Beroepspraktijkovereenkomst
Beroepspraktijkovereenkomst
Partijen
1. Leerling:
Initialen:
Volledige naam:
Studentnummer:
Adres:
Postcode:
Woonplaats:
Telefoon:
E-mail:
Hierna te noemen: Student
Opleiding
Naam Opleiding: ……………………………….
Kwalificatieniveau: ……………………………….
Crebo-code: ……………………………….
Leerweg: ……………………………….
Externe legitimering en kwalificatiedossier: Zie Onderwijs- en Examenregeling. Aanvangsdatum: ……………………………….
Geplande einddatum: ……………………………….
Urentotaal van de BPV: ……………………………….
2. Leerbedrijf:
Naam:
Vertegenwoordigd door:
BPV begeleider:
Adres:
Postcode:
Woonplaats:
Telefoon:
e-mail:
Hierna te noemen: Bedrijf
3. Onderwijsinstelling:
Rechtspersoon: STC Group
Gevestigd te Rotterdam, Lloydstraat 300, 3024 EA
Namens het College van Bestuur rechtsgeldig vertegenwoordigd door: de heer F.G. Gronsveld
Hierna te noemen: STC.
Overwegende:
- dat artikel 7.2.8 en 7.2.9 van de Wet van 31 oktober 1995, houdende bepalingen met betrekking tot beroepspraktijkvorming (BPV) en de totstandkoming van de BPV-overeenkomst; vervangende praktijkplaats (WEB), staatsblad 1995501;
- dat onderricht in de praktijk van het beroep verplicht deel uitmaakt van elke beroepsopleiding conform de Wet Educatie Beroepsonderwijs;
- dat de door student in het kader van deze overeenkomst te verrichten activiteiten een onderwijsleerfunctie hebben;
- dat de onder 1,2 en 3 genoemde partijen sluiten een BPV-overeenkomst met betrekking tot de onder 4 genoemde opleiding behorende bij de onderwijsovereenkomst.
Komen overeen als volgt
Artikel 1: Inwerkingtreding
1.1 Deze BPV-overeenkomst treedt inwerking op de vermelde datum onder punt 4. Opleiding.
2.1 Na afsluiting van de overeenkomst hebben zowel Student als Bedrijf 10 dagen de tijd om de overeenkomst te bestuderen en eenzijdig op te zeggen zonder aansprakelijk gesteld te kunnen worden. De opzegging geschiedt schriftelijk, en dient gericht te worden aan STC.
3.1 De verdeling van de praktijkuren over de schooljaren is te vinden in het Opleidingsplan van de opleiding.
Artikel 2: Inhoud Beroepspraktijkvorming
2.1 Uitgangspunt voor de beroepspraktijkvorming zijn de voor de opleiding geldende onderwijs-en vormingsdoelen en onderdelen in het kwalificatiedossier zoals opgenomen in de onderwijs-en examenregeling van de opleiding.
2.2 Beroepspraktijkvorming realiseert de kerntaken zoals neergelegd in het individueel onderwijs-en examentraject.
2.3 Het bedrijf en STC richten de beroepspraktijkvorming voor student zodanig in, dat de kerntaken zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel, kunnen worden behaald.
BPV begeleider zorgt binnen Bedrijf voor de plaatsing, introductie, voldoende opvang en begeleiding van student.
2.4 STC coördineert de beroepspraktijkvorming en biedt waar nodig ondersteuning bij de praktijkbegeleiding.
Artikel 3: Beoordeling.
3.1 STC is eindverantwoordelijk bij de beoordeling of student de kerntaken behorend bij de beroepspraktijkvorming heeft gerealiseerd.
3.2 In de beoordeling betrekt STC het oordeel van de Bedrijf met in relatie tot het functioneren van student in de praktijk.
3.3 De procedure van de beoordeling en de wijze van examinering van de kerntaken beroepspraktijkvorming staan beschreven in de onderwijs-en examenregeling
Artikel 4: Deelname onderwijs en examens.
4.1 Indien van toepassing is student verplicht het onderwijs op school te volgen.
4.2 Student wordt door Xxxxxxx in staat gesteld deel te nemen aan het onderwijs van STC en aan beoordelingen van STC die tijdens de periode van de beroepspraktijkvorming plaatsvinden.
Artikel 5: Examinering Beroepspraktijkvorming.
Xxxxxxx verklaart zich bereid beoordeling van de beroepspraktijkvorming zo nodig op de BPV-plaats mogelijk te maken.
Artikel 6: aanmelding bedrijfsverenigingen en Belastingdienst.
Bedrijf meldt student aan bij de bedrijfsvereniging en/of de Belastingdienst.
Artikel 7: Gedragsregels.
Student is verplicht de binnen Bedrijf in het belang van orde, veiligheid en gezondheidsgegevens, regels, voorschriften en aanwijzingen in acht te nemen.
Artikel 8: Geheimhouding.
Student is verplicht alles geheim te houden wat onder geheimhouding wordt toevertrouwd of wat er als geheim ter kennis is gekomen of waarvan het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs moet worden begrepen.
Artikel 9: Absentie
9.1 Voor afwezigheid tijdens de beroepspraktijkvorming geldt voor Student bepalingen die daaromtrent zijn genomen in de Onderwijsovereenkomst.
9.2 Tevens is Student verplicht in geval van afwezigheid onverwijld de BPV-begeleider hiervan op de hoogte te stellen, conform de regels van Bedrijf.
Artikel 10: Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming
10.1 Bij problemen of conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming richt Student zich tot de BPV-begeleider en/of de begeleidend docent. Deze trachten in gezamenlijk overleg tot een oplossing te komen.
10.2 Indien Student vindt dat het probleem of conflict niet tot tevredenheid is opgelost kan deze zich al dan niet in overleg met de begeleidend docent en/of de BPV begeleider wenden tot STC. Artikel 16 van deze overeenkomst van deze overeenkomst treedt dan in werking.
Artikel 11: Vervangende BPV-plaats
Indien de instelling en het betrokken stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) na het sluiten van deze BPV-overeenkomst vaststellen dat de BPV- plaats niet of niet volledig beschikbaar is, de begeleiding tekortschiet, of ontbreekt, Bedrijf niet langer beschikt over een gunstige beoordeling (als bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB) of sprake is van andere omstandigheden die maken dat de beroepspraktijk- vorming niet naar behoren plaatsvindt, bevorderen de instellingen en SBB dat een toereikende vervangende BPV-plaats beschikbaar wordt gesteld.
Artikel 12: Einde overeenkomst.
Deze overeenkomst eindigt als gevolg van:
a. Het eindigen van de onderwijsovereenkomst tussen student en STC (zie onderwijsovereenkomst, Artikel 3);
b. Het verstrijken van de termijn waarop deze overeenkomst van toepassing is;
c. Het verbreken van de arbeidsovereenkomst tussen Bedrijf en Student, indien van toepassing;
d. Wederzijds goedvinden van student, Bedrijf en de STC, indien dit door de genoemde partijen schriftelijk wordt overeengekomen;
e. Schriftelijk aanzegging van STC dan wel het stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) aan partijen indien STC Group of het SBB zich ervan heeft overtuigd, dat overeenkomstig artikel 7.2.9, lid 2 van de WEB, de BPV-plaats niet of niet volledig beschikbaar is, de begeleiding tekort schiet, of ontbreekt, de organisatie niet langer beschikt over een gunstige beoordeling (als bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB) of sprake is van andere omstandigheden die maken dat de beroepspraktijkvorming niet naar behoren plaatsvindt;
f. Overlijden van student.
Artikel 13: Verlenging overeenkomst
Indien de partijen dit overeenkomen kan de BPV-overeenkomst worden verlengd, mits de regelgeving zich hiertegen niet verzet en de verlenging zich richt op hetgeen afgesproken in het individueel onderwijs-en examentraject van de onderwijsovereenkomst. Nadere afspraken worden schriftelijk vastgelegd en maken deel uit van de deze overeenkomst.
Artikel 14: Aansprakelijkheid Bedrijf.
Xxxxxxx aanvaardt geen aansprakelijkheid voor letsel of schade die student mocht lijden tijdens of in verband met aanwezigheid binnen de organisatie, dan wel bij de uitvoering van praktijkactiviteiten, behalve voor zover dit letsel of deze schade het gevolg is van opzet of grove schuld van de organisatie of haar werknemers.
Artikel 15: Aansprakelijkheid STC.
STC kan niet aansprakelijk gesteld worden voor:
a. Het financiële risico van wettelijke aansprakelijkheid voor schade aan Xxxxxxx of derden, evenals het financiële risico van ongevallen tijdens werken reisuren;
b. De gevolgen voor de bedrijfsvoering van Bedrijf door het verbreken van de BPV- overeenkomst dan wel het verbreken van de arbeidsovereenkomst;
c. Voor schade die student lijdt door tussentijdse beëindiging van deze BPV- overeenkomst op grond van artikel 12.en schade die student lijdt door verlies van werkkring, alsmede deviatie van het carrièreperspectief, als gevolg van de (tussentijdse) beëindiging van deze overeenkomst;
d. Voor diefstal, verduistering, verlies en/of beschadiging van eigendommen of bezittingen van student;
e. Voor de gevolgen van fysieke-en psychische schade, welke het gevolg kunnen zijn van het uitvoeren van de beroepspraktijkvorming en het afleggen van het examen/ toetsen.
Artikel 16: Slotbepaling
16.1 In de gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet beslist het College van Bestuur van STC na overleg met Student en Bedrijf.
16.2 Op deze overeenkomst is uitsluitend het Nederlands recht van toepassing.
Ondertekening
De aan deze BPV-overeenkomst toegevoegde Voorwaarden maken deel uit van deze overeenkomst. Student, in voorkomend geval wettelijke vertegenwoordiger en Bedrijf verklaren dat zij kennis hebben genomen van de documenten waarnaar in deze overeenkomst wordt verwezen en/of die als bijvoegsels aan de overeenkomst zijn toegevoegd heeft ontvangen en daarvan heeft kennisgenomen.
Student:
..........
Leerbedrijf
.......... STC
..........