LEDENOVEREENKOMST
Secretariaat:
Ve r e n l a n d w e g 1 2 0000 XX Xxxxxxx
www .xxxxxxxxxxxxxxx.xx xxxx@xxxxxxxxxxxxxxx.xx
LEDENOVEREENKOMST
Opgewekt Rijssen
Inhoud
LEDENOVEREENKOMST 3
1. Definities 3
2. Doel 4
3. Inleg en betaling daarvan 4
4. Ledenrekening 5
5. Duur 5
6. Wijzigingen 5
7. Geheimhouding 5
8. Diversen 5
9. Kosten 5
10. Toepasselijk recht en forumkeuze 6
11. Ontbinding 6
Toelichting op de ledenovereenkomst 7
LEDENOVEREENKOMST
d.d. [DATUM]
Hieronder genoemde partijen:
(1) Energiecoöperatie Rijssen U.A. (handelsnaam Opgewekt Rijssen), statutair gevestigd te Rijssen, gemeente Rijssen-Holten, kantoorhoudende te Rijssen, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Enschede onder nummer 70526303, hierna te noemen: de “Coöpera- tie”;
en
(2) [Aanhef] [Naam], [adres], [postcode] Rijssen, geboren op [geboortedatum], hierna te noemen: het “Lid”;
hierna gezamenlijk aan te duiden als “Partijen”.
OVERWEGEN DAT:
(A) De Coöperatie is opgericht bij notariële akte verleden voor Mr. G.H.J. XXxxxxxx, nota- ris met plaats van vestiging Rijssen, op 29 december 2017;
(B) Het Lid lid wenst te worden van de Coöperatie;
(C) Partijen in deze Ledenovereenkomst de voorwaarden en condities wensen neer te leg- gen ter zake het lidmaatschap van het Lid van de Coöperatie, in aanvulling op hetgeen in de statuten van de Coöperatie is bepaald (deze “Overeenkomst”).
VERKLAREN EN KOMEN OVEREEN ALS VOLGT:
1. Definities
De onderstaande begrippen uit de Overeenkomst hebben uitsluitend de navolgende bete- kenis:
• Artikel: een artikel van deze Overeenkomst.
• Algemene ledenvergadering: het orgaan van de Coöperatie dat wordt gevormd door de Leden dan wel een bijeenkomst van Leden (of hun vertegenwoordigers) en andere personen met vergaderrechten.
• Coöperatie: Energiecoöperatie Rijssen U.A. (handelsnaam Opgewekt Rijssen), sta- tutair gevestigd te Rijssen, gemeente Rijssen-Holten.
• Energiebedrijf: bedrijf dat energie levert aan kleinverbruikers op basis van een vergunning van de Autoriteit Consument & Markt (ACM).
• Inleg: het bedrag dat een Lid in de Coöperatie brengt.
• Ledenrekening: de rekening in de boeken van de Coöperatie, waarop het aandeel van elk Lid in het kapitaal van de Coöperatie wordt bijgehouden.
• Lid: een Lid van de Coöperatie.
• Lidmaatschap: alle rechten en verplichtingen van een Lid met de Coöperatie, die voortvloeien uit de Statuten en deze Overeenkomst.
• om | nieuwe energie (handelsnaam van Coöperatie Duurzame Energie Unie U.A.): het energiebedrijf waarvan de Coöperatie mede-eigenaar is, waarmee ze een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten en waarvoor ze optreedt als we- derverkoper van energie.
• Overeenkomst: deze Ledenovereenkomst.
• Postcodesysteem: het postcodesysteem, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel j, van de Postwet 2009, dat wordt gebruikt door de verlener van de universele postdienst, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel g, van de Postwet 2009.
• Postcodegebied: een gebied waarbinnen de postcodes in het Postcodesysteem be- ginnen met hetzelfde getal van vier cijfers.
• Postcoderoos: een Postcodegebied, alsmede de direct aangrenzende Postcodege- bieden.
• Regeling verlaagd tarief energiebelasting: ook wel aangeduid als Postcoderoosre- geling. De regeling op basis van de Wet belastingen op milieugrondslag (artikel 47 en 59a, 59b en 59c), de daarop gebaseerde Uitvoeringsregeling (artikel 19a en 19b) en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (artikel 21b), op basis waarvan klein- verbruikers die zich verenigen in een coöperatie, die investeert in productie van groene stroom in hun Postcoderoos 15 jaar lang over de eerste 10.000 kWh verbruik per jaar geen energiebelasting hoeven te betalen over hun aandeel in de via de coöperatie opgewekte groene stroom.
• Statuten: de statuten van de Coöperatie zoals deze van tijd tot tijd gewijzigd.
2. Doel
De Coöperatie heeft ten doel het bewerkstelligen van economische interactie tussen de Coöperatie en de Leden door middel van:
(a) het stimuleren van het gebruik van duurzame energiebronnen;
(b) het op duurzame en ecologisch onschadelijke wijze produceren, doen produceren, le- veren en doen leveren van energie, direct of indirect ten behoeve van de leden, alles in de ruimste zin;
(c) de verwerving, oprichting en exploitatie van een of meerdere duurzame productie- in- stallatie(s) met gebruik van de Regeling verlaagd tarief;
(d) zomede al hetgeen met bovenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin.
3. Inleg en betaling daarvan
3.1 Vanwege het aangaan van het lidmaatschap van de Coöperatie dient het Lid een in- breng in geld in de Coöperatie te doen. Deze Inleg wordt aangewend voor de financiering van installaties voor de productie van lokale groene stroom.
3.2 Het Lid betaalt hiervan bij aanvang van het Lidmaatschap eenmalig een bedrag van € [bedrag] eenmalige inleg, ofwel € 0,01 per kWh elektriciteit dat het Lid met zijn deelne- ming in de Coöperatie onder de Regeling verlaagd tarief wenst te brengen.
3.3 De resterende Inleg wordt betaald in 15 jaarlijkse termijnen. Daarbij is het tarief Energiebelasting, vermenigvuldigd met het aantal kWh dat volgens zijn jaarnota onder de Regeling verlaagd tarief valt het uitgangspunt. Deze Inleg wordt jaarlijks op de Algemene ledenvergadering van de Coöperatie vastgesteld.1
3.4 Het Lid dat klant is bij om | nieuwe energie stemt ermee in dat dit Energiebedrijf de op grond van de Regeling verlaagd tarief terug te ontvangen energiebelasting geheel af- draagt aan de Coöperatie. De Coöperatie zal het verschil tussen de afgedragen energiebe- lasting en het ingevolge artikel 3.3 verschuldigde termijnbedrag zo spoedig mogelijk na ontvangst uitkeren. Het eenmalige bedrag ingevolge artikel 3.2 wordt met de eerste uit- kering van dit verschil verrekend.
3.5 Het lid dat klant is bij een ander Energiebedrijf krijgt de terug ontvangen energiebe- lasting door zijn Energiebedrijf uitgekeerd. Dit Lid verleent met deze Overeenkomst de Coöperatie toestemming tot automatische incasso van de uit artikel 3.2 en 3.3 voortvloei- ende bedragen.
3.6 De uitkeringen op grond van artikel 3.4, dan wel de incasso’s op grond van artikel 3.5 zullen ten gunste, respectievelijk ten laste van [IBAN] t.n.v. [naam] plaatsvinden.
1 In 2019 is de Energiebelasting € 0,09863 per kWh; incl. € 0,02071 btw is dat € 0,11934. De Coöperatie heeft de Inleg bepaald op € 0,05934 per kWh voor leden die met stroom en gas klant zijn bij om | nieuwe energie.
Huishoudens hebben daardoor een voordeel van € 0,06 per kWh. Leden die alleen stroom afnemen van om | nieuwe energie ontvangen een voordeel van € 0,05 per kWh. Voor ondernemers is btw over energiebelasting geen kostenpost. Als zij klant zijn bij om | nieuwe energie is hun voordeel € 0,03929 (€ 0,09863 - € 0,05934) per kWh, dan wel 1 cent minder als zij alleen stroom afnemen.
Voor leden die klant zijn bij een ander energiebedrijf is de jaarlijkse inleg € 0,08934 per kWh. Het voordeel voor gezinshuishoudens is dan € 0,03 per kWh en voor ondernemers € 0,00929 per kWh.
4. Ledenrekening
4.1 De Coöperatie houdt in haar administratie voor het Lid een Ledenrekening aan, waar- op de initiële Inleg ingevolge artikel 3.2 (omvang en datum/data van storting) van een Lid in de Coöperatie krachtens de met hem gesloten Xxxxxxxxxxxxxxxxx wordt bijgehouden.
4.2 De omvang van de initiële Inleg bepaalt het aantal kiloWattuur (kWh) waarvoor het Lid in aanmerking komt voor toepassing van de Regeling verlaagd tarief.
4.3 Het bestuur van de Coöperatie kan besluiten tot een andere toedeling van het in arti- kel 4.2 bedoelde aantal kWh als daarmee een optimaal gebruik van de Regeling verlaagd tarief door de Coöperatie is gediend.
4.4 Een Ledenrekening kan alleen worden overgedragen tezamen met het corresponde- rende Lidmaatschap als bepaald in de Statuten.
4.5 Leden hebben bij overdracht recht op teruggave van aan het Lid toerekenbare kapi- taal. Dit kapitaal is het aandeel in het eigen vermogen van de Coöperatie tot het moment van overdracht. Dit aandeel wordt door het bestuur bepaald op basis van algemeen aan- vaarde waarderingsgrondslagen en de daadwerkelijke teruggave geschiedt op een door het bestuur te bepalen moment. Dit moment is uiterlijk het moment dat ook de leden die geen overdracht hebben gepleegd een uitkering van hun toerekenbare kapitaal ontvangen.
5. Duur
5.1 Deze Overeenkomst wordt aangegaan voor de periode dat het Lid lid is van de Coöpe- ratie.
5.2 Deze Overeenkomst eindigt zonder dat opzegging of ontbinding noodzakelijk is op het moment dat het Lid ophoudt lid van de Coöperatie te zijn.
5.3 Opzegging of ontbinding van deze Overeenkomst aan de zijde van het Lid is gedurende de looptijd van deze Overeenkomst en het voortduren van het Lidmaatschap van het Lid uitgesloten.
6. Wijzigingen
Deze Overeenkomst kan slechts schriftelijk worden gewijzigd of aangevuld.
7. Geheimhouding
De Coöperatie zal niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het lid informa- tie welke betrekking heeft op de inhoud van deze Overeenkomst direct of indirect publi- ceren, vrijgeven of anderszins voor derden toegankelijk maken. Indien openbaring nood- zakelijk is op grond van enige op een partij rustende (i) wettelijke verplichting, (ii) regel van de beurs, (iii) reglement of (iv) een uitspraak van een rechter of een bevoegd over- heidsorgaan, is geen voorafgaande schriftelijke toestemming vereist, maar zal de betref- fende partij vooraf met de andere partij overleggen.
8. Diversen
8.1 De ongeldigheid of nietigheid van enige bepaling van deze Overeenkomst tast de gel- digheid van de overige bepalingen van deze Overeenkomst niet aan. Partijen vervangen de ongeldige dan wel nietige bepaling door een bepaling waarvan de rechtsgevolgen, gelet op het doel en de strekking van deze Overeenkomst, zoveel mogelijk overeenstemmen met die van de ongeldige of nietige bepaling.
8.2 Indien er strijd is tussen deze Overeenkomst en de Statuten, dan gaat deze Overeen- komst voor.
9. Kosten
Behoudens voor zover in deze Overeenkomst uitdrukkelijk anders is bepaald, draagt de Coöperatie de kosten, waaronder begrepen de kosten betreffende het verstrekken van op- drachten aan externe adviseurs, voortvloeiend uit of betrekking hebbende op de totstand- koming en uitvoering van deze Overeenkomst.
10. Toepasselijk recht en forumkeuze
10.1 Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
10.2 Geschillen die mochten ontstaan naar aanleiding van deze Overeenkomst zullen wor- den beslecht door de bevoegde rechter te Almelo.
11. Ontbinding
Indien u alsnog wilt afzien van deze overeenkomst, tevens machtiging tot automatische incasso van de Inleg volgens artikel 3, stuur dan uiterlijk 14 kalenderdagen na de datum waarop u deze overeenkomst is gemaild een verzoek tot ontbinding naar info@opge- xxxxxxxxxxx.xx.
Toelichting op de ledenovereenkomst
De wet schrijft voor dat er ledenovereenkomsten moeten bestaan tussen de Coöperatie en de individuele leden. Over de inhoud van deze overeenkomsten zegt de wet verder niets. De leden en de Coöperatie hebben dan ook een grote mate van vrijheid met betrekking tot de inhoud van de ledenovereenkomsten.
Artikel 3 gaat over de Inleg die leden met de Coöperatie overeenkomen en de betaling daarvan.
Aangezien de Coöperatie voor 99% met vreemd vermogen wordt gefinancierd, is een initië- le Inleg benodigd ter hoogte van circa 1% van de investering. Dat komt overeen met € 0,01 per kWh. Dat is de inbreng in het eigen vermogen van de Coöperatie.
In de 15 jaar daarna zal de Coöperatie in 15 jaarlijkse termijnen de rest van de Inleg in- casseren.
Met om | nieuwe energie is geregeld dat de op grond van de Regeling Verlaagd Tarief (hierna afgekort als RVT) terug te ontvangen energiebelasting niet aan de leden die klant bij hen zijn wordt uitgekeerd, maar aan de Coöperatie. De Coöperatie keert dit na aftrek van het jaarlijkse termijnbedrag uit aan deze leden. Uitkering vindt plaats na afloop van het eerste jaar dat de zonnepaneleninstallaties hebben geproduceerd. Het eerste jaar wordt de initiële Inleg hiermee verrekend.
Leden die klant zijn bij andere Energiebedrijven ontvangen de op grond van de RVT terug te ontvangen energiebelasting rechtstreeks terug van hun Energiebedrijf. De Coöperatie brengt bij hen de Inleg middels automatische incasso in rekening.
De Inleg voor deze leden is hoger dan voor leden die klant zijn van om | nieuwe energie. Dat heeft drie redenen. De eerste is dat de Coöperatie van om | nieuwe energie een fee ontvangt voor elk lid dat klant bij hen wordt. De Coöperatie ontvangt een fee per product (stroom en gas), daarom krijgen leden die stroom en gas afnemen van om | nieuwe ener- gie een hogere korting dan leden die alleen stroom afnemen. Deze fee geeft de Coöpera- tie in de vorm van een lagere jaarlijkse Inleg door aan deze leden. De tweede reden is dat de Coöperatie voor leden die geen klant van om | nieuwe energie worden extra admini- stratiekosten moet maken. Een wat hogere jaarlijkse Inleg compenseert dit. In de derde plaats willen we stimuleren dat ons eigen energiebedrijf meer klanten krijgt en zo goed- kopere energie kan aanbieden.
Het eerste jaar wordt het te incasseren bedrag verhoogd met de initiële inleg.
De vermelde kortingen zijn afhankelijk van ontwikkelingen in het tarief energiebelasting en besluitvorming door de leden in de Algemene Ledenvergadering.
In artikel 4 van deze Ledenovereenkomst is artikel 8 van de Statuten, waarin de regeling omtrent de Ledenrekeningen staat, nader uitgewerkt. Op de Ledenrekening wordt gead- ministreerd wie, wanneer en hoeveel overeenkomstig artikel 3.2 van deze Ledenovereen- komst heeft ingelegd. In artikel 4 staat dat de omvang van het ingelegde bedrag(en) het aandeel bepaalt van elk individueel Lid in de door de Coöperatie opgewekte energie en daarmee het aantal kilowattuur (kWh) waarvoor het Lid in aanmerking komt voor toepas- sing van de RVT.
Dat is in principe de verdeelsleutel waarmee de door de Coöperatie geproduceerde stroom wordt toegerekend aan de leden. Het bestuur van de Coöperatie kan hiervan afwijken als daarmee een optimaal gebruik van de RVT, en daarmee de financiële positie van de Coö- peratie, is gediend.
In het onderstaande leggen we de overwegingen bij deze afwijkingsbevoegdheid uit.
De Coöperatie stuurt er op aan dat leden minimaal 85% van hun verwachte jaarlijkse stroomverbruik produceren via hun aandeel in de Coöperatie. Een marge van 15% is nodig om te voorkomen dat het belastingvoordeel van de RVT niet optimaal wordt benut. Want over elk kWh dat de Coöperatie meer produceert dan haar leden met elkaar verbruiken komt geen jaarlijkse Inleg binnen.
Dus om in zijn eigen stroomverbruik te voorzien adviseren wij een coöperatielid met een verbruik van 3.500 kWh per jaar 85% van zijn verbruik, dus 2.975 kWh, af te dekken door zijn deelname in de Coöperatie. Dat betekent dat dit Lid € 29,75 (circa 1% van het inves- teringsbedrag dat nodig is om 2.975 kWh op te wekken) in eerste instantie inlegt in de Coöperatie.
Als na het eerste jaar blijkt dat dit lid inderdaad 2.975 kWh verbruikt heeft en dus onder de RVT kan brengen, dan heeft hij op grond van de RVT recht op teruggave van 2.975 * tarief energiebelasting. Hij gaat er mee akkoord dat dit bedrag door om wordt afgedra- gen aan de Coöperatie. Deze gebruikt dat deels om haar exploitatiekosten af te dekken en deels om aan de leden bij de jaarafrekening energie een korting per kWh uit te keren. Als na het eerste jaar onverhoopt toch blijkt dat dit Lid minder stroom afneemt dan hij onder de RVT kan brengen, dan zal de Coöperatie de geproduceerde stroom, die ze niet aan dit Lid op grond van de RVT kan toedelen, verdelen over andere leden die daarvoor in aanmerking komen. Dat zijn leden die meer stroom hebben afgenomen dan het aantal kWh waarvoor ze een initiële Inleg hebben gedaan. Deze leden hebben dan een extra voordeeltje.
Het Lid dat minder stroom afneemt dan hij via zijn aandeel in de Coöperatie onder de RVT kan brengen, heeft gezien de minieme initiële Inleg (1 cent per kWh) een verwaar- loosbaar nadeel. Dat zal dan ook niet gecompenseerd worden.
Indien een Lid structureel meer stroom onder de RVT wil brengen dan waarop hij volgens zijn initiële Inleg recht heeft, bij voorbeeld omdat hij een warmtepomp heeft laten in- stalleren of een elektrische auto heeft aangeschaft, dan kan hij zijn aandeel in de Coöpe- ratie ophogen door het afsluiten van een aanvullende Ledenovereenkomst voor een extra hoeveelheid stroom. De Coöperatie kan daaraan tegemoetkomen als er door een lager stroomverbruik van andere leden ruimte is vrijgevallen of als de Coöperatie ruimte heeft gemaakt door de bouw van nieuwe zonnepaneleninstallaties.
Ook de stroom van leden die verhuizen buiten het postcoderoosgebied of die komen te overlijden zal in eerste instantie verrekend worden over de andere leden. Al is het voor de Coöperatie natuurlijk altijd handig een ledenwachtlijst te hebben, zodat de vrijgeval- len productiecapaciteit zo nodig naar nieuwe leden doorgeschoven kan worden.
In artikel 5 is opgenomen dat de duur van de ledenovereenkomst afhankelijk is van het lidmaatschap van de Coöperatie. Bij het einde van het lidmaatschap eindigt de ledenover- eenkomst automatisch. In principe kent de overeenkomst een looptijd van 15 jaar. Zo is de Coöperatie ervan verzekerd dat optimaal gebruik kan worden gemaakt van de RVT.
In artikel 8.2 is opgenomen dat bij strijdigheid tussen de Statuten en de Ledenovereen- komst de bepalingen van de Ledenovereenkomst voor zullen gaan.