Samenwerkingsovereenkomst programma ‘Versterkt conflictoplossend vermogen’
Samenwerkingsovereenkomst programma ‘Versterkt conflictoplossend vermogen’
Deelnemers zijn de universiteiten, hogescholen, andere kennisinstellingen en andere partijen die fungeren als ontwikkelcentrum, deelnemer daarin, of anderszins programma-activiteiten
verrichten, alsmede de “Penvoerder”. Overwegende dat:
- deelnemers kennis en ervaring hebben met activiteiten op deelgebieden van
veelvoorkomende juridificeerbare conflicten, zij de visie delen dat het belangrijk is om het oplossend vermogen voor deze conflicten systematisch te gaan versterken en zij hiertoe
krachten bundelen binnen het programma ‘Versterkt conflictoplossend vermogen” (hierna: “programma”;
- deelnemers in het kader van dit programma gezamenlijk een aanvraag gaan indienen in de derde ronde van het Nationaal Groeifonds (hierna: NGF) (subsidieronde indiening bij RVO, sluitingsdatum 3 februari 2023);
- middels de onderhavige algemene samenwerkingsafspraken wordt de uitvoering van het programma onder NGF-aanvraag ‘Versterkt conflictoplossend vermogen’ nader geregeld;
- per individuele deelnemende partij worden afspraken voor uitvoering door de individuele deelnemer nader vastgelegd in een Bijlage bij de Samenwerkingsovereenkomst Versterkt conflictoplossend vermogen per deelnemer;
- ijkpunt zijn eisen die het NGF stelt, zoals dat resultaten, activiteiten en budgetten moeten zijn benoemd en gealloceerd aan de deelnemers; risico’s zijn benoemd en daar zijn
afspraken voor gemaakt; resultaten zijn gekoppeld aan duurzaam verdienvermogen en maatschappelijke impact. Hiertoe worden/zijn voor het programma een Projectplan,
Begroting en overige verplichte bijlagen bij de NGF-aanvraag opgesteld.
1. Doel van het samenwerkingsverband
Het doel van de samenwerking in het kader van het programma is om het volgende zo goed mogelijk te realiseren:
a. Het vermogen versterken om een aantal veelvoorkomende typen juridificeerbare conflicten vaker te voorkomen, vroeger en beter op te lossen. Het ijkpunt is dat met de te ontwerpen interventies 80% van die conflicten binnen een jaar rechtvaardig kan worden opgelost, zoals in het Projectplan verder uitgewerkt.
b. Systematische ontwikkeling en implementatie van procedures/interventies/methodes (“interventies”) die de uitkomsten leveren die burgers en bedrijven met conflicten nodig hebben om verder te kunnen. En die - op macro- en mesoniveau - bijdragen aan
versterking van het economisch verdienvermogen en van Brede Welvaartsdoelen van
arbeidspotentieel en -deelname (menselijk kapitaal) en het sociaal kapitaal (CBS, 2021), en - deels via die versterkingen aan - het natuurlijk kapitaal.
c. Bevorderen dat deze interventies effectief gebruikt en ingebed worden door (juridische) instituties, overheden en (private) dienstverleners in conflictoplossing (hierna: “de Sector”);
d. Gebruik van de interventies op basis van een duurzaam financieringsmodel - conform de vereisten van het NGF-, bijvoorbeeld bestaande uit licentievergoedingen of
overheidssubsidies (zie artikel 4 lid 6).
e. Ontwikkelcapaciteit voor a-c opbouwen en duurzaam financieren, voortbouwend op bestaande onderzoeks- (en beschikbare ontwikkel) activiteiten.
f. Een en ander zoals weergegeven in the ‘Theory of Change’ (zie bijlage bij de aanvraag) en de aanvraag zelf.
g. Financiering verwerven voor het programma via het NGF en andere bronnen.
h. De bijdragen van de deelnemers aan het programma zijn beschreven in het Projectplan (als beschreven in de aanvraag en in het bijzonder par. 3 daarvan) en de bijbehorende Begroting.
2. Machtiging penvoerder voor subsidieaanvraag
1. Deze samenwerkingsafspraken worden als bijlage bij het aanvraagformulier gevoegd.
2. Deelnemers wijzen hierbij stichting HiiL als penvoerder (“Penvoerder”) aan en machtigen haar tot het namens hen:
o indienen van de NGF-aanvraag;
o uitvoeren van alle gerelateerde (rechts)handelingen in verband met de aanvraag tot en met de subsidieverlening;
o uitvoeren van alle gerelateerde (rechts)handelingen in verband met de subsidieverlening gedurende de gehele looptijd van het project tot en met de subsidievaststelling.
3. De Penvoerder zal in dit kader al datgene doen dat hij noodzakelijk, nuttig of wenselijk acht, met dien verstande dat die handelingen (of het nalaten daarvan) niet tot
verdergaande verplichtingen (financiële of anderszins) bij de andere partijen mogen leiden dan die welke zijn opgenomen in deze overeenkomst, tenzij de deelnemer(s) van te voren daarvoor schriftelijke toestemming heeft (hebben) gegeven.
4. De Penvoerder fungeert als penvoerder en onderhoudt, mede namens de andere
deelnemers, de contacten met RVO en het NGF en zal daartoe aan RVO en het NGF naar beste vermogen relevante inlichtingen verschaffen.
5. Na indiening van de aanvraag zal de Penvoerder de coördinatie van verslagleggingstaken aan RVO en/of het NGF op zich nemen. Elke deelnemer afzonderlijk draagt ervoor zorg dat de nodige gegevens worden geleverd aan de Penvoerder, RVO en/of het NGF.
6. Van alle correspondentie met XXX en NGF met betrekking tot de aanvraag en het programma zal de penvoerder afschriften doen toekomen aan alle deelnemers.
7. Ter voorkoming van misverstanden, Penvoerder heeft naast het bepaalde in dit artikel 2, tevens de rollen als vermeld in artikel 4 lid 3 en artikel 6 van deze overeenkomst.
3. Uitvoering van de samenwerking
1. Deelnemers dragen elk bij aan de uitvoering van het programma. Per individuele
deelnemer is in het Projectplan aangegeven welke programma-activiteiten deze verricht en hoe gerelateerde activiteiten onderling zijn verdeeld als hierbij wordt samengewerkt met
andere deelnemers (zoals binnen een ontwikkelcentrum per programmalijn-onderdeel).
2. Uitgangspunten hierbij zijn dat:
a. Elke deelnemer zijn werkzaamheden voor eigen rekening en risico uitvoert, overeenkomstig het Projectplan en Begroting;
b. Elke deelnemer zich actief inzet om een goede samenwerking met de andere
deelnemers te realiseren, zowel voor het overall programma als voor het eigen programmalijn-onderdeel, en om zijn werk zorgvuldig en tijdig uit te voeren,
afgestemd op de werkzaamheden van de andere deelnemer(s), zodat ook zij het werk zorgvuldig en tijdig kunnen uitvoeren. Deelnemers binnen een
ontwikkelcentrum zijn primair verantwoordelijk voor het integreren van
deelresultaten tot gezamenlijke programmaresultaten voor het betreffende ontwikkelcentrum zoals voorzien in het Projectplan. De vorm van de
samenwerking, incl. de praktische eindverantwoordelijkheid voor integratie van
deelresultaten (binnen een ontwikkelcentrum of voor een programmalijn-onderdeel als voorzien in het Projectplan), vullen deelnemers zelf nader in;
c. Elke deelnemer binnen een ontwikkelcentrum stelt de andere deelnemers op de hoogte wanneer een vertraging of ander probleem in de werkzaamheden wordt verwacht. Elke deelnemer binnen een ontwikkelcentrum probeert met de andere deelnemers een oplossing te bereiken om de gezamenlijke, geïntegreerde resultaten van het ontwikkelcentrum wel en tijdig te kunnen behalen. Deelnemers binnen een ontwikkelcentrum informeren ook de Programmaleiding als bedoeld in
artikel 6 bij vertraging van werkzaamheden en over voorgestelde manieren hoe dit op te lossen;
d. Resultaten van de werkzaamheden worden schriftelijk vastgelegd conform het Projectplan en de gezamenlijk ontwikkelde methoden;
e. Elke deelnemer zorgt voor een goede informatievoorziening aan de
Programmaleiding en aan andere deelnemers met wie ze samenwerken aan resultaten. Zie voorts artikel 8 lid 6 voor hoe om te gaan met problemen.
4. Rollen, resultaten en gebruik hiervan
1. De rollen zijn dat ontwikkelcentra - gevestigd en/of op te zetten bij bestaande juridische instituties of bij kennisinstellingen - nieuwe procedures/methodes/interventies voor specifieke conflicten ontwikkelen daarbij meenemend hoe daadwerkelijk en effectief
gebruik hiervan door de Sector wordt bevorderd (programmalijn 1) en/of het bevorderen van verandervermogen en ontwerp van specifieke modellen voor organisatie en financiering van dienstverlening (programmalijn 2) en/of algemene modellen voor regulering, financiering, etc. (programmalijn 4). De programmalijnen 3 en 5 zijn ondersteunend en de resultaten daarvan worden door andere deelnemers geleverd, conform het Projectplan.
2. Universiteiten, hogescholen en andere kennisinstellingen (voorzover zij niet zelf ontwikkelcentra vormen) leveren aan de ontwikkelcentra menskracht of resultaten als
voorzien in het Projectplan en conform het bepaalde in artikel 3. Zij bouwen daarbij (deels) voort op bestaande of al geplande onderzoeksinspanningen, kennis en hun (internationale) netwerk.
3. Ontwikkelcentra en overige deelnemers worden ondersteund:
a. Met ontwikkelmethoden afkomstig van Penvoerder, welke methoden in de loop van het programma worden gedeeld, getoetst en verbeterd en waarbij de Penvoerder kan adviseren over de toepassing. Of door gelijkwaardige methoden aan te geven door een ontwikkelcentrum in overleg met de Programmaleiding en waarbij de
Penvoerder samen met het ontwikkelcentrum die gelijkwaardige methoden ontwikkelt.
b. Met een kennisinfrastructuur voor moderne conflicthantering, inclusief juridische waarborgen, en overige methodologie binnen het ‘Overkoepelend Kenniscentrum Moderne Conflicthantering’ dat voortbouwt op een bestaand
samenwerkingsverband van een aantal universiteiten (“Conflictoplossende
Instituties”), welk samenwerkingsverband binnen 120 dagen na toekenning van de subsidie operationeel zal zijn en in een nader te bepalen vorm binnen Penvoerder wordt geplaatst;
c. Ontwikkelcentra in programmalijn 1 worden in een iteratief proces gevoed met inzichten en methoden uit programmalijn 2.
d. Voor de in artikel 4 lid 3 a, b en c genoemde activiteiten geldt dat deze kunnen plaatsvinden voor zover het Projectplan en de Begroting daarin voorzien.
4. De te leveren resultaten zijn beschreven in het Projectplan en zijn onder meer:
a. Coalities uit de Sector;
b. Gebruikerspanels;
c. Standaarden voor (monitoring van) uitkomsten;
d. Onderzoek en ontwikkeling; waaronder wetenschappelijke multidisciplinaire inzichten en best practices verenigen in nieuwe manieren van werken, een en ander in het licht van - veranderende - juridische kaders-, resulterend in
‘Behandelrichtlijnen’;
e. Onderzoeken waarin bepaalde procedures/methodes/interventies worden getest of getoetst;
f. Financierings- en organisatiemodellen;
g. Strategische communicatie en verdere interacties die bevorderen dat de te ontwikkelen resultaten zo veel mogelijk effectief gebruikt worden door
dienstverleners, juridische instituties en overheden en belemmeringen (weerstand, praktisch, regulering) hierbij worden overwonnen.
h. Overige relevante opbrengsten van de activiteiten op grond van het Projectplan.
5. De Deelnemers spannen zich ondermeer in voor goede ontwerp- en
implementatietrajecten en communicatie waarin de Sector zowel op de inhoud als op het proces wordt meegenomen.
6. De te ontwikkelen en iteratief te verbeteren procedures/methoden/interventies worden door de ontwikkelcentra voor gebruik aangeboden aan de Sector (dus aan partijen zoals juridische dienstverleners, instituties en overheden die deze in conflicten kunnen
toepassen) tegen een licentievergoeding of een andere constructie waarin het gebruik van de resultaten wordt vergoed of gesubsidieerd door de gebruiker of een derde partij
waaronder een overheidsinstelling. Op die manier moet gerealiseerd worden dat de met een NGF stimuleringssubsidie ontwikkelde resultaten ook duurzaam en in regelmatig
‘geupdate’ vorm gebruikt kunnen worden. Voor een dergelijke licentievergoeding (of
andere financieringswijze) kan een aanloopperiode gelden. Deelnemers kunnen nadere afspraken maken om het bedoelde in dit lid nader uit te werken.
7. Opdat de ontwikkelcentra projectresultaten voor gebruik beschikbaar kunnen stellen aan
gebruikers bedoeld in lid 6, spreken deelnemers af dat elke deelnemer aan het betreffende ontwikkelcentrum (onder wiens koepel de betreffende activiteiten plaatsvinden) en de
andere deelnemers daarin een royalty-vrije, wereldwijde, onherroepbare,
niet-overdraagbare, ondeelbare licentie verlenen om de projectresultaten als bedoeld in lid 4 te exploiteren als bedoeld in lid 6.
8. De deelnemer die de exploitatie als bedoeld in lid 6 ter hand neemt is verantwoordelijk om waar nodig de rechtsvorm waarin dit gebeurt te organiseren.
9. De kennis en resultaten die tijdens het programma worden gegenereerd blijven eigendom van de deelnemer die deze heeft voortgebracht, zonder dat hij hiervoor de andere
deelnemers een vergoeding verschuldigd is. Wanneer twee of meer deelnemers betrokken zijn bij de uitvoering van een onderdeel van het programma (of de overeenkomst), maken zij onderling afspraken over het eigenaarschap van de kennis en resultaten die hieruit voortkomen.
10. Deelnemers dragen bij aan de disseminatie van resultaten. Dit omvat ook het mogen publiceren over de resultaten en hun bijdragen erin.
11. Deelnemers behandelen alle informatie die is terug te leiden tot individuen of organisaties vertrouwelijk.
12. Deelnemers maken nadere afspraken over welke projectinformatie deelbaar is buiten het samenwerkingsverband.
5. Budgetten en financieringsafspraken
1. Voor ontwikkelactiviteiten levert Penvoerder formats voor budgetten gebaseerd op - en die Penvoerder waar nodig op verzoek van, of in het kader van de toekenning door, het NGF
aanpast aan - de begrotingseisen van het NGF, waarin is vastgelegd welke deelnemers welke vergoedingen krijgen voor welke resultaten en activiteiten uit het Projectplan. De
hoofdlijnen zijn per deelnemer ook te vinden in de Bijlage. Bij eventuele inconsistenties is hetgeen beschreven in het Projectplan leidend.
2. In de budgetten worden inflatiecorrecties opgenomen conform aanwijzingen van het NGF.
3. De budgetten worden aan de deelnemers toegekend door het NGF in het licht van de samenwerkingsafspraken en rechtstreeks aan hen uitbetaald.
4. Bij toekenning van subsidie door het NGF zal naar verwachting horen dat de deelnemer ook rechtstreeks afspraken met het NGF maakt.
5. Iedere deelnemer houdt zich aan de voorwaarden van de subsidieregeling.
6. Iedere deelnemer geeft in de Bijlage aan welk gedeelte van de resultaten al is gefinancierd door eigen of elders vergaarde middelen. Indien de deelnemer bijdrage-plichtig is in
verband met de financieringsvoorwaarden worden afspraken gemaakt om deze eigen bijdrage te borgen.
7. De programmaleiding ontwikkelt richtlijnen voor de projectadministratie waaraan de deelnemers zich moeten houden. Daarbij wordt zo veel mogelijk aangesloten bij de rapportagepraktijken van de deelnemers.
8. Ieder van de deelnemers ontvangt van het NGF een eigen budget voor eigen deelresultaten. De deelresultaten vormen gezamenlijk de resultaten van het
Ontwikkelcentrum en de deelnemers zetten zich gezamenlijk in om die resultaten te behalen, elkaar zo nodig aanvullend van hun eigen budgetten.
9. Iedere deelnemer zorgt zelf voor het personeel, de faciliteiten en het materiaal waarmee de activiteiten worden verricht en de resultaten worden behaald.
10. In de budgetten worden ook vergoedingen opgenomen voor de ketenpartners, waaronder de gebruikerspanels, juridische dienstverleners en beroepsverenigingen die meedoen aan de ontwikkeling.
11. Kostenoverschrijdingen worden gedragen door deelnemers zelf.
6. Governance en programma-organisatie
1. Zoals uiteengezet in de aanvraag, bestaat de voorlopige voorgestelde programmaleiding uit: een lid namens een bestaand samenwerkingsverband van enkele deelnemende
universiteiten, een lid van de Penvoerder (programmadirecteur Nederland) en een nog aan te nemen zeer ervaren programmamanager met kennis van de juridische sector en het openbaar bestuur. Voor deze posities worden profielen opgesteld en kandidaten zullen solliciteren. Het selectie- en benoemingsproces voor de Programmaleiding omvat een
advies door de Raad van Advies. Binnen drie maanden na een gunstige beslissing van het NGF zal de Programmaleiding in functie zijn. De hiertoe benodigde aanstellingsbeslissingen
worden genomen binnen de structuur van de organisaties waarin de personen in kwestie werken of gaan werken.
2. De Programmaleiding heeft als taak het faciliteren van de juiste wijze van uitvoering van het programma door de deelnemers en ontwikkelcentra en coördinatie van verslaglegging over het programma in lijn met subsidievoorwaarden. De Programmaleiding rapporteert en faciliteert de samenwerking, gericht op de resultaten (outputs en outcomes), indicatoren
en de KPIs die in het Projectplan zijn opgenomen. Dat zijn ook criteria waarop de
deelnemers aan de Programmaleiding rapporteren. De Programmaleiding bereidt in samenspraak met de desbetreffende deelnemers beslissingen voor over go/no go momenten die in het Projectplan zijn opgenomen. Die Projectplan-gerichte go/no go beslissingen worden genomen op basis van consensus tussen de direct betrokken
deelnemers, en als consensus ontbreekt, neemt de Programmaleiding de beslissing mede op basis van hetgeen de betrokken deelnemers naar voren hebben gebracht. De go/no go beslissingen in relatie tot de voortzetting van de financiering worden genomen door de
deelnemers en het NGF in hun onderlinge relatie, na advies van de Programmaleiding. De Programmaleiding neemt de beslissingen die aan haar worden voorgelegd, inclusief het vaststellen van de vergaderfrequentie. Alle besluiten van de Programmaleiding dienen unaniem te worden genomen. De besluiten worden vastgelegd op een besluitenlijst.
3. De Programmaleiding wordt ondergebracht binnen de stichting van Penvoerder, vanwege daarbinnen bestaande ervaring met het beheren van grotere subsidiebedragen. Aldus functioneert de programmaleiding binnen de besluitvormingsstructuren van (het Bestuur en de Raad van Toezicht van) de stichting van Penvoerder, zoals nader uiteengezet in de aanvraag.
4. Het programma wordt verder ondersteund en gefaciliteerd door een
programmamanagement, bestaande uit drie senior coördinatoren die (in deeltijd) de vijf programmalijnen bestrijken en faciliteren, ondersteund door drie projectmanagers, financieel rapportage expertise en een monitoring, evaluation en learning (MEL) expert. Het programmamanagement maakt gebruik van de infrastructuur van, en wordt ondergebracht bij, de Penvoerder.
5. In het voorgestelde raamwerk, adviseert de Raad van Advies de Programmaleiding op de inhoud. De Raad van Advies geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de
Programmaleiding en aan het Bestuur en de Raad van Toezicht van de stichting van Penvoerder. De Raad van Advies wordt altijd om advies gevraagd over: het jaarplan voorafgaand aan vaststelling; de benoeming en ontslag van leden van het
Programmaleiding; over hoe de continuïteit te bewaren als sleutelpersonen terugtreden uit de programmaleiding, ontwikkelcentra of hun kerndeelnemers; in gevallen als bedoeld in artikel 7 lid 4; alsmede bij geschillen over de uitvoering van het programma tussen
deelnemers, binnen Ontwikkelcentra, rond de Programmaleiding en rond het
programmamanagement in bredere zin. In de Raad van Advies worden in samenspraak met de deelnemers en volgens een nader te bepalen procedure geleidelijk personen opgenomen met een grote ervaring in het leiden van instellingen met een rol in de conflictoplossing en met het integreren van kennis en innovatie in die instellingen.
Beoogde leden van de Raad van Advies bij de aanvang van de Pre-programmafase zijn genoemd in de aanvraag.
7. Duur
1. Deze overeenkomst treedt in werking op de indieningsdatum van subsidieaanvraag en is aangegaan voor de duur van het programma, vanaf de pre-programmafase voorafgaand
aan subsidiëring en voor de gehele periode dat conform het Projectplan activiteiten worden verricht dan wel resultaten onderhouden en bijgewerkt.
2. Het programma en de samenwerkingsovereenkomst wordt beëindigd wanneer het Projectplan voltooid is.
3. Deze overeenkomst heeft als uitgangspunt dat voor het programma adequate financiering wordt gevonden via het NGF of anderszins. Indien slechts een gedeeltelijke financiering
wordt gevonden, zullen de deelnemers een bespreking beleggen teneinde met elkaar vast te stellen in hoeverre delen van het programma dan alsnog kunnen worden uitgevoerd.
Indien deelnemers daar niet uitkomen en/of geen financiering wordt gevonden voor 1 januari 2024 vervalt de overeenkomst, tenzij deelnemers alsnog voortzetting (in
gewijzigde vorm) overeenkomen.
4. Ieder van de partijen die een belang heeft bij opzegging of nadeel ondervindt van een aanvraag surseance, faillissement, overname of eigendomsverandering van een andere
deelnemer is gerechtigd diens deelname aan de samenwerkingsovereenkomst tussentijds,
zonder gerechtelijke tussenkomst, te ontbinden dan wel te beëindigen indien één van de partijen surseance van betaling aanvraagt of in staat van faillissement komt te verkeren, met onmiddellijke ingang, en indien één van de partijen overgenomen wordt of van
eigenaar verandert of vanwege een andere dringende reden bij de opzeggende deelnemer voor opzegging van diens deelname aan de samenwerkingsovereenkomst, met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden. De opzeggende deelnemer maakt
een plan hoe de levering van resultaten conform het Projectplan zonder de deelnemer toch kan plaatsvinden, te bewaken door Programmaleiding (met raadpleging van de Raad van Advies). In geval van tussentijdse beëindiging als hiervoor omschreven zal de opzeggende partij niet gehouden zijn tot vergoeding van enige schade aan de anderen (onverminderd zijn gehoudenheid om reeds voor hem ontstane verplichtingen volledig na te komen) maar zal de opzeggende partij ook niet gerechtigd zijn tot terugvordering van door hem tot het moment van opzegging reeds gedane betalingen en geleverde prestaties. De
niet-opzeggende partijen zullen de opzeggende partij de hem toebehorende vertrouwelijke informatie retourneren. Verplichtingen die naar hun aard bestemd zijn ook na opzegging van de overeenkomst voort te duren, zullen ook na opzegging blijven bestaan.
8. Slotbepalingen
1. Op deze overeenkomst is het Nederlands Recht van toepassing.
2. Bij verschil van mening over de wijze van uitvoering van het Projectplan, staat
gezamenlijke conflictoplossing gericht op overeenstemming voorop. Als dat niet slaagt, beslist de Programmaleiding na raadpleging van de Raad van Advies.
3. Bij overige geschillen tussen de deelnemers met betrekking tot de samenwerking, wordt in onderling overleg een neutrale partij uitgenodigd om na een goed gefaciliteerd gesprek
een niet-bindend oordeel te geven.
4. Indien op basis van dit oordeel niet tot een voor alle deelnemers aanvaardbare oplossing kan worden gekomen, wordt het geschil voorgelegd aan een bevoegde Nederlandse rechter.
5. Als sleutelpersonen de Programmaleiding, de ontwikkelcentra (en/of hun belangrijke partners) of andere programma-activiteiten verlaten of anderszins niet meer kunnen uitvoeren, blijven de budgetten bij de (organisatie van de) deelnemer waarvan deze sleutelpersonen onderdeel waren. Die deelnemer maakt een plan voor levering van de
resultaten met andere menskracht, te bewaken door Programmaleiding (met raadpleging van de Raad van Advies). In dergelijke gevallen en in gevallen als genoemd in artikel 7 lid 4, kan de Programmaleiding in overleg met het NGF een proces faciliteren waarin resultaten en budget elders worden belegd.
6. Als Projectplan-resultaten onvoldoende kwaliteit (dreigen te) hebben of vertraagd zijn, is het uitgangspunt dat deelnemers binnen een ontwikkelcentrum (of wiens deelactiviteiten overeenkomstig het Projectplan anderszins bij elkaar horen) zich inspannen om onderling een oplossing te vinden waardoor kwalitatief goede en tijdige resultaten wel bereikt
worden. De voor dit probleem verantwoordelijke deelnemer legt tijdig en volledig
verantwoording af aan de subsidieverstrekker conform geldende subsidievoorwaarden. Voorts informeren deelnemers tijdig de Programmaleiding als bedoeld in artikel 6. De Programmaleiding heeft geen extra financiële middelen om in te zetten en ook het
vermogen om subsidiegelden stop te zetten ligt bij de subsidieverstrekker. De Programmaleiding kan voor zover de Begroting daarin voorziet bijvoorbeeld het
projectmanagement intensiveren of methoden herijken. In het Projectplan zijn KPIs, fasering en go/no go momenten ingebouwd, die daarbij als neutrale ijkpunten dienen. De betrokken deelnemers en de Programmaleiding vinden dan een oplossing die in
overeenstemming is met de spelregels van het NGF.
7. Deelnemers zijn naar andere deelnemers niet aansprakelijk voor (enige vorm van) schade of gederfde inkomsten behoudens in geval van opzet of grove schuld.
8. In overeenstemming met alle Deelnemers en na goedkeuring namens het NGF kunnen anderen tijdens de looptijd van de Samenwerkingsovereenkomst als nieuwe partijen
toetreden tot deze Samenwerkingsovereenkomst.
9. Wijzigingen van of aanvullingen op deze algemene samenwerkingsafspraken zijn alleen rechtsgeldig voor andere deelnemers wanneer zij schriftelijk zijn vastgelegd en door
bevoegde vertegenwoordigers van alle deelnemers zijn ondertekend en goedgekeurd namens het NGF.
10. De aan de NGF-subsidie verbonden voorwaarden zullen in geval van strijdigheid boven deze samenwerkingsovereenkomst prevaleren.
11. Na afloop van het contract zullen de partijen nagaan of verlenging van de overeenkomst door alle partijen gewenst is.
12. Het is geen van de deelnemers toegestaan zijn rechten en verplichtingen onder deze samenwerkingsovereenkomst over te dragen aan een derde zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de Programmaleiding.
13. De lijst met deelnemers die deze samenwerkingsovereenkomst ondertekend hebben wordt als bijlage bij de overeenkomst gevoegd en alle deelnemers ontvangen daarvan een
afschrift.
Aldus overeengekomen en ondertekend te: Datum:
Naam deelnemende organisatie: Naam ondertekenaar:
Functie ondertekenaar:
Bijlage bij de Samenwerkingsovereenkomst Versterkt conflictoplossend vermogen per deelnemer:
Deelnemer verbindt zich jegens het NGF, de andere deelnemers, inclusief met wie binnen een ontwikkelcentrum wordt samengewerkt aan gezamenlijke resultaten en de Penvoerder aan de Samenwerkingsovereenkomst en in het kader daarvan gelden voor deze deelnemer de navolgende specifieke afspraken.
Naam deelnemer: …
Ondergetekenden
Deelnemer <naam organisatie>, tevens aanvrager, gevestigd <statutaire vestigingsplaats> ten deze vertegenwoordigd door <naam persoon> , hierna te noemen: <verkorte naam of
aanduiding>.
Rol deelnemer: …
- Aanduiding programmalijn of ontwikkelcentrum
Leidinggevende: …
Andere sleutelpersonen: …
Deelnemer zal de geïntegreerde resultaten leveren die zijn omschreven in het Projectplan en conform de Begroting die daarvoor wordt toegekend door het NGF en/of door eventuele andere financiers.
Deze resultaten en budgetten zijn hieronder kort omschreven:
● (resultaten uit activiteitenplan en Begroting)
● (overnemen uit projectbegroting)