BELEIDSREGEL TH/BR-002
BELEIDSREGEL TH/BR-002
Beleidsregel bestuurlijk rechtsoordeel modelovereenkomsten
Ingevolge artikel 25 Zorgverzekeringswet (Zvw) moet een verzekeraar die voornemens is zorgverzekeringen aan te bieden en uit te voeren dit schriftelijk aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) melden. Daarbij voegt de verzekeraar alle modelovereenkomsten onder vermelding van de dag met ingang waarvan hij die wenst aan te bieden. Voordat een modelovereenkomst ingaat legt een zorgverzekeraar wijzigingen daarin voor aan de NZa. Een verzekering die niet voldoet aan hetgeen bij of krachtens de Zvw is bepaald, is geen zorgverzekering.
Ingevolge artikel 16, sub b., Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), ziet de NZa toe op de rechtmatige uitvoering door zorgverzekeraars van hetgeen bij of krachtens de Zvw is geregeld. De NZa beschikt over handhavingsbevoegdheden in geval een verzekering ten onrechte als zorgverzekering wordt aangeboden of uitgevoerd.
1. Reikwijdte
Deze beleidsregel is van toepassing in geval een zorgverzekeraar de NZa verzoekt om een bestuurlijk rechtsoordeel over de conformiteit van een onderdeel, dan wel onderdelen, van de modelovereenkomst met hetgeen bij of krachtens de Zvw is bepaald. Deze beleidsregel is eveneens van toepassing in geval een verzekeraar, die voornemens is zorgverzekeringen aan te bieden en uit te voeren, de NZa verzoekt om een bestuurlijk rechtsoordeel over de conformiteit van de modelovereenkomst met hetgeen bij of krachtens de Zvw is bepaald.
2. Doel van de beleidsregel
Een zorgverzekeraar legt wijzigingen in zijn modelovereenkomsten of nieuwe modelovereenkomsten aan de NZa over, voordat deze ingaan. De zorgverzekeraar kan daarbij de NZa verzoeken om een bestuurlijk rechtsoordeel over de conformiteit van één of meer wijzigingen, dan wel van de modelovereenkomst, met hetgeen bij of krachtens de Zvw is bepaald. In deze beleidsregel geeft de NZa aan op basis van welke criteria zij een verzoek om een bestuurlijk rechtsoordeel in behandeling neemt.
De in deze beleidsregel gegeven criteria hanteert de NZa eveneens voor zover een verzekeraar, die voornemens is zorgverzekeringen op de markt te brengen en uit te voeren, de NZa vraagt om een bestuurlijk rechtsoordeel over de conformiteit van (onderdelen van) de modelovereenkomst met hetgeen bij of krachtens de Zvw is bepaald.
3. Begripsbepalingen
3.1 Bestuurlijk rechtsoordeel
Een in antwoord op een aanvraag gegeven oordeel over de toepasselijkheid van publiekrechtelijke voorschriften, aangaande de toepassing waarvan het bestuursorgaan bevoegdheden heeft.
3.2 Modelovereenkomst
Model van een zorgverzekering, waarin een overzicht wordt gegeven van de rechten en plichten die de verzekeringnemer, de verzekerde en de zorgverzekeraar jegens elkaar zullen hebben indien een overeenkomst
Kenmerk
volgens het desbetreffende model wordt gesloten (zie artikel 1, sub j., Zvw).
3.3 Zorgverzekeraar
Een verzekeraar, voor zover deze zorgverzekeringen aanbiedt of uitvoert (zie artikel 1, sub b., Zvw).
3.4 Zorgverzekering
Een tussen een zorgverzekeraar en een verzekeringnemer ten behoeve van een verzekeringsplichtige gesloten schadeverzekering, die voldoet aan hetgeen daarover bij of krachtens de Zvw is geregeld, en waarvan de verzekerde prestaties het bij of krachtens de Zvw geregelde niet te boven gaan (zie artikel 1, sub d., Zvw).
4. Criteria voor het geven van bestuurlijke rechtsoordelen:
4.1 Voor het in behandeling nemen en geven van een bestuurlijk rechtsoordeel over een modelovereenkomst hanteert de NZa de volgende cumulatieve criteria:
1. Het verzoek om een bestuurlijk rechtsoordeel heeft betrekking op een modelovereenkomst.
2. Het verzoek om een bestuurlijk rechtsoordeel betreft:
• een nieuw op de markt te brengen modelovereenkomst;
• een wijziging/wijzigingen in een bestaande modelovereenkomst.
3. Een verzoek om een bestuurlijk rechtsoordeel wordt alleen in behandeling genomen als de modelovereenkomst die ter toetsing wordt aangeboden ook de versie is die de zorgverzekeraar op de markt wenst te brengen. Dit geldt ook voor wijzigingen in een bestaande modelovereenkomst.1
4. Er moet sprake zijn van een nieuwe rechtsvraag, dat wil zeggen, een vraag waarover de NZa of het CVZ zich nog niet eerder hebben uitgesproken, dan wel die niet volgt uit bestaande wetteksten, of uit informatie die een zorgverzekeraar bekend behoort te zijn.2
4.2 De NZa geeft geen bestuurlijk rechtsoordeel indien het verzoek om een bestuurlijk rechtsoordeel betrekking heeft op wijzigingen die niet tot doel hebben de strekking van de voorwaarden te wijzigen. De zorgverzekeraar kan zelf beoordelen, dan wel behoort zelf te kunnen beoordelen, of de bepaling in overeenstemming is met hetgeen bij of krachtens de Zvw is bepaald.3
Kenmerk
Pagina
2 van 7
1 Dit betekent dat de NZa een verzoek om een bestuurlijk rechtsoordeel over ‘concept- wijzigingen’ in een bestaande modelovereenkomst, of ‘een concept-nieuwe modelovereenkomst’ ,niet in behandeling neemt. Het moet gaan om een definitieve versie van de modelovereenkomst die de zorgverzekeraar voornemens is op de markt te brengen.
2 De NZa gaat er van uit dat een zorgverzekeraar de van toepassing zijnde wet- en regelgeving kent en kennis heeft genomen van verschillende NZa en CVZ documenten over de (inhoud van) zorgverzekering. Bij de toepassing van dit criterium, is eveneens het criterium van artikel 4.2 van belang.
3 De NZa geeft geen bestuurlijk rechtsoordeel over wijzigingen die niet tot doel hebben de strekking van de voorwaarden te wijzigen en die, inhoudelijk gezien, behoren tot hetgeen een zorgverzekeraar behoort te weten. Hieronder wordt in ieder geval verstaan: het ‘leesbaarder’ maken van een modelovereenkomst.
4.3 Een verzoek tot het geven van een bestuurlijk rechtsoordeel moet aan de volgende vereisten voldoen:
1. Een aanvraag wordt alleen in behandeling genomen indien alle door de NZa en het CVZ op dat moment beschikbaar gestelde checklists en toetsingskaders volledig ingevuld worden meegestuurd.4
2. Uit het verzoek om een bestuurlijk rechtsoordeel moet duidelijk blijken welke onderdelen van de modelovereenkomst getoetst moeten worden.
3. Uit de naamgeving van de documenten komt duidelijk naar voren om wat voor documenten het gaat:
- de modelovereenkomst;
- het reglement hulpmiddelen;
- reglement farmacie;
- eventueel andere reglementen;
- het toetsingskader van de NZa;
- de checklists van het CVZ. Tevens vermeldt de aanvrager:
- de aard van de modelovereenkomst(en) (natura, restitutie, combinatie);
- de statutaire naam van de zorgverzekeraar;
- de handelsnaam van de modelovereenkomst op de markt;
- de contactpersoon bij de zorgverzekeraar.
4. Indien een aanvraag niet volledig is wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld de aanvraag aan te vullen.
4.4 Het verzoek tot het geven van een bestuurlijk rechtsoordeel wordt, met de bijbehorende documenten, schriftelijk of digitaal gedaan:
Schriftelijk:
Nederlandse Zorgautoriteit
t.a.v. Coördinatieteam beoordeling modelovereenkomsten xxxxxxx 0000
0000 XX Xxxxxxx
Digitaal:
4.5 Op de procedure zijn de volgende bepalingen van toepassing:
1. Zorgverzekeraars kunnen op elk gewenst moment hun modelovereenkomst – al dan niet vergezeld van een verzoek om een bestuurlijk rechtsoordeel – overleggen aan de NZa.
2. De NZa geeft binnen een termijn van 8 weken een bestuurlijk rechtsoordeel. Deze termijn gaat lopen vanaf de dag waarop de aanvraag is ontvangen. De termijn wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de NZa de aanvrager uitnodigt de aanvraag aan te vullen, tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.
Kenmerk
Pagina
3 van 7
4 Deze documenten zijn te vinden op de website van de NZa: xxxx://xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxx/ informatie-over-het-beoordelingsproces/
De documenten worden jaarlijks aan het einde van een polisjaar bijgewerkt, dan wel, indien nodig, gedurende het jaar.
3. Het bestuurlijk rechtsoordeel heeft betrekking op de vraag of de voorgelegde onderdelen/het voorgelegde onderdeel van de modelovereenkomst in overeenstemming is/zijn met hetgeen bij of krachtens de Zvw is bepaald. Is dit niet het geval, dan geeft de NZa aan welk onderdeel/welke onderdelen tot die conclusie hebben geleid.
4. De NZa ziet niet toe op de verbetering door de zorgverzekeraar van die onderdelen van de modelovereenkomst waarvan de NZa heeft gesteld in haar bestuurlijk rechtsoordeel dat deze in strijd zijn met de Zvw. Een oordeel van de NZa over een verbetering valt buiten de reikwijdte van het bestuurlijk rechtsoordeel.
5. Alle modelovereenkomsten die op de markt worden gebracht dienen te worden overlegd aan de NZa. Dit volgt uit artikel 25 van de Zvw.
5. Inwerkingtreding en citeerregel
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin de mededeling als bedoeld in artikel 20, tweede lid, sub a, van de Wmg, wordt geplaatst en werkt terug tot 1 juni 2011.
Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: ‘Beleidsregel Bestuurlijk rechtsoordeel modelovereenkomsten’.
Kenmerk
Pagina
4 van 7
Toelichting
Ingevolge artikel 25 Zorgverzekeringswet (Zvw) moet een verzekeraar die voornemens is zorgverzekeringen aan te bieden en uit te voeren dit schriftelijk aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) melden. Daarbij voegt de verzekeraar alle modelovereenkomsten onder vermelding van de dag met ingang waarvan hij die wenst aan te bieden. Voordat een modelovereenkomst ingaat legt een zorgverzekeraar wijzigingen daarin voor aan de NZa. Een verzekering die niet voldoet aan hetgeen bij of krachtens de Zvw is bepaald, is geen zorgverzekering.
De NZa, alsook het College voor Zorgverzekeringen (CVZ), hebben na invoering van de Zvw zorgverzekeraars bijgestaan bij het opstellen van de modelovereenkomsten. In de praktijk nam dit de vorm aan van een integrale toetsing van de modelovereenkomsten door de NZa, waarbij de zorgverzekeraar duidelijkheid werd verschaft of de verzekering een zorgverzekering is in de zin van de Zvw. Zorgverzekeraars dienden daartoe een verzoek in; zij vroegen de NZa om een bestuurlijk rechtsoordeel over de vraag of de verzekering voldoet aan hetgeen bij of krachtens de Zvw is bepaald.
Vanaf polisjaar 2012 zal deze procedure veranderen. De NZa zal alleen nog onder voorwaarden een aanvraag om een bestuurlijk rechtsoordeel in behandeling nemen en een rechtsoordeel afgeven. In deze beleidsregel worden deze voorwaarden gesteld.
Bevoegdheid NZa
Ingevolge artikel 16, sub b., Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), ziet de NZa toe op de rechtmatige uitvoering door zorgverzekeraars van hetgeen bij of krachtens de Zvw is geregeld.
Op grond van artikel 77 Wmg, kan de NZa een aanwijzing geven aan een zorgverzekeraar die verzekeringen als zorgverzekeringen aanbiedt of uitvoert die niet aan het bepaalde bij of krachtens de Zvw voldoen. Als een verzekeraar niet tijdig hetgeen is gesteld in de aanwijzing opvolgt, kan de NZa op grond van artikel 81 Wmg bestuursdwang toepassen of een last onder dwangsom opleggen, dan wel het feit dat de aanwijzing niet is opgevolgd, ter openbare kennis brengen. Op grond van artikel 83 Wmg, kan de NZa een (zorg)verzekeraar een last onder dwangsom opleggen in geval van overtreding van een aantal nader genoemde bepalingen in de Zvw. Ook kan de NZa, ingevolge artikel 83, lid 3, Wmg, een last onder dwangsom opleggen aan een verzekeraar die verzekeringen als zorgverzekeringen aanbiedt of uitvoert.
De NZa is, gelet op bovengenoemde instrumenten, bevoegd op te treden in geval een verzekering ten onrechte als zorgverzekering wordt aangeboden of uitgevoerd.
Bestuurlijk rechtsoordeel
Een bestuurlijk rechtsoordeel is een in antwoord op een aanvraag gegeven oordeel over de toepasselijkheid van publiekrechtelijke voorschriften, aangaande de toepassing waarvan het bestuursorgaan bevoegdheden heeft.
Van een bestuurlijk rechtsoordeel in de zin van deze beleidsregel is sprake als:
- een zorgverzekeraar om een dergelijk oordeel heeft gevraagd;
- het oordeel als zelfstandig en definitief is bedoeld;
- er niet op korte termijn een appellabel besluit te verwachten is;
Kenmerk
Pagina
5 van 7
- het voor de zorgverzekeraar onevenredig bezwarend is een appellabel besluit af te wachten of uit te lokken.
In het kader van deze beleidsregel betekent dit dat een zorgverzekeraar de NZa om een bestuurlijk rechtsoordeel kan vragen over de conformiteit van een onderdeel van de modelovereenkomst met hetgeen bij of krachtens de Zvw is bepaald. De NZa beschikt immers over handhavingsbevoegdheden in geval een verzekering ten onrechte als zorgverzekering wordt aangeboden of uitgevoerd (zie hierboven).
Het bestuurlijk rechtsoordeel kan inhouden:
- dat het door de zorgverzekeraar voorgelegde onderdeel/de voorgelegde onderdelen van de modelovereenkomst conform de Zvw is/zijn opgesteld;
- dat het door de zorgverzekeraar voorgelegde onderdeel/de voorgelegde onderdelen van de modelovereenkomst niet conform de Zvw is/zijn opgesteld.
Motivering
Indien het bestuurlijk rechtsoordeel inhoudt dat een onderdeel in de modelovereenkomst niet conform de Zvw is opgesteld, motiveert de NZa op basis waarvan zij tot het betreffende oordeel is gekomen.
Reikwijdte toetsing
De NZa toetst de nieuw op de markt te brengen modelovereenkomst, of onderdelen van de modelovereenkomst, op conformiteit met de Zvw, het Besluit zorgverzekering en de Regeling zorgverzekering. De NZa toetst de inhoud van de modelovereenkomst niet aan andere wettelijke bepalingen.
Criterium nieuwe/gewijzigde onderdelen modelovereenkomst
De NZa neemt alleen een verzoek om een bestuurlijk rechtsoordeel in behandeling als deze betrekking heeft op een modelovereenkomst. Dit betekent dat de van de modelovereenkomsten afgeleide zorgverzekeringen niet in aanmerking komen voor een bestuurlijk rechtsoordeel.
Het verzoek om een bestuurlijk rechtsoordeel kan betrekking hebben op:
• een nieuw op de markt te brengen modelovereenkomst;
• een wijziging/wijzigingen in een bestaande modelovereenkomst. Onder ‘bestaande modelovereenkomst’ verstaat de NZa een modelovereenkomst waar reeds eerder een bestuurlijk rechtsoordeel over heeft gegeven.
Dit betekent dat een modelovereenkomst waar de NZa reeds eerder een bestuurlijk rechtsoordeel over heeft gegeven, maar die geen gewijzigde onderdelen bevat, niet voor een bestuurlijk rechtsoordeel in aanmerking komt.
Indien een nieuwe modelovereenkomst slechts op enkele onderdelen afwijkt van een andere reeds bestaande modelovereenkomst, dan kan de zorgverzekeraar er ook voor kiezen om alleen een bestuurlijk rechtsoordeel te vragen over de afwijkende bepalingen in die nieuwe modelovereenkomst ten opzichte van de reeds bestaande modelovereenkomst.
Versie die zorgverzekeraar op de markt wenst te brengen
De NZa neemt een verzoek om een bestuurlijk rechtsoordeel alleen in behandeling als de modelovereenkomst die ter toetsing wordt aangeboden ook de versie is die de zorgverzekeraar op de markt wenst
Kenmerk
Pagina
6 van 7
te brengen. Dit geldt zowel voor een nieuwe modelovereenkomst, als voor de wijzigingen in een bestaande modelovereenkomst. Alleen een definitieve versie van een nieuwe modelovereenkomst, of de definitieve versies van de gewijzigde onderdelen, komt in aanmerking voor een bestuurlijk rechtsoordeel.
Onder definitieve versie verstaat de NZa: de versie die de zorgverzekeraar op de markt wenst te brengen.
Bovenstaande betekent dat de NZa geen verzoek om een bestuurlijk rechtsoordeel in behandeling neemt dat betrekking heeft op concept- wijzigingen, of op een concept-modelovereenkomst.
Criterium ‘nieuwe rechtsvraag’
Een van de criteria stelt dat er sprake moet zijn van een nieuwe rechtsvraag. Ingevolge deze beleidsregel kan pas worden gesproken over ‘nieuwe rechtsvraag’ indien:
• het gaat om een vraag waarover de NZa of het CVZ zich nog niet eerder hebben uitgesproken, dan wel een vraag die niet volgt uit bestaande wetteksten, of uit informatie die een zorgverzekeraar bekend behoort te zijn;
• het verzoek om een bestuurlijk rechtsoordeel betrekking heeft op een wijziging van de voorwaarden die tot doel heeft de strekking van die voorwaarden te wijzigen.
Onder nieuwe rechtsvraag verstaat de NZa eveneens een wijziging van de modelovereenkomst ingevolge een wijziging van wet- en regelgeving, ook nadat die modelovereenkomst reeds eerder voor een bestuurlijk rechtsoordeel is voorgelegd.
Als uitgangspunt bij de beoordeling of het gaat om een nieuwe rechtsvraag, hanteert de NZa de vraag of de zorgverzekeraar zelf kan beoordelen, dan wel behoort te kunnen beoordelen, of de bepaling in overeenstemming is met hetgeen bij of krachtens de Zvw is bepaald.
Een gevolg van het criterium is dat de NZa geen bestuurlijk rechtsoordeel geeft over wijzigingen die een gevolg zijn van het op eigener beweging van de zorgverzekeraar ‘leesbaarder’ maken van een reeds eerder ter beoordeling voorgelegde modelovereenkomst. Hieronder kan onder andere worden verstaan het tekstueel herschrijven van de voorwaardenteksten, het aanpassen van de inhoudsopgave, of het hergroeperen van bepalingen in de modelovereenkomst. De NZa gaat er van uit dat een zorgverzekeraar weet, dan wel behoort te weten, hoe zij op eigener beweging gewijzigde teksten conform de Zvw dient op te stellen.
Definitieve overlegging
Ingevolge artikel 25 Zvw zijn zorgverzekeraars gehouden de modelovereenkomsten die zij voornemens zijn op de markt te brengen aan de NZa te overleggen. Ook indien een zorgverzekeraar reeds (onderdelen van) een (bestaande) modelovereenkomst ten behoeve van een verzoek om een bestuurlijk rechtsoordeel heeft overlegd, blijft de zorgverzekeraar verplicht de wijzigingen in zijn modelovereenkomst of nieuwe modelovereenkomsten voordat deze ingaan te overleggen.
Kenmerk
Pagina
7 van 7