Cafetariaregeling Arbeidsvoorwaarden 2021
Cafetariaregeling Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 0000
Xx jij wel eens op de fiets naar je werk en ben je van plan om volgend jaar een nieuwe fiets aan te schaffen? Doe je aan (bedrijfs)fitness of ben je soms lid een vakbond?
Met de Cafetariaregeling Arbeidsvoorwaarden 2021 van PCO Gelderse Vallei, verder genoemd cafetariaregeling, kan je fiscaal voordeel genieten voor verschillende doelen, waaronder bijvoorbeeld de aanschaf van een fiets, contributie van de vakbond of bedrijfsfitness.
In deze regeling zullen we eerst kort stilstaan bij wat een cafetariaregeling is en hoe het precies werkt. Vervolgens zullen we de mogelijkheden binnen deze regeling benoemen en ten slotte zullen we per onderdeel een uitwerking geven van kaders en procedures.
1. De Cafetariaregeling – Algemene informatie
Wat is een cafetariaregeling?
Een cafetariaregeling stelt jou als werknemer in staat om je eigen arbeidsvoorwaarden gedeeltelijk aan te passen. Je kan hierbij bruto loon (zoals bijvoorbeeld de eindejaarsuitkering) uitruilen voor netto vergoedingen. Dit is gunstig omdat geen loonheffing wordt ingehouden op dat uitgeruilde bruto loon en je netto dus meer overhoudt. Zo leidt de uitruil voor een e-bike van € 1.250,- doorgaans tot een netto voordeel van ongeveer € 464,-. Later in deze regeling volgen meer uitgewerkte rekenvoorbeelden.
De cao beschrijft bepaalde regelingen voor persoonlijke vergoedingen. De vergoedingen van vakbondscontributie en de fiets-privé regeling zijn opgenomen en uitgewerkt in deze cafetariaregeling. Wijzigingen in de cao kunnen doorwerken in deze regeling.
Alle werknemers kunnen aan deze cafetariaregeling deelnemen, met uitzondering van stagiair(e)s, uitzendkrachten en korttijdelijke1 medewerkers. Deelname is op vrijwillige basis.
Hoe werkt de cafetariaregeling?
Zoals gezegd kan je met de cafetariaregeling arbeidsvoorwaarden uitruilen hetgeen leidt tot fiscaal voordeel. De arbeidsvoorwaarden die je kunt uitruilen (bruto looncomponenten), worden ‘bronnen’ genoemd. De arbeidsvoorwaarden die je kunt kiezen (netto vergoedingen), worden ‘doelen’ genoemd.
Alleen “nog op te bouwen” bronnen mogen uitgeruild worden naar netto (kosten)vergoedingen in het cafetariasysteem. Zo wordt de eindejaarsuitkering welke in december wordt uitbetaald vanaf januari elke maand voor 1/12e deel opgebouwd en gereserveerd. De toelage ‘dag van de leraar’ wordt opgebouwd van januari tot en met oktober. Om deze bronnen volledig te kunnen inzetten dien je dus voordat de opbouw begint je deelname vast te leggen.
Je moet dus vóór aanvang van het kalenderjaar opgeven vanuit welke ‘bronnen’ je gedurende het
kalenderjaar wilt gaan opbouwen, voor uitruil tegen de gekozen ‘doelen’2. Je ziet hiermee in feite af van de opgegeven nog op te bouwen bronnen. In ruil daarvoor kan je dan later in het jaar netto (kosten)vergoedingen ontvangen. Mocht je toch niet tot uitruil over willen gaan dan worden de bronnen die je hiervoor hebt opgegeven alsnog op reguliere wijze als bruto looncomponent uitbetaald. Aanmelden voor deelname kan dus zonder enig risico.
1 Korttijdelijk wil in het kader van deze regeling zeggen: korter dan 3 maanden in dienst
2 Deze grens van 1 januari is gekozen uit praktische overwegingen met oog op de uitvoerbaarheid van deze regeling
Heb je je in een eerder jaar al opgegeven voor deelname aan de cafetariaregeling? Dan keurt de belastingdienst goed dat deze opgave stilzwijgend doorloopt tot het moment dat jij, of je werkgever, de deelname stoppen.
Je hoeft dan dus niet telkens opnieuw je aan te melden voor deelname aan de cafetariaregeling, je geeft alleen nog door welk bedrag je waarvoor wilt omruilen, zie punt 3 hierná.
Je kunt de beschikbare bronnen inwisselen voor één of meerdere doelen. Hier zijn voorwaarden aan verbonden. Zo kan je werkgever maximum bedragen koppelen aan bepaalde doelen (bijvoorbeeld max. € 750,-- voor een gewone of € 1.250,- voor een e-bike), of een maximum budget toekennen (bijvoorbeeld max. € 11.500,- t.b.v. fietsen; dat zijn dan dus max. 9 tot 15 respectievelijk e-bike of gewone fietsen per jaar). Deze bedragen zijn opgenomen in deze regeling en worden jaarlijks vóór 1 januari vastgesteld door je werkgever.
Wat zijn de gevolgen van deelname?
Hoewel het uitruilen van bruto looncomponenten voor netto vergoedingen in de regel gunstig uitpakt (het leidt immers tot een hoger netto bedrag op je salarisstrook) kan deelname aan de regeling gevolgen hebben voor regelingen buiten je salarisstrook om, die gebaseerd zijn op het bruto loon. We noemen hieronder de (2) belangrijkste aandachtspunten.
1. Gevolgen voor loongerelateerd inkomen en toeslagen
Omdat het uitruilen van arbeidsvoorwaarden het Sociaal Verzekeringsloon en fiscaal loon voor het betreffende jaar verlaagt, kan het uitruilen ook consequenties hebben voor:
• De hoogte van wettelijke uitkeringen, zoals de WW en WIA. Alle bronnen die ingezet worden, hebben invloed op de hoogte van het SV-loon.
- het UWV stelt de hoogte van de uitkering WIA vast op basis van het SV-loon in het jaar voorafgaand aan de eerste ziektedag;
- bij de WW wordt de uitkering vastgesteld op basis van het SV-loon conform het zogenaamde ‘dagloonbesluit’.
• De hoogte van toeslagen van de Belastingdienst (zoals huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag) en evt. ook de hoogte van tegemoetkoming onderwijsbijdrage & schoolkosten (per 1-8-2020). Deze toeslagen kunnen iets hoger worden als het fiscale (bruto) loon daalt. Dit geldt echter alleen voor het jaar waarin de geldbron wordt ingezet.
• De hoogte, respectievelijk de opbouw van je vakantietoeslag, eindejaarsuitkering en loondoorbetaling bij ziekte. Deze bedragen kunnen iets lager worden in het geval de bron van het brutoloon wordt aangewend. Dit geldt eveneens alleen voor het jaar waarin de geldbron wordt ingezet.
• De hoogte van een eventuele ontslagvergoeding. Uitruil van brutoloon kan in sommige gevallen leiden tot een iets lagere ontslagvergoeding.
2. Gevolgen voor pensioensopbouw
Bij loonsverlaging als gevolg van deelname aan een cafetariaregeling onder de werkkostenregeling, wordt de pensioensopbouw in zijn algemeenheid niet aangetast. Ondanks dat een loonsverlaging in beginsel wel tot een lagere pensioenopbouw leidt, is dit niet aan de orde indien:
- minimaal 75% van het personeel mag meedoen aan de schriftelijk vastgelegde (cafetaria-) regeling;
- de loonsverlaging tijdelijk is; de werknemer heeft tenminste éénmaal per jaar de keuze om de samenstelling van zijn beloning te wijzigen;
Deze cafetariaregeling voldoet hieraan. Voor het volledige overzicht van voorwaarden wordt verwezen naar het Besluit van 24 november 2017, nr.2017-126948.
Werkkostenregeling en financiële kaders van deze cafetariaregeling
De cafetariaregeling valt onder de overkoepelende systematiek van de zogenaamde Werkkosten- regeling (afgekort “WKR”), binnen de Wet op de Loonbelasting.
In deze WKR worden bepaalde kosten toegewezen aan de zogeheten “vrije ruimte”. Kosten toegewezen aan deze vrije ruimte zijn onbelast zolang zij in totaal niet groter zijn dan 3,0% (peildatum 2021)3 van het totale fiscaal loon op werkgeversniveau op jaarbasis. Overschrijding van de vrije ruimte leidt tot een extra belastingheffing.
Het is dus van belang dat de vrije ruimte niet wordt overschreden. De vrije ruimte staat namelijk niet alleen voor deze cafetariaregeling ter beschikking, maar kan ook worden beperkt door andere verstrekkingen en vergoedingen, zoals bijvoorbeeld een kerstpakket en andere fiscaal niet vrijgestelde (onkosten)vergoedingen.
Omdat de doelen uit deze cafetariaregeling zijn toegewezen aan de vrije ruimte, kan het zijn dat deze vrije ruimte uitgeput raakt. De werkgever kan er daarom voor kiezen om onderdelen van de cafetariaregeling te koppelen aan een bepaald maximum budget. Dergelijke beleidskeuzes zullen worden opgenomen in de specifieke uitwerkingen per onderdeel, zie hoofdstuk 4 hierná.
Bij onvoorziene omstandigheden kan de werkgever, ter voorkoming van het uitgeput raken van de vrije ruimte, tenslotte nog besluiten om nog niet uitgeruilde ruimte collectief te beperken. Dit kan gelden voor alle in behandeling zijnde aanvragen van vergoedingen voor bijvoorbeeld een fiets of een fitnessabonnement.
Een collectieve beperking kan ook plaatsvinden als (verandering in de) fiscale wet- of regelgeving hiertoe onverhoopt noopt. De cao-regels worden hierbij uiteraard wel in acht genomen.
Collectieve beperkingen kunnen er dus toe leiden dat een aanvraag voor een netto vergoeding voor bijvoorbeeld fiets of fitnessabonnement niet wordt gehonoreerd. Bij een niet gehonoreerde aanvraag betekent dit dat de medewerker in een volgend kalenderjaar een nieuwe kans heeft gebruik te mogen maken van de regeling.
Is een aanvraag echter eenmaal gehonoreerd dan kan hierop niet worden teruggekomen.
2. Bronnen en doelen
In deze cafetariaregeling zijn de volgende bronnen en doelen opgenomen.
Bronnen
Mogelijke bronnen die in het kader van de cafetariaregeling kunnen worden ingezet:
• Vakantiegeld;
• Structurele eindejaarsuitkering;
• Eindejaarsuitkering OOP (geldt alleen voor OOP in schaal 1 t/m 8)
• Xxx van de leraar (opbouw van januari tot en met oktober);
• Bruto maandloon (maximaal 5% en alleen het deel dat uitstijgt boven het minimumloon).
Bij de inzet van bronnen geldt dat rekening moet worden gehouden met de per 1-1-2018 gewijzigde Wet MinimumLoon (WML), met name dat over- en meerwerk ook onder de WML zijn komen te vallen. Vrij vertaald: alleen het brutoloon-gedeelte dat boven het wettelijke minimumloon uitkomt, mag je in een cafetariaregeling inzetten.
3 Voor de eerste € 400.000,- van totale loonkosten geldt het percentage van 3,0%. Daarboven is het 1,18%.
Xxxxxx (t.l.v. fiscaal vrije ruimte)
Mogelijke doelen, waarvoor je bovenstaande bronnen zou kunnen inzetten, betreffen:
1. Contributie vakbond in detail: zie pag. 6
2. Fietsplan in detail: zie pag. 8
3. Bedrijfsfitness in detail: zie pag. 10
Doelen (fiscaal gericht vrijgesteld)
• Aanvullende reiskostenvergoeding woon-werkverkeer4
🡺 Vanwege de andere fiscale behandeling van deze vergoeding, is dit geen onderdeel van deze cafetaria-regeling. Dyade biedt dit apart aan onder de noemer “Landelijke Dyade Regeling” (aanvullende) reiskostenvergoeding woon- werkverkeer.
In hoofdstuk 4 hierná is de nadere beschrijving en uitwerking van de afzonderlijke (aanvullende) arbeidsvoorwaardelijke regelingen weergegeven. Hierin staat hoe je van de diverse opties gebruik kunt maken. Indien wettelijke regelgeving of de cao, welke verband houdt met de inhoud van de cafetariaregeling, verandert, dan prevaleert deze boven deze cafetariaregeling. Dit betekent dat de regeling dan aan de wettelijke- en/of cao-verandering moet worden aangepast.
3. Procedure deelname en uitvoering
De procedure van deelname en uitvoering van deze cafetariaregeling is onder te verdelen in 2 stappen:
1. aanmelding van deelname aan de cafetariaregeling5;
2. aanvragen van uitvoering per specifiek doel6.
1. Deelname cafetariaregeling
Zoals eerder aangegeven mogen enkel opgebouwde bronnen worden aangewend voor uitruil via de cafetariaregeling. Vandaar dat in deze regeling 31 december 2020 als uiterste aanmelddatum voor deelname is gesteld. Uiterlijk op deze datum dien je je deelname aan de regeling vast te leggen bij je werkgever met behulp van het aanmeldingsformulier Cafetariaregeling. Je geeft hiermee aan dat je je arbeidsvoorwaarden wenst aan te passen, gebruik makend van de mogelijkheden die geboden worden binnen deze cafetariaregeling.
Als je je eerder al hebt aangemeld, bijvoorbeeld omdat je vorig jaar al deelnam aan de cafetariaregeling, dan hoef je je niet nog eens aan te melden: je deelname kan dan gewoon doorlopen tot opzegging.
Medewerkers die gedurende het jaar in dienst treden, kunnen zich aanmelden voor deelname op of voor de 1e dag in dienst. Is de aanmelding op of vóór 1 mei, dan kan ‘meteen’ worden deelgenomen waarbij ook het vakantiegeld kan worden ingezet.
2. Uitvoering specifieke onderdelen
Indien je je hebt aangemeld voor deelname, kun je gedurende het (volgende) jaar bepalen hoe/in welke vorm je hier uitvoering aan wenst te geven.
4 Dit is geregeld via de Landelijke Dyade regeling 2021 (aanvullende) reiskostenvergoeding woon-werkverkeer. Deze arbeidsvoorwaardelijke regeling is gepubliceerd op xxx.xxxxx.xx en kent zijn eigen individuele overeenkomst en formulieren.
5 Dit betreft het aanmeldformulier dat de deelname aan de overkoepelende cafetariaregeling vastlegt. Dit Dyade formulier wordt eenmalig
ingevuld en ondertekend door werknemer en werkgever en voor onbepaalde tijd tot wederopzeggens gearchiveerd in de personeels- administratie.
6 Dit formulier is eveneens de effectuering van de “Aanvulling op de arbeidsovereenkomst”.
Indien je bijvoorbeeld in aanmerking wenst te komen voor de netto fietsvergoeding, koop je zelf een fiets en lever je de factuur in bij je werkgever.
Op dat moment, vul je het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling in. De werkgever tekent dit voor akkoord.
Het kan zijn dat je werkgever een maximum budget of een maximum aantal deelnemers voor een bepaald doel heeft vastgesteld. Indien het gestelde budget is uitgeput of het maximum aantal deelnemers bereikt is, is het mogelijk dat je verzoek tot uitvoering voor dat onderdeel niet wordt gehonoreerd.
Op het moment dat het verzoek tot uitvoering wordt ingediend, wordt bepaald of de uitvoering gehonoreerd kan worden, en welk bedrag er uitgeruild kan worden.
Om teleurstelling te voorkomen is het aan te raden tijdig na te gaan bij de werkgever of uitvoering voor een specifiek doel nog mogelijk is. Indien bijvoorbeeld een fiets al wel in 2021 is aangeschaft, maar uitvoering niet mogelijk blijkt, kan deze fiets helaas niet meetellen voor een later jaar (2022).
Er kunnen per specifiek doel van deze regeling verdere voorwaarden worden gesteld aan de periode waarin uitvoering van de regeling kan worden aangevraagd.
Zo is de deadline voor de fietsvergoeding vastgesteld op 15 november. Dit wil zeggen dat je allereerst uiterlijk op 31 december 2020 je deelname dient te hebben aangegeven en vervolgens uiterlijk 15 november 2021 de uitvoering aanvraagt, in combinatie met factuur van de aangeschafte fiets.
Om vakantiegeld te kunnen uitruilen dient de uitvoering op of vóór 1 mei te worden aangevraagd.
4. Uitwerking van de specifieke regelingen
4.1. Contributie vakbond
Als je lid bent van een vakbond, dan kun je de vakbondscontributie financieren vanuit de volgende bronnen:
• Structurele eindejaarsuitkering;
• Eindejaarsuitkering OOP.
Voorwaarden/ procedure
• De regeling is van toepassing op die werknemers die lid zijn van een vakbond.
• De regeling geldt voor werknemers. Het maakt niet uit of je een vast of een tijdelijk contract hebt. Het dienstverband moet wel aaneengesloten 3 maanden of langer hebben geduurd.
• Deelname aan de overkoepelende cafetariaregeling wordt vastgelegd via het Aanmeldings- formulier Cafetariaregeling. Uiterste datum hiervoor betreft 31 december 2020.
• Uitvoering aan de regeling kan uiterlijk 15 november 2021 worden aangevraagd via het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling (Dit formulier is eveneens de effectuering van de Aanvulling op de arbeidsovereenkomst), in combinatie met een verklaring van de vakbond, of betalingsbewijs. Hieruit moet éénduidig blijken dat de contributie van het lidmaatschap van de werknemer in 2021 is betaald.
• Op het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling wordt bij de aanvraag van uitvoering vastgesteld welke bronnen daadwerkelijk uitgeruild zullen worden en tegen welk bedrag (de geldwaarde van de bronnen wordt op dit moment bepaald).
• Heb je ook een aanvraag voor de uitruil ten behoeve van andere cafetaria-doelen ingediend, dan kun je uiteraard in totaal niet méér uitruilen, dan je aan bronnen beschikbaar hebt. De regel is dan dat uitruil plaatsvindt in de volgorde van cafetaria-opties zoals opgenomen in deze regeling, totdat je totale omvang van bronnen is verbruikt.
• Als aan het eind van het kalenderjaar blijkt dat de maximale onbelaste vergoeding lager is dan het bedrag aan bronnen dat sinds je deelname is opgebouwd, dan wordt/blijft het verschil een belast loonbestanddeel. Er is geen risico dat je looncomponentenkwijtraakt.
Gevolgen voor fiscus en verzekeringen
• Inzet van bronnen kan leiden tot een lager fiscaal loon en dus een lagere heffing van loonbelasting.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lager premieloon en dus lagerepremies.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lagere loondoorbetaling bij ziekte of een lager uitkeringsloon, bijvoorbeeld voor de WIA en WW.
• De inzet van bronnen kan, door verlaging van je fiscaal loon, leiden tot hogere toeslagen van de Belastingdienst, zoals huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag en/of een hogere tegemoetkoming onderwijsbijdrage & schoolkosten. Let op dat dit alleen geldt voor het jaar waarin de bron wordt ingezet.
Rekenvoorbeeld uitvoering regeling.
Normale situatie | Je ruilt vakbondscontributie uit | ||
Eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 2.000 | |
Verlaging uitkering met vakbondscontributie (bruto) | - € 210 | ||
Saldo eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 1.790 | EJU – contributie |
Loonheffing over eindejaarsuitkering | - € 742 | - € 664 | 37,1% |
Vergoeding vakbondscontributie (netto) | + € 210 | ||
Netto bedrag | € 1.258 | € 1.336 | Saldo - loonheffing + vergoeding contributie |
Noot: netto voordeel is: € 1.336 -/- € 1.258 = € 78,-
Het belastingpercentage van 37,1 is het meest toepasselijk en komt overeen met de 1e schijf inkomstenbelasting (2021).
4.2. Fietsplan
Als je een fiets, mede ten behoeve van het werk, wilt aanschaffen, kun je die fiets of met de fiets samenhangende zaken financieren vanuit de volgende bronnen:
• Vakantiegeld;
• Structurele eindejaarsuitkering;
• Eindejaarsuitkering OOP;
• Xxx van de leraar (opbouw iedere maand 1/10 deel van januari tot en metoktober);
• Bruto maandloon (maximaal 5% en alleen het deel dat uitstijgt boven het minimumloon);
Beleidskeuzes
De maximale vergoeding voor een fiets binnen deze regeling bedraagt € 750,-
De maximale vergoeding voor een e-bike binnen deze regeling bedraagt € 1.250,-
inclusief bij aanschaf max. € 100,- voor accessoires of een verzekering. De vergoeding wordt uitbetaald in het kalenderjaar van aanschaf van de fiets of e-bike.
Binnen de vrije ruimte van het kalenderjaar 2021 is rekening gehouden met een bedrag van
€ 11.500,- voor deelname aan de fiets en fietsverzekering/accessoire regeling. Dit betekent dat max. 9 tot 15 deelnemers per jaar gebruik kunnen maken van de fietsregeling. Vanaf het moment dat dit aantal aanvragen ter uitvoering is ontvangen, kan uitvoering niet gegarandeerd worden, maar is deze enkel mogelijk bij beslissing van de werkgever. Kan je aanvraag onverhoopt niet gehonoreerd worden, dan heb je in het volgend kalenderjaar een nieuwe kans gebruik te mogen maken van deze regeling. Werknemers kunnen eens per 5 jaar deelnemen aan deze regeling.
Voorwaarden/ procedure
• De regeling is van toepassing op die werknemers die een fiets of elektrische fiets willen aanschaffen die mede gebruikt wordt ten behoeve van het werk, bijvoorbeeld om naar het werk te reizen en/of mede ter bevordering van de arbeidsvitaliteit van de werknemer.
• Je hebt dit kalenderjaar en de afgelopen vier kalenderjaren niet eerder een aanvraag voor een fiets ingediend (die ook is gehonoreerd) of ter beschikking gesteld gekregen van de werkgever.
• De aanschafwaarde van de fiets en de hiermee samenhangende zaken is niet aan een maximumbedrag gebonden. Het bedrag dat je kunt uitruilen is wel aan een maximum gebonden:
- voor een gewone fiets max. € 750,-,
- voor een elektrische fiets of een scooter max € 1.250,-
- incl. bij aanschaf eenmalig max € 100,- voor een verzekering en/of accessoires (bijvoorbeeld een regenpak, een extra slot of een steun voor de tas).
• De regeling geldt voor werknemers. Het maakt niet uit of je een vast of een tijdelijk contract hebt. Stagiair(e)s, uitzendkrachten en korttijdelijke werknemers zijn uitgesloten.
• Deelname aan de overkoepelende cafetariaregeling wordt vastgelegd via het Aanmeldings- formulier Cafetariaregeling. Uiterste datum hiervoor betreft 31 december 2020.
• Uitvoering aan de regeling kan uiterlijk 15 november 2021 worden aangevraagd via het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling (Dit formulier is eveneens de effectuering van de Aanvulling op de arbeidsovereenkomst), in combinatie met een factuur uit het betreffende kalenderjaar op naam van de werknemer. Let hierbij op dat enkel nog te genieten bronnen kunnen worden uitgeruild. Om het vakantiegeld te kunnen uitruilen dient de uitvoering voor 1 mei te worden aangevraagd.
• Op het moment van uitvoeringsaanvraag wordt door de werkgever vastgesteld of uitvoering nog mogelijk is binnen het gestelde budget. Indien hiertoe geen ruimte bestaat kan het zijn dat de aanvraag tot uitvoering niet gehonoreerd wordt.
• Op het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling wordt bij de aanvraag van de uitvoering vastgesteld welke bronnen daadwerkelijk uitgeruild zullen worden en tegen welk bedrag (de geldwaarde van de bronnen wordt op dit moment bepaald).
• Heb je ook een aanvraag voor de uitruil ten behoeve van andere cafetaria-doelen ingediend, dan kun je uiteraard in totaal niet méér uitruilen, dan je aan bronnen beschikbaar hebt. De regel is dan dat uitruil plaatsvindt in de volgorde van cafetaria-opties zoals opgenomen in deze regeling, totdat je totale omvang van bronnen is verbruikt.
• Als aan het eind van het kalenderjaar blijkt dat de maximale onbelaste vergoeding lager is dan het bedrag aan bronnen dat sinds begin van het jaar is opgebouwd, dan wordt/blijft het verschil een belast loonbestanddeel. Er is geen risico dat je looncomponentenkwijtraakt.
Gevolgen voor fiscus en verzekeringen
• Inzet van bronnen kan leiden tot een lager fiscaal loon en dus een lagere heffing van loonbelasting.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lager premieloon en dus lagerepremies.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lagere loondoorbetaling bij ziekte of een lager uitkeringsloon, bijvoorbeeld voor de WIA en WW.
• De inzet van bronnen kan, door verlaging van je fiscaal loon, leiden tot hogere toeslagen van de Belastingdienst, zoals huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag en/of een hogere tegemoetkoming onderwijsbijdrage & schoolkosten. Let op dat dit alleen geldt voor het jaar waarin de bron wordt ingezet.
• De inzet van de bronnen bruto maandloon en overwerkuren leidt tot verlaging van de hoogte van de opbouw van je vakantietoeslag, eindejaarsuitkering en loondoorbetaling bij ziekte.
Rekenvoorbeeld uitvoering regeling.
Normale situatie | Je koopt een fiets | ||
Eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 2.000 | |
Verlaging uitkering met kostprijs van de fiets (bruto) | - € 1.250 | ||
Saldo eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 750 | EJU - fiets |
Loonheffing over eindejaarsuitkering | - € 742 | - € 278 | 37,1% |
Vergoeding fiets (netto) | + € 1.250 | ||
Netto bedrag | € 1.258 | € 1.722 | Saldo - loonheffing + vergoeding fiets |
Noot: netto voordeel is: € 1.722 -/- € 1.258 = € 464,-
Het belastingpercentage van 37,1 is het meest toepasselijk en komt overeen met de 1e schijf inkomstenbelasting (2021).
4.3. Bedrijfsfitness
Indien je aan bedrijfsfitness doet, kun je de (abonnements)kosten en evt. aanverwante fitness- benodigdheden vergoed krijgen binnen deze regeling.
Bedrijfsfitness kan gefinancierd worden vanuit de volgende bronnen:
• Vakantiegeld;
• Structurele eindejaarsuitkering;
• Eindejaarsuitkering OOP;
• Xxx van de leraar (maandelijkse opbouw van januari tot en met oktober);
• Bruto maandloon (maximaal 5% en alleen het deel dat uitstijgt boven het minimumloon);
Beleidskeuzes
Om in aanmerking te komen voor deze regeling dient de fitnesslocatie te zijn aangesloten bij Bedrijfsfitness Nederland (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx). Met meer dan 2.500 fitnesslocaties biedt deze regeling voldoende keus aan onze werknemers.
De maximale vergoeding voor bedrijfsfitness bedraagt € 250,- per kalenderjaar.
Binnen de vrije ruimte van het kalenderjaar 2021 is rekening gehouden met een budget van € 3.500,- voor deelname aan de bedrijfsfitnessregeling. Dit betekent dat maximaal 14 deelnemers per jaar gebruik kunnen maken van de fitnessregeling. Vanaf het moment dat dit aantal aanvragen ter uitvoering is ontvangen is deelname niet meer gegarandeerd, maar enkel mogelijk bij beslissing van de werkgever. Is je aanvraag onverhoopt niet gehonoreerd dan heb je in het volgend kalenderjaar een nieuwe kans gebruik te mogen maken van deze regeling.
De waarde van het fitnessabonnement wordt volledig toegekend aan het kalenderjaar waarin de factuur is betaald, ook als de looptijd van het abonnement het kalenderjaar overschrijdt.
Voorwaarden/ procedure
• De regeling is van toepassing op die werknemers die buiten werktijd aan bedrijfsfitness doen. Onder bedrijfsfitness verstaan we conditie- of krachttraining bij een erkende fitness-locatie, waarbij fitness plaatsvindt onder deskundige begeleiding.
• Een erkende fitness-locatie kun je via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx vinden. De factuur van een bij deze organisatie aangesloten fitness-locatie wordt door de werknemer zelf voldaan.
• De kosten van fitnessabonnement en evt. aanverwante fitness-benodigdheden zijn niet aan een maximumbedrag gebonden. Het maximum van uit te ruilen bedrag, bedraagt € 250,- per deelnemer per jaar.
• De regeling geldt voor werknemers. Het maakt niet uit of je een vast of een tijdelijk contract hebt. Stagiair(e)s, uitzendkrachten en korttijdelijke werknemers zijn uitgesloten.
• Deelname aan de overkoepelende cafetariaregeling wordt vastgelegd via het Aanmeldings- formulier Cafetariaregeling. Uiterste datum hiervoor betreft 31 december 2020.
• Uitvoering aan de regeling kan uiterlijk 15 november 2021 worden aangevraagd, via het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling (Dit formulier is eveneens de effectuering van de Aanvulling op de arbeidsovereenkomst), in combinatie met een factuur uit het betreffende kalenderjaar op naam van de werknemer. Let hierbij op dat enkel nog te genieten bronnen kunnen worden uitgeruild. Om het vakantiegeld te kunnen uitruilen dient de uitvoering voor 1 mei te worden aangevraagd.
• Op het moment van uitvoeringsaanvraag wordt door de werkgever vastgesteld of uitvoering nog mogelijk is binnen het gestelde budget. Indien hiertoe geen ruimte bestaat kan het zijn dat de aanvraag tot uitvoering niet gehonoreerd wordt.
• Op het Uitvoeringsformulier Cafetariaregeling wordt bij de aanvraag van de uitvoering vastgesteld welke bronnen daadwerkelijk uitgeruild zullen worden en tegen welk bedrag (de geldwaarde van de bronnen wordt op dit moment bepaald).
• Heb je ook een aanvraag voor de uitruil ten behoeve van andere cafetaria-doelen ingediend, dan kun je uiteraard in totaal niet méér uitruilen, dan je aan bronnen beschikbaar hebt. De regel is dan dat uitruil plaatsvindt in de volgorde van cafetaria-opties zoals opgenomen in deze regeling, totdat je totale omvang van bronnen is verbruikt.
• Als aan het eind van het kalenderjaar blijkt dat de maximale onbelaste vergoeding lager is dan het bedrag aan bronnen dat sinds begin van het jaar is opgebouwd, dan wordt/blijft het verschil een belast loonbestanddeel. Er is geen risico dat je looncomponentenkwijtraakt.
Gevolgen voor fiscus en verzekeringen
• Inzet van bronnen kan leiden tot een lager fiscaal loon en dus een lagere heffing van loonbelasting.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lager premieloon en dus lagerepremies.
• De inzet van bronnen kan leiden tot een lagere loondoorbetaling bij ziekte of een lager uitkeringsloon, bijvoorbeeld voor de WIA en WW.
• De inzet van bronnen kan, door verlaging van je fiscaal loon, leiden tot hogere toeslagen van de Belastingdienst, zoals huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag en/of een hogere tegemoetkoming onderwijsbijdrage & schoolkosten. Let op dat dit alleen geldt voor het jaar waarin de bron wordt ingezet.
• De inzet van de bronnen bruto maandloon en overwerkuren leidt tot verlaging van de hoogte van de opbouw van je vakantietoeslag, eindejaarsuitkering en loondoorbetaling bij ziekte.
Rekenvoorbeeld uitvoering regeling.
Normale situatie | Je ruilt bedrijfsfitness uit | ||
Eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 2.000 | |
Verlaging uitkering met bedrijfsfitness (bruto) | - € 250 | ||
Saldo eindejaarsuitkering | € 2.000 | € 1.750 | EJU – fitness |
Loonheffing over eindejaarsuitkering | - € 742 | - € 649 | 37,1% |
Vergoeding bedrijfsfitness (netto) | + € 250 | ||
Netto bedrag | € 1.258 | € 1.351 | Saldo - loonheffing + vergoeding fitnessabonnement |
Noot: netto voordeel is: € 1.351 -/- € 1.258 = € 93,-
Het belastingpercentage van 37,1 is het meest toepasselijk en komt overeen met de 1e schijf inkomstenbelasting (2021).