Regio Deal ZaanIJ
Regio Deal ZaanIJ
Partijen
1. de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx, hierna te noemen: LNV;
2. de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de heer drs. R.W. Knops, hierna te noemen: BZK;
3. de Minister van Justitie en Veiligheid, de heer F.B.J. Grapperhaus, hierna te noemen: J&V;
4. de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, de xxxx xxx. X. Xxxx, hierna te noemen OCW.
Partijen genoemd onder 1 tot en met 4 ieder handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan en hierna samen te noemen: het Rijk;
5. de gemeente Zaanstad, dan wel voor zover het bestuursbevoegdheden betreft, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad, namens deze de xxxx X. Xxxxxxx, en als zodanig handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad, hierna te noemen: gemeente Zaanstad;
6. de gemeente Amsterdam, dan wel voor zover het bestuursbevoegdheden betreft, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, namens deze xxxxxxx X. Xxxxxxx, en als zodanig handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, hierna te noemen: gemeente Amsterdam;
7. de gemeente Oostzaan, dan wel voor zover het bestuursbevoegdheden betreft, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oostzaan, namens deze de xxxx X. Xxxxxxx en als zodanig handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeesters en wethouders van de gemeente Oostzaan, hierna te noemen: gemeente Oostzaan;
8. de provincie Noord-Holland, dan wel voor zover het bestuursbevoegdheden betreft, het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland, namens deze xxxxxxx
X. Xxxxxx, en als zodanig handelend ter uitvoering van het besluit van het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland hierna te noemen: provincie Noord- Holland.
Partijen genoemd onder 5 tot en met 8 hierna te noemen: Regio; Partijen 1 tot en met 8 hierna gezamenlijk te noemen: Partijen. Algemene overwegingen
1. Het kabinet Xxxxx XXX erkent dat elke regio uniek is. Regio’s hebben verschillende kenmerken waardoor elke regio behoefte heeft aan een eigen aanpak en afweging bij het aanpakken van de regionale opgave. De verschillende krachten en uitdagingen die specifiek zijn voor een regio vormen de basis voor een regionale opgave om de brede welvaart, leefbaarheid en economische kracht te bevorderen.
2. De regionale opgave heeft een meervoudig karakter en vergt een integrale aanpak op de verschillende opgaven. Doel is om door verschillende beleidskolommen heen te werken. Verder heeft de regionale opgave een gebiedsoverstijgende impact, waardoor inzet op rijksniveau nodig is, maar die ook zorgt voor een vliegwieleffect.
3. Regio Deals hebben tot doel om de regionale opgave aan te pakken. Hierbij wordt samen gewerkt tussen vakdepartementen, decentrale overheden, het bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. Voor de aanpak van deze regionale opgaven stelt het kabinet middelen beschikbaar uit de Regio Envelop.
4. Deze integrale en gezamenlijke aanpak is het onderscheidende karakter van de Regio Deals ten opzichte van reguliere beleidsinstrumenten.
5. Met de Regio Deal gaan Rijk en Regio een duurzaam partnerschap aan om de opgave die in de regio speelt gezamenlijk aan te pakken. Het ondertekenen van de Regio Deal is daarbij niet het einde, maar slechts het begin van de samenwerking.
6. Regio Deals gaan om meer dan een inzet van financiële middelen. Zij kenmerken zich ook
door een sterke, continue inzet van alle betrokkenen, creëren nieuwe
7. Regio Deals leveren daarmee een bijdrage aan welvaart in brede zin.
8. Met deze Regio Deal geven Partijen commitment aan een nieuwe manier van samenwerken. De Regio Deal is een ‘coproductie’ van bestuurlijke partners, waarbij het primair gaat om het samen oplossen van regionale vraagstukken. Als basis voor deze samenwerking maken Partijen wederzijdse afspraken over de aanpak van de regionale opgave, ieders (financiële) bijdrage daaraan en het gezamenlijk bewaken van de voortgang van de inzet. Partijen hebben de intentie om op reguliere basis samen te komen om de aanpak, bijdragen en voortgang te bespreken.
9. De in de Regio Deal gemaakte wederzijdse afspraken over ambitie, doelen, beoogde resultaten en inzet en aanpak zijn op initiatief van de Regio en in gezamenlijk overleg tussen Rijk en Regio tot stand gekomen en hebben niet als doel eenzijdig vanuit het Rijk voorwaarden te stellen en (financiële) consequenties te verbinden aan de uitkomsten.
10. De middelen uit de Regio Envelop worden beschikbaar gesteld als een decentralisatie- uitkering. De Financiële-verhoudingswet schrijft voor dat daarbij sprake is van beleids- en bestedingsvrijheid. De decentralisatie-uitkering wordt beschikbaar gesteld aan een openbaar lichaam dat aldus zelf de inzet bepaalt van de verkregen middelen.
Specifieke overwegingen
Aansluiting bij regionale doelstellingen
De gemeenten Amsterdam, Zaanstad en tal van andere stakeholders werken aan de gebiedsontwikkeling ZaanIJ. Dit is de grootste binnenstedelijke transformatieopgave van de Metropoolregio Amsterdam (MRA), waarbij de stedelijke weefsels van de gemeenten Zaanstad en Amsterdam stapsgewijs aan elkaar worden gesmeed met hoogstedelijke woon-werkmilieus in het centrum van de metropool. Dit moet leiden tot verdere economische groei, werkgelegenheid en versterking van de brede welvaart in de MRA. ZaanIJ is vanuit de MRA een van de sleutelprojecten voor grote gebiedsontwikkelingen die input zijn voor de met het Rijk op te stellen verstedelijkingsstrategie (het sleutelgebied Noordelijke IJoever – Sloterdijken (fase 1 Havenstad) Amsterdam – Achtersluispolder- Kogerveld).
Rond ZaanIJ speelt een aantal belangrijke vraagstukken, waarvan er twee geadresseerd worden in deze Regio Deal:
1. De balans en de verbinding tussen het stedelijk en het landelijk gebied:
De verstedelijkingsdruk is hoog en deze druk vertaalt zich door naar het omliggende landelijk gebied. Het streven is een groen-blauw dooraderd gebied, waarbij het groen in de wijken verbonden is met het landelijk gebied. Een gezonde leefomgeving voor de inwoners kan samengaan met een natuurinclusieve inrichting van het gebied, maar dit vergt wel een sterke inspanning van veel stakeholders.
Binnen de Regio Deal ZaanIJ wordt met name gekeken naar (de verbinding tussen) de Noorder IJplas als toekomstig metropolitaan park en het stedelijk gebied, en naar de verbinding met het landelijk gebied aan de andere kant van de A10 (Oostzanerveld, recreatiegebied Het Twiske, het lintdorp Oostzaan).
2. De aansluiting van bestaande wijken op de regionale dynamiek van de transformatiegebieden: Teveel mensen in de MRA delen nog onvoldoende mee in de brede welvaart. Ruimtelijke uitsortering doet zich voor waarbij in bepaalde wijken relatief veel kwetsbare gezinnen wonen. Er dreigt een ’metropool van twee snelheden’ te ontstaan. Dit proces is goed zichtbaar in Zaandam en Amsterdam-Noord. Het waterfront van Zaan en IJ zal in de toekomst hoogstedelijke woon-werkmilieus herbergen, maar aan de overkant van de weg zijn er oude volksbuurten, vaak sociaal maar ook fysiek geïsoleerd, in zichzelf gekeerd en kampend met problemen van sociaaleconomische aard en in sommige wijken ook ontwrichtende ondermijning. De noodzaak om elke buurt en wijk gelijkwaardig onderdeel te laten zijn van de stad en de metropool is essentieel voor een inclusieve, ongedeelde regio.
Meervoudige opgave en urgentie
• De Noorder IJplas vormt het centrum van het gebied en de verbinding tussen de verschillende opgaven. Zij is de verbindende schakel tussen de gemeenten Amsterdam, Zaanstad en Oostzaan, de verbinding tussen het IJ en de groene scheg van Het Twiske en Oostzanerveld, en heeft een enorme potentie als ontmoetingsplek en plek voor activiteiten die bijdragen aan het vergroten van ontplooiingskansen en het bevorderen van de gezondheid. De transformatie van de Noorder IJplas in de richting van een metropolitaan park voor tienduizenden (oude en nieuwe) inwoners van Amsterdam-Noord en Zaanstad is complex. Cruciaal is hierbij vooral de aanpak van de slechte toegankelijkheid en bereikbaarheid door met name de barrièrewerking van de Coentunnelweg en andere infrastructuur (380 kV hoogspanningsleidingen).
• De transformatie van de bedrijventerreinen in dit gebied in de richting van hoogstedelijke woon-werkgebieden staat nog aan het begin. In Amsterdam gaat het hier om het Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx en het Melkweggebied, in Zaanstad om de Achtersluispolder. In de toekomst zullen hier mogelijk tussen de 25.000 en 30.000 woningen te vinden zijn en tegen de 20.000 arbeidsplaatsen (nu: 6.500).
• De Vier Wijken zijn kwetsbaar, met een cumulatie van problemen van sociaaleconomische aard (onderwijs- en ontwikkelachterstanden, participatie en werkloosheid, armoede) en sociaal-fysieke aard (kwaliteit en samenstelling bestaande woningvoorraad, kwaliteit voorzieningen), alsmede in enkele van deze wijken ernstige problemen op het gebied van ondermijning. Tegelijkertijd verschillen de Vier Wijken onderling op het gebied van bijvoorbeeld bevolkingssamenstelling en migratieachtergrond.
• De druk op het landelijk gebied (veenweidegebied en recreatiegebied) vanuit de toenemende verstedelijking is groot. Met name de thema’s bodemdaling en klimaat (zowel mitigatie als adaptatie) vragen om oplossingen.
• De energietransitie zal in het hele gebied ruimtelijk impact hebben vanuit de inpassing in het landelijk en het stedelijk gebied. Maar de energietransitie is in het geval van de Vier Wijken ook een sociaal vraagstuk.
• Het gebied van ZaanIJ valt in verschillende arbeidsmarktregio’s, veiligheidsregio’s, RIEC’s1, zorgkantoorregio’s, er is sprake van twee verschillende Regionale Energiestrategieën en het is het werkgebied van twee waterbedrijven. Deze verschillende institutionele omgevingen en scheidslijnen in een gebied dat steeds meer één geheel wordt, maakt het versterken van samenhang en samenwerking een belangrijke opgave.
De maatschappelijke opgaven waar dit gebied voor staan zijn complex en vereisen een langjarige inspanning en investeringen van veel stakeholders. Er gebeurt al veel in het gebied, zowel in de Vier Wijken als in de transformatiegebieden en in het verbeteren van infrastructuur. Maar er is meer nodig. Partijen willen met deze Regio Deal op de korte termijn (2-4 jaar) gerichte activiteiten realiseren die het perspectief van de bewoners van de Vier Wijken verbeteren. Tegelijkertijd willen Partijen de komende jaren de (eerste) stappen zetten in de ontwikkeling van de lange termijn strategie en samenwerking gericht op twee ontwerpopgaven: (1) de fysieke verbinding van
het landelijk en stedelijk gebied en de (2) sociaaleconomische en sociaal-fysieke opgaven in de Vier Wijken. Beide ontwerpopgaven raken elkaar uiteraard en kunnen dienen als input voor de betrokken Partijen om hun eigen beleid door te ontwikkelen en gezamenlijk de onderlinge samenwerking te verdiepen.
Aansluiting bij nationale beleidsdoelstellingen
1 RIEC staat voor Regionaal Informatie- en Expertise Centrum.
De ‘ZaanIJ-corridor’ is binnen REOS (de Ruimtelijk-economische ontwikkelstrategie van Rijk en metropolitane regio’s) een van de drie toplocaties binnen de Metropoolregio Amsterdam, en op nationale schaal één van de vijf geprioriteerde transformatielocaties. Poelenburg is een van de wijken die genoemd worden in de MRA-Woondeal in het kader van de aldaar geagendeerde (en ook in andere Woondeals genoemde) zoektocht naar een ‘stedelijke vernieuwing 3.0’.
1. Ambitie, doel, beoogde resultaten en aanpak Regio Deal ZaanIJ Artikel 1 – Ambitie
Partijen willen door een integrale aanpak bereiken dat de verbindingen tussen de steden Amsterdam en Zaanstad, tussen de Vier Wijken en het transformatiegebied ZaanIJ en tussen de Vier Wijken, de Noorder IJplas en het landschap versterkt worden, met aandacht voor een evenwichtige balans tussen ecologische waarde en gebruik. Met deze Regio Deal ZaanIJ willen Partijen ook bereiken dat de achterstand van de Vier Wijken op gebieden als werk, onderwijs, gezondheid, sociale cohesie en veiligheid ten opzichte van het gemiddelde in Amsterdam en Zaanstad in 2023 kleiner is geworden.
Artikel 2 - Doel
De Regio Deal ZaanIJ heeft twee doelen (hierna: “Doelen”):
Doel 1: De balans en de verbinding tussen het stedelijk en het landelijk gebied:
Partijen werken aan een toekomstbestendige fysieke omgeving, waarbij het metropolitane landschap voldoende toegang geeft tot de mogelijkheid van groene recreatie in ZaanIJ. De verbinding tussen stedelijk en landelijk gebied wordt verbeterd en een gezonde leefomgeving voor de huidige en toekomstige inwoners gecreëerd, waarbij een “groen-blauw” dooraderde en natuurinclusief ingerichte regio het uitgangspunt is.
Doel 2: De aansluiting van bestaande wijken op de regionale dynamiek van de transformatiegebieden:
Partijen werken aan de grote sociaaleconomische en sociaal-fysieke opgaven in de Vier Wijken en aan de verbinding van deze wijken met de dynamiek van de transformatielocaties en stadscentra (de ongedeelde wijk). Verbetering van het perspectief van de huidige bewoners van de Vier Wijken via maatschappelijke participatie, onderwijs en werk en het tegengaan van ondermijnende activiteiten is hierbij van groot belang.
De twee Doelen van deze Regio Deal worden aangepakt via drie pijlers (hierna: “Pijlers”):
1. Leefkwaliteit en groen
Het verbeteren van de leefkwaliteit en bevorderen van de groene stedelijke omgeving, via investeringen in recreatieve en groen-blauwe verbindingen en voorzieningen.
2. Ontplooiingskansen
Het vergroten van ontplooiingskansen voor de inwoners van de Vier Wijken, met bijzondere aandacht voor kinderen en jongeren, via investeringen in voorzieningen en programma’s, met name op het gebied van opvoeding en onderwijs, scholing, werk en gezondheid.
3. Ondermijning en sociale ontwrichting
Het vergroten van de veiligheid en weerbaarheid van de inwoners en het aanpakken van ontwrichtende criminaliteit.
Artikel 3 – Beoogde resultaten
Partijen gebruiken de volgende (outcome) indicatoren om de resultaten van de Regio Deal te monitoren:
Indicator Wijk/gemeente | Leefbaarheid | Ervaren gezondheid (goed/zeer goed ervaren gezondheid) | Veiligheid | |||
2018 | Ambitie 2023 | 2018 | Ambitie 2023 | 2018 | Ambitie 0000 | |
Xxxxxxxxxxx | -0,53 | -0,43 | 63% | 65% | -0,16 | -0,12 |
Poelenburg | -0,64 | -0,54 | 64% | 66% | -0,23 | -0,19 |
Tuindorp Oostzaan | -0,35 | -0,25 | 64% | 66% | -0,13 | -0,1 |
Molenwijk | -0,54 | -0,44 | 62% | 64% | -0,20 | -0,16 |
Amsterdam | -0,13 | 74% | -0,20 | |||
Zaanstad | -0,16 | 74% | -0,06 | |||
Oostzaan | 0,01 | 78% | 0 | |||
Indicator Wijk/gemeente | Onderwijsachterstanden (peuters/PO) | Percentage bijstandsgerechtigden | ||||
2018 | Ambitie 2023 | 2018 | Ambitie 0000 | |||
Xxxxxxxxxxx | 40% | 36% | 7,5% | 6,5% | ||
Poelenburg | 50% | 45% | 9,0% | 7,0% | ||
Tuindorp Oostzaan | 23% | 20% | 6,0% | 4,5% | ||
Molenwijk | 31% | 26% | 11,5% | 9,5% | ||
Amsterdam | 25% | 5,5% | ||||
Zaanstad | 25% | 3,5% | ||||
Oostzaan | 9% | 1,5% | ||||
Indicatoren Leefbaarheid en Veiligheid op basis van de Leefbaarometer (2019) (xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxx.xxx). Afwijking totaalscore t.o.v. de rest van Nederland en de bijdrage aan de afwijking per dimensie. Indicator Ervaren gezondheid op basis van cijfers van RIVM. Indicatoren Onderwijsachterstanden en Percentage Bijstandsgerechtigden op basis van cijfers CBS. |
Aanvullend op deze indicatoren streven de samenwerkende partijen naar:
• Verhoging van het rapportcijfer voor de totaalindruk van de Noorder IJplas (op basis van Grote Groenonderzoek 2018 van gemeente Amsterdam). In 2018 bedraagt deze waarde 7,3, de ambitie voor 2023 is een waardering van 7,5.2
Partijen beogen binnen de drie Pijlers de hieronder genoemde (output) resultaten te behalen. De activiteiten/projecten in de Regio Deal staan daarbij niet los van elkaar, maar kennen diverse verbindingen met als doel de kwaliteit van leven, fysieke en veilige leefomgeving en de sociale en economische participatie van de bewoners van de Vier Wijken in ZaanIJ de komende jaren te verbeteren.
Pijler 1. Leefkwaliteit en groen
• Realisatie in de periode 2020 – 2022 van minimaal drie projecten/activiteiten per jaar, gericht op (gezond) bewegen, ontmoeten en ontspannen in het groen.
• Formulering van de gezamenlijke lange termijn ontwerpopgave van het gebied om de
(natuurinclusieve) verbinding te maken tussen de drie gemeenten, de Vier Wijken en de verstedelijkingsopgave en tussen de stad en het landelijk gebied. Een pakket maatregelen is geïnventariseerd en minimaal drie maatregelen zijn uitgevoerd.
• Realisatie van fysieke plekken in de wijken waar sociale wijkfuncties en functies die te maken hebben met leren en werken samenkomen, specifiek het Huis voor de Wijk voor Poelenburg/Peldersveld.
• Realisatie van een adequate programmering voor deze ontmoetingsplekken.
• Aanpak van de onderwijsachterstanden door invoering van een verlengde leertijd op de basisschool voor kinderen in de wijken Poelenburg en Peldersveld.
• 1000 extra aantal jongeren en volwassenen zijn toegeleid naar werk.
• Ondersteuning van de ZaanCampus, gericht op de maakindustrie ten noorden van het IJ en realisatie van de Zaancampus als onderwijslocatie.
• Op minimaal twee plekken met broedplaatsen in de transformatiegebieden (bijvoorbeeld De Hoop in de Achtersluispolder) en in de wijken is meer ruimte gecreëerd voor ondernemerschap en werk.
Pijler 3. Ondermijning
• Realisatie van een gezamenlijk (datagedreven) ondermijningsbeeld, over de grenzen van gemeenten, regionale politie-eenheden en RIEC’s heen, voor de Vier Wijken en op basis hiervan gewenste maatregelen inventariseren en implementeren om de samenwerking en informatie uitwisseling te verbeteren.
• Inzet van een veiligheidsregisseur (en bijbehorende extra capaciteit) voor met name de wijken Poelenburg en Peldersveld, waardoor er een centrale informatiepositie is ontstaan en signalen van ondermijning actief worden opgehaald en aangepakt.
Artikel 4 – Inzet en aanpak
Partijen zetten zich in om de hieronder uiteengezette aanpak van de Regio Deal ZaanIJ te realiseren. Elke pijler heeft een specifieke aanpak maar de activiteiten in de Pijlers raken ook aan elkaar.
Pijler 1. Leefkwaliteit en groen
De aanpak kent twee samenhangende onderdelen:
a) Organiseren en realiseren van een programma Groen en Sociaal in het gebied van de Regio Deal ZaanIJ door bestaande lokale initiatieven te verbinden en te versterken, aansluitend bij wensen van bewoners.
2 Bron: Xxxxx Xxxxxxxxxxxxxx 0000 xxxxxxxx Xxxxxxxxx.
Onderzoek en praktijkervaringen laten zien dat groen om vele redenen van belang is voor gezondheid en leefbaarheid. Partijen spannen zich in om een samenhangend programma te ontwikkelen gericht op ‘groen in de wijk’. Dit zijn activiteiten die de biodiversiteit en het gebruik van het groen en blauw in de wijken bevorderen, maar ook om vanuit de wijken het omliggend groen te “ontdekken”. In het programma wordt aangesloten bij inspirerende initiatieven van inwoners, gemeenten of maatschappelijke organisaties via het netwerk “Groene gezonde leefomgeving” (provinciale aanpak Groen Kapitaal), zoals Gezond Natuurwandelen. Ook wordt samengewerkt met organisaties in het gebied die actief zijn op thema’s als voedseltransitie, ecologische bewustwording en slow food. Voorbeelden zijn de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht, de tiny forests, waarvan de eerste in Nederland gerealiseerd werd in Poelenburg of het door VWS gesubsidieerde programma Gezonde Buurten.
Partijen beogen gezamenlijk de volgende doelen te behalen:
• Gezamenlijk een programma Groen en Sociaal voor de Vier Wijken van de Regio Deal ZaanIJ te ontwerpen en te implementeren, dat aansluit op lokale en regionale initiatieven en landelijke programma’s om een gezonde levensstijl te stimuleren en sociale cohesie te bevorderen. Het betreft een samenhangend programma van activiteiten in het hele gebied, met een looptijd van drie jaar dat ook bouwstenen oplevert voor de langere termijn. Er komt een programmamanager om activiteiten te verbinden en aan te jagen. Daarnaast komt er een investeringsprogramma om nieuwe activiteiten ook echt mogelijk te maken, zowel voor organisatie van activiteiten als het daar voor fysiek geschikt maken van groene plekken in de Vier Wijken en Noorder IJplas. Partijen verkennen hierbij de mogelijkheid voor samenwerking met Staatsbosbeheer, gericht op het ondersteunen vanuit hun netwerk en het inzetten van hun expertise voor onderstaande lange termijnopgave. Hiermee wordt aangesloten op programma’s als Jongeren op Gezond gewicht (JOGG) en maatregelen vanuit het Nationaal Preventieakkoord.
• Te onderzoeken hoe natuur- en milieueducatie een vast onderdeel kan worden in extra leertijd in het basisonderwijs en in het basiscurriculum in het voortgezet onderwijs, te beginnen met enkele pilots.
• Te verkennen of meer samenwerking tussen bijvoorbeeld Noordoogst in Amsterdam
Noord (een stadslandbouwproject, gelegen tussen de A10 en Tuindorp Oostzaan/Molenwijk), onderwijs en natuur- en milieueducatiecentra kansen biedt, aansluitend bij het landelijke Programma DuurzaamDoor en het Fonds NME. Te denken valt aan de verduurzaming van onderwijscurricula of de relatie met de invulling van de verlengde leertijd (zoals omschreven in artikel 5 lid 2 onder a).
b) De lange termijn ontwerpopgave: Noorder IJplas transformeren tot metropolitaan park binnen een stedelijke omgeving. Het slechten van de barrière van de Rijkswegen en het uitwerken van fysieke groen/blauwe netwerk van wijk tot landelijk gebied.
Voor de lange termijn ligt er een grote ontwerpopgave voor ZaanIJ. Partijen willen in het kader van deze Regio Deal een eerste wezenlijke stap zetten in de uitwerking van deze ontwerpopgave.
Er komen in Zaanstad en Amsterdam Noord enkele tienduizenden woningen erbij. De toekomstige bewoners moeten kunnen wonen in een gezonde leefomgeving in hun eigen buurt en kunnen recreëren in de nabijheid ervan. De Noorder IJplas biedt die mogelijkheden en kan toegroeien naar een Metropolitaan Park, maar is vooralsnog moeilijk te bereiken en omringd door snelwegen.
In het veenweidegebied leiden bodemdaling en CO2-uitstoot tot een complexe opgave. De aanpak van de bodemdaling in veenweidegebieden wordt aangepakt door Rijk, provincie en gemeenten in relatie tot het Klimaatakkoord en de NOVI. Via aquathermie kan de Noorder IJplas mogelijk een rol spelen in de energietransitie, met wellicht ook een positieve invloed op de waterkwaliteit. Klimaatadaptatie in zowel het stedelijk als landelijk gebied en het streven naar natuurinclusiviteit maken het panorama compleet van wat oprecht een uitdagende ontwerpopgave genoemd kan worden, vanuit het groen in de wijken tot het omliggend landelijk gebied (een groen-blauw dooraderd gebied).
Partijen beginnen niet bij nul. De MRA inspanningen op het gebied van Metropolitaan Landschap, IBP-Vitaal Platteland Amsterdam Wetlands (Innovatieprogramma Veen) en het Programma Groene Metropool van Staatsbosbeheer bieden aanknopingspunten. In het stedelijk gebied geldt dat voor Haven-Stad in Amsterdam en MAAK.Zaanstad.
Partijen beogen gezamenlijk de volgende doelen te behalen:
• Het College van Rijksadviseurs te betrekken bij ontwerpend onderzoek dat in 2020 start, en dat gericht is op een betere fysieke (en/of visuele) verbinding tussen de gemeenten Zaanstad, Amsterdam en Oostzaan, de Vier Wijken en tussen de stad en het landelijk gebied. Daarbij is specifieke aandacht nodig voor de verbetering van de fiets-
en wandelverbindingen en de OV-verbindingen (de HOV-lijn Amsterdam-Zaanstad) in het gebied, waarbij oplossingen moeten worden gevonden om de aanwezige (rijks)infrastructuur te passeren en zodoende de verschillende gebieden beter met elkaar te kunnen verbinden. De Noorder IJplas kan dan als scheggenpark tussen de steden en het landelijk gebied meer betekenis krijgen.
• In het verlengde van en deels parallel aan dit ontwerpend onderzoek op basis van het ontwikkelperspectief en toetsingskader voor de Noorder IJplas een pakket maatregelen te ontwikkelen en (deels) te implementeren waarmee op een aantrekkelijke en zo natuurinclusief mogelijke manier de bereikbaarheid via fiets- en wandelroutes van de Noorder IJplas en omgeving en de aantrekkelijkheid van het gebied wordt verbeterd. Het gaat hierbij dan zowel om het ontwerp als daadwerkelijk realiseren van de uitvoering. Dit kan worden gezien als de eerste noodzakelijke stappen van het lange termijn perspectief.
Pijler 2. Ontplooiingskansen
De aanpak kent vier samenhangende onderdelen:
a). Creëren van fysieke plekken in de wijken waar functies die te maken hebben met leren en werken en op sociale cohesie gerichte functies samenkomen.
Een centrale plek in de wijk waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, kunnen leren en werken en zo maatschappelijk (weer) actief worden is van groot belang. Daarbij gaat het zowel om de fysieke plek als om de programmering van voorzieningen en activiteiten.
Partijen beogen gezamenlijk de volgende doelen te behalen:
• In samenwerking met woningcorporaties, onderwijsinstellingen en andere relevante stakeholders te investeren in een Huis voor de Wijk voor de wijken Poelenburg en Peldersveld. Hierin komen verschillende functies samen (zoals een bibliotheek, huiswerkbegeleiding en werkplaats voor techniek) die essentieel zijn voor de ontplooiing van kinderen en volwassenen. Regionale trajecten op het gebied van werk en participatie kunnen hier ‘landen’ in de wijk. Door bedrijven goed aan te laten sluiten op dit Huis van de Wijk kan dit dienen als een plek die de arbeidsmarkt voor inwoners dichterbij brengt en lokaal ontsluit. Partijen stimuleren beweging en kiezen voor natuurinclusief en duurzaam bouwen (programma Aardgasvrije scholen).
• Samen te werken aan een adequate programmering voor ontmoetingsplekken als het Huis voor de Wijk en zich in te spannen om leerervaringen van andere regio’s, departementen en kennisinstituten te benutten.
• Te kijken hoe bij de realisatie van de voorzieningen in de wijken slim gebruik kan worden gemaakt van meekoppelkansen om te komen tot een vanuit verschillende beleidsinvalshoeken optimale vormgeving. Voorbeelden zijn onderwijshuisvesting, ontmoeting, werk, en klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen. Partijen spannen zich in om hiervoor (bestaande) financiële middelen te bundelen om in de genoemde wijken met voorrang te komen tot “frisse ” (klimaatadaptieve en natuurinclusieve) en “energie neutrale” voorzieningen.
b). Het vergroten van de kansen voor de jeugd, “venster op de wereld”.
Kansenongelijkheid is hardnekkig en de aanpak vereist een langdurige en integrale aanpak. De afgelopen periode verschenen er verschillende onderzoeken, die benadrukken dat de kansenongelijkheid in Nederland schrijnende vormen aanneemt en dat de concentratie van kwetsbare personen in wijken toeneemt. De hardnekkigheid van de problematiek is alarmerend. Dit komt door de cumulatie van factoren (leefbaarheid, taal, armoede), die bovendien van generatie op generatie overgedragen dreigt te worden. De regionale partners ontwikkelen met kennisinstellingen een programmatische samenwerking, met betrokkenheid van OCW, mede op basis van de ervaringen van ‘Opgroeien in de Banne’ en in Rotterdam-Zuid.
Partijen beogen gezamenlijk de volgende doelen te behalen:
• Om over de taalontwikkeling van kinderen tot sluitende afspraken te komen met professionals in de geboortezorg, de preventieve zorg voor jeugd, kinderopvang, voorschoolse educatie en basisonderwijs. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de Regio, het Rijk kan meedenken.
• Samen met het Centre for Inequality Studies en de Werkplaats Onderwijsonderzoek Amsterdam en onderwijsbesturen te werken aan een programmatische aanpak in de keten van onderwijs en opvoeding.
• Om vanaf 1 januari 2020 via invoering van verlengde leertijd kinderen in de wijken Poelenburg en Pelderveld meer ontplooiingskansen te bieden; binnen de looptijd van de Regio Deal ZaanIJ wordt geëvalueerd hoe deze maatregel werkt in relatie tot andere interventies en wordt besloten of en hoe deze maatregel kan worden voortgezet, mede op basis van uitwisseling kennis en ervaring in wijken elders in het land.
c. Leren, werken en ondernemerschap in de wijk en de regio.
Het toe leiden naar werk in de regio gebeurt in eerste aanleg vanuit de bestaande structuren in de arbeidsmarktregio’s Groot-Amsterdam en Zaanstreek-Waterland. Aan de benodigde versterking van die structuren in de twee arbeidsmarktregio’s wordt gewerkt vanuit het SZW- programma Perspectief op Werk. Tegelijkertijd zijn er plekken die nog onvoldoende profiteren van die bestaande structuren. Op de grens van Arbeidsmarktregio’s Zaanstreek-Waterland en Groot-Amsterdam is in de Vier Wijken de (fysieke en mentale) afstand van inwoners tot de reguliere arbeidsmarkt dusdanig groot dat een gerichte extra impuls nodig is om het perspectief van jongeren en volwassenen op werk te vergroten. Dat werk bevindt zich meestal niet in de eigen wijk, en dat geldt ook voor regionale initiatieven op dit gebied. Er zijn wel veel sectoren zoals techbedrijven, maakindustrie, zorg en onderwijs waar een grote behoefte is aan mensen, jong of volwassen. Maatwerk en nabijheid van voorzieningen zijn sleutelwoorden.
In deze Regio Deal willen Partijen een brug slaan tussen wijk en werk, door fysieke plekken in de wijken te creëren (zie onder lid 2, onderdeel a) waar wijkbewoners in aanraking kunnen komen met ‘werk’ en door de buurteconomie een impuls te geven. Daarbij is de intentie van Partijen om maximaal gebruik te maken van bestaande infrastructuur op het gebied van werk (zowel landelijke als regionale/gemeentelijke infrastructuur) en bestaande en nieuwe initiatieven en programma’s beter te verbinden met de aanpak in de wijken.
Partijen beogen gezamenlijk de volgende doelen te behalen:
• Onder de noemer “Banenplan ZaanIJ” met het bedrijfsleven een gezamenlijke werkgeversbenadering te ontwikkelen over de grenzen van twee arbeidsmarktregio’s heen. De bestaande structuren (Werkgeversservicepunten) zijn het uitgangspunt op basis waarvan wordt gewerkt. Ambitie is om de komende jaren 1.000 personen extra aan werk te helpen.
• Knelpunten in wet- en regelgeving en in de bestaande structuur met twee
arbeidsmarktregio’s te inventariseren en waar mogelijk op te lossen.
• Partijen zoeken synergie met een aantal Rijksbrede initiatieven, zoals Perspectief op Werk, en werken samen met andere Regio Deals en City Deals, zoals Rotterdam-Zuid en Den Haag Zuidwest om ervaringen uit te wisselen en best practices toe te passen. Meerjarige financiering kan mogelijk plaats vinden via een Social Impact Bond en de haalbaarheid hiervan wordt door Partijen verkend.
• De verbinding te leggen tussen een aantal regionale initiatieven en de inwoners in de Vier
Wijken. Het gaat hierbij in het bijzonder om:
o De op jongeren gerichte initiatieven van de Amsterdam Economic Board zoals CODAM en MolenGeek. Het programma TechConnect van de Board is reeds gestart in Poelenburg/Peldersveld. Hier zal de derde Nederlandse vestiging van MolenGeek van start gaan.
o De ZaanCampus, die een regionale functie zal hebben, gericht op met name de maakindustrie ten noorden van het IJ.
o Broedplaatsen die in de transformatiegebieden (bijvoorbeeld De Hoop in de Achtersluispolder) en in de wijken ruimte bieden voor ondernemerschap en ontmoeting, gericht op jongeren uit de Vier Wijken.
o House of Skills, een succesvol programma van Amsterdam Economic Board en MRA dat zich richt op een leven lang leren en dat aansluiting zoekt in de wijken, in
het verlengde van de Werkvloer die in de Openbare Bibliotheek Amsterdam op 19 juni 2019 geopend is.
d) Stedelijke vernieuwing 3.0. Een toekomstagenda voor de wijken.
Met de onder a tot en met c genoemde onderdelen in deze Pijler geven de Partijen een impuls op de korte en middellange termijn. Voor de langere termijn is een meer omvattende aanpak nodig. Opgroeien en onderwijs, werk en participatie zullen hierbij een centrale plaats innemen, maar het gaat ook over onderwerpen als ondermijning, bereikbaarheid (van banen bijvoorbeeld) en wonen (samenstelling en de kwaliteit van de woningvoorraad), de energietransitie, voorzieningen en de openbare ruimte.
Onder de noemer ‘Stedelijke vernieuwing 3.0’ bouwen de Partijen hieraan.
Partijen beogen gezamenlijk de volgende doelen te behalen:
• Gezamenlijk een langere termijn aanpak te ontwerpen voor de Vier Wijken in de Regio Deal ZaanIJ waarbij de ervaringen van Rijkszijde vanuit diverse departementen m.b.t de wijkenaanpak, de Ontwikkelbuurten van Amsterdam, het Actieplan Poelenburg-Peldersveld en het pact voor Poelenburg-Peldersveld input zijn. Rotterdam-Zuid biedt hiervoor belangrijke inspiratie. Afstemming met de Regio Deals van Den Haag Zuidwest, Parkstad Limburg en de inspanningen van BZK in het kader van de Woondeals en City Deals zal gezocht worden. We betrekken hierbij de regionale component (bereikbaarheid van banen, OV-ontsluiting, regionale woningmarkt), mede in relatie tot de MRA Verstedelijkingsstrategie.
• De meekoppelkansen te verkennen binnen de sociaal-fysieke opgaven in de Vier Wijken vanuit bijvoorbeeld het Programma Aardgasvrije Wijken en de mogelijke inzet van de verhuurdersheffing.
Pijler 3. Ondermijning en sociale ontwrichting
De aanpak kent twee samenhangende onderdelen:
a) Intensiveringsslag in de wijk.
Ondermijning is niet alleen een criminaliteits-issue. Het heeft in zijn effecten een sociaal ontwrichtende werking, en sociaaleconomische factoren kunnen er een voedingsbodem voor vormen. In de wijken Poelenburg en Peldersveld wordt ondermijning in verschillende verschijningsvormen waargenomen. Er zijn criminele netwerken actief die zich onder andere bezig houden met drugshandel, hennepteelt, illegaal gokken, vastgoedfraude en witwassen. Daarnaast zijn er relatief veel wapenincidenten, zijn er aanwijzingen dat malafide en/of criminele ondernemers actief zijn in bepaalde bedrijfsbranches, is het een hotspot van hennepplantages en is er sprake van een gesloten (meld)cultuur met veel wantrouwen richting de overheid.
Om de ondermijning en sociale ontwrichting tegen te gaan en tevens de ontplooiingskansen te bevorderen wordt in aanvulling op alle lopende acties, geïnvesteerd in een effectievere en meer zichtbare aanpak in beide wijken. Dit gebeurt in afstemming met de RIEC-partners en de meer ‘zachte’ kant (wijkteam, organisaties in de wijk). Andere partijen kijken mee, o.a. op gebied van data en zo bouwen we aan meer inzicht in wat werkt en niet werkt.
De intensivering in de wijken kan niet los gezien worden van lopende initiatieven zoals de gebiedsgerichte, data gestuurde aanpak op flat Brandaris in Peldersveld vanuit de Landelijke Stuurgroep Interventieteams, het onder RIEC-vlag opschonen en weerbaarder maken van kwetsbare branches (zoals bijvoorbeeld de glazenwassersbranche) en de aanpak van woon- en adresfraude.
Partijen beogen gezamenlijk de volgende doelen te behalen:
• De aanpak van de Landelijke Stuurgroep Interventieteams uit te breiden naar andere delen van de Vier Wijken van de Regio Deal ZaanIJ en te onderzoeken of er nog meer mogelijkheden zijn om integraal data gestuurd te werken. Daarbij worden ook de ervaringen/resultaten betrokken van de City Deal Zicht op Ondermijning.
• In te spelen op de bestaande behoefte om in de wijken Poelenburg en Peldersveld van de gemeente Zaanstad de extra functie van een veiligheidsregisseur plus uitvoeringscapaciteit te creëren waardoor er een centrale informatiepositie ontstaat en signalen actief worden opgehaald en voorzien van adequate opvolging.
b) Grensoverschrijdende samenwerking op ondermijning en sociale ontwrichting.
• Amsterdam en Zaanstad kennen een vergelijkbare problematiek, maar behoren tot twee verschillende politieregio’s en RIEC’s. Om verder in te zoomen op de gemeentegrens overstijgende ondermijningsproblematiek en zicht te krijgen op hoe nauwer samengewerkt kan worden, wordt in samenwerking met beide RIECs op basis van de informatie uit reeds beschikbare ondermijningsbeelden een gezamenlijk beeld opgesteld voor het geografische gebied waar deze Regiodeal betrekking op heeft. Hierbij worden ook ervaringen/resultaten betrokken van de City Deal Zicht op Ondermijning. Ook wordt onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden van intensievere samenwerking tussen relevante partijen uit beide regio’s. Bij de uitwerking van de aanbevelingen worden de provincie Noord-Holland en de betrokken departementen (J&V, BZK, SZW en OCW) nauw betrokken.
Partijen beogen gezamenlijk de volgende doelen te behalen:
• Dat Amsterdam, Zaanstad en beide RIEC’s op basis van informatie uit reeds beschikbare ondermijningsbeelden een gezamenlijk beeld laten opstellen (aangevuld met systeeminformatie) voor het geografische gebied waar deze Regio Deal betrekking op heeft en onderzoek laten doen naar hoe de gemeente-, politieregio- en RIEC-grens overstijgende ondermijningsproblematiek meer gezamenlijk aangepakt kan worden en geven gezamenlijk met de provincie Noord-Holland en betrokken departementen invulling aan de aanbevelingen. Hierbij worden ook de ervaringen/resultaten betrokken van de City Deal Zicht op Ondermijning.
2. Inzet middelen Regio Envelop
Artikel 5 – Gezamenlijke financiële bijdragen voor de Regio Deal ZaanIJ
1. Het realiseren van de in artikel 2 genoemde Xxxxxx, vraagt volgens Partijen de volgende gezamenlijke indicatieve inzet van financiële middelen verdeeld aan de hand van de in dat artikel genoemde Pijlers Regio Deal ZaanIJ:
Pijler 1 Leefkwaliteit en Groen 6,5 miljoen
Pijler 2 Ontplooiingskansen 7,7 miljoen Pijler 3 Ondermijning en Sociale Ontwrichting 0,8 miljoen
Totaal 15,0 miljoen
2. Partijen spreken af daarvoor de volgende bijdragen te doen voor de aanpak van de regionale opgaven van ZaanIJ en de in artikel 2 genoemde Doelen van de Regio Deal ZaanIJ:
a. LNV reserveert € 7,5 miljoen inclusief eventueel verschuldigde BTW vanuit de Regio Envelop als Rijksbijdrage;
b. de Regio spant zich in een bijdrage van € 7,5 miljoen te leveren.
3. Partijen hebben de intentie de bijdrage uit de Regio Envelop en de bijdrage van de Regio zoals genoemd in het tweede lid, in te zetten voor het initiëren en/of realiseren van initiatieven en projecten in het kader van de Pijlers die voortvloeien uit de afspraken in de Regio Deal ZaanIJ, om bij te kunnen dragen aan de ambitie en Doelen van de Regio Deal ZaanIJ, zoals verwoord in artikelen 1 en 2.
4. De in het eerste lid genoemde verdeling van de gezamenlijke indicatieve inzet van financiële middelen op hoofdlijnen, geldt als een richtlijn voor de inzet van Partijen voor hun bijdragen zoals genoemd in het tweede lid.
5. LNV stelt de in het tweede lid en onder a, genoemde Rijksbijdrage in afstemming met BZK en de Minister van Financiën beschikbaar als een decentralisatie-uitkering. De Financiële- verhoudingswet schrijft voor dat daarbij sprake is van beleids- en bestedingsvrijheid. De decentralisatie-uitkering wordt beschikbaar gesteld aan de gemeente Zaanstad die aldus zelf de inzet bepaalt van de verkregen middelen.
6. De in het vijfde lid genoemde decentralisatie-uitkering komt beschikbaar volgens een tweetal gelijke termijnen in de jaren 2019 en 2020.
7. Partijen zijn zich ervan bewust dat gedurende de looptijd van de Regio Deal ZaanIJ, omstandigheden en/of prioriteiten kunnen wijzigen voor de aanpak van de regionale opgaven van ZaanIJ. Jaarlijks wordt gezamenlijk door de Partijen bezien of er wijziging van de verdeling van de gezamenlijke indicatieve inzet wenselijk is en zij leggen eventuele nadere afspraken hierover vast.
Governance uitvoering Regio Deal ZaanIJ
Artikel 6 – Governance
1. Periodiek treden Partijen in overleg over de onderlinge samenwerking in het kader van de Regio Deal ZaanIJ en met andere samenwerkingspartners. Dit overleg zorgt voor het gezamenlijk uitwerken van de afspraken uit deze Regio Deal ZaanIJ en voor het volgen van de voortgang, inclusief de in artikel 7 bedoelde monitoring.
2. Het in lid 1 bedoelde overleg bestaat uit de volgende vertegenwoordigers:
a. vanuit de ministeries van het Rijk:
i. Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (coördinerend ministerie);
ii. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
iii. Justitie en Veiligheid;
iv. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
b. vanuit de regio:
i. gemeente Zaanstad (coördinerend vanuit de regio);
ii. gemeente Amsterdam;
iii. gemeente Oostzaan;
iv. provincie Noord Holland.
3. Het in het eerste lid bedoelde overleg heeft geen (beslissings)bevoegdheden, maar zorgt voor afstemming tussen Partijen. Hierbij kunnen ook programmatische en financiële ontwikkelingen besproken worden en indien gewenst adviseert het overleg hierover aan de Partijen.
4. Het overleg bedoeld in het eerste lid voorziet in zijn eigen werkwijze. Voor de uitvoering van de Regio Deal ZaanIJ maakt het overleg hiertoe nadere werkafspraken en legt deze vast. LNV voert het secretariaat van het overleg.
4. Monitoring, evaluatie en communicatie Regio Deal ZaanIJ
Artikel 7 – Monitoring en evaluatie
1. Partijen delen in het in artikel 6 beoogde overleg gegevens en documenten over de uitvoering van de Regio Deal ZaanIJ en informeren elkaar in dat overleg in elk geval over de haalbaarheid van voorgenomen initiatieven en projecten in het kader van de Regio Deal ZaanIJ en de voortgang van lopende initiatieven en projecten in het kader van de Regio Deal ZaanIJ.
2. Monitoring van de uitvoering van de Regio Deal ZaanIJ als geheel aan de hand van de informatie-uitwisseling als bedoeld in het eerste lid vindt door Partijen plaats op drie niveaus:
a. op het niveau van de inhoudelijke realisatie van concrete programma’s en uitputting van de beschikbare gezamenlijke financiële bijdragen;
b. op het niveau van de in artikel 3 afgesproken beoogde resultaten en indicatoren;
c. op het niveau van de in artikel 5, eerste lid, genoemde indicatieve verdeling van de gezamenlijke financiële inzet van middelen.
3. De uitkomsten van de monitoring hebben als doel inzicht te bieden in het verloop en de resultaten van de Regio Deal ZaanIJ alsmede de Regio Envelop in zijn geheel. De monitoring heeft niet ten doel eenzijdig vanuit het Rijk (financiële) consequenties te kunnen verbinden aan de uitkomsten.
4. Partijen zijn voornemens om op basis van deze monitoring, onder leiding van de Regio éénmaal per jaar een voortgangsrapportage op te stellen over het voorafgaande jaar. Hierin wordt melding gemaakt van:
a. de programmatische aanpak van de in artikel 2 genoemde Pijlers;
b. de voortgang van het doelbereik in relatie tot de in artikel 3 afgesproken beoogde resultaten;
c. de financiële realisatie van de uitvoering van de Regio Deal ZaanIJ op het niveau van de in artikel 2 genoemde Pijlers.
Indien een voortgangsrapportage (in concept) wordt opgesteld is het voornemen dit te bespreken in het in artikel 6 bedoelde overleg.
5. De Regio kan met de jaarlijkse voortgangsrapportage de Provinciale Staten en de gemeenteraden informeren. LNV gebruikt die rapportage als input voor de jaarlijkse voortgangsrapportage van alle Regio Deals voor de Tweede Kamer.
6. Partijen zijn voornemens om vanaf 2019 op vaste momenten met elkaar in overleg te treden op basis van de monitoring en jaarlijkse voortgangsrapportages.
7. Partijen spreken af dat de Regio de uitvoering en werking van de Regio Deal ZaanIJ evalueert en daarvan een eindevaluatie opmaakt conform de in het tweede lid onder a tot en met c genoemde onderdelen.
8. Ten behoeve van de evaluatie van de Regio Portefeuille voert het Planbureau voor de Leefomgeving een lerende evaluatie uit. De Regio kan hier desgewenst in participeren.
9. Ten behoeve van de monitoring van de arrangementen voor besluitvorming, afstemming, samenwerking, en meer in het algemeen sturing, die nodig zijn voor het uitvoeren van de Regio Deals, op regionaal en op Rijksniveau hebben het ministerie van BZK en LNV een Monitoringstraject Governance opgezet. De Regio kan hier desgewenst in participeren.
Artikel 8 – Communicatie
1. Partijen communiceren eensluidend over de Regio Deal ZaanIJ. Hiertoe wordt gewerkt met een kernboodschap. De kernboodschap is:
Op een beperkt aantal vierkante kilometers komen in de Regio Deal ZaanIJ veel en complexe maatschappelijke opgaven samen. De steden Amsterdam en Zaanstad groeien door binnenstedelijke verdichting en transformatie naar elkaar toe. Daartussen ligt de Noorder IJplas in potentie als “groen schakelpunt” naar het landelijk gebied van Oostzaan en recreatiegebied het Twiske. Bestaande wijken in dit gebied zijn maar beperkt verbonden met de stedelijke transformatiegebieden en het groen en kennen sociaaleconomische achterstanden.
Hier gaat op de lange termijn van alles veranderen, waarvoor grote inspanningen en investeringen nodig zullen zijn. Via de Regio Deal ZaanIJ gaan de samenwerkende partijen gericht enkele stappen zetten, die als katalysator voor de gewenste ontwikkeling kunnen dienen. Insteek is daarbij dat vooral de bestaande bewoners van de vier wijken – twee aan de Zaanse en twee aan de Amsterdamse kant van de Noorder IJplas - nu al moeten gaan merken dat zij fysiek worden verbonden met en meeprofiteren van deze ontwikkelingen. Met de Regio Deal ZaanIJ willen partijen er aan bijdragen dat de achterstand van inwoners in deze wijken op gebieden als werk, onderwijs, gezondheid, sociale cohesie en veiligheid ten opzichte van het gemiddelde in Amsterdam en Zaanstad in 2023 kleiner is geworden. De samenwerkende partijen richten zich daarbij vooral op drie pijlers:
- hoe de leefkwaliteit te verbeteren met een natuurinclusieve inrichting, verbindingen en groene en gezonde activiteiten;
- hoe ontplooiingskansen gericht op onderwijs en werk voor de bestaande inwoners kunnen worden versterkt en
- tegelijk ondermijning en sociale ontwrichting kunnen worden voorkomen.
Tegelijkertijd benutten de samenwerkende partijen de Regio Deal ZaanIJ om de lange termijn opgave scherper te krijgen. Opgaven rond woningbouw, energietransitie, bereikbaarheid, natuur/recreatie en sociale, gezondheids- en veiligheidsopgaven hangen zo sterk samen dat hier vanuit Rijk en regio naar nieuwe oplossingen moet worden gezocht.
2. De communicatie over de Regio Deal ZaanIJ verloopt via de bestaande kanalen van de Regio. Het Rijk draagt de kernboodschap ook uit via zijn eigen kanalen.
Slotbepalingen
Artikel 9 - Uitvoering in overeenstemming met Unierecht
De afspraken van deze Regio Deal worden in overeenstemming met het recht van de Europese Unie uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technische normen en voorschriften.
Artikel 10 - Wijzigingen
1. Elke Partij kan schriftelijk verzoeken deze Regio Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de instemming van alle Partijen.
2. Partijen treden in overleg binnen 6 weken nadat een Partij het verzoek heeft kenbaar gemaakt aan LNV. LNV informeert de overige Partijen over de voorgestelde wijziging en vraagt hen om instemming.
3. Nadat alle Partijen aan LNV kenbaar hebben gemaakt in te stemmen met het verzoek tot wijziging wordt de wijziging en de verklaringen tot instemming als bijlage aan deze Regio Deal gehecht.
Artikel 11 - Toetreding nieuwe partijen
1. In overeenstemming met alle Partijen kunnen anderen tijdens de looptijd van de Regio Deal ZaanIJ als nieuwe partijen toetreden tot deze deal.
2. Het schriftelijke verzoek tot toetreding met daarbij de concrete bijdrage aan de Regio Deal ZaanIJ wordt gericht aan het programmateam Regio Portefeuille LNV. Het programmateam Regio Portefeuille LNV informeert Partijen en vraagt hen om instemming.
3. Zodra alle Partijen aan het programmateam Regio Portefeuille LNV kenbaar hebben gemaakt in te stemmen met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van Partij van de Regio Deal ZaanIJ en gelden voor die partij de voor haar uit de deal voortvloeiende rechten en verplichtingen.
4. Het verzoek tot toetreding en de verklaringen tot instemming worden als bijlage aan de Regio Deal ZaanIJ gehecht.
Artikel 12 - Nakoming
Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken van de Regio Deal niet in rechte afdwingbaar is.
Artikel 13 - Citeertitel
Deze Regio Deal ZaanIJ kan worden aangehaald als Regio Deal ZaanIJ.
Artikel 14 - Inwerkingtreding
Deze Regio Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en eindigt op 31 december 2023.
Artikel 15 - Openbaarmaking
1. Deze Regio Deal wordt samen met andere afgesloten Regio Deals openbaar gemaakt, onder andere in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de gesloten Regio Deals.
2. De Rijksoverheid rapporteert over de Regio Portefeuille, alsmede de hieruit voortvloeiende Regio Deals naar de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend,