Omzendbrief betreffende de algemene toelatingsvoorwaarden voor het houden van pluimvee
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
Omzendbrief betreffende de algemene toelatingsvoorwaarden voor het houden van pluimvee
Referentie | PCCB/S2/KVH/1122851 | Datum | 25/11/2013 |
Huidige versie | 1 | Van toepassing vanaf | Datum van publicatie |
Trefwoorden | toelatingsvoorwaarden - pluimvee |
Opgesteld door | Goedgekeurd door |
Xxxxx Xxxxxxxxxx, attaché | Xxxxxx Xxxxxxx, directeur-generaal |
1. Doel
De voorwaarden met betrekking tot de gezondheidskwalificatie van pluimvee die opgelegd waren in het KB van 10 augustus 1998 en het MB van 19 augustus 1998 werden op 25 juli 2013 vervangen door algemene toelatingsvoorwaarden overeenkomstig het KB van 17 juni 2013 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren en tot vaststelling van de toelatingsvoorwaarden voor inrichtingen voor pluimvee. Deze omzendbrief vervangt de omzendbrief betreffende de gezondheidskwalificatie van pluimvee en geeft een samenvatting van de algemene toelatingsvoorwaarden. Bijkomend moeten alle bedrijven met fokpluimvee en enkel de bedrijven die gebruikspluimvee in intracommunautaire handel brengen eveneens voldoen aan de voorwaarden voor intracommunautaire handel en aan de voorwaarden voor de gezondheidsprogramma’s die opgelegd zijn in hetzelfde KB.
2. Toepassingsgebied
De inhoud van de omzendbrief is van toepassing op bedrijven met pluimvee van de soorten kippen, kalkoenen, eenden, ganzen, parelhoenders, kwartels, duiven, fazanten en patrijzen met een capaciteit van minimaal 200 stuks pluimvee en op bedrijven met minimum 4 struisvogels of 6 emoes, nandoes of kasuarissen. Deze omzendbrief is niet van toepassing voor het houden van sierpluimvee.
3. Referenties
a. Wetgeving
- KB van 17 juni 2013 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren en tot vaststelling van de toelatingsvoorwaarden voor inrichtingen voor pluimvee.
b. Andere
- Vademecum voor het houden van pluimvee en de bestrijding van Salmonella bij pluimvee (in voorbereiding)
4. Definities en afkortingen
• Agentschap: Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;
• Vademecum: het Vademecum voor het houden van pluimvee en de bestrijding van
Salmonella bij pluimvee;
• R&O: reiniging en ontsmetting.
5. Algemene toelatingsvoorwaarden voor het houden van pluimvee
a. Toelatingsvoorwaarden voor alle bedrijven
Volgende algemene toelatingsvoorwaarden zijn van toepassing op alle bedrijven:
- een pluimveebedrijf dat voor 25/07/2013:
o een toelating 10.1 had (bedrijven met fokpluimvee tijdens opfok en productie), blijft deze toelating behouden. Het betreft bedrijven met volgende plaats/activiteit/productcodes:
▪ PL42/AC28/PR190
▪ PL42/AC28/PR189
▪ PL42/AC28/PR184
▪ PL42/AC28/PR185,
o een toelating 10.2 had, verwerft automatisch de toelating 10.1. Het betreft bedrijven met volgende plaats/activiteit/productcodes:
▪ PL42/AC28/PR191: opfok legpluimvee bestemd voor uitvoer (>=200)
▪ PL42/AC28/PR186: legpluimvee in productie bestemd voor uitvoer (>=200)
▪ PL42/AC28/PR182: gebruikspluimvee type vlees bestemd voor uitvoer (>=200),
o een gezondheidskwalificatie B* (gebruikspluimvee van de soorten kippen of kalkoenen), B (gebruikspluimvee van de soorten parelhoenders, eenden en ganzen), C* (kippen of kalkoenen van het type vlees voor directe verkoop van vers vlees) en C (gebruikspluimvee van de soorten parelhoenders, eenden of ganzen met geringe capaciteit) had, verwerft automatisch de toelating 10.2. Het betreft bedrijven met volgende plaats/activiteit/productcodes:
▪ PL42/AC28/PR183: gebruikspluimvee type vlees (>=200)
▪ PL42/AC28/PR192:opfok legpluimvee (>=200)
o PL42/AC28/PR187: legpluimvee in productie (>=200),geregistreerd was bij het Agentschap maar niet over een gezondheidskwalificatie beschikte (bedrijven met kwartels, duiven, fazanten, patrijzen of loopvogels) verwerft eveneens automatisch een toelating 10.2. De verantwoordelijke brengt zijn bedrijf in overeenstemming met onderstaande voorwaarden ten laatste tegen 24/07/2014. Het betreft bedrijven met volgende plaats/activiteit/productcodes:
▪ PL42/AC28/PR183: gebruikspluimvee type vlees (>=200)
▪ PL42/AC28/PR192:opfok legpluimvee (>=200)
▪ PL42/AC28/PR187: legpluimvee in productie (>=200).
De automatische verwerving van de toelating 10.1 of 10.2 is voorzien voor begin 2014. De verantwoordelijke zal hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht worden;
- een bedrijf dat een van bovenstaande activiteiten start in de pluimveesector wordt geregistreerd volgens het oude systeem en zal automatisch de nieuwe toelating verwerven op het ogenblik dat het nieuwe systeem toegepast wordt. De verantwoordelijke zal hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht worden;
- de verantwoordelijke wijst een erkend dierenarts aan als bedrijfsdierenarts en legt dit vast in een ondertekende overeenkomst (zie bijlage 1 voor formulier). De overeenkomst kan door beide partijen beëindigd worden door een ter post aangetekend schrijven aan de andere partij dat gelijktijdig aan het Agentschap betekend wordt. De overeenkomst wordt minstens tot 1 maand na datum van opzegging verder gezet in afwachting van een nieuwe overeenkomst;
- de verantwoordelijke houdt een register bij (papier of elektronisch) waarin per toom of per productieronde de volgende gegevens chronologisch voorkomen:
o datum van aan- en afvoer van de dieren,
o aantal dieren,
o herkomst en bestemming van de dieren,
o productiviteit van de toom waaronder:
▪ verbruik van voeder,
▪ gewichtstoename tijdens vetmesting,
o ziekten, sterfte en de oorzaken ervan,
o resultaten van de ante- en postmortemkeuringen,
o bij leg- en fokpluimvee: de bestemming van de eieren,
o de aard en de oorsprong van aan de dieren gevoerde diervoeders,
o de toegediende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik of andere behandelingen die de dieren hebben ondergaan, data van toediening of behandeling en wachttijden,
o de aanwezigheid van ziekten die de veiligheid van producten van dierlijke oorsprong in het gedrang kunnen brengen,
o de voor de volksgezondheid belangrijke resultaten van analyses van bij de dieren genomen monsters of van andere monsters voor diagnosedoeleinden,
o alle toepasselijke controles van dieren of producten van dierlijke oorsprong;
- het pluimveebedrijf beschikt over minstens één ingerichte hygiënesluis die degelijk gescheiden is van de hokken van de dieren. De hygiënesluis kan geïntegreerd zijn in de voorruimte. Voor een pluimveebedrijf met meerdere beslagen is een hygiënesluis verplicht per beslag. De hygiënesluis omvat:
o een degelijk ingerichte handwasgelegenheid (lopend water, afvoer, lavabo, zeep, handdoek – liefst papier);
o een kledingsruimte voorzien van bedrijfseigen kleding bestemd voor verzorgers en bezoekers;
- elke stal beschikt over een voorruimte (met bv. een voeder- en dienstlokaal en eventueel de hygiënesluis) waarin een visueel onderscheid gemaakt is tussen het vuile en propere gedeelte van de voorruimte. Op de scheiding is hokeigen schoeisel beschikbaar voor verzorgers en bezoekers (zie eveneens onder c);
- bij gebruik van voeder met een wachttijd, moet een afzonderlijke voederopslag aanwezig zijn;
- de laad- en losplaatsen zijn verhard, reinigbaar en ontsmetbaar;
- de opslagplaats voor krengen bevindt zich op een vaste plaats op het bedrijf en kan geledigd worden zonder het bedrijf te besmetten. De opslagplaats wordt na elke ophaling gereinigd en ontsmet;
- de uitrusting voor reiniging en ontsmetting is aangepast aan de noden van het bedrijf tenzij het bewijs geleverd wordt dat een gespecialiseerde onderneming dit op zich neemt. Er is echter steeds een minimale uitrusting voor R&O van het bedrijf en van voertuigen:
o minimum 5 liter toegelaten ontsmettingsmiddel,
o een hogedrukreiniger,
- het bedrijf is zo afgesloten dat het betreden van de hokken enkel mogelijk is na aanmelding bij de verantwoordelijke of zijn afgevaardigde en na gebruik van de hygiënesluis en de voorruimte;
- de bedrijfsgebouwen zijn vogeldicht met uitzondering van de uitloopluiken ingeval van buitenbeloop;
- er wordt een doeltreffend bestrijdingsprogramma tegen ongedierte en insecten toegepast;
- het strooisel is schoon, droog en vrij van toxische stoffen;
- pluimvee moet worden vervoerd in dozen of kooien die uitsluitend pluimvee bevatten van dezelfde soort, categorie en type, afkomstig van één bedrijf en waarop het toelatingsnummer van het bedrijf van oorsprong is aangebracht;
- de dozen, kooien en transportmiddelen zijn zo ontworpen dat:
o tijdens het vervoer geen uitwerpselen worden verloren en het verlies van veren zoveel mogelijk wordt beperkt,
o het pluimvee gemakkelijk kan geobserveerd worden,
o R&O mogelijk zijn;
- transportmiddelen en niet voor eenmalig gebruik bestemde containers, dozen en kooien moeten voor het inladen en na het lossen worden gereinigd en ontsmet. De instructies worden opgelegd in het Vademecum;
- pluimvee moet zo snel mogelijk naar de inrichting van bestemming worden vervoerd zonder in contact te komen met pluimvee dat niet aan de voorwaarden voor het houden van pluimvee voldoet;
- voor de opzet van een nieuwe toom wordt aan volgende voorwaarden voldaan:
o de dieren van 1 toom moeten dezelfde leeftijd hebben en worden opgezet binnen de 72u, bij legpoeljen binnen de 7 dagen;
deze voorwaarden gelden niet voor:
o het vernieuwen van de hanen door jonge dieren ingeval van fokpluimvee;
o het bijzetten van legpluimvee ingeval van ruitomen;
o productieronden (zie onder c);
- elk hok wordt na elke afvoer van een toom en voor de opzet van een nieuwe toom, gereinigd en ontsmet. De reiniging en ontsmetting gebeurt op een volledig leeg hok of leefruimte en op alle infrastructuur ervan. Het is mogelijk de ontsmetting te vervangen door een handeling met bewezen evenwaardig eindresultaat (zie eveneens onder c). Een hok of leefruimte mag pas opnieuw bevolkt worden nadat het volledig is opgedroogd na de reiniging en ontsmetting.
b. Specifieke bijkomende voorwaarden
i. Voor bedrijven met fokpluimvee
Bedrijven met fokpluimvee – voormalige kwalificatie A - moeten eveneens aan volgende bijkomende voorschriften voldoen:
- Eendagskuikens en broedeieren worden vervoerd per soort, categorie, type en bedrijf van herkomst:
o hetzij in nieuwe voor eenmalig gebruik ontworpen wegwerpverpakking die nadien wordt vernietigd, hetzij in verpakking voor hernieuwd verbruik mits deze gereinigd en ontsmet zijn voor gebruik;
o de verpakkingen mogen bijeen gebracht worden in speciale containers met vermelding van het aantal verpakkingen;
o op elke verpakking en op de containers worden volgende gegevens vermeld:
▪ land van herkomst,
▪ toelatingsnummer van bedrijf van oorsprong,
▪ aantal kuikens of eieren per verpakking,
▪ pluimveesoort;
- de opslag van krengen gebeurt onder gekoelde omstandigheden;
- de hygiënesluis is voorzien van een douche bij nieuwbouw vanaf 01/01/2012. Bij aanwezigheid van een douche wordt deze gebruikt voor het betreden van de stallen;
- bij gebruik van ander water dan leidingwater voor drinkwater wordt jaarlijks een chemisch en bacteriologisch wateronderzoek uitgevoerd;
- bij gebruik van ander water dan leidingwater voor reinigingswater wordt jaarlijks een chemisch onderzoek uitgevoerd op het reinigingswater.
De technische aspecten van de bemonstering en analyse van het drinkwater en reinigingswater worden beschreven in het Vademecum.
ii. Voor bedrijven met gebruikspluimvee van de soorten kippen en kalkoenen
Bedrijven met gebruikspluimvee van de soorten kippen en kalkoenen – voormalige gezondheidskwalificatie B* - moeten eveneens aan volgende bijkomende voorwaarden voldoen:
- bij gebruik van ander water dan leidingwater voor drinkwater wordt jaarlijks een chemisch en bacteriologisch wateronderzoek uitgevoerd;
- bij gebruik van ander water dan leidingwater voor reinigingswater wordt jaarlijks een chemisch onderzoek uitgevoerd op het reinigingswater.
De technische aspecten van de bemonstering en analyse van het drinkwater en reinigingswater worden beschreven in het Vademecum. Deze voorwaarden zijn niet van toepassing op bedrijven met gebruikspluimvee van de soorten kippen en kalkoenen die rechtstreeks vlees leveren aan de eindconsument – voormalige gezondheidskwalificatie C*.
c. Specifieke versoepelingen voor bedrijven met geringe capaciteit
Bedrijven met geringe capaciteit zijn bedrijven met gebruikspluimvee die op elk moment maximaal 4.999 stuks pluimvee mogen houden – voormalige gezondheidskwalificatie C – en kunnen van onderstaande versoepelingen genieten:
- verschillende tomen mogen in eenzelfde stal worden opgezet op voorwaarde dat de leefruimten van de tomen in de stal zodanig van elkaar gescheiden zijn dat elke leefruimte apart kan worden gereinigd en ontsmet;
- op het ganse bedrijf moet minimaal 1 voorruimte aanwezig zijn;
- het hokeigen schoeisel mag vervangen worden door een goedwerkend desinfecterend voetbad dat dagelijks wordt ververst;
- verschillende tomen kunnen aangeduid worden als 1 productieronde tussen 2 perioden van sanitaire leegstand. Dit kan van belang zijn om het aantal onderzoeken in het kader van de salmonellabestrijding te beperken. Indien met productieronden wordt gewerkt, moet aan volgende bijkomende eisen worden voldaan:
o een bedrijfsplan is opgesteld waarin de samenstelling van de productieronden zijn vastgelegd;
o bij het type vlees moet elk hok of elke leefruimte minstens 2 maal per jaar volledig leeg staan en tijdens de leegstand gereinigd en ontsmet worden. De reiniging en ontsmetting gebeurt op een volledig leeg hok of lege leefruimte en op alle infrastructuur ervan;
o bij het type leg moet elk hok of elke leefruimte minstens 1 maal per 2 jaar volledig leeg staan en tijdens de leegstand gereinigd en ontsmet worden. De reiniging en ontsmetting gebeurt op een volledig leeg hok of lege leefruimte en op alle infrastructuur ervan.
6. Bijlagen
BIJLAGE I: formulier overeenkomst bedrijfsdierenarts;
7. Overzicht van de revisies
Versie | Van toepassing vanaf | Reden en omvang van de revisie |
1 | Datum van publicatie | Originele versie |