraars en de derde door de twee eersten.
B. De scheidsrechters oordelen tezamen volgens het recht en mogen, op straffe van nietigheid, niet afwijken van de bepalingen van de overeenkomst. Ze zijn vrijgesteld van juridische formaliteiten.
C. Indien één van de partijen haar scheidsrechter niet benoemt of de scheidsrechters het niet eens raken over de keuze van de derde scheidsrechter, wordt deze laatste benoemd door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van de woonplaats van de verzekeringsnemer, tenzij anders is overeengekomen na het ontstaan van het aan het scheidsgerecht voorgelegde geschil en vervolgens wordt er zoals in B. hierboven staat, te werk gegaan.
D. De arbitragekosten worden voor de helft door de verzekeringsnemer en voor de helft door de verzekeraars betaald.
E. Dit contract is onderworpen aan de Belgische wet.
Art. 16: Woonplaats en briefwisseling
De woonplaats van de partijen wordt van rechtswege gekozen, namelijk die van de verzekeraars in hun zetel in België en die van de verzekeringsnemer op het in de overeenkomst vermelde of later aan de verzekeraars meegedeelde adres.
Voor de aanwijzing door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van de experts of scheidsrechters van wie in Art. 15 sprake is, kiest de verzekeringsnemer die in het buitenland verblijf houdt, zijn woonplaats op de plaats van het risico waarvan de verzekering het geschil heeft doen rijzen.
Iedere kennisgeving op deze adressen is geldig, zelfs t.a.v. erfgenamen of rechtverkrijgenden van de verzekeringsnemer zolang dezen geen adresverandering aan de verzekeraars meegedeeld hebben.
In geval van meerdere verzekeringsnemers wordt iedere mededeling vanwege de verzekeraars aan één van hen, geacht ook aan de anderen te zijn gedaan.
Art. 17: Collectief contract
A. Wanneer verschillende verzekeraars het contract onder- tekend hebben, wordt er in de bijzondere voorwaarden een leidende verzekeraar aangewezen; zo niet treedt de verzekeraar die het eerst in de lijst van de medeverzekeraars vernoemd wordt, als leidende verzekeraar op.
B. 1. De verzekering wordt door iedere verzekeraar voor zijn deel en zonder hoofdelijke verbintenis met dezelfde clausules en voorwaarden onderschreven als die welke tussen de leidende verzekeraar en de verzekeringsnemer van toepassing zijn.
2. De buitenlandse medeverzekeraars kiezen hun woonplaats op het adres dat ze in het contract vermelden, zo niet in hun zetel in België; ze erkennen de in Art. 15 bepaalde bevoegdheid van de scheidsrechterlijke rechtspraak alsook die van de Belgische rechtbanken.
C. 1. De leidende verzekeraar stelt de overeenkomst op dat door alle betrokken partijen ondertekend wordt. Het contract wordt in twee exemplaren opgesteld waarvan het ene bestemd is voor de verzekeringsnemer en het andere voor de leidende verzekeraar, die het exemplaar bewaart dat het bewijsstuk van de medeverzekeraars vormt.
2. De leidende verzekeraar bezorgt een kopie van de overeenkomst aan elke andere medeverzekeraar die door zijn loutere ondertekening bevestigt ze te hebben ontvangen.
3. De leidende verzekeraar wordt geacht de mandataris van de andere medeverzekeraars te zijn om de in de overeen- komst bepaalde verklaringen te ontvangen. De verzekerde
kan hem alle betekeningen en kennisgevingen sturen, behalve die welke een rechtsvordering tegen de andere medeverzekeraars betreffen. De leidende verzekeraar brengt de medeverzekeraars daarvan op de hoogte.
4. De leidende verzekeraar krijgt van de andere medeverzekeraars volmacht voor de ondertekening van alle bijvoegsels. De verzekeringsnemer ziet ervan af de onder- tekening van de bijvoegsels door de medeverzekeraars te eisen, onverminderd echter zijn verplichtingen t.o.v. elke medeverzekeraar.
5. De leidende verzekeraar ontvangt het schadebericht. Hij treft de nodige schikkingen voor de schaderegeling en kiest daartoe de expert van de verzekeraars, onverminderd echter het recht van elke medeverzekeraar om de expertise door een door hem gekozen mandataris te laten volgen.
D. De verzekeringsnemer moet zo snel mogelijk:
- aan de medeverzekeraars iedere verandering van leidende verzekeraar of iedere wijziging van het door hem verzekerde aandeel meedelen,
- aan de leidende verzekeraar de wijzigingen in medeverze- keraars of de wijzigingen hunnentwege tijdens de loop van het contract meedelen.